NICNUIU'S
NIEMEUER'S
No. 20356.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 24 JuH
Tweede Blad
Anno 1926.
BINNENLAND.
RADIO-PROGRAMMA.
e
Hofbericht
Uit Bealenberg wordt gemeld, dat Konin
gin WiHielmina bijna geheel hersteld is en.
lenige uren op haar balcon heeft vertoefd.
Lnchtvaaxtveidiag met Denemarken.
Gisteren heeft op het Departement van
Buitenlandsche Zaken de onderleekening
plaats gehad van een voorloopig luchtvaart-
verdrag tusschen Nederland en Denemar
ken.
Eerste Kamer.
De leden van de Eerste Kamer der Stalen-
Generaal zijn legen Dinsdag 27 Juli ds&
nam. te 2 uur in vergadering bijeengeroe
pen.
NederL-DuiUch Handelsverdrag.
Verschenen is de memorie van Antwoord
rfan d'e Eerste Kamer nopens het ont
werp van wet tot goedkeuring van het
verdrag van handel en scheepvaart van
31 Dec. 1651, met daarbij behoorend pro
tocol en van het Nederlandsch-Duitsche
douane- en credielverdrag niet bijlage en
daarbij behoorende protocollen, beide op
26 Nov. 1925 te Berlijn tosschen Neder
land en Duitschland gesloten.
Blijkens deze Memorie betreurt de Re
geering m^fc de leden, die een woord van
protest deden hooren tegen de wijze,
waarop de goedkeuring van de verdragen
Dij de Statem-Generaal is aangevraagd,
de vertraging, die de indiening van hét
wetsontwerp heeft ondergaan. Dat er
voor die vertraging reden was. kon zij
ïchter niet toegeven.
Het wil der regeering voorkomen, dat
f>ij de Kamer misverstand bestaat in ver
band met het door den mi nieter van lku-
tenlandsohe Zaken in de vergadering van
2 Juli j.l. aan de Tweede Kamer gespro
kene „dat een zekere beperking zou moe
ten worden in acht genomen/' De strek
king van deze uitspraak is niet, dat de
Regeering zich bij deze onderhandelingen
niet geheel vrij kon beschouwen, slechte,
dat het uit tactisch oogpunt te Berlijn
raadzaam bleek, om zekere beperking tn
acht te nemen.
Het is der regeering voorts niet duide
lijk, wat bedoekl wordt met de mededcc-
ling, dat de Nederlandscbe onderhande
laars zich niet hebben kunnen vrijhouden
van den invloed van het dreigement, dat
bij niet tot' stand koming van het verdrag
op onze tuinbouwproduct efi alsnog een
belangrijke aanvulling van rechten zou
moeten worden betaald.
Het is der regeering voorgekomen, dat
de faciliteit der „Stundung" die door
Duitschland ter zake werd aangeboden,
niet mocht worden afgewezen, omdat daar
onder de belangen van land- en tuinbouw
te zeer zouden hebben geleden. Dat bij
de onderhandelingen belangrijk meer had
fcuim-en worden bedongen, is beweerd,
pnaar is niet aannemelijk gemaakt.
Wat met name den land -en tuinbouw
betreft, zijn zeer belangrijke resultaten
bereikt, welke onzen export bevredigende
mogelijlchedem openen en dezen vrijwaren
tegen het gevaar van de specialisatie.
De opmerking, als zou voor onze in
dustrie niets zijn verkregen, gaat niet
op: voor verschillende onzer nijverheids-
artikelen, waarbij ook gercede fabrikaten,
kon een gunstig resultaat worden be-
reikt.
Een dergelijk verdrag is uiteraard een
compromis. Naar de mee rung van dc re
geering weegt het dezerzijds verkregen e
ruimschoots op tegen onze prestatie. Met
toadruk moet zij ontkennen, dat van de
.verlenging van het krediet en de verla
ging van den rentevoet wel met taaie vol
harding het grootst mogelijke profijt ge
trokken werd.
