De Hot der Leugenen No. 20368. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 Augustus Derde Blad Anno 1926. p Buitenl. Weekoverzicnt. Met zijn beidjes» Een flinke bries. Chief Whip dicht bij de band. Dan is het best uit te houden! VIRGINIA CIGARETTES UIT RUSLAND. FEUILLETON. Geen groote gebeurlijkheden Toch wel de moeite waard Verbetering in menig opzicht Duisterheden. Hoewel een week ran geen groote ge beurtenissen ach te ons ligt, heeft deze week toch nog wel iets opgeleverd, dat de moeite waard is. Zoo ia b.v. tusschen Duit8chland en Frankrijk een tijdelijk han delsverdrag gesloten in afwachting van het definitieve verdrag. Dfit is een fraai resultaat van wederzijdsche toenadering en vooral thans van waarde: er blijkt toch uit, dat inderdaad de politiek van over eenstemming wordt voortgezet. Langzaam maar zeker begint te gloren de erkenning van het elkaar noodig heb ben, over en weer. Jammer, dat daarvoor zooveel jaren voor benoodigd waren en zooveel tijd voor niets is verloren gegaan. Als een bewijs van dit inzicht mag ook geldon, dat de herdenking der rampzalige oorlogsbegin-dagen, die wij nu juist weer beleven, zoozeer is afgesleten. Al heeft het dan lang geduurd, er is ver betering en kentering ingetreden in de algemeene verhoudingen. 't Zelfde geldt ook voor la belle Fran ce. Poincaré zet onvermoeid zijn werk voort en Kamer en Senaat, door dc om standigheden mede gedwongen, hebben zich leeren buigen. Met opoffering van diverse rechten, die een maand geledon nog niet prijs gegeven konden worden, naar het heette, hebben beide rogeerings- lichamen zich geschikt in het gareel der Union Sacrée tot herstel van den franc. Alle voorstellen zijn met vlag en wimpel en met bekwamen sj>oed aanvaard en de franc is al weer gestegen tot boven de 7V£, zij he<t met ©Dkele schommelingen. Poin- aaré nadert zijn einddoelde stabilisatie van den franc, die hij echter nog wat wil uitstellen tot de franc nog hoogcr is ge «tégen. Erkend dient te worden, dat hij alles doet, om zijn plannen zoo safe mogelijk te stellen. Vandaar zijn doorzetten om de pas opgerichte amortisatie-kas consti tutioneel vast te leggen, opdat het er niet mee vergaan kan als met het z.g. Morganfonds, dat zijn voorgangers totaal hebben opgemaakt. Volgende week zullen Kamea- en Senaat in Nationale Vergade ring te Versailles bijeen, een grondwette lijk karakter aan die kas geven. Geheel zonder bedenken is Poincaré'6 plan niet, 'daar er eenige ,,inflatie"-lucht aan ver bonden is. Voorloopig zal zich deze lucht wel niet doen merken, doch in hoeverre dit nog komen zal, is moeilijk te zeggen. Eenige vhaast bij de franc-stabilisatie schijnt daarom voor Frankrijk niet mis plaatst. 'fc Zou na verloop van eenigen tijd wel eens niet kunnen meevallen. Maar Poincaré hoeft e-r thans den wind onder! RAYMOND P0INCAR6. Verbetering meent men ook op te mer ken inzake het Engelsche mijnconflict cn in zooverre dc recalcitrante houdjng van C'ook c*s. heel wat geluwd is, willen we dat niet betwisten, edoch, in 't algemeen lijkt ons de wensch nog de vader der ge dachte en ook de regeering 6chijnt hx»g weinig hoop te koesteren op oen spoedig einde, anders zou zij zich niet gewaagd hebben aan de scherpe critiek, die is los gekomen tegen het op reces sturen van het Lagerhuis. Beziet men nuchter de situatie, dan blijkt, dat de hoop op bijlegging van het conflict gebaseerd is op het aannemen door de mijnwerkers van de plannen dor bissohoppen. Het meest waarschijnlijke is werkelijk, dat deze plannen de goedkeu ring der mijnwerkers in meerderheid zul len verwerven, doch wat zegt dit practisch nog? Dio plannen bevatten immers naast het aanvaarden van arbitrage door do werknemers iets, waartegen zij