Het Nederlandsch-Belgisch Verdrag.
DE WILDE HERTOGIN.
No. 20427.
LElDSCH DAGBLAD, Zatendag 16 October
Derde Blad Anno 1926.
U Buitenl. Weekoverzicnt.
Adres van het Nationale Comité van Actie.
Voor Vrouwen
VERHAGEN's PARIJSCHE WAFELS, MET DEN ZUIVEREN ROOMSMAAK, ZIJN NIET TE EVENAREN
FEUILLETON,
Een week van weinig „groote"
gebeurlijkheden.
y00r de Engelsche mijnwerkers kan, in
Alle oprechtheid gesproken, gelden: alles
ia verloren. Zoo daaraan nog twijfel be
stond, het verloop van zaken op het La-
bour-congres heeft dan allen twijfel in eens
weggevaagd. Een meer dan treurig beeld
yan malaise in de arbeiderswereld is daar
Opgehangen. Vrijwel alle arbeiderskassen
zijn leeg, of hebben, wat er nog is, hard
noodig voor ondersteuning van werkloo-
zen in eigen vak. Ronduit werd dan ook
■verklaard ,dat van eenige ondersteuning
yan de mijnwerkers geen sprake kon zijn—.
Tot tweemaal toe hebben de z.g. veilig
heidsmannen in de mijnen besloten in
geen geval in staking te gaan. Van een
embargo op kolen kan x3ractisch niets
komen
't Is allemaal bekend, doch niettemin
keuren de districten de aangenomen rest»
Qutie goed, bevelend de veiligheidsmannen
iterug te nemen, embargo te leggen op
kolen, ondersteuning te vragen van de
yakvereenigingen. Men mag dat bestempe
len als „heldenmoed", practisch bekeken
is het niet anders dan volledige voortzet
ting van een volslagen wanhoopspolitiek,
'die slechts naar het verderf kan voeren,
lederen dag groeit het aantal werkwilli
gen; reeds heeft één district een aparte
regeling aanvaard, terwijl een ander op
het punt staat, zoo'n stap te doen. Never
mind, doorzetten is de leus. Het extre
misme voert naarmate meer mijnwerkers
'de staking den rug toediaaien, steeds fel
ler den boventoon. Gematigde leiders als
Hodges en Spencer worden „uitgesmeten".
Landsbelang is een factor, die geheel en
al onbekend is Right or wrong, mijn
standpunt
Zonder onverwachte wending en wie
'durft daarop nog hopen? zal dé strijd
tot het laatste uiterste worden uitgestre
den. Met tal van slachtoffers in de laatste
gelederen.
'b Is een weinig aanlokkelijk verschiet.
Edoch een nieuw bewijs, hoe gemakkelijk
het is strijd te ontketenen, hoe moeilijk
dien eervol te beëindigen.
Een oud-strijder legt in Engeland de
wapens neer, ook al blijft hij lid van liet
Hoogerhuis. We meenen lord Oxford and
rAsquith, meer bekend onder dien laatste»
naam. Meer dan 50 jaar heeft hij pal ge
staan voor de liberale ideeën, sedert jaren
als leider der partij, die echter, gelijk al
gemeen het geval was, in verval is geraakt.
iAfgezien van dit onaangename feit voor
een leider, waren toch de laatste jaren
niet van de gelukkigste voor den algemeen
Hooggcschatten pair, dank zij de twisten
in eigen boezem, culmineerend in zijn
persoonlijk conflict met Lloyd George.
Asquith's heengaan bedreigt opnieuw ae
.liberale eenheid in Engeland en do kants
ri groot, <lafc die partij verdere verliezen
daardoor tegemoet gaat.
0£ zou men er in kunnen slagen een
leider te vinden, die weet te hereenigen?,
Met groote spanning volgt men, in de
Jijn van onderlinge twisten blijvend, den
'gang van zaken in Rusland. Dc z.g. meer
derheid belet de oppositie zich te roeren
en aangekondigd is, dat op het a.s. bolsje
wisten-congres bestraffing zal worden ge
vraagd van Trotzky, Zinovjef e.a. leiders
wegens ongehoorzaamheid aan de tucht
en zoodoende bcnadceling van het bolsje
wisme. Nadare gegevens blijven uit, zoo-
dat meer dan ooit bet ondoenlijk is een
gulst oordfeel te vellen. Het gist en broeit
echter in sovjet-Rusland. En waartoe de
communisten in staat zijn, dat bleek nog
pas in den Pruisischen Landdag, waar zij
als het ware den spot dreven met alle
begrippen van parlementair fatsoen in hun
'oppositie tegen het vergelijk-voorstcl met
<lc Hohenzollerns. Het waa meer <ran
Schandelijk en iedere vorm van parlemen
tarisme onwaardig.
