UKB»
AAN DEN ANDEREN KANT
No. 20404.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 18 September
Derde Blad Anno 1926.
>fj) Buitenl. Weekoverzicht.
De kwaliteit der AMSTELBIEREN is
i Uw volle aandacht waard
6ERLIJNSCHE BRIEVEN.
UIT RUSLAND
FEUILLETON.
De samenstelling van den
V olkenbondsraad Weer
een aanslag op Mnssolini
No de Engelsche mijn
eigenaren hardnekkig.
Na het historische feit van Duitschland's
toetreden tot den Volkenbond en zijn entree
in den Raad met een permanenten zetel
naast de vier andere „groolen", n.l. Enge
land, Frankrijk, Italië en Japan, is nog
bijkans een week heengegaan roet poliliek
gekonkel van je welste voor en aleer de
Raad kon worden voltallig gemaakt. Tot op
't laatste oogenblik toe is door vele candi
dates met noesten ijver jacht gemaakt op
een zetel, 't Was nu juist geen hoogstaande
verlooning. Er spreekt immers uit de oude
politiek van vroeger: hel hemd is nader
dan de rok
Het resultaat der verkiezing is voor
Frankrijk wel een bij uitstek gunstige ge
weest. Polen heeft een driejarigen zetel,
zelfs een herkiesbaar verklaarden, Roeme
nië een driejarigen, Delgië en Tsjecho-Stp-
wakije ieder een eenjangen. Zijn Frankrijk's
directe vrienden niet bijzonder royaal be
dacht? Bijkans de geheele Kleine Ententel
Dit laatste geldt ook voor Zuid-Amerika,
daj in den Raad vertegenwoordigd zal zijn
door eventjes drie loden. n.l. Chili, Colum
bia en San Salvador. Azië met alleen China
steekt daarbij wel eenigszins kaal af even
als de ci-devant Europeesclie neutralen, die
door Nederland zullen worden gerepresen
teerd. Natuurlijk verheugen wij ons in deze
laatste keuze, waaruit tevens vertrouwen
spreekt, gelijk wij ons verheugen over iedere
onderscheiding, die ons land te beurt valt,
maar verder willen we niet gaan; niet spre
kend over rechten of iels van dien aard,
termen, die in een Volkenbond bij verkie
zingen niet thuis behooren. Onze vertegen
woordiging heeft dan ook niet9 gedaan om
de keuze aan te prijzen of te bevorderen.
Welk een diverse soort belangen in den
Raad bijeengebracht zijn, blijkt voldoende
uit de opsomming van alle 14 leden. Zal
het mogelijk zijn onder deze heterogene
menigte de eenstemmigheid te verkrijgen,
die noodig is voor het nemen van besluiten?
We durven deze vraag niet bevestigend
beantwoorden, zonder meer. Lukt dit niet,
dan krijgt het aanzien en het gezag van
den Volkenbond een geduchte knak En
waar dit zoo is, twijfelen we of de crisis,
die thEftis overwonnen heel, zij het ten koste
van het heengaan van Spanje en Brazilië,
in werkelijkheid wel overwonnen is. M.a.w.
wil het ons voorkomen, dat de behaalde
crisis-overwinning in optima forma aan
spraak mag en kan maken op den naam
van Pyrrhu9-overwinning.
Wij houden ons dan ook overtuigd, dat
lezijhertijd, wanneer meer nog dan thans
mogelijk was mocht zoo kort na den
'wereldbrand anders worden verwacht?
over den Volkenbond zal zijn vaardig ge
worden-de ware Volkenbondsgeest,-de greole
■raad van 14 zal worden teruggebracht, tot
bescheidener aantal, opdat zijn werk vruchl-
.dragender zal kunnen zijp.
Troosten we ons met de gcetacliley dat al{e
begin moeilijk is en dat zefdéh eénjg doel;
wordt bereikt zonder struikelen,
Bijkans aandoenlijk is de wijze geweest,
waarop Briand eji Stresemann op en legen
elkaar hebben gereageerd, als ware de oude
vijandschap plotseling omgezet in een
warme vriendschap. Uit den aard der zaak
zal. gelijk zoo dikwijls, ook in dit geval de
realiteit niet precies beantwoorden aan de,
hoopvolle verwachtingen, maar het ijs is
tusschen hen gebroken. Mogelijk zullen de
besprekingen, die beiden gisteren met et-
kaar hebben gevoerd, heel wat misverstand
uit den weg helpen ruimen ter inleiding van
een nieuw tijdperk in de oude verhoudingen.
