NICNUIU'S NIEMEUER'S No. 20356. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 24 JuH Tweede Blad Anno 1926. BINNENLAND. RADIO-PROGRAMMA. e Hofbericht Uit Bealenberg wordt gemeld, dat Konin gin WiHielmina bijna geheel hersteld is en. lenige uren op haar balcon heeft vertoefd. Lnchtvaaxtveidiag met Denemarken. Gisteren heeft op het Departement van Buitenlandsche Zaken de onderleekening plaats gehad van een voorloopig luchtvaart- verdrag tusschen Nederland en Denemar ken. Eerste Kamer. De leden van de Eerste Kamer der Stalen- Generaal zijn legen Dinsdag 27 Juli ds& nam. te 2 uur in vergadering bijeengeroe pen. NederL-DuiUch Handelsverdrag. Verschenen is de memorie van Antwoord rfan d'e Eerste Kamer nopens het ont werp van wet tot goedkeuring van het verdrag van handel en scheepvaart van 31 Dec. 1651, met daarbij behoorend pro tocol en van het Nederlandsch-Duitsche douane- en credielverdrag niet bijlage en daarbij behoorende protocollen, beide op 26 Nov. 1925 te Berlijn tosschen Neder land en Duitschland gesloten. Blijkens deze Memorie betreurt de Re geering m^fc de leden, die een woord van protest deden hooren tegen de wijze, waarop de goedkeuring van de verdragen Dij de Statem-Generaal is aangevraagd, de vertraging, die de indiening van hét wetsontwerp heeft ondergaan. Dat er voor die vertraging reden was. kon zij ïchter niet toegeven. Het wil der regeering voorkomen, dat f>ij de Kamer misverstand bestaat in ver band met het door den mi nieter van lku- tenlandsohe Zaken in de vergadering van 2 Juli j.l. aan de Tweede Kamer gespro kene „dat een zekere beperking zou moe ten worden in acht genomen/' De strek king van deze uitspraak is niet, dat de Regeering zich bij deze onderhandelingen niet geheel vrij kon beschouwen, slechte, dat het uit tactisch oogpunt te Berlijn raadzaam bleek, om zekere beperking tn acht te nemen. Het is der regeering voorts niet duide lijk, wat bedoekl wordt met de mededcc- ling, dat de Nederlandscbe onderhande laars zich niet hebben kunnen vrijhouden van den invloed van het dreigement, dat bij niet tot' stand koming van het verdrag op onze tuinbouwproduct efi alsnog een belangrijke aanvulling van rechten zou moeten worden betaald. Het is der regeering voorgekomen, dat de faciliteit der „Stundung" die door Duitschland ter zake werd aangeboden, niet mocht worden afgewezen, omdat daar onder de belangen van land- en tuinbouw te zeer zouden hebben geleden. Dat bij de onderhandelingen belangrijk meer had fcuim-en worden bedongen, is beweerd, pnaar is niet aannemelijk gemaakt. Wat met name den land -en tuinbouw betreft, zijn zeer belangrijke resultaten bereikt, welke onzen export bevredigende mogelijlchedem openen en dezen vrijwaren tegen het gevaar van de specialisatie. De opmerking, als zou voor onze in dustrie niets zijn verkregen, gaat niet op: voor verschillende onzer nijverheids- artikelen, waarbij ook gercede fabrikaten, kon een gunstig resultaat worden be- reikt. Een dergelijk verdrag is uiteraard een compromis. Naar de mee rung van dc re geering weegt het dezerzijds verkregen e ruimschoots op tegen onze prestatie. Met toadruk moet zij ontkennen, dat van de .verlenging van het krediet en de verla ging van den rentevoet wel met taaie vol harding het grootst mogelijke profijt ge trokken werd. Ware het revolving-krediet door dc Ned. Nijverheid beschikbaar gesteld, tegen de izelfde rernte en onder werking van dezelf de zeer kostbare controlemaatregelen als thans voor de Duitsche industrie gegolden hebben, dan zou dit krediet hoogstwaar schijnlijk hier te lande slechte in geringe mate zijn opgenomen. Vervolgens wordt uiteengezet, waarom cr geen plaats meer was voor overleg met