Dit compromis op zich zelf zal ongetwij
feld worden aanvaard als het minst slechte
in de gegeven omstandigheden. De Hohen_
zollerns hebben begrepen, wat te moeten
laten vallen en dit is geschied, zij het zon
der eenig breed gebaar. In het compromis
staat evenwel één bepaling, die interna
tionale beteekenis heeft gekregen: op pa
pier is n.l. de terugkeer van den ex-keizer
naar Duitschland mogelijk gemaakt. Prac-
bisch komt daarvan direct natuurlijk voor
eerst nog niets, maar het kan in de toe
komst en de Fransclie pers is daarop on
middellijk aangevallen, aan het adres van
Duitschland weinig vriendelijks uitend.
Over 't algemeen is trouwens de ver
standhouding tusschen Frankrijk en
Duitschland weer aan 't verkoelen naar
schijnt als gevolg van het niet homologee-
ren door Amerika van de Duitsche spoor
wegobligaties, waardoor Frankrijk heei
wat verwachte contanten, die het zoo
gaarne in handen had, voor 't oogenblik
ontgaat. Van ontruiming van het bezette
gebied is geen sprake meer, hoogstens
van vermindering van de bezettingssterkte
en ook het Saargebied wordt niet eerder
vrijgegeven, verzekerde Poincaré op een
reis door den Elzas. Is het wonder, dat
"reeds flauw wordt gewaagd van een mis
lukking van Thoiry Maar nog is niet alle
hoop verloren. Het contact is nog niet
verbroken en dus kan er nog altijd alles
of niets.
De incidenten in het bezette gebied zijn,
gelukkig, eenigszins tot bedaren gekomen.
Hetgeen tijd werd, want de stemming over
en weer, was aardig bezig te verbitteren.
Laten we echter gedachtig zijn aan So
lon's wijze raad: prijs geen mensch geluk
kig voor zijn dood en laten we dus ook in
L
verkeerde grondstellingen, als dan ft
Aan de Tweede Kamer der Statsn-Gene-
raal is volgend adres verzonden door boven
genoemd Gomité:
Het tpdstip, waarop Uwo vergaaeriag het
aanhangig Nederlandsch-Belgische iractaat
zal goedkeuren dan wel afwijzen, mag ©en
historisch oogenblik worden genoemd. Zelden
wordt haar een tekst voorgelegd, die in
gelijke mate de verhouding onzar nationale
belangen tot die van een onzer naburen
zal moeten beheerschen.
Belangrijke maatregelen van binnenland-
sohe wetgeving, wanneer zij Uwe beslissing
verbeiden, worden door U in haar ontstaan
geheer overzien: zrj zijn gerijpt onder Uwo
oogen. Met verdragen is dit minder het
geval; met het Nederbndseh-Beigische aller
minst. De verslagyn van het onderzoek,
waaraan verdrag en eerste Memorie van
Antwoord in Uwe afdeelingen zjjn onder
worpen geweest, hebben den indruk niet
kunnen wekken, dat de weder-opvat.ing der
onoerhandelingen met België iu 1924 en
de onderteekening van het verdrag op 3
April 1925 zijn medebestuurd door een
Uwer organen. De Kamer staat geheel vrjj
in hare beslissing.
Hiertegen kan niet worden aangevoerd,
dat de (zeer summier weergegeven) inhoud
vaa een met België te teekenen tractaat
reeds in 1920 is bekend gemaakt en toen
geen aanleiding heeft gegeven tot protest
Uwerzjjds. Het communiqué van het De-"
dit opzicht de voorzichtigheid betrachten. piment van Buitenlandsche Zaken van
Tanolettn ttti Inn nrii non do Aunr r r- f
Tenslotte willen wij van de over 't alge
meen weinig belangrijke periode, die wij
„overzichten" nog noemen de kabinets-
crises in Tsjecho-Slowakije, Zuid-Slavié en
Hongarije, die heel weinig te beteekenen
hebben. Het schijnt in hoofdzaak te gaan
om reconstructie van het afgetreden kabi
net, althans in Zuid-Slavië en Hongarije.
