Van de friesche Heide
LEVENSERVARING.
VOOR DE HUISVROUW.
UIT ONZE STAATSMACHINE
AMY VORSTMAN—TEN HAVE.
„Het leven is een schouwtooneel, ieder
•peelt z'n rol en krijgt z'n deel" zegt een
<ud rijmpje en hierin ligt een grootere wijs-
ïeid verborgen dan men aanvankelijk wel
',ou meenen.
Wat toch is hiervan de bedoeling?
,,'t Mocht wat," moppert menigeen, die
ïooit de gelegenheid kreeg een rol van
■enige beteekenis te spelen, „en dat ieder
een z'n deel krijgt is óók niet waar waar
is mijn deel? Wat heb ik nu ooit gehad?
Welke rol heb ik gespeeld?
Hoevelen spreken niet zoo in de bitterheid
huns gemoed9 en zij meenen. dat zij vol
komen recht hebben om zoo te spreken.
Het staat wel onomstootelijk vast, dat de
een in het leven meer krijgt dan de ander,
maar als we opmerkzaam lezen, dan staat
er ook niet: „ieder speelt een rol" doch
ieder speelt z'n rol en dan ligt het voor
Ie hand, dat het niet elkeen gegeven is een
rol van beteekenis te spelen.
En met het ..ieder krijgt z'n deel" gaat het
al evenzoo Dat wil evenmin zeggen: „ieder
krijgt een even groot deel doch ieder
krijgt wat de Voorzienigheid hem of haar
heeft toebedeeld aan levensgeluk en voor
spoed.
Evenals met het levensgeluk gaat het met
de levenservaring.
Er zijn menschen met een rijke schat van
levenservaring en er zijn menschen wier
bestaan vlak en gebeurloos verglijdt als een
nauwelijks vlietende stroom.
Levenservaring is als een welvoorziene
provisiekast, waarin wij al onze opgegaarde
indrukken opbergen om ter gelegenheid hier
in een greep te doen.
Zij. die de noodige ervaring bezitten wor
den door hun medemenschen gewoonlijk met
een zekere onderscheiding behandeld.
Immer9, zij weten bij ondervinding waar
de anderen slechts gissen.
Het meerendeel van al wat kennis en
kunde is steunt op ervaring.
Leven wij niet in de eeuw van de prak
tische ervarings- theorie?
Slechts het bewijs, dat proefondervindelijk
kan worden aangetoond, heeft waarde.
Zij, die zooals dat heet door „schade en
schande zijn wijs geworden" hebben veelal
het gevoel juist door hun moeizaam verkre
gen ervaring op een hooger peil te staan dan
hun ervaringslooze medemenschen.
Dit is een veelvuldig voorkomende dwa-
ling.
Want evenmin als de ingrediënten voor
een pudding' zonder meer bijeen gevoegd in
staat zijn datgene te produceeren, wat wij
verstaan onder den eetbare pudding even
min is opgetaste levenservaring zonder do
daaruit voortvloeiende hoogere kennk in
staat een menschenziel op een hooger peil
te brengen.
Nu wat is dan wel deze hoogere kennis,
die als het ware het bindende kookproces
voor onze ziel is?
Deze hoogere kennis is het levensinzicht
dat maar al te vaak met de levenservaring
wordt verward.
Het levensinzicht is de ervaring der on
zienlijke dingen: 't onontbeerlijk comple
ment van de 'levenservaring.
Deze hoogere kennis, die levensinzicht
heet is in staat de zichtbare verschijning der
dingen zoodanig om te tooveren, dat de be
teekenis ervan geheel wordl gewijzigd.
Het levensinzicht is de wijsheid in haar
hoogsten vorm, het is het vermogen om ach
ter de uiterlijke waarneembare verschijning
der dingen de eeuwige waarheid te ontdek
ken.
De ervaring leert ons, dat er meer smart
dan vreugde op dit ondermaansche is. doch
het levensinzicht ziet oneindig veel verder
dan de droefheid en spreekt van en kristal
lijnen innerlijke vreugde waar de ervaring
niet van weet.
