flo. 20330.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 24 Juni
Tweede Blad Anno 1926.
NEET Gil ÉfN VAN DEZÏ REEPEN NOG NIET GEPROEFD
DOST HET PAN
sfqepigT
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Het Ondergrondsche Syndicaat
Verhooging en verzwaring van den
linker-Maasdijk.
Hei lid der Tweede Kamer, de heer
Deckers, heeft aan den Minister van Water-
slaat gevraagd:
Heeft de Minister kennis genomen van de
door Gedeputeerde Stalen van Noord-Bra
bant aan de Stalen dier provincie gedane
vooretellen tot verhooging en verzwaring
van den linker-Maasdijk van Maashees lot
de Dieze?
Is de Minister bereid te bevorderen, dat
dit voor de veiligheid en de welvaart van
een groot deel van Noord-Brabant dringend
noodzakelijk werd, waarvan de kosten op
f 1.650.000 zijn geraamd, van rijkswege
wordt gesteund en, zoo ja, tot welk bedrag?
Georganiseerd overleg zeemacht
Den 18den dezer heeft de commissie voor
georganiseerd overleg zeemacht vergaderd
ter bespreking van verschillende voorstellen,
ingediend door de pcrsoneels-organisaties.
Alvorens de eerste drie voorstellen, be-
oogende meer of minder ingrijpende wijzi
gingen te brengen in de sinds 1 Januari
1926 vigeerende bezoldigingsrcgeling, in
behandeling ,te nemen, deelde de voorzitter
mee, dat het niet in het voornemen lag van
den minister van marine a. i., voorloopig
wijziging te brengen in de salaricering, in
dien hieraan kosten zijn verbonden; alleen
indien er redactie-onduidelijkheden bestaan,
zouden deze kunnen worden weggenomen.
Doch wat betreft de thans ingediende en
reeds door de organisaties bestudeerde ver
zoeken, wenschle zijne excellentie een uit
zondering te maken, zoodat deze thans in
behandeling konden worden genomen.
Deze voorstellen betreffen hoogere sala-
rieering voor enkele kwaliteiten, verminde^
ring van den aftrek voor verpleging aim
boord voor de ongehuwden en uitbreiding
van de vergoeding als kostwinner.
Door den R. G. werden overwegende be
zwaren tegen deze voorstsJlen ingebracht,
die door den voorsteller nader weiden ver
dedigd.
Ten aanzien van het voorstel, voor enkele
categorieën een hoogere bezoldiging in den
hoogsten rang te verkrijgen, bleek, dat an
dere organisaties het hiermee niet eens
waren; de vermindering van den boordaf-
trek voor ongehuwden werd door alle orga
nisaties wenschelijk geacht, en ook de uit
breiding van de gehuwden-toelage voor kost
winners, zonder leeftijdsgrens, vond ruime
instemming. Een voorstel om verandering
te brengen in de bevorderingsvoorwaarden
voor de matrozen 1ste kl. N. O. weid door
den R. G. bestreden; doch ook van de zijde
van enkele organisaties werd de verande
ring niet noodig geacht.
Aan een verzoek, voor enkele categorieën
van korporaals-seiners maatregelen te tref
fen', dat het verblijf in Nederland eenig3-
ziüs wordt verlengd, zal voor zoover de be
langen van den dienst dit mogelijk maken,
worden voldaan.
De voorsteller toonde nog met voorbeelden
aan, hoe ongunstig de toestand is voor de
korporaal-seiners, ten opzichte van het ver
blijf in Nederland cn gaf ecnige middelen
aan ter verbetering; de Bond van M. O. O.
gaf ook in dien geest wenken, en algemeen
achtte men het noodig, dat iets voor deze
categorie en c.q. ook voor anderen, die in
dezelfde conditiën komen te verkeeren, be
hoort te worden gedaan.
Een voorstel om de bevorderingskansen
van Europeesch en Inlandsch personeel ge
lijk te maken, door deze twee categorieën
voor de bevordering als één geheel te be
schouwen. kan uit praktische overwegingen
bij de R G. geen instemming verwerven;
verdere discussie leidde ook tot geen resul
taat.