In Tsjecho-Slowakije heeft" een opschui
ving plaats gehad en zijn ook eenige
„Duitsche" partijen nu in het kabinet
vertegenwoordigd, waarop Benesj als
minister van buitenl. zaken zijn stempel
blijft drukken
Wanneer eerlaDg de diverse parlemen
ten weer bijeen zijn, zal er wel meer to
vermelden vallen
RECLAME.
Trouwen vooral, hebben nu en dan be
hoefte aan de hulp van Foster's Kugpiju
Nieren Pillen. Vanaf de vorming tot voor
bij den middelbaren leeftijd treden in het
vrouwelijk organisme voortdurend veran
deringen op, die veel inspanning van ae
nieren vorderen. Eveneens in het kritieke
tijdperk en in de maanden voor en na de
geboorte van kinderen, krijgen de nieren
veel extrawerk te doen. Het is daarom
geen wonder, dat vrouwen zoo vaak lijden
aan rugpijn, afmattendo pijnen, water
zuchtige zwellingen, hoofdpijn, duizelig
heid, zenuwachtigheid en urinestoorruesen.
Vrouwen behooren te weten, dat de
nieren de gewiohtige levenstaak, hebben
om de onzuivere stoffen uit het bloed te
filtreeren. Als de nieren verzwakt of over
spannen zijn, wordt de bloedsomloop ge
ïnfecteerd en het geheele gestel aange
daan, waardoor spit, blaasontsteking, rheu-
matiek, lendezwakte enz. kunnen ontstaan.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen zullen
voor vrouwen in tijd van nood een zegen
blijken. Zij worden aanbevolen door velo
dankbare, verstandige vrouwen, die haar
herstel en welzijn aan het tijdig gebruik
van dit versterkend niermiddel tc danken
hebben. 2261
Verkrijgbaar (in glasverpakking met
geel etiket let hier vooral op) bij apo
theken en drogisten tl f-1.75 per flacon.
15 Maart 1920, waarbij die bekendmaking
j geschiedde, kondigde tevens de ondertee-
i. kening van het verdrag als aanstaande aan;
eerst daarna zou de tekst zijn medegedeeld
i eu Uw oordeel zich hebben moeten vestigen.
Er was geen aanleiding tot een vroegere uit-
spraak. Tot onderteekening is 'hot destijds
j niet gekomen: de onderhandelingen werden
door België bruusk afgebroken. De Minis-
I ter van Buitenlandsche Zaken zeide toen
in Uwe vergadering van 3 Juni 1920 woor
delijk het volgende: „Nederland heeft de
„herziening der verdragen van 1839 niet
„gezocht en heeft die ook niet noodig.
„Aan Nederland wordt door die herziening
„geen voordeel geboden". Bleek hieruit,
dat het verdrag, waaraan Sfechts België's
verbinding ter elfder uur de onderteekening
voorkomen had, geheel en in alle onder-
aeelen op Belgisch initiatief tot stand was
gekomen en do Ncdexlandsche regeering
een lijdelijke houding had bewaard, toen
eindelijk in 1925 de tekst bekend werd
bleek de inhoud zóó uitsluitend rekening
te houden met Belgische belangen en de
Nederlandsche zóó roekeloos aan te tasten,
dat de indruk moest ontstaan, dat het ver
drag aan onze Regeering was opgedrongen.
Zelfs rees het vermoeden, dat déze net
onder dwang had aanvaard.
Natiën ondergaan zulk een dwang na een
politieke of militaire nederlaag. Had Ne-
derlana er eene geleden? Integendeel: de
Minister fan Binnenlandsche Zaken was 6
Juni 1919 met de boodschap thuisgekomen:
„De bedreiging, die uit hot naburige land
opkwam, is thans ter zijde gesteld". Tevoren
had België, zich één wanend met de wereld
machten, die toen bezig waren de kaart
van Europa te herzien, te onzen nadeele
onaanvaardbare eischen geformuleerd, doch
Nederland, in het juiste besef, dat eigen
gebied en souvereine rechten onaantastbaar
behoorden te blijven, had ze afgewezen. Het
mocht voor die houding begrip en erken
ning vinden onder de machten zelve, op
wier steun zijn tegenpartij gerekend had.
