KWATTAf^
De Hot der Leugenen
No. 20373.
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 13 Augustus
Tweede Blad Anno 1926.
BINNENLAND.
VOLLE-MELK-REEPj
BeteHan6oedJDEBEST£i
FEUILLETON.
De toestand van de Noordzeavisscherij.
Uitvoering gevende aan een bcsluft van
de op 28 Juli jl. gehouden algemeene leden
vergadering der Reedersvereeniging voor de
Nedcrlandsche Haringvisscherij heeft het
Hoofdbestuur van voornoemde Vereeniging,
zich met het volgende adres tot den minis
ter van binnenlandsohe zaken en landbouw
gewend.
Hoe gaarne ondergeleekendcn ook liet te-
fondcel zouden wênschen te constateeren.
het vtfftrmrct te ontkennen, dat de vang-
resultalen van alle soorten visscherij, uit
geoefend in de Noordzee, allengs migder
zijn geworden. Het behoeft dan ook geen
verwondering -te wekken dat dit, voor ieder
waarneembaar feit. aanleiding heeft gege
ven tol velerlei geschrijf in de vak- en
andere bladen, beoogendc verbetering in
den toestand van hel Noordzeevisseherij-
bedrijf te brengen. Iïct doet evenwel eigen
aardig aan. dat wat do ee-n aanprijst als
heilzaam middel voor de kwaal, de ander
onvoorwaardelijk verwerpt, hetgeen tot
resultaat heeft gehad, dat tot heden, onge
twijfeld zeer ton nadcelc van den visch-
9tand der Noordzee, heelemaal niets is ge
daan ter verbetering daarvan.
Onder verwijzing naar hel d.d. 30 Maart
1925 door ónze vereeniging tol Uw Excel-
lenlie's ambtsvoorganger gericht adres, vcr-
corlovcn ondergeleckenden zich nogmaals
bij uw excellentie aan te dringen op het
ten spoedigste doen nemen van maatrege
len tegéh de z.g. „pul-vissclierij", door uit
vaardiging van een verbod tot'aan- en ver
voer van alle ondermaatsclie Noordzee-
visch, en mocht zulks op onoverkomelijke
bezwaren sluiten, het stellen van een mini
mum-maat op schol en tong.
Het dezer dagen in de pers gehouden be
loog, „dat- het geen zin heeft, maatregelen
'le nemen tegen de pufvisschcrij en daar
door een aantal onzer nijvere visschers, die
daarin een deel van hun inkomsten móeten
vinden, te treffen, indien niet vaslslaat, dat
ook veel en veel erger vernietiging van dc
jonge visch door de sloomtreilers der ver
schillende naties wordt verboden" kan als
tegen-argument kwalijk als ernstig worden
beschouwd. Omdat dc kusfvisscherè, uit
sluitend of voor een zeer groot gedeelte op
puf visschende, de opbrengst daarvan niet
-kunnen missen, zou men dus een dergelijke
„roofbouw" ten bate van die „nijvere vis
schers" moeten laten bestendigen!
Onder verwijzing naar het eind 1925 van
de hand van dr. J. J. Tesch verschenen rap
port over de „puf-visscherij". meenen on
dergeteekenden het nemen van afdoende
maatregelen tegen de pufvisscherij niet ver
der le behoeven verdedigen.
Nu wetenschappelijk is komen vast le
slaan, dat „zeebliek" inderdaad jonge ha
ring is, zouden ondergeteekenden hot op
thoogen prijs stellen, indien uwe excellentie
ook daarvan een aan- en vervoervorbod
zou willen doen uitvaardigen, liet zal toch
bekend zijn, dat in de Zu id - H'olt andscl i e en
'Zecuwsciie stroómen „zeebliek" O'orige ha
ring) bij millio.enen wordt gevangen en, na
ontdaan te zijn van de schubben, overboord
geworpen of als eendènvoer gebruikt wórdt.
Deze, uitmoording van jonge haring op
'groote schaal mag h.i. niet langer^ worden
«toegelaten, ook al is van wetenschappelijke
zijde.nog niet aangetoond van welken om
vang de schade is, door de visscherij op zee
bliek aan den haringstand der Noordzee
toegebracht.