éenige commissie of corporatie. De samenstelling der Nederlandsche delegatie is als volgt geweest: dr. J. A. Nederbragt, administrateur, chef der di rectie van economische zaken van het De partement van Buitenlandsche Zaken, als voorzitter- de heer en F. K. J. Herin a, administrateur, chef der afd. Handel en Nijverheid van het Departement ran Ar beid, Handel en NijverheidR. P. Bont huis, landbouwingenieur, rijkstuinbouw- éonsnlent in algemeen en dienst, mr. N. C. Couvée, referendaris, hoofd der af dee ling mymwezen, mr. L. R. Ries, referen daris, plaatsvervanger van den thesaurier- generaal, als leden, en de heer A. Th. Damping, vice-consul in algemeen en dienst, als secretarie. In verband met het tegen de „Stun dung" geopperd bezwaar, verklaart de regeering zich gaarne bereid, te overwe gen, het denkbeeld om, doet zich weder een dergelijk geval voor, een overeen komst te treffen, volgens welke van den datum der afsluiting af onze exporteurs vermindering van invoerrechten zullen ge nieten, die door de buitenlandsche schat kist worden uitgekeerd zoodra de be krachtiging een voldongen feit is. •Wat de opmerkingen over de resultaten der onderhandelingen over de levering Van Nederlandsche steenkolen naar Duitschland aangaat, wordt opgemerkt, dat de verwachting als zou het afzetge bied der Nederlandsce kolen wel beperkt blijven tot het industriegebied van Aken cn eenige andere kleine afzetgebieden, dicht bij den Nederlandsch-Limburgsche ferens gelegen, niet door de feiten wordt bevestigd. Inderdaad wurden ook naar verder ver wijderde afzetgebieden Nedcrland-sche steenkolen geleverd. De regeering kan nog niet mededeelen op welke wijze de gelijkstelling tusschen Nederlandsche en andere niet-Duitsche havens op he-t stuk der voorkeurtarieven in de practijk zal geschieden. Daarover wordt nog met dp Duitsche regeering van gedachten gewisseld. Het spreekt voorts vanzelf, dat de re geering op de hoogte is van de grondsla gen-regeling, waaromtrent te TJtrecht in Juli 1924 tusschen de Duitsche en Neder landsche spoorwegdirecties onderhandeld is geworden en overeenstemming isbe reikt en zij betreurt het, dat deze rogel die hier te lande bevrediging zou hebben geschonken, al bracht zij geen gelijkstel- I ling mede met de Duitsche havens zelf, niet tot uitvoering is kunnen komen. De toezegging van de Duitsche regee ring, dat het verschil, ter zake der spoor wegtarieven bestaande tusschen de Ne derlandsche zeehavens en de zeehavens van derde staten, zal worden opgeheven, moet geacht worden ook de tarieven te omvatten voor het vervoer van goederen uit Zwitserland en andere landen, over Duitschland. Er was geen aanleiding ooi in de han delsverdragen een algeancene arbitrage clausule op te nemen, o.m. daar tussohen de beide landen reeds arbitrage voor zien is. Wijziging Maiinebegiooting 1926. Blijkens de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer in zake het wetonlwerp tot wijziging van liet Vie hoofdstuk der Staat9- begrooting 1926, zal de Minister van Marine met de aanstelling van een raadadviseur niet praejudicieeren op de samenvoeging van de departementen van Marine en Oor log, noch op de reorganisatie van het be heer der Marine. De minister geeft ook gaarne de verzeke ring, dat de in hel Voorloopig Verslag be sproken overplaatsing der opleiding van jonge schepelingen van Gorcum naar Vlis- singen door hem van alle kanten is bezien, gewikt en gewogen vóórdat hij in deze aan gelegenheid zijn standpunt bepaalde. Eerst nadat hem stellig was gebleken, dat de overplaatsing niet nadeelig voor de op leiding zal zijn, doch zelfs voordeelig. heeit de minister gemeend, daartoe te moeten besluiten, waar deze overplaatsing