De resolutie van 4 Juni 1919 stelde ons
grondgebied buiten gevaar, en verbood, het
in het eenzjjdig belaög der verdediging van
België tnet dienstbaarheden te bezwaren.
Het in gemeenschap aanbieden van nieuwe
formules omtrent de waterwegen, welke van
een -uit anderen hoofde noodig verklaarde
herziening der tractaten van 1839 deel zou
den kunnen uitmaken, werd Nederland en
België Vrijgelaten.
Eer de resolutie van 4 Juni 1919 tot
stand kwam had België ook ten aanzien
der waterwegen reeds zjjne eischen gesteld.
Z(j waren door de Nederlandsche Regeering
anders bejegend dan de territoriale en mili
taire. België's statuut van 1839 had reeds
bepalingen dmtrent zjjne uitwegen over Ne-
dtrlandsch gebied bevat. Eén er van was
uit vrije verkiezing van België, dat boven
een kanaal van Antwerpen door Limburg
naar den Rijn een spoorweg verkozen had,
indertijd krachteloos verklaard, doch kort
vóór het uitbreken van den wereldoorlog,
had Nederland getoond zich tegen hare
hcrleting niet te willen verzetten, mits
België medewerkte aan de bevaarbaarmaking
der gemeenschappelijke Maas en de verbe
tering der communicatie van Rotterdam net
Luik; een voorslag toen door België
afgewezen.
Met eenige bevreemding werd hiér le
lande de bewering vernomen, dat bepalingen,
onder welker werking België's welvaart aan
zienlijk was toegenomen, op eenmaal ïa het
geheel niet meer voldeden; doch kon; na
uadera uiteenzetting zijner bezwaren, aan
België ten aanzien der uitwegen genoeg
doening worden gegeven, dan bleek wellicht
zijn annexionisme te eerder ontzield. Het
was blijkbaar deze overweging, die tot een
al te tegemoetkomende houding heeft geleid.
Wel werd aanvankelijk te verstaan gegeven,
dat bij de te" voeren bespreking ook aan
Nederlandsche verkoersbelangen aandacht
zou moeten worden geschonken, doch toen
zj was afgeloapen, erkende de Regeering,
dat te dezen aanzien niet veel was bereikt.
Do Minister van Buitenlandsche Zaken ver
klaarde op 3 Juni 1920: „Nederland heeft
„aan België belangrijke concessies gedaan
„zonder zijnerzijds veel daartegenover te
„bedingen. Do Regeering meende daartoe
„ter wille van de goede nabuur-
„schap te mogen overgaan".
Men lette op deze verklaring. In 1920 is
dus de Nederlandsche Regeering van oor
deel geweest, dat de bewilliging in de op
heffing der Belgische neutraliteit en het
verlof, Antwerpen tot oorlogshaven in te
richten zaken, geenszins tot verbetering
van Nederland's positie strekkende, maar
waartegen het in de gegeven omstandigheden
jjdel was zich te verzetten bovendien
nog gepaard moesten gaan met ongehoorde
bevoordeeling van België op verkeersgebied,
op grond, dat goede nabuurschap dit ver
langde. Het stilzwijgen van Kamer en natie
op deze mededeeling is door sommigen toe
geschreven aan bereidwilligheid om de Re
geering in deze richting te volgen. Of dit
juist is, kan hier buiten beschouwing blijven,
waar Kamer noch publiek over den tekst
van het ontwerp-verdrag beschikten, valt
niet uit te maken, öi z(j de gedane con
cessies vereenigbaar achtten met de Neder
landsche levensbelangen, noch ook of zjj
daarin inderdaad een middel zagen om de
verhouding van goede nabuurschap te her
stellen.
Deze vragen konden eerst gesteld worden
na den een April 1925. De Kamer zal
ze thana hebben te beantwoorden, in volle
vrijheid en tevens in bet volle besef van
hare verantwoordelijkheid.
In drie opeenvolgende memoriën heeft de
Minister van Buitenlandsche Zaken de wen-
schelijkheid der aanvaarding van het tractaat
betoogd. Blijkens het Kamerverslag van 12
Juli 1926 is hetgeen zoowel ons Comité
als anderen tegen twee dier memoriën
hebben opgemerkt, Uwe aandacht niet
ontgaan. Ods Comité ziet zich genoopt,
ook de jongste memorie te bestrijden.
Wederom worden daarin beschouwingen
voorgedragen, die met talent zijn afgeleid
RECLAME.