zich tot dusverre in dozen vorm scherp verzetten ook het opnieuw verleenen van een be langrijk subsidie door de regeering, waar de status quo ante zou worden hersteld. Dat de regeering niet denkt aan zoo'n subsidie, vooral niet na de enorme ver liezen der staking, is zoo duidelijk uitge drukt, dat daaraan geen twijfel meer kan bestaanEn zoodoende kunnen wij de geestelijkheid-plannen, helaa6 nog wei nig waarde toekennen. Behalve felle critiek op het doen uiteen gaan van het Lagerhuis op dit oogenblik, had de Engelsche regeering een aanval te doorstaan op het z.g. EngelschItaliaan- sche verdrag over Abyssinië, dat inmid dels, practisch gesproken, van de baan is. In hoofdzaak door het zeer tactvol optre den der regeering van het Afrikaansche autonome rijk; zoo tactvol dat de booze ,,men" al beweert, dat Frankrijk den re geerder van Abyssinië met raad en daad heeft bijgestaan. Hoewel zoowel John Buil als Italië het ten sterkste ontkennen, had het verdrag veel van een z.g. verdeeling van handelsferen, een handels-penetratie, met wat daarop dan pleegt te volgen. Abyssinië wendde rich tot den Volkenbond en zoowel Engeland als Italië zijn finaal op den terugtocht. In woord en daad De aanval is afgeweerd en de basis gelegd voor een handelsovereenkomst van vol komen vrijwillig karakter. Kan men ook van verbetering spreken in Duitschland door de nederlaag van rechts in de Maagdenburgsche moordzaak? 't Ia feitelijk treurig, dat een eenvoudige moord uit winstbejag tot een strijd tus schen rechts en links kan leiden, maar ft is nu eenmaal niet anders. De moorde-- naar heeft getracht zich via de politiek te bergen, maar hoewel hij bij rechts alle succes had en van die zijde alles is gedaan om hem de hand boven het hoofd te hou den, is zijn pogen mislukt door de acti viteit der Berlijnsche recherche, die het juiste spoor volgde* met groote vasthou dendheid. Wanneer het echter eens met- het goede spoor was geweest-, was de kans maar al te groot geweest, dat de toeleg was gelukt en ren onschuldige zwaar was getroffen. Leve de Duitecbe justitie en haar -orcrpartijdigheidEen volslagen zui vering mocht wel eens plaats hebben, mits deze dan geschiedde met kennis des on derscheids. Om te oordeelen over de ontwikkeling van den toestand in Mexico met kennis des onderscheids is al zeer moeilijk. De berichtgeving is zeer gekleurd, zoodafc het bijkans ondoenlijk is om een juist beeld zich tc vormen van den gang van zaken. Het laat zich echter aanzien, dat bij beide partijen eenigszins da matigingsidee naar voren treedt en er derhalve pogingen wor den gedaan om met elkaar in contact te komen. In hoeverre dit spoedig resul taat zal afwerpen is nog te bezien. Calles, Mexico's president, zal in ieder geval voet bij stuk houden in de hoofd zaken. Eveneens lastig is het te zeggen of Mel lon, de Amerik. minister van financiën, nu alleen voor zijn plezier Europa bezoekt dan wel met dit bezoek meer bedoelt. Of ficieel wordt het eerste volgehouden, maar het treft toch wel, dat Mellon zoo succes sievelijk de voornaamste hoofdsteden der landen die nog iets te regelen hebben met Amerika, afreist, gelijk thans Rome, waar hij zoowel Mussolini als zijn collega Volpi sprak, 't Zal wel half om half zijn, dunkt ons! RECLAME. 