Vervolgens vragen zij uw aandacht voor
dc verregaande vernieling van den vïsch-
rijkdom van het haringgebied door de zich
steeds uitbreidende treilharingvisscherij
Tegenover de meening van zekere weten
schappelijke zijde, als zou het harir.gtreilen
niet schadelijk zijn voor de instandhouding
van de haringrijkheid of voor de voortzet
ting van de drijfnetvisscherij, steden zij de
onlangs van Diiilsche haringreeders ont
vangen mcdc-deeling
le dat door de haringlreil op do broed
plaatsen van de lmring door vernieling van
het broed zeer groote schade wordt aange
richt
2e. dat telkenmale dal hct.ireilnet wordt
opgehaald een massa jonge haring wordt
/vernietigd;
3c. dat groote schade voor dé drijfnetvis-
sehers wordt gezien in het feit, dat de
sloomharinglreilers met hun netten hun
visscherij op de meest roekelooze wijze uil-
oefenen, waardoor menig drijfnet vernietigd
is en tot gevolg heeft gehad, dat de logger-
schippers juist op de van ouds bekende visch-
plaatscn hun netten niet durven schieten,
wanneer sloomharinglreilers in de nabij
heid zijn.
Op grond van eigen ervaring en van bo
venstaande conclusie der Duilsche exploi
tanten van de drijfnetvisscherij meenen
ondergeteekenden, dat mag worden aange
nomen, dat het visschen met haringlrcil-
netten beduidende schade aan de drijfnet-
haringvis9cherij toebrengt zoowel wat de
vernietiging van broed en jonge haring als
wat de belemmering voor de drijfnelharing-
vis9chers betreft tengevolge^ van de onmo
gelijkheid voor deze laatslen hun netten te
schieten op plaatsen waar de treilers op
haring visschen. Dat aan deze haringlreil-
visscherij ook door een zeer groot aantal
Engelsche en Fransche treilers wordt deel
genomen, geeft tfbn het euvel nog grootere
beteekenis, die door de drijfnetvisschers
van deze beide landen zeker niet zal wor
den ontkend.
Ondergeteckendea meenen, dat slechts
door internationaal overleg maatregelen le
gen dit ernstige kwaad kunnen worden ge
nomen, en dat het initiatief tot zulk een
overleg zeer wel van onze regeering zou
kunnen uitgaan.
Ton slotte geven adr. een staatje, met
een overzicht der doorsneevangst per ha
ringschip gedurende de laatste 25 jaar.
Wanneer in aanmerking wordt genomen,
dat de hulpmiddelen voor de visscherij,
vergeleken bij vroegere jaren, sterk zijn
vooruitgegaan, dat de schepen zijn verbe
terd en het aantal netten, waarmee wordt
gevischt, belangrijk grooler is geworden,
meenen de ondergeteekenden dat de gemid
delde haringvangst per schip op belangrij
ken achteruitgang wijst, waarvan do oor
zaak dient le worden opgespoord. Zij zijn
hel met dr. J. J. Tesch eens, wanneer hij
zegt: „Jaar voor jaar zat men nauwkeurig
en systematisch moeten zoeken. Moeten wij
al dit werk aan andere volken overlaten?
Hel is Nederland's plicht, als beschaafde
natie, niet bij dit werk achter te blijven."
(Zie Algemeen Visscherijblad 1 Dcc. 1925).
Resumcercndc veroorloven ondergetee
kenden zich, in het belang van het geheele
Noordzcevisscherijbedrijf, bij uwe excellen
tie met klem aan te dringen op het nemen
van de volgende maatregelen ter beveiliging
van' den viachsland der Noordzee:
le. uitvaardiging van een aan- en vcr-
voerverbod van alle ondermaatse he Noord-
zeevisch, subsidiair: vaststelling van een
minimum-maat voor schol en long;
2e. uitvaardiging van een dan- en ver
voervorbod van zeebliek (jonge haring);
3e. het riemen van het initiatief tot inter
nationaal overleg i. z. het troffen van maat
regelen ter beteugeling van de treilharing
visscherij.
