No. 20335. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 30 Juni Tweede Blad Anno 1926, TWEEDE KAMER. BINNENLAND. Doorzittend FEUILLETON Het Ondergrondsche Syndicaat de nadeelige gevolgen der wet voor hun zaken. De niet groolen ernst afgelegde verkla ring der vertegenwoordigers der organisaties dat de bedrijven de onvermijdelijke ver mindering van debiet niet meer kunnen dragen, maakte op den Minister wel indruk, hij deed tenslotte de toezegging, over de in stelling van de bevraagdecommissie te zul len nadenken en verzocht aan de organisa ties haar standpunt nog eens nader schrif telijk vast te leggen. R. E. Volkspartij en R. K. Staatspartij. Op een vergadering der R.-K. Volkspartij te Nijmegen heeft de heer Felix Donders verklaart, dat de keuze van jhr. Ruys de Beerenbrouck tot voorzitter van den Alg. Bond eenig meer vertrouwen der democra tische katholieken in de leiding wettigde dan bij de vorige leiding en hoewel de R.-K. Volkspartij niel veel tegemoetkoming van de R.-ïy. Staatspartij heeft 'ondervonden, wilde hij toch niet zeggen, dal de R.-K. Volkspartij niet tot de Staatspartij zou terugkeeren. wanneer de democratische gedachte daar diep genoeg zou zijn doorgedrongen en er voldoende waarborgen zouden zijn, dat de katholieke democraten behoorlijk hun recht zouden krijgen. Bij de gedachtenwisseling betoogden de Michaclisten van der Steen en Broeder, dat de leden der Volkspartij liever in de Staats partij zouden medewerken lot krachtige pro paganda der democratische gedachte. (De Morgen) Bij Kon. bcsl. is aan nir. H. G. J. Maas Geesleranus, op zijn verzoek, met ingang van 1 Augustus 192G, eervol ontslag ver leend uit zijn betrekking van substituut- griffier bij de arrondissementsrechtbank te Amsterdam. UIT NED OOST-INDIE. De aardbeving PADANG, 29 Juni (Aneta) (Later) Te Fort- de-Kock zijn door de zware aardbeving ver scheidene tokos ingestort. Aldaar is één doode en zijn twee personen gewond. Te Soengci Boeloe zija zeventien dooden. Tc Padang Pandjang zijn bijna alle ge bouwen ingestort, terwijl er meer dan hon derd dooden zijn, waaronder ook Europeanen en vele .gewonden. De adjudant-apotheker Schmidt voelde den schok en ging een kamer binnen om eet» kind te redden. Bij het terugkeeren werd hij gedood onder een vallende muur. Het kind en de moeder zijn op het nippertje ont komen. Tc Solok, waar eveneens veel verwoest is, zijn vijftien dooden. PADANG, 29 Juni (Aneta). Een chirurg is naar Padang Pandjang vertrokken, van waar de gewonden naar Fort-de-Kock wor den vervoerd, alwaar vele gebouwen zijn ingestort en gescheurd. Volgens gerichte» staat Solok in brand. De Merapï rookt. Er zijn groote hoeveelheden rijst en zout van Padang naar Padang Pandjang gezonden. Te Sawah Loentoe is de schade aan gebou wen belangrijk. Er zijn geen persoonlijke ongevallen. De mijnen zijn intact. (Zitting van gisteren.) Classificatie van gemeenten. Aan de orde is interpellatie van den heer Moller over de classificatie van de gemeen ten, zooals die is neergelegd in het bezol digingsbesluit voor burgerlijke ambtenaren. De heer MoLLER (R.-K.) heeft getracht statistische gegevens te verzamelen. De ge gevens in deze classificatie, die verzameld zijn door de Regeering zijn volkomen onbe trouwbaar. De Regeering heeft alle gemeen ten verzocht een commissie te benoemen (dat was op 3 October) uit vakorganisaties en andere organisaties. Die commissie moest de gegevens verzamelen van de prij zen van artikelen in de week van 5 October tot 12 October. Dat was natuurlijk onmoge lijk. Het ging over 31 artikelen en in ver band met 4 welslandsgroepen. Het is dui delijk, dat de voorbereiding totaal ontbrak. De keuze van één week is totaal onvoldoen de. Dit