No. 20335.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 30 Juni
Tweede Blad Anno 1926,
TWEEDE KAMER.
BINNENLAND.
Doorzittend
FEUILLETON
Het Ondergrondsche Syndicaat
de nadeelige gevolgen der wet voor hun
zaken.
De niet groolen ernst afgelegde verkla
ring der vertegenwoordigers der organisaties
dat de bedrijven de onvermijdelijke ver
mindering van debiet niet meer kunnen
dragen, maakte op den Minister wel indruk,
hij deed tenslotte de toezegging, over de in
stelling van de bevraagdecommissie te zul
len nadenken en verzocht aan de organisa
ties haar standpunt nog eens nader schrif
telijk vast te leggen.
R. E. Volkspartij en R. K. Staatspartij.
Op een vergadering der R.-K. Volkspartij
te Nijmegen heeft de heer Felix Donders
verklaart, dat de keuze van jhr. Ruys de
Beerenbrouck tot voorzitter van den Alg.
Bond eenig meer vertrouwen der democra
tische katholieken in de leiding wettigde
dan bij de vorige leiding en hoewel de R.-K.
Volkspartij niel veel tegemoetkoming van de
R.-ïy. Staatspartij heeft 'ondervonden, wilde
hij toch niet zeggen, dal de R.-K. Volkspartij
niet tot de Staatspartij zou terugkeeren.
wanneer de democratische gedachte daar
diep genoeg zou zijn doorgedrongen en er
voldoende waarborgen zouden zijn, dat de
katholieke democraten behoorlijk hun recht
zouden krijgen.
Bij de gedachtenwisseling betoogden de
Michaclisten van der Steen en Broeder, dat
de leden der Volkspartij liever in de Staats
partij zouden medewerken lot krachtige pro
paganda der democratische gedachte.
(De Morgen)
Bij Kon. bcsl. is aan nir. H. G. J. Maas
Geesleranus, op zijn verzoek, met ingang
van 1 Augustus 192G, eervol ontslag ver
leend uit zijn betrekking van substituut-
griffier bij de arrondissementsrechtbank te
Amsterdam.
UIT NED OOST-INDIE.
De aardbeving
PADANG, 29 Juni (Aneta) (Later) Te Fort-
de-Kock zijn door de zware aardbeving ver
scheidene tokos ingestort. Aldaar is één
doode en zijn twee personen gewond.
Te Soengci Boeloe zija zeventien dooden.
Tc Padang Pandjang zijn bijna alle ge
bouwen ingestort, terwijl er meer dan hon
derd dooden zijn, waaronder ook Europeanen
en vele .gewonden.
De adjudant-apotheker Schmidt voelde den
schok en ging een kamer binnen om eet»
kind te redden. Bij het terugkeeren werd
hij gedood onder een vallende muur. Het
kind en de moeder zijn op het nippertje ont
komen.
Tc Solok, waar eveneens veel verwoest is,
zijn vijftien dooden.
PADANG, 29 Juni (Aneta). Een chirurg
is naar Padang Pandjang vertrokken, van
waar de gewonden naar Fort-de-Kock wor
den vervoerd, alwaar vele gebouwen zijn
ingestort en gescheurd. Volgens gerichte»
staat Solok in brand. De Merapï rookt. Er
zijn groote hoeveelheden rijst en zout van
Padang naar Padang Pandjang gezonden.
Te Sawah Loentoe is de schade aan gebou
wen belangrijk. Er zijn geen persoonlijke
ongevallen. De mijnen zijn intact.
(Zitting van gisteren.)
Classificatie van gemeenten.
Aan de orde is interpellatie van den heer
Moller over de classificatie van de gemeen
ten, zooals die is neergelegd in het bezol
digingsbesluit voor burgerlijke ambtenaren.
De heer MoLLER (R.-K.) heeft getracht
statistische gegevens te verzamelen. De ge
gevens in deze classificatie, die verzameld
zijn door de Regeering zijn volkomen onbe
trouwbaar. De Regeering heeft alle gemeen
ten verzocht een commissie te benoemen
(dat was op 3 October) uit vakorganisaties
en andere organisaties. Die commissie
moest de gegevens verzamelen van de prij
zen van artikelen in de week van 5 October
tot 12 October. Dat was natuurlijk onmoge
lijk. Het ging over 31 artikelen en in ver
band met 4 welslandsgroepen. Het is dui
delijk, dat de voorbereiding totaal ontbrak.