De minister kan niet voldoen aan een
verzoek, voor de gezinnen van militairen
burger-specialistischen hulp beschikbaar te
stellen, indien geen militair-specialist aan
wezig is; de voorsteller, hoezeer deze be
slissing betreurende, had hierop verder niet3
in het midden te brengen.
Ten aanzien van een verzoek, de gelegen
heid te openen, dat ook schepelingen zich
bij ontslag wegens ongeschiktheid, enz.,
kunnen beroepen op een commissie, werd
medegedeeld, dat bij het departement van
marine reeds in dien geest wordt gehandeld;
t. z. t. zal kunnen worden overwogen, in
hoeverre de thans .gevolgde gedragslijn in
de voorschriften behoort te worden opgeno
men; de vertegenwoordigers van den bond
van korporaals bracht den wensch naar
voren thans reeds, ook aan de korporaals
eenige zekerheid ten aanzien van de hier-
bedoelde commissie te geven.
Tegen het voorstel om voor diploma's fi-
nancieele vergoeding te geven, bestond bij
den R. G. bezwaar, wegens de vaagheid van
het voorstel; de voorsteller, hierbij gesteund
van de zijde der overige organisaties, ver
dedigde het voorstel, dat hij krachtig aan
beval in het belang der marine.
Het aanbrengen van een wijziging in de
Pensioenwet (art. 23b) in verband met de
cumulatie van pensioen met bezoldiging,
voor gepensioneerden die niet wegens lang-
durigen dienét op pensioen zijn gesteld, werd
door den R. G. bestreden. De voorsteller
hield een warm pleidooi voor zijn voorstel,
hetgeen door alle organisaties werd gesteund,
waarbij door den Bond van M. O. O er op
werd gewezen, dat door dezen Bond reeds
bij de behandeling van de thans van kracht
zijnde pensioenwet, hetzelfde werd verde
digd. Waar verzocht werd om de malrozen-
torpedomaker voorlaan na één jaar te be
vorderen lot korporaal, instede van na on
geveer 13 a 14 maanden, kan de R. G.
mededeelen, dat hiertegen geen bezwaar be
slaat.
Nadat bij de rondvraag nog enkele pun
ten werden besproken, werd de vergadering
gesloten.
Smalle wegen en verblinding.
Gevaren bij avondverkeer.
Het „P. G. W." schrijft:
Dezer dagen hebben enkele ieden van liet
„PI G. W." een avond tocht gemaakt om zich
'er nog eens weer van te vergewissen, hoe
onveilig onze over 't algemeen veel te smal
le wegen zijn bij avondverkeer.
Op een zomeravond, waaróp het verkeer
langs de hoofdwegen tot heel laat nog leven
dig blijft, werd die tocht ondernomen, van
Amsterdam over Haarlem, Don Itaag naar
Rotterdam en terug.
't Was al donker, toen, in het matig tempo
dat het Amsterdamsche stadsbestuur den
automobilist heeft voorgeschreven cn
waartoe verderop de toestand van den weg
zou noodzaken de auto de winkelstraten
doorschoof naar den Slolerdijker-straatweg,
die leidt naar den veel, maar nimmer ge
noeg besproken en becritiseerden weg naar
Haarlem, een van de drukste, meest bereden
maar ook een van de slechtste wegen,
waarmede in ons land, dat op dit gebied een
treurige, internationale reputatie heeft de
weggebruikers het maar moeten stellen.
Vóór ons uit sprong en hotste en huppel
de een kleine auto, als een jong en dartel
veulen over de hobbels en kuilen van den.
hoofdverkeersweg; hoe- hadden, ook bij d,e.
geringe snelheid] w'aartoe de erbarmelijke
staat van dezen weg wel dwingt, de veren,
van de auto het zwaar Ie verantwoorden!
Maar dit alleen noopte tot een angstval
lig rijden; ook de'gevaarlijke smalheid van
den weg.
Slechts sommige' gedeelten zijn op een
behoorlijke bre.ed^gebracht, op andere
plaatsen is nicn met de bezadigde kalmte]
die onzen landaard kenmerkt, bezig den weg
te verbreeden, maar op de nog onverbreede
wegvakken geeft het tegenkomen van een
motorrijtuig in den avond een onaangename
sensatie van onveiligheid, telkens wanneer
de felle lichten van verblindende schijn
werpers snel naderen en dat gebeurt op de
zen drukken weg ieder oogenblik.