Ware het revolving-krediet door dc Ned.
Nijverheid beschikbaar gesteld, tegen de
izelfde rernte en onder werking van dezelf
de zeer kostbare controlemaatregelen als
thans voor de Duitsche industrie gegolden
hebben, dan zou dit krediet hoogstwaar
schijnlijk hier te lande slechte in geringe
mate zijn opgenomen.
Vervolgens wordt uiteengezet, waarom
cr geen plaats meer was voor overleg met
éenige commissie of corporatie.
De samenstelling der Nederlandsche
delegatie is als volgt geweest: dr. J. A.
Nederbragt, administrateur, chef der di
rectie van economische zaken van het De
partement van Buitenlandsche Zaken, als
voorzitter- de heer en F. K. J. Herin a,
administrateur, chef der afd. Handel en
Nijverheid van het Departement ran Ar
beid, Handel en NijverheidR. P. Bont
huis, landbouwingenieur, rijkstuinbouw-
éonsnlent in algemeen en dienst, mr. N.
C. Couvée, referendaris, hoofd der af dee
ling mymwezen, mr. L. R. Ries, referen
daris, plaatsvervanger van den thesaurier-
generaal, als leden, en de heer A. Th.
Damping, vice-consul in algemeen en
dienst, als secretarie.
In verband met het tegen de „Stun
dung" geopperd bezwaar, verklaart de
regeering zich gaarne bereid, te overwe
gen, het denkbeeld om, doet zich weder
een dergelijk geval voor, een overeen
komst te treffen, volgens welke van den
datum der afsluiting af onze exporteurs
vermindering van invoerrechten zullen ge
nieten, die door de buitenlandsche schat
kist worden uitgekeerd zoodra de be
krachtiging een voldongen feit is.
•Wat de opmerkingen over de resultaten
der onderhandelingen over de levering
Van Nederlandsche steenkolen naar
Duitschland aangaat, wordt opgemerkt,
dat de verwachting als zou het afzetge
bied der Nederlandsce kolen wel beperkt
blijven tot het industriegebied van Aken
cn eenige andere kleine afzetgebieden,
dicht bij den Nederlandsch-Limburgsche
ferens gelegen, niet door de feiten wordt
bevestigd.
Inderdaad wurden ook naar verder ver
wijderde afzetgebieden Nedcrland-sche
steenkolen geleverd.
De regeering kan nog niet mededeelen
op welke wijze de gelijkstelling tusschen
Nederlandsche en andere niet-Duitsche
havens op he-t stuk der voorkeurtarieven
in de practijk zal geschieden. Daarover
wordt nog met dp Duitsche regeering van
gedachten gewisseld.
Het spreekt voorts vanzelf, dat de re
geering op de hoogte is van de grondsla
gen-regeling, waaromtrent te TJtrecht in
Juli 1924 tusschen de Duitsche en Neder
landsche spoorwegdirecties onderhandeld
is geworden en overeenstemming isbe
reikt en zij betreurt het, dat deze rogel
die hier te lande bevrediging zou hebben
geschonken, al bracht zij geen gelijkstel-
I ling mede met de Duitsche havens zelf,
niet tot uitvoering is kunnen komen.
De toezegging van de Duitsche regee
ring, dat het verschil, ter zake der spoor
wegtarieven bestaande tusschen de Ne
derlandsche zeehavens en de zeehavens
van derde staten, zal worden opgeheven,
moet geacht worden ook de tarieven te
omvatten voor het vervoer van goederen
uit Zwitserland en andere landen, over
Duitschland.
Er was geen aanleiding ooi in de han
delsverdragen een algeancene arbitrage
clausule op te nemen, o.m. daar tussohen
de beide landen reeds arbitrage voor
zien is.
Wijziging Maiinebegiooting 1926.
