De Hot der Leugenen
No. 20368.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 7 Augustus
Derde Blad Anno 1926.
p Buitenl. Weekoverzicnt.
Met zijn beidjes» Een flinke bries.
Chief Whip dicht bij de band.
Dan is het best uit te houden!
VIRGINIA CIGARETTES
UIT RUSLAND.
FEUILLETON.
Geen groote gebeurlijkheden
Toch wel de moeite waard
Verbetering in menig opzicht
Duisterheden.
Hoewel een week ran geen groote ge
beurtenissen ach te ons ligt, heeft deze
week toch nog wel iets opgeleverd, dat
de moeite waard is. Zoo ia b.v. tusschen
Duit8chland en Frankrijk een tijdelijk han
delsverdrag gesloten in afwachting van
het definitieve verdrag. Dfit is een fraai
resultaat van wederzijdsche toenadering
en vooral thans van waarde: er blijkt toch
uit, dat inderdaad de politiek van over
eenstemming wordt voortgezet.
Langzaam maar zeker begint te gloren
de erkenning van het elkaar noodig heb
ben, over en weer. Jammer, dat daarvoor
zooveel jaren voor benoodigd waren en
zooveel tijd voor niets is verloren gegaan.
Als een bewijs van dit inzicht mag ook
geldon, dat de herdenking der rampzalige
oorlogsbegin-dagen, die wij nu juist weer
beleven, zoozeer is afgesleten.
Al heeft het dan lang geduurd, er is ver
betering en kentering ingetreden in de
algemeene verhoudingen.
't Zelfde geldt ook voor la belle Fran
ce. Poincaré zet onvermoeid zijn werk
voort en Kamer en Senaat, door dc om
standigheden mede gedwongen, hebben
zich leeren buigen. Met opoffering van
diverse rechten, die een maand geledon
nog niet prijs gegeven konden worden,
naar het heette, hebben beide rogeerings-
lichamen zich geschikt in het gareel der
Union Sacrée tot herstel van den franc.
Alle voorstellen zijn met vlag en wimpel
en met bekwamen sj>oed aanvaard en de
franc is al weer gestegen tot boven de 7V£,
zij he<t met ©Dkele schommelingen. Poin-
aaré nadert zijn einddoelde stabilisatie
van den franc, die hij echter nog wat wil
uitstellen tot de franc nog hoogcr is ge
«tégen.
Erkend dient te worden, dat hij alles
doet, om zijn plannen zoo safe mogelijk
te stellen. Vandaar zijn doorzetten om
de pas opgerichte amortisatie-kas consti
tutioneel vast te leggen, opdat het er
niet mee vergaan kan als met het z.g.
Morganfonds, dat zijn voorgangers totaal
hebben opgemaakt. Volgende week zullen
Kamea- en Senaat in Nationale Vergade
ring te Versailles bijeen, een grondwette
lijk karakter aan die kas geven. Geheel
zonder bedenken is Poincaré'6 plan niet,
'daar er eenige ,,inflatie"-lucht aan ver
bonden is. Voorloopig zal zich deze lucht
wel niet doen merken, doch in hoeverre
dit nog komen zal, is moeilijk te zeggen.
Eenige vhaast bij de franc-stabilisatie
schijnt daarom voor Frankrijk niet mis
plaatst. 'fc Zou na verloop van eenigen
tijd wel eens niet kunnen meevallen.
Maar Poincaré hoeft e-r thans den
wind onder!
RAYMOND P0INCAR6.
Verbetering meent men ook op te mer
ken inzake het Engelsche mijnconflict cn
in zooverre dc recalcitrante houdjng van
C'ook c*s. heel wat geluwd is, willen we
dat niet betwisten, edoch, in 't algemeen
lijkt ons de wensch nog de vader der ge
dachte en ook de regeering 6chijnt hx»g
weinig hoop te koesteren op oen spoedig
einde, anders zou zij zich niet gewaagd
hebben aan de scherpe critiek, die is los
gekomen tegen het op reces sturen van
het Lagerhuis.
Beziet men nuchter de situatie, dan
blijkt, dat de hoop op bijlegging van het
conflict gebaseerd is op het aannemen
door de mijnwerkers van de plannen dor
bissohoppen. Het meest waarschijnlijke is
werkelijk, dat deze plannen de goedkeu
ring der mijnwerkers in meerderheid zul
len verwerven, doch wat zegt dit practisch
nog? Dio plannen bevatten immers naast
het aanvaarden van arbitrage door do
werknemers iets, waartegen zij zich tot
dusverre in dozen vorm scherp verzetten
ook het opnieuw verleenen van een be
langrijk subsidie door de regeering, waar
de status quo ante zou worden hersteld.