Afgescheiden van de vraag of de onder
sub 1 en 2 genoemde pnnlen eveneens in
ternationaal geregeld "dienen le worden
mennen ondergeteekenden dal Nederland in
ieder geval onverwijld en zelfstandig de
daarbij gewenschtc maatregelen dient te
nemen.
Personeelraad bij de Spoorwegen.
De personeelraad heeft, naar dc ,,N.
Rott. Crt." meldt, tob het spoorwegperso
neel het volgende "stuk gericht, dab on
derteekend ia door alle leden, behalve den
voorzitter van dei» Gentralen Bond.
v,Ofschoon de personeelraad slechts lcor-
t-en tijd bestaat en werkt, zijn er ecnigc
incidenten voorgekomen, die een regeb
matige en eerlijke samenwerking in den
weg staan en waardoor de belangen van
heb personeel, indien zij zich herhalen,
zeker worden benadeeld.
Er is eenige malen getracht door onder
linge discussie in onzen raad dit begin van
oneenigheid te voorkomen. De vertegen
woordiger van den Gentralen Bood schijnt
zich hieraan bitter weinig gelegen te ia-
ten liggen. Voortdurend komen in het or
gaan van dien bond vijandig gestelde ar
tikelen voor, die bovendien in strijd zijn
met do waarheid. Er is letterlijk geen
woord waar van dc beweringen over den
personeelraad, die eenigen tijd lang de
kolommen van 'bedoeld orgaan vulden.
Hiertegen wcnschen ondergeteekenden ten
sterkste op te komen.
Wij laten de gepubliceerde artikelen, voor
wat ze zijn en zullen hierover geen pole
miek aangaan. Slechts één geval wen-
schen wij te memoreeren ten bewijze, hoe
verkeerd de vertegenwoordiger van den
Gentralen Bond optreedt.
Op een in de maand Juni gehouden huis
houdelijk congres van den Gentralen
Bond heeft deze vertegenwoordiger mede-
deelingen gedaan in strijd met hetgeen in
onzen raad heeft plaats gevonden. Vol
gens een niet voor publicatie bestemd/
doch officieel verslag van dab congres, liét
hij o.a. als ^olgt uit:
Spreker geeft1 vervolgens weer hoe op
de personeelraadsvergadering van 17 Mei
j.l. de door onzen bond ingediende voor
stellen, o.a. inzake de bevorderingsclau
sules voor leedingen en ondermachinisten,
om hals zijn gebracht, hoe eigenmachtig
voorsbellen, door andere organisaties in
gediend, door diens eigen vertcgenwoordi-
- gers weer werden ingetrokken. Dan krijgt
men hierdoor een beeld van dc beharti
ging der personeel belangen door de ove
rige organisaties."
Aan het 'slot va» het betoog wordt heel
liefelijk de vraag opgeworpen of:
dat vertegenwoordigers van de or
ganisaties of van de werkgevers zijn."
Geen wonder dat het verslag verder ver
meldt, dat verschillende afdeelingen blijk
geven van heftige verontwaardiging over
de door den voorzitter geschetste gebeur
tenissen.
In de zitting van den personeelraad op
15 Juni kwamen enkele geruchten over de
mededeel ingen des heeren Oramer ter
sprake. Deze ontkende hetgeen door hem
zou zijn medegedeeld. Volgens de notulen
van onzen raad zeide do heer. Oramer:
,,Er is niets gedaan ten nadeele van
den raad Spr. zegt, dat op het t.weedaag-
sclio congres van den Centralyn Bond Werd
geïnformeerd hoe het stond met de voor
stellen betreffende liet locomotiefperso-
neel. Hij ontkende gezegd te hebben, dab
de voorstellen zouden zijn afgestemd of
namen van personen te hebben genoemd.
Hij heeft niets anders gezegd, dat de raad
het tijdstip niet gunstig achtte."