Soms wordt dat schelle schijnsel kort voor
het passeeren gedempt, maar soms ook niet
en in dat laatste geval is het dikwijls meer
geluk dan wijsheid, als de autobestuurder
er heelhuids afkomt en niet, door het licht
verblind, tegen den berm oprijdt, een fiet
ser, dien hij niet heeft kunnen zien, aan
rijdt, of in botsing komt met een rakelings
passeerend voertuig, waaronder er vele z'jn
van respectabele afmeting, want er loopen
heel wat vrachtwagens lusscjien Haarlem
en Amsterdam door l^et andere drukke ver
keer heen. Het eene voertuig is nauwelijks
gepasseerd of de lichtbundels van het vol-
j gende dwingén alweer tot vaart minderen
en iederen keer gevoelt men het als een
soort opluchting wanneer men er maar weer
goed en wel voorbij is.
RECLAME.
7113
Ook de sterke zoeklichten van de Zand-
voorfsche tram langs dezen weg leveren ge
vaar op. Nog niet lang geleden heeft men
in de bladen kunnen lezen, hoe op Zondags
avond 30 Mei een autorijder, dbor zoo'n
zoeklicht verbliUd, met de tram in botsing
is gekomen, waardoor de Auto zwaar be
schadigd werd. De passagiers kwamen er
wonder boven wonder nog vrij goed af.
Op de verbreede gedeelten van dezen
weg en vooral op dat „mond-tergend"
mooie proefstukje even vóór Halfweg, heeft
men dat gevoel van onveiligheid niet. Daar
suizen de wagens niet zoo nakelijks langs
elkaaj" én daar is ook hot gevaar van ver
blinding door de helle zoeklichten dien
tengevolge minder groot.
Verderop, een eind voorbij Haarlem,
waar de smallë weg aan weerskanten be
grensd wordt door de hekken der buiten
plaatsen, onder wie<r zwaar geboomte het,
ook op een lichten zomeravond, pikke-thus-
ter is, wordt de kans op aanrijdingen nog
vermeerderd door de vele fietsers, die ge
passeerd of ingehaald warden
Titsschen Amsterdam cn Haarlem is, na
dèn aanleg van heb flinke, breede fietspad,
de weg van wielrijders ontlast, maar hier
op' ciü'smalle stukje ontmoet men ze bij
tientallen, haalt men er telkens een in en
wordt .d^11 opnieuw overtuigd van de waar
heid van het bekende el uilzegel-mo tto
„Afzónderlijke rijwielpaden ontlasten den
gnooten, rijweg en verzekeren de veiligheid
er» de rust van den wielrijder"... ,,en ook
yap den automobilist", mag men er gerust
aa,n toevoegen.
Want als er bij hel inhalen van een fiet
ser toevallig uit tegengestelde richting een
aulo komt, die zijn schijnwerpers wat laat
dempt, of heelemaal niet ..dimmen" wil,
ziet de chauffeur, die door dat hinderlijke
licht een neiging heeft om zooveel mogelijk
rechts uit te halen, pas op 't allerlaatste
oogenblik den wielrijder ,die vlak voor hem
op den weg rijdt.
Hoe goed cn noodig hel is. dat in het
nieuwe Molor- en Rijwielrcglement het ge
bruik wordt voorgeschreven van de kleine,
roode reflectors, die aan de achterzijde van
het rijwiel worden bevestigd, bleek ook nu
weer duidelijk. De meesle fietsers, die ont
moet of ingehaald werden, hadden zich op
den drukken weg gewaagd zonder zoo'n
praclischen veiligheidsmaatregel, die de
kans op aanrijdingen in donker aanmerke
lijk vermindert.
Vooral op bochtige wegen, zooals die in
de buurt van liet bekende Groene Kerkje bij
Oegstgeest, móet men om het gevaar van
aanrijdingen als gevolg van verblinding niet
onderschatten.