Ontspanning zit in de lucht.
Jammer genoeg kan dit niet in het .alge
meen worden gezegd. Zie b.v. hoe tusschen
Frzfnkrijk en Italië donkere wolken zich
samenpakken als gevolg van het in oorlogs
rumoer voor alles expansie zoekend fas
cisme. Aanleiding tot een krachtige anli-
Fransche stemming in Italië, die in een
paar plaatsen zich .zelfs ujtte in relletjes
voor Fransche officieelé gebouwen, was een
nieuwe aanslag op Mussolini, die wederom
zonder een schram zelfs, den dans ont
sprong. zoodat zijn aanbidders al gaan ge-
loovcn in een soort voorzienigheid. De aan
slag is gepleegd door een Italiaanscli anar
chist, die in Frankrijk toevlucht had ge
zocht gelijk zoo'n kleine 800.000 andere
Italianen En dal toevlucht-bieden neemt
men in Italië aan Frankrijk kwalijk, daarin
van hoogerhand voorgegaan en gestijfd, ge
lijk die hoogerhand telkens voor binnen-
landsch gebruik schermt met bedekte oor
logsbedreigingen elc. Kalm en waardig
heeft Briand reeds gereageerd op de onge
gronde Ilaliaanschc klachten cn officieel i9
er ook reeds kalmte. Onder de zwarlhemden
is hel zaad van de verbittering échter ge
zaaid!
Zooals allijd, aarzelen we ook nu niet
den aanslag zelf scherp af te keuren. Met
geweld wordt de beste zaak niet gediend.
Wie geweld zaait, zal geweld oogsten. Het
fascisme ziet dat overigens in dezen, ge
lukkig mislukten aanslag, nog eens weer
gedemonstreerd. Wat „el duce" vroeger zelf
goedkeurde en duldde, wordt nu legen hem
uitgespeeld. En ook de dader ziet de waar
heid: zijn aanslag brengt ongetwijfeld in
Italië de doodssiraf terug, zoodat hij wel ten
offer zal vallen aan zijn geweldsuiting:
Hél crgslc is echter, dal de kans maar al
te groot is, dat liet weer invoeren van -de
doodsstraf zal leiden lot vervolging te vuur
en tc zwaard van alles wat niet fascistisch
denkt. In maat-houden is toch het fascisme
geen baas.
Dat maathouden een moeilijk iels is, dat
kan men ook in Engeland ten overvloede
nog eens zien. Eerst hebben de mijnwer
kers de teugels strak gehouden, zonder van
eenig wijken te. willen welen. Nu doen het
de mijneigenaren. Zij hebifen alle onder
handelingen op nationale basis ronduit ge
weigerd en daarmee is het conflict opnieuw
vaslgcloopen. Door dit besluit is de publieke
opinie weer meer ter zijde der mijnwerkers
gekeerd, terwijl ook de regeering meer naar
dien kant is gedrongen. De bolle weigering,
zonder zelfs kans tc laten op besprekingen,
was blijkbaar een gevolg van de overtui
ging: wij winnen toch. Maar een volkomen
overwinning, aan welke zijde ook, zal nim
mer rust brengen, hoogstens een periode
van gedwongen rust.
't Is daarom te hopen, dat Baldwin, van
vacantic terug, de mijneigenaren nog lot
andere gedachten zal weten te brengen.
RECLAME.
GEBR. LAFE^ER, TEL EF. £6)7
De zon der hoop. Hooge
en lage auto-nummers.
De boodschap van Genève.
Verlangen naar rust.
Theaterbloei. „Von Mund
zn Mnnd".
Berlijn, midden September.
Een nazomer, zoöals wij die nog niet be
leefd hebben, léidt het niéuwe seizoen
vaiii liet Beriijnséhc leven in', dat ieder
ijaari begint als de' eerste bladeren' geel
worden.
Na lange maanden droefgeestig regen
weer en abnormale koude, die tot in ac
z.g. „hondsdagen' 'voortduurde, brak "in
Augustus en September een zonneglans
door, die de menschen met nieuwe hoop
en levenskracht vervult.