Blijkens de Memorie van Antwoord aan
de Eerste Kamer in zake het wetonlwerp tot
wijziging van liet Vie hoofdstuk der Staat9-
begrooting 1926, zal de Minister van Marine
met de aanstelling van een raadadviseur
niet praejudicieeren op de samenvoeging
van de departementen van Marine en Oor
log, noch op de reorganisatie van het be
heer der Marine.
De minister geeft ook gaarne de verzeke
ring, dat de in hel Voorloopig Verslag be
sproken overplaatsing der opleiding van
jonge schepelingen van Gorcum naar Vlis-
singen door hem van alle kanten is bezien,
gewikt en gewogen vóórdat hij in deze aan
gelegenheid zijn standpunt bepaalde.
Eerst nadat hem stellig was gebleken, dat
de overplaatsing niet nadeelig voor de op
leiding zal zijn, doch zelfs voordeelig. heeit
de minister gemeend, daartoe te moeten
besluiten, waar deze overplaatsing met be
duidende besparing op 's lands uitgaven ge
paard gaat.
Nog tijdig voor de indiening dezer memo
rie deed de uit leden der Volksvertegen
woordiging samengestelde vlootcommissie
den minister haar zienswijze nopens de over
plaatsing kennen. Het verheugt den minis
ter in hooge mate, dat de commissie na een
onderzoek ter plaatse tot de conclusie is
gekomen, dat zij met den maatregel ten vol
le kan instemmen, indien aan enkele door
haar geformuleerde wenschen wordt vol
daan, waartoe de minister zich gaarne be
reid verklaart.
In tegenstelling met de meening van ver
scheidene leden, die van oordeel zijn, dat
de overplaatsing nog eens degelijk moet wor
den onder de oogen gezien, acht de minister
het, vraagstuk thans van alle zijden belicht
en kan hij niet inzien, welke nadere gege
vens hij nog verder ter voorlichting aan dc
Kamer zou kunnen verschaffen.
De Regeering acht liet haar plicht er naar
te streven, de gevechtswaarde der vloot tot
zoodanig peil te brengen. De thans aange
vraagde gelden betreffen alleen vervanging
van verouderd en versleten materieel, dat
eerlang aan den dienst zal komen te ont
vallen. Het was den minister aangenaam,
te ontwaren, dat tegenover de opmerking,
dat de aan aanbouw te besteden 9omm?n
beschouwd moeten worden als nutteloos uit
gegeven, van andere zijde met kracht werd
opgekomen voor 't op peil houden van de
vloot in Iodië en dat de voorgestelde aan
bouw van de torpedojagers werd toegejuicht.
Vee-smokkel.
De lieer Braat heeft aan den Minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw ge
vraagd of hem bekend is, dat, in spijl, van
de goede door hem genomen maatregelen,
nog steeds zeer veel Belgische koeien hier
worden binnengesmokkeld en of hij maat
regelen wil nemen, om de blijkbaar nog be
staande lekkages aan de grenzen te stoppen.
Vredessamenstelling der Cavalerie.
Het lid der Tweede Kamer de lieer dr.
De Visser heeft tol den Minister van Oorlog
de volgende vragen gericht:
lo. Is er grond voor de in de pers vermel
de geruchten over een aanstaande verzwak
king van de vredessamenstelling der cava
lerie met ruim 200 paarden?
2o. Indien deze berichten juist zijn, is dan
een zoo belangrijke vermindering van de
paraatheid van onze ruiterij gegrond op de
instemming van de legerautoriteiten en ge
toetst aan de eischen van eventueele te vef-
leenen bijstand?
3o. Is. eveneens in de veronderstelling, dat
de sub lo." genoemde geruchten in hoofdzaak
juist zijn, de Minister van Oorlog bereid, in
verband met de door Z. Exc. op 27 Mei jl. in
de Tweede Kamer gedape toezegging geen
uitvoering, hetzij organiek, hetzij budgclair,
aan een zoo belangrijke wijziging te geven,
voordat de Volksvertegenwoordiging er van
heeft kunnen kennis nemen en er haar oor
deel over heeft kunnen uitspreken?
