No. 20439. LEIOSCH DAGBLAD, Zaterdag 30 October Tweede Blad Anno l9co. BINNENLAND. HET GOUDEN JUBILEUM VAN DE N.V. STOOM-OLIESLAGERIJ v.h. SILLEVIS RUTTEN. HET NEDERLANDSCH—BELGISCH VERDRAG. Een démenti van minister VanderVede. Minister Vandervelde heeft te Brussel gistermiddag aan journalisten een verklaring afgelegd over het Nederl.-Belgisch Ver- I drag. Ge weet, zei hij, hoezeer ik wensch, dat het door het Hollandsche Parlement zal worden goedgekeurd, eo ik verklaar, dat het wellicht minder is om de econo mische voordeelen van het verdrag, dan wel om het standpunt, dat mjjn Hol.andsche collega Van Karnebeek zoo goed heeft uit eengezet in zjjn memorandum aan welks waarde de Times Donderdag heeft herinnerd. Vandervelde resumeerde den inhoud en I voegde er aan toe: „ik beo het volkomen I met hem eens, behalve op het punt, dat, I volgens hem, het verdrag voordeelig voor I België zou zijn. Zoo er voordeelen voor I België in zitten, worden ze gecompenseerd en Botterdam en Antwerpen worden op denzelfden voet behandeld. Inderdaad kan men toestemmen, dat er behalve redenen van goede buurschap en economische re denen, ook redenen van internationale en tente tusschen Holland en België bestaan. Hö constateerde intusschen, dat op het oogenblik, dat het Hollandsch-Belgische ver drag in behandeling in de Tweede Kamer komt, belangrijke organen der openbare meening in Holland een houding aannemen welke van Belgische zijde een zeer krachtig protest noodig maakt Vandervelde zinspeelde met name op het artikel van de N. R. Ct. van Donderdags- avond, wat betreft de passage waarin wordt gezegd, dat in de Belgisch-Duitsche be sprekingen over de teruggave van Eupen en Malmédy, België aan Duitschland heeft voorgesteld onder zjjn contraprestaties op te nemen een zeer vérstrekkende regeling ten voordeele van de haven van Antwerpen. Het blad voegt er bij, dat het zoo noodig deze mededeeling zal bandhaven tegen een Belgisch démenti. Vandervelde protesteerde tegen de han delwijze van het blad, dat enkel maar zegt, dat het geen rekening zal houden met een eventueel démenti. Hij verklaarde, dat er Dimmer openlijke besprekingen tusschen België en Duitschland zijn geopend over Eupen-Malmédy. Zoo ook, is er officieel, noch officieus sprake geweest van een preferentieel stel sel ten voordeele van de haven van Ant werpen. Nimmer, zelfs niet tijdens de be sprekingen en nooit is er ook maar ge zinspeeld "op iets dergelijks. Mijn démenti is categorisch en ik kan niet genoeg protesteeren tegen een handelwijze, welke op het oogenblik, dat het verdrag in be handeling komt, strekt om een atmosfeer te scheppen, wefke ongunstig is voor het verdrag. We zijn eerlijke menschen en een dergelijke handelwijze-, welke ons tegen de borst stuit, vroeg absoluut een démenti onzeraijds. Dit is geen polemiek, besloot hij, maar ten overstaan van een zoo flagrant valsche voorstelling van zaken heb ik ge meend, dat 't mijn plicht was tegen deze beweringen protest te laten hooren. De „N. R. Ct." teekent hierbij aan: Het spijt ons, te moeten constateer en, dat de Belgische minister van buitenlandsche zaken in deze onvoldoende blijkt ingelicht Laat hij zich wenden tot zijn collega van financiën, den heer Francqui en de Duitsche heeren met wie deze de besprekingen ge voerd heeft. Zonder twijfel zullen zij zich herinneren, dat de heer Francqui begon- Den is de Duitschers te vragen naar hun geneigdheid, om Antwerpen bijzonder te bevoordeelen, een onderwerp, dat van de baan raakte doordat de Duitschers er be slist niet aan wilden, wat stellig niet uit liefde tot Rotterdam is geschied. Na 2^jn démenti nemen wg gaarne aan, dat de heer Vandervelde niet van deze bespreking geweten heeft. Zelfs echter, als minister Francqui zonder medeweten van zijD collega's het onderwerp ter sprake heeft gebracht, vermindert dit niets aan de be- teekenis, die zijn optreden afs waarscüuwing voor ons heeft. Dat er geen o p e n 1 ij k e onderhande lingen over Eupen en Malmédy hebben plaats gehad, was ons, zooals ieder