g&nsche stelsel is natuurlijk voor het verzamelen van statistische gegevens totaal ongeschikt Bovendien moesten die commissies zelf overzichtelijke statistische tabellen maken, hetgeen heusch geen klein werkje is. Het gaat hier om le berekenen de gege vens voor dagelijksche levensbehoeften. Maar wat beteekent daarvoor nu een over zichtje van één willekeurige week. Ook de opgaren der artikelen is willekeurig, het geen spr. met voorbeelden aantoont. Steek proeven zijn in gevallen als deze. voor sta tistieken en hun controle waardeloos Wie eenig verstand heeft van statistieken, moet onmiddellijk erkennen, dal de wijze waar op deze statistieken zijn samengesteld naar niets lijkt. De conclusies zijn natuurlijk zeer merkwaardig. Aanvankelijk was Amster dam hooger dan Alkmaar, maar toen is men gaan overwegen, dat sommige gemeenten geen bedrevenheid hadden in liet statistisch werk en dat geographische overwegingen niet hadden gegolden. Er werden toen be ginselen vóórop gezet, die niet juist waren en niet bewezen waren. Het gevolg was dat de vooropgezette meeningen omtrent de duurte in Noord- en' Zuid-Holland en Utrecht bewaarheid werden. Vervolgens critiseert spr. allerlei details van de statistieken, o.a de huurgrenzen die men stelde bij de indeeling der welstands groepen. Uit de bepaling dier grenzen b'ijkt dat de Regeering erkent, dat de ambtenaren niet in slaat zijn geweest de huur van hun huis in overeenstemming met hun verlaagde salarissen te brengen. Bij het in rekening nemen van belastin gen heeft men ook zonderling gehandeld. Bij de Personecle Belasting rekende men de hoofdsom niet mee. wel de opcenten Dat acht spr. een zeer vretende methode. Alle verdere gemeentebelastingen worden niet meegeteld Natuurlijk schelen die belastingen zeer veel, evenals bijvoorbeeld de schoolgelden. Geen enkel cijfer in de gansche statistiek is betrouwbaar geweest en op een zoodanig samenstel van onbetrouwbare gegevens be rust nu een indeeling der gemeenten, waar van voor de ambtenaren afhangt of ze 4 of 8 pCt. korting zullen krijgen. Alles is lou ter willekeur. Met tal van voorbeelden van gemeenten illustreert spr. zijn beloog. Voorts zet hij uit eers dat bij de her-classificatie dikwijls de gehuwden niets kregen, maar de ongehuw- den wel. Allerlei trucjes zijn toegepast om de korting te ontgaan. Resumcerende stelt spr. de volgende vragen: 1. Is de Regeering niet van oordeel, dat het stelsel van classificatie der gemeenten volgens het bezoldigingsbesluit voor bur gerlijke ambtenaren, in vele opzichten zoo onjuist wordt toegepast dat vele gemeenten te laag zijn gerangschikt en nog andere on billijkheden uit die onjuiste toepassing voort komen? 2. Zoo ja, is de Regeering bereid, alle on billijkheden. die door de onjuiste toepassing van het stelsel tot op den dag van de af schaffing, zijn of worden veroorzaakt, te herstellen? 3. Is de Regeering daarenboven niet van oordeel, dat het geheele stelsel van klassen- indeeling van de gemeenten, volstrekt on houdbaar is, doordat vele factoren niet in rekening gebracht kunnen worden, doordat de omstandigheden in vele, zoo niet alle gemeenten zich voortdurend wijzigen, door dat de nadeelen evenals de voordeden in de verschillende gemeenten onderling zeer ver schillen, en dikwijls op onderling geheel verschillende wijze tegen elkaar opwegen, er. dat derhalve de eenige billijke regeling is, geen enkele klassenindeeling van de gemeenten en geen standplaats-aftrek van de normale bezoldiging? Spr. zet hierna nog eens uiteen, dal de gansche regeling onbillijk is. Wilde men billijk zijn dan moesten er 40 klassen zijn, die telkens 1/5 pCt. lager salaris brachten. Deed men dit, dan bracht de aftrek niet ge