VleeschkenringsweL
Verschenen is heT Kon. besluit van den
lOen JuH 1926 tol uitvoering van artikel 19
van de Vleeschkeuringswet.
Daarin worden opgenoemd de eischen
waaraan de slachterijen, vleeschwinkete,
bewaarplaatsen van vleesch, vleeschwaren-
fabrieken, vilderijen, perserijen, drogerijen,
rookerijen, zouterijen van dierlijke stoffen,
vetsmelterijen en inrichtingen bestemd tot
bewaring of verwerking van bloed of dier
lik afval, moeten voldoen in het algemeen
en elk afzonderlijk.
Zoo gelden voor vleeschwinkels behalve
de algemecne eischen nog de volgende:
A. Zij mogen niet in rechtstreeksche open
verbinding staan met woonvertrekken,
slachterijen, schaftlokalen, werkplaatsen ter
I bereiding van vleeschwaren of ter bewor-
king van darmen en andere producten van
dierlijkep oorsprong, bewaarplaatsen van
i afvalproducten van dierlijken oorsprong en
stallen
B. Zelfstandigheden, die aan het vleesch
een bijsmaak kunnen geven of bederf ervan
kunnen bevorderen, mogen in vleeschwin
kels niet aanwezig zijn.
C. Slechts vleesch- en vleeschwaren, zoo-
geconserveerde levensmiddelen, eieren en
boter, in een verpakking waarin zij aan den
verbruiker wordt afgeleverd, benevens voor
werpen en inrichtingen, verband houdende
mei bewaren en verkoopen van vleesch,
mogen in de vleeschwinkels aanwezig zijn.
D. Toonbanken, ijskasten, uitstalkasten,
hakblokken en andere voor het gebruik bij
den verkoop bestemde toestellen en gereed
schappen moeten in zindelijk en toestand ge
houden worden.
E. De personen, -met den verkoop van
vleesch in de vleeschwinkels belast, moeten
tijdens hunne bedrijfswerkzaamheden sleeds
zindelijk gekleed zijn en moeten reine han
den hebben.
F. In eiken vleeschwinkel. of in de on
middellijke nabijheid daarvan, moet aan
wezig zijn een waschgelegenheid, met zeep
en zindelijken handdoek.
G. De haken, waaraan het vleesch wordt
gehangen, moeien zindelijk, en vrij van roest
worden gehouden.
In de in artikel 19 der wet bedoelde in
richtingen mogen honden en katten niet
aanwezig zijn.
De Minister kan verbieden, dal personen,
lijdende aan eene der door hem te noemen
besmettelijke ziekten ;werkzaarn zijn in de
door hem aan te wijzen inrichtingen als be
docld m artikel 19 der wel.
Dit besluit treedt in werking met ingang
van 'n nader te bepalen dag -, op dat tijdstip
vervalt het Kon. besl van 6 Juni 1921. Stbl.
no. 754. met uitzondering evenwel van de
bij dat besluit gegeven regelen voor in rich-
j tin gen, welke op den datum van inwerking-
treding van dit besbaat in overeenstemming
waren met de hij dit besluit gestelde eischen
zoo'ang zii aan die eischen voldoen.
Ten aanzien van de overige op den datum
van het in werking treden van dit besluit be
staande inrichtingen zijn. tot op den dag.
waarop het bedrijf ophoudt le bestaan, óók
indien zulks van tijdelijken aard is. of waar
op de inrichtingen of hel bedrijf in andere
handen dan van echtgenoole of kinderen
overgaan, of de inrichtingen worden ver
bouwd. o.a. de volgende bepalingen van dit
besluit niet van toepassing:
1. van de algemeene eischen:
a. dal ten minste één der wanden buiten
wand moet zijn en de daarmede verband
houdende bepalingen omtrent lichtvoorzie
ning door dien wand;
b. dat de gezamenlijke oppervlakte glas,
ongerekend glas in deuren, niet minder
mag bedragen dan 1/6 gedeelte van de
vloeroppervlakte mits de gezamen
lijke oppvervlakle glas, ongerekend glas in
deuren, tenminste 1/10 gedeelte van de
vloeroppervlakte bedraagt
Met Rijksstenn gebouwde woningen.