En verder bij de repliek zeide de heer
Cramer
,,Hij wil er den nadruk op vestigen, dat
bij de besprekingen op het congres de
naam van geen enkele organisatie is ge
noemd."
Uit het officieele verslag van liet con
gres van den Gentralen Bond blijkt, dat
ook deze verklaring onwaar is geweest.
Welke benaming wij zulk onwaarachtig
optreden moeten géven, weton wij niet.
Maar vast staat, dat wij het personeel
moeten waarschuwen voor de valsche be
richten die op deze w.ijze worden rondge
dragen.
Deze zaak maakte >n de laatste gehou
den zitting van don personeelraad op
Maandag 2 Augustus opnieuw een punt
van bespreking uit.
Besloten werd, wijt de. heer Gram er
slechts ontwijkende antwoorden wenschte
te geven, deze kwestie te publiceeren, op-
dab het personeel weet hoeveel waarde
kan worden gehecht aan niet door den
raad vooraf goedgekeurde-mededeelingen."
Nienwe wachtgeldregeling voor de
onderwijzers.
Naar wij vernemen, zegt dc „Tor.", is
binnenkort de indiening te wachten-Van ec-n
wetsvoorstel lot wijziging van de Lager-
Onderwijswct, houdende een nieuwe rege
ling van de wachtgelden voor de leerkrach
ten bij het lager onderwijs.
Ned. Bond van Horlogemakers.
In de gisteren le Den Haag voorlgczelle
vergadering werd Arnhem aangewezen als
plaats voor den volgenden Bondsdag.
Vervolgens was aan de orde hel.voorstel
van den heer j. Prinsen:
„De Ned. Bond van Horlogemakers trachtc
zooveel mogelijk saihen werking le treffen
met de beide andere horlogemakers-organi
saties, opdat en onderwijs en handelsinlich
tingen en uit te schrijven prijsvragen op ons
gebied, het hoogste resultaat bereiken en
het meest Beantwoorden aan het doel, waar
voor onze organisatie is opgericht: verhef
fing van ons vak.
Van bestuurszijde werd voorgesteld dc loc-
sland, zoover die thans bestaat, nog een
jaar te laten voortduren.
De voorzitter vestigde er voorts nog de
aandacht op. dat er reeds, een gezonde sa
menwerking bestaat lusschen de drie bon
den, zoodat hot voorstel overbodig is.
Na eenige discussie werd een motie aan
genomen, waarin uitgesproken wordt, dat er
.feeds, samenwerking bestaat lusschen de
verschillende bonden en dat het voorstel-
Prinsen overbodig geacht wordt, hoewel er
met waardee'ring kennis van is genomerif
Vervolgens werd overgegaan lot het uit
reiken der prijzen, behaald door de deel
nemers aan de door hel bestuur uilgeschre
ven prijsvraag.
Het reglement der diploma-commissie
werd 7. li. s. goedgekeurd, evenals het regle
ment voor de handels-commissie.
Verder was aan de orde het voorstel van
het bondsbestuur om in hel vervolg de jaar-
lijksche contributie der afdeelingsledcn lej
verminderen met 12 per jaar en van de al
gemeene leden met f 1 per jaar.
Door den heer Zeggclaar werd voorge
steld alteen do contributie voor de leden van
de afdecfingen le verlagen cn niet die van
de algemeene leden.
Na eenige discussie werd het voorstel van
het bondsbestuur aangenomen.
De heer Spilner deed daarna eenige mede-
deelingen omtrent het in le voeren Unu<-
merk „Contra".
Daarna was aan de orde hel voorstel van
de afdceling Leiden en Omstreken, luidende:
a. Het bondsbestuur wordt verzocht dé
mogelijkheid onder.de oogen te zien, het ge
makkelijker te maken: reparation, die naar
het buitenland moeien cn weer terug ko
men, vrijdom van invoerrechten te verlee-
nen.
b. De wenschelijkheid uil te spreken, dat
de douanen het recht hebben ook le onder
zoeken of de uurwerken, die men zelf
draagt, gekeurd zijn, cn zoo niet, alsnog het
invoerrecht le lief ren cn keurloon te laten
betalen en het voorwerp le doen keuren
De voorzitter deed toezeging, dal 't bonds
bestuur zal trachten de verzending van
uurwerken vrij van invoerrechten te doen
geschieden
Na rondvraag werd de vergadering door
den voorzitter gesloten.