noeg op en daarom heeft men willekeurige grenzen gelrokken. Nu trachten de tweede klassers in de eerste te komen en de derde klassers in de tweede. Hel blijft voortdurend een strijd en dat acht hij niet gewenscht. Spr. becijfert dat in het slechtste geval zoo- De Eerste Kamerverkiezingen. Naar wij vernemen, zegt de „Msbde", is de stemming voor de verkiezing van leden van de Eerste Kamer der Staten Gcneraai ibepaald op Vrijdag 30 Juli a.s. Een wijziging der Mijnwet ingediend. Bij de Tweede Kaïner is ingediend een .wetsontwerp, regelende het toezicht op mijnbouwkundige onderzoekingen v.wijzi- ging Mijnwet 1903, Stbld. no. 73 van 1904). Blijkens de Memorie van Toelichting komt noch in de Mijnwet l^p3 (Stbld. 73 Van 1904) in haar thans van kracht zijnde redactie, noch in die welke zal gelden als de wijzigingswet van 26 Maart 1920 ^Stbld. 166) in werking zal zijn getreden, een bepa ling voor, welke den grondslag kan vormen ivoor het geven van voorschriften ten aan zien van de veiligheid bij boringen of andere mijnbouwkundige onderzoekingen. Ook de Veiligheidswet bevat in tegenstelling met de Arbeidswet geen bepaling, waaronder die werkzaamheden zijn te rangschikken. Een wettelijke regeling van het veiligheids- toezicht op mijnbouwkundige onderzoekin gen ontbreekt derhalve. De Minister van Waterstaat acht hel noodzakelijk, dat door wijziging van de Mijnwet 1903 (Stbld. 73 van 1904) en het Mijnreglement 1906 in deze leemte wordt voorzien. In het ingediende wetsontwerp wordt de bevoegdheid tot het geven van voorschrif ten bij algemeenen maatregel van bestuur uitgebreid tot -mijnbouwkundige onderzoe kingen. Ten slotte wijst de Minister op de wen- schelijkheid om bij opsporingen, in tegen stelling met de ontginning, ook voorschrif ten te geven ter bescherming van de deif- Btoffen. De electrische spoorlijn Den Haag- Rotterdam. Door den heer Duys zijn aan den Minister van Waterstaat de volgende schriftelijke Vragen gesteld: Is het den Minister bekend, dat reeds sedert geruim en tijd onder het reizend pu bliek, dat vaak gebruik maakt van de elec trische spoorwegverbinding Den Haag Rotterdam (Hofplein), ongerustheid bestaat lomlrent de vraag of het onlangs in gebruik genomen materiaal wei voldoet aan de maximum-eischen van veiligheid, die daar aan mogen worden gesteld? Is de Minister bereid een ernstig onder zoek te willen instellen, of inderdaad dit nieuwe materiaal niet de oorzaak is van de reeds 'n paar maal plaats gehad hebben de ongelukken, ten einde daarna de verze kering te kunnen geven, dat, ook naar zijn Oordeel, dit materiaal, ook bij d$ verhoogde snelheid, waarmede gereden wordt, met het loog op de veiligheid van het publiek voldoet aan wat bij den huidigen stand der techniek daaraan als eischen mogen worden gesteld? Beslaat het voornemen dit zelfde mate riaal straks in dienst te nemen ook op de RotterdamDen HaagAmsterdam? Zop ja, acht de Minister ook dit met het oog op de veiligheid van het publiek, ver antwoord? Smokkelhandel van vee. De Minister van Binnonlandsche Zaken en Landbouw heeft, met het oog op den grooten omvang van den smokkelhandel van vee naar Nederland en het daardoor dreigende gevaar voor het binnensleepen van besmettelijke veeziekten, als voorloo- pige maatregel een z.g. verboden kring af gekondigd, omvattende het dorp Baarle- Nassau, voor zooveel het vervoer uit dien kring plaats heeft per spoor of per as. In RECLAME. bij Wielrijders. Ieen door de zon Verschroeide Huid. Ba 5ciirijnen en Smetten.verzacht en Sn geneest men met p y q W Bij Apoth.en Drogisten Hfiy 7846 Door Mrs. G. N. WILLIAMSON. Nederlandsche vertaling van Ada van Arkel. 