Hoe dit gevAar van verLJindende verlich
ting algemeen gevoeld wordt blijkt wel uit
de groote belangstelling voor de kortelings
genomen proeven met een bijzonder soort
autoiantaarns, die niet verblinden en dus
het „dimmen" overbodig maken. Alle weg
gebruikers zijn 't er over eens, dat de op
lossing van dit lastige vraagstuk dringend
noodig is.
Een practische vinding, die bij donker
goed voldoet zijn de „catapholcs" letters, die
het licht van de autolantaarns weerkaatsen
en op flinken afstand duidelijk zichtbaar
zijn.
Een waarschuwend opschrift van derge -
lijke tooverachtige, plots in het duister op
lichtende tcekens, dwars over den weg,
kunnen bijv. bij onbewaakte spoorwegover
gangen goede diensten bewijzen. Juist dat
plotselinge ineens zichtbaar worden van die
letters trekt de aandacht en werkt als een
onfeilbaar signaal.
Bij het naderen van Den Haag is het
rijden op de verbreede wegen bi) de nieuwe
nu ook al haast weer te smal geworden
brug aan de Haagsche Schouw werkelijk
een verademing. Op dit maar al te korte
stuk moderne verkeersweg is men niet ge
noodzaakt, herhaaldelijk, ook bij tegenko
mend verkeer, vaart te verminderen en kan
rustig worden doorgereden, in een gelijk
matig; niet telkens onderbroken tempo.
Op de wegen voorbij Den Haag, waar on
gastvrije tollen bij de Hoornbrug en bi)
Overschie hun cijns van de weggebruikers
eischen, is het weer misère. Vooral op den
in den laalsten tijd duchtig in opspraak
gekomen „drukste autostrade van Neder
land", alias den weg HoornburgDelft,
waarvan de gevaarlijke smalheid nog eens
extra onderstreept wordt door de daar lang9
loopende trambaan.
Ook de weg van Delft naar Rotterdam
blijft in 't bijzonder bij avondverkeer gevaar
opleveren door zijn onvoldoende afmetingen
De, trouwens slechts over een geringe af
stand aangebrachte verlichting van dezen,
weg vermindert dat gevaar wel iets. maar
toch allerminst afdoende.
De indruk die deze avondtocht achterliet
op den tem grit waren in het lale nach
telijk uur de wegen vrijwel verlaten was
opnieuw, dat slechts door een flinke ver
breeding van de wegen de veiligheid van
het verkeer gewaarborgd is. De smalheid
van de wegen is en blijft de grootste grief
tegen ons wegennet, meer nog dan de toe
stand van het wegdek.
..Alleen op breede wegen kan het verkeer
voldoende veilig zijn".
Wildschadecommissies.
De Minisler van Binnenlandsehe Zaken
en Landbouw heeft bepaald, dat. met in
gang van gisteren, voor hel tijdvak van drie
jaren, zijn benoemd de hierna vermelde
personen respectievelijk lot leden en plaats
vervangende leden in de Wildschadecom
missies voor de daarbij genoemde gebieden.
I v De Marinebegrooting.
Tn de Memorie van Antwoord aan de
I Tweede Kamer, betreffende het wetsontwerp
I tot wijziging van het Vide hoofdstuk der
I Staatsbegrooting 1926 (Marine) betoogd de
I minister van Marine a.i., de heer Lambooy,
I dat, zonder vooruit te loopen op het oordeel
I der volksvertegenwoordiging, nopens de
I meer principieele reorganisatie der Marine,
I verschillende interne maatregelen tot ver-
I eenvoudiging voorbereid en zoo spoedig
mogelijk doorgevoerd moeten worden.
De minisler heeft dan ook bezwaar den
post, die beoogt instelling van het ambt van
raadsadviseur in algemeenen dienst mogelijk
te maken, terug te nemen. Deze raadsadvi
seur zal ook velerlei arbeid hebben te ver
richten, buiten de vraagstukken van de sa
menvoeging der departementen en de split
sing der marine om.