met be duidende besparing op 's lands uitgaven ge paard gaat. Nog tijdig voor de indiening dezer memo rie deed de uit leden der Volksvertegen woordiging samengestelde vlootcommissie den minister haar zienswijze nopens de over plaatsing kennen. Het verheugt den minis ter in hooge mate, dat de commissie na een onderzoek ter plaatse tot de conclusie is gekomen, dat zij met den maatregel ten vol le kan instemmen, indien aan enkele door haar geformuleerde wenschen wordt vol daan, waartoe de minister zich gaarne be reid verklaart. In tegenstelling met de meening van ver scheidene leden, die van oordeel zijn, dat de overplaatsing nog eens degelijk moet wor den onder de oogen gezien, acht de minister het, vraagstuk thans van alle zijden belicht en kan hij niet inzien, welke nadere gege vens hij nog verder ter voorlichting aan dc Kamer zou kunnen verschaffen. De Regeering acht liet haar plicht er naar te streven, de gevechtswaarde der vloot tot zoodanig peil te brengen. De thans aange vraagde gelden betreffen alleen vervanging van verouderd en versleten materieel, dat eerlang aan den dienst zal komen te ont vallen. Het was den minister aangenaam, te ontwaren, dat tegenover de opmerking, dat de aan aanbouw te besteden 9omm?n beschouwd moeten worden als nutteloos uit gegeven, van andere zijde met kracht werd opgekomen voor 't op peil houden van de vloot in Iodië en dat de voorgestelde aan bouw van de torpedojagers werd toegejuicht. Vee-smokkel. De lieer Braat heeft aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ge vraagd of hem bekend is, dat, in spijl, van de goede door hem genomen maatregelen, nog steeds zeer veel Belgische koeien hier worden binnengesmokkeld en of hij maat regelen wil nemen, om de blijkbaar nog be staande lekkages aan de grenzen te stoppen. Vredessamenstelling der Cavalerie. Het lid der Tweede Kamer de lieer dr. De Visser heeft tol den Minister van Oorlog de volgende vragen gericht: lo. Is er grond voor de in de pers vermel de geruchten over een aanstaande verzwak king van de vredessamenstelling der cava lerie met ruim 200 paarden? 2o. Indien deze berichten juist zijn, is dan een zoo belangrijke vermindering van de paraatheid van onze ruiterij gegrond op de instemming van de legerautoriteiten en ge toetst aan de eischen van eventueele te vef- leenen bijstand? 3o. Is. eveneens in de veronderstelling, dat de sub lo." genoemde geruchten in hoofdzaak juist zijn, de Minister van Oorlog bereid, in verband met de door Z. Exc. op 27 Mei jl. in de Tweede Kamer gedape toezegging geen uitvoering, hetzij organiek, hetzij budgclair, aan een zoo belangrijke wijziging te geven, voordat de Volksvertegenwoordiging er van heeft kunnen kennis nemen en er haar oor deel over heeft kunnen uitspreken? VleeschkenringsweL Verschenen is heT Kon. besluit van den lOen JuH 1926 tol uitvoering van artikel 19 van de Vleeschkeuringswet. Daarin worden opgenoemd de eischen waaraan de slachterijen, vleeschwinkete, bewaarplaatsen van vleesch, vleeschwaren- fabrieken, vilderijen, perserijen, drogerijen, rookerijen, zouterijen van dierlijke stoffen, vetsmelterijen en inrichtingen bestemd tot bewaring of verwerking van bloed of dier lik afval, moeten voldoen in het algemeen en elk afzonderlijk. Zoo gelden voor vleeschwinkels behalve de algemecne eischen nog de volgende: A. Zij mogen niet in rechtstreeksche open verbinding staan met woonvertrekken, slachterijen, schaftlokalen, werkplaatsen ter I bereiding van vleeschwaren of ter bewor- king van darmen en andere producten van dierlijkep oorsprong, bewaarplaatsen van i afvalproducten van dierlijken oorsprong en stallen B. Zelfstandigheden, die aan het vleesch een bijsmaak