Dat de regeering niet denkt aan zoo'n
subsidie, vooral niet na de enorme ver
liezen der staking, is zoo duidelijk uitge
drukt, dat daaraan geen twijfel meer kan
bestaanEn zoodoende kunnen wij
de geestelijkheid-plannen, helaa6 nog wei
nig waarde toekennen.
Behalve felle critiek op het doen uiteen
gaan van het Lagerhuis op dit oogenblik,
had de Engelsche regeering een aanval te
doorstaan op het z.g. EngelschItaliaan-
sche verdrag over Abyssinië, dat inmid
dels, practisch gesproken, van de baan is.
In hoofdzaak door het zeer tactvol optre
den der regeering van het Afrikaansche
autonome rijk; zoo tactvol dat de booze
,,men" al beweert, dat Frankrijk den re
geerder van Abyssinië met raad en daad
heeft bijgestaan. Hoewel zoowel John Buil
als Italië het ten sterkste ontkennen, had
het verdrag veel van een z.g. verdeeling
van handelsferen, een handels-penetratie,
met wat daarop dan pleegt te volgen.
Abyssinië wendde rich tot den Volkenbond
en zoowel Engeland als Italië zijn finaal
op den terugtocht. In woord en daad
De aanval is afgeweerd en de basis gelegd
voor een handelsovereenkomst van vol
komen vrijwillig karakter.
Kan men ook van verbetering spreken
in Duitschland door de nederlaag van
rechts in de Maagdenburgsche moordzaak?
't Ia feitelijk treurig, dat een eenvoudige
moord uit winstbejag tot een strijd tus
schen rechts en links kan leiden, maar ft
is nu eenmaal niet anders. De moorde--
naar heeft getracht zich via de politiek
te bergen, maar hoewel hij bij rechts alle
succes had en van die zijde alles is gedaan
om hem de hand boven het hoofd te hou
den, is zijn pogen mislukt door de acti
viteit der Berlijnsche recherche, die het
juiste spoor volgde* met groote vasthou
dendheid. Wanneer het echter eens met-
het goede spoor was geweest-, was de kans
maar al te groot geweest, dat de toeleg
was gelukt en ren onschuldige zwaar was
getroffen. Leve de Duitecbe justitie en
haar -orcrpartijdigheidEen volslagen zui
vering mocht wel eens plaats hebben, mits
deze dan geschiedde met kennis des on
derscheids.
Om te oordeelen over de ontwikkeling
van den toestand in Mexico met kennis
des onderscheids is al zeer moeilijk. De
berichtgeving is zeer gekleurd, zoodafc het
bijkans ondoenlijk is om een juist beeld
zich tc vormen van den gang van zaken.
Het laat zich echter aanzien, dat bij beide
partijen eenigszins da matigingsidee naar
voren treedt en er derhalve pogingen wor
den gedaan om met elkaar in contact
te komen. In hoeverre dit spoedig resul
taat zal afwerpen is nog te bezien.
Calles, Mexico's president, zal in ieder
geval voet bij stuk houden in de hoofd
zaken.
Eveneens lastig is het te zeggen of Mel
lon, de Amerik. minister van financiën,
nu alleen voor zijn plezier Europa bezoekt
dan wel met dit bezoek meer bedoelt. Of
ficieel wordt het eerste volgehouden, maar
het treft toch wel, dat Mellon zoo succes
sievelijk de voornaamste hoofdsteden der
landen die nog iets te regelen hebben met
Amerika, afreist, gelijk thans Rome, waar
hij zoowel Mussolini als zijn collega Volpi
sprak, 't Zal wel half om half zijn,
dunkt ons!
RECLAME.
7840
Chief Whip,
Óoli met leurt
-goud mondstuk.
(Nadruk verboden).
In het Kremlin.
j De leiders van de* bolsjiwiki leven in het
Kremlin, beschermd door de hooge vesting
muren en de vele schildwachten tegen aan
vallen van de tegenstanders van het tegen
woordige regime. De muren van het eeuwen
oude KremLin beschermen en bolsjewisti
sche leiders ook voor de oogen van hun on
derdanen. Het volk weet niets van hetgeen
daar achter die dikke muren geschiedt, en
denkt, dat de leiders het over alles roerend
eens zijn, dal ze als broeders met elkaar le
ven en er slechts aan de verwezenlijking
van de idealen van Ilj'jitsj (Lenin) denken.