Dc Ministers van Arbeid, Handel en Nij
verheid en van Financiën, hebben met in
trekking van de beschikking van 20/26 Fobr.
1920 (Nederlandsche Staatscourant No. 40),
vastgesteld de navolgende „Regeling van de
controle op de exploitatie van bezittingen,
waarvoor steun van Rijkswege ingevolge
38 der Woningwet is vastrekT'-
Artikel 1. De gemeente, aan welke over-
I cenkomslig artikel 38 der Woningwet, finan-
I cieele steun uit 's Rijks kas is verleend hel-
j zij in den vorm van een voorschot, ten be
hoeve van den aankoop van grond, dan wel
den aankoop, aan- of verbouw van wonin
gen van gemeentewege, hetzij in den vorm
van een bijdrage in de kosten van exploi
tatie dier bezittingen, is gehouden ter zake
van dien grond of van die woningen een
afzonderlijke administratie te voeren.
Artikel 2. Gelijke verplichting, als bedoeld
in artikel 1, rust op de vereeniging. ven
nootschap of stichting, aan welke met de
hulp van artikel 38 der Woningwet door
het Rijk of de gemeente voorschot of bij
drage is verleend voor overeenkomstige
doeleinden, als in het voorgaande artikel
omschreven.
Artikel 3. De administration, in artikel 2
bedoeld, moeten worden gevoerd naar de
dubbele methode, dan wel de gewijzigde
bubbel e methode van boekhouden, tenzij on
bekendheid van den administrateur met deze
methoden zulks onmogelijk maakt
In dit laatste geval moeten van de gehou
den administratiën ten minste deel uitma
ken: a. een z.g. kladkasboek, waarin alle
ontvangsten en uitgaven dagelijks moeten
worden aangeteekend; b. een tabellarisch
nelkasboek, waaruit overzichtelijk moet
blijken, van welken aard de onderscheidene
ontvangsten en uitgaven zijn; c. een huur-
register, ten minste vermeldende de namen
van alle huurders, de voor de woningen le
vorderen huurprijzen, zoomede de werkelijk
ontvangen huurbedragen; d. een z.g balans-
boek.
Artikel 4. Alle op grond van deze regeling
voorgeschreven administration moeten ove
rigens zoodapig zijn ingericht, dat daaruit
kan blijken, welke de linancieele uilkom
sten zijn van de exploitatie der diverse be
zittingen, welke geacht moeien worden een
afzonderlijk geheel te vormen.
In geval van twijfel aangaande de vraag,
wal als afzonderlijk exploïlaliegeheel moet
worden beschouwd, beslist de directeur-
generaal van de volksgezondheid.
Artikel 5. Jaarlijks vóór 1 Maart dient het
bestuur der gemeente, verkeerende in het
in artikel 1 omschreven geval, bij den direc
teur-generaal van de volksgezondheid een
afschrift in van de balans met verlies- en
winstrekening over het afgeloopen kalender
jaar.
Artikel 6. Indien een vereeniging. ven
nootschap of stichting van de gemeente, aan
welke door hel Rijk een voorschot of een
bijdrage is verstrekt, een voorschot of een
bijdrage ontvangen heeft, zendt het bestuur
dier vereeniging, vennootschap of stichting
jaarlijks binnen twee maanden na het ein
digen van het boekjaar over dat jaar bij hel
gemeentebestuur een balans met verlies- en
winstrekening in tweevoud in.
