KWATTAf^ De Hot der Leugenen No. 20373. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 13 Augustus Tweede Blad Anno 1926. BINNENLAND. VOLLE-MELK-REEPj BeteHan6oedJDEBEST£i FEUILLETON. De toestand van de Noordzeavisscherij. Uitvoering gevende aan een bcsluft van de op 28 Juli jl. gehouden algemeene leden vergadering der Reedersvereeniging voor de Nedcrlandsche Haringvisscherij heeft het Hoofdbestuur van voornoemde Vereeniging, zich met het volgende adres tot den minis ter van binnenlandsohe zaken en landbouw gewend. Hoe gaarne ondergeleekendcn ook liet te- fondcel zouden wênschen te constateeren. het vtfftrmrct te ontkennen, dat de vang- resultalen van alle soorten visscherij, uit geoefend in de Noordzee, allengs migder zijn geworden. Het behoeft dan ook geen verwondering -te wekken dat dit, voor ieder waarneembaar feit. aanleiding heeft gege ven tol velerlei geschrijf in de vak- en andere bladen, beoogendc verbetering in den toestand van hel Noordzeevisseherij- bedrijf te brengen. Iïct doet evenwel eigen aardig aan. dat wat do ee-n aanprijst als heilzaam middel voor de kwaal, de ander onvoorwaardelijk verwerpt, hetgeen tot resultaat heeft gehad, dat tot heden, onge twijfeld zeer ton nadcelc van den visch- 9tand der Noordzee, heelemaal niets is ge daan ter verbetering daarvan. Onder verwijzing naar hel d.d. 30 Maart 1925 door ónze vereeniging tol Uw Excel- lenlie's ambtsvoorganger gericht adres, vcr- corlovcn ondergeleckenden zich nogmaals bij uw excellentie aan te dringen op het ten spoedigste doen nemen van maatrege len tegéh de z.g. „pul-vissclierij", door uit vaardiging van een verbod tot'aan- en ver voer van alle ondermaatsclie Noordzee- visch, en mocht zulks op onoverkomelijke bezwaren sluiten, het stellen van een mini mum-maat op schol en tong. Het dezer dagen in de pers gehouden be loog, „dat- het geen zin heeft, maatregelen 'le nemen tegen de pufvisschcrij en daar door een aantal onzer nijvere visschers, die daarin een deel van hun inkomsten móeten vinden, te treffen, indien niet vaslslaat, dat ook veel en veel erger vernietiging van dc jonge visch door de sloomtreilers der ver schillende naties wordt verboden" kan als tegen-argument kwalijk als ernstig worden beschouwd. Omdat dc kusfvisscherè, uit sluitend of voor een zeer groot gedeelte op puf visschende, de opbrengst daarvan niet -kunnen missen, zou men dus een dergelijke „roofbouw" ten bate van die „nijvere vis schers" moeten laten bestendigen! Onder verwijzing naar het eind 1925 van de hand van dr. J. J. Tesch verschenen rap port over de „puf-visscherij". meenen on dergeteekenden het nemen van afdoende maatregelen tegen de pufvisscherij niet ver der le behoeven verdedigen. Nu wetenschappelijk is komen vast le slaan, dat „zeebliek" inderdaad jonge ha ring is, zouden ondergeteekenden hot op thoogen prijs stellen, indien uwe excellentie ook daarvan een aan- en vervoervorbod zou willen doen uitvaardigen, liet zal toch bekend zijn, dat in de Zu id - H'olt andscl i e en 'Zecuwsciie stroómen „zeebliek" O'orige ha ring) bij millio.enen wordt gevangen en, na ontdaan te zijn van de schubben, overboord geworpen of als eendènvoer gebruikt wórdt. Deze, uitmoording van jonge haring op 'groote schaal mag h.i. niet langer^ worden «toegelaten, ook al is van wetenschappelijke zijde.nog niet aangetoond van welken om vang de schade is, door de visscherij op zee bliek aan den haringstand der Noordzee toegebracht. Vervolgens vragen zij uw aandacht voor dc verregaande vernieling van den vïsch- rijkdom van het haringgebied door de zich steeds uitbreidende treilharingvisscherij Tegenover de meening van zekere weten schappelijke zijde, als zou het harir.gtreilen niet schadelijk zijn voor de instandhouding van de haringrijkheid of voor de voortzet ting van de