Het Ondergrondsche Syndicaat
(jo. 20318.
LEIDSCH DAGBLAD. Donderdag
10 Juni
Tweede Blad Anno 1926.
GEMEENTEZAKEN,
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
Benoemingen en Ontslag.
In verband mei bet stijgend aantal leer
lingen van de school voor buitengewoon la
ger onderwijs is aanstelling van een v a s-
fe leerkracht aan de school noodig gewor
den. In overeenstemming met het gevoelen
van den Inspecteur dragen B. en VY. den
Raad der benoeming voor:
lo. Mej. E. M- Labree, tijdelijk onderwij
zeres aan deze school; 2o mej J J. de
Bruin, idem a. d. school Haverstraat A; 3o.
mej. L. G. Tuk allen alhier.
Tegen inwilliging van het verzoek van
mej. J- H. ten Holten om eervol ontslag uit
bare betrekking van onderwijzeres a. d. o.l.
school aan den Zuidsingel op grond van ge
zondheidsredenen bestaat bij B. en W. geen
bezwaar waarom zij den Raad in overwe
ging dit ontslag eervol te verleenen.
Met het oog op het tegenwoordig aantal
leerlingen kan het aantal klassen van de
Jongensschool voor U.L.O. met een kla3se
worden verminderd. Het ligt dan ook in de
bedoeling van B. en W. tegen 1 Juli a.s. tot
die vermindering over te gaan. In overeen
stemming met het gevoelen van den In
specteur van het l.o. in deze inspectie, zijn
B. en W. van oordeel dat dit ontslag moet
worden verleend aan den heer L. T. F. van
Zoest, onderwijzer aan die school onder me-
dedeeling dat zij voornemens zijn den heer
yan Zoest_binnen korten tijd voor te dra
gen tot benoeming aan een andere open
bare school geven B. en VV. den Raad in
overweging met ingang van een door hen
Je bepalen dag aan den lieer van Zoest eer-
yol ontslag te verleenen.
Kaar aanleiding van het desbetreffend
yerzock geven B. en W. den Raad in over
weging aan mej. L. C. Bolle eervol ontslag
te verleenen uit hare functie van lid der
Commissie van Toezicht op het Middelbaar
Onderwijs, onder dankbetuiging voor de
door haar in die functie bewezen diensten.
Beschikbaarstelling van gelden voor speel
terrein ten behoeve van de R.-Kath. Scholen
a. d. Haarlemmerstraat
Bij zijn in de vergadering van 17 Mei j l.
pm prae-advies in handen van B. en W.
gesteld adres verzoekt het bestuur der R.-K.
parochiale Jongensscholen onder R.-K. Pa
rochiaal Kerkbestuur, alhier, de noodige
gelden beschikbaar te stellen voor het in
richten van een terrein voor het onderwijs
In lichamelijke oefening, tevens speelplaats
len behoeve van de onder zijn beheer staan
de scholen aan de Haarlemmerstraat 240
cn Pelikaanstraat 20.
Onder mededeeling, dat de kosten van
inrichting van het terrein worden geraamd
Dp f 1000 en dat het schoolbestuur bij zijne
aanvrage de wettelijke voorschriften in
acht genomen heeft, geven B. en W. nu in
pverweging medewerking te verleenen.
Heer geld voor de verbouwing van de
School a. tL Vrouwenkerksteeg.
Bij raadsbesluit van 21 Juli 1924 werd 'n
Gedrag van f 65.000 ter beschikking gesteld
voor den verbouw van liet schoolgebouw aan
3e Vrouwenkerksteeg. Tot leedwezen van B.
jen W. ia dat bedrag niet toereikend en zal
fle toegestane som alsnog met f 13.000 moe
ien worden verhoogd. Geleidelijk moest het
Werk het karakter aannemen van nieuw
bouw zooals door B. en W. nader wordt
uiteengezet.
Uitdrukkelijk mcenen zij te mogen con-
Slateeren, dat bij dit werk alles, wat ook
paar eenigszins aan luxe kan doen denken,
is vermeden en dat hier voor f 78000 een
bijna geheel nieuw schoolgebouw, ruimte
biedende voor twee scholen, alsmede een
gymnastieklokaal is gesticht, eene som.