2272
uifc
zijn:
I. liet behoud van Nederland's histos
rlsch gebied is indertijd door de mogend*'
beden afhankelijk gesteld van het aan*
vaarden van verplichtingen ten aanzien
van België kan de omvang dezer ver
plichtingen, zonder recht op compensa
tie onzerzijds, worden uitgebreid
II. hetgeen het tractaat inzake 'da
waterwegen bepaalt, is do natuurlijks
uitgroei van hetgeen reeds dat van 1839
bevatte;
III. het tractaat ontlast Nederland!
van drukkende dienstbaarheden; j
IV. het zal België toenadering doen'
zoeken tot Nederland.
I. Het behoud van Nederland's histo
risch gebied heeft voor de mogendheden
van den aanvang af vastgestaan Hetf
wordt reeds gewaarborgd bij de grondsla
gen van scheiding van Januari 1831, il o
van gemeenschappelijk Scheldetoezicht, vap
vrije vaart van Antwerpen naar den Rijn^
van transit door Limburg nog niet reppen*
Van verplichtingen ten aanzien van Bet
gië's uitwegen is door de mogendheden;
nooit afhankelijk gesteld het behoud var»
Nederlands historisch gebied, maar wei
het bedrag der door België over te nemen
staatschuld van het Vereenigd Koninkrijk.
Nadat uit drieërlei verschillenden hoofde
een rente van f 7.800.000 's jaara ten laste
van België gebracht is, vervolgt protocol
No. -18 van 6 October 1831
„Enfin, en égard aux avantages dc na
vigation et de commerce dont la Hol-
„lande est tenue de faire jouir les Bel-
„gcs..., les plénipoteutiaires des cinq coun
„ont pensé qu'il devait être ajouté aux
„trois points indiqués une somme de
„600.000 florins de rente, laquelle forme-
„rait, avee ces passifs, un total de 8.400.000
„florins des Pays-Bas."
Do Belgische schrijver Nothomb com
mentarieert dit protocol aldus:
„Les avantages dc navigation et dc com.
„mcrce, dont le prix d'acquisition est
„ainsi fixé, sont principalement
„lo. Ié transit libre vers l'Allemagney
h travers le Limbourg;
„2o. 1'abolition des anciennes scrvitit
„des de droit public imposées a l'Escaut,
„et lo liberté dc ce fleuve;
,,3o. la navigation des eaux intcrmc-
„diaires entre l'Escaut et le Rhin."
Het verdrag van 1839 neemt hetzelfde
standpunt in doch verlaagt do bedragen,
zoodat gezegde acquisitieprije thans op
f 400.000 's jaars wordt gesteld, waarvan
de verdere voldoening bij verdrag van 1?
Januari 1873 door België is afgekocht voo?
een som ineens van f 8.9CO.OOO. Dc door
Nederland op zich genomen' verplichtingen
zijn dus voortdurend beschouwd als op
geld waardeerbaar, d.w.z als bij uitstek
begrensd, als niet voor uitbreiding zonder
compensatie vatbaar.
„L'on ne saurait", merkte de Ncclen
landsche Regeering op naar aanleiding
yan het geschil met België over de afdam
ming van Kreekerak en Sloe, „argumentef
„de ces traités (de 1839) par analogie, afiti
„d'étendre la portée des obligations ex«
„ceptionnelles qu'ils imposent, au dela de
„ce que comporte leur texte clair et pr&
„cia" (Vreede( Examen de Ia question dil
barrage de l'Escaut oriental. Utrecht 1867,-
p. 35).
II. Een natuurlijke uitgroei geschiedt'
geleidelijk. Zij wacht geen gelegenheid af,
als die waarvan in 1919 België zich ten
gretigste bediende. Wij hebben geen ge
leidelijkheid gezien, maar plotselinge zwel
ling, alle aandacht waard, terwijl zij zich
voordeed, maar die, ingeslonken, nog
slechts historische belangstelling wekt.
In 1920 had zij wellicht het oordeel van'
sommigen vertroebeld, maar ook dezen
staan thans geheel vrij. Die bij verlegen
heid zijner wederpartij belang heeft, dient
zijn winst snel binnen te halen. België
verzuimde bijtijds dit te doen en komt
nu te laat. Ieder heeft thans tijd te over
Uit het Duitsch door ERNST KLEIN,
Geautoriseerde vertaling
van L. DITHMARINE
(Nadruk verboden.)
