UKB» AAN DEN ANDEREN KANT No. 20404. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 18 September Derde Blad Anno 1926. >fj) Buitenl. Weekoverzicht. De kwaliteit der AMSTELBIEREN is i Uw volle aandacht waard 6ERLIJNSCHE BRIEVEN. UIT RUSLAND FEUILLETON. De samenstelling van den V olkenbondsraad Weer een aanslag op Mnssolini No de Engelsche mijn eigenaren hardnekkig. Na het historische feit van Duitschland's toetreden tot den Volkenbond en zijn entree in den Raad met een permanenten zetel naast de vier andere „groolen", n.l. Enge land, Frankrijk, Italië en Japan, is nog bijkans een week heengegaan roet poliliek gekonkel van je welste voor en aleer de Raad kon worden voltallig gemaakt. Tot op 't laatste oogenblik toe is door vele candi dates met noesten ijver jacht gemaakt op een zetel, 't Was nu juist geen hoogstaande verlooning. Er spreekt immers uit de oude politiek van vroeger: hel hemd is nader dan de rok Het resultaat der verkiezing is voor Frankrijk wel een bij uitstek gunstige ge weest. Polen heeft een driejarigen zetel, zelfs een herkiesbaar verklaarden, Roeme nië een driejarigen, Delgië en Tsjecho-Stp- wakije ieder een eenjangen. Zijn Frankrijk's directe vrienden niet bijzonder royaal be dacht? Bijkans de geheele Kleine Ententel Dit laatste geldt ook voor Zuid-Amerika, daj in den Raad vertegenwoordigd zal zijn door eventjes drie loden. n.l. Chili, Colum bia en San Salvador. Azië met alleen China steekt daarbij wel eenigszins kaal af even als de ci-devant Europeesclie neutralen, die door Nederland zullen worden gerepresen teerd. Natuurlijk verheugen wij ons in deze laatste keuze, waaruit tevens vertrouwen spreekt, gelijk wij ons verheugen over iedere onderscheiding, die ons land te beurt valt, maar verder willen we niet gaan; niet spre kend over rechten of iels van dien aard, termen, die in een Volkenbond bij verkie zingen niet thuis behooren. Onze vertegen woordiging heeft dan ook niet9 gedaan om de keuze aan te prijzen of te bevorderen. Welk een diverse soort belangen in den Raad bijeengebracht zijn, blijkt voldoende uit de opsomming van alle 14 leden. Zal het mogelijk zijn onder deze heterogene menigte de eenstemmigheid te verkrijgen, die noodig is voor het nemen van besluiten? We durven deze vraag niet bevestigend beantwoorden, zonder meer. Lukt dit niet, dan krijgt het aanzien en het gezag van den Volkenbond een geduchte knak En waar dit zoo is, twijfelen we of de crisis, die thEftis overwonnen heel, zij het ten koste van het heengaan van Spanje en Brazilië, in werkelijkheid wel overwonnen is. M.a.w. wil het ons voorkomen, dat de behaalde crisis-overwinning in optima forma aan spraak mag en kan maken op den naam van Pyrrhu9-overwinning. Wij houden ons dan ook overtuigd, dat lezijhertijd, wanneer meer nog dan thans mogelijk was mocht zoo kort na den 'wereldbrand anders worden verwacht? over den Volkenbond zal zijn vaardig ge worden-de ware Volkenbondsgeest,-de greole ■raad van 14 zal worden teruggebracht, tot bescheidener aantal, opdat zijn werk vruchl- .dragender zal kunnen zijp. Troosten we ons met de gcetacliley dat al{e begin moeilijk is en dat zefdéh eénjg doel; wordt bereikt zonder struikelen, Bijkans aandoenlijk is de wijze geweest, waarop Briand eji Stresemann op en legen elkaar hebben gereageerd, als ware de oude vijandschap plotseling omgezet in een warme vriendschap. Uit den aard der zaak zal. gelijk zoo dikwijls, ook in dit geval de realiteit niet precies beantwoorden aan de, hoopvolle verwachtingen, maar het ijs is tusschen hen gebroken. Mogelijk zullen de besprekingen, die beiden gisteren met et- kaar