Konijntje in den Regen. CORRESPONDENTIE. zijn beroemd muziekcorps was ook de re gimentshond, die de Turüsche trom trok, teruggekeerd Deze diende reeds 15 jaai en had verscheidene veldtochten meege maakt. In den slag bij Solferino geraakte hij in Fransche gevangenschap, hij werd met trom en al gearresteerd. Na vier da gen verscheen het trouwe dier eohter weer in het kamp van Verona, waar het spoedig rijn regiment opgespoord had. Nog zat het losgerukte touw, dat hem bijna wurgde, om zijn nek. De hond onderscheidde zich 9teeds door voorbeeldelooze orde en groote gehechtheid aan de soldaten, vooral aan het muziekcorps. Wanneer dit moest mar- cheeren, was de hond niet in de kazerne te houden en weldra was hij op het plein, waar het corps speelde en waar hij dan ook dadelijk zijn plaats in de nabijheid van de trom innam. Onder het marchee- ren bleef hij op zijn plaats en bromde zelfs, wanneer een muzikant voor of ach ter hem niet in den pas bleef en hem daardoor te na kwam. De slag bij Kollin in Bolïeme (1759) was dc eerste, dien Frederik de Groote in den zevenjarigen oorlog verloor. Zijn leger had veel geleden, zijn lijfwacht, allen' uitge zochte manschappen, lag grootendeels op het slagveld. In goede orde volvoerde hij den terugtocht en liet in het dorp Bun burg een poos rust houden. In somber stilzwijgen zat hij op den rand eener wa terput, waar zich de verschillende bevel hebbers om hem heen verzamelden om hem rapport uit te brengen van de geleden verliezen. Frederik de Groote sloeg een enkelen blik in de hem voorgelegde lijs ten. Plotseling biggelden tranen over zun wangen en riep hij uit: „Kinderen, gij hebt een kwaden dag gehad I" Hij vermande zich echter spoedig weer en vaardigde met zijn gewone bedaard heid nieuwe orders uit. In het tuintje van mijn buren Zit konijntje stil te gluren Door de tralies van zijn huisje, Houdt zoo stil zich als een muisje, Steekt zijn snuitje door de latjes, Kijkt naar buiten, vindt het nktjesl 't Kleine hokje plóts gaat lekken Arm konijntje wil zich dekken, Schudt een oor en zucht: „Wat nu? Had ik maar een paraplu! Van al 't nat word ik zoo ziek. 'k Lijd nü al aan rheumatiekl" Op eens gaal de tuindeur voorzichtigjes open, Komt fluks iemand haastig door regen geloopen, 'tls Langoor's vriendinnetje Rozenmarijntje, Dat meelijden heeft met haar lieve konijntje. Zij draagt in haar handjeeen streep- paraplul En Langoor.voelt daad'lijk al veiligjes nu, Is blij, dat zoo vriend'lijk hem hulp wordt gegund, Al is 't dan ook maar 'n paraplu zónder punt! Viug 't scherm wordt heel handigjes opengezel. Klein Rozemarijntje heeft toch zoo'n pretl Konijntje's nat hokje is stevig beschut. Zoo'n scherm zonder punt doet ook heusch nog veel nutl Stapt Rozemarijntje weer lachende heen, Laat langooreh-vriendje opnieuw weer alleen. Blij trippelt naar huis onder druipende boomen En 't regent, het stórt maar in stralen en stroomen? Konijntj' is weer vróolijk, steekt d'ooren hoog op, Denkt: „LAAt het maar reeg'nen ik voel hier geen dropll" CLARA WITTE. Appeltje, appeltje, val van den boom, k Wil je zoo dolgraag eens vangen Zoo zingt de jeugd en ze kilkt naar omhoog, Waar heel wat appeltjes hangen. Grootvader vroeg z'op bezoek, maar hij zei: Denk er aan: geen appels plukken, Niet aan den boom schudden, kindertjes, hoor! Of aan de takken soms rukken. Grootvader, wij zullen doen, wat zegt, Antwoorden lachend de peuters. Eén ding heeft Opa vergeten, denkt Go En ze vertelt het den kleuters. Opa sprak niet van den wind zegt zij, wel? Zou hij dat hebben vergeten? Want dat de wind soms kan blazen met kracht, Is iets dat Opa moet weten. 't Windje is dikwijls der kinderen vriend, Soms wil het hen wel eens plagen, En moet de jeugd, of zij 't leuk vindt of niet Vaak heel wat kuren verdragen. Maar zie, vandaag doet de wind, wat zij vraagt: D'appels blaast hij van de takken. Gootje en Mies. kleine Han en Cato Hebben ze slechts voor het pakken. Lachend en springend laat 't viertal nu fluks Opa den appeloogst kijken. Gootje zegt: Compelement van den wind, Weet u wel, waze op lijken? Deez' met het kleurtje is juist kleine Han En deze ronde Catootje; Eén is er bij met een kuiltje, net Mies, Als z'even lacht, zegt Margootje. Grootvader antwoordt: De appeltjes zijn Dus van den wind een cadeautje; Daarom mag jullie ze opeten, hoort Laat ze je smaken, Margootje. Allen moeten dit lezen. 