De keuze van één week is totaal onvoldoen
de. Dit g&nsche stelsel is natuurlijk voor
het verzamelen van statistische gegevens
totaal ongeschikt Bovendien moesten die
commissies zelf overzichtelijke statistische
tabellen maken, hetgeen heusch geen klein
werkje is.
Het gaat hier om le berekenen de gege
vens voor dagelijksche levensbehoeften.
Maar wat beteekent daarvoor nu een over
zichtje van één willekeurige week. Ook de
opgaren der artikelen is willekeurig, het
geen spr. met voorbeelden aantoont. Steek
proeven zijn in gevallen als deze. voor sta
tistieken en hun controle waardeloos Wie
eenig verstand heeft van statistieken, moet
onmiddellijk erkennen, dal de wijze waar
op deze statistieken zijn samengesteld naar
niets lijkt. De conclusies zijn natuurlijk zeer
merkwaardig. Aanvankelijk was Amster
dam hooger dan Alkmaar, maar toen is men
gaan overwegen, dat sommige gemeenten
geen bedrevenheid hadden in liet statistisch
werk en dat geographische overwegingen
niet hadden gegolden. Er werden toen be
ginselen vóórop gezet, die niet juist waren
en niet bewezen waren. Het gevolg was dat
de vooropgezette meeningen omtrent de
duurte in Noord- en' Zuid-Holland en
Utrecht bewaarheid werden.
Vervolgens critiseert spr. allerlei details
van de statistieken, o.a de huurgrenzen die
men stelde bij de indeeling der welstands
groepen. Uit de bepaling dier grenzen b'ijkt
dat de Regeering erkent, dat de ambtenaren
niet in slaat zijn geweest de huur van hun
huis in overeenstemming met hun verlaagde
salarissen te brengen.
Bij het in rekening nemen van belastin
gen heeft men ook zonderling gehandeld.
Bij de Personecle Belasting rekende men
de hoofdsom niet mee. wel de opcenten Dat
acht spr. een zeer vretende methode. Alle
verdere gemeentebelastingen worden niet
meegeteld
Natuurlijk schelen die belastingen zeer
veel, evenals bijvoorbeeld de schoolgelden.
Geen enkel cijfer in de gansche statistiek
is betrouwbaar geweest en op een zoodanig
samenstel van onbetrouwbare gegevens be
rust nu een indeeling der gemeenten, waar
van voor de ambtenaren afhangt of ze 4
of 8 pCt. korting zullen krijgen. Alles is lou
ter willekeur.
Met tal van voorbeelden van gemeenten
illustreert spr. zijn beloog. Voorts zet hij uit
eers dat bij de her-classificatie dikwijls de
gehuwden niets kregen, maar de ongehuw-
den wel. Allerlei trucjes zijn toegepast om
de korting te ontgaan.
Resumcerende stelt spr. de volgende
vragen:
1. Is de Regeering niet van oordeel, dat
het stelsel van classificatie der gemeenten
volgens het bezoldigingsbesluit voor bur
gerlijke ambtenaren, in vele opzichten zoo
onjuist wordt toegepast dat vele gemeenten
te laag zijn gerangschikt en nog andere on
billijkheden uit die onjuiste toepassing voort
komen?
2. Zoo ja, is de Regeering bereid, alle on
billijkheden. die door de onjuiste toepassing
van het stelsel tot op den dag van de af
schaffing, zijn of worden veroorzaakt, te
herstellen?
3. Is de Regeering daarenboven niet van
oordeel, dat het geheele stelsel van klassen-
indeeling van de gemeenten, volstrekt on
houdbaar is, doordat vele factoren niet in
rekening gebracht kunnen worden, doordat
de omstandigheden in vele, zoo niet alle
gemeenten zich voortdurend wijzigen, door
dat de nadeelen evenals de voordeden in de
verschillende gemeenten onderling zeer ver
schillen, en dikwijls op onderling geheel
verschillende wijze tegen elkaar opwegen,
er. dat derhalve de eenige billijke regeling
is, geen enkele klassenindeeling van de
gemeenten en geen standplaats-aftrek van
de normale bezoldiging?
Spr. zet hierna nog eens uiteen, dal de
gansche regeling onbillijk is. Wilde men
billijk zijn dan moesten er 40 klassen zijn,
die telkens 1/5 pCt. lager salaris brachten.