Zoo stellen zich de bolsjewistische kopstuk
ken dc stemming in het land voor, overtuigd
als zij zijn, dat dank zij de uiterst strenge
censuur, die alles overtreft, wat zelfs Rus
land op dit gebied heeft gekend, en de alom
aanwezige agenten van de gevreesde G. P.
OE. (geheime politie) niets van de geheimen
van het Kremlin uitlekt. Hf is echter niets
geheims dal niet openbaar zou worden.
Fluisterend, van ang§t bevend verlellen de
sovjet-burgers elkaar »de laatste schandalen
uit de .hofkringen". Het gevaar in de ge
vangenis opgesloten te worden ;of naar het
barre Noorden verbannen te worden is
groot, maar het verlangen elkaar te vertel
len, dal die heeren in het Kremlin lang
geen „heiligen" zijn, met elkaar te gnuiven
over de schandalen, dë liefdesavonturen van
de heeren uit het Kremlin is nog grooter.
Zoo is het altijd in despotieën geweest. En
zoo blijkt het telkens, dat ondanks alle voor
zorgsmaatregelen, alle gruwelen van de
G. P. OE. de bevolking van Moskou te we
ten komt wat de regeerders geheim wilden
houden. Overigens is dit ook begrijpelijk.
Waar een „geheim" door zoovelen bewaard
moet worden, waar er onder de auguren
zulk een hevige strijd woedt, kon het niet
anders of de geheimen moesten uitlekken.
Het gewone publiek verneemt dit natuur
lijk alleen uit de derde hand Er zijn echter
menschen, die alles zoo" niet uit dc eerste
hand dan toch uit zeer betrouwbare bron
vernemen. Tot deze bevoorrechten behooren
o. a. correspondenten van den „Sotsialis-
titsjeskiej Wjeslnik", die zeer veel connec
ties onder de regeerders van Sovjet-Rusland
bezitten. In het nummer van 10 Juli vonden
wij weer twee brieven uit Moskou, die een
beeld van den toestand in de kringen van
de regeerders van tegenwoordig Rusland ge
ven. De gegevens, die deze correspondenten
mededeelen komen overeen met hetgeen ook
uit andere bronnen bekend wordt, zoodat er
geen twijfel aan de juistheid van de mede-
deelingen kan zijn.
De bolsjewistische oppositie, die op hot
laatste congres verslagen werd, zoodat
iedereen dacht, dat het met haar gedaan
was, heeft haar wapenen niet neergelegd.
De bolsjewistische pers deelt natuurlijk niets
mede over den arbeid van de oppositie, over
haar wroeten, over haar strijd tegen de te
genwoordige meerderheid, maar het is al
gemeen bekend, dat de oppositie steeds nau
wer haar gelederen sluit en zioh voor een
nieuwen slag voorbereidt. De aaneenslui
ting van de oppositioneele elementen is
reeds zoo ver doorgevoerd, dal er tegenwoor
dig geen enkele vergadering gehouden kan
worden zonder dat na de uiteenzettingen
van den officieelen vertegenwoordiger van
de meerderheid een uiteenzetting van een
spreker van de oppositie zou volgen daarbij
neemt deze spreker nooit een blaadje voor
zijn mond en onderwerpt de voorstellen van
de meerderheid aan een scherpe criltek.
Zelfs in de bijeenkomsten van het Polit
bureau (dc opersle leiding van de Russische
Communistische partij) komt liet nu telkens
tot botsingen tusschen de vertegenwoordi
gers van de oppositie en de leiding.
De oppositie bestaat echter uit heterogene
elementen cn heeft dus geen vast program.
Maar haar critiek is scherp en Rijtend en de
leiding staat meestal hulpeloos tegenover ae
aanvallen der oppositie. De beleekenis van
de oppositie is des te grooter, wijl zij nu per
sonen verecnigt, die nog kort geleden elkaar
fel bestreden; onder hapr leden bc-vinden
zich nu Trotsky, Kamenew, Zinowjew, Ra-
dek, Sokoljnikow enz., dus de beste krach
ten van de pari ij. De oppositie heeft echter
ook haar zwakke kantenzoo bijv. bestaal
haar leiding bijna uitsluitend uit Joden, het
geen een versterking van het antisemie-
tisme onder dc meerderheid teweegbrengt.