Nu is ieder weer teruggekeerd van zfjn
vacantiereis. De bescheiden „trekvogel",
de burgerlijke treinreiziger, en de nobele
automobilisten met de lage en met de
'hooge „huisnummers." De ingewijden m
Berlijn kennen het geweldige onderscheid
tusschen beide categoriën, zij weten, dat
degene met de lage autonummera zijn de
echbdeftige menschen, die reeds voor den
oorlog een eigen wagen bezaten en die, al
werden him gedurende den oorlog hun
voertuigen ook afgenomen, hun oude merk
behouden hebben. (Natuurlijk voor zooycr
zij nog in staat zijn daarvan gebruik
te maken). De auto's echter met de> hooge
vijfge-tallige nummers dat zijn die van de
O-Wers, van de in den inflatie-tijd en mo
gelijk nog daarna lijk gewordenen. Zij
die dit weten, houden deze beide groepen
6teeds streng en kritisch gescheiden. Zoo
dra in Berlijn zelf of daarbuiten een auto
opduikt, die de bekende Berlijnschc sig
natuur „I A" draagt, onderzoekeu ze
nauwkeurig het getal, dat daar achterstaat
en al naardat dit een getal van vier of drie
of vijf cijfers is, stijgt of daalt hun
respect voor de inzittenden. In dat opzicht
zijn de Berlijners precies dorpelingen, die
hun lieve medeburgers scherp en onmee-
doogend onder de loupe nemen.
Allen echter, op welke wijze zij ook
weer naar hun huis in Berlijn terugkeeren,
trekken heel andere gezichten dan hot
vorig jaar. Hoewel de vreoselijkc ecouo-
niisclie crisis van verleden winter en voor
jaar nóg niet geweken is voor een nieu
wen blóei op zakengebied (zoo snel gaat
hot niet, de tijd is voorbij, dat er wonde
ren gebeurden), de grootste malaise is
overwonnen, de curve begint weer omhoog
te loopen. De ondernemingslust von ue
zakenwereld, de werkgelegenheid voor ar-
beidszoekenden cn de koopkracht van het
publiek stijgen toc-h langzaam en regel
matig. Het aantal faillissementen, dat een
huivoringwekkenden omvang aangenomen
en een deel van dc oudere Berlijnsche
firma's' mede in den maalstroom gosleurd
had, blijft gelijk en schijnt te zullen
dalen.
Nu komen er nog de berichten uit Ge
nève bij. Wie nuohter denkt cn ieder
mensoh, die aan politiek doet, moet nuch
ter denken, zal in weerwil van <re onmis
kenbare wending in de algemeene, Euro
peesche situatie, niet dadelijk denken, dat
we „er nu zijn." Maar aan den feestelij-
ken invloed van de berichten uit Genève
zal niemand zich kunnen onttrekken. Wan_
neer twee mannen als de heer dr. Gustav
Stresemann uit Berlijn en de heer Aristide
Briand uit Parijs redevoeringen wisselen
zooals op 10 September aan de oevers van
het Meer van Genèvé geschiedde; dan zijn
dat niet de uitingen'-van twee particulio-
ren. De leidende politici van een staat,
hoe groot hun persoonlijk aandeel aan uc
gebeurtenissen, die onder hun beslissende
I medewerking tot stfend gèkomen, ook zijn
mag, spreken en handelen ten slotte toch
niet op eigen hand, maar zijn exponenten
van de gedachten en gevoolens van het
volk, dat ze vertegenwoordigen. Als Stre
semann en Briand elkaar de hand schud
den en riiet het gevulde wijnglas klinken,
dan is dat een beteekenisvol symbool voor
de stemmingen, die zich aan deze en aan
gene zijde van de Franscb-Duitsche grens
baan gebroken hebben, dan wijst dat er
op, dat bier cn ginds het vuur van de haat,
die do betrekkingen ondermijnde en aan-
tastte, aan het dooven is.
Het is buiten kijf dat op het oogenblik
in Duitschland alle verstandige menschen
van meening zijn, dat men met Frankrijk
in vrede en vriendschap kan leven
De Fransohen hebben ons de Klzas af-
i genomen. Nu ja, wn- hadden het vijf-
tig jaar geleden hun afgenomen. Het is
1 een oud Duitsch cultuurland, zeker
I maar juist de drager van de Elzasser cul
tuur hebben in den gornd^van de politieke
vereeniging met het Duitsch c Rijk nooit
veel willen weten. Deze wond ka*n zich
sluiten en ze begint zich reeds te sluiten.