hebben gevoerd, heel wat misverstand uit den weg helpen ruimen ter inleiding van een nieuw tijdperk in de oude verhoudingen. Ontspanning zit in de lucht. Jammer genoeg kan dit niet in het .alge meen worden gezegd. Zie b.v. hoe tusschen Frzfnkrijk en Italië donkere wolken zich samenpakken als gevolg van het in oorlogs rumoer voor alles expansie zoekend fas cisme. Aanleiding tot een krachtige anli- Fransche stemming in Italië, die in een paar plaatsen zich .zelfs ujtte in relletjes voor Fransche officieelé gebouwen, was een nieuwe aanslag op Mussolini, die wederom zonder een schram zelfs, den dans ont sprong. zoodat zijn aanbidders al gaan ge- loovcn in een soort voorzienigheid. De aan slag is gepleegd door een Italiaanscli anar chist, die in Frankrijk toevlucht had ge zocht gelijk zoo'n kleine 800.000 andere Italianen En dal toevlucht-bieden neemt men in Italië aan Frankrijk kwalijk, daarin van hoogerhand voorgegaan en gestijfd, ge lijk die hoogerhand telkens voor binnen- landsch gebruik schermt met bedekte oor logsbedreigingen elc. Kalm en waardig heeft Briand reeds gereageerd op de onge gronde Ilaliaanschc klachten cn officieel i9 er ook reeds kalmte. Onder de zwarlhemden is hel zaad van de verbittering échter ge zaaid! Zooals allijd, aarzelen we ook nu niet den aanslag zelf scherp af te keuren. Met geweld wordt de beste zaak niet gediend. Wie geweld zaait, zal geweld oogsten. Het fascisme ziet dat overigens in dezen, ge lukkig mislukten aanslag, nog eens weer gedemonstreerd. Wat „el duce" vroeger zelf goedkeurde en duldde, wordt nu legen hem uitgespeeld. En ook de dader ziet de waar heid: zijn aanslag brengt ongetwijfeld in Italië de doodssiraf terug, zoodat hij wel ten offer zal vallen aan zijn geweldsuiting: Hél crgslc is echter, dal de kans maar al te groot is, dat liet weer invoeren van -de doodsstraf zal leiden lot vervolging te vuur en tc zwaard van alles wat niet fascistisch denkt. In maat-houden is toch het fascisme geen baas. Dat maathouden een moeilijk iels is, dat kan men ook in Engeland ten overvloede nog eens zien. Eerst hebben de mijnwer kers de teugels strak gehouden, zonder van eenig wijken te. willen welen. Nu doen het de mijneigenaren. Zij hebifen alle onder handelingen op nationale basis ronduit ge weigerd en daarmee is het conflict opnieuw vaslgcloopen. Door dit besluit is de publieke opinie weer meer ter zijde der mijnwerkers gekeerd, terwijl ook de regeering meer naar dien kant is gedrongen. De bolle weigering, zonder zelfs kans tc laten op besprekingen, was blijkbaar een gevolg van de overtui ging: wij winnen toch. Maar een volkomen overwinning, aan welke zijde ook, zal nim mer rust brengen, hoogstens een periode van gedwongen rust. 't Is daarom te hopen, dat Baldwin, van vacantic terug, de mijneigenaren nog lot andere gedachten zal weten te brengen. RECLAME. GEBR. LAFE^ER, TEL EF. £6)7 De zon der hoop. Hooge en lage auto-nummers. De boodschap van Genève. Verlangen naar rust. Theaterbloei. „Von Mund zn Mnnd". Berlijn, midden September. Een nazomer, zoöals wij die nog niet be leefd hebben, léidt het niéuwe seizoen vaiii liet Beriijnséhc leven in', dat ieder ijaari begint als de' eerste bladeren' geel worden. Na lange maanden droefgeestig regen weer en abnormale koude, die tot in ac z.g. „hondsdagen' 'voortduurde, brak "in Augustus en September een zonneglans door, die de menschen met nieuwe hoop en levenskracht vervult. Nu is ieder weer teruggekeerd van zfjn vacantiereis. De bescheiden „trekvogel", de burgerlijke treinreiziger, en de nobele automobilisten met de lage en met de 'hooge „huisnummers." De