37) fiaar tastende vingers raakten iels zachts en zijdeachtigs aan als vrouwenhaar en haar eerste ingeving was om met een gil op te springen. Maar zij bedwong dien kreet en in plaats van haar imnd terug*te trekken streek zij weer over de zijdeachtige opper vlakte. Er was geen twijTel aan. Zij voelde vrou wen haar, dat in dikke golven en krullen was opgemaakt. Zich nog steeds dwingende iet9 te doen, waar alles in haar tegenop kwam. raakt zij een gezicht aan zóó koud. dat het uit steen gehouwen kon zijn; toen zij met bevende vingers langs de trekken, naar een marmeren hals en onbeweeglijke borst, bedekt met zijde, was gegaan, gaf zij eindelijk toe aan haar impuls en schrok terug, ziek van afschuw, voor dit ding, dat zij in het duister gevonden had. Wie was het,'die daar dood lag? Wie was 'de misdadiger, wie was het slachtoffer van deze misdaad want misdaad moest het zijn. Sheila kon niel raden, zenuwen noch hersens waren in een toestand om te raden, en haar eenige gedachte was nu ie ont komen aan deze vreeselijke plaats, waar die dan ook zijn mocht Zij tastte naar de opening boven aan de trap en vond die weer, én viel bijna toen zij" de treden afrende en, zoo dankbaat als verband met de enclave was het tot dusver niat wel mogelijk den frauduleuzen invoer tegen te gaan. Verwacht wordt dat door dezen maatregel de smokkelhandel belemmering ondervindt, althans een der brandpunten daardoor is opgeheven. Wanneer bijzondere redenen afwijking van bovenbedoeld verbod noodzakelijk ma ken kan zoodanige afwijking worden toege staan door den burgemeester van Baarle- Nassau onder de door den inspecteur van den veeartsenijkundigen dienst te Yught aan le geven voorwaarden. Wijziging Invaliditeitswet enz. Aan de Memorie van Antwoord wordt ontleend, dat het onderhavige ontwerp niet beoogt wijziging te brengen in het stelsel der Invaliditeitswet, zoodat de grondslagen, waarop de bij die wet geregelde verzekering berust, worden gehandhaafd. Het voorstel beoogt uitsluitend om de staatsbijdrage. welke op grond van de toen malige berekeningen op 21.5 millioen per jaar was gesteld, le brengen op het lagere bedrag, dat blijkens de jongste berekeningen voldoende kan worden geacht. Uitvoer van varkensvleesch. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw brengt ter kennis van be langhebbenden, dat, overeenkomstig hel be paalde bij de gewijzigde beschikking van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Han del van 15 Juni 1922 alle licht gezouten varkensvleesch onder het begrip „bacon" valt en derhalve niet mag worden uitgevoerd of aan een middel van vervoer ten uitvoer mag worden aangeboden, indien het niet voorzien is van een of meer goedkeurings- merken van een keuringsdienst van voor uitvoer bestemd vleesch. Plaatsing van Zniderzeevisschers in andere betrekkingen. De minister van waterstaat heeft tot de commissarissen der Koningin een brief ge richt, waarin hij, onder verwijzing naar ue- Zuiderzeesteunwefc 1925 (St.bL No. 290), o.m. schrijft: ,,De krachtens art. 3 van genoemde wet ingestelde generale commissie heeft mij als haar oordeel doen kennen, dat het in tal van gevallen zoowel in 's lands belang als in dat van de betrokkenen zijn zou. indien zij reeds thans zooveel mogelijk voor een anderen werkkring in aanmerking zouden worden gebracht. Ter voldoening aan een desbetreffend verzoek van het bestuur van voormelde commissie heb ik aanleiding ge vonden, mijn ambtgenooten te verzoeken bij het vervullen van vacatures in over heidsdienst bijzonder te letton op gegadig den, behoorende tot de Zuiderzeevisschers- bevoUring. Daarbij deed ik mededeeling van het inzicht der gonprale commissie, volgens hetwelk het wenschelijk schijnt, aan voor benoeming gestelde eischen als bijv. die van voldoening aan een