Onafhankelijk toch van deze vraagsluk-
ken, zegt de minister, is een groote verso
bering in den opzet der Marine in Nederland
geboden. Een commissie is reeds ingesteld
om aan te geven, op welke wijze een nut
tiger gebruik kan worden gemaakt van de
zeemilitie dan tot dusverre. Een dezer dagen
is de benoeming te wachten van de com
missie, welke advies zal uitbrengen nopens
de vraag of de Rijkswerven in den tegenw.
omvang cn vorm moeten worden gehand
haafd. Een belangrijke interne reorganisatie
van het Departement van Marine wordt
voorts ter hand genomen, en zoo wachten
meer belangrijke vraagstukken op oplossing.
Hiertoe behocrren b.v. een meer economi
sche organisatie van de luchtvaartdiensten,
vereenvoudiging van de administratie der
Marine, met het oog op de omstandigheid,
dat er thans slechts een marinccommandant
in Nederland bestaat en bezuiniging in zake
omleiding.
De urgentie van de bewerking van al
deze onderwerpen is den minister ten dui
delijkste gebleken.
Indien t. z. t. onverhoopt mocht blijken,
zegt de minisler, dat de volksvertegenwoor
diging de samenvoeging der departementen
niet wenscht, dan zal toch handhaving van
het ambt van raadsadviseur gewenscht zijn,
met het oog op den omvangrijken reorgani-
satiearbeid. die in ieder geval noodig zal
wezen.
Met betrekking tot de overplaatsing van
de matrozenopleiding van Gorcum naar Ylis-
singen, zet de minisler uitvoerig de argu
menten uiteen, die voor een dergelijke over
plaatsing pleiten.
O. m. is van dezen maatregel jaarlijks een
bezuiniging van ruim f200.000 te wachten.
De minister zegt in overleg met zijn ambt
genoot van Koloniën, lot de conclusie ge
komen te zijn, dat voorshands in de eerste
plaats moet worden gestreefd naar het ver
krijgen van een eigenlijke zeegaande vloot,
bestaande uit twee kruisers, acht jagers en
12 onderzeeboolen. Wanneer de vier in aan
bouw zijnde jagers gereed zullen zijn, en de
verouderde IC. I niet wordt medegerekend,
zal de in Indiê beschikbare eigenlijke zee
gaande vloot, dus ongerekend bet materieel,
dat meer in het bijzonder voor locale ver
dediging is aangewezen, zijn samengesteld
uit: twee kruisers type-,.Java", vier jagers
type-.,De Ruyler" en twaalf onderzeebooten.
In verband met het vorenstaande is het
duidelijk, verklaart de minister, dat de
nieuwe aanbouw allereerst moet zijn ge
richt op versterking van het aantal jagers
tot acht, overeenstemmende met het aantal
jagers type-Vos, dat aan den dienst is of
zal komen te ontvallen.
Commissie voor den tabaksaccijns.
De Minisler van, Financiën heeft:
lo. aan den heer F. Lieflinck J.-Hzn.,
te Amsterdam, op diens verzoek, eervol
ontslag verleend als lid van de commissie
van deskundigen voor den tabaksaccijns,
onder dankbetuiging voor de door hem als
zoodanig bewezen diensien;
2o. benoemd a4s lid van de commissie
van deskundigen voor den tabaksaccijns
den heer W. P. de Vries, te Velsea, thans
plaatsvervangend lid dier commissie, en
tot plaatsvervangend lid den heer F. Meer
kamp van Embden, makelaar in tabak, te
Rotterdam.
Door Mrs. C. N. WILLIAMSON.
Nederlandsche vertaling van Ada van Arkel.
32)
„Als u wilt, zal ik wel zorgen, dal hij
weer in haar bezit komt," antwoordde
Shcila zoo diplomatiek, dal er voor de
andere niets geheimzinnigs achter stak.
„Dank u," zei Viola. Dat dat is beter,
want ik zal misschien voorloopig niet naar
beneden gaan. Wilt u haar als 't u blieft
uitleggen, hoe wij den oorknop vonden, dan
zal zij misschien in staat zijn dat mysteri
op te lossen."
Sheila antwoordde niet, maar Viola, die
Het als een toestemming opvatte, ging door
met schrijven, in plaats van haar vraag te
herhalen.