7840 Chief Whip, Óoli met leurt -goud mondstuk. (Nadruk verboden). In het Kremlin. j De leiders van de* bolsjiwiki leven in het Kremlin, beschermd door de hooge vesting muren en de vele schildwachten tegen aan vallen van de tegenstanders van het tegen woordige regime. De muren van het eeuwen oude KremLin beschermen en bolsjewisti sche leiders ook voor de oogen van hun on derdanen. Het volk weet niets van hetgeen daar achter die dikke muren geschiedt, en denkt, dat de leiders het over alles roerend eens zijn, dal ze als broeders met elkaar le ven en er slechts aan de verwezenlijking van de idealen van Ilj'jitsj (Lenin) denken. Zoo stellen zich de bolsjewistische kopstuk ken dc stemming in het land voor, overtuigd als zij zijn, dat dank zij de uiterst strenge censuur, die alles overtreft, wat zelfs Rus land op dit gebied heeft gekend, en de alom aanwezige agenten van de gevreesde G. P. OE. (geheime politie) niets van de geheimen van het Kremlin uitlekt. Hf is echter niets geheims dal niet openbaar zou worden. Fluisterend, van ang§t bevend verlellen de sovjet-burgers elkaar »de laatste schandalen uit de .hofkringen". Het gevaar in de ge vangenis opgesloten te worden ;of naar het barre Noorden verbannen te worden is groot, maar het verlangen elkaar te vertel len, dal die heeren in het Kremlin lang geen „heiligen" zijn, met elkaar te gnuiven over de schandalen, dë liefdesavonturen van de heeren uit het Kremlin is nog grooter. Zoo is het altijd in despotieën geweest. En zoo blijkt het telkens, dat ondanks alle voor zorgsmaatregelen, alle gruwelen van de G. P. OE. de bevolking van Moskou te we ten komt wat de regeerders geheim wilden houden. Overigens is dit ook begrijpelijk. Waar een „geheim" door zoovelen bewaard moet worden, waar er onder de auguren zulk een hevige strijd woedt, kon het niet anders of de geheimen moesten uitlekken. Het gewone publiek verneemt dit natuur lijk alleen uit de derde hand Er zijn echter menschen, die alles zoo" niet uit dc eerste hand dan toch uit zeer betrouwbare bron vernemen. Tot deze bevoorrechten behooren o. a. correspondenten van den „Sotsialis- titsjeskiej Wjeslnik", die zeer veel connec ties onder de regeerders van Sovjet-Rusland bezitten. In het nummer van 10 Juli vonden wij weer twee brieven uit Moskou, die een beeld van den toestand in de kringen van de regeerders van tegenwoordig Rusland ge ven. De gegevens, die deze correspondenten mededeelen komen overeen met hetgeen ook uit andere bronnen bekend wordt, zoodat er geen twijfel aan de juistheid van de mede- deelingen kan zijn. De bolsjewistische oppositie, die op hot laatste congres verslagen werd, zoodat iedereen dacht, dat het met haar gedaan was, heeft haar wapenen niet neergelegd. De bolsjewistische pers deelt natuurlijk niets mede over den arbeid van de oppositie, over haar wroeten, over haar strijd tegen de te genwoordige meerderheid, maar het is al gemeen bekend, dat de oppositie steeds nau wer haar gelederen sluit en zioh voor een nieuwen slag voorbereidt. De aaneenslui ting van de oppositioneele elementen is reeds zoo ver doorgevoerd, dal er tegenwoor dig geen enkele vergadering gehouden kan worden zonder dat na de uiteenzettingen van den officieelen vertegenwoordiger van de meerderheid een uiteenzetting van een spreker van de oppositie zou volgen daarbij neemt deze spreker nooit een blaadje voor zijn mond en onderwerpt de voorstellen van de meerderheid aan een scherpe criltek. Zelfs in de bijeenkomsten van het Polit bureau (dc opersle leiding van de Russische Communistische partij) komt liet nu telkens tot botsingen tusschen de vertegenwoordi gers van de oppositie en de leiding. De oppositie bestaat echter uit heterogene elementen cn heeft dus geen vast program. Maar haar critiek is scherp en Rijtend en de leiding staat meestal hulpeloos tegenover ae aanvallen der oppositie. De beleekenis van de oppositie is des te grooter, wijl zij nu per sonen verecnigt, die nog kort geleden elkaar fel bestreden; onder hapr leden bc-vinden zich nu Trotsky, Kamenew, Zinowjew, Ra- dek, Sokoljnikow enz., dus de beste krach ten van de pari ij. De oppositie heeft echter ook haar zwakke kantenzoo