Deed men dit, dan bracht de aftrek niet ge
noeg op en daarom heeft men willekeurige
grenzen gelrokken. Nu trachten de tweede
klassers in de eerste te komen en de derde
klassers in de tweede. Hel blijft voortdurend
een strijd en dat acht hij niet gewenscht.
Spr. becijfert dat in het slechtste geval zoo-
De Eerste Kamerverkiezingen.
Naar wij vernemen, zegt de „Msbde", is
de stemming voor de verkiezing van leden
van de Eerste Kamer der Staten Gcneraai
ibepaald op Vrijdag 30 Juli a.s.
Een wijziging der Mijnwet ingediend.
Bij de Tweede Kaïner is ingediend een
.wetsontwerp, regelende het toezicht op
mijnbouwkundige onderzoekingen v.wijzi-
ging Mijnwet 1903, Stbld. no. 73 van 1904).
Blijkens de Memorie van Toelichting
komt noch in de Mijnwet l^p3 (Stbld. 73
Van 1904) in haar thans van kracht zijnde
redactie, noch in die welke zal gelden als
de wijzigingswet van 26 Maart 1920 ^Stbld.
166) in werking zal zijn getreden, een bepa
ling voor, welke den grondslag kan vormen
ivoor het geven van voorschriften ten aan
zien van de veiligheid bij boringen of andere
mijnbouwkundige onderzoekingen. Ook de
Veiligheidswet bevat in tegenstelling met
de Arbeidswet geen bepaling, waaronder
die werkzaamheden zijn te rangschikken.
Een wettelijke regeling van het veiligheids-
toezicht op mijnbouwkundige onderzoekin
gen ontbreekt derhalve.
De Minister van Waterstaat acht hel
noodzakelijk, dat door wijziging van de
Mijnwet 1903 (Stbld. 73 van 1904) en het
Mijnreglement 1906 in deze leemte wordt
voorzien.
In het ingediende wetsontwerp wordt de
bevoegdheid tot het geven van voorschrif
ten bij algemeenen maatregel van bestuur
uitgebreid tot -mijnbouwkundige onderzoe
kingen.
Ten slotte wijst de Minister op de wen-
schelijkheid om bij opsporingen, in tegen
stelling met de ontginning, ook voorschrif
ten te geven ter bescherming van de deif-
Btoffen.
De electrische spoorlijn Den Haag-
Rotterdam.
Door den heer Duys zijn aan den Minister
van Waterstaat de volgende schriftelijke
Vragen gesteld:
Is het den Minister bekend, dat reeds
sedert geruim en tijd onder het reizend pu
bliek, dat vaak gebruik maakt van de elec
trische spoorwegverbinding Den Haag
Rotterdam (Hofplein), ongerustheid bestaat
lomlrent de vraag of het onlangs in gebruik
genomen materiaal wei voldoet aan de
maximum-eischen van veiligheid, die daar
aan mogen worden gesteld?
Is de Minister bereid een ernstig onder
zoek te willen instellen, of inderdaad dit
nieuwe materiaal niet de oorzaak is van
de reeds 'n paar maal plaats gehad hebben
de ongelukken, ten einde daarna de verze
kering te kunnen geven, dat, ook naar zijn
Oordeel, dit materiaal, ook bij d$ verhoogde
snelheid, waarmede gereden wordt, met het
loog op de veiligheid van het publiek voldoet
aan wat bij den huidigen stand der techniek
daaraan als eischen mogen worden gesteld?
Beslaat het voornemen dit zelfde mate
riaal straks in dienst te nemen ook op de
RotterdamDen HaagAmsterdam?
Zop ja, acht de Minister ook dit met het
oog op de veiligheid van het publiek, ver
antwoord?
Smokkelhandel van vee.
De Minister van Binnonlandsche Zaken
en Landbouw heeft, met het oog op den
grooten omvang van den smokkelhandel
van vee naar Nederland en het daardoor
dreigende gevaar voor het binnensleepen
van besmettelijke veeziekten, als voorloo-
pige maatregel een z.g. verboden kring af
gekondigd, omvattende het dorp Baarle-
Nassau, voor zooveel het vervoer uit dien
kring plaats heeft per spoor of per as. In
RECLAME.
bij Wielrijders.
Ieen door de zon Verschroeide Huid. Ba
5ciirijnen en Smetten.verzacht en Sn
geneest men met p y q
W Bij Apoth.en Drogisten Hfiy
7846
Door Mrs. G. N. WILLIAMSON.