bepaalde lichaamslengte e.d_, niet al te streng vast te houden, wanneer het betreft een be langhebbende, dae overigens aan de hoofd verdachten voor een bepaalde betrekking voldoet." Aangezien de minister het van beteeke- nie acht, dat de uit de afsluiting en droog making van de Zuiderzee voortvloeiende bezwaren, zooveel en zoo goed mogelijk worden ondervangen, en dat de medewer king daaraan ook zoo algemeen mogelijk zij, zal Zijne Excellentie het zeer op prijs stellen, indien ook door de commissarissen der Koningin en door gemeentelijke en wa terschapsbesturen met een en ander Teke ning zal kunnen worden gehouden. Pornografie. Mejuffrouw Katz, lid van de Tweede^ Kamer, heeft den minister van justitie de volgende vragen gesteld: Zou de minister kunnen mededeelen, zoo noodig - na een in te stellen onderzoek, hoeveel processen-verbaal gedurende de jaren 1923, 1924 en 1925 ter zake van over treding van art.. 240, 240bis en 415bis Wet boek van Strafrecht zijn ingezonden bij de parketten 1 Hoeveel gevallen hiervan gedurende dit tijdvak vervolgd zijn 1 En welke veroordeelingen hierop gevolgd zijn 1 zij eenige minuten geleden geweest was, toen zij boven was, zoo was zij nu honderd keer dankbaarder, dat zij weer beneden was. Opnieuw zocht zij met verlangende vin gers naar een voeT in het breede houten paneel, dat zij voor het achtereind van het bed hield, maar toen zij niets vond, ging zij verder, tot zij eindelijk aan een ander houten paneel kwam. Daar vond zij een metalen knop en toen zij daar op drukte, gleed het paneel geruischloo3 onder haar hand weg. Er kwam een opening voor in de plaats, waar haar lichaam doorheen kon, en Sheila werkte zich er door met het heer lijke gevoel van gered te zijn. Een oogenblïk bleef zij half versuft slaan, maar het flauwe licht, dat de plaat9 van het duister had ingenomen, scheen helder der dan het werkelijk was voor oogen, die aan het donker gewend waren. Zij kon vage omtrekken onderscheiden, die zij spoedig herkende als stoelen en tafels. Zij was in een gemeubelde kamer met vensters zonder gordijnen, die vierkanten van sterrenlucht waren. „De torenkamer," zei zij in zichzelve, toen debekendheid van de omgeving tot haar doordrong. „De torenkamer. Ik moet daar gekomen zijn door den ingang, waardoor de geest of man dien eenen nacht is binnen gekomen. daarom verdween hij zoo vluch tig en stil. Hij kwam door die geheime deur en ging op dezelfde manier weer weg.'" Sheila gunde zich slechts even den tjjd om de deur weer te sluiten, overtuigde zich met een onderzoekenden vinger, dat zij de veer weer zou kunnen vinden als hel noo dig was. en rende toen naar de deur, die den ingang van de kamer was. De vergane Ter schelling er loodsschoenei. Op verzoek van de door den minister van marine ad interim ingestelde commissie tot onderzoek naar de oorzaken van de ramp, welke de loodsschoener no. 2 van Terschel ling is overkomen, zal vanwege het departe ment van marine eerlang nog een nader onderzoek worden ingesteld door mijnvegers en wel ter plaatse, waar, bij het vorige on derzoek, de sleeplijn gepakt heeft achter een op den bodem liggend voorwerp, dat men toen vermoedde een anker te zijn, zonder dat zulks door een duiker-ondorzoek was bevestigd. Luitenant ter zee 2de klasse A. J. H. ba ron Van Lynden, die de vorige maal het onderzoek heeft geleid, is ook thans met de leiding van liet nadere onderzoek belast. Wegbeplanting met vruchtboomen. De commissaris de-r Koningin in Zuid- Holland heeft de volgende circulaire ge richt. aan de besturen van gemeenten, pol ders en waterschappen in deze provincie ,,De Nederlandsche Pomclogischc Veree- niging vestigt mijn aandacht op een artikel over wegbeplanting