Het logische gevolg van het onophoude
lijke geharrewar tusschen de leiders is een
achteruitgang van de macht van de ieiding,
de vermindering van haar autoriteit. Er is
nu geen enkele persoon meer onder de lei
ders, die eeji absoluut overwicht bezit, die
zou durven belangrijke beslissingen te ne
men zonder te vreezen voor critiek van de
tegenpartij. Nog kort geleden nam Stalin
een dergelijke positie in, maar alles wijst er
op, dat nu ook-onder zijn roeten de bodem
begint te beven, dat ook hij niet meer zeker
is van zijn macht. Ook het Politbureau ia
niet meer zoo zeker van zich zelf, van zijn
macht en invloed. Nog kort geleden was de
macht van het Politbureau onbetwistbaar
en iedereen, die de bescherming van Slalin
bezat was zeker van zijn zaak, maar nu is
het niet meer zoo. Stalin voelt zich niet
meer de almachtige heersoher -van Rusland
Er zijn nu gevallen bekend, dat het Polit
bureau en de „steenharde" Stalin menschen
in den steek lieten, aan wien zij bescher
ming hadden beloofd en dit wijl zij "rees
den voor eigen macht, voor eigen positie.
Dergelijke feiten worden algemeen bekend
en het gevolg hiervan is dan, dat de in
vloed van het Politbureau en van Slalin
steeds kleiner wordt.
Eén voorbeeld van dergelijk „verraad M
(het publiek noemt dit zoo). Onder de b-den
van het Tsentrosojoez (de centrale van de
bolsjewistische coöperaties) bevond zich een
zekere Sacharow, een onbenullig mannetje,
dat hoegenaamd niels met de coöperaties
uit te staan had. Ohintsjoek, de algemeene
leider van den Tsentrosojoez, had een hekel
aan Sacharow en er ontbrandde een cvige
strijd tusschen deze twee mannen. Intus-
$chen naderden do verkiezingen van ^voi-
machtigden en beide partijen maakten zicK
klaar voor den slrijd. Chinlsjoek had* het
Politbureau en Slalin aan zijn kant, terwijl
Sacharow gesleund werd 'loor de coöperatie-!,
mannen uit de provincie. Vlak voor de ver
kiezingen begaf Chinlsjoek zich naar Staim
en deze gaf hem de stellige verklaring, dat
hel Politbureau definitief had besloten, dat
Chinlsjoek minstens nog een jaar aan het
bewind moet blijven. Eenige maand en gele-,
den zou zelfs een minder slellige verz^ke-
ring van Stalin voldoende geweest zijn om
a.lle tegenstanders te dwingen zich te nder-
werpen en te stemmen voor den candidaat
van hel Politbureau en van Slalin, maar nu
bleek de toestand geheel gewijzigd te zijn,
Chinlsjoek verscheen op de zitting ais een
dictator en wees het voorstel van de legen-
partij, Sacharow in hel bestuur van den'
Tsentrosojoez op te nemen, van de hand.
De tegenstanders van Chinlsjoek kwamen'
tegen hem in opstand en begaven zich naar
Stalin. Zij verklaarden den almachtig.n
Georgier (Slalin is geen Rus maar oen
Georgier en heet eigenlijk niet Slalin maar,
Dzoegasjwili) dal zij alleen dan voor Chinls
joek zouden stemmen, als Stalin dil uit
naam van het Politbureau schriftelijk zou,
cischcn. Een dergelijke schriftelijke risch/
zou echter op den tegenstand van de oppo*
sitie stuiten en de almachtige Slalin trof
zioh terug en antwoordde- ,,Als jullie nief
willen, dan maar niell" Chinlsjoek kreei
toen weinig stemmen bij de verkiezingen ci
in plaats van hem is tot voorzitter van hei
bestuur een zekere Ljoebimow gekozen. Di»
was een nederlaag van Slalin.
In plaats van de dictatuur, die nog kol*
geleden de Communistische parlij en daar-
door geheel Rusland beheerschle, zijn nU
combinaties van personen en een ongekende
macht van vrouwen gekomen. Men stelt nu
Naar hel Engelsch van
JUSTUS MI LIJ FOSMAN. -
Door J. S.
15).
De man scheen zeer opgewonden te zijn.
Zijn borst zwoegde, zijn handen sidderden,
zijn oogen fonkelden. Eleanor scheen hij ter
nauwernood op te merken, maar Denis
Mal lory, keek hij zoo woedend aan, dat deze
onwillekeurig een stap terug deed en zich
voor het meisje plaatste om haar te be
schermen.