18)
Dc dames waren uitbundig in het
aanbieden van vriendelijke hulp voor den
draaf, die moeizaam en met een van pijn
verlrokken gelaat naar de slotpoort terug-
slrompelde. Het had niet veel gescheeld
ol zij hadden allen aangeboden achter te
blijven om hem te verplegen. Maar van het
begin af aan, wees hij ieder dergelijk offer
Hoffelijk maar dringend af.
..Ik zal natie compressen maken en be
loof u vanavond wederom mijn plicht aan
do piano te vervullen." zeide hij.
Daar bleef het bij en met opgewekte
„cheers" en wuivende zakdoeken reed de
Loei optocht weg. De arme Las Valdas
eePle zich aan den arm van een bediende
fraar zijn kamer.
In den namiddag hielden twee met stof
Verdekte auto's voor het slot stil. Verschei-
,™e heeren stegen er uit die in de hall
i, jF ,.en secretaris van Lord Burnham en
v" V ^oor hero in de blibiiotbeek ge
bracht werden.
lei!!°' war?n mr- Craighlon Davis, de direc-
- de Koninklijke Engelsch-Holland-
sche petroleummaalschappij, mr. John
David Miller de Londensche vertegenwoor
diger van de Standard Oil met zijn secre
taris; verder Sergef Karaschin en de beide
Duifsche heeren Grolmans en Dr. Roder.
De knecht diende thee rond en men on
derhield zich met animo over hqt nieuwe
stuk van Shaw, over den mooien overtocht,
over Jackie Coogan en andere interessante
thema's. Toen de thee weggeruimd was en
vervangen werd door whisky en syphons,
maakte de knecht zich gereed de bibliotheek
te veriaten.
„Ryther," zeide Lord Burnham lot hem,
„je bent persoonlijk verantwoordelijk dat
ik door niemand gestoord wil worden."
„Zeer goed, Mylord!"
„Daar valt me te binnen, hoe maakt de
graaf het?"
„Ik heb hem zooeven zelf thee ge
bracht. Hij voelde zich iets heter, en hoopt
hedenavond te kunnen opstaan en aan het
diner te kunnen deelnemen"."
„Zoo, dat is goed. Wees zoo goed naar
hem toe te gaan en hem mijn verontschul
digingen over le brengen, dat ik hem bij de
thee geen gezelschap kan houden. Het zal
mij echter een groot genoegen zijn hem bij
het diner te kunnen begroeten."
„Zeer goed, Mylord 1"
De deur sloot zich achter den ouden
bediende. De heeren scholen hun fauteuils
dichterbij.
„Wij hebben allen de interessante rede
van onzen premier gelezen," begon Lord
Burnhem de onderhandeling. „Zij onthelt
ons van groote moeilijkheden, want zij
toont ons. dat het mij gelukt is, onze re
geering tot een gunstig inzicht in onze
zaak te bewegen. Verder bewijst ons de
tegenwoordigheid van mr. Miller hier, dat
ook do erbij geïnteresseerde kringen van de
Vereenigde Sisten geneigd zijn, zich bij ons
aan te sluiten. Aan den anderen kant leid
ik at uit het feit, dat twee invloedrijke per
soonlijkheden, als de heer Grolmans en
Dr. Rijder, den heer Karachin naar Londen
begeleidden, dat het Duitscliland's wensch
13 aan onze groote onderneming mede te
werken."
„Hml" knoide Grolmans. Dr. Roder boog
zwijgend.
Het was een merkwaardig span, die heide
DuilschcTs.
Waller Grolmans, Weslfaal van geboorte,
gezet, met breede massieve schouders, on
behouwen bijna in zijn slechlzillend pak,
met een machtigen schedel en ruw, met
donkere baard omringd, gelaat. En toch geen
overdrevenheid in dit uiterlijk. De man die
het erls voor zijn hoogovens uit eigen grollen
uit de Oeral, uit Zweden. Spanje en Zuid-
Amerika belrok, het op zijn eigen schepen
Daar Hamburg transporteerde die zijn
eigen slaapwagon had om op reis ai lijd zijn
geheele secretariaat bij zich te kunnen heb
ben deze man, die per dag zeslien uur
werkle, was arbeider. Niels anders. Kon
niets, niels anders zijn. Voor lange passe-
rijen bij den kleermaker, voor uren bij de
manicure had hij geen lijd. Ilij bezat in de
omgeving van Essen een builen, dat met
sprookjesachtig praal ingericht was hij
was er nog geen drie dagen aaneen geweest.
