Het Ondergrondsche Syndicaat (jo. 20318. LEIDSCH DAGBLAD. Donderdag 10 Juni Tweede Blad Anno 1926. GEMEENTEZAKEN, GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. Benoemingen en Ontslag. In verband mei bet stijgend aantal leer lingen van de school voor buitengewoon la ger onderwijs is aanstelling van een v a s- fe leerkracht aan de school noodig gewor den. In overeenstemming met het gevoelen van den Inspecteur dragen B. en VY. den Raad der benoeming voor: lo. Mej. E. M- Labree, tijdelijk onderwij zeres aan deze school; 2o mej J J. de Bruin, idem a. d. school Haverstraat A; 3o. mej. L. G. Tuk allen alhier. Tegen inwilliging van het verzoek van mej. J- H. ten Holten om eervol ontslag uit bare betrekking van onderwijzeres a. d. o.l. school aan den Zuidsingel op grond van ge zondheidsredenen bestaat bij B. en W. geen bezwaar waarom zij den Raad in overwe ging dit ontslag eervol te verleenen. Met het oog op het tegenwoordig aantal leerlingen kan het aantal klassen van de Jongensschool voor U.L.O. met een kla3se worden verminderd. Het ligt dan ook in de bedoeling van B. en W. tegen 1 Juli a.s. tot die vermindering over te gaan. In overeen stemming met het gevoelen van den In specteur van het l.o. in deze inspectie, zijn B. en W. van oordeel dat dit ontslag moet worden verleend aan den heer L. T. F. van Zoest, onderwijzer aan die school onder me- dedeeling dat zij voornemens zijn den heer yan Zoest_binnen korten tijd voor te dra gen tot benoeming aan een andere open bare school geven B. en VV. den Raad in overweging met ingang van een door hen Je bepalen dag aan den lieer van Zoest eer- yol ontslag te verleenen. Kaar aanleiding van het desbetreffend yerzock geven B. en W. den Raad in over weging aan mej. L. C. Bolle eervol ontslag te verleenen uit hare functie van lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, onder dankbetuiging voor de door haar in die functie bewezen diensten. Beschikbaarstelling van gelden voor speel terrein ten behoeve van de R.-Kath. Scholen a. d. Haarlemmerstraat Bij zijn in de vergadering van 17 Mei j l. pm prae-advies in handen van B. en W. gesteld adres verzoekt het bestuur der R.-K. parochiale Jongensscholen onder R.-K. Pa rochiaal Kerkbestuur, alhier, de noodige gelden beschikbaar te stellen voor het in richten van een terrein voor het onderwijs In lichamelijke oefening, tevens speelplaats len behoeve van de onder zijn beheer staan de scholen aan de Haarlemmerstraat 240 cn Pelikaanstraat 20. Onder mededeeling, dat de kosten van inrichting van het terrein worden geraamd Dp f 1000 en dat het schoolbestuur bij zijne aanvrage de wettelijke voorschriften in acht genomen heeft, geven B. en W. nu in pverweging medewerking te verleenen. Heer geld voor de verbouwing van de School a. tL Vrouwenkerksteeg. Bij raadsbesluit van 21 Juli 1924 werd 'n Gedrag van f 65.000 ter beschikking gesteld voor den verbouw van liet schoolgebouw aan 3e Vrouwenkerksteeg. Tot leedwezen van B. jen W. ia dat bedrag niet toereikend en zal fle toegestane som alsnog met f 13.000 moe ien worden verhoogd. Geleidelijk moest het Werk het karakter aannemen van nieuw bouw zooals door B. en W. nader wordt uiteengezet. Uitdrukkelijk mcenen zij te mogen con- Slateeren, dat bij dit werk alles, wat ook paar eenigszins aan luxe kan doen denken, is vermeden en dat hier voor f 78000 een bijna geheel nieuw schoolgebouw, ruimte biedende voor twee scholen, alsmede een gymnastieklokaal is gesticht, eene som. Welke naar hun meening in "zeer gunstige .verhouding slaat lot hetgeen daarvoor is herkregen. Ten slotte deelen B. en W. nog mede, dat ♦oor herstelling en aanschaffing van meu bilair en verderen inventaris der scholen, waarvoor nog geene gelden zijn toegestaan, een