Binnen een maand na ontvangst van de
hierbovenbedoelde bescheiden zendt het ge
meentebestuur één der balansen met verlies-
en winstrekening door aan den directeur-
generaal van de volksgezondheid, voorzien
van de opmerkingen, waartoe die stukken
het gemeentebestuur aanleiding geven.
Heeft een vereeniging, vennootschap of
stichting zonder tusschenkomst van de ge
meente uit 's Rijks kas steun ontvangen, als
in lid 1 bedoeld, dan geschiedt de inzending
van balans met verlies- en winstrekening
rechtstreeks aan den directeur-generaal
voornoemd, en binnen twee maanden na het
eindigen van ieder boekjaar.
Artikel 7. De in de artikel 5 en 6 be
doelde balansen met verlies- en winstreke-
cingeo behooren vergezeld te gaan van een
kort verslag omtrent de exploitatie, in welk
verslag ten minste moet worden rermeld:
in hoever de woningen gedurende het afge
loopen jaar verhuurd waren; in welken toe
stand de woningen verkeeren, eB wat tot
onderhoud der woningen is verricht. zulk9,
voor zoover mogelijk, met een gespecificeer
de opgave der onderhoudskosten.
Artikel 8. De besturen, in de artikelen 5
en 6 bedoeld, zijn gehouden:
lo. aan den directeur-generaal van de
volksgezondheid de inlichtingen le verstrek
ken, welke deze ten behoeve van de door
hem uit te oefenen controle wenschelijk
acht
2o. de daartoe door hem aangewezen amb
tenaren te allen tijde in de gelegenheid te
stellen inzage te nemen van de administralie;
3o. hem de boeken en bescheiden op te
zenden, indien hij zulks wenschelijk acht;
4j>. de aanwijzingen te volgen, welke
door hem ten aanzien van. hun boekhoudin
gen worden verslrekL
Op de besturen, in artikel C bedoeld, rust
bovendien de verplichting Le zorgen, dat bij
den directeur-generaal van de volksgezond
heid steeds het adres hekend is waar de
administratie berust.
Artikel 9. Een verzoek tol vaststelling van
bijdragen, als bedoeld in artikel 38 der Wo
ningwet, wordt zoo spoedig mogelijk inge
diend, nadat öe uitkomsten van een exploi
tatie jaar bekend zijn.
Bij zoodanig verzoek moeien de noodi'ie
gegevens worden verstrekt, waaruit kan blij
ken. hoe groot het tekort is. hetwelk in hel
afgeloopen exploits tie ja ar werd geleden
B artig on-kwee kers.
Lu de bloembollen wereld is het bekend,
dat j.l. Maandag in Haarlem een verga
dering werd gehouden door Bartigon-
kweekers. Het waren daar in hoofdzaak
exporteurs, die vertegenwoordigd waren.
In verband daarmede werd Vrijdagmiddag
opnieuw een vergadering belegd, in het
c-afé ,de Nachtegaal1 'te Lie&c. Speciaal
waren daar de kweekers uitgenoodigd. De
belangstelling was echter gering. De le
den welke aanwezig waren teekenden al
len het betreffende contract.
Het doel van dit samenzijn was om nu
met don lusteloozcn handel en daarmede
gepaard gaande wegzinkende -prijzen, het
artikel „Bartigon" op een toonenden prijs
te houden. Het groo'te belang voor de
kweekers, is waarschijnlijk nog niet vol
doende tot hen doorgedrongen of ver
trouwt men de zaak niet De exporteurs
begrijpen ook als kweekers zijnde hun
belang beter. Enkele hebben zelfs groote
bedragen toegezegd, tot het instandhou
den van een loonenden prijs voor Dwt
Bartigon."
Ook het belang van den arbeider is daar
zeer zeker mede gemoeid, want voor de
thans geldende prijzen is hot onmogelijk
dezen loonstandaard t-e handhaven.