ingewijden m Berlijn kennen het geweldige onderscheid tusschen beide categoriën, zij weten, dat degene met de lage autonummera zijn de echbdeftige menschen, die reeds voor den oorlog een eigen wagen bezaten en die, al werden him gedurende den oorlog hun voertuigen ook afgenomen, hun oude merk behouden hebben. (Natuurlijk voor zooycr zij nog in staat zijn daarvan gebruik te maken). De auto's echter met de> hooge vijfge-tallige nummers dat zijn die van de O-Wers, van de in den inflatie-tijd en mo gelijk nog daarna lijk gewordenen. Zij die dit weten, houden deze beide groepen 6teeds streng en kritisch gescheiden. Zoo dra in Berlijn zelf of daarbuiten een auto opduikt, die de bekende Berlijnschc sig natuur „I A" draagt, onderzoekeu ze nauwkeurig het getal, dat daar achterstaat en al naardat dit een getal van vier of drie of vijf cijfers is, stijgt of daalt hun respect voor de inzittenden. In dat opzicht zijn de Berlijners precies dorpelingen, die hun lieve medeburgers scherp en onmee- doogend onder de loupe nemen. Allen echter, op welke wijze zij ook weer naar hun huis in Berlijn terugkeeren, trekken heel andere gezichten dan hot vorig jaar. Hoewel de vreoselijkc ecouo- niisclie crisis van verleden winter en voor jaar nóg niet geweken is voor een nieu wen blóei op zakengebied (zoo snel gaat hot niet, de tijd is voorbij, dat er wonde ren gebeurden), de grootste malaise is overwonnen, de curve begint weer omhoog te loopen. De ondernemingslust von ue zakenwereld, de werkgelegenheid voor ar- beidszoekenden cn de koopkracht van het publiek stijgen toc-h langzaam en regel matig. Het aantal faillissementen, dat een huivoringwekkenden omvang aangenomen en een deel van dc oudere Berlijnsche firma's' mede in den maalstroom gosleurd had, blijft gelijk en schijnt te zullen dalen. Nu komen er nog de berichten uit Ge nève bij. Wie nuohter denkt cn ieder mensoh, die aan politiek doet, moet nuch ter denken, zal in weerwil van <re onmis kenbare wending in de algemeene, Euro peesche situatie, niet dadelijk denken, dat we „er nu zijn." Maar aan den feestelij- ken invloed van de berichten uit Genève zal niemand zich kunnen onttrekken. Wan_ neer twee mannen als de heer dr. Gustav Stresemann uit Berlijn en de heer Aristide Briand uit Parijs redevoeringen wisselen zooals op 10 September aan de oevers van het Meer van Genèvé geschiedde; dan zijn dat niet de uitingen'-van twee particulio- ren. De leidende politici van een staat, hoe groot hun persoonlijk aandeel aan uc gebeurtenissen, die onder hun beslissende I medewerking tot stfend gèkomen, ook zijn mag, spreken en handelen ten slotte toch niet op eigen hand, maar zijn exponenten van de gedachten en gevoolens van het volk, dat ze vertegenwoordigen. Als Stre semann en Briand elkaar de hand schud den en riiet het gevulde wijnglas klinken, dan is dat een beteekenisvol symbool voor de stemmingen, die zich aan deze en aan gene zijde van de Franscb-Duitsche grens baan gebroken hebben, dan wijst dat er op, dat bier cn ginds het vuur van de haat, die do betrekkingen ondermijnde en aan- tastte, aan het dooven is. Het is buiten kijf dat op het oogenblik in Duitschland alle verstandige menschen van meening zijn, dat men met Frankrijk in vrede en vriendschap kan leven De Fransohen hebben ons de Klzas af- i genomen. Nu ja, wn- hadden het vijf- tig jaar geleden hun afgenomen. Het is 1 een oud Duitsch cultuurland, zeker I maar juist de drager van de Elzasser cul tuur hebben in den gornd^van de politieke vereeniging met het Duitsch c Rijk nooit veel willen weten. Deze wond ka*n zich sluiten en ze begint zich reeds te