De nuchtere ervaring spreekt van leugen
en bedrog, van list en slimheid en het recht
van den sterkste, doch het inzicht ziet in
ieder gebeuren het onafwijsbaar noodzake
lijke, het doel: de evolutie.
(Een vertelling door J. J. WIERSMA).
Op de Friesche heide, in een bouw allige
hut, van smalle planken bijeengetimmerd
en met een dak bestaande uit graszoden en
lappen zink. woont Jantine, het puik der
heideschoonen.
Het is een beeldschoon meisje, de oudste
uit het gezin Stoelwinder. Jantine is nog
maar pas twintig, maar die duizend weken
zijn haar aan te zien! Ja en zoo door den
dag. als ze een bont schort heeft aange
trokken is ze nóg mooier dan des 7ondags,
wanneer Jantine in haar beste plunje over
Ie heide stapt Toch zit 't er bij de Stoel-
vinders niet aan. Ze hebben het armoedig,
aar Jantine heeft op 't dorp een tante wo
nen en die stopt haar wel eens wat toe.
Jantine is een vroolijke jonge vrouw en
een guit zooals er waarschijnlijk geen
tweede leeft op de heide tusschen Twijzel
en Houtigehage Ze heeft ..wild" bloed in de
aderen. Zeggen de vrome lieden op de heide;
wat zal er uit dat meisje groeien? Er zit
emperament in die Jantinel Oxideugend
oeren haar bruine kijkers onder de oog-
vimpers weg. en spotten dat die appeltjes
unnenl O Jantine heeft hoe jon ze n^i
aag zijn al heel wat jongens met die oogen
ngelukkig gemaakt. Want Jantine is op
■n leeftijd gpkomep. wanneer in hpt meisje
p vrouw ontwaakt En Jantine maakt dal
•i'waken op hevige wijze mee. Ze kijkt de
mgens maar brutaalweg in de oogen!
Op Zaterdagmiddag en op Zondag is het
udergewoonte rumoerig op Langeherne,
oo noemen de ..heidtsjers" 4) de streek
aar de hut van Jantine's vader staat Het
inge volkje de volwassen jongens en meis-
•s komen daar dan snnrm Het is er een
•reenigingspunt. De mannen loopen een
ropgje in en uit: daar tart Jantine's vrien-
iin brandewijn en half om half" ei pan-
'oert mpn den treh^plcn Zondag Die kna-
>en hebben soms grof geld te verdoen
Voor dengene, die het levensinzicht deel
achtig is geworden heeft de grauwe alle
daagschheid opgehouden te bestaan.
Voor hem is geboren het gulden aureool
om het dagelijksch leven.
Houdt de ervaring zich slechts bezig met
dat deel van het heelal waarop hare aan
dacht zich concentreert het ware levens
licht ziet elk onderdeel in samenhangend
verband met 't heelal Bezien in dat licht
krijgt het eentonigste en meest kommervolle
bestaan een glans van heerlijkheid.
Gelukkig de mensch. die door levenser
varing tot levensinzicht geraakt- hem is de
gouden poort van den geestelijken rijkdom
ontsloten.
Een lezeres vraagt mij van patronen voor<
bedjasjes, omdat de tegenwoordige gebreide
jumpers en vestjes haar zoo vervelen.
Ik ben nooit erg voor gebreide kleeren in
bed; dat hindert niets voor wiè even wat
wil rusten, doch gaat wel hinderen aan een
zieke, aan iemand, die dagenlang in zoo'n
jakje ligt Crêpe de chine desnoods met ge
watteerde voering, gewone crêpe, wasch-
zijde of vyella zijn veel beter voor dat doel
geschikt. Hier heeft u een model, dat aan
vele eischen voldoet: het is warm en toch
luchtig, elegant en flatteus. Het moet iets
korter zijn dan een jumper; de hals is
V-vormig uitgesneden en van achteren rond
(vooral laag uitsnijden van achteren^; het
sluit van voren met een flinken strik en het
mouwtje reikt tot halverwege de boven
armen. Voor een jong meisje of een magere
patiënt is de donsafwerking van hals en
mouwen zeer plezierig. Een gezette dame
doet beter kantgameering te nemen-, dat
kleedt meer af. Zij moet de kant ruim om
den hals laten vallen en van voren laten
eindigen in den fichu. Het mouwtjp kan wel
iets langer worden, b.v. tot den elleboog;
de kant valt dan losjes over den onderarm
heen.