kunnen geven of bederf ervan kunnen bevorderen, mogen in vleeschwin kels niet aanwezig zijn. C. Slechts vleesch- en vleeschwaren, zoo- geconserveerde levensmiddelen, eieren en boter, in een verpakking waarin zij aan den verbruiker wordt afgeleverd, benevens voor werpen en inrichtingen, verband houdende mei bewaren en verkoopen van vleesch, mogen in de vleeschwinkels aanwezig zijn. D. Toonbanken, ijskasten, uitstalkasten, hakblokken en andere voor het gebruik bij den verkoop bestemde toestellen en gereed schappen moeten in zindelijk en toestand ge houden worden. E. De personen, -met den verkoop van vleesch in de vleeschwinkels belast, moeten tijdens hunne bedrijfswerkzaamheden sleeds zindelijk gekleed zijn en moeten reine han den hebben. F. In eiken vleeschwinkel. of in de on middellijke nabijheid daarvan, moet aan wezig zijn een waschgelegenheid, met zeep en zindelijken handdoek. G. De haken, waaraan het vleesch wordt gehangen, moeien zindelijk, en vrij van roest worden gehouden. In de in artikel 19 der wet bedoelde in richtingen mogen honden en katten niet aanwezig zijn. De Minister kan verbieden, dal personen, lijdende aan eene der door hem te noemen besmettelijke ziekten ;werkzaarn zijn in de door hem aan te wijzen inrichtingen als be docld m artikel 19 der wel. Dit besluit treedt in werking met ingang van 'n nader te bepalen dag -, op dat tijdstip vervalt het Kon. besl van 6 Juni 1921. Stbl. no. 754. met uitzondering evenwel van de bij dat besluit gegeven regelen voor in rich- j tin gen, welke op den datum van inwerking- treding van dit besbaat in overeenstemming waren met de hij dit besluit gestelde eischen zoo'ang zii aan die eischen voldoen. Ten aanzien van de overige op den datum van het in werking treden van dit besluit be staande inrichtingen zijn. tot op den dag. waarop het bedrijf ophoudt le bestaan, óók indien zulks van tijdelijken aard is. of waar op de inrichtingen of hel bedrijf in andere handen dan van echtgenoole of kinderen overgaan, of de inrichtingen worden ver bouwd. o.a. de volgende bepalingen van dit besluit niet van toepassing: 1. van de algemeene eischen: a. dal ten minste één der wanden buiten wand moet zijn en de daarmede verband houdende bepalingen omtrent lichtvoorzie ning door dien wand; b. dat de gezamenlijke oppervlakte glas, ongerekend glas in deuren, niet minder mag bedragen dan 1/6 gedeelte van de vloeroppervlakte mits de gezamen lijke oppvervlakle glas, ongerekend glas in deuren, tenminste 1/10 gedeelte van de vloeroppervlakte bedraagt Met Rijksstenn gebouwde woningen. Dc Ministers van Arbeid, Handel en Nij verheid en van Financiën, hebben met in trekking van de beschikking van 20/26 Fobr. 1920 (Nederlandsche Staatscourant No. 40), vastgesteld de navolgende „Regeling van de controle op de exploitatie van bezittingen, waarvoor steun van Rijkswege ingevolge 38 der Woningwet is vastrekT'- Artikel 1. De gemeente, aan welke over- I cenkomslig artikel 38 der Woningwet, finan- I cieele steun uit 's Rijks kas is verleend hel- j zij in den vorm van een voorschot, ten be hoeve van den aankoop van grond, dan wel den aankoop, aan- of verbouw van wonin gen van gemeentewege, hetzij in den vorm van een bijdrage in de kosten van exploi tatie dier bezittingen, is gehouden ter zake van dien grond of van die woningen een afzonderlijke administratie te voeren. Artikel 2. Gelijke verplichting, als bedoeld in artikel 1, rust op de vereeniging. ven nootschap of stichting, aan welke met de hulp van artikel 38 der Woningwet door het Rijk of de gemeente voorschot of bij drage is verleend voor overeenkomstige doeleinden, als in het voorgaande artikel omschreven. Artikel 3. De