sluiten. Er zijn echler nog een paar andere punten, die iederen Duitscher met nationaal gevoel oen doorn in.het vleesch zijn. Daar is de be zetting van i Rijnland, die nog sleeds voort duurt. Daar is de verhindering i»an de aan sluiting bij Oostenrijk, die de mei zooveel emphase verkondigde theorie omtrent de rechlen der volkeren tot een aanfluiting maakt. Daar is de verscheuring van Oost- Duitschland door de aanspraken van Polen. Niemand zal er aan Iwijfelen, dat in Europa eerst dan de waarachtige vredesstemming zal heerschen, indien het gelukt, de ontzag gelijk moeilijke problemen, die zich hier voordoen, op de een of andere wijze op te lossen. Wat ik hier beweer, is volstrekt geen „po litieke verklaring". Ik geef slechts weer, wat heden iedereen in Duitschland denkt en wat overal in Duitschland besproken wordl, waar ook maar twee cf drie menschen een onderhoud beginnen. Och, men zou zoo gaarne leven onder omstandigheden, die rusl en vrede waarborgen. Op een enkele opge wonden avonturier, eenige verstokte profes- RECLAME. 788 [mahasquini in onderstaande 4 smakena CHAömEUSE|l f RUM soren en in hun idealisme op een verkeerd spoor geleide studenten na heeft het Puit- sche volk slechts één doel: productief werk te leveren. Ook de groolo barometer, waarvan in de ^noderne wereld steeds de algemeene ziels toestand, het geestelijke en economische be slaan van een slad is af le lezen: liet too- neel verloont'in Berlijn bij de intrede van hel seizoen neigingen lot omlioog loe pen. Met geweldige energie cn een groolo ar- beidslust zijn de Berlijnschc theaters aan het werk getogen. Een concurrentiestrijd is ontbrand, die hier en daar reeds geleid heeft lol bewonderenswaardige prestaties. Zeker, de verruwing van de smaak, dio overal in de wereld le conslatceren valt, wccrspiegolt zich daarin, dal het toch altijd al eenigszins Iwijfelachlige genre van de „revue" zich sinds verleden jaar nog heeft uitgebreid. De lijd van de grootste en plompste zedenver wildering schijnt echter voorbij. De nieuwe revue's, die bij het begin van September uil hel ei kropen, bepalen zich b.v. niet meer tot de steeds herhaalde, onuilslaanbaar geworden opmarsch van halfnaakte koris ten. Ze trachlcn artistieke prikkels voor het oog, voor hel oor en zij het dan ook binnen bescheiden g-renzen, voor de geest te geven. Dal leidde bij het machlige effeclstuk, dal Bcrlijn's reuzenLheater, hel „Gtoszc Schau- speilhaus" onder den vrij onbogrijpelijken titel „Von Mund zu Mund" gpbraclU heeft, tot een geweldig succes. Trouwens reeds de aanblik van dezen schouwburg bij een pre mière is eenig in zijn soorl. De kolossale ruimte, waarin bijna 4000 personen een plaats vinden, is rondom lol in de hoogste rangen met menschen in feesikleodij bezet. Hier ziel men elkaar na de zomervacanlio voor het eerst weer. Hier heeft de algemeene begroeiing plaats. Hier kan men conlrolceren welko paren inlusschen gescheiden zijn en in een andere combinatie optreden allijd een punt van gewicht voor de Berlijnsche uitgaande wereld bij hel begin van den winter na de verrassingen van den „seizoen- ioozen" tusschenlijd. En daarbij ontplooit zich dit jaar op hel toon eel een zoo schoon sprookje van kleurige gj-oppen, origineelc en, fantastische decors, waaraan {le beste schil-* ders; der hoofdstad hun krajchipn t wijdden, van fabelachtige dansscènes, van feeërieke - óóstuums, dat men wel een philister van het zuiverste water moet zijn om daarin geen genoegen le scheppen. Vijf kinderen met korte broekjes, rokjes en kuilkousjes, vlijen zich na een wande ling door de zomersche dreven neer op een boschrijk