Zwaarzieken, koortspatienten trekt men
natuurlijk nooit zoo'n jakje aan. Maar voor
menschen. die b.v. door een arm- of been
breuk. na een operatie, door een aanval van
jicht of wat dan ook langen tijd bedrust
noodig hebben, is het een ideale dracht, die
verwarmt en toch niet broeit.
Jonge meisjes moeten een zacht, heel
bleek rose jakje nemen, afgezet met zwa
nendons en een grooten blauwen strik, of
een blauw jasje met een wit lint; zwarte
vrouwen (ik bedoel met zwart h ar) staan
geel en lila ook uitstekend. Oudere dames
kunnen ^en donkerlila jasje kiezen met
crème kant of een grijs bontrandje. Men
moet er echter om denken, dat patiënten
dikwijls buitengewoon gevoelig zijn en dan
last hebben van 't bont. dat haar kriebelt
of te warm is. Ook kan men een patiënt
niet laten passen natuurlijk. Men doet dan
het beste om een jumper van de ziekp na
te knippen, een iets kleiner model, omdat
er onder het beddejakje haast geen linnen
goed gedragen wordt.
Maar als u per sé iets wilt haken, maak
dan een pelerine; dat is ook t n lichte
dracht en heeft bovendien het voordeel, dat
de zieke het vlugger om kan slaan en af
kan laten glijden dan een jasje met r.ouwen
Ik heb verscheidene patiënten i zien. die
uiterst tevreden waren met deze pelerine.
In zwart en wit is zij zeer geschikt voor
Als ze niet in de „jachtweide" zijn. dan
gooien ze met centen op de streek of hebben
geld liggen op de „pik". En tusschen al
dat gedoe en gelanterfant door drentelen de
meisjes van de heidegemeenschap. beza
digde maar ook wild-lachende en krijschen-
de „fammen" die zoo'n dag ook haar
vreugden zoeken.
Wanneer het schemeravond wordt, dan
vangt de „bline nearring" aan de blinde
handel, zooals het elkander oplettend en in
't oog vallend gadeslaan door de se\en we
derzijds wel eens wordt genoemd Voor wip
hooren kan. zendtLeven's mooiste speel
tuig. Liefde, op zoo'n avond een wonderlijk
lied over de heide. De Natuur roept wat
heel teers in de harten op. stille zalige ver
langens worden aangezongen.Voor het
hart van den jongeling is er een vrouwen
hart. dat zijn droom en begeerte verstaat.
En overal op de heide openen de deuren
zich. Hart aan hart drijft een avond van
geluk tegemoet.
Ook in arme heidestulpen woont de
Liefde
„Jantine heeft verkeering met Pope",
dat is het nieuwste nieuws op de heide.
Wat een gelukskind is die Pope toch! Een
arme mollenvanger die maar juist genoeg
verdient om rond te kunnen komen, hèefl
de kunst verstaan een meisj? te winnen,
dat elke ..heidtsjer". die de waarde van
Jantine schatten kan hem hevig misgunnen
zal. Doch het is een feit. Pope hééft ze. Hij
is de man er maar mee.
Pope is thuis in den knst; zijn ouders
hebben het èllpndig armoedig. En nu hij
voortaan kostgeld wen'scht te geven om wat
te kunnen oversparen nu met dip vrijerij
is Pope daarover "aan prnkkizepren
wordt hem gezpgd; dat hij zich maar van
een andpr kosthuis moet voorzien Zijn
moeder moet ook kunnen rondkomen, wat
meent die jongpn well
Op een avond wandelen Pope en Jantine
in het elzpnlaantje.