drijfnetvisscherij, steden zij de onlangs van Diiilsche haringreeders ont vangen mcdc-deeling le dat door de haringlreil op do broed plaatsen van de lmring door vernieling van het broed zeer groote schade wordt aange richt 2e. dat telkenmale dal hct.ireilnet wordt opgehaald een massa jonge haring wordt /vernietigd; 3c. dat groote schade voor dé drijfnetvis- sehers wordt gezien in het feit, dat de sloomharinglreilers met hun netten hun visscherij op de meest roekelooze wijze uil- oefenen, waardoor menig drijfnet vernietigd is en tot gevolg heeft gehad, dat de logger- schippers juist op de van ouds bekende visch- plaatscn hun netten niet durven schieten, wanneer sloomharinglreilers in de nabij heid zijn. Op grond van eigen ervaring en van bo venstaande conclusie der Duilsche exploi tanten van de drijfnetvisscherij meenen ondergeteekenden, dat mag worden aange nomen, dat het visschen met haringlrcil- netten beduidende schade aan de drijfnet- haringvis9cherij toebrengt zoowel wat de vernietiging van broed en jonge haring als wat de belemmering voor de drijfnelharing- vis9chers betreft tengevolge^ van de onmo gelijkheid voor deze laatslen hun netten te schieten op plaatsen waar de treilers op haring visschen. Dat aan deze haringlreil- visscherij ook door een zeer groot aantal Engelsche en Fransche treilers wordt deel genomen, geeft tfbn het euvel nog grootere beteekenis, die door de drijfnetvisschers van deze beide landen zeker niet zal wor den ontkend. Ondergeteckendea meenen, dat slechts door internationaal overleg maatregelen le gen dit ernstige kwaad kunnen worden ge nomen, en dat het initiatief tot zulk een overleg zeer wel van onze regeering zou kunnen uitgaan. Ton slotte geven adr. een staatje, met een overzicht der doorsneevangst per ha ringschip gedurende de laatste 25 jaar. Wanneer in aanmerking wordt genomen, dat de hulpmiddelen voor de visscherij, vergeleken bij vroegere jaren, sterk zijn vooruitgegaan, dat de schepen zijn verbe terd en het aantal netten, waarmee wordt gevischt, belangrijk grooler is geworden, meenen de ondergeteekenden dat de gemid delde haringvangst per schip op belangrij ken achteruitgang wijst, waarvan do oor zaak dient le worden opgespoord. Zij zijn hel met dr. J. J. Tesch eens, wanneer hij zegt: „Jaar voor jaar zat men nauwkeurig en systematisch moeten zoeken. Moeten wij al dit werk aan andere volken overlaten? Hel is Nederland's plicht, als beschaafde natie, niet bij dit werk achter te blijven." (Zie Algemeen Visscherijblad 1 Dcc. 1925). Resumcercndc veroorloven ondergetee kenden zich, in het belang van het geheele Noordzcevisscherijbedrijf, bij uwe excellen tie met klem aan te dringen op het nemen van de volgende maatregelen ter beveiliging van' den viachsland der Noordzee: le. uitvaardiging van een aan- en vcr- voerverbod van alle ondermaatse he Noord- zeevisch, subsidiair: vaststelling van een minimum-maat voor schol en long; 2e. uitvaardiging van een dan- en ver voervorbod van zeebliek (jonge haring); 3e. het riemen van het initiatief tot inter nationaal overleg i. z. het troffen van maat regelen ter beteugeling van de treilharing visscherij. Afgescheiden van de vraag of de onder sub 1 en 2 genoemde pnnlen eveneens in ternationaal geregeld "dienen le worden mennen ondergeteekenden dal Nederland in ieder geval onverwijld en zelfstandig de daarbij gewenschtc maatregelen dient te nemen. Personeelraad bij de Spoorwegen. De personeelraad heeft, naar dc ,,N. Rott. Crt." meldt, tob het spoorwegperso neel het volgende "stuk gericht, dab on derteekend ia door alle leden, behalve den voorzitter van dei» Gentralen Bond. v,Ofschoon de personeelraad slechts lcor- t-en tijd bestaat en werkt, zijn er ecnigc incidenten voorgekomen, die een regeb matige en eerlijke samenwerking in den weg staan