ander, bekend. Het doet ons genoegen, dat de heer Van dervelde in deze niet verdergaande démenti's op zijn rekening neemt Wij moeten zijn verwijt terugwijzen, dat wij „op het laatste oogenblik nog stemming maken tegen het verdrag". De heer Van dervelde bevindt zich daarmede in zijner onwaardig gezelschap. Al onze publicaties over het verdrag, die men het karakter van onthulling heeft toegekend, zijn door on? gepubliceerd onmiddellijk nadat zjj ons in handen waren gekomen. Wij stellen er prijs op den heer Van dervelde te verzekeren, dat van onzen kant alles is geschied om te voorkomen, dat de beslissende factoren in dezen zouden worden misleid of zelfs maar afhankelijk zouden zijn van onze subjectieve opvatting der ons geworden mededeeling. Wij hebben ter be voegde plaatse vertrouwelijk kennis ge geven van de wijze waarop, en den vorm waarin het door den heer Vandervelde ge wraakte bericht ons heeft bereikt. Meer honden wij uiteraard niet doen, maar dit leek ons alleszins voldoende. DE STEENKOLENVOORZIENING VAN ONS LAND. Geen bijzondere maatregelen voor een voldoende kolenvoorziening noodig. Door den heer Wibaut waren aan den mi nister van Waterstaat eenige vragen gericht betreffende de steen kolenvoorziening en de voorziening van huisbrand van ons land. Minister van der Vegte, heeft hierop o.m. bet volgende geantwoord: y Bat voor een aantal industrieele bedrijven m Nederland de steenkolenvoorziening voor eerstvolgende maanden niet de waarbor gen biedt voor een ongestoorde bedrijfsvoe- Im%> is den ondergeteekende niet bekend en is hem uit ingewonnen inlichtingen ook niet bekend geworden. In verband met de sterk geslegen produc tie der Limburgsche mijnen en de scherpe concurrentie van buitenlandsche kolen op de Nederlandsche markt, is, zoowel voor wat de productie der Staatsmijnen als die der particuliere mijnen betreft, voor een groo- tere hoeveelheid dan in voorafgaande jaj-tn afzet in het buitenland moeten worden ge zocht. Deze afzet bestaat in hoofdzaak uit soorten, die grootendeels ook vroeger naar het buitenland gingen. Binnenlandsche afne mers intusschen, die zich intijds door op drachten aan de Limburgsche mijnen gedekt hebben, worden, naar den ondergeteekende is medegedeeld, zooals steeds geregeld be diend. De Limburgsche mijnen zijn alleszins in staat om voor levering van 1 Januari 1927 af aan Nederlandsche bedrijven, die voor het aanstaande jaar zich de levering van kolen wenschen te verzekeren, aanbiedingen te doen. De Limburgsche mijnen hebben aan in dustrieele bedrijven in Nederland gedurende het loopende jaar belangrijk grootere hoe veelheden geleverd dan in voorafgaande ja ren. Zij hebben geen enkele aanvraag afge wezen van bedrijven in Nederland, die zich voor hun behoefte aan steenkolen in 1926 tijdig hebben willen dekken. Van verkoop van een abnormaal percentage voor uitvoer is dus geen sprake. De ondergeteekende merkt hierbij op, dat, naar hem uit inge wonnen inlichtingen gebleken is, er ver scheidene, ook belangrijke, bedrijven in het land zijn, die een zuiver opportunistisch standpunt innemen bij den inkoop van ko len, door zich niet voor hun geheele be hoefte tijdig te dekken, maar voor een klei ner of grooter gedeelte vrij wenschen te Olij ven, om, wanneer zij kolen noodig hebben, daar te gaan, waar zij het goedkoopst terecht kunnen. Het spreekt wel vanzelf, dat zelfs de Staatsmijnen voor zulke afnemers niet te allen tijde kolen beschikbaar kunnen stel len, al wordt ook aan deze vraag zooveel mogelijk voldaan. Maatregelen voor een voldoende steenko lenvoorziening gedurende de eerstvolgende maanden behoeven in verband met het bo ven medegedeelte naar de meening van den ondergeteekende niet te worden getroffen. Voor de betrokken bedrijven zijn blijkt-ns verkregen inlichtingen geen moeilijkheden te verwachten, mits zij niet, zooals veeial geschiedt, een afwachtende houding aanne men, doch tijdig in^ hun behoefte aan steen kolen voorzien. Voor een uitvoerverbod van steenkolen bestaat naar ondergeteekende's meening geen