„Ik ga hier vandaan", zegt hij wrevelig.
oudere dames; u kunt ook twee nuances van
één kleur kiezen U heeft hiervoor noodig
100 gram dunne zwarte wol en 50 gram
dunne witte; benevens een celluloid haak-
naald van 51/» m M U begint met zwart of
de donkere tint Zet 8 kettingsteken op en
sluit ze-, 1ste toer: haak hier 24 'ikjes om
heen-, 2de toer- 2 stokjes in 1 steek. 1 stokje
in den volgenden 2 stokjes in 1 steek. enz.
(dit vormt 12 punten): 8de toer herhalen
op elke punt 2 9tokje9 in 1 steek verder
1 stokje tusschen 2 steken in-, op deze ma
nier gaat u 12 toeren door. De stokjes, die
hierna volgen moet u zéér los haken, dat
geeft het flossige aan den doek.
13de toer 3 kettingsteken. 4 stokjes tus
schen de eerste 2 stokjes van den vorigen
toer; 2 stokjes overslaan. 1 vaste. ketting
steken. 1 vaste in één steek. 2 stokjes over
slaan; 4 stokjes in één steek enz. als 't be
gin van dezen toer tot er 20 maal 4 stokjes,
1 vaste. 3 kettingsteken. 1 vaste zijn.
Nu 4 stokjes. 2 overslaan. 4 stokjes, witte
draad aanhechten en hiermee doorhaken
(zwart afbreken); drie stokjes in één steek;
2 overslaan: 3 slokjes in een steek enz. tot
er 34 maal 3 stokjes zijn. Dan zwarten
draad weer aanhechten en witten afbreken;
4 stokjes in één steek. 2 overslaan, 4 stokjes
in één steek; toer met een halve vaste
sluiten.
14de toer: 4 stokjes tusschen de 4 stokjes
van den vorigen toer; 1 vaste: 3 ketting
steken. 1 vaste in de 3 kettingst-^ken van
den vorigen toer; 4 stokjes. 2 overslaan; 4
stokjes, wit aanhechten en verder dezen
toer vervolgen als den vorigen.
De 15de tot en met de 19de toer zijn
gelijk aan den 14den.
20ste toer: 3 kettingsteken, 6 stokjes in
het midden der 4 stokjes van den vorigen
toer-, 1 vaste; 3 kettingsteken. 1 vaste, 6
stokjes enz.; herhaal dit 20 maal; daarna
met wit 34 maal 4 stokjes.
De 21ste en 22ste toer zijn net als de
vorige.
De 23ste; 3 keltingsteken. 8 stokjes in het
midden der 6 stokjes; 1 vaste, 3 ketting
steken, 1 vaste; dit 20 maal met vit herha
len; 4 stokjes in het midden der 4 stokjes
van den vorigen toer; 1 stokje tusschen de
4 stokjes; 4 stokjes, enz.
De 24ste en 25ste toer zijn gelijk aan
den 23sten toer. De 25ste en 26ste zijn ge
heel zwart.
De 26ste toer is: 3 kettingsteken, 8 stok
jes. 1 kettingsteek. 1 vaste in de 3 ketting
steken van den vorigen toer; 1 keltingsteek,
8 stokjes; dit 20 maal herhalen; dan: 6
stokjes. 1 kettingsteek, 1 vaste, 1 ketting
steek. 6 stokjes, enz.
Deze pelerine sluit van voren met twee
linten; de doek wordt natuurlijk dubbel ge
vouwen, zoodat het begin van het hand
werk (het vaste gedeelte) om de houders
valt. Behalve voor zieken is deze doek ook
zeer practisch voor oude dames, die veel
stil zitten en dan last hebben v-n „koude
botten" 1 U kunt er een rose zijden voe
ring onder zetten; dat geeft wat stevigheid
aan de pelerine en schijnt ook aardig door.
De volgende maal zal ik u een paar toi
let- en speldenkussens beschrijven.
Nu alleen nog even een leuken eierwar-
mer. die u in no time in elkander hebt!
U haakt hem in zephirwol; zet 3 steken
op en haak ze dicht. Haak in dit gaatje en
kel vaste steken en meerder bij iederen toer.