bedrag* van f7500 wordt yereischt. Wijziging inrichting en bestuur van het Gymnasium en de Hoogere Burgerscholen. Het is B. en W. gebleken, dat de tegen woordige regeling van de herfst va cantie, welke voor hel Gymnasium, de Hoogere Burgerschool mei vijfjarigen- cursus, de Hoogere Burgerschool voor meisjes en de Kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen geheel gelijk is, in verband met de afwezigheid uil de school van leerlingen op 1 en 2 November (Allerheiligen en Aller zielen) tot bezwaren aanleiding geeft. Zoo wordt b.v. de herfstvacantie voor de leerlingen, die op 1 en 2 November afwezig zijn, practisch lot 6 dagen verlengd, indien 1 November op een Woensdag valt. Immers sluit dan de herfstvacantie juist aan op 1 November. Maar ook indien 1 November valt op een Dinsdag, Donderdag, Vrijdag of Zaterdag, kleven aan de tegenwoordige regeling bezwaren. Teneinde nu die bezwaren zooveel mo gelijk te ondervangen, zouden B. en W. de omschrijving van die vacantia in de ver- verschillende verordeningen, welke thaus luidt ais volgt: „cene, welke omvat den Zaterdag vooraf gaande aan de week, waarin de 1ste Nov. valt en den daarop volgenden Maandag en Dinsdag", door de navolgende wenschen le zien vervangen: „eene van vier dagen, n.l. 1, 2, 3 en 4 „November, indien 1 November op een „Woensdag, Donderdag, Vrijdag of Zater dag; 31 October, 1. 2, en 3 November, in dien 1 November valt op een Zondag of „Maandag; 30 October, 31 October, 1 en 2 „November, indien 1 November valt op een „Dinsdag". Onder opmerking, dat het College van Curatoren van hel Gymnasium, den Inspec teur der Gymnasia, de Commissie van Toe zicht op- en de Inspecteur van het middel baar onderwijs, alsmede de Directeur van de Kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen zich met de bovenaangehaalde regeling van de herfstvacantie kunnen ver eenigen, geven B. en W. mitsdien den Raad in overweging over le gaan lot vaststelling van de gewijzigde verordening, waarmede rekening met de genoemde bezwaren is ge houden. Een verzoek van de Leidsche Koetsiersver. inzake keerplaatsen op de Rijn- en Schiekade. De koelsiexsvereeniging „Verbetering zij ons Streven" heeft een adres aan den Raad gericht, waarin zij den Raad verzocht keer plaatsen op de Rijn- en Schiekade aan te brengen. Hoewel de Rijn- en Schiekade geen hoofdverbindingsweg is en slechts aan een zijde bebouwd, waarop ook geen zijstraten uitkomen en er dus geen reden beslaan deze maatregelen te treffen om verbetering in den toestand aldaar aan le brengen, hebben B. en W. toch naar middelen gezocht om het elkaar passeeren te vergemakkelijken. In de eersle plaats hebben zij besloten tot het doen verwijderen van de paaltjes, staande voor de perceelen nis. 1 tol en met 60. Voorts hebben zij zich in verbinding gesteld met de Directie der Ned. Spoorwegen ten einde door gebruikmaking van een ge deelte van bet terrein der Spoorwegen nabij de Jaagbrug een gelegenheid tot keeren te verkrijgen. Met de Ned. Spoorwegen i3 overeenstemming bereikt omtrent het terugplaatsen van het hek, tusschen bedoeld terrein en de Rijn- en Schiekade en het verharden van de vrijkomende strook grond. Ook hiertoe zal binnenkort worden over gegaan. Door deze beide maatregelen, waarvan de kosten pl.m. f 300 zullen bedragen en uit den loopenden dienst kunnen worden be streden, zal de toestand ter plaatse onge twijfeld verbeteren. Hel maken van meer keerplaatsen op de Rijn- en Schiekade zou, nu de gemeente niet over den daarvoor benoodigden grond beschiktaanzienlijke uitgaven vorderen, welke B. en W. wezen er reeds op in dit geval niet gewettigd zijn. Geen bezwaar legen de geldleeningen van de L. D. W. M. Ter bestrijding van de uilgaven, verbon den aan de uitvoering