met- vruchtboomen, het welk verschenen is in het tijdschrift van de Nederlandsche Heidemaatschappij. Daarin wordt, mede in verband met de hier te lande in de laatste jaren veelvuldig voor- mende iepenziekte, beplanting van wegen met appelen,' peren enz. aanbevolen. Betoogd wordt echter dat het niet on verschillig is, welke variëteiten worden gekozen, daar slechts enkele soorten voor deze beplanting leenen eD deze soorten voor de verschillende deelen van ons lajid verschillend zijn. Wegbeplanting met vruchtboomen worat dan ook alleen aangeraden op advies van deskundigen. Nochtans wordt het van groot belang geacht, meer aandacht aan dit punt te schenken. Niet alleen zal door dergelijke aan plantingen het nationale bezit worden ver hoogd, aldus de steller van genoemd arti kel doch tevens zullen hierdoor vele stre ken aan natuurschoon winnen. Tallooze wegen, welke thans onbeplant zich door het vlakke land slingeren, zullen-, beplant met appels en peren, den sieraad voor de omgeving worden, terwijl beplan ting met vruchtboomen geen grootere uit gave vordert dan die met laanboomen. en van de eerste betrekkelijk spoedig inkom sten verwacht mogen worden. Op verzoek van genoemde vereeniging heb ik het vorenstaande onder uw aandaent gebracht en moge u voor verdere inlich tingen of advies naar haar verwijzen. Adres: Ncderl. Heidemaatschappij, Apeldoornsche weg, Arnhem." Op andiënlic. Maandagavond heeft de Minister van Fi nanciën de vertegenwoordigers ontvangen uit het hotel-, café- en restaurantbedrijf ter bespreking van de wijziging der Zegelwet (holelbelasting). De Minister kon zich niet begrijpen, dat het verzet uit de organisatie zoo sterk was, omdat jfoch niet de hotelhouders c.s., maar hel publiek de belasting zal moeten be talen. Door de organisatie werd hiertegen aan gevoerd, dat onbekendheid met de finesses van het bedrijf in het algemeen wel tol deze opvatting van den Minister kan leiden, maar dat, niettegenstaande oogencchijnlijk het publiek de belasting zal betalen, de or ganisaties gevoelen, dat haar bedrijven fei telijk de dupe zullen worden. De Minister moet toch door het krachtige verzet der or ganisaties 'overtuigd worden, dat die bedrij ven ernstige bcnadeeling door de nieuwe belasting duchten. De vertegenwoordigers der organisaties leggen zeer grooten nadrak op den buiten gewonen invloed, welke deze belasting zal hebben op hef vreemdelingenverkeer. Deze belasting zat van de ons omringende lan den met hun her? valuta ten kosfe van ons land ter dege worden uitgebuit tot groote schade voor het holelbedrijf in het algemeen en van de van dat bedrijf mede bestaande industrieën én leveranciers. Tenslotte bepleitten de vertegenwoordi gers der holelindustrie de instelling van een bijzondere commissie van onderzoek over Zij had gevreesd, dat die afgesloten zou zijn, maar er was alleen een grendd aan den binnenkant, dien zij terugschoot. Toen was zij op het portaal, dat naar den toren trap leidde, en de lucht was er nog dik en scherp ran den rook. Dit was haar weg naar beneden en naar de veiligheid,-maar zij ging hem vreezende en bevende, volkomen zich bewust, dat zij nog lang niet buiten gevaaT was. HOOFDSTUK XXIV. Gered. Rr groeide, een plan in Sheila's brein, terwijl zij haar weg naar beneden op den tast vond langs de trappen, die gewoonlijk den geheelen nacht verlicht, maar nu don ker waren. „Als ik hier veilig doorkom," zei zij in zichzelve, „zal het geheim van dit huis en .de kompiotlen, die er gesmeed zijn, vóór den morgen ontdekt zijn." Toen zij de twee trappen afliep, die van den toTen in de gang naar beneden voerden, zogen haar voeten vast in natte loopers, alsof zij in dik, vochtig mos trapte. Er was klaarblijkelijk veel