Een Ongeluk1? schieten van springbokken en een soort patrijzen, dat hier voorkomt." Terwijl zij zoo zaten te praten, kwam Eduard Wharton met zijn broer en schoon zuster thuis en vernam hij hetgeen er voor gevallen was. Toen hij hoorde ,dat Dick zich slechts licht bezeerd had en Chris en het paard met den schrik waren vrijgekomen, nam hij het verlies van zijn karretje niet ernstig op. Dick moest echter tante Suze beloven, dat hij nooit meer zoo roekeloos zou zijn. Daar klonk hun .uit de oude schoolkamer muziek tegemoet. Edith speelde piano en I.ilv en mijnheer Jan zongen er bij. Tante Alice stelde voor er heen te gaan ,,Het is zoo lang geleden, sind9 W£ hier muziek hoorden," zei zij, „en Jan zal blij zijn, dat hij nu eens zingen kan met accom pagnement." Het geïmproviseerde concert duurde eenigen tijd. Mijnheer Jan had een mooien bariton en toen hij bemerkte, hoe goed Fdith hem accompagneerde, sloot hij dade lijk vriendschap met het kleine Engelsche meisje. „Zij speelt even goed als Flossie, is niet mijnheer Jan?" vroeg Lily telkens weer, dcch een opmerkzaam toeschouwer zou het niet ontgaan zijn, dat mijnheer Jan vermeed den naam der gestorven gouvernante te Doemen. Chris luisterde graag, maar hij hield niet van muziek, zooals Edith en Anton dit de den. Bovendien was hij nu geheel vervuld van de op handen zijnde jachtpartij en ver langde hij er naar met Paul Harvey er ook over te spreken. Na een tijdje werd het hem echter te machtig en ging hij naar hém toe Het was een donkere, stille avond, maar vóór Chris bij Paul Harvey's huisje kwam. zag hij het schijnsel der lamp reeds tusschen de gor dijnen door.1 Toen hij dichterbij kwam. zag hij, dat Paul bezig was zijn buks schoon te maken. Hij zou natuurlijk al van „de jacht" gehoord hebben en er even hard naar verlangen als iedereen op WKarton Kop "Farm. Chris klopte aan en opende zelf de deur. zooais de jongens altijd deden; er gleed een glans van genoegen over Pauls gezicht, toen hij glimlachend van zijn werk opkeek. :Hij was werkelijk blij. dat hij Chris zag. „Kom binnen, kom binnen." zei hij har telijk. ..Ik heb je in drie heele dagen niet gezien. Wat heb je al dien tijd uitgevoerd?" Chris ging op het veldstoeltje bij v den schoorsteen zitten en vertelde, wat er dien dag gebeurd was. Ook vroeg hij. of .Paul zich niet verbazend op „de jacht" ver heugde. Paul antwoordde glimlachend: „Struis vogels en broedmachines zorgen niet voor zichzelf. Chris. Toen ik den laatsten keer op de jacht ging, liep alles in het honderd en nam ik me ernstig voor, mijn werk nooit weer in den steek te laten." „Maar waarom maak je dan je buks Schoon. al9 je haar toch niet gebruikt, Paul?" vroeg Chris. ,.Er is iemand, die in korten tijd goed heeft leeren schieten," antwoordde Paul. „Ik zal hem mijn buks leenen." „Is het iemand hier uit de buurt?" vroeg Chris. „Ja, hij woont hier heel dicht bij op Wharton Kop Farm." „Maar je bedoelt mij toch niet, Paul?" Chris begreep, dat het een offer wa9, want hij wist, welk een schat de buks in dö oogen van Paul Harvey was. „Ja zeker, Chris, ik weet, dat je er vöor- zichtig mee zult zijn. Zij is heel gemakke lijk te hanteeren, maar dat weet je reeds bij ondervinding." Chri9 was in 'de wolken en kon geen woorden vinden om Paul te bedanken. „Is de jacht werkelijk zoo'n groot genot, Paul?" vroeg hij. „Niet bijzonder; het brengt je Zoo uit je gewone doen. Bovendien," ging Paul aarze lend voort, „het heele huis is dan vol en ik moet ook één of twee menschen her bergen, en daar ik hier vrijwel een kluize naar ben geworden, ben ik daar niet bij zonder op' gesteld." ,.Maar Paul, als Anton en ik nu een9 bij 'jé kwanten en önze kamér aan de