Nederlandsche vertaling van Ada van Arkel.
37)
fiaar tastende vingers raakten iels zachts
en zijdeachtigs aan als vrouwenhaar en
haar eerste ingeving was om met een gil
op te springen. Maar zij bedwong dien kreet
en in plaats van haar imnd terug*te trekken
streek zij weer over de zijdeachtige opper
vlakte.
Er was geen twijTel aan. Zij voelde vrou
wen haar, dat in dikke golven en krullen
was opgemaakt. Zich nog steeds dwingende
iet9 te doen, waar alles in haar tegenop
kwam. raakt zij een gezicht aan zóó koud.
dat het uit steen gehouwen kon zijn; toen
zij met bevende vingers langs de trekken,
naar een marmeren hals en onbeweeglijke
borst, bedekt met zijde, was gegaan, gaf zij
eindelijk toe aan haar impuls en schrok
terug, ziek van afschuw, voor dit ding, dat
zij in het duister gevonden had.
Wie was het,'die daar dood lag? Wie was
'de misdadiger, wie was het slachtoffer van
deze misdaad want misdaad moest het
zijn.
Sheila kon niel raden, zenuwen noch
hersens waren in een toestand om te raden,
en haar eenige gedachte was nu ie ont
komen aan deze vreeselijke plaats, waar
die dan ook zijn mocht
Zij tastte naar de opening boven aan de
trap en vond die weer, én viel bijna toen
zij" de treden afrende en, zoo dankbaat als
verband met de enclave was het tot dusver
niat wel mogelijk den frauduleuzen invoer
tegen te gaan.
Verwacht wordt dat door dezen maatregel
de smokkelhandel belemmering ondervindt,
althans een der brandpunten daardoor is
opgeheven.
Wanneer bijzondere redenen afwijking
van bovenbedoeld verbod noodzakelijk ma
ken kan zoodanige afwijking worden toege
staan door den burgemeester van Baarle-
Nassau onder de door den inspecteur van
den veeartsenijkundigen dienst te Yught aan
le geven voorwaarden.
Wijziging Invaliditeitswet enz.
Aan de Memorie van Antwoord wordt
ontleend, dat het onderhavige ontwerp niet
beoogt wijziging te brengen in het stelsel
der Invaliditeitswet, zoodat de grondslagen,
waarop de bij die wet geregelde verzekering
berust, worden gehandhaafd.
Het voorstel beoogt uitsluitend om de
staatsbijdrage. welke op grond van de toen
malige berekeningen op 21.5 millioen per
jaar was gesteld, le brengen op het lagere
bedrag, dat blijkens de jongste berekeningen
voldoende kan worden geacht.
Uitvoer van varkensvleesch.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw brengt ter kennis van be
langhebbenden, dat, overeenkomstig hel be
paalde bij de gewijzigde beschikking van den
Minister van Landbouw, Nijverheid en Han
del van 15 Juni 1922 alle licht gezouten
varkensvleesch onder het begrip „bacon"
valt en derhalve niet mag worden uitgevoerd
of aan een middel van vervoer ten uitvoer
mag worden aangeboden, indien het niet
voorzien is van een of meer goedkeurings-
merken van een keuringsdienst van voor
uitvoer bestemd vleesch.
Plaatsing van Zniderzeevisschers in
andere betrekkingen.
De minister van waterstaat heeft tot de
commissarissen der Koningin een brief ge
richt, waarin hij, onder verwijzing naar ue-
Zuiderzeesteunwefc 1925 (St.bL No. 290),
o.m. schrijft:
,,De krachtens art. 3 van genoemde wet
ingestelde generale commissie heeft mij als
haar oordeel doen kennen, dat het in tal
van gevallen zoowel in 's lands belang als
in dat van de betrokkenen zijn zou. indien
zij reeds thans zooveel mogelijk voor een
anderen werkkring in aanmerking zouden
worden gebracht. Ter voldoening aan een
desbetreffend verzoek van het bestuur van
voormelde commissie heb ik aanleiding ge
vonden, mijn ambtgenooten te verzoeken
bij het vervullen van vacatures in over
heidsdienst bijzonder te letton op gegadig
den, behoorende tot de Zuiderzeevisschers-
bevoUring. Daarbij deed ik mededeeling
van het inzicht der gonprale commissie,
volgens hetwelk het wenschelijk schijnt,
aan voor benoeming gestelde eischen als
bijv. die van voldoening aan een bepaalde
lichaamslengte e.d_, niet al te streng vast
te houden, wanneer het betreft een be
langhebbende, dae overigens aan de hoofd
verdachten voor een bepaalde betrekking
voldoet."