Waar het artikel ..Bartigon" een der
eerste soorten gehruikstulp is, blijft het
ook niet uit, dat de prijzen van verder
alle darwintulpen omlaag gaan.
Salaris actie door hel A.C.0-P.
Hel A. C. O P. heeft zich met e*» circu
laire tot de afdeeüngen der aangesloten
bonden gewend, waarin zij mededeelt een
salarisactie te willen inzetten.
Dit beteekent dat zij niet van zins is,
zich neer te leggen bij de uitspraak van den
Minister-President, dat er eenige rust moet
komen in de salarisregeling van het rijks
personeel, van welk standpunt de Regee
ring ook mededeehng is gedaan in de G. v.
O. voor de Zeemacht en ,in een schrijven
aan de Onderofficieren-Vereeniginj „Ons
Belang".
Hel Comité kan zich daarbij niet neer
leggen, wijl aan de geldende loonregelingen
al te groole gebreken kleven.
Niet alleen zijn de salarissen te veel om
laag gebracht, maar tevens heeft de Regee
ring zich niet ontzien, de rechtspositie van
haar personeel danig aan te tasten door in
voering van particuliere arbeidsovereen
komsten voor tal van werklieden, leerlmg-
verplegenden, schrijvers, enz., dooT betaling
naar den plaatselijken loonstandaard. waar
van het platteland zoo zeer de dope is ge
worden, door hel scheppen van hel insti
tuut maand- en weeklooners, met zijn
circa 16 pet. maximum.slandplaals-aflrck,
door sterke inperking van het aan la' vasl-
axngestelden tot een z.g. „kern", elc., etc.
Hierbij komt nog, dai alle overzichtelijk
heid aan de thans geldende loonregelingen
ontnomen Is en de chaos sleéds grcoler zal
worden, als de Regeering er in zal slagen,
de Centrale Commissie meer en meer op
den achtergrond te dringen, waarop rij reeds
lang aanstuurt. Naar aanleiding van boven
slaande meent het comité dat er voldoende
aanleiding voor haar bestaat om tegen dit
drijven der Regeering sleümg te nemen. De
in te zetten actie zal worden voorbereid,
hetzij door middel van circulaires aan de
atdeHingen met nadere instructies, hetzij
RECLAME.
314G
door middel van artikelen in de vakpers, of
door uitgifte van een gemeenschappelijk or
gaan. Vast staal nu reeds, dal er io October
een groot congres zal worden belegd, waar
op het goed recht van hel rijkspersoneel op
een betere belooning krachtig zal worden be
pleit. liet comité meent tevens tegenover het
Nederlandsche volk duidelijk te moeien uit
spreken dat de tijd van hel doen van aan
slagen op het Overheidspersoneel, waar ook
werkzaam, bi; het Rijk, de provincies, de
gemeenten, als anderszins, voorbij is en de
tijd van verhooging der Iootksq eaat aan
breken.
Centralisatie Middenstandscredietwezen.
Bij resolutie van den min. v. Financiën
is ingesteld een Gominissie tol onderzoek
der vraag of en zoo ju op wélke wijze op
een levensvatbaarheid waarborgenden
grondslag een centralisatie van hel midden -
standscredietwezen zou kunnen worden lot
s'.and gebracht, en zijn benoemd, tot lid-
voorzitter mr. dr. A van Dourninck, tiic-
saurier-generaal bij liet Dep. van Finan
ciën; lot leden: Dr. J. van Beurden, le
Ileeswijk; mr. J. W. Beyen, directeur der
Javasche Bank le Amsterdam; Ghr. van den
HeuveL lid der Tweede Kamer le Nieuw-
Vennep (Haarlemmermeer).; Mr dr. C. F.
Schoch, hoofddirecteur der Surinaamsche
Bank le Amsterdam. Ed. G. Schürmann,
voorzitter van den Ned. Middenstandsbond
le Rotterdam, en C. J. G. Struycken, voor
zitter van den Ned. R.K. Middenstands
bond te 's-Gravenhage.