administration, in artikel 2 bedoeld, moeten worden gevoerd naar de dubbele methode, dan wel de gewijzigde bubbel e methode van boekhouden, tenzij on bekendheid van den administrateur met deze methoden zulks onmogelijk maakt In dit laatste geval moeten van de gehou den administratiën ten minste deel uitma ken: a. een z.g. kladkasboek, waarin alle ontvangsten en uitgaven dagelijks moeten worden aangeteekend; b. een tabellarisch nelkasboek, waaruit overzichtelijk moet blijken, van welken aard de onderscheidene ontvangsten en uitgaven zijn; c. een huur- register, ten minste vermeldende de namen van alle huurders, de voor de woningen le vorderen huurprijzen, zoomede de werkelijk ontvangen huurbedragen; d. een z.g balans- boek. Artikel 4. Alle op grond van deze regeling voorgeschreven administration moeten ove rigens zoodapig zijn ingericht, dat daaruit kan blijken, welke de linancieele uilkom sten zijn van de exploitatie der diverse be zittingen, welke geacht moeien worden een afzonderlijk geheel te vormen. In geval van twijfel aangaande de vraag, wal als afzonderlijk exploïlaliegeheel moet worden beschouwd, beslist de directeur- generaal van de volksgezondheid. Artikel 5. Jaarlijks vóór 1 Maart dient het bestuur der gemeente, verkeerende in het in artikel 1 omschreven geval, bij den direc teur-generaal van de volksgezondheid een afschrift in van de balans met verlies- en winstrekening over het afgeloopen kalender jaar. Artikel 6. Indien een vereeniging. ven nootschap of stichting van de gemeente, aan welke door hel Rijk een voorschot of een bijdrage is verstrekt, een voorschot of een bijdrage ontvangen heeft, zendt het bestuur dier vereeniging, vennootschap of stichting jaarlijks binnen twee maanden na het ein digen van het boekjaar over dat jaar bij hel gemeentebestuur een balans met verlies- en winstrekening in tweevoud in. Binnen een maand na ontvangst van de hierbovenbedoelde bescheiden zendt het ge meentebestuur één der balansen met verlies- en winstrekening door aan den directeur- generaal van de volksgezondheid, voorzien van de opmerkingen, waartoe die stukken het gemeentebestuur aanleiding geven. Heeft een vereeniging, vennootschap of stichting zonder tusschenkomst van de ge meente uit 's Rijks kas steun ontvangen, als in lid 1 bedoeld, dan geschiedt de inzending van balans met verlies- en winstrekening rechtstreeks aan den directeur-generaal voornoemd, en binnen twee maanden na het eindigen van ieder boekjaar. Artikel 7. De in de artikel 5 en 6 be doelde balansen met verlies- en winstreke- cingeo behooren vergezeld te gaan van een kort verslag omtrent de exploitatie, in welk verslag ten minste moet worden rermeld: in hoever de woningen gedurende het afge loopen jaar verhuurd waren; in welken toe stand de woningen verkeeren, eB wat tot onderhoud der woningen is verricht. zulk9, voor zoover mogelijk, met een gespecificeer de opgave der onderhoudskosten. Artikel 8. De besturen, in de artikelen 5 en 6 bedoeld, zijn gehouden: lo. aan den directeur-generaal van de volksgezondheid de inlichtingen le verstrek ken, welke deze ten behoeve van de door hem uit te oefenen controle wenschelijk acht 2o. de daartoe door hem aangewezen amb tenaren te allen tijde in de gelegenheid te stellen inzage te nemen van de administralie; 3o. hem de boeken en bescheiden op te zenden, indien hij zulks wenschelijk acht; 4j>. de aanwijzingen te volgen, welke door hem ten aanzien van. hun boekhoudin gen worden verslrekL Op de besturen, in artikel C bedoeld, rust bovendien de verplichting Le zorgen, dat bij den directeur-generaal van de volksgezond heid steeds het adres hekend is waar de administratie berust. Artikel 9. Een verzoek tol