van verschillende werken, waartoe bij raadsbesluiten van 22 Februari 1926 en 19 April 1926 vergunning werd verleend, wensCht de Leidsche Duin- waler-Maatschappij, blijkens een ingediend adres een 5 pet. geldleening aan le gaan, groot f250.000, aflosbaar,in uiterlijk 30 jaren en in ieder geval, wanneer de ge meente gebruik mocht maken van de haar bij artikel 22 der concessie verleende be voegdheid tot naasting van de eigendommen der Maatschappij. Ingevolge het bepaalde bij artikel 18 lilt. d der concessie-voorwaarden behoeft de maatschappij tot het aangaan van een ge!d- leening de goedkeuring van den gemeente raad. Noch bij den commissaris der gemeente, noch bij hel college var] B. en W. bestaat tegen de goedkeuring bezwaar. Wijziging der begrooting 1925, in verband met de kosten van pensioenen, enz. Zooals bekend is, worden, ingevolge *de begrotingsvoorschriften de pensioenen en wachtgelden, de ko3ten van de ongevallen en invaliditeitsverzekering, die van het boe- zicht op den gezondheidstoestand der ambte naren, beambten en werklieden, de kinder toeslagen aan ambtenaren en werklieden, alsmede de daarlegenoverstaande ontvang sten, nadat zij-op de daarvoor bestemde ver- zamelposten zijn geraamd, over de verschil lende hoofdstukken en paragrafen der be groting verdeeld. De uitgaven ter zake over 1925, welke in tclaal waren geraamd op f 613.315, hebben bedragen f 602.256.745 en zijn du9 f 11.058.25s beneden de raming gebleven. Aangezien evenwel de ontvangsten over 1925 f 308.515.67 hebben bedragen, d. i. f 32.261.33 minder dan de in totaal geraam de som van f 340.777 moet alsnog in de dekking van een bedrag van f 21.203 07s (f32.261.33fj 1.058.25®) worden voorzien. Voorts moeten in verband met de bovenbe doelde verdeeling verschillende wijzigingen in de begroting voor 1925 worden aange bracht. B. cn \V. bieden den Raad een overzicht aan van de voor elk der bovengenoemde on derwerpen in tqtaal geraamde en uitgegeven of ontvangen bedragen met vermelding, of de uitgaven en ontvangsten meer of minder hebben bedragen dan gekaamd' was. w r Wijzigingen van administratieven aard in de begrootingen van 1925 en 1926. Aangezien heigeen het Rijk van de ge meente te betalen of te vorderen heeft, door tusschenkomst van de Bank voor Neder- landsche Gemeenten geschiedt en in ver band hiermede krachlens besluit van 29 Juni 1925 met deze instelling eene rekening- courant-overeenkomst is aangegaan, moet volgens de door Gedep- Stalen vastgestelde begroting- en rekeningsvoorschriften de brulo-opbrengst van de door het Rijk ge- inde gemeentelijke inkomstenbelasting onder de inkomsten worden verantwoord, terwijl onder de uitgaven moet worden geboekt, hetgeen wegens kwade posten wordt inge houden. Dientengevolge dient zoovycl. de bqgrooting voor 1925 als die voor 1926 te worden ge wijzigd. VooTts is eene verandering gebraohl in de wijze van uitkeering van de opcenten, die ten bate van de gemeente op de Rijksbe lastingen worden geheven. Aangezien deze regeling geacht werd te zijn ingegaan 1 Januari 1925, moesten de over de maanden Januari lot en met Mei 1925 volgens de vroeger geldende regeling Ier zake ontvangen uitkeeringen om for- meele redenen aan het Rijk worden geresti tueerd. Een drietal nieuwe uitgaafposten moeten met hel oog hierop aan de begrooting voor 1925 worden toegevoegd, terwijl de betrok ken onlvangposten met gelijke bedragen dienen te worden verhoogd Ten slotte stellen B. en NV. Ier voldoening aan een verzoek van Ged. Staten, nog voor: a. van de begrooling voor 1926 af te voe ren Volgn. 138: „18 Opcenten op de hoofd som der dividend- en tantième-belasting", uitgetrokken op f 8.658 en daarentegen Volgn. 