De uitvoer van steenkool naar Engeland.
De directies van de Staatsmijnen en van
de particuliere mijnen hebben aan de sa
menwerkende mijmverkersorgamsalies, die
mededeelijngen verzocht hadden over den
uitvoer van Nederlandsche steenkool naar
Engeland, te kennen gegeven, dat ze de
gevraagde gegevens niet kunnen verstrek
ken.
VOOR ZONDAG 25 JULI.
Hilversum, 1050 M. 10 u. Kerkdienst
van uit het Kerkgebouw der Evangeliscb-
Lutherache gemeente te Weesp Voorgan
ger ds. K H. Wallien. 1 Orgelspel. 2.
Voorzang Gezang 8 1 en 3 (Psalm 84 1
en 2). 3. Votum en zegen. 4. Gebed. 5. Le
zen Mattheus 5 3S48. 6. Voorrede der
prediking. 7. Tekst Mattheus 5 48. 8.
Zingen Gezang 110 1 en 3 (Psalm 138 l
en 3). 9. Predikatie. 10. Zrngen Gezang
103 5 en 6 (Psalm 80 7 en 6.) 11. Ver
volg predikatie. 12. Dankgebed. 13. Zingen
Gezang 107 4. (Psalm 68 10). 14. Slot
zegen. 35 n.Uitzending van het con
gres der Theosophisobe Vereeniging te
Ommen. Rede van den beer Krishna Murfc
en Mts. Dr. Annie Besant. 7 u.V.P,
R.O.-uitzending Rede door ds. W. R. M.
Noordhoff, Rein. Pred. te Lochom. 8 u.
Persberichten en sportuitslagen. 8.15:
K urhausconeert. Wagner-concert, o.l.v.
Prof. G. Schneevoigt. Soliste Emroy Krü-
gcr, zang. 1. Ouverture „Rionzi". 2. Ein-
zug der Gotter in Wal hall, uit het muziek
drama „Das Rheingokl". 3. Walkötcoxitt
uit „Die Walkure". 4 Twee fragmenten
uit de le acte „Die Walkure", a. Sohlafst
du Gaet. b. Du bist der Lcnz. (zang) 0.
„Waldweben", nit „Siegfried". Pauze. 6.
Siegfried's Rheinfahrt uit het muziekdrama
„Götterdammerung". 7. Ih-ei Gesüuge nach
Mathilde Wesendonk. a. Stehe stilJ. b.
Schmerzen. c. Traumc (zang). 8. Ouverture
„Tannhauser".
Dav«ntry, 1600 M. 3 50: Muziek door
de Royal Parks band. G. Eastman, bas, E.
Burford, sopraan. 5.276.50 Drjc go-
dichten van E- Thomas, voorgelezen croor
l. Swinley. G. Pitsch, cello Y. Arnaud,
piano. 6.50: Kerkdienst. Preek, zang en
orgelspel. B.20: Uit de oratoria van
Hay dn en Handel Orkest en M. Bennett,
sopraan. 9 20: Weerber., nieuws. 9.40
10.50: Concert door het Piccadilly-orkest,
o.l.v. De Groot. M. Huxley, sopraan.
Farijs „Radio-Paris", 1750 M. 1.05:
Concert door het orkest Gayina 8.50:
Concert door de Jazzband Cases,
Königswüsterhauscn, 1300 M. 11.50—
1.10: Concert door de kapel Valesco.
8.50: Dansen, door orekst. 10 50—12.20:
Dansmuziek.
Brussel, 486 M en Antwerpen 265 M.
8.35: Concert. Melle Francme, sopraan.
10.20: Nieuwsber.
Munster, 410 M. 9.90-10.20: Morgeo-
c on eert 11.20: Gedicbtenvoor lezing.