Het vuil op den akker.
Dc reinigingsdienst van Enschedé zal
binnen korten tijd een geheel nieuwe pe
riode ingaan wat betreft haar vuilberging,
waardoor het dorre en kale Usselerveen in
bloeiende landouwen herschapen zal wor
den. Met de werkzaamheden schiet men
reeds aardig op. Op het terrein van de Rei
niging zijn reeds oen 40 wagons, cn' eenige
tanks voor faecaliën. Twee locomotieven
mét benzinemotoren en clectrische batte
rijen voor verlichting zijn eveneens aanwe
zig, zoodat twee treinen, elk GO meter lang,
kunnen rijden.
Op het vaall-terréin is alles reeds in
orde. Van de stortingsloods uit wordt het
.vuil over oen lange open Icansporlinrich-
ling naar de wagens geleid, zoodnt het
eerst gesorteerd kan worden. Daarna wor
den de groote stukken, benevens al wat
nog waarde heeft, zooals lompen en derge
lijke, er uit verwijderd. Het sortecren zal
niet in gemeentedienst geschieden, maar
verpacht worden. Een brecde bestraatte ver
keersweg is naast dc spoorrails aangelegd.
Het werk in hol Usselervecn wordt ver
richt door de Ileicfemaalschappij. Orn het
veen is een afwateringssloot gegraven,
welke het water in een der beken loodst.
Het geheel veen, GO H A. groot, wordt
geëgaliseerd en gedraineerd. Verschillende
ploegen arbeiders zijn daarmede bezig. IIol
vuil zal gestort worden ter dikte van 40
lot 50 c.M. Het cgaliseeren is reeds gevor
derd en de ploeg had op een gedeelte haar
werk al gedaan
Naar de directeur mededeelde aan dc
„Voorw." zal binnen twee maanden hot
nieuwe bedrijf in werking worden gesteld.
Dan zullen de afvalstoffen, die tot nu toe
het gemeentebestuur zooveel hoofdbrekens
hebben bezorgd, de ujlgeslrekte heide ma
ken lot vruchtbare boomgaarden, rijke
oogstopbrengende tuinderijen cn heerlijke
bloemvelden.
De urgentie van wegenverbetering.
Hel „P. C. W." schrijft ons:
In Iwec achtereenvolgende jaarvergade
ringen van den A. N. NV. B. (te Maastricht
en te Arnhem) heeft do voorzitter van dien'
Bond, de heer ICdo J. Bergsma, met nadruk
de aandacht gevestigd op dc dringende ur
gentie van wegenverbetering en bij beide
gelegenheden is daarbij gesproken over do
noodzakelijkheid van een krachtig voortge-
zelten propaganda-arbeid. ten einde bel Ne-
-derlandsehc volk in le lichter., hoezeer cr
„periculum in mora" is.
Verleden jaar le Maastricht werd de
„noodklok" geluid en werd medegedeeld,dat
de propaganda gelegd was in handen van
het „P. C. W.", waarin de voornaamste tak*j
ken van volksbestaan vertegenwoordigd zij»
en dal er naar slrcvei) zou_ bij het Neder',
landsche volk en zijn bestuurders dc over
lui ging wakker te roepen, dat er op wegen-
gebied gehandeld moet worden; dat er moet
worden ingegrepen spuedig en met kraelri'
opdat liet Nedcrlandsche wegennel geschikt
zoh worden gemaakt voor het tegenwoor
dig en nog steeds toenemend verkeer. Oré
dat denkbeeld ingang le doen vinden moes.
ons volk onverdroten en vlijtig worden be
werkt, voorgelicht, opgeschrikt.