Na zes toeren moeten er ongeveer 28 vaste
steken zijn. Nu nog 5 toeren, waarin op
iederen toer 2 steken worden gemeerderd.
Haak dan een randje vasten in een andere
kleur van 5 toeren zonder meerderpn. Maak
er een ster bovenop in weer een ander tintje
door 6 dubbele stokjes op den top van den
warmer te zetten en haak daar een lusje
van vasten aan.
Dit is een ideaal handwerkje voor kleine
peuters, die ook zelf iets willen maken voor
Sinterklaas; zij gebruiken er al uw wol-
restanljes aan op; hoe kleuriger de warmer
is. hoe liever!
Een handige haakster werkt kleine
bloempjes van louter vasten en hecht die
nog op den rand.
Jantine kijkt hem met haar groote oogen
aan. „En ik dan?" vraagt ze. „Heb je daar
wel aan gedacht? 't Is bij ons thuis ook
alles niet!"
Doch Pope gaat daar niet op in, hij peinst
over z'n eigen dingen.
„Ik wil gaan handelen", zegt hij. „De
wollen goederen moeten voor een spotprijs
te koop zijn. zei Sytze me vandaag nog; hij
reist tegenwoordig in Drenthe en doet daar
reuze-zaken. Hij heeft nog nooit zooveel
verdiend, vertelde hij me. Trouwens, dat is
hem wel aan te zien. 's Zondags draagt ie
een boord en koopt wel voor een gulden
bier en sigaren. Hij vroeg me of ik bij hem
in de zaak wilde komen. Ik geloof
„Maar dan moet jij ook reizen en trek
ken?" vraagt Jantine. „Natuurlijk", ant
woordt ze zichzelve, „maar daarmee ben j
ik niet geholpen. O jongen, ik ben het leven
thuis zoo moe^e. We moesten maar gaan
trouwen. Pope."»
„Ja", zegt Pope en hij slaat z'n zware
arm om den middel van zijn meisje. „Ja,
diit moest kunnen Maar ik zal toch eerst
wat geld moeten over verdienen. O, Jan
tine, als mij dat eens gelukte en ik dezen
zomer nog eens een hut laten bouwen, een
goede hut. zie je.
„Nu", valt Jantine hem in de rede, ter
wijl haar hart sneller gaat kloppen, „het
behoeft nog geen eens zoo'n mooie te zijn,
Pope. Ik wil mij graag wat schikken".
Pope peinst. Hij zegt:
„Als wij nu eens op die manier begon
nen en ik kon iets over verdienen, zou jij
't dan dezen winter met mij durven wagen?
Je bent zoo jong. Jantine Weet je 't voor je
zelve wel goed dat je mij altijd trouw zult
blijven? Méén je het met me. Jantine?"
Jantine 'blijft plotseling staan en neemt
zijn hoofd tusschen haar handen
„O jongen." zegt ze, „als je eens wist
hoeveel ik van je houd. Thuis hadden we
er vandaag nog ruzie om. Moeder waar
schuwde mjj telkens voor je. Kinderen uit
zoo'n neet zei ze daar komt niet
goeds van. Maar toen hen ik opgestoven
Een lezeres heeft het patroon, dat ik 2
October opgaf voor een kleedje, nagebreid en
is tot de ontdekking gekomen, dat zij geen
72 steken op elke naald had na den tienden
toer. Zij heeft daarna den toer één recht om
slaan enz. nog eens gebreid. Toen was het
in orde. Misschien kan dit advies, waarvoor
ik haar dank zeg, anderen, die het eveneens
willen nabreien, helpen Op de andere vra
gen, die zij mij deed, kom ik een dezer we
ken terug.
DE INVORDERING VAN 's RIJKS
DIRECTE BELASTINGEN.