gasten afetondeny^tt je - dat niet prettig yinden?" „Veel prettiger," antwoordde Paul. die de jongens gaarne mocht lijden. Zoo werd het afgesproken en daar tante Alice haar goedkeuring aan het plan hechtte, zouden Chris en Anton dus Paul Harvey's gasten zijn. (Wordt vervolgd.) door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. „I k moet ook altijd oude jurken dragen en krijg nooit eens een nieuwe", mopperde Annie van Hoorn. „De andere meisjes op school hebben van ie leuke patroontjes in hun jurken en de mijne zijn altijd flets blauw of rose. Je kan aan die saaie dingen met eens zien, wat voor kleur ze eigenlijk gehad hebben enne „Is dat nu werkelijk zoo vreeselijk.?" vroeg mevrouw van Hoorn. „Ja, natuurlijk is het vreeselijk, Moeder, alle anderen Mevrouw van Hoorn zuchtte. Zij had geen gemakkelijk leven, daar zij mèt haar man en vier kinderen van een klein inkomen moest rondkomen. Met de anderen twee groole jongens en een klein meisje had zij lang niet zooveel moeilijkheden als'met Annie, die altijd ontevreden was en zich maar niet schikken kon in het dragen van oude, wel wat verschoten, maar toch overi gens nog goede jurken. Terwijl de kinderen naar school waren, dacht mevrouw van Hoorn met zorg, hoe het toch met Annie in de toekomst gaan zou. O, zij wifde niets liever dan haar dochtertje aardige, fleurige jurken geven, maar zij moest immers zuinig zijn en heel zuinig ook! 9 Vol ijver ging zij aan haar bezigheden, doch zij kon de gedachte aan haar ontvre- den dochtertje maar niet van zich afzetten. Intusschen zat Annie met een knorrig gezichtje op school. Dora Lans vlak vóór haar had een leui# ruit-jurk aan. echt vroo- lijk en frisch stond dat! Wat zou zij graag zoo'n jurk willen hebben, maar natuurlijk, haar Moeder.. Annie's gezichtje werd hoe langer hoe ontevredener. „Wat scheelt er toch aan, Annie van Hoorn?" vroeg de onderwijzeres, juffrouw Brugsma plotseling. „Je kijkt zoo zwart ah. inkt Daar Annie echter geen antwoord gaf. besloot juffrouw Brugsma het kind maar aan haar lot over te laten. „Zeker weer de bok- kepruik op," dacht zij. Bij het woord inkt had Annie plotse ling een invallende gedachte gehad. Als ze eensdan moest Moeder haar wel een nieuwe jurk gevenmisschien 2ou 't een uit zijn Even was het, alsof Annie Moeders zor gelijk gezicht vóór zich zag. Moeder zat dik wijls te rekenen. Anni wist wel waarom. A 1 s ze een nieuwe jurk kreeg, zou Moeder zeker weer zitten rekenen en 's avonds laat opblijven om er aan/ te naaien maar zoo'n ruit-jurk, in zoo'n ruit-urk op school te zitten, precies zooals Dora Lans Annie had haar pen al vlak bij den inkt koker. die pas gevuld en heel vol was. Zou Moeder had zooveel noodig, voor zich zelf ook, maar daar ktfam heelemaal niet van. O. Annie voelde wel, ze mocht het niet doen. Weer viel haar oog op Dora's ruit-jurk, van die leuke blokjes, rood en* wit- En weer was Annie's penhonder vlak bij den vollen inktkoker. In 't volgend oogen- blik plofte hij er diep in en aoen toeneven later zal Annie's jurk vol inktvlekken, groote en kleine, heel veeT groote van voren, opi' zij en op de linker mouw. Toen Annie zag, wat ze gedaan had. ont stelde zij hevig. Wat zou Moeder wel zeg gen?! Juffrouw Brugsma. die juist den anderen kant uit gekeken had en bij het zien van al die inktmoppen op Annie's jurk niet anders dan aan een ongeluk dacht, maakte de jurk zoo goed mogelijk schoon. Zij probeerde dit ten minste, maar slaagde er niet in, want de inkt liet zich niet verwijderen. - Annie had wel kunnen huilen van ellende en van schaamte, want nu pas besefte zij, wat zij gedaan had en hoe ongehoorzaam zij gewee9t was. 