en waardoor de belangen van heb personeel, indien zij zich herhalen, zeker worden benadeeld. Er is eenige malen getracht door onder linge discussie in onzen raad dit begin van oneenigheid te voorkomen. De vertegen woordiger van den Gentralen Bood schijnt zich hieraan bitter weinig gelegen te ia- ten liggen. Voortdurend komen in het or gaan van dien bond vijandig gestelde ar tikelen voor, die bovendien in strijd zijn met do waarheid. Er is letterlijk geen woord waar van dc beweringen over den personeelraad, die eenigen tijd lang de kolommen van 'bedoeld orgaan vulden. Hiertegen wcnschen ondergeteekenden ten sterkste op te komen. Wij laten de gepubliceerde artikelen, voor wat ze zijn en zullen hierover geen pole miek aangaan. Slechts één geval wen- schen wij te memoreeren ten bewijze, hoe verkeerd de vertegenwoordiger van den Gentralen Bond optreedt. Op een in de maand Juni gehouden huis houdelijk congres van den Gentralen Bond heeft deze vertegenwoordiger mede- deelingen gedaan in strijd met hetgeen in onzen raad heeft plaats gevonden. Vol gens een niet voor publicatie bestemd/ doch officieel verslag van dab congres, liét hij o.a. als ^olgt uit: Spreker geeft1 vervolgens weer hoe op de personeelraadsvergadering van 17 Mei j.l. de door onzen bond ingediende voor stellen, o.a. inzake de bevorderingsclau sules voor leedingen en ondermachinisten, om hals zijn gebracht, hoe eigenmachtig voorsbellen, door andere organisaties in gediend, door diens eigen vertcgenwoordi- - gers weer werden ingetrokken. Dan krijgt men hierdoor een beeld van dc beharti ging der personeel belangen door de ove rige organisaties." Aan het 'slot va» het betoog wordt heel liefelijk de vraag opgeworpen of: dat vertegenwoordigers van de or ganisaties of van de werkgevers zijn." Geen wonder dat het verslag verder ver meldt, dat verschillende afdeelingen blijk geven van heftige verontwaardiging over de door den voorzitter geschetste gebeur tenissen. In de zitting van den personeelraad op 15 Juni kwamen enkele geruchten over de mededeel ingen des heeren Oramer ter sprake. Deze ontkende hetgeen door hem zou zijn medegedeeld. Volgens de notulen van onzen raad zeide do heer. Oramer: ,,Er is niets gedaan ten nadeele van den raad Spr. zegt, dat op het t.weedaag- sclio congres van den Centralyn Bond Werd geïnformeerd hoe het stond met de voor stellen betreffende liet locomotiefperso- neel. Hij ontkende gezegd te hebben, dab de voorstellen zouden zijn afgestemd of namen van personen te hebben genoemd. Hij heeft niets anders gezegd, dat de raad het tijdstip niet gunstig achtte." En verder bij de repliek zeide de heer Cramer ,,Hij wil er den nadruk op vestigen, dat bij de besprekingen op het congres de naam van geen enkele organisatie is ge noemd." Uit het officieele verslag van liet con gres van den Gentralen Bond blijkt, dat ook deze verklaring onwaar is geweest. Welke benaming wij zulk onwaarachtig optreden moeten géven, weton wij niet. Maar vast staat, dat wij het personeel moeten waarschuwen voor de valsche be richten die op deze w.ijze worden rondge dragen. Deze zaak maakte >n de laatste gehou den zitting van don personeelraad op Maandag 2 Augustus opnieuw een punt van bespreking uit. Besloten werd, wijt de. heer Gram er slechts ontwijkende antwoorden wenschte te geven, deze kwestie te publiceeren, op- dab het personeel weet hoeveel waarde kan worden gehecht aan niet door den raad vooraf goedgekeurde-mededeelingen." Nienwe wachtgeldregeling voor de onderwijzers. Naar wij vernemen, zegt dc „Tor.", is binnenkort de indiening te wachten-Van ec-n wetsvoorstel lot wijziging van de Lager- Onderwijswct, houdende een nieuwe rege ling van de wachtgelden voor de leerkrach ten bij het lager onderwijs. Ned. Bond van Horlogemakers. In de gisteren le Den Haag