vaststelling van bijdragen, als bedoeld in artikel 38 der Wo ningwet, wordt zoo spoedig mogelijk inge diend, nadat öe uitkomsten van een exploi tatie jaar bekend zijn. Bij zoodanig verzoek moeien de noodi'ie gegevens worden verstrekt, waaruit kan blij ken. hoe groot het tekort is. hetwelk in hel afgeloopen exploits tie ja ar werd geleden B artig on-kwee kers. Lu de bloembollen wereld is het bekend, dat j.l. Maandag in Haarlem een verga dering werd gehouden door Bartigon- kweekers. Het waren daar in hoofdzaak exporteurs, die vertegenwoordigd waren. In verband daarmede werd Vrijdagmiddag opnieuw een vergadering belegd, in het c-afé ,de Nachtegaal1 'te Lie&c. Speciaal waren daar de kweekers uitgenoodigd. De belangstelling was echter gering. De le den welke aanwezig waren teekenden al len het betreffende contract. Het doel van dit samenzijn was om nu met don lusteloozcn handel en daarmede gepaard gaande wegzinkende -prijzen, het artikel „Bartigon" op een toonenden prijs te houden. Het groo'te belang voor de kweekers, is waarschijnlijk nog niet vol doende tot hen doorgedrongen of ver trouwt men de zaak niet De exporteurs begrijpen ook als kweekers zijnde hun belang beter. Enkele hebben zelfs groote bedragen toegezegd, tot het instandhou den van een loonenden prijs voor Dwt Bartigon." Ook het belang van den arbeider is daar zeer zeker mede gemoeid, want voor de thans geldende prijzen is hot onmogelijk dezen loonstandaard t-e handhaven. Waar het artikel ..Bartigon" een der eerste soorten gehruikstulp is, blijft het ook niet uit, dat de prijzen van verder alle darwintulpen omlaag gaan. Salaris actie door hel A.C.0-P. Hel A. C. O P. heeft zich met e*» circu laire tot de afdeeüngen der aangesloten bonden gewend, waarin zij mededeelt een salarisactie te willen inzetten. Dit beteekent dat zij niet van zins is, zich neer te leggen bij de uitspraak van den Minister-President, dat er eenige rust moet komen in de salarisregeling van het rijks personeel, van welk standpunt de Regee ring ook mededeehng is gedaan in de G. v. O. voor de Zeemacht en ,in een schrijven aan de Onderofficieren-Vereeniginj „Ons Belang". Hel Comité kan zich daarbij niet neer leggen, wijl aan de geldende loonregelingen al te groole gebreken kleven. Niet alleen zijn de salarissen te veel om laag gebracht, maar tevens heeft de Regee ring zich niet ontzien, de rechtspositie van haar personeel danig aan te tasten door in voering van particuliere arbeidsovereen komsten voor tal van werklieden, leerlmg- verplegenden, schrijvers, enz., dooT betaling naar den plaatselijken loonstandaard. waar van het platteland zoo zeer de dope is ge worden, door hel scheppen van hel insti tuut maand- en weeklooners, met zijn circa 16 pet. maximum.slandplaals-aflrck, door sterke inperking van het aan la' vasl- axngestelden tot een z.g. „kern", elc., etc. Hierbij komt nog, dai alle overzichtelijk heid aan de thans geldende loonregelingen ontnomen Is en de chaos sleéds grcoler zal worden, als de Regeering er in zal slagen, de Centrale Commissie meer en meer op den achtergrond te dringen, waarop rij reeds lang aanstuurt. Naar aanleiding van boven slaande meent het comité dat er voldoende aanleiding voor haar bestaat om tegen dit drijven der Regeering sleümg te nemen. De in te zetten actie zal worden voorbereid, hetzij door middel van circulaires aan de atdeHingen met nadere instructies, hetzij RECLAME. 