Een oogenblik later was zij gereed met
haar briefje, dat slechts uit een paar regels
bestond, en gaf het aan Sheila. Zij legde
teven9 den robijnen oorknop van de gravin
in haar hand.
„U weet wel wat u met deze dingen moet
doen," zei Viola mat.
,.Ja," antwoordde Sheila. „U kunt op me
rekenen." Bij de deur keerde zij zich om en
zei: „Lady Viola, doet u 's nachts de deur
op slot?"
„Nern, niet altijd. Waarom vraagt u
dat," antwoordde het andere meisje.
Sheila was eenigszins verlegen. „De
de sleutel lijkt me wat verbogen," zei ze.
>.Tk dacht, dat u misschien beter deedt er
eens met mr. Mc. Kinnon over te spreken.
In zoo'n kolossaal huis als dit met zooveei
vreemdelingen is het niet veilig om 's nachts
de deur open te laten."
Lady Viola glimlachte hitter. „Ik heb
niets, dat waarde genoeg heeft om te stelen,"
zei ze. „Het is waar, dat de sleutel wat
verbogen is. Ik.weet niet hoe dat gebeurd
is, maar hij is krom. Ik denk, dat het ka
mermeisje er wel meer van zou kunnen
vertellen, als zij wilde maar bedienden
bekennen nooit een onhandigheid, al9 zij
het eenigszins kunnen laten. Ik weet alleen,
dat het al een paar dagen zoo is, en dat de
sleutel niet goed wilde omdraaien. Maar
het komt er heusch niet op aan voor een
arm schepsel als ik. Het zou wat anders
zijn bij gravin Karovski of lady Ethington."
Sheila voelde, dat zij bloosde. Had lady
Viola de geschiedenis van den diefstal al
gehoord, of niet?" Het meisje durfde het
niet vragen, maar ging heen met een hoofd
vol gedachten en het briefje en den ooTknop
in haar hand.
Zoodra zij buiten de kamer was en de
deur gesloten had, liet zij den oorknop
echter in haar zak glijden.
Zij geloofde, dat het een komplot legen
lady Viola was en dat de Voorzienigheid
haar op het juiste oogenblik had gezonden
om het te verijdelen.
„Als zij geen andere bewijzen tegen liaar
hebben, hebben zij ze gemaakt, zooals zij
ook hebben geprobeerd dit bewijs te ma
ken," zei ze in zichzelve. „Maar is dit
alleen maar slechts een deel van het plan
of is hel het geheele? Het wordt lijd, dat ik
het nu zelve, eens uit ga vinden, en dat zal
ik ook. Er is hier misschien nog werk voor
me te doen vóór ik ga. Werk, waarvoor ik
niet ben aangenomen en waarvoor ik nooit
betaald*" zal worden, behalve dan door suc
ces. Als zij detectives hebben om hen te
helpen', de menschen, die lady Viola
willen benadeelen dan zullen zij iemand
tegen zich hebben ook. En o, wat zal die
detective zijn best doen om den anderen te
slim af le zijn."
Er gingen vreemde gedachten door
Sheila's brein. Zij begon ze aan elkaaT te
verbinden en haar polsen klopten, toen zij
dat deed.
„Wat zal ik met dit briefje doen?" vroeg
zij zich af. „Als ik lady Viola gezegd had,
dat zij zich vergiste, dal er niemand ge
komen was om beslag te leggen, zou zij dan
dezen uitersten stap hebben gedaan? Zal
ik wachten vóór ik het briefje aan mr.
Franklin geef en nog een kans wagen? Ik
zou haar kunnen zeggen, dat ik het wat
had uitgesteld. Ik, zie niet in wat voor
kwaad het kan. want hij is nu in haar be
lang bezig zonder dat hij weet, dat hij zijn
belooning zal krijgen; een belooning, die
duizendmaal grooter is dan |iij verdient. O,
ik zal wachten, wat er ook gebeurt."
Onderwijl was zij weer terug gekomen in
de groote hall. Een snelle blik verzekerde
haar, dat noch de gravin, nofh lady Ething
ton daar was; maar mr. Franklin, die klaar
blijkelijk op haar terugkeer had gewacht,
kwam haar tegemoet. 1
„Ik denk. dat lady Viola wel niet meer
lastig gevallen zal worden," zei hij, en
Sheila zag, dat hij heel bleek was.