In „Staatsblad" No. 334 werd afgekon
digd een Koninklijk Besluit, waardoor de
tekst der wet op de invordering van
'a Rijks directe belastingen, na al de wij
zigingen, welke deze wet in den loop der
tijden ondergaan had, opnieuw werd be
kend gemaakt Zulk een publicatie was
heusch wel noodig Immers deze wet ver
scheen den 22 Mei 1845 en werd sinds
dien twaalf maal gewijzigd In 1869, 1893,
1896, 1911, 1921 1922, 1923, 1924, 1926 (10
Juni en 31 Juni). Deze wet heeft dus geen
betrekking op de vaststelling van den aan
slag, maar alleen op de wijze, waarop de
invordering zal geschieden. Vandaar, dat
de wet uitgaat, in Artikel 1, van de veron
derstelling, dat de aanslag er is. Genoemd
artikel toch luidt: De invordering der di
recte belastingen geschiedt krachtens ko
hieren, welke aan den ontvaDger ter in
vordering worden ter hand gesteld. De
ontvanger is nu de brug tusschen de hoo
gere belasting-autoriteiten en de belasting
betalers. Hij toch zendt zoo spoedig mo
gelijk kosteloos'aan ieder belastingbetaler
het aanslagbiljet, waarop de belasting
schuldige alles kan lezen wat hij reeds lang
wist of te weten noodig heeft met betrek
king tot de belasting. Nader daarop in te
gaan zal niet noodig zijn, daar ieder wel
weet, wat op zoo'n biljet te lezen valt.
Iedere betaling moet op dit biljet wor
den geboekt. Maar ofschoon feitelijk de in
gebruik geraakte wijze van betaling per
post-chèque- en girodienst hier niet ge
noemd wordt als bij de wet toegelaten,
is deze wijze van betaling er toch een, die
niet in overeenstemming is met de letter
van deze wet, welke nadrukkelijk zegt, dat
iedere betaling aanstonds op het biljet
moet geboekt worden. Raakt een biljet in
het ongereede, dan kan de belastingschul
dige een nieuw biljet ontvangen, waarvoor
hij 10 cent te betalen heeft. Als men nu
aan het betalen gaat, dan heeft de voor
keur de betaling van schatting, telling oi
herziening en van vervolging, dan de ze
gelrechten der kwitantiën en ten slotte de
aanslagen of termijnen, waarbij ook geldt,
dat de oudste rechten het allerzwaarste
wegen. Natuurlijk is iedere aanslag in zijn
geheel verschuldigd door hem of haar ten
wiens name hij staat, maar als in den loop
van het jaar blijkt, dat b, de vaststelling
van de aanslagen voor de Grondbelasting
verkeerde tenaamstellingen hebben plaats
gevopden, welke een verandering of split
sing van den aanslag mogelijk maken, aan
is een eenvoudig bevelschrift van den pro
vincialen inspecteur der directe belastin
gen reeds voldoende om de fout te her
stellen Merkwaardig is ook bij de Grond
belasting de bepaling, dat zij eigendoms
overgang van onroerende goederen de nieu_
we bezitters aansprakelijk zijn voor de
Grondbelasting van het loopende en het
vorige jaar, welke op hun nieuwe bezit
rust.
Nog andere bepalingen zorgen er voor,
dat de verschuldigde gelden der directe
belastingen binnenkomen Want in artikel
zeven wordt gezegd, dat huurder, pachters,
bruikers, ontvangers, rentmeesters, zaak
waarnemers, notarissen, griffiers, deur
en heb haar eens terdege de waarheid go
zega. Mem 3), zei ik, Mem, Pope wordt
mpn man en anders niemand. En ^hou je
mond voortaan over ons! Ik was woedend
op d'r, en als 't mgn mem niet was ge
weest, zou ik haar zgn aangevlogen.
Dal zegt Jantine en kgkt als een uil.
Pope lacht fijntjes.... hg weet wel, dat
Jantine opvliegend van aard is; toen ze
dertien was, heeft ze d'r moeder eens de
bui uitgevochten. Maar ach, dat maakt
hem zoo angstig. O, als hg aan de toe
komst denktJantine is eerlgk en
ronduit ja, maar ze is nog zoo jong en
verbreekt wel eens lichtvaardig een gege
ven woord. Hoeveel jongens heeft ze mis
schien reeds hetzelfde gezegd?