Dit jaar. le Arnhem, kon de voorzitter
verklaren, dat dit allés was geschied, daj
het „P. C W." krachtig gesteund door doi^
Bond gelukkig echter niet door dezen
alleen, maar door allo groepen weggebruik
kers de noodklok is blijven luiden cn dal-
het propagandawerk belangstelling en irw
stc-mming gevonden heeft.
Bij herhaling heeft hij daarbij doen-uit
komen. hoezeer handel en industrie hel al
lergrootste belang hebben bij een oplossing
van het" wegenvraagsluk, dat immers is'ccri
vraagstuk van grondstoffen-aanvoer en wa-j
Ten-distributie, oen* economisch vraagstuk
van den eersten rang en is erop gewezen,-
dal de* krachtige actie die noodig is, cr ook!
is gekomen.
Mol dankbare voldoening kon worden ge-i
eonslateerd, dal de actie groot succes haiL
dank zij mede den krachligen steun van do
geheele Nederlandsche Pers,cn een alge-*
mceno volksbelangslelling is gekomen enj
dat cr zeldzaam verschijnsel in ons lancj
warme belangstelling en eensgezindheid)
is bij alle poliliekc parlijen, bij alle slnndenj
bij werkgevers en werknemers etc.
Maar levens en daarop wil hel P.C.W.
gaarne nogmaals de algemeene aandacht;
vestigen is inel aandrang betoogd, dal do
zoozeer gcwcnschlc krachtige actie van alle
kanten, die gekomen is en groot succes had,
moet blijven voortduren cn met onverflau-
wenden ijver moet worden voortgezet.
De regeering heeft plannen voor wegeri-
vc-rbelering cn wit die lol uitvoering bren
gen; bij den Wathrslaai van Rijk en Pron
vincic verlangt men naar een kans om hardi
aan bet werk le gaar\, indien maar.de regcc-
ring en de colleges, die l'.un waterstaat die
kans kunnen geven zich daarbij gedragen
weten door de sympalhie der natie.
Die sympathie is cr thans; de belangstel-,
ling is wakker en moet wakker blijven cn
daarom ial het een goed en nuttig werfC
zijn te zorgen, dat de belangstelling niet ver
slapt, de sympathie niet dooft, de prikkel lot
handelen levendig blijft.
Maar daarenboven is het vooral noodig er
telkens en telkens weer op le wijzen, dat
het vcrbclermgswcrk geen uitstel duldt.
De tijd dringt! Daarom zij hier tot slot met
instemming geciteerd, hetgeen de voorzitter
van den A. N. W. B. in zijn Arnhemsche
rede zcidc: „Gehandeld moet er worden, met
kracht en met spoed, want wat wij voor-,
speld hebben gebeurt; het verkeer ontwik-*
kelt zich in snel stijgende lijn en ontwricht
ling van liet verkeer is onafwendbaar, als
niet onverwijld wordt ingegrepen!"
RECLAME.
8925
Naar het Engelsch van
JUSTUS MILE FOSMAN.
Door J. S.
20)
„Het zou heel jammer zijn," zei ze,'„als
kolonel Von Alldorf verliefd was geworden
op iemand, die hem niet waardig was, of
die hem niet bc-g^eep, of die niet hartelijk
en goed voor hem was. Er zijn niet veel
mannen als kolonel Von Alldorf."
„Dat is waar," zei ik warm. „Von Altdorf
js een beste kerel. Maar wat doet hij ver-
hefd le worden op zijn leeftijd."
„Zijn leeftijd!" zei miss Mannering, met
meer verontwaardiging dan we! noodig was.
„D praat of hij zeventig is. Mannen blijven
kwajongens tot ze veertig zijn," verklaarde
2c nogal onvriendelijk.