Er zijn echler nog een paar andere punten,
die iederen Duitscher met nationaal gevoel
oen doorn in.het vleesch zijn. Daar is de be
zetting van i Rijnland, die nog sleeds voort
duurt. Daar is de verhindering i»an de aan
sluiting bij Oostenrijk, die de mei zooveel
emphase verkondigde theorie omtrent de
rechlen der volkeren tot een aanfluiting
maakt. Daar is de verscheuring van Oost-
Duitschland door de aanspraken van Polen.
Niemand zal er aan Iwijfelen, dat in Europa
eerst dan de waarachtige vredesstemming
zal heerschen, indien het gelukt, de ontzag
gelijk moeilijke problemen, die zich hier
voordoen, op de een of andere wijze op te
lossen.
Wat ik hier beweer, is volstrekt geen „po
litieke verklaring". Ik geef slechts weer, wat
heden iedereen in Duitschland denkt en wat
overal in Duitschland besproken wordl,
waar ook maar twee cf drie menschen een
onderhoud beginnen. Och, men zou zoo
gaarne leven onder omstandigheden, die rusl
en vrede waarborgen. Op een enkele opge
wonden avonturier, eenige verstokte profes-
RECLAME.
788
[mahasquini
in onderstaande 4 smakena
CHAömEUSE|l f RUM
soren en in hun idealisme op een verkeerd
spoor geleide studenten na heeft het Puit-
sche volk slechts één doel: productief werk
te leveren.
Ook de groolo barometer, waarvan in de
^noderne wereld steeds de algemeene ziels
toestand, het geestelijke en economische be
slaan van een slad is af le lezen: liet too-
neel verloont'in Berlijn bij de intrede
van hel seizoen neigingen lot omlioog loe
pen.
Met geweldige energie cn een groolo ar-
beidslust zijn de Berlijnschc theaters aan
het werk getogen. Een concurrentiestrijd is
ontbrand, die hier en daar reeds geleid heeft
lol bewonderenswaardige prestaties. Zeker,
de verruwing van de smaak, dio overal in
de wereld le conslatceren valt, wccrspiegolt
zich daarin, dal het toch altijd al eenigszins
Iwijfelachlige genre van de „revue" zich
sinds verleden jaar nog heeft uitgebreid. De
lijd van de grootste en plompste zedenver
wildering schijnt echter voorbij. De nieuwe
revue's, die bij het begin van September
uil hel ei kropen, bepalen zich b.v. niet
meer tot de steeds herhaalde, onuilslaanbaar
geworden opmarsch van halfnaakte koris
ten. Ze trachlcn artistieke prikkels voor het
oog, voor hel oor en zij het dan ook binnen
bescheiden g-renzen, voor de geest te geven.
Dal leidde bij het machlige effeclstuk, dal
Bcrlijn's reuzenLheater, hel „Gtoszc Schau-
speilhaus" onder den vrij onbogrijpelijken
titel „Von Mund zu Mund" gpbraclU heeft,
tot een geweldig succes. Trouwens reeds de
aanblik van dezen schouwburg bij een pre
mière is eenig in zijn soorl. De kolossale
ruimte, waarin bijna 4000 personen een
plaats vinden, is rondom lol in de hoogste
rangen met menschen in feesikleodij bezet.
Hier ziel men elkaar na de zomervacanlio
voor het eerst weer. Hier heeft de algemeene
begroeiing plaats. Hier kan men conlrolceren
welko paren inlusschen gescheiden zijn en
in een andere combinatie optreden allijd
een punt van gewicht voor de Berlijnsche
uitgaande wereld bij hel begin van den
winter na de verrassingen van den „seizoen-
ioozen" tusschenlijd. En daarbij ontplooit
zich dit jaar op hel toon eel een zoo schoon
sprookje van kleurige gj-oppen, origineelc en,
fantastische decors, waaraan {le beste schil-*
ders; der hoofdstad hun krajchipn t wijdden,
van fabelachtige dansscènes, van feeërieke
- óóstuums, dat men wel een philister van het
zuiverste water moet zijn om daarin geen
genoegen le scheppen.
Vijf kinderen met korte broekjes, rokjes
en kuilkousjes, vlijen zich na een wande
ling door de zomersche dreven neer op een
boschrijk plekje, dal er eerst heel vriendelijk
en onsohuMig uitziet, doch dat vol hekserij
blijkt. De vijf droomen van hun wenschcn
en zie daar, de wenschen worden vervuld.