Zoo gaan zgn gedachten, doch hg laat
er niets van blijken. Pope wil géén ruzie-.
Er is een nieuwe „firma" op de heide
gekomen. Sytze Baarsma en Pope Warmol-
ding. Zg drgven handel in „gebreide goe
deren". „Beiden güd" zeggen de heidts
jers.
Sytze heeft een abonnement op hot spoor
en haalt zelf zgn handelswaar uit Hol
land, een „Vendu-huis", zegt ie, en voor
een „prikje". Dien avond, als de nieuwe
firmanten zich bg handslag zullen verbin
den, ztin Pope en Jantine bg Sytze en Frouk
op thee-visite. Sytze woont üo een steen
huis en hg bezit een aardig bedrijfskapi-
taaltje In het achterhuis staat een groote
kast, die gesloten is als Sytzke reist, en
zeifs Frouk weet niet waar hg dan de
sleutel verborgen heeft
„Ga eens mee," noodigt hg de visite.
De nieuwe firmant, ex-mollenvanger Pope
voigt zgn kameraad, terwgl de vrouwen,
in een druk gesprek verzeild, achter hun
aan komen slenteren. Frouk vertelt aan
Jantine. dat ze in een h3lf jaar tijds een
aardig sommetje hebben verdiend. Jantine
moet eens hooren: ze hebben a! hun schuld
kuDner. afbetalen, nieuwe gordgnen gekocht,
een ouderwetsche ladekast aangeschaft een
waardere, ondernemers van publieke yel
koopingen, curators in Doedels van I
failleerden of van in staat van kennel^ I
onvermogen verkeerende belastingschuld:.I
gen en alle andere houders en schulde. I
naars van penningen dan dezelve toefco.1
mende verplicht zijn op de daartoe gedaneI
vordering van den ontvanger voor reke I
ning van den belastingschuldige de doc:I
dezen verschuldigde directe belastingen i« I
voldoen, waarbij echter de bepaling ge I
troffen is, dat zij mets meer te betalen I
hebben, dan het geld dat ze, quahtate I
qua, onder hun berusting hebben Indiei
ze in gebreke blijven te- voldoeD aan dt
vordering van den ontvangeT, kan bij hui
executoriaal oeslag worden gelegd Dai
kan ook geschieden bij de werkgevers met
betrekking bot het aar de in hun dienst
zijnde arbeiders toekomende loon, evenai;
de belasting, verschuldigd door hen, die
bezoldiging genieten uit 's Rijks kas op die
bezoldiging kan worden ingehouden, waar
voor de minister van Financiën de noo-
dige voorschriften geven moet
Omtrent de voorschriften betreffende 6
betaling in termijnen, meenen we. dat onz-
lezers voldoende op de hoogte zijn zood;
we ons ontslagen achten van den plich'
daar verder over uit te weiden. Iets andpTi
is hel met de omstandigheden, waaronde-
de directe belastingen terstond invorder
baar zijn in haar geheel. Dit toch kan he
geval wezen, bijvoorbeeld wanneer de be
lastingschuldige in staat van faillissemei
is verklaard of in staat van kennelijk oc
vermogen, of in geval van in beslagnemic:
van roerende of onroerende goederen var
wege het Rijk of van verkoop dier goeder?:
tengevolge van beslagneming door ander
en wanneer de aangeslagene het Rijk me!
terwoon wil verlaten.
Ook over het bindende van den aansk
gedurende de behandeling van een b:
zwaarschrift of van een verzoek om onthe!
fing en enkele andere minder vaak voorkc-
mende omstandigheden behoeven we hi?-
niet tp spreken, ieder weet. dat hij in zulk:
gevallen toch te betalen heeft.