3 en 4 Octo ber zal natuurlijk geen enkel kind aan raadsels denken, dus zouden er Dinsdags geen brieven worden bezorgd. Daarom krij gen jullie den tijd tot Donderdags 4 uur, dan wordt het pakket aan mij op gezonden naar Kloosterzande, waar ik dan zal zijn, om een huiselijk feest mee te vieren. Natuurlijk kan ik dan Zaterdag 8 October niet al antwoorden op die brieven. Dus Zaterdag 9 October geen raadsels, geen correspondentie. Dat komt dan weer Za/terdag 16 October. Jullie begrijpt zelf wel, dat er door de 3-October-feesten een kleine verandering moest plaats hebben voor jullie en nu kómt het net mooi uit, omdat ik in die dagen naar Zeeland "ga en vandaar uit een week naar Frankrijk, maar ik zal zorgen, dat alle antwoorden er tegen Zaterdag 16 October zijn. Allen, die de brieven over de post zenden, moe ten dit doen naar Kloosterzande (Zeeland.) Heeft iedereen het dus goed begrepen 1 Donderdags 7 October vóór 4 uur of per post naar Kloosterzande. Jan Wassenaar wel aardig dat je nu juist nu het bijna 3 October is en du9 iedereen weer denkt aan Leidens ontzet, dat je nu een boek kreeg over Leidens beleg en ontzet. En met dit vrecselijke regenweer en het al zoo koud en donker wordt, heb je meer lust tot lezen. Ja, laat, je familie ook maar genieten vap je mooien prijs. Wie is dat-, die dat telraam heeft gewonnen, een zusje van je 1 Mientje en Nettie ja zeker wordt het al najaar en echt koud al Ovei het algemeen houd ik ook veel meer van den zomer dan van den winter, behalve die overgroote hitte, want daar kan ik helaas niet tegen, die vind ik allerakeligst. S. W. te N. gelukkig dat jullie te N. hel: nog zoo goed hebt gehad met het W3er die dagen van het feest, want anders had er niets kunnen komen van al die spellen en vermakelijkheden in de open lucht. Aardig dat je nog een troostprijs kreeg. Liesbeth en Jaap Barnouw dan zullen jullie het voortaan lekker warm hebben op school als er centrale verwarming komt.; Bet raadsel is goed, ik zal het bij gele genheid eens plaatsen. Kijkt goed wat er 6taat over het zenden der brieven, ik ga een paar dagen naar Kloosterzande en vandaar uit een week naar Frankrijk. Suzann'a de Graaf dat raadsel had je mij al gestuurd, het staat er nu al in. Hannie Mieloo, gezellig hoor dat je al« lerlei aan het breien bent, het doet er niets toe pf het wat lang duurt, het is eeffi prettig werkje nu het geen weer is om bui ten te spelen. Frans en Annie Bruyns je had allebei genoeg goede oplossingen. Doet je brie- •ven maar samen in hetzelfde couvert. Marie Redegeld het spijt mij voor je' maar dat raadsel over de letter m heeft er al eens ingestaan, dat over vet zal ik later eens plaatsen. Louise Plan je heusch iedereen zal het die dagen wel afschuwelijk weer hebben* gevonden, zoo koud op eens en dan die plasregens. Ik ben ook dol op lezen, net *oonls jij. Schrijf mij naderhand maar eens over die tentoonstelling. Willy de Neys op de vraag of ik 3 Oct.: vn Leiden kom, moet ik neen antwoorden,- ik ga de volgende week naar Zeeland en nog verder. Ik hoop voor iedereen dat het met de feesten mooi weer zal zijn. Drietal Elderhorst ik hoop voor jullie allemaal dat je tante overkomt met 3 Octo ber, want ik begrijp dat je moeder er geen moed toe heeft om met jullie naar de fees ten te gaan kijken. Ja, jullie zullen je vader nog wel dagelijks missen bij alles., Willem en Jan Overdüyn hartelijk gefe liciteerd met het kleine zusje, waar je bei den zoo heel erg gelukkig mee bent. Is bot het eerste zusje 1 Wat een heerlijke ver gassing toen je dat opeens hoorde en bet treft goed, dat je allebei veel liever een zusje dan een broertje wou hebben. Ajinie Bavelaar je raadsel zal ik be waren. Rudi Horst, dat raadsel heb je aardig bedacht en voor mij geteekend, maar ik vrees zeer dat ze er bezwaar tegen zullen hebben om dat allemaal zoo precies te drukken, daar is een heed werk en gepeu-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 19