enkele reden. Ten opzichte van de voorziening van huis brand kan de ondergeteekende opmerken, dat de productie aan huisbrandkolen van de Limburgsche mijnen voor het overgroote deel in Nederland blijft. De productie van eierbriketten zal afhangen van den aanvoer van het daarvoor noodige pek in voldoende hoeveelheid. Daartegenover staat, dat de voor den a.s. \yinter beschikbare anthraciet grooter zal zijn dan in voorafgaande jaren. Voor het treffen van maatregelen van Regee- ringswege bestaat ook voor deze kolensoor- ten geen enkele reden. De ondergeteekende wil aan dit antwoord toevoegen, dat hij er niets voor gevoelt oin de Nederlandsche mijnindustrie, die in tij den van overvloed aanbod van kolen is 1 overgelaten aan de ongebreidelde concurren- tie van het buitenland, zoodat zij gedwon gen was verplichtingen in het buitenland aan te gaan, in haar verkoopspolitiek aan banden te leggen, zoodra op de kolenmarkt eenige verbetering intTeedt, nog wel ten be hoeve van bedrijven, die in andere tijden meenen de Nederlandsche kolen niet noodig te hebben, althans geen geregelde afnemers dier kolen zijn. Een dergelijke behande ling acht de ondergeteekende tegenover elke industrie onredelijk. DE EX-KEIZER. Een inspecteur van belastingen heeft met eenige ambtenaren een langdurig bezoek gebracht aan Huize Doom. Verwacht wordt, dat een o plowing van het bestaande belas- tingvraagstuk spoedig zal volgen, nu de kwestie van het vermogen van den ex-keizer geregeld if*. Morgen zal het een halve eeuw geleden zijn dat de bekende olieslagerij aan den Lage Rijndijk onder Leiderdorp en nabij onze gemeente, werd opgericht door de fir manten L. en G. Sillevis en C. Rutten. Voordien dreven de heeren Johs. Sillevis en Zonen reeds een handel in olie te 's-Gra- venhage en hadden olieslagerijen te Vrijen ban, bij Delft, en te Nieuw-Lekkerland. Van dien tijd af gerekend bestaat de firma reeds meer dan honderd jaar. Oorspronkelijk wa ren het in overeenstemming met dien tijd windmolens, waarin het bedrijf werd uit geoefend, maar de heeren Sillevis, uie met hun tijd wisten mee te gaan, wat trouwens dit jubileum reeds bewijst, zetten hun be drijf zoo spoedig dit mogelijk was om door de windmolens door stoomkracht te ver vangen. Na de oprichting der fabriek te Leider dorp zag de firma in dat een goede exploi tatie al de energie en de kracht der firman ten eischte en werden daarom de afdee- lingen te Vrijenban en Nieuw-Lekkerland van de hand gedaan. En sindsdien bloeide het bedrijf van deze firma, die in de vee rijke Rijnstreek door haar uitnemend be kend staande lijnkoeken een groot debiet had en wier oliesoorten met name op de Rotterdamsche beurs een gewild handels artikel vormden, al meer en meer. Op 11 Maart 18S0, nog geen vier jaar na de oprichting, brandde de fabriek af en stond hel bedrijf stil. De firmanten bleven echter niet bij de pakken zitten maar zorg den er voor. dat de fabriek zoo spoedig mo gelijk als een phoenix uit haar asch her rees en in het najaar kon zij weer intenser dan voorheen werken. Tot 1896 werd de otie nog door stampers uitgeperst, zooals alge meen geschiedde. Daarmede werd toen ech ter gebroken en de fabriek op geheel mo derne wijze ingericht waardoor de productie opgevoerd kon worden, hetgeen werd ver- eischt door den gestadig stijgenden omzet. Hoewel ook dit bedrijf onder de buiten landsche concurrentie te lijden had, toch is de Hollandsche lijnkoek 'de beste voeding voor ons vee gebleven en hebben onze fa brieken, waaronder de jubileerende, die sedert 1900, een naamlooze vennootschap is geworden, steeds hun naam hoog weten te houden. Wel had de tegenwoordige directeur de heer W. G. Sillevis den dag van morgen liever onopgemerkt willen laten voorbijgaan doch vele afnemers en bevriende firma's hebben het plan gevormd hem hunne ge- lukwenschen aan te bieden door daarmee een blijk te geven van waardeering en sym pathie voor een firma, die niet alleen een bedrijf 50 lange jaren heeft weten staande te houden maar ook tot steeds verhoogden bloei te brengen. BEVOORRECHTE SCHIPPERS. De heer Braat hee»ft aan den Minister van Financiën gevraagd of het hem bekend is, dat er vooral onder de schippers, die geen domicilie gekozen hebben, velen zgn, die een groot inkomen genieten en niet in de RrjksinkomsteQbelastmg worden aange slagen en of de Minister bereid is deze onbillijkheden tegenover andere belasting betalers op te heffen. TORPEDOJAGERS VOOR INDIE. Als resultaat van een door het depar tement van Marine gehouden aanbesteding voor den bouw van 2 torpedobootjagers voor den dienst in Ned.