plekje, dal er eerst heel vriendelijk en onsohuMig uitziet, doch dat vol hekserij blijkt. De vijf droomen van hun wenschcn en zie daar, de wenschen worden vervuld. De eene jongen droomt er van, een door de vrouwen aangebeden held le worden. De andere gaat op in Indianengeschiedenissen. De derde voedt zijn fantasie met Chineesche wonderen. Een meisje, verdiept zich in den heldentijd van de oude Romeinen. Haar speelkameraadje heeft een minder verheven ideaal; zij zou gaarne op het looneol in een revue meespelen. En nu beleven ze allen, wat zij in hun droomen zagen. En het pu bliek aanschouwt een vroolijk gewemel van kleurige beelden en phantastische scènes. Er is stellig geen Berlijner en geen vreemde ling, die zich niet eveneens, zij het dan ook in verbeelding, in dit rijk der wenschen zou willen laten ontvoeren. Dr. MAX GSBORN. Wat Shaganowitsj vertelde. (Nadruk verboden). De periodiek lerugkeenende ruzies ran de bolsjewistische leiders hebben o.a. dit voordeel, dal de leiders, in de hitte van den strijd of om hun tegenstanders onmogelijk te maken, dingen vertellen, die zij anders zorgvuldig verzwijgen. Daarbij blijkt hot telkens, dat de conceptie van den politie- ken en economischen toestand van Rusland van "de tegenstanders der bolsjewiki juist was, dat het beeld van den toestand in hef land der bolsjewiki, dat o.a. door den schrij-. ver dezer artikelen wordt gegeven, volkom men met de feilen overeenstemt. Dergelijk materiaal heefl nu ook de laatste ruzie tus schen de bolsjewistische leiders opgeleverd cn wel m groolere hoeveelheden dan ooil te voren. Er werd nu op leven en dood gestre den en de overwinnaars haasten zich nu hun posilie te versterken door' de puntjes op de i's le zetten, door te vertellen, hoe netelig de positie is, natuurlijk alleen voorzoovcr zij daarmede de gevallen tegenstanders een trap kunnen geven, die zich trouwens niel kunnen verdedigen, omdat de overwinnaars hen verbieden publiek op le treden en arti kelen tc schrijven voor de bladen van bolsjewiki. Na al de leiders van Moskou is nu met een uitvoerige uiteenzetting van den toestand gekomen Kaganowitsj, de adju dant van Slalin (den alleenheerscher) in de Oekrajine, Charkow, de hoofdstad van de Oekrajinc, is nu een zeer belangrijk poiitiek centrum van de Unie geworden, de tweede hoofdstad van de Unie, en de feitelijke be stuurder van do Oekrajine, Kaganowitsj ccn gunsteling van den almachtigen Slatin, is nu een zeer belangrijke figuur in het poli tieke leven van Rusland. Door zijp heer-# schappij over de Oekrajine (het officjeele hoofd van de Oekrajinc is slechts een ctroo- man) neemt Kaganowitsj een meer onalhan- kelijke posilie in Rusland in, krijgen zijn woorden veel meer gowichl en belang dan het oplredcn van de adjudanten van Slalin te' Moskou'. Als eep bewonderaar van Slalin ver klaarde Kaganowitsj, dat het werk, van hot iPolitbureau lot eenige suqc^sscn heeft geleid, maar hij moest tegelijkertijd toegeven, dat er veel feiten zijn, die Ar op wijzen, dal de moeilijkheden, waarmede de sovjet-regeering te kampen heeft, niet ver dwenen zijn, maar slechts van vorm ver anderd. Deze moeilijkheden begonnen zich reeds in 1924 scherp af le teekenen. Toen heeft niemand minder dan Zinowjef, hel hoofd van de Derde Internationale (de nu neergevelde tegenstander van Slalin), op de plenaire zilting van het centrale comité van de Russische communistische parlij ver klaard, dat de politieke Hoestand zeer slecht was. dat de inlichtingen, die de leiders uit alle uithoeken van het uitgestrekte land kre gen, er op wezen, dat de crisis steeds scher per vormen aannam, dat den leiders de angst om het hart sloeg als zij die berichten lazen, Kaganowitsj vertelde zijn toehoorders niet, welke berichten dat waren. Wij geven daar om onze lezers eenige toelichtingen. In dien tijd probeerden de militante communisten de NEP (de nieuwe economische politiek, Het „Politbureau" is de hoogste in stelling van de bolsjewistische partij en de feitelijke regcering van Rusland. Uit het leven van den beroemden Engelschen detective HERBERT PORTER. Vrij bewerkt naar hel Engelsch door J. H. (Nadruk verboden). 