't Leek wel, of de morgen omkroop. Hoe zag 2ij er tegen op, Moeder met haar inkt- jurk onder de oog^n te komen I Maar eindelijk werd de bel van twaalf uur toch geluid en gingen alle kindefen nao* huis. Annie liep voetje voor voètje. Zij wHde het oogenblik van haar thuiskomst zoo lang mogelijk uitstellen. Moeder zou het natuurlijk dadelijk zien. 'Eindelijk 't was al ovér half één en dt anderen zaten allen reeds aan de koffie tafel kwam Annie met neergeslagen oogen de huiskamer binnen. „Maar kind!" riep Moeder uit, „wat zie je er uitl Hoe komt dat?" Annie barstte in tranen los en kon geen woord zeggen. Ze was diep ongelukkig. Moe der, die evenals juffrouw Brugsma niet an- deTs dacht, of het was werkelijk een onge luk, kreeg nu toch medelijden met haar dochtertje en trachtte haar op allerlei ma nieren te troosten. Eindelijk zei zij: „'t Is juist Woensdagmiddag, Ahs, en in de Zon is het uitverkoop. Wie weet, of ik er niet een goedkoop lapje voor een jurk krijgen kan. En als je dan morgen je wol len jurk naar school aantrekt zal ik de nieu we maken en kun je die overmorgen aan trekken. Je moet heusch voorzichtiger zijn in het vervolg, maar 't ongeluk i9 nu een maal gebeurd en niet meer ongedaan te maken. Kom. huil er nu maar niet langer om. Moeder i9 voor dezen keer niet boos." Maar hoe Moeder ook praatte en haar dochtertje te troosten, het was al een heel eind in den middag, vóór Annie haar tranen eindelijk gedroogd had en nu en dan nog even nasnikkend met Moeder naar de Zon ging. Telkens had zij het Moe der willen zeggen, dat het geen ongeluk ge weest was, maar steeds bleven de woorden haar in de keel steken. In de Zon lagen op één der groote toon banken allerlei frissche, aardige katoentjes voor jurken. Om haar dochtertje wat op te monteren, liet mevrouw van Hoorn haat I tusschen een p_aar lapjes kiezen, maar daar de waterlanders weer te voorschijn kwa men, deed Moeder maar gauw een keuze; een vroolijke, rood-met-witte-ruitj«3-lap, precies hetzelfde goed als de jurk van Dora Lans. Op den terugweg bleef Annie bedroefd en dien geheelen middag zelfs toen Moeder haar naaimand kreeg en de jurk begon te knippen werd Annie's gezichtje niet vroolijker. Aan tafel was zij stil en bleek en Moeder, die dacht, dat haar doch tertje moe was, stuurde haar na den eten maar gauw naar bed. Annie kon den slaap echter niet vatten. Onrustig woelde zij heen en weer. Steeds moest zij of zij wilde of üCiet aan de ongeluksjurk met de inktvlekken denken. Het speet haar nu zoo heel erg, wat zij ge daan had en het was net, alsof de nieuwe jurk, waarmee ze andere toch stellig heel blij geweest zou zijn, haar nu niet alleen onverschillig liet, maar haar verdriet nog grooter maakte. O, als Moeder maar boos, echt boos op haar geweest was, zou zij dat beter hebben kunnen verdragen dan dat Moeder zooals nu zoo vriendelijk tegen haar was. Ze zou er haar heelen spaarpot met den nieuwen gulden van Oom Jan, waarmee ze toch zoo heel blij was ge weest, voor hebben willen geven, als dat vreeselijke met die jurk maar niet gebeurd was! Daar hoorde zij beneden Moeders naai machine snorren Moeder was druk bezig met haar jurk de ruitjes-jurk, omdat, omdat - o en het allerergste was nog, dat Moeder meende, dat het werkelijk een ongeluk geweest was Lieve Moeder. die haar nog had willen troosten Nee, ze mocht Moeder'niet langer in dien waan laten. Wip! was Annie haar bed uit en even later 9tönd ze in haar nachtponnetje en op bloote voetjes midden in de huiskamer. Moeder, die door het geratel der naai machine niets gehoord had, schrikte niet weinig, toen zij Annie met een onsteld ge- J 2ichtje plotseling vóór zich zag staan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 16