-Indië zal aan de Maatschappij voor Scheeps- en Werktuig bouw Feijenoord de opdracht voor dezen bouw worden verstrekt. Deze waterverplaat- sing van pl.m. 1650 ton, en zullen elk worden uitgerust met 2 Parson's turbines met een totaal vermogen van 31.000 I. P. K en 3 hoogedruk Yarrowketels met een totaal V. O. van 3250 M2. WERKVERRUIMING. De Rijkscommissie Werkverruiming ver gaderde dezer dagen te 's-Gravenhage. Bij afwezigheid van prof. dr. W. H. No- lens werd de vergadering gepresideerd door den heer C. J P Zaalberg, directeur-ge neraal van den arbeid De vergadering sprak er haar teleur stelling over uit, dat wedfer zonder vooraf gaand overleg met de commissie enkele belangrijke orders ten behoeve van rijks diensten, welke van belang zouden zijn ge weest voor de Werkgelegenheid hier te lande, in het buitenland waren geplaatst Besloten werd aaD de betreffende depar tementshoofden uitmg te geven van <be teleurstelling onder herhaling van het ver zoek om, met handhaving van de circu laires, geen orders bij buitenlandsche on dernemingen te plaatsen zonder dat de commissie is gehoord In dit verband werd door enkele leden tc kennen gegeven, dat het meermalen voorkomt, dat jongere inge nieurs, in overheidsdienst, welke belast zijn met de voorbereiding van de uitvoering van werken, zioh met betrekking tot ha maken van voor-ontwerpen voor speciale constructies, met voorbijgaan van de Ne derlandsche Nijverheid, met welker prae- statiën zij niet voldoende bekend zijn, met buitenlandsche fabrieken in verbinding stellen, wat er meestal toe leidt, dat het werk aan het buitenland wordt opgedra gen. Aan het secretariaat werd opgedragen t« trachten door voorlichting en overleg hier in verandering te brengen. Van een gemeente, welke een belang rijke order in het buitenland had geplaatst zonder voorafgaand overleg met de com missie, dat zij dit overleg overbodig had geacht, omdat de aanschaffing had plaats gehad op grond van een door een rijks bureau uitgebracht technisch advies. DU gaf der commissie aanleiding te besluiten eeD adres te richten tot den minister van arbeid, handel en nijverheid, waarin ver zocht wordt, het daarheen te leiden, dat een nauwere samenwerking tusschen de hierbedoelde bureaus aan de commissie wordt gewaarborgd. De aandacht werd er op gevestigd, dat in wachtkamers van verschillende rijkege bouwen door tal van drukwerken, gewild of niet gewild, reclame wordt gemaakt vooi de buitenlandsche nijverheid, ten nadeele van de Nederlandsche nijverheid. Naar aanleiding hiervan zal een adres worden gericht aaD den voorzitter van den raad van ministers Aan de Vereemging van Nederlandscfle gemeenten zal worden verzocht pogingen te willen aanwenden om te bereiken, dat door gemeenten meer dan tot nu toe met de commissie overleg worde gepleegd. De verwachting werd uitgesproken, dat de voorgenomen wegenplannen mede zoo veel mogelijk dienstbaar zullen worden ge maakt aan de werkverruiming; in verband hiermede werd aan het secretariaat opge dragen in deze diligent te blijven. Op een tweetal adressen, waarin der commissie werd verzocht fmancieelen steun van Rijkswege te bevorderen voor de op richting van twee fabrieken, werd afwij zend beschikt. Naar aanleiding van een ingekomen aan vrage werd besloten nader te onderzoeken of, en zoo ja, m welke mate er voor de re- geenng aanleiding zou kunnen bestaan om steun te verleeneD ten einde de aanvaar ding van een zeer belangrijke bestelling uit het buitenland vooi