137 „Uitkeering van het Rijk wegen9 opcenten op de hoofdsom der dividend- en tantième-belasting, krachtens art. 1 der wet van 26 Juli 1918 met eveneens f 8.658 te verhoogen en dus te brengen van f 25.000 op f 33.658. b. aan die befooling loc te voegen een nieuwe voor „Memorie" uit le trekjeen ont- vangpost, luidende: „Restitutie in verband met de eindafre kening van de kwade posten der door het Rijk geïnde gemeentelijke inkomstenbe lasting". B. en W. merken nog op, dal al de boven bedoelde begroolingswijzigingen slechts van adm in is tra tie ven aard zijn en dus geen in vloed hebben op de eigenlijke cijfers der be groetingen voor 1925 en 1926. Tarief van bijdragen wegens Ziekenkais- verpleging. Het is bekend, dat de door do gemeente te betalen kosten van verpleging van be hoeftige personen in het Academisch Zie- konhius, op 30 November 13C6 vastgesteld op f 0.50 per verpleegdag, in den loop der jaren zijn gestegen tot respectievelijk 75 ets. en 82V£ ct. en bij arbitrale uitspraak in het jaar 1923 op f 1 91 per verpleegdag. Bij een verpleegprijs van reap. 50, 75 en ct- per verpleegdag was er goen vol doende aanleiding, om van de patiënten of hun verzorgers een bijdrage in de ver- pleegkosten te vragen. Een groot deel van de opbrengst zou zelfs aan innigskosten zijn weggegaan, omdat men iemand met dc invordering van die kleine bedragen zou hebben moeten belasten, aangezien toen de geneeskundige dienst nog niet was ingo etc hl. Bij een verplcegprijs van f 1.91 staat do zaak echter geheel anders. Immers, voor een patiënt, die in staat is om 50, 75 of 82V£ cent per dag te betalen, zou een bedrag van f 1 91 te hoog kunnen zijn. Daarbij komt dat de opname in het Aca demisch Ziekenhuis vroeger alleen kon plaats hebben op verzoek en voor rekening van de gemeente, tenzij de ziekte, waaraan men leed, een onderwij s-objeci vormde. Het ziekenhuis was derhalve tegen beta ling voor niemand zonder moer toegan kelijk. Thans is daarin verandering gekomen; ieder kan zioh in het Academisch Ziekenhuis tegen betaling laten opnemen. De ver- pleegkosten variëeren van f 1.50 en f2 to% f2.50. Een en ander gaf den Directeur van den Geneeskundigen Dienst aanleiding, om een tarief te ontwerpen, waarbij de door de pa tiënten of huD verzorgers te betalen bij dragen in de voor rekening van de ge meente komende kosten van verpleging in zickeninirichtingen in het algemeen werden vastgesteld. Zooals uit een schrijven van den Direc teur van 20 November 1923, met bijbehoo- rende tarieven cn toelichting blijkt, heeft dezo daarbij rekening^ gehouden met het inkomen van het gezin, door het stellen van inkomensgrenzen. Die grenzen zijn voor gehuwden en ongehuwdên verschillend, ter wijl voor zooveel de eerste categorie be treft bovendien rekening is gehouden met de getalsterkte van het gezin. Uit den aard der zaak is de uiterste grens voor de bijdrage bepaald op f 1.25 per dag, omdat men reeds tegen den prijs van f 1.50 voor eigen rekening in het Aca demisch Ziekenhuis kan worden opgeno men. Hoewel de tarieven zijn vastgesteld voor alle ziekenïrvrichtingen, moest de verpleeg- prijs van het Aeadamïsch Ziekenhuis als basis dienen omdat men eerst in een par ticuliere zieken inrichting wordt verpleegd, als er geen plaats ie in het Academisch Ziekenhuis. Dc Commissie, voor den Geneeskundigen Dienst, in wier handen B en W. het schrij ven van den Directeur stelden, kon zich inet den inhoud over het algemeen ver een ig en. Behalve eenige wijzigingen van redacbio- neelen aard, stelde zij voor, de inkomens grens voor eenloopende personen niet bij f 800, doch reeds bij f 7^0 te doen aanvan gen, terwijl zij mede van oordeel was dat aan belanghebbenden het recht van be roep behoorde te worden toegèkend van de beslissingen van den Directeur. Kon de Commissie voor