Aangezien de minister het van beteeke-
nie acht, dat de uit de afsluiting en droog
making van de Zuiderzee voortvloeiende
bezwaren, zooveel en zoo goed mogelijk
worden ondervangen, en dat de medewer
king daaraan ook zoo algemeen mogelijk
zij, zal Zijne Excellentie het zeer op prijs
stellen, indien ook door de commissarissen
der Koningin en door gemeentelijke en wa
terschapsbesturen met een en ander Teke
ning zal kunnen worden gehouden.
Pornografie.
Mejuffrouw Katz, lid van de Tweede^
Kamer, heeft den minister van justitie de
volgende vragen gesteld:
Zou de minister kunnen mededeelen, zoo
noodig - na een in te stellen onderzoek,
hoeveel processen-verbaal gedurende de
jaren 1923, 1924 en 1925 ter zake van over
treding van art.. 240, 240bis en 415bis Wet
boek van Strafrecht zijn ingezonden bij de
parketten 1
Hoeveel gevallen hiervan gedurende dit
tijdvak vervolgd zijn 1
En welke veroordeelingen hierop gevolgd
zijn 1
zij eenige minuten geleden geweest was,
toen zij boven was, zoo was zij nu honderd
keer dankbaarder, dat zij weer beneden
was.
Opnieuw zocht zij met verlangende vin
gers naar een voeT in het breede houten
paneel, dat zij voor het achtereind van het
bed hield, maar toen zij niets vond, ging
zij verder, tot zij eindelijk aan een ander
houten paneel kwam. Daar vond zij een
metalen knop en toen zij daar op drukte,
gleed het paneel geruischloo3 onder haar
hand weg. Er kwam een opening voor in
de plaats, waar haar lichaam doorheen kon,
en Sheila werkte zich er door met het heer
lijke gevoel van gered te zijn.
Een oogenblïk bleef zij half versuft slaan,
maar het flauwe licht, dat de plaat9 van
het duister had ingenomen, scheen helder
der dan het werkelijk was voor oogen, die
aan het donker gewend waren. Zij kon vage
omtrekken onderscheiden, die zij spoedig
herkende als stoelen en tafels. Zij was in
een gemeubelde kamer met vensters zonder
gordijnen, die vierkanten van sterrenlucht
waren.
„De torenkamer," zei zij in zichzelve,
toen debekendheid van de omgeving tot
haar doordrong.
„De torenkamer. Ik moet daar gekomen
zijn door den ingang, waardoor de geest
of man dien eenen nacht is binnen
gekomen. daarom verdween hij zoo vluch
tig en stil. Hij kwam door die geheime deur
en ging op dezelfde manier weer weg.'"
Sheila gunde zich slechts even den tjjd
om de deur weer te sluiten, overtuigde zich
met een onderzoekenden vinger, dat zij de
veer weer zou kunnen vinden als hel noo
dig was. en rende toen naar de deur, die
den ingang van de kamer was.
De vergane Ter schelling er loodsschoenei.
Op verzoek van de door den minister van
marine ad interim ingestelde commissie tot
onderzoek naar de oorzaken van de ramp,
welke de loodsschoener no. 2 van Terschel
ling is overkomen, zal vanwege het departe
ment van marine eerlang nog een nader
onderzoek worden ingesteld door mijnvegers
en wel ter plaatse, waar, bij het vorige on
derzoek, de sleeplijn gepakt heeft achter een
op den bodem liggend voorwerp, dat men
toen vermoedde een anker te zijn, zonder
dat zulks door een duiker-ondorzoek was
bevestigd.
Luitenant ter zee 2de klasse A. J. H. ba
ron Van Lynden, die de vorige maal het
onderzoek heeft geleid, is ook thans met de
leiding van liet nadere onderzoek belast.
Wegbeplanting met vruchtboomen.