voorlgczelle vergadering werd Arnhem aangewezen als plaats voor den volgenden Bondsdag. Vervolgens was aan de orde hel.voorstel van den heer j. Prinsen: „De Ned. Bond van Horlogemakers trachtc zooveel mogelijk saihen werking le treffen met de beide andere horlogemakers-organi saties, opdat en onderwijs en handelsinlich tingen en uit te schrijven prijsvragen op ons gebied, het hoogste resultaat bereiken en het meest Beantwoorden aan het doel, waar voor onze organisatie is opgericht: verhef fing van ons vak. Van bestuurszijde werd voorgesteld dc loc- sland, zoover die thans bestaat, nog een jaar te laten voortduren. De voorzitter vestigde er voorts nog de aandacht op. dat er reeds, een gezonde sa menwerking bestaat lusschen de drie bon den, zoodat hot voorstel overbodig is. Na eenige discussie werd een motie aan genomen, waarin uitgesproken wordt, dat er .feeds, samenwerking bestaat lusschen de verschillende bonden en dat het voorstel- Prinsen overbodig geacht wordt, hoewel er met waardee'ring kennis van is genomerif Vervolgens werd overgegaan lot het uit reiken der prijzen, behaald door de deel nemers aan de door hel bestuur uilgeschre ven prijsvraag. Het reglement der diploma-commissie werd 7. li. s. goedgekeurd, evenals het regle ment voor de handels-commissie. Verder was aan de orde het voorstel van het bondsbestuur om in hel vervolg de jaar- lijksche contributie der afdeelingsledcn lej verminderen met 12 per jaar en van de al gemeene leden met f 1 per jaar. Door den heer Zeggclaar werd voorge steld alteen do contributie voor de leden van de afdecfingen le verlagen cn niet die van de algemeene leden. Na eenige discussie werd het voorstel van het bondsbestuur aangenomen. De heer Spilner deed daarna eenige mede- deelingen omtrent het in le voeren Unu<- merk „Contra". Daarna was aan de orde hel voorstel van de afdceling Leiden en Omstreken, luidende: a. Het bondsbestuur wordt verzocht dé mogelijkheid onder.de oogen te zien, het ge makkelijker te maken: reparation, die naar het buitenland moeien cn weer terug ko men, vrijdom van invoerrechten te verlee- nen. b. De wenschelijkheid uil te spreken, dat de douanen het recht hebben ook le onder zoeken of de uurwerken, die men zelf draagt, gekeurd zijn, cn zoo niet, alsnog het invoerrecht le lief ren cn keurloon te laten betalen en het voorwerp le doen keuren De voorzitter deed toezeging, dal 't bonds bestuur zal trachten de verzending van uurwerken vrij van invoerrechten te doen geschieden Na rondvraag werd de vergadering door den voorzitter gesloten. Het vuil op den akker. Dc reinigingsdienst van Enschedé zal binnen korten tijd een geheel nieuwe pe riode ingaan wat betreft haar vuilberging, waardoor het dorre en kale Usselerveen in bloeiende landouwen herschapen zal wor den. Met de werkzaamheden schiet men reeds aardig op. Op het terrein van de Rei niging zijn reeds oen 40 wagons, cn' eenige tanks voor faecaliën. Twee locomotieven mét benzinemotoren en clectrische batte rijen voor verlichting zijn eveneens aanwe zig, zoodat twee treinen, elk GO meter lang, kunnen rijden. Op het vaall-terréin is alles reeds in orde. Van de stortingsloods uit wordt het .vuil over oen lange open Icansporlinrich- ling naar de wagens geleid, zoodnt het eerst gesorteerd kan worden. Daarna wor den de groote stukken, benevens al wat nog waarde heeft, zooals lompen en derge lijke, er uit verwijderd. Het sortecren zal niet in gemeentedienst geschieden, maar verpacht worden. Een brecde bestraatte ver keersweg is naast dc spoorrails aangelegd. Het werk in hol Usselervecn wordt ver richt door de Ileicfemaalschappij. Orn het veen is een afwateringssloot gegraven, welke het water in een der beken loodst. Het geheel veen, GO H A. groot, wordt geëgaliseerd en gedraineerd. Verschillende ploegen