den Geneeskun digen Dienst zooals gezegd, zich in hoofd zaak met de tarieven verenigen, niet alzoo het Burgerlijk Armbestuur, dat de inko men sgr enzen, zoowel van gehuwden als on gehuwden, te laag achtte. Vermits het B. en W. voorkwam, dat de tarieven, door het Burgerlijk Armbestuur 'voorgesteld, meer aanbeveling verdienden, dan die van den Directeur, beslotep zij, na een bespreking te hebben gehouden met den Voorzitter van het Burgerlijk Armbe- RECLAME. Door krabben worden huidaandoeningen nog erger. Wend Foster's Zalf aan, die on middellijk verzachting geeft en uw kwaal geneest. Inderdaad een probaat geneesmiddel. In zeer handige tube-verpakking f 1. 6472 stuur en den Voorzitter en den Secretaris van de Commissie voor den Geneeskundi gen Dienst, den Directeur van dien Dienst op te dragon de door het Burgerlijk Arm bestuur voorgestelde tarieven bij wijze van proef e enigen tijd toe te passen. In zijn schrijven van 23 Mei 1925 deelt de Directeur nu mede, dat de proef, op 1 December 1924 aangevangen, volkomen is geslaagd, dat de betrokkenen door de ge vraagde bijdragen niet te zwaar worden belast, dat de bijdragen, op een enkele na, hetgeen men altijd zal hebben, geregeld worden betaald en dat hij derhalve geen bezwaar heeft, om zijn ontwerp-tarieven te wijzigen in den zin als door het Burgerlijk Armbestuur bedoeld. Ocrk de Commissie voor den Geneeskun digen Dienst heeft tegen de vo<fl gestelde wijzigingen geen bezwaar. Behoudens eeni ge kleine opmerkingen heeft zij alleen be zwaar, om de bevoegdheid tot verhooging, verlaging of kwijtschelding van een bijdra ge uitsluitend aan den Directeur toe le kennen. Zij stelt voor die bevoegdheid te leggen in handen van haar Voorzitter, na dat door dezen het Burgerlijk Armbestuur is gehoord Ontsporing. Nabij het sta- t-ion VoorburgLeidechendani zijn twee wagens van een ledige personentrein uit Botterdam ontspoord, naast de hoofdlijn, zoodat de treinenloop er geen vertraging van heeft ondervonden. Na een paar uur arbeid waren de wagens weer in de rails gebracht. In de duiacn verdwaald. Een 13-jarig meisje uit Amsterdam logeer de bij familie aan de Haarlemmerstraat te Zandvoort. Dinsdagmiddag 3 uur was 't meisje alleen thuis met de order niet uit te gaan, voordat haar oom en tante waren thuis gekomen. Het meisje ging wandelen en schijnt in de duinen den weg niet meer te hebben kunnen vindentoen de bewo ners van liet huis thuis kwamen, vonden zij hot kind niet. De politie werd onmid dellijk met de verdwijning in kennis ge steld en met zes politiemannen en enkele burgera is men tot 12 uur des naohts met lantaarns in de duinen blijven zoeken. Zonder resultaat. Gistermorgen ongei eer halfzoa vond een burger toevallig het kind slapende in de duinen. Het meisje bleek inderdaad te zijn verdwaald; na heel Ung rondlcopen was ze eindelijk van vemtoeiecifl in slaap ge vallen. („Hbld") 0 Inbraak. 8 ij de politie te Amsterdam is aangifte gedaan, dat in een kantoor, gevestigd op de Keizersgracht, ia ingebroken Een bedrag van f 1500 aan bankpapier is zoek. De Eembrug defect. Gister middag moest de Eembrug (ophaalbrug) bij Baarn geopend worden om de boot „Fortih" van Rotterdam naar Amsterdam te laten passeeren. Toen de eene klap, welke met de hand bediend moest worden wegens reparatie van de lier, ruim halverwege was opgetrok ken, braken de bouten der scharnieren met het gevolg dat de klap in de Eem viel. Maandagavond was ook reods een bout gebroken en juist waren gisteren twee nieuwe bouten aangebracht. Een sdhipper, die niet ver van de brug bezig was met zout te lossen, wist met de lier van zijn schip de klap gedeeltelijk naar boven te brengen, zoodat de scheepvaart geen belemmering ondervond. Deze brug vormt de eenige overgang over de Eem van Baarn naar Bunschoten. In verband hiermede moet het verkeer met Door Mrs. G. N. WILLIAMSON. Ncderlamlsclie vertaling van Ada van Arkel. 