water gebruikt om het vuur te blusschen en de rooklucht was nog hinderlijk, maar behalve dien scherpen geur en het doorweekte kleed, waren er geen andere teekenen van den brand in het donker te bemerken. Wat er ook gebeurd was, alles was als lang geleden voor gevallen. Terwijl Sheila als een geestverschijning door de donkere gang ging, sloeg ergens een klok pas drie uur. Pas twee en een half uur geleden, dat zij haar kamer ver laten had en den onderzoekingstocht was begonnen, die bijna met den dood geëindigd was. Hel meisje kon haast niet geloov&n, dat de klok de waarheid vertelde, want het kwam haar voor, dat zij veel meer uren van doodsangst had doorleefd. „Misschien zal ik, als het licht wordt, zien, dat mijn haar grijs is geworden," dacht zij, en rilde, toen zij in gedachten weer de marmeren gelaatstrekken en het zijde achtige haar van de onbekende doodt vrouw in het donker aanraakte. Hef was zóó donker in de gang nu, dat Sheila de deuren aan% weerskanten er van niet kor. zien, maar zij strekte de hand uit om de eerste, die zij voorbijging, aan le raken. Zij stond open en de volgende ook. Zoo was het de heele gang door. De deuren van de drie groote kamers aan weerskanten stonden open en het was duidelijk, dat zij, die deze kamers bewoond hadden, dcor den brand uit hun kamers waren verdreven. Waar waren dan mr. Camngton en kapitein Derby? heel het succes van Sheila's plan hing er van af, of zij hen kon vinden, vóór hel te laat was. Toen zij eenmaal in de groote hall stond, ver van het looneel van. het ongeluk, begon het meisje een gevoel van veiligheid te krijgen na het doodsgevaar, waarin zij ver keerd had. Zij was zwak en uitgeput na al wat zij had doorgemaakt, en al wat physiek in haar was, snakte naar rust. Zij hunkerde eT naar om naar haar eigen kamer te gaan, de deur af te sluiten, op haar bed neer te vallen en te rusten tot den morgen den Hemel dankend voor de redding van het vreeselijke lot, dat haar gewacht had. Maar er was nog werk voor haar te dom en m den geest was zij er toe bereid, hoewel haar lichaam voor verdere moeilijkheden terug deinsde. In de groote hall rook het een weinig naar gaslucht en een paar laagetdraaide gasvlammen verlichtte hem flauwtjes. Sheila vond een electrische bel, die overdag de kellners en 's nachts de nachtportier riep, en spoedig werd de oproep beantwoord door een man, die zeer verbaasd ke?k, toen hij een jong meisje op dit uur daar zag. Sheila, die altijd vroeg was, had nog nooit een nachtportier in het hotel gezien cn haar gezicht was hem even vreemd, al» het zijne voor haar was. Als hij haar voor een der gasten hield, was het niet noodig hem uit dien waan le helpen. „Heeft u gebeld, juffrouw?" vroeg de man, haar aanstarende. „Ja. Er is een heele verwarring in huis geweest, is 't niet?" vroeg Sheila. „Ja juffrouw. Er i3 brand geweest. Maar het is allang gebluscbt, al bijna twee uur geleden." „Is er niemand gewond?" „Een heer heeft zijn handen nogal ver brand, toen hij een ander redde, het is mijn heer Carringlon. U kent hem misschien wel, juffrouw." „Een beetje. Probeerde hij zijn vriend kapitein Derby te redden?" „Ja juffrouw, het is zoo gebeurd.^ Ilij was niet in zijn kamer, maar bij lord Glentorly, geloof ik, die hem voor zaken had laten roepen, dat vertelt rnen ten min3te; maar hij hoorde schreeuwen, een stem, die hij kende, en wilde gaan zien wat er was, hoewel mylord niets gehoord had en niet wilde toegeven, dat er iets niet in orde kon zijn. Het gekste is, dal niemand iemand kon vinden, die gegild had, hoewel verscheidene menschen, die naar hun kamers waren gej gaan, ook meenden een vrouw te hebben hooren gillen. (Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5