arbeiders zijn daarmede bezig. IIol vuil zal gestort worden ter dikte van 40 lot 50 c.M. Het cgaliseeren is reeds gevor derd en de ploeg had op een gedeelte haar werk al gedaan Naar de directeur mededeelde aan dc „Voorw." zal binnen twee maanden hot nieuwe bedrijf in werking worden gesteld. Dan zullen de afvalstoffen, die tot nu toe het gemeentebestuur zooveel hoofdbrekens hebben bezorgd, de ujlgeslrekte heide ma ken lot vruchtbare boomgaarden, rijke oogstopbrengende tuinderijen cn heerlijke bloemvelden. De urgentie van wegenverbetering. Hel „P. C. W." schrijft ons: In Iwec achtereenvolgende jaarvergade ringen van den A. N. NV. B. (te Maastricht en te Arnhem) heeft do voorzitter van dien' Bond, de heer ICdo J. Bergsma, met nadruk de aandacht gevestigd op dc dringende ur gentie van wegenverbetering en bij beide gelegenheden is daarbij gesproken over do noodzakelijkheid van een krachtig voortge- zelten propaganda-arbeid. ten einde bel Ne- -derlandsehc volk in le lichter., hoezeer cr „periculum in mora" is. Verleden jaar le Maastricht werd de „noodklok" geluid en werd medegedeeld,dat de propaganda gelegd was in handen van het „P. C. W.", waarin de voornaamste tak*j ken van volksbestaan vertegenwoordigd zij» en dal er naar slrcvei) zou_ bij het Neder', landsche volk en zijn bestuurders dc over lui ging wakker te roepen, dat er op wegen- gebied gehandeld moet worden; dat er moet worden ingegrepen spuedig en met kraelri' opdat liet Nedcrlandsche wegennel geschikt zoh worden gemaakt voor het tegenwoor dig en nog steeds toenemend verkeer. Oré dat denkbeeld ingang le doen vinden moes. ons volk onverdroten en vlijtig worden be werkt, voorgelicht, opgeschrikt. Dit jaar. le Arnhem, kon de voorzitter verklaren, dat dit allés was geschied, daj het „P. C W." krachtig gesteund door doi^ Bond gelukkig echter niet door dezen alleen, maar door allo groepen weggebruik kers de noodklok is blijven luiden cn dal- het propagandawerk belangstelling en irw stc-mming gevonden heeft. Bij herhaling heeft hij daarbij doen-uit komen. hoezeer handel en industrie hel al lergrootste belang hebben bij een oplossing van het" wegenvraagsluk, dat immers is'ccri vraagstuk van grondstoffen-aanvoer en wa-j Ten-distributie, oen* economisch vraagstuk van den eersten rang en is erop gewezen,- dal de* krachtige actie die noodig is, cr ook! is gekomen. Mol dankbare voldoening kon worden ge-i eonslateerd, dal de actie groot succes haiL dank zij mede den krachligen steun van do geheele Nederlandsche Pers,cn een alge-* mceno volksbelangslelling is gekomen enj dat cr zeldzaam verschijnsel in ons lancj warme belangstelling en eensgezindheid) is bij alle poliliekc parlijen, bij alle slnndenj bij werkgevers en werknemers etc. Maar levens en daarop wil hel P.C.W. gaarne nogmaals de algemeene aandacht; vestigen is inel aandrang betoogd, dal do zoozeer gcwcnschlc krachtige actie van alle kanten, die gekomen is en groot succes had, moet blijven voortduren cn met onverflau- wenden ijver moet worden voortgezet. De regeering heeft plannen voor wegeri- vc-rbelering cn wit die lol uitvoering bren gen; bij den Wathrslaai van Rijk en Pron vincic verlangt men naar een kans om hardi aan bet werk le gaar\, indien maar.de regcc- ring en de colleges, die l'.un waterstaat die kans kunnen geven zich daarbij gedragen weten door de sympalhie der natie. Die sympathie is cr thans; de belangstel-, ling is wakker en moet wakker blijven cn daarom ial het een goed en nuttig werfC zijn te zorgen, dat de belangstelling niet ver slapt, de sympathie niet dooft, de prikkel lot handelen levendig blijft. Maar daarenboven is het vooral noodig er telkens en telkens weer op le wijzen, dat het vcrbclermgswcrk geen uitstel duldt. De tijd dringt! Daarom zij hier tot slot met instemming geciteerd, hetgeen de voorzitter van den A. N. W. B. in zijn Arnhemsche rede zcidc: „Gehandeld moet er worden, met kracht en met spoed, want wat wij voor-, speld hebben gebeurt; het verkeer ontwik-* kelt zich in snel stijgende lijn en ontwricht ling van liet verkeer is onafwendbaar, als niet onverwijld wordt ingegrepen!" RECLAME. 