80) 1 »,0. dat kan ik niet," riep Sheila. „Ik Goud heclemaal niet van u. Dat zou nooit kunnen." *,Hoe weet je dat?" vrpeg Munro. „Ten- fci or een andere man is. Is die er? Je moet dat zeggen.' >,U moest me zoo'n vraag niet doen, jnaar er is niemand anders," antwoordde "ri meisje. Zij sprak de waarheid. Geen man was er jo haar leven, noch was er ooit geweest, phalve haar vader cn haar broer, maar *°ch stroomde de kleur die zij verloren had, »crug in haar gezicht en kwam het beeld een man voor haar oogen. Zij kende jjsrn nauwelijks en hi; was even ver van war verwijderd als de sterren van de ■arde; en toch voelde zij. dat hij haar jfeaal was: de man, dien zij zou kunnen «Ihebhen, als zij een betere plaats in de Preld had ingenomen, en dat, vergeleken W hem, geen man, dien zij ooit ontmoet o of ontmoeten zou. in haar oogen waard znn om lief te hebben. 'l. gedachte aan hem, op deze manier naar komend, verschrikte het meisje Vr?a' want zij had niet geweten, dat hij k'J invloed op haar verbeelding had uit- ^end. Zij trachtte zichzelve beschaamd 'naken door te denken: „Wat zou hij verbaasd zijn, als liij kon vermoeden, dat de arme machineschrijfster zulke gedachten in haar dwaze hoofd had gehaald," en deze gedachte deed haar blozen, wat John Munro onmiddellijk opmerkte. „Zij denkt toch aan iemand," zei hij in zichzelven. „Wie kan het zijn? Derby misschien? Ja. dat is het waarschijnlijkste. Daarom bloosde zij, want zij zou niet ver legen behoeven te zijn, als het iemand was, die het eerlijk meende en die niet enkel met haar flirtte om den lijd te dooden. Dat is nog een leelijk punt tegen hem. Als ik al eenige aarzeling gehad had, nu is die geheel verdwenen." „U heeft toch geen hekel aan me?" zei hij. „Natuurlijk niet," zei het meisje. „Nu, dat is ten minste iets. Luister naar wat ik voorstel. Wees met mij verloofd, heel in stille, als je dat wenscht; niemand hoeft het te weten, vó6r je het wilt, en help me een plan uitvoeren, dat ons allebei rijk zal maken. Ondertusschen zal ik alles doen wat ik kan, dat je van me gaat houden, en als ik daarin slaag, des le beter voor mij; gelukt het me niet, dan is er nog niets ge beurd, want dan zal je geld genoeg heb ben om je onafhankelijk le maken. Nu, is dat niet een mooi aanbod?" „Het is mooi, maar ik kan het niet aan nemen," antwoordde Sheila. „Ben je dan zoo tevreden met je positie in het leven, dat je bereid bent eenige honderden ponden le weigeren, zonder zelfs te hooren hoe gemakkelijk je die kunt ver dienen?" „Tevreden genoeg om niet mijn positie te willen verbeteren door mij te verloven met een man. dien ik niet liefheb." Munro zweeg en keek het meisje na denkend aan, schijnbaar aarzelend wat te doen. Sheila voelde, dat hij met zichzelven in tweestrijd wa3, of hij haar iets zou ver tellen, dat hij in zijn hoofd had. Zijn lippen gingen aan de hoeken omlaag en plotseling blonk er een boo-s licht in zijn oogen. „Als eer niet zulke voorwaarden aan waren verbonden, als je je niet mei mij had moeten verloven zou je maar wit graag het geld willen verdienen," zei hij. „Dat hangt van het „plan" af, waar u over sprak," antwoordde zij. Weer zweeg hij. „Ik kan je niets vertellen, tenzij je aan me gebonden bent op een manier, die maakt, dat mijn belangen ook die van jou zijn," antwoordde hij eindelijk. „Dan vrees ik; dat u het werk alieen zult moeten doen, althans zonder mij," zei Sheila. „Want ik kan alleen aan u ver bonden zijn als-uw vriendin". Zij sprak beslist en een donkere blos steeg tot in de wortels van zijn haar op. Hij was niet alleen diep teleurgesteld, maar ook verbitterd