een Nederlandsche fabriek mogelijk te maken. Ten slotte werden mededeelingen ge daan omtrent de verichtingen van het se cretariaat sinds de vorige vergadering. Hieruit bleek, dat wedei in tal van ge vallen het secretariaat zijn bemiddeling had verleend om te bereiken, dat de af schaffingen van rijk. provincies, gemeen ten enz. zooveel mogelijk aan de werkge legenheid hier te land* te goede zullen komen. Met leedwezen werd vastgesteld, dat, niettegenstaande de van de zijde der com missie gedane stappen, nog veel opdrach ten voor levering aar> zuivelfabrieken aan buitenlandsche ondernemingen werden ver. leend. Het secretariaat der commissie is geves tigd Kloveniersburgwal 70, te Amsterdam. HET GROENE KRUIS. 30ste algemeene vergadering. Onder voorzitterschap van dr. J. Ph. Elias is in de Diergaarde te Rotterdam de dertigste algemeene vergadering vaD de Zuid-Hollandsche vereeniging Het Groene Kruis gehouden. Zuid-Holland is thans overdekt met niet minder dan 127 Groene Kruisafdeelingen, tellende tezamen bijna 62 000 ledon (huis gezinnen). Nadat de verschillende jaarverslagen goedgekeurd waren, kwamen in behande ling de verschillende voorstellen van het- bestuur en de afdeelingen. De Centrale Commissie voor „Huiszorg" stelde voor, om op de begrooting 1927 een bedrag van f 1000 uit te trekken teneinde de centrale commissie in ataat te stellen twee vaste huisverzorgsters in dienst te nemen, de eene geschikt voor het stads werk, de andere voor h*»t platteland. Het hoofdbestuur ondersteunde dit voor stel zeer krachtig, dat bij acclamatie goed. gekeurd werd. Hierna werd het woord gegeven aan den vertegenwoordiger van de Groningsche vereeniging, den inspecteur van de volks gezondheid, dr. H H. T Beekenkamp, die betoogde, dat het de plicht van de veree- nigiDg „Het Groene Kruis" is te zorgen voor de toekomst van de wijkverpleeg sters, die toch, na een langen diensttijd niet mogen worden verwezen naar de openbare liefdadigheid. Op de vorige vor- gadering van de Zuid-Hollandsche veree niging is reeds besloten aan de zusters een ouderdoms- en invaliditeitspensioen te verzekeren. Enkele provinciale vereenigm. gen zijn dit voorbeeld reeds gevolgd. Thans is het nog noodig een steunfonds in het leven te roepen, ter einde aan die ver pleegsters, wier ouderdoms- en invalidi teitspensioen te laag is, omdat de vereo- nigingen nog niet meer kunnen betalen, een douceurtje te geven. Als slechts één jaar ieder lid een dubbeltje bijdraagt, heb ben we reeds een sterk fonds. Bij acclamatie werd aanvaard het voor stel vaD deD voorzitter om gedurende één jaar de contributie met f 0.10 te verhoogen ten bate van het genoemde steunfonds. Dr K. de Snoo, te Rotterdam, die tot professor te Utrecht benoemd is, en de Zuid Hollandsche vereemgng dus gaat verlaten, werd benoemd tot eerelid. Er had een bestuursverkiezing plaats ten einde te voorzien in de vacatures J. v. cL Drift, dr. A. J. Bossers en W. Pool man. Arts W. Poolman werd herkozen en in de plaats der beide anderen, die niet her kiesbaar waren, werdeD gekozen J. A. Bakhuizen, burgemeester van Leimuiden en Rijnsat-erwoude en mevr. F. Keijzer— la Plein te Hoek van Holland. In de middagvergadering werd allerees-st een voorstel aangenomen dat het hoofd bestuur machtiging zal kunnen verleenen om, bijaldien een ligtent langeT dan 3 maanden aan een en dezelfde afdeeling in bruikleen is verstrekt, voor verder gebruik f 1 per week in rekening te kunnen bren gen. Hierna kwamen aan de orde de voor stellen van het hoofdbestuur: 1. te besluiten dat de afdeelingen on der afdeelingen kunnen vormen voor de ver zekering tegen geldelijke gevolgen van ziekenverpleging; 2. dat een permanente centrale com missie voor de geldelijke gevolgen van zie- kenhuisverpleging wordt ingesteld en haar samenstelling, taak enz. worde geregeld volgens een uitgebreid nader toegelicht reglement. Nadat eenige leden bet woord hadden gevoerd werden de beide voorstellen zon der hoofdelijke stemming aangenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 1