Wanneer is een directe belasting ver
jaard? Daarvoor moeten zijn verloopt
sedert de dagteekening van het aansla:
biljet of der kennisgeving van het bevel
schrift of van de laatst beteekende acte va:
vervolging minstens drie jaren, maar daar
voor tellen niet mede jaren buiten het rijk
doorgebracht. Het is bekend, dat de belas
tingen den voorrang hebben op andere ve'
plichte betalingen; wat de GrondbelasÏÏ?:
aangaat op den opbrengst der onroerend
goederen en op de aan den belaslingschu!
dige toebehoorende veld- en boomvruchter
en turf te velde en op de goederen zelf. di
aan de belasting zijn onderworpen. Wat <3*
overige directe belastingen betreft op al 4
roerende en onroerende goederen van des
belastingschuldige Van dit recht van voor
rang zijn uitgezonderd de -gerechtskost?:
uitsluitend veroorzaakt door de uitwinnic
van een roerende of onroerende zaak. ve-
der de gerechtskosten, uilsluitend veroo-
zaakt door uitwinning en boedelreddir
(artt. 1185 en 1195 B. W.).
Ook over het bepaalde omtrent de vervo'
ging is men voldoende ingelicht. Eerst kom
de aanmaning (tien dagen lijd om te bel."
len, de oude waarschuwing verdween re*:'
lang), daarna komt het dwangbevel, me.'i
brengende het recht van parate ex^culi'
dat is het recht om de bezittingen van
belastingschuldige aan te tasten zond-
expresse! ijk vonnis.
Heeft iemand een ambt of bediening, dn
kan. evenals op zijn pensioen, daarop besl;1
worden gelegd, met dien verstande, dr
daarvan f 800 voor beslag niet vatbaar i
Beslag op loon is medp toelaatbaar, mar
met dien verstande, dat daarbij in ac:'
worden genomen de bepalingen van artib
1638 litt g van het B. W. waarin de groot1
van het in beslag te nemen deel van b
loon wordt geregeld.
Tegen een dwangbevel kan men in b^'
ger beroep gaan bij de rechtbank van h
arrondissement waarbinnen het kante-
van den ontvanger gevestigd is. maar b
verzet kan nooit gericht zijn tegen de we:
kinderwagen en nog een aantal klein
dingen,
Frouk is een praatjesmaker; ze mag
zich zelve zoo gaarne hooien.
„En zoo zal 't nu met jullie ook gaan
deelt ze met het noodige gewicht raedt
terwgl ze haar gezicht in zoo trotsch m1
gelgke plooien trekt. „Zeg 'reis, Janticf
zoa dat jou ook niet mooi toelrjken? Zo
he-eJemaal op .je zelve en het goed hebb^
van eten en drinken. Niet meer alle dag<f
bg je moeder thuis, je eigen baas kunne
zgn. Men zegt wel. dat jullie elkander
niet goed kunt verdragen, doch ik he
gezegd: dat is geen wonder. Oud en joc
past nooit. Bg niemand. Wat zou 't"
Zoo praat ze al maar door. die Frouk:
Ze koopt, zegt ze, alles van 't beste; v:
deD slager wil ze het vleesch hebben e
niet de beenderen. Haar koekje? betrei
ze uil de stad, ze dankt er voor om d
bakker op de hQide van z'n melige spul'
te helpen. Dan geeft ze liever een p3:
centeü meerIn eep oogwenk beeft z
al haar „principes" afgerabbeld.
In de gang legt ze haar hand vertrouw?
lijk op Jantine's arm.
„Jantine," vleit ze, „Jantine." zeg, h
is je toch wel meeneos met Pope? Nee-
anders vroeg ik je dat niet, naar ze zeg
gen vaak: Jantine houdt van 3lle manne
en Pope is haar strooman. En kijk. d'11
jk nu ellendig vinden, om Pope. zie je
Hfj is vroeger aan den drank geweest eu
als dèt zoo was, zou 't met hem weer
misgaan. Och. het staat er nu anders zo'
mooi met jullie voor."
Jantine kleurt tot achter de ooren.
weel niet goed wat te moeten zezze!l
want ze voelt zich tegen die sluwe Frou*
bij lange niet opgewassen en ook
haar een inwendige stem, dat het md
haar zelve niet heeJemaal in orde is. Mist
toch houdt ze van Pope, en nog onlangs
heeft ze ruzie met haar mem gehad, dj?
sprak kwaad van hem. en toen
kwam er een lang verhaal. Nee, Fr0'!
2-7