314G door middel van artikelen in de vakpers, of door uitgifte van een gemeenschappelijk or gaan. Vast staal nu reeds, dal er io October een groot congres zal worden belegd, waar op het goed recht van hel rijkspersoneel op een betere belooning krachtig zal worden be pleit. liet comité meent tevens tegenover het Nederlandsche volk duidelijk te moeien uit spreken dat de tijd van hel doen van aan slagen op het Overheidspersoneel, waar ook werkzaam, bi; het Rijk, de provincies, de gemeenten, als anderszins, voorbij is en de tijd van verhooging der Iootksq eaat aan breken. Centralisatie Middenstandscredietwezen. Bij resolutie van den min. v. Financiën is ingesteld een Gominissie tol onderzoek der vraag of en zoo ju op wélke wijze op een levensvatbaarheid waarborgenden grondslag een centralisatie van hel midden - standscredietwezen zou kunnen worden lot s'.and gebracht, en zijn benoemd, tot lid- voorzitter mr. dr. A van Dourninck, tiic- saurier-generaal bij liet Dep. van Finan ciën; lot leden: Dr. J. van Beurden, le Ileeswijk; mr. J. W. Beyen, directeur der Javasche Bank le Amsterdam; Ghr. van den HeuveL lid der Tweede Kamer le Nieuw- Vennep (Haarlemmermeer).; Mr dr. C. F. Schoch, hoofddirecteur der Surinaamsche Bank le Amsterdam. Ed. G. Schürmann, voorzitter van den Ned. Middenstandsbond le Rotterdam, en C. J. G. Struycken, voor zitter van den Ned. R.K. Middenstands bond te 's-Gravenhage. De uitvoer van steenkool naar Engeland. De directies van de Staatsmijnen en van de particuliere mijnen hebben aan de sa menwerkende mijmverkersorgamsalies, die mededeelijngen verzocht hadden over den uitvoer van Nederlandsche steenkool naar Engeland, te kennen gegeven, dat ze de gevraagde gegevens niet kunnen verstrek ken. VOOR ZONDAG 25 JULI. Hilversum, 1050 M. 10 u. Kerkdienst van uit het Kerkgebouw der Evangeliscb- Lutherache gemeente te Weesp Voorgan ger ds. K H. Wallien. 1 Orgelspel. 2. Voorzang Gezang 8 1 en 3 (Psalm 84 1 en 2). 3. Votum en zegen. 4. Gebed. 5. Le zen Mattheus 5 3S48. 6. Voorrede der prediking. 7. Tekst Mattheus 5 48. 8. Zingen Gezang 110 1 en 3 (Psalm 138 l en 3). 9. Predikatie. 10. Zrngen Gezang 103 5 en 6 (Psalm 80 7 en 6.) 11. Ver volg predikatie. 12. Dankgebed. 13. Zingen Gezang 107 4. (Psalm 68 10). 14. Slot zegen. 35 n.Uitzending van het con gres der Theosophisobe Vereeniging te Ommen. Rede van den beer Krishna Murfc en Mts. Dr. Annie Besant. 7 u.V.P, R.O.-uitzending Rede door ds. W. R. M. Noordhoff, Rein. Pred. te Lochom. 8 u. Persberichten en sportuitslagen. 8.15: K urhausconeert. Wagner-concert, o.l.v. Prof. G. Schneevoigt. Soliste Emroy Krü- gcr, zang. 1. Ouverture „Rionzi". 2. Ein- zug der Gotter in Wal hall, uit het muziek drama „Das Rheingokl". 3. Walkötcoxitt uit „Die Walkure". 4 Twee fragmenten uit de le acte „Die Walkure", a. Sohlafst du Gaet. b. Du bist der Lcnz. (zang) 0. „Waldweben", nit „Siegfried". Pauze. 6. Siegfried's Rheinfahrt uit het muziekdrama „Götterdammerung". 7. Ih-ei Gesüuge nach Mathilde Wesendonk. a. Stehe stilJ. b. Schmerzen. c. Traumc (zang). 8. Ouverture „Tannhauser". Dav«ntry, 1600 M. 3 50: Muziek door de Royal Parks band. G. Eastman, bas, E. Burford, sopraan. 5.276.50 Drjc go- dichten van E- Thomas, voorgelezen croor l. Swinley. G. Pitsch, cello Y. Arnaud, piano. 6.50: Kerkdienst. Preek, zang en orgelspel. B.20: Uit de oratoria van Hay dn en Handel Orkest en M. Bennett, sopraan. 9 20: Weerber., nieuws. 9.40 10.50: Concert door het Piccadilly-orkest, o.l.v. De Groot. M. Huxley, sopraan. Farijs „Radio-Paris", 1750 M. 1.05: Concert door het orkest Gayina 8.50: Concert door de Jazzband Cases, Königswüsterhauscn, 1300 M. 11.50— 1.10: Concert door de kapel Valesco. 8.50: Dansen, door orekst. 10 50—12.20: Dansmuziek. Brussel, 486 M en Antwerpen 265 M. 8.35: Concert. Melle Francme, sopraan. 10.20: Nieuwsber. Munster, 410 M. 9.90-10.20: Morgeo- c on eert 11.20: Gedicbtenvoor lezing.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5