„Zoo. is dat zoo?" zei ik, „ik dank u wel
voor het compliment. Eén troost: hc-t zal
veel jaren meer duren vóór ik ook
.veertig ben. En nu wilt u me misschien
J^'el vertellen van wie Von Altdorf het zoo
Q pakken heefl? lie kan er niet naar gissen
verondersteld altijd, dat hij werkelijk ver
leid is. Ik voor mij ben geneigd aan le
Deinen, dat zijn spijsvertering in de war u.
onis meent, dat hij onder de bekoring van
concierge is geraakt!"
r,'O1 ^'in jullie geestig," zei miss Man-
tig een man van en veer"
„Twee eri veertig," zei ik brutaal.
zich op de hem eigen, ernsligc
wijze gedraagt, zeg jullie dadelijk maar, dat
hij verliefd is. Maar waarom zou hij niet?
Is hij niet een flinke kerel en een onberis
pelijk inensch? Is hij geen trouwe vriend?
Is hij niet van het soorf, zooafs iedere vrouw
het gaarne heefl? Is kij niet knap van uiter
lijk cn
„Knap?" viel ik haar in de rede. „Och,
kom, ik zou Von Altdorf niet knap durven
noemen. Hij is niet bepaald focileelijk.
maar
„Hij is zelfs heel knap," zei miss Manne
ring op een loon, die geen tegenspraak
duldde. „Mannen weten nooit, wanneer an
dere mannen in vrouwenoogen aantrekkelijk
zijn. En zij maken altijd het meeste werk
van de onbeduidendste meisjes."
„Ik maak alleen werk van u," zei ik, ,en
ik was volstrekt niet verlangend om zoo'n
lang gesprek over Von Altdorf le voeren.
Wiit'u niet eens wat voor me zingen? Men
zegt, dat u zoo'n prachtige stem hebt. Zing
eens iets zachts en lieflijks iels over
liefde."
„Ik zing geen minneliederen," zei ze stug.
„Maar," protesteerde ik, „gisteren heb ik
cr u, toen uw raam-open stond, een hooren
zingen, dat ik hee; mooi vend."
„Dat kan wel," zei ze. „daar dacht ik
ook juist aan. Maar dat lied zing ik alleen
voor één man, voor een vriend, van wien
ik heel veel houd. Voor een ander zing ik
het niet"
„Nu, goed dan," zeide ik. „Ik ga dan maar
weg. Ik geloof, dat u meer dan genoeg
heeft van mijn gezelschap. Ik ga naar
Mallory's kamer, eens zien hoe Von Altdorf
het maakt."
Maar toen ik de deur opendeed, liep ik
legen onzen braven kolonel pan. Hij be
groette rae rnet een onvriendelijk, wan
trouwig gezicht
„Wat doe jij hier?" zei bij grof.
„Waarom zou ik niet hier zijn?" vroeg
ik, en ik keek van hem naar miss Manne
ring cn bemerkte hoe haar gezicht straalde.
Hoofdschuddend ging ik weg, naar Mal
lory's- kamer.
„Denis zal zich slap lachen, als hij het
hoort, dacht ik.
Maar Denis lachte niet', toen ik het hem
verleid had. Ilij zei alleen:
„Gelukkige kerel! Wat een gelukkige
kerel!"
Arme Denis! Het was overduidelijk, wat
hij dacht. Sommige menschen schijnen
nooit geluk le mogen hebben.
HOOFDSTUK XI.
Eleanor van Novodnia lcwarn hét grind
pad van het Paradijs af. Haar oogen schit
terden als sterren en zij zong zacht
Denis zat op de oude bank bij dc fontein
in de fonkelende waterstralen te kijken en
wilde zijn hoofd niet omwenden. Hij had
haar hooren komen, maar toch bonsde zijo
hart, toen zij, achter hem staande, plotse
ling haar handen voor zijn oogen hield en
vroeg, wie hij dacht, dat daar was. Die
handen warén zacht en koel, maar ze joegen
liet bloed door zijn aderen.
„Ik weet niet, wie je bant," zei hij,
„maar ik vermoed, dat je een engel zult
moeten zijn, want je hebt de handen van
een engel.".
Zij kwam naast hem op de sleonen bank
zitten.
„En hij?" vroeg ze. „Wat doet hij voor
die engel?" - -
„Hij heeft haar lief. Meer dan iels anders.
Meer dan zijn eer."