Hij leefde op zijn kanloor, in zijn hotel en in
zijn slaapwagon. Een kosmopoliel in het
werk.
Geheel anders was zijn meigezel. Grol
mans, een goede vijftiger, Roder zeker twin
tig jaar jonger. Goed gekleed, met licht
blauwe oogen, vriendelijk ook een kos
mopoliet, maar in zijn genoegens. Men kan
wt'l niet zeggen, dat hij, omgekeerd, zooals
Grolmans, nog nooit drie dagen aaneen op
zijn kanloor had doorgebracht, maar men
moet toch toegeven, dal Dr. Filz Rüder Pa-
rijs, San Sebastiaan, Monte Carlo en St.
Morilz verre voortrok boven hel oponthoud
aan zijn schrijftafel in de Behrenslraat te
Berlijn. In ieder geval slaaf het vast dat da
meeste groote zaken niet op zijn kantoor af
gesloten werden." Toen Grolmans den vori-
gen winter op het punt slond de ertsgroeven
in den Oeral in bezil le nemen, had Dr.
Roder juist zijn tenten in hel Carllon Bote'
in St. Morilz opgeslagen en bracht zijn tijd
door met een zeer scfioone Fransche dame,
die hij op het dwaalspoor brachl, dat zij
hem het hoofd op hol kon brengen. Grol
mans zond een dringend telegram, hetwelk
Dr. Roder met een vriendelijke uitnoodiging
beantwoorddede conferentie zou in St. Mo
rilz gehouden kunnen worden. Grolmans
kende zijn man, zag af van iedere verdere
telegramwisseling, pakte Sergej Karaschin
met zijn heele staf van cigarelten rookende
secretaressen en secretaressen in zijn slaap
wagon-trein en reed hen naar SI. Morilz.
Daar gaf Dr. Rüder ter eere van den grooten
Rus een diner waar vele dames aanza
ten die den heer Sergej Karaschin in een-toe
stand van bovenaardsche zaligheid biechten,
waaruit hij eerst ontwaakte toen hij weder
in het Russische gezanlschap in Berlijn
aankwam. Toen hij hier met nuchtere
oogen hel verdrag doorzag, dat hij in Si.
Moritz geteekend had, moest hij erkennen,
dat deze vriendelijke, ongelooflijke onschul
dige gastheer hem op een dergelijke manier
te pakken had gehad W3arbij zclfd de meest
geslepen bolsjewiken-slimheid een klein
kind leek, -
Sedert dien behandelde Sergej Karaschin
ernstige aangelegenheden alleen vóór hei
diner en daarom was hij nu naar Berlijn
getrokken om Roder cn Grolmans als hulp
te halen.
En nu zal hij met de Iwee Duilschers iD
de prachtige bibliotheek van Lord Burnham,
draaide zooals zijn gewoonte was zijn ge
liefd cigaretlerolletje en wachtte tot één v;id
hen de openingsrede van den gastheer zou
beantwoorden. Dr. Rüder had klaarblijkelijk
juist weer wat anders aan het hoold. Hij bes
wonderde de talrijke Gainsboroughs en Rey
nolds die de hooge wanden van dc biblios
theek versierden.
Grolmans rukle heen en weer in zijn stoel
en kauwde nadenkend op zijn cigarette. Hij
was geen groot redenaar en liet liet woord
liever aan anderen over. Hij zei ja. Oi Lij
zei neen. Hij teekende. Of hij teekende niet
Hij was altijd reed9 aan het eind van een
zaak, als de anderen nog overlegden, hoe
zij besluiten zouden.
Miller, de Amerikaan, een klein ver
schrompeld mannelje, wiens gezicht slechts
scheen te bestaan uit een reusachtige bril.
deed er ook het zwijgen loe. Ilij wachtte wat
de Duilschers te zeggen hadden. Lord Burn
ham en Dr. Davis deden evenzoo. Kara*
schin rookte zijn cigarette, hij was dc „Ier.
tius gaudens" bij den handel.
Stille. Alleen de Neurenbcrgschc klok
likte als van ouds. Mr. John David Millet
mengde zich mei zorg een whisky-soda. Ka
raschin was met zijn tweede cigarette be-,
zig. Grolmans begon de groote sterke handen
le wrijven
1 ïffiordt vervolgd)",