8925 Naar het Engelsch van JUSTUS MILE FOSMAN. Door J. S. 20) „Het zou heel jammer zijn," zei ze,'„als kolonel Von Alldorf verliefd was geworden op iemand, die hem niet waardig was, of die hem niet bc-g^eep, of die niet hartelijk en goed voor hem was. Er zijn niet veel mannen als kolonel Von Alldorf." „Dat is waar," zei ik warm. „Von Altdorf js een beste kerel. Maar wat doet hij ver- hefd le worden op zijn leeftijd." „Zijn leeftijd!" zei miss Mannering, met meer verontwaardiging dan we! noodig was. „D praat of hij zeventig is. Mannen blijven kwajongens tot ze veertig zijn," verklaarde 2c nogal onvriendelijk. „Zoo. is dat zoo?" zei ik, „ik dank u wel voor het compliment. Eén troost: hc-t zal veel jaren meer duren vóór ik ook .veertig ben. En nu wilt u me misschien J^'el vertellen van wie Von Altdorf het zoo Q pakken heefl? lie kan er niet naar gissen verondersteld altijd, dat hij werkelijk ver leid is. Ik voor mij ben geneigd aan le Deinen, dat zijn spijsvertering in de war u. onis meent, dat hij onder de bekoring van concierge is geraakt!" r,'O1 ^'in jullie geestig," zei miss Man- tig een man van en veer" „Twee eri veertig," zei ik brutaal. zich op de hem eigen, ernsligc wijze gedraagt, zeg jullie dadelijk maar, dat hij verliefd is. Maar waarom zou hij niet? Is hij niet een flinke kerel en een onberis pelijk inensch? Is hij geen trouwe vriend? Is hij niet van het soorf, zooafs iedere vrouw het gaarne heefl? Is kij niet knap van uiter lijk cn „Knap?" viel ik haar in de rede. „Och, kom, ik zou Von Altdorf niet knap durven noemen. Hij is niet bepaald focileelijk. maar „Hij is zelfs heel knap," zei miss Manne ring op een loon, die geen tegenspraak duldde. „Mannen weten nooit, wanneer an dere mannen in vrouwenoogen aantrekkelijk zijn. En zij maken altijd het meeste werk van de onbeduidendste meisjes." „Ik maak alleen werk van u," zei ik, ,en ik was volstrekt niet verlangend om zoo'n lang gesprek over Von Altdorf le voeren. Wiit'u niet eens wat voor me zingen? Men zegt, dat u zoo'n prachtige stem hebt. Zing eens iets zachts en lieflijks iels over liefde." „Ik zing geen minneliederen," zei ze stug. „Maar," protesteerde ik, „gisteren heb ik cr u, toen uw raam-open stond, een hooren zingen, dat ik hee; mooi vend." „Dat kan wel," zei ze. „daar dacht ik ook juist aan. Maar dat lied zing ik alleen voor één man, voor een vriend, van wien ik heel veel houd. Voor een ander zing ik het niet" „Nu, goed dan," zeide ik. „Ik ga dan maar weg. Ik geloof, dat u meer dan genoeg heeft van mijn gezelschap. Ik ga naar Mallory's kamer, eens zien hoe Von Altdorf het maakt." Maar toen ik de deur opendeed, liep ik legen onzen braven kolonel pan. Hij be groette rae rnet een onvriendelijk, wan trouwig gezicht „Wat doe jij hier?" zei bij grof. „Waarom zou ik niet hier zijn?" vroeg ik, en ik keek van hem naar miss Manne ring cn bemerkte hoe haar gezicht straalde. Hoofdschuddend ging ik weg, naar Mal lory's- kamer. „Denis zal zich slap lachen, als hij het hoort, dacht ik. Maar Denis lachte niet', toen ik het hem verleid had. Ilij zei alleen: „Gelukkige kerel! Wat een gelukkige kerel!" Arme Denis! Het was overduidelijk, wat hij dacht. Sommige menschen schijnen nooit geluk le mogen hebben. HOOFDSTUK XI. Eleanor van Novodnia lcwarn hét grind pad van het Paradijs af. Haar oogen schit terden als sterren en zij zong zacht Denis zat op de oude bank bij dc fontein in de fonkelende waterstralen te kijken en wilde zijn hoofd niet omwenden. Hij