3) Zij lilden het bcweginglooze. lichaam op en legden het op den divan in de andere kamer neer.. De detective sloot zorgvuldig de stalen deur achter zich. ..Dal de reuk niet wegtrekt", voegde hij verklarend er aan toe. Daarop opende hij de vensters. „Water" Ilij rukte de deur naar de gang open.eri riep: „Mevrouw Alvarez, we hebben wat voor u le doen." Maud Alvarez kwam angstig binnen. Met ontzetting keek ze naar den roerloos liggen- den bediende „Hij is ni-ri dood. Misschien kunt u me Ivat azijn en een handdoek bezorgen?" Het gevraagde was spoedig gebracht. Her- bert Porter wreef hot gezicht van don be diende; daarna maakte hij zijn lrieeren open en wreef ook zijn borst. De ademhaling van den patient werd al spoedig krachtiger; eindelijk sloeg hij de oogen op. Hij staarde de beide mannen verwezen aan. Met in spanning hief hij het hoofd op; hij keek [verward om zich heen en sprong toen plot seling overeind. „Wat is er gebeurd?" stamelde hij. „Daarover zult u ons beter inlichtingen kunnen geven dan wij u", zei de detective K^mlachend. „Wij hebben u bewusteloos den grond gevonden Bishop greep met een angstkreet naar zijn borst en wierp daarna een blik op de stalen deur „Ja.... ja...„" begon hij aarzelend. ,,lk herinner me ik werd plotseling onwel door een bedwelmenden geur, bitter-zoel, en daarop.ja, dat weet ik niet meer. ik werd opeens ontzettend moe.,,." „En de plalina-armband?" vroeg de de tective. „De armband? De armband? De bediende keek den vrager wezenloos aan. „Is die er niet meer?" „Neen. Die is verdwenen", antwoordde de juwelier. „Overtuig je zelf maar." Hij opende de pantserdeur. De beide heeren voerden den bediende, die .wankelend tus schen hen in liep, naar de werkplaats. Bishop wierp een blik op de 'werktafel en wankelde achteruit. „Hemelschc goedheid cn hebt u die heusch niet weggenomen?" „Neen." De bediende liet zich op den grond neer vallen en zocht met trillende vingers in alle hoeken en galen van de kleine kamer; hij zocht met een haast, die elk oogenblik koortsachtiger en gejaagder werd. „Neen", hijgde hij eindelijk vertwijfeld, „hij is weg." De detective had hem zwijgend gadege slagen. „Kunt u on6 misschien iets mcedeelen, Mr. Bishop, dut- eenig licht in deze duistere zaak zou kunnen brengen De bediende schudde treurig het hoofd. „Ik kan u niet meer zeggen, mijnheer, dan ik u gezegd heb." Herbert Porter onderzocht met zijn blikken de wanden van de werkplaat#. Plotseling giiig hij met een paar vlugge passen op het kleine, vierkante venster toe„ Drie der ijzeren tralies waren van bo ven cn van onderen afgezaagd. Het gla» was stukgeslagen; een hoop scherven glin sterde oDder het raampje op den vloer. Dc beide anderen waren den detective ge volgd en keken zwijgend naar de vernie ling „Monsieur Du val heeft, dus geen woord te veel gezegd", begon de'juwelier na een lang stilzwijgen", toen hij mij vertelde, dat er gevaar voor den armband bestond. Ilc meende alles gedaan te hebben om een diefstal onmogelijk te makenen nu zie ik, dat het nog niet genoeg was...'