De eene jongen droomt er van, een door de
vrouwen aangebeden held le worden. De
andere gaat op in Indianengeschiedenissen.
De derde voedt zijn fantasie met Chineesche
wonderen. Een meisje, verdiept zich in den
heldentijd van de oude Romeinen. Haar
speelkameraadje heeft een minder verheven
ideaal; zij zou gaarne op het looneol in een
revue meespelen. En nu beleven ze allen,
wat zij in hun droomen zagen. En het pu
bliek aanschouwt een vroolijk gewemel van
kleurige beelden en phantastische scènes. Er
is stellig geen Berlijner en geen vreemde
ling, die zich niet eveneens, zij het dan ook
in verbeelding, in dit rijk der wenschen zou
willen laten ontvoeren.
Dr. MAX GSBORN.
Wat Shaganowitsj vertelde.
(Nadruk verboden).
De periodiek lerugkeenende ruzies ran
de bolsjewistische leiders hebben o.a. dit
voordeel, dal de leiders, in de hitte van den
strijd of om hun tegenstanders onmogelijk
te maken, dingen vertellen, die zij anders
zorgvuldig verzwijgen. Daarbij blijkt hot
telkens, dat de conceptie van den politie-
ken en economischen toestand van Rusland
van "de tegenstanders der bolsjewiki juist
was, dat het beeld van den toestand in hef
land der bolsjewiki, dat o.a. door den schrij-.
ver dezer artikelen wordt gegeven, volkom
men met de feilen overeenstemt. Dergelijk
materiaal heefl nu ook de laatste ruzie tus
schen de bolsjewistische leiders opgeleverd
cn wel m groolere hoeveelheden dan ooil te
voren. Er werd nu op leven en dood gestre
den en de overwinnaars haasten zich nu
hun posilie te versterken door' de puntjes op
de i's le zetten, door te vertellen, hoe netelig
de positie is, natuurlijk alleen voorzoovcr zij
daarmede de gevallen tegenstanders een
trap kunnen geven, die zich trouwens niel
kunnen verdedigen, omdat de overwinnaars
hen verbieden publiek op le treden en arti
kelen tc schrijven voor de bladen van
bolsjewiki. Na al de leiders van Moskou is
nu met een uitvoerige uiteenzetting van den
toestand gekomen Kaganowitsj, de adju
dant van Slalin (den alleenheerscher) in de
Oekrajine, Charkow, de hoofdstad van de
Oekrajinc, is nu een zeer belangrijk poiitiek
centrum van de Unie geworden, de tweede
hoofdstad van de Unie, en de feitelijke be
stuurder van do Oekrajine, Kaganowitsj
ccn gunsteling van den almachtigen Slatin,
is nu een zeer belangrijke figuur in het poli
tieke leven van Rusland. Door zijp heer-#
schappij over de Oekrajine (het officjeele
hoofd van de Oekrajinc is slechts een ctroo-
man) neemt Kaganowitsj een meer onalhan-
kelijke posilie in Rusland in, krijgen zijn
woorden veel meer gowichl en belang dan
het oplredcn van de adjudanten van Slalin
te' Moskou'.
Als eep bewonderaar van Slalin ver
klaarde Kaganowitsj, dat het werk, van
hot iPolitbureau lot eenige suqc^sscn
heeft geleid, maar hij moest tegelijkertijd
toegeven, dat er veel feiten zijn, die Ar op
wijzen, dal de moeilijkheden, waarmede de
sovjet-regeering te kampen heeft, niet ver
dwenen zijn, maar slechts van vorm ver
anderd. Deze moeilijkheden begonnen zich
reeds in 1924 scherp af le teekenen. Toen
heeft niemand minder dan Zinowjef, hel
hoofd van de Derde Internationale (de nu
neergevelde tegenstander van Slalin), op de
plenaire zilting van het centrale comité van
de Russische communistische parlij ver
klaard, dat de politieke Hoestand zeer slecht
was. dat de inlichtingen, die de leiders uit
alle uithoeken van het uitgestrekte land kre
gen, er op wezen, dat de crisis steeds scher
per vormen aannam, dat den leiders de angst
om het hart sloeg als zij die berichten lazen,
Kaganowitsj vertelde zijn toehoorders niet,
welke berichten dat waren. Wij geven daar
om onze lezers eenige toelichtingen. In dien
tijd probeerden de militante communisten
de NEP (de nieuwe economische politiek,
Het „Politbureau" is de hoogste in
stelling van de bolsjewistische partij en de
feitelijke regcering van Rusland.