had haar hooren komen, maar toch bonsde zijo hart, toen zij, achter hem staande, plotse ling haar handen voor zijn oogen hield en vroeg, wie hij dacht, dat daar was. Die handen warén zacht en koel, maar ze joegen liet bloed door zijn aderen. „Ik weet niet, wie je bant," zei hij, „maar ik vermoed, dat je een engel zult moeten zijn, want je hebt de handen van een engel.". Zij kwam naast hem op de sleonen bank zitten. „En hij?" vroeg ze. „Wat doet hij voor die engel?" - - „Hij heeft haar lief. Meer dan iels anders. Meer dan zijn eer." „Neen!" zei Eleanor scherp. „Neen dat doet hij niet, dat mag hij niet. Neem dat woord terug. Carlo! Jo eer gaat je boven alles. Zeg, dat je eer je boven alles gaal Orn je plicht trouw te zijn, bleef jo in No vodnia en kwam niet navar mij toe. En zoo ben je nog, Karet, toe, zeg, dat je nog zoo bentl Je mcc-nde natuurlijk niet, wal je daar zei. Carlo, maar je mag zoo iels- niet weer zeggen." „Als ik ooit...." begon hij, en bevoch tigde zijn droge lippen, „als ik ooit een on eervol ding deed, of jc in een gewichtige zaak bedroog, wat zou je doen, Eleanor, wat zou je dan doen?" „Och Carlo, laat on3 niet over zulke nare dingen pralen. Zij zouden ons Paradijs be derven. Jij kunt zoo iets immers niet doen, eenvoudig, omdat het in strijd zou zijn met je lieele wezen. Als je het wél kon, ja, dan zou ik je haten, Karei, omdat je mijn leven bedorven zou hebben; en mij uil het Para dijs verdreven." „Ik dacht wel, dat jc zoo iets zeggen zou," zei Denis Mallory zuchtend; „maar ik was toch nieuwsgierig hel te hooren." „Wat een ziekelijke nieuwsgierigheid," vond Eleanor „Die moet ik je ééns voor altijd verbieden, hoor. Weet je, dat nieuws gierigheid een leelijke ondeugd is?" Zij werd stil en keek voor zich uit naar de zwarte boomstammen. „Karei," begon ze opeens, „waarom pra ten wc nooit eens over wal we straks gaan doen, a]s ik heelemaal beter bc-n alsof ik dat nu nog niet was! en al3 we af reizen naar Novodnia en het paleis in Novodnia. Het zal daar wel niet-zoo prettig zijn afe hier. Carlo mio. Staatszaken zullen den lijd eri de gedachten van den vorst wet den geheelen dag in beslag nemen. Niemand zal denken aan de vrouw vari den Prins, nietwaar? Hel dringt niet tol hen door, dat ze ^alleen, dat ze eenzaam zal zijn, zonder haar Prins, die bij zijn ministers i.;. O, ik wou, dal j.? geen vorst was. Carlo!" „Ja....!" riep Mallory uit, cn cr was een vreemd licht in zijn oogen, „als ik do Prins niet was, Eleanor?" „Als je de Prins niet was, Carlo, als jo niet behoefde le regeeron, geen vijanden had te bevechten, geen lastige staatszorgen had Wat zou je doen, Carlo, als wij niet Prins en Prinses waren?" „Als wij niet Prins on Prinses waren, Eleanor, als er niets was, dat mij weer hield, of dat ine in den weg stond? Als ik alleen maai- een mon en jij een vrouw 1 was? Wel, dan zou ik naar je toe komen, hier in ons Paradijs, op een dag als deze. Ik zou je dan in het oor fluisteren: „Liefsto van al, waarop wachten we langer? Hoor! Vannacht, als alles donker is, als je naar je kamer bent gegaan en ieder denkt, dal je op je bed ligt te slapen, lconi dan zachtjes, maak geen leven, kom zachtjes! Kom naar builen in den hof onder de kaslanjcboo-. men. Ik zal op je wachten bij dc fontein en dan gaan we hand in hand onder de hoornen door naar hel kleine poortje in den muur, dal op den Boulevard uitkomt. We openen het en paan naar buiten en doen de deur zorgvuldig weer dicht. Om den hoek staat een rijtuig te wachten, en de wijde, wijde wereld wacht je, Eleanor, eri oen man, die je liefheeft, je beschermt cn bewaakt, die zooveel van je houdt, dat hij niet over je kan spreken zonder een soort duizeling v/aarop wachten we nog, jij en ik?" (Wordt vervoigd)t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5