,,Jou bedrieger!" bruilde de man, „jou
hond, jou dief!" Hij sprak Fransch en zijn
woede was zóó groot, dat zijn tong slechts
roet moeite de klanken vormde. Het leek
wel of ieder woord uit zijn borst werd ge
wrongen.
..Ellendeling, vervloekte kerelI Dat zal je
het leven kosten!"
Eleanor greep Mallory met beide handen
hi.' een arm vast. Haar gezicht was doods
bleek geworden en ze teek verschrikt naar
den scheldenden en vloekcnden man met de
vlammende oogen.
"Carlo, Carlo!" zei ze bevend, „wie is die
roan? Wat moet hij toch? Het is zoo
reemd! Het komt me voor, dat ik zijn ge-
zicht vroeger 00k wei eeng ergeng gezien
e Zijn gezicht is. Laat me eens den-
l n' "et is alles zoo vreemd! Ik moet
iem wel eens meer hebben gezien. Wat
KVoj? W"> is hij?"
Mallory plaatste zich weer voor haar, zoo
dat zijn lichaam haar beschermde. Zijn ge
zicht stond somber en vastberaden. Hij hield
den kleinen, donkeren man scherp in 't oog
„Deze man, Eleanor," zei hij langzaam en
overluid, op een ijskouden toon, „deze man
is een dwaas, dien ik en anderen getracht
hebben een dienst te bewijzen een
dienst," herhaalde hij. „Maar hij is zoo dom,
dat hij me daarvoor kwaad wil terugdoen
zoo ondankbaar en zoo laf, dat hij voorne
mens is degene, die hij liefheeft, of beweert
lief te hebben, in groot gevaar, te brengen,
alleen uit kinderachtige spijtigheid." Hij
schudde het hoofd en legde zijn arm op haar
schouder „Maar je behoeft niet bang te
wezen, dal het hem gelukken zal Eleanor
I,k zorg voor je, meer behoef je niet te weten.
En nu moet ik je naar huis brengen Ik wil
niet dezen m'adüafrekenen. Kom Eleanor."
De donkere man bij den muur balde de
vuisten en mompelde eenige verwenschin-
gen, maar blcèf stil staan.
Mallory voerde het meisje den tuin door.
Zij hing bevend aan zijn arm, en haar oogen
stonden verbaasd en angstig.
„Pas op, dat hij je geen kwaad doet,
Karei," zei ze zacht. „Hij ziet er zoo wan
hopig uit en zoo woedend! Zorg je, dat hij
je geen kwaad doet, mijn Prins?"
„Neen. Eleanor," zei hij, een weinig
glimlachend. „Wal denk je wel? Den Prins
van Novodnia kwaad doen? Niemand zal
den Prins van Novodnia deren, liefste. Wees
daarvan verzekerd..,. Ga nu binnen. Je
zult spoedig hooren, dat alles in orde i9.*
Hij boog zich over haar hand en kuste
haar slanke vingers.
„Tot morgen, Carlo," fluisterde zij. „Tot
morgen, Carlo mio."
Zij liep naar de trapdeur, die in de poort
was, maar ze bleef hem aanzien, tot ze de
deur dicht had.
Mallory liep, zoo het scheen doodbedaard,
den tuin door naar den muur. De Prins van
Novodnia stond nog op dezelfde plaats, on
geduldig, aan de knoopen van zijn jas te
draaien. Ik stond boven hem in het ven
ster, half verborgen door de gordijnen.
„Ziezoo, sir!" zeide Mallory en ging voor
den Prins staan. Karei van Novodnia keek
hem grimmig aan.
„Het is niet aan mij, over u te oordeelen,
sir," sprak de Ier koeltjes, „maar u geeft op
een zeer zonderlinge wijze uiting van uw
liefde voor de Prinses. U mag den Hemel
danken, dat zij niet een schok heeft gekre
gen, die noodlottig voor haar geweest zou
zijn. Ge keiïl de redenen, waarom ik hier
deze rol speel. Ge weet, waarom dat noodza
kelijk is, en toch probeert ge moedwillig al
onze plannen en pogingen le verijdelen, die
zoowel in uw als in haar belang worden ge
maakt en ondernomen."