* Herbert Porler bestudeerde aandachtig de kleine, vierkante vensteropening, waarin nog enkele glassplinters waren achterge bleven. Daarop richtte hij zijn oogen op den bediende en zei op rustigen toon: „Mijnheer Bishop, u zult moeten toegeven, dat er een zekere verdenking tegen u zou kunnen rijzen. U was de laatste, die den armband in handen hebt gehad. Er zal u zelf veel aan gelegen zijn óm uw onschuld te bewijzen. Ik stel u daarom voor: laat u zich fouilloeren. Als dit onderzoek, waarvan ik overtuigd ben, niets oplevert, dan gaat u vrij heen." De bediende antwoordde toestemmend: „Natuurlijk, ik zie het in. Ik ben tot u beschikking." Herbert Porter knikte. „Ik verwachtte ook niet anders. Overigens zie ik, dat dit raam niet buiten uitkomt. Niet naar de straat en niet naar de binnenplaats." De juwelier schudde ontkennend Het hoofd. „Neen, het atelier was oorspronke lijk als een soort kleine eetkamer bedoeld. t Aan den anderen kant van dc deur, onder dit raam loopt een gang." „Hoe bereikt men die gang?' „Wij hebben maar één ingang: de voor deur aan de straatzijde." „Is die voordeur gisteravond goed ge sloten Maud Alvarez, die op den drempel stond, knikte heftig van ja: „Ik moest ze open sluiten, toen ik uit huis ging." „En was er niets aan beschadigd „Absoluut niets. En ik sloot de deur van buiten weer goed af." De blik van den 6peurder viel op een groote steenen kan, die op een gaskachel stond. f „Wat zat daarin?" vroeg hij. „Dat is mijn theepol", lichtte de Jjé-- diende in- De detective knikte. „Ik mag wel cvèn", zei hij, terwijl hij het deksel van den pot oplichtte en er in keek. „Thee", zei hij en legde het deksel er weer op. „En wilt u nu misschien ©von meegaan zei hij tegen Bishop. En met een handbeweging naar het echtpaar: „U wilt u ons wel een paar minuten veront schuldigen Mr. Bishop zal zoo vriende lijk zijn zioh even door mij te laten fouii- leeren. 'Alleen maar een kleine formaliteit, meer niet.^ De stalen 'deur werd gesloten. Dc man en de vrouw zagen elkaar zwijgend aan. .Opgewonden liep de juwelier een paar malen het vertrek op en neer. Plotseling bleef hij staan. Geloof jij werkelijk?... begon hij aar- zolend. t,Neen." Zij schudde ontkennend het boofd. „'Ik houd Bishop voor eerlijk. Een man, die twee cn een half jaar... neen... ik geloof he* niet." Alvai irde nadenkend voor zich uit. „Maar hoe verklaar jo de historie?" viel hij plotseling uit. „Aan de huisdeur geen spoor van beschadiging cn toch is de arm band verdwenen." Hij legde de hand op het voorhoofd. ,,=B» morgen komt Mon sieur Du val cn ik -moot hom zeggen, dat de platma-armband weg is. Hoe moet dat toch afloopen Dc jonge vronw keek met een bijna moe- dcrlijk-medelijdenden blik naar het be zorgde en verdrietige gezicht van haar man. „Monsieur Duval heeft zichzelf over- tuigd( dat je alle voorzorgen hebt geno men, die maar denkbaar waren. Je hebt, waar hij bij was, Bishop in de werkplaats opgesloten. Hij weet zeker, dat niemand het sieraad in handen heeft gehad, als Bishop.., en... jij." Zij stokte cn keek angstig haar man aan: „Weet je wel Juan, dat de verdenking net zoo goed op jou kan vallen als op Bishop?" De juwelier keek haar onlzet aan. „Ge-: loof je werkelijk...?" Zij haalde moedeloos de schouders op. „Ik geloof heelemaal niets. Ik kan bijna niet meer donken. Ik weet alleen dat eene maarer zijn twee menschen, die den armband in handen hebben gehad..." De deur ging weer open. „Het is, zooals ik gedacht had. Mr. Bishop heeft den armband niet", zei de speurder. Alvarez schudde het hoofd>,Maar hoe,- Mr. Porter..." x VjfWordt vervolgd)^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 9