Uit het leven van den beroemden Engelschen
detective HERBERT PORTER.
Vrij bewerkt naar hel Engelsch door J. H.
(Nadruk verboden).
3)
Zij lilden het bcweginglooze. lichaam op
en legden het op den divan in de andere
kamer neer.. De detective sloot zorgvuldig
de stalen deur achter zich. ..Dal de reuk
niet wegtrekt", voegde hij verklarend er aan
toe. Daarop opende hij de vensters. „Water"
Ilij rukte de deur naar de gang open.eri
riep: „Mevrouw Alvarez, we hebben wat
voor u le doen."
Maud Alvarez kwam angstig binnen. Met
ontzetting keek ze naar den roerloos liggen-
den bediende
„Hij is ni-ri dood. Misschien kunt u me
Ivat azijn en een handdoek bezorgen?"
Het gevraagde was spoedig gebracht. Her-
bert Porter wreef hot gezicht van don be
diende; daarna maakte hij zijn lrieeren open
en wreef ook zijn borst. De ademhaling van
den patient werd al spoedig krachtiger;
eindelijk sloeg hij de oogen op. Hij staarde
de beide mannen verwezen aan. Met in
spanning hief hij het hoofd op; hij keek
[verward om zich heen en sprong toen plot
seling overeind.
„Wat is er gebeurd?" stamelde hij.
„Daarover zult u ons beter inlichtingen
kunnen geven dan wij u", zei de detective
K^mlachend. „Wij hebben u bewusteloos
den grond gevonden
Bishop greep met een angstkreet naar
zijn borst en wierp daarna een blik op de
stalen deur
„Ja.... ja...„" begon hij aarzelend. ,,lk
herinner me ik werd plotseling onwel
door een bedwelmenden geur, bitter-zoel,
en daarop.ja, dat weet ik niet meer.
ik werd opeens ontzettend moe.,,."
„En de plalina-armband?" vroeg de de
tective.
„De armband? De armband?
De bediende keek den vrager wezenloos
aan. „Is die er niet meer?"
„Neen. Die is verdwenen", antwoordde
de juwelier. „Overtuig je zelf maar." Hij
opende de pantserdeur. De beide heeren
voerden den bediende, die .wankelend tus
schen hen in liep, naar de werkplaats.
Bishop wierp een blik op de 'werktafel en
wankelde achteruit.
„Hemelschc goedheid cn hebt u die
heusch niet weggenomen?"
„Neen."
De bediende liet zich op den grond neer
vallen en zocht met trillende vingers in alle
hoeken en galen van de kleine kamer; hij
zocht met een haast, die elk oogenblik
koortsachtiger en gejaagder werd.
„Neen", hijgde hij eindelijk vertwijfeld,
„hij is weg."
De detective had hem zwijgend gadege
slagen.
„Kunt u on6 misschien iets mcedeelen,
Mr. Bishop, dut- eenig licht in deze duistere
zaak zou kunnen brengen
De bediende schudde treurig het hoofd.
„Ik kan u niet meer zeggen, mijnheer, dan
ik u gezegd heb."
Herbert Porter onderzocht met zijn
blikken de wanden van de werkplaat#.
Plotseling giiig hij met een paar vlugge
passen op het kleine, vierkante venster
toe„ Drie der ijzeren tralies waren van bo
ven cn van onderen afgezaagd. Het gla»
was stukgeslagen; een hoop scherven glin
sterde oDder het raampje op den vloer. Dc
beide anderen waren den detective ge
volgd en keken zwijgend naar de vernie
ling
„Monsieur Du val heeft, dus geen woord
te veel gezegd", begon de'juwelier na een
lang stilzwijgen", toen hij mij vertelde,
dat er gevaar voor den armband bestond.