De commissaris de-r Koningin in Zuid-
Holland heeft de volgende circulaire ge
richt. aan de besturen van gemeenten, pol
ders en waterschappen in deze provincie
,,De Nederlandsche Pomclogischc Veree-
niging vestigt mijn aandacht op een artikel
over wegbeplanting met- vruchtboomen, het
welk verschenen is in het tijdschrift van de
Nederlandsche Heidemaatschappij. Daarin
wordt, mede in verband met de hier te
lande in de laatste jaren veelvuldig voor-
mende iepenziekte, beplanting van wegen
met appelen,' peren enz. aanbevolen.
Betoogd wordt echter dat het niet on
verschillig is, welke variëteiten worden
gekozen, daar slechts enkele soorten voor
deze beplanting leenen eD deze soorten
voor de verschillende deelen van ons lajid
verschillend zijn.
Wegbeplanting met vruchtboomen worat
dan ook alleen aangeraden op advies van
deskundigen.
Nochtans wordt het van groot belang
geacht, meer aandacht aan dit punt te
schenken.
Niet alleen zal door dergelijke aan
plantingen het nationale bezit worden ver
hoogd, aldus de steller van genoemd arti
kel doch tevens zullen hierdoor vele stre
ken aan natuurschoon winnen.
Tallooze wegen, welke thans onbeplant
zich door het vlakke land slingeren, zullen-,
beplant met appels en peren, den sieraad
voor de omgeving worden, terwijl beplan
ting met vruchtboomen geen grootere uit
gave vordert dan die met laanboomen. en
van de eerste betrekkelijk spoedig inkom
sten verwacht mogen worden.
Op verzoek van genoemde vereeniging
heb ik het vorenstaande onder uw aandaent
gebracht en moge u voor verdere inlich
tingen of advies naar haar verwijzen.
Adres: Ncderl. Heidemaatschappij,
Apeldoornsche weg, Arnhem."
Op andiënlic.
Maandagavond heeft de Minister van Fi
nanciën de vertegenwoordigers ontvangen
uit het hotel-, café- en restaurantbedrijf ter
bespreking van de wijziging der Zegelwet
(holelbelasting).
De Minister kon zich niet begrijpen, dat
het verzet uit de organisatie zoo sterk was,
omdat jfoch niet de hotelhouders c.s., maar
hel publiek de belasting zal moeten be
talen.
Door de organisatie werd hiertegen aan
gevoerd, dat onbekendheid met de finesses
van het bedrijf in het algemeen wel tol deze
opvatting van den Minister kan leiden,
maar dat, niettegenstaande oogencchijnlijk
het publiek de belasting zal betalen, de or
ganisaties gevoelen, dat haar bedrijven fei
telijk de dupe zullen worden. De Minister
moet toch door het krachtige verzet der or
ganisaties 'overtuigd worden, dat die bedrij
ven ernstige bcnadeeling door de nieuwe
belasting duchten.
De vertegenwoordigers der organisaties
leggen zeer grooten nadrak op den buiten
gewonen invloed, welke deze belasting zal
hebben op hef vreemdelingenverkeer. Deze
belasting zat van de ons omringende lan
den met hun her? valuta ten kosfe van ons
land ter dege worden uitgebuit tot groote
schade voor het holelbedrijf in het algemeen
en van de van dat bedrijf mede bestaande
industrieën én leveranciers.
Tenslotte bepleitten de vertegenwoordi
gers der holelindustrie de instelling van een
bijzondere commissie van onderzoek over
Zij had gevreesd, dat die afgesloten zou
zijn, maar er was alleen een grendd aan
den binnenkant, dien zij terugschoot. Toen
was zij op het portaal, dat naar den toren
trap leidde, en de lucht was er nog dik en
scherp ran den rook.
Dit was haar weg naar beneden en naar
de veiligheid,-maar zij ging hem vreezende
en bevende, volkomen zich bewust, dat zij
nog lang niet buiten gevaaT was.
HOOFDSTUK XXIV.
Gered.
Rr groeide, een plan in Sheila's brein,
terwijl zij haar weg naar beneden op den
tast vond langs de trappen, die gewoonlijk
den geheelen nacht verlicht, maar nu don
ker waren.
„Als ik hier veilig doorkom," zei zij in
zichzelve, „zal het geheim van dit huis en
.de kompiotlen, die er gesmeed zijn, vóór
den morgen ontdekt zijn."