„Neen!" zei Eleanor scherp. „Neen dat
doet hij niet, dat mag hij niet. Neem dat
woord terug. Carlo! Jo eer gaat je boven
alles. Zeg, dat je eer je boven alles gaal
Orn je plicht trouw te zijn, bleef jo in No
vodnia en kwam niet navar mij toe. En zoo
ben je nog, Karet, toe, zeg, dat je nog zoo
bentl Je mcc-nde natuurlijk niet, wal je daar
zei. Carlo, maar je mag zoo iels- niet weer
zeggen."
„Als ik ooit...." begon hij, en bevoch
tigde zijn droge lippen, „als ik ooit een on
eervol ding deed, of jc in een gewichtige
zaak bedroog, wat zou je doen, Eleanor,
wat zou je dan doen?"
„Och Carlo, laat on3 niet over zulke nare
dingen pralen. Zij zouden ons Paradijs be
derven. Jij kunt zoo iets immers niet doen,
eenvoudig, omdat het in strijd zou zijn met
je lieele wezen. Als je het wél kon, ja, dan
zou ik je haten, Karei, omdat je mijn leven
bedorven zou hebben; en mij uil het Para
dijs verdreven."
„Ik dacht wel, dat jc zoo iets zeggen zou,"
zei Denis Mallory zuchtend; „maar ik was
toch nieuwsgierig hel te hooren."
„Wat een ziekelijke nieuwsgierigheid,"
vond Eleanor „Die moet ik je ééns voor
altijd verbieden, hoor. Weet je, dat nieuws
gierigheid een leelijke ondeugd is?"
Zij werd stil en keek voor zich uit naar
de zwarte boomstammen.
„Karei," begon ze opeens, „waarom pra
ten wc nooit eens over wal we straks gaan
doen, a]s ik heelemaal beter bc-n alsof
ik dat nu nog niet was! en al3 we af
reizen naar Novodnia en het paleis in
Novodnia. Het zal daar wel niet-zoo prettig
zijn afe hier. Carlo mio. Staatszaken zullen
den lijd eri de gedachten van den vorst wet
den geheelen dag in beslag nemen. Niemand
zal denken aan de vrouw vari den Prins,
nietwaar? Hel dringt niet tol hen door, dat
ze ^alleen, dat ze eenzaam zal zijn, zonder
haar Prins, die bij zijn ministers i.;. O, ik
wou, dal j.? geen vorst was. Carlo!"
„Ja....!" riep Mallory uit, cn cr was
een vreemd licht in zijn oogen, „als ik do
Prins niet was, Eleanor?"
„Als je de Prins niet was, Carlo, als jo
niet behoefde le regeeron, geen vijanden
had te bevechten, geen lastige staatszorgen
had Wat zou je doen, Carlo, als wij niet
Prins en Prinses waren?"
„Als wij niet Prins on Prinses waren,
Eleanor, als er niets was, dat mij weer
hield, of dat ine in den weg stond? Als ik
alleen maai- een mon en jij een vrouw
1 was? Wel, dan zou ik naar je toe komen,
hier in ons Paradijs, op een dag als deze.
Ik zou je dan in het oor fluisteren: „Liefsto
van al, waarop wachten we langer? Hoor!
Vannacht, als alles donker is, als je naar je
kamer bent gegaan en ieder denkt, dal je op
je bed ligt te slapen, lconi dan zachtjes,
maak geen leven, kom zachtjes! Kom naar
builen in den hof onder de kaslanjcboo-.
men. Ik zal op je wachten bij dc fontein
en dan gaan we hand in hand onder de
hoornen door naar hel kleine poortje in den
muur, dal op den Boulevard uitkomt. We
openen het en paan naar buiten en doen
de deur zorgvuldig weer dicht. Om den
hoek staat een rijtuig te wachten, en de
wijde, wijde wereld wacht je, Eleanor, eri
oen man, die je liefheeft, je beschermt cn
bewaakt, die zooveel van je houdt, dat hij
niet over je kan spreken zonder een soort
duizeling v/aarop wachten we nog, jij
en ik?" (Wordt vervoigd)t