„Ik heb de gravin overgehaald en zoover
als ik uit alles op kan maken, ging lady
Ethington af op de bewijzen, die de gravin
geven kon. Zonder haar kan zij geen kwaad
behalve misschien door haar hatelijk
geklets.
Weet u zeker, dat de gravin haar niet op
de een of ander manier in het geheim zal
helpen."
„Zeker," zei Franklin grimmig.
Sheila was gerustgesteld, naar nog niet
heelemaal tevreden. .Zij hebben mr. Mc.
Kinnon hun vermoedens verteld, weet u dat
wel?" herinnerde zij hern.
„Ja, maar ik heb met mr. Mc. Kinnon
gesproken. Ik heb hera gezegd, dal gravin
Karovski toch niet van plan was lady
Violas naam in de zaak le betrekken; dat
zij zich in haar vermoedens vergist had. Ik
zei, dat er in het geheel geen bewijzen tegen
lady Viola waren, en dat, als lady Ethington
bij haar beschuldigingen bleef, hij er nader
hand ontzettende spijt van zou hebben, dat
hij er aandacht aan had geschonken."
„Ik weet zeker, dat dat voor hem een
heele opluchting zal zijn geweesf, toen hij
dat hoorde."
,,Tk geloof hel wel."
„Maar ik geloof, dal er al een detective
in huis is of gauw zal komen. Verbeeld u,
dat lady Ethington eens zijn aandacht ves
tigde op lady Viola?
„Dat zal zij voorloopig niet doen. Lady
Viola is voor een paar dagen veilig voor
haar. Dat zal langzamerhand misschien
anders worden, maar dan zal, hoop ik, de
ware dief wel ontdekt zijn; en in het ergste
geval kan er toch niets tegen lady Viola
bewezen worden tenzij die vrouwen nog
sluwer dan ik denk, legen haar hebben
samenbezworen."
Sheila dacht even na en meende toen, dat
zij zijn verborgen bedoeling begreep. Hij
hoopte, dat lady Viola hem zou beloven met
hem le trouwen: maar in ieder geval zou
het engagement de eerste dagen nog niet
bekend worden en hij was misschien van
plan in dien tijd bijzonder attent te zijn i
jegens lady Ethington als een soort „omkoo-
perij", zoodal zij lady Viola zou sparen.
Dit was duidelijk genoeg, maar het kwam
het meisje voor, dat hij veel meer moeilijk
heden moest hebben gehad met de gravin,
die een veel gevaarlijker vijandin was dan
dc oppervlakkige en aanstellerige lady
Ethington Sheila was voor de gravin bang
geweest en toch scheen mr. Franklin met
haar al heel gemakkelijk klaar te zijn ge
komen.
Zij zou graag meer vragen hebben ge
daan, maar Franklin keek op zijn horloge
en zei, dat hij gaan moest.
„U heeft nog niet eens ontbeten," zei
Sheila.
Hij glimlachte flauwtjes. „Werkelijk? Ik
was het vergeten," en zonder een woord le
spreken ging hij heen.
Er heerschte groote opwinding in liet
hotel dien morgen, toen het nieuws van den
diefstal tot alle gasten was doorgedrongen,
en iedereen was benieuwd wat er gedaan
zou worden; doch tof groote ergernis van
haar vriendinnen verschenen lady Ethington
en gravin Karovski niet alleen niet, maar
weigerden zij ook. hij monde van haar ka
meniers. om bezoekers te ontvangen.
Als Sheila nog in dezelfde verhouding
lot John Munro had gestaan, zou zij waar
schijnlijk van hem wel gehoord hebben, wat
er gebeurde; of de politie iemend verdacht
en of er een vermomde detective in huis
aan het werk was. Maar nu hield hij zijn
geheimen, zoo hij die bezat, voor zich, al
keek hij haar van tijd lot tijd ernstig aan,
alsof hij hoopte, dat zij nog van idee zou
veranderen.
f,Wordt vervolgd!,