„Pogingen in mijn belang?" zei de Prins
hoonend. „Je kunt mooi praten, meneer de
dief! Jij en je nobele pogingen! Ik vertel je,
meneer!" schreeuwde hij en hij hield Mal
lory een gebalde vuist onder den neus. „3c
vertel je, dat je achter mooie verzinsels je
verschuilt om mij van mijn vtouw le beroo-
ven. Ik heb je gezien, bedrieger! Ik zag, dat
ze de handen op je schouders lèi en in je
snuit keek! Denk je, dat ik eon blik van
liefde niet ken, als ik dien zie? Je zweert
samen met die bende dieven daarboven, om
mijn vrouw te stelen, schurk! Maar je zult
er niet lang mee voortgaan, want ik zal je
uit de wereld helpen .onkruidl Hei, daar
boven 1 Wapens, Hoor je niet? Wapens, zeg
ik! Of moet ik je soms met mijn handen-
wurgen?"
Mallory glimlachte. De gedachte, dat het
razende mannetje hem te lijf wou gaan en
wurgen, scheen hem niet zeer te verschrik
ken. Maar zijn oogen stonden strak en hard.
Hij hield er van zichzelf uit te schelden, en
zichzelf zoo laag en slecht mogelijk voor te
stellen; maar hij dulde niet, dat een ander
dit deed.
Hij keek naar boven en zag mij slaan. Hij
haalde de schouders op en schudde het
hoofd.
„Ik wil niet met u vechten, sir," zei hij
lot den Prins. ,,U bent elders noodig, heeft
men mij verteld. Uw leven mag niet in ge
vaar worden gebracht."
De Novodniër maakte een beweging, alsof
hij hem met de vuist te lijf wilde gaan.
„SchurkI Schurk!" schold hij woest. „Je
bent nog een lafaard ook! Dapper genoeg pip,
eens anders huis binnen le dringen, en. zijn
vrouw te stelen; maar te laf ojpde vechten,
schurk!"
„Teddy," zei Denis Mallory l>edaard, „wil
je zoo goed zijn een paar scherpe degens
naar boneden te gooien?"
Ik leunde doodelijk verschrokken uit het
raam.
„Denis," zei ik, „Denis, weet loch, wal je
doet! Denk toch eens even na" Denis keek
een oogenblik naar mij op en glimlachte.
,,'t Is in orde, ouwe jongen," zei hij.
„Maak je niet bezorgd! Kom, geef gauw de
degens."
„Ik greep een paar degens, die vlak bij
mij aan den wand hingen, en wierp die hem
toe. Von Alldorf kwam doodelijk verschrikt
naast mij uil het raam leunen. De beide
mannen hadden hun jassen en vesten uitge
trokken en zoodra ik de degens had neerge
laten. gingen ze er elkaar reeds mede le lijf;
Denis bedaard en alleen op verdediging be
dacht, de Prins met een roekeiooze dolle
manswoede, die me een oogenblik deed vree
zen voor Denis' leven.
Von Alldorf had een been over de venster
bank gelegd en wilde het raam uitspringen,
maar ik hield hem legen.
„Houdt opl Houdt opl" schreeuwde hij
„Crerghton, kun je er geen eind aan ma
ken
..Stil toch," zei ik. Ik had hem stevig bij
den kraag. „Stil toch, je zult nog ongeluk
ken veroorzaken. Denis zal den Prins geen
kwaad doen, en de Prins ziet geen kans
Denis le raken. Hij moet en zal immers
vechtenl Als ik de degen9 niet had gegeven,
hadden ze elkaar met de vuist bevochtenI
Een mooier schermparlij heb ik van mijn
leven niet gezien. De Prins voerde den
degen met groote vlugheid en bekwaamheid,
en zijn krachten werden verdubbeld door
den staat van woede en razernij, waarin hijy
verkeerde. Mallory daarentegen verdedigde
zich alleen; maar zijn verdediging was vol
maakt en de Prins kreeg geen schijn van
een kans. Langzamerhand werden zijn uit
vallen minder krachtig; zijn adem ging
zwaar op een oogenblik week hij achter
uit en stond gebogen, bevend, de punt van
zijn wapen op den grond en een blik vol
haat op den Ier gericht.
Deze stond bedaard en onvermoeid, in
het volle bewustzijn van zijn overwicht, te
wachten tot zijn tegenpartij weer beginnen
zou. Op dat oogenblik zag ik een verande
ring in Mallory's gezicht, en Von Attdorf zag
het ook. Het was. of hij zichzelf een vraag
stelde, en op het antwoord wachtte. Hij was
in een gevecht, dat hij niet had gezocht,
maar dat hem was opgedrongen; hij was er
toe gedreven met de grofste beleedigingen.
(Wordt vervolgd),