Toen zij de twee trappen afliep, die van
den toTen in de gang naar beneden voerden,
zogen haar voeten vast in natte loopers,
alsof zij in dik, vochtig mos trapte. Er was
klaarblijkelijk veel water gebruikt om het
vuur te blusschen en de rooklucht was nog
hinderlijk, maar behalve dien scherpen
geur en het doorweekte kleed, waren er
geen andere teekenen van den brand in het
donker te bemerken. Wat er ook gebeurd
was, alles was als lang geleden voor
gevallen.
Terwijl Sheila als een geestverschijning
door de donkere gang ging, sloeg ergens
een klok pas drie uur. Pas twee en een
half uur geleden, dat zij haar kamer ver
laten had en den onderzoekingstocht was
begonnen, die bijna met den dood geëindigd
was.
Hel meisje kon haast niet geloov&n, dat
de klok de waarheid vertelde, want het
kwam haar voor, dat zij veel meer uren van
doodsangst had doorleefd.
„Misschien zal ik, als het licht wordt,
zien, dat mijn haar grijs is geworden," dacht
zij, en rilde, toen zij in gedachten weer de
marmeren gelaatstrekken en het zijde
achtige haar van de onbekende doodt vrouw
in het donker aanraakte.
Hef was zóó donker in de gang nu, dat
Sheila de deuren aan% weerskanten er van
niet kor. zien, maar zij strekte de hand uit
om de eerste, die zij voorbijging, aan le
raken. Zij stond open en de volgende ook.
Zoo was het de heele gang door. De deuren
van de drie groote kamers aan weerskanten
stonden open en het was duidelijk, dat zij,
die deze kamers bewoond hadden, dcor den
brand uit hun kamers waren verdreven.
Waar waren dan mr. Camngton en kapitein
Derby? heel het succes van Sheila's plan
hing er van af, of zij hen kon vinden, vóór
hel te laat was.
Toen zij eenmaal in de groote hall stond,
ver van het looneel van. het ongeluk, begon
het meisje een gevoel van veiligheid te
krijgen na het doodsgevaar, waarin zij ver
keerd had. Zij was zwak en uitgeput na al
wat zij had doorgemaakt, en al wat physiek
in haar was, snakte naar rust. Zij hunkerde
eT naar om naar haar eigen kamer te gaan,
de deur af te sluiten, op haar bed neer te
vallen en te rusten tot den morgen den
Hemel dankend voor de redding van het
vreeselijke lot, dat haar gewacht had. Maar
er was nog werk voor haar te dom en m
den geest was zij er toe bereid, hoewel haar
lichaam voor verdere moeilijkheden terug
deinsde.
In de groote hall rook het een weinig
naar gaslucht en een paar laagetdraaide
gasvlammen verlichtte hem flauwtjes.
Sheila vond een electrische bel, die overdag
de kellners en 's nachts de nachtportier
riep, en spoedig werd de oproep beantwoord
door een man, die zeer verbaasd ke?k, toen
hij een jong meisje op dit uur daar zag.
Sheila, die altijd vroeg was, had nog
nooit een nachtportier in het hotel gezien
cn haar gezicht was hem even vreemd, al»
het zijne voor haar was. Als hij haar voor
een der gasten hield, was het niet noodig
hem uit dien waan le helpen.
„Heeft u gebeld, juffrouw?" vroeg de
man, haar aanstarende.
„Ja. Er is een heele verwarring in huis
geweest, is 't niet?" vroeg Sheila.
„Ja juffrouw. Er i3 brand geweest. Maar
het is allang gebluscbt, al bijna twee uur
geleden."
„Is er niemand gewond?"
„Een heer heeft zijn handen nogal ver
brand, toen hij een ander redde, het is mijn
heer Carringlon. U kent hem misschien wel,
juffrouw."
„Een beetje. Probeerde hij zijn vriend
kapitein Derby te redden?"
„Ja juffrouw, het is zoo gebeurd.^ Ilij was
niet in zijn kamer, maar bij lord Glentorly,
geloof ik, die hem voor zaken had laten
roepen, dat vertelt rnen ten min3te; maar
hij hoorde schreeuwen, een stem, die hij
kende, en wilde gaan zien wat er was,
hoewel mylord niets gehoord had en niet
wilde toegeven, dat er iets niet in orde kon
zijn. Het gekste is, dal niemand iemand kon
vinden, die gegild had, hoewel verscheidene
menschen, die naar hun kamers waren gej
gaan, ook meenden een vrouw te hebben
hooren gillen.
(Wordt vervolgd), j