door zijn teléurstelling en Sheila ontstelde door den boozen blik in zijn oogen. Zij twijfelde er niet aan, dat hij werkelijk tot haar aangetrokken was ge weest, dat hij zich verbeeldde op haar ver liefd te zijn, zoo niet mëèr, maar toch had zij een vaag gevoel, dat versmade liefde alleen niet voldoende zou zijn om een der gelijke uitdrukking op zijn gezicht te voor schijn te roepen. Schijnbaar had hij haar hulp hard noodig in zijn eigen belang en was geneigd die hulp te vragen, al had zij ^juist geweigerd zich met hem te verloven. „Ik geloof, dat u nog wel van idee zult veranderen," riep hij uit. „Ik moet je hebben. „U weet, dat, als u zoo doorgaat met zoo tegen me te pralen," zei Sheila, „ik dan van Glentorly weg zal moeten gaan, hoe wel ik heel graag zou blijven. Wees zoo goed en Iaat me aan mijn lot over. U hebt me erg zenuwachtig gemaakt en mijn hoofdpijn is veel erger. Ik moet nu aan mijn werk." „Ik heb u al gezegd, dal ik u vanmorgen niet zou laten werken," antwoordde Munro bijna woedend, „ga naar uw kamer of ga wandelen doe wat u wilt. behalve werken. Ik zal alles wel zelf doen." „Ik wil niet, dat u mijn werk doet," zei Sheila, „minder dan ooit na wat u gezegd heeft." Zij wou aan haar schrijftafel gaan zitten, 'maar Munro kwam tusschen haar en den stoel en schoof dezen weg. „U wilt me kwetsen," zei hij. „Als u dat niet wilde, zoudt u wel dezen kleinen dienst willen aannemen van me." Het was nu Sheila's beurt om te aarzelen want hoe vreemd zijn manier van doen ook was. zij wilde niet onbeleefd zijn. „O, goed dan." antwoordde zij. „ik zal het grootste gedeelte aan u overlaten, als u dan zoo vriendelijk wilt zijn, maar dan moet u beloven te doen, al9of er niets tus schen on9 is voorgevallen." „Ik zal mijn best doen," antwoordde Munro. „Dank u. Dan zal ik nu alleen even den boel klaar leggen." Zij ging weer ,naar de schrijftafel, maar de jongeman hield haar nog terug. „Al9 u zich met alle geweld toch met die dingen bemoeien wilt, neem dan een paar brieven mee naar uw kamer," zei hij. „Ik kan vlugger werken, als ik alleen ben." Sheila maakte geen tegenwerpingen tegen dit voorstel, dat inderdaad een uitkomst voor haar was, want zij had heeleraaal geen lust om in mr. Munro's gezelschap te blijven, vooral na wat er gebeurd was. Maar zij was eenigszins verwonderd over de zichtbare voldoening waarmede hij zag, dat zij zijn verlangen opvolgde. Hij zei het wel niet, maar zijn gezicht drukte het ge noeg uit. Was zijn voorstel om haar te helpen en haar rust te laten nemen dan toch niet uit geheel onzelfzuchtige be weegredenen gedaan? Wilde hij haar uit den weg hebben om de kamer voor zich zelven alleen te houden? In ieder geval, dacht het meisje, was dal haar zaak niet en zij was blij, dat zij kop weggaan, zonder verder praten. Zij nam een paar brieven en haar eigen schrijf machine, die zij als gewoonlijk mee naar beneden had gebracht, en ging weg Het was waar, dat zij heel vermoeid en loom was geweest, maar de opwinding van de kleine 9cène had haar weer opgewekt en zij voelde zich op dat moment weer even frisch alsof zij den heelen nacht zon der droomen goed geslapen had. Zij tikte de brieven, die zij zelf kon beantwoorden, doordat zij de wenschen van rnr Mc. Kin- non kende, en daarna, daar zij niet in een stemming was om te gaan lezen, besloot zij wat te gaan wandelen vóór het lijd was om voor mr. Carringlon le gaan werken. Waar om wist zij niet. maar zij wild^ er altijd zoo goed mogelijk uilzien als zij naar hem toeging, hoewel natuurlijk, zooals zij spottend tot zichzeJve zei, haar uiterlijk voor hem niet9 beleekende en zij hoogstens kon hopen, dat hij aan haar dacht a!< een geschikte secretaresse. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5