bijv. bestaal haar leiding bijna uitsluitend uit Joden, het geen een versterking van het antisemie- tisme onder dc meerderheid teweegbrengt. Het logische gevolg van het onophoude lijke geharrewar tusschen de leiders is een achteruitgang van de macht van de ieiding, de vermindering van haar autoriteit. Er is nu geen enkele persoon meer onder de lei ders, die eeji absoluut overwicht bezit, die zou durven belangrijke beslissingen te ne men zonder te vreezen voor critiek van de tegenpartij. Nog kort geleden nam Stalin een dergelijke positie in, maar alles wijst er op, dat nu ook-onder zijn roeten de bodem begint te beven, dat ook hij niet meer zeker is van zijn macht. Ook het Politbureau ia niet meer zoo zeker van zich zelf, van zijn macht en invloed. Nog kort geleden was de macht van het Politbureau onbetwistbaar en iedereen, die de bescherming van Slalin bezat was zeker van zijn zaak, maar nu is het niet meer zoo. Stalin voelt zich niet meer de almachtige heersoher -van Rusland Er zijn nu gevallen bekend, dat het Polit bureau en de „steenharde" Stalin menschen in den steek lieten, aan wien zij bescher ming hadden beloofd en dit wijl zij "rees den voor eigen macht, voor eigen positie. Dergelijke feiten worden algemeen bekend en het gevolg hiervan is dan, dat de in vloed van het Politbureau en van Slalin steeds kleiner wordt. Eén voorbeeld van dergelijk „verraad M (het publiek noemt dit zoo). Onder de b-den van het Tsentrosojoez (de centrale van de bolsjewistische coöperaties) bevond zich een zekere Sacharow, een onbenullig mannetje, dat hoegenaamd niels met de coöperaties uit te staan had. Ohintsjoek, de algemeene leider van den Tsentrosojoez, had een hekel aan Sacharow en er ontbrandde een cvige strijd tusschen deze twee mannen. Intus- $chen naderden do verkiezingen van ^voi- machtigden en beide partijen maakten zicK klaar voor den slrijd. Chinlsjoek had* het Politbureau en Slalin aan zijn kant, terwijl Sacharow gesleund werd 'loor de coöperatie-!, mannen uit de provincie. Vlak voor de ver kiezingen begaf Chinlsjoek zich naar Staim en deze gaf hem de stellige verklaring, dat hel Politbureau definitief had besloten, dat Chinlsjoek minstens nog een jaar aan het bewind moet blijven. Eenige maand en gele-, den zou zelfs een minder slellige verz^ke- ring van Stalin voldoende geweest zijn om a.lle tegenstanders te dwingen zich te nder- werpen en te stemmen voor den candidaat van hel Politbureau en van Slalin, maar nu bleek de toestand geheel gewijzigd te zijn, Chinlsjoek verscheen op de zitting ais een dictator en wees het voorstel van de legen- partij, Sacharow in hel bestuur van den' Tsentrosojoez op te nemen, van de hand. De tegenstanders van Chinlsjoek kwamen' tegen hem in opstand en begaven zich naar Stalin. Zij verklaarden den almachtig.n Georgier (Slalin is geen Rus maar oen Georgier en heet eigenlijk niet Slalin maar, Dzoegasjwili) dal zij alleen dan voor Chinls joek zouden stemmen, als Stalin dil uit naam van het Politbureau schriftelijk zou, cischcn. Een dergelijke schriftelijke risch/ zou echter op den tegenstand van de oppo* sitie stuiten en de almachtige Slalin trof zioh terug en antwoordde- ,,Als jullie nief willen, dan maar niell" Chinlsjoek kreei toen weinig stemmen bij de verkiezingen ci in plaats van hem is tot voorzitter van hei bestuur een zekere Ljoebimow gekozen. Di» was een nederlaag van Slalin. In plaats van de dictatuur, die nog kol* geleden de Communistische parlij en daar- door geheel Rusland beheerschle, zijn nU combinaties van personen en een ongekende macht van vrouwen gekomen. Men stelt nu Naar hel Engelsch van JUSTUS MI LIJ FOSMAN. - Door J. S. 15). De man scheen zeer opgewonden te zijn. Zijn borst zwoegde, zijn