Ilc meende alles gedaan te hebben om een
diefstal onmogelijk te makenen nu
zie ik, dat het nog niet genoeg was...'*
Herbert Porler bestudeerde aandachtig de
kleine, vierkante vensteropening, waarin
nog enkele glassplinters waren achterge
bleven. Daarop richtte hij zijn oogen op
den bediende en zei op rustigen toon:
„Mijnheer Bishop, u zult moeten toegeven,
dat er een zekere verdenking tegen u zou
kunnen rijzen. U was de laatste, die den
armband in handen hebt gehad. Er zal u
zelf veel aan gelegen zijn óm uw onschuld
te bewijzen. Ik stel u daarom voor: laat
u zich fouilloeren. Als dit onderzoek,
waarvan ik overtuigd ben, niets oplevert,
dan gaat u vrij heen."
De bediende antwoordde toestemmend:
„Natuurlijk, ik zie het in. Ik ben tot u
beschikking."
Herbert Porter knikte. „Ik verwachtte
ook niet anders. Overigens zie ik, dat dit
raam niet buiten uitkomt. Niet naar de
straat en niet naar de binnenplaats."
De juwelier schudde ontkennend Het
hoofd. „Neen, het atelier was oorspronke
lijk als een soort kleine eetkamer bedoeld. t
Aan den anderen kant van dc deur, onder
dit raam loopt een gang."
„Hoe bereikt men die gang?'
„Wij hebben maar één ingang: de voor
deur aan de straatzijde."
„Is die voordeur gisteravond goed ge
sloten
Maud Alvarez, die op den drempel stond,
knikte heftig van ja: „Ik moest ze open
sluiten, toen ik uit huis ging."
„En was er niets aan beschadigd
„Absoluut niets. En ik sloot de deur van
buiten weer goed af."
De blik van den 6peurder viel op een
groote steenen kan, die op een gaskachel
stond. f
„Wat zat daarin?" vroeg hij.
„Dat is mijn theepol", lichtte de Jjé--
diende in-
De detective knikte. „Ik mag wel cvèn",
zei hij, terwijl hij het deksel van den pot
oplichtte en er in keek.
„Thee", zei hij en legde het deksel er
weer op. „En wilt u nu misschien ©von
meegaan zei hij tegen Bishop. En met
een handbeweging naar het echtpaar: „U
wilt u ons wel een paar minuten veront
schuldigen Mr. Bishop zal zoo vriende
lijk zijn zioh even door mij te laten fouii-
leeren. 'Alleen maar een kleine formaliteit,
meer niet.^
De stalen 'deur werd gesloten. Dc man
en de vrouw zagen elkaar zwijgend aan.
.Opgewonden liep de juwelier een paar
malen het vertrek op en neer. Plotseling
bleef hij staan.
Geloof jij werkelijk?... begon hij aar-
zolend.
t,Neen." Zij schudde ontkennend het
boofd. „'Ik houd Bishop voor eerlijk. Een
man, die twee cn een half jaar... neen... ik
geloof he* niet."
Alvai irde nadenkend voor zich uit.
„Maar hoe verklaar jo de historie?" viel
hij plotseling uit. „Aan de huisdeur geen
spoor van beschadiging cn toch is de arm
band verdwenen." Hij legde de hand op
het voorhoofd. ,,=B» morgen komt Mon
sieur Du val cn ik -moot hom zeggen, dat
de platma-armband weg is. Hoe moet dat
toch afloopen
Dc jonge vronw keek met een bijna moe-
dcrlijk-medelijdenden blik naar het be
zorgde en verdrietige gezicht van haar
man. „Monsieur Duval heeft zichzelf over-
tuigd( dat je alle voorzorgen hebt geno
men, die maar denkbaar waren. Je hebt,
waar hij bij was, Bishop in de werkplaats
opgesloten. Hij weet zeker, dat niemand
het sieraad in handen heeft gehad, als
Bishop.., en... jij." Zij stokte cn keek
angstig haar man aan: „Weet je wel
Juan, dat de verdenking net zoo goed op
jou kan vallen als op Bishop?"
De juwelier keek haar onlzet aan. „Ge-:
loof je werkelijk...?"
Zij haalde moedeloos de schouders op.
„Ik geloof heelemaal niets. Ik kan bijna
niet meer donken. Ik weet alleen dat eene
maarer zijn twee menschen, die den
armband in handen hebben gehad..."
De deur ging weer open. „Het is, zooals
ik gedacht had. Mr. Bishop heeft den
armband niet", zei de speurder.
Alvarez schudde het hoofd>,Maar hoe,-
Mr. Porter..."
x VjfWordt vervolgd)^