handen sidderden, zijn oogen fonkelden. Eleanor scheen hij ter nauwernood op te merken, maar Denis Mal lory, keek hij zoo woedend aan, dat deze onwillekeurig een stap terug deed en zich voor het meisje plaatste om haar te be schermen. ,,Jou bedrieger!" bruilde de man, „jou hond, jou dief!" Hij sprak Fransch en zijn woede was zóó groot, dat zijn tong slechts roet moeite de klanken vormde. Het leek wel of ieder woord uit zijn borst werd ge wrongen. ..Ellendeling, vervloekte kerelI Dat zal je het leven kosten!" Eleanor greep Mallory met beide handen hi.' een arm vast. Haar gezicht was doods bleek geworden en ze teek verschrikt naar den scheldenden en vloekcnden man met de vlammende oogen. "Carlo, Carlo!" zei ze bevend, „wie is die roan? Wat moet hij toch? Het is zoo reemd! Het komt me voor, dat ik zijn ge- zicht vroeger 00k wei eeng ergeng gezien e Zijn gezicht is. Laat me eens den- l n' "et is alles zoo vreemd! Ik moet iem wel eens meer hebben gezien. Wat KVoj? W"> is hij?" Mallory plaatste zich weer voor haar, zoo dat zijn lichaam haar beschermde. Zijn ge zicht stond somber en vastberaden. Hij hield den kleinen, donkeren man scherp in 't oog „Deze man, Eleanor," zei hij langzaam en overluid, op een ijskouden toon, „deze man is een dwaas, dien ik en anderen getracht hebben een dienst te bewijzen een dienst," herhaalde hij. „Maar hij is zoo dom, dat hij me daarvoor kwaad wil terugdoen zoo ondankbaar en zoo laf, dat hij voorne mens is degene, die hij liefheeft, of beweert lief te hebben, in groot gevaar, te brengen, alleen uit kinderachtige spijtigheid." Hij schudde het hoofd en legde zijn arm op haar schouder „Maar je behoeft niet bang te wezen, dal het hem gelukken zal Eleanor I,k zorg voor je, meer behoef je niet te weten. En nu moet ik je naar huis brengen Ik wil niet dezen m'adüafrekenen. Kom Eleanor." De donkere man bij den muur balde de vuisten en mompelde eenige verwenschin- gen, maar blcèf stil staan. Mallory voerde het meisje den tuin door. Zij hing bevend aan zijn arm, en haar oogen stonden verbaasd en angstig. „Pas op, dat hij je geen kwaad doet, Karei," zei ze zacht. „Hij ziet er zoo wan hopig uit en zoo woedend! Zorg je, dat hij je geen kwaad doet, mijn Prins?" „Neen. Eleanor," zei hij, een weinig glimlachend. „Wal denk je wel? Den Prins van Novodnia kwaad doen? Niemand zal den Prins van Novodnia deren, liefste. Wees daarvan verzekerd..,. Ga nu binnen. Je zult spoedig hooren, dat alles in orde i9.* Hij boog zich over haar hand en kuste haar slanke vingers. „Tot morgen, Carlo," fluisterde zij. „Tot morgen, Carlo mio." Zij liep naar de trapdeur, die in de poort was, maar ze bleef hem aanzien, tot ze de deur dicht had. Mallory liep, zoo het scheen doodbedaard, den tuin door naar den muur. De Prins van Novodnia stond nog op dezelfde plaats, on geduldig, aan de knoopen van zijn jas te draaien. Ik stond boven hem in het ven ster, half verborgen door de gordijnen. „Ziezoo, sir!" zeide Mallory en ging voor den Prins staan. Karei van Novodnia keek hem grimmig aan. „Het is niet aan mij, over u te oordeelen, sir," sprak de Ier koeltjes, „maar u geeft op een zeer zonderlinge wijze uiting van uw liefde voor de Prinses. U mag den Hemel danken, dat zij niet een schok heeft gekre gen, die noodlottig voor haar geweest zou zijn. Ge keiïl de redenen, waarom ik hier deze rol speel. Ge weet, waarom dat noodza kelijk is, en toch probeert ge moedwillig al onze plannen en pogingen le verijdelen, die zoowel in uw als in haar belang worden ge maakt en ondernomen." „Pogingen in mijn belang?" zei de Prins hoonend. „Je kunt mooi praten, meneer de dief! Jij en je nobele pogingen! Ik vertel je, meneer!" schreeuwde hij en hij hield Mal lory een gebalde vuist onder den neus. „3c vertel je, dat je achter mooie verzinsels je verschuilt om mij van mijn vtouw le beroo- ven. Ik heb je gezien, bedrieger! Ik zag, dat ze de handen op je schouders lèi en in je snuit keek! Denk je, dat ik eon blik van liefde niet ken, als ik dien zie? Je zweert samen met die bende dieven daarboven, om mijn vrouw te stelen, schurk! Maar je zult er niet lang mee voortgaan, want ik zal je uit de wereld helpen .onkruidl Hei, daar boven 1 Wapens, Hoor je niet? Wapens, zeg ik! Of moet ik je soms met mijn handen- wurgen?" Mallory glimlachte. De gedachte, dat het razende mannetje hem te lijf wou gaan en wurgen, scheen hem niet zeer te verschrik ken. Maar zijn oogen stonden strak en hard. Hij hield er van zichzelf uit te schelden, en zichzelf zoo laag en slecht mogelijk voor te stellen; maar hij dulde niet, dat een ander dit deed. Hij keek naar boven en zag mij slaan. Hij haalde de schouders op en schudde het hoofd. „Ik wil niet met u vechten, sir," zei hij lot den Prins. ,,U bent elders noodig, heeft men mij verteld. Uw leven mag niet in ge vaar worden gebracht." De Novodniër maakte een beweging, alsof hij hem met de vuist te lijf wilde gaan. „SchurkI Schurk!" schold hij woest. „Je bent nog een lafaard ook! Dapper genoeg pip, eens anders huis binnen le dringen, en. zijn vrouw te stelen; maar te laf ojpde vechten, schurk!" „Teddy," zei Denis Mallory l>edaard, „wil je zoo goed zijn een paar scherpe degens naar boneden te gooien?" Ik leunde doodelijk verschrokken uit het raam. „Denis," zei ik, „Denis, weet loch, wal je doet! Denk toch eens even na" Denis keek een oogenblik naar mij op en glimlachte. ,,'t Is in orde, ouwe jongen," zei hij. „Maak je niet bezorgd! Kom, geef gauw de degens." „Ik greep een paar degens, die vlak bij mij aan den wand hingen, en wierp die hem toe. Von Alldorf kwam doodelijk verschrikt naast mij uil het raam leunen. De beide mannen hadden hun jassen en vesten uitge trokken en zoodra ik de degens had neerge laten. gingen ze er elkaar reeds mede le lijf; Denis bedaard en alleen op verdediging be dacht, de Prins met een roekeiooze dolle manswoede, die me een oogenblik deed vree zen voor Denis' leven. Von Alldorf had een been over de venster bank gelegd en wilde het raam uitspringen, maar ik hield hem legen. „Houdt opl Houdt opl" schreeuwde hij „Crerghton, kun je er geen eind aan ma ken ..Stil toch," zei ik. Ik had hem stevig bij den kraag. „Stil toch, je zult nog ongeluk ken veroorzaken. Denis zal den Prins geen kwaad doen, en de Prins ziet geen kans Denis le raken. Hij moet en zal immers vechtenl Als ik de degen9 niet had gegeven, hadden ze elkaar met de vuist bevochtenI Een mooier schermparlij heb ik van mijn leven niet gezien. De Prins voerde den degen met groote vlugheid en bekwaamheid, en zijn krachten werden verdubbeld door den staat van woede en razernij, waarin hijy verkeerde. Mallory daarentegen verdedigde zich alleen; maar zijn verdediging was vol maakt en de Prins kreeg geen schijn van een kans. Langzamerhand werden zijn uit vallen minder krachtig; zijn adem ging zwaar op een oogenblik week hij achter uit en stond gebogen, bevend, de punt van zijn wapen op den grond en een blik vol haat op den Ier gericht. Deze stond bedaard en onvermoeid, in het volle bewustzijn van zijn overwicht, te wachten tot zijn tegenpartij weer beginnen zou. Op dat oogenblik zag ik een verande ring in Mallory's gezicht, en Von Attdorf zag het ook. Het was. of hij zichzelf een vraag stelde, en op het antwoord wachtte. Hij was in een gevecht, dat hij niet had gezocht, maar dat hem was opgedrongen; hij was er toe gedreven met de grofste beleedigingen. (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 9