Welke naar hun meening in "zeer gunstige
.verhouding slaat lot hetgeen daarvoor is
herkregen.
Ten slotte deelen B. en W. nog mede, dat
♦oor herstelling en aanschaffing van meu
bilair en verderen inventaris der scholen,
waarvoor nog geene gelden zijn toegestaan,
een bedrag* van f7500 wordt yereischt.
Wijziging inrichting en bestuur van het
Gymnasium en de Hoogere Burgerscholen.
Het is B. en W. gebleken, dat de tegen
woordige regeling van de herfst va cantie,
welke voor hel Gymnasium, de Hoogere
Burgerschool mei vijfjarigen- cursus, de
Hoogere Burgerschool voor meisjes en de
Kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen geheel gelijk is, in verband met
de afwezigheid uil de school van leerlingen
op 1 en 2 November (Allerheiligen en Aller
zielen) tot bezwaren aanleiding geeft.
Zoo wordt b.v. de herfstvacantie voor de
leerlingen, die op 1 en 2 November afwezig
zijn, practisch lot 6 dagen verlengd, indien
1 November op een Woensdag valt. Immers
sluit dan de herfstvacantie juist aan op 1
November. Maar ook indien 1 November
valt op een Dinsdag, Donderdag, Vrijdag of
Zaterdag, kleven aan de tegenwoordige
regeling bezwaren.
Teneinde nu die bezwaren zooveel mo
gelijk te ondervangen, zouden B. en W. de
omschrijving van die vacantia in de ver-
verschillende verordeningen, welke thaus
luidt ais volgt:
„cene, welke omvat den Zaterdag vooraf
gaande aan de week, waarin de 1ste Nov.
valt en den daarop volgenden Maandag en
Dinsdag", door de navolgende wenschen le
zien vervangen:
„eene van vier dagen, n.l. 1, 2, 3 en 4
„November, indien 1 November op een
„Woensdag, Donderdag, Vrijdag of Zater
dag; 31 October, 1. 2, en 3 November, in
dien 1 November valt op een Zondag of
„Maandag; 30 October, 31 October, 1 en 2
„November, indien 1 November valt op een
„Dinsdag".
Onder opmerking, dat het College van
Curatoren van hel Gymnasium, den Inspec
teur der Gymnasia, de Commissie van Toe
zicht op- en de Inspecteur van het middel
baar onderwijs, alsmede de Directeur van
de Kweekschool voor onderwijzers en onder
wijzeressen zich met de bovenaangehaalde
regeling van de herfstvacantie kunnen ver
eenigen, geven B. en W. mitsdien den Raad
in overweging over le gaan lot vaststelling
van de gewijzigde verordening, waarmede
rekening met de genoemde bezwaren is ge
houden.
Een verzoek van de Leidsche Koetsiersver.
inzake keerplaatsen op de Rijn- en
Schiekade.
De koelsiexsvereeniging „Verbetering zij
ons Streven" heeft een adres aan den Raad
gericht, waarin zij den Raad verzocht keer
plaatsen op de Rijn- en Schiekade aan te
brengen. Hoewel de Rijn- en Schiekade geen
hoofdverbindingsweg is en slechts aan een
zijde bebouwd, waarop ook geen zijstraten
uitkomen en er dus geen reden beslaan deze
maatregelen te treffen om verbetering in
den toestand aldaar aan le brengen, hebben
B. en W. toch naar middelen gezocht om
het elkaar passeeren te vergemakkelijken.
In de eersle plaats hebben zij besloten tot
het doen verwijderen van de paaltjes,
staande voor de perceelen nis. 1 tol en met
60. Voorts hebben zij zich in verbinding
gesteld met de Directie der Ned. Spoorwegen
ten einde door gebruikmaking van een ge
deelte van bet terrein der Spoorwegen nabij
de Jaagbrug een gelegenheid tot keeren
te verkrijgen. Met de Ned. Spoorwegen i3
overeenstemming bereikt omtrent het
terugplaatsen van het hek, tusschen bedoeld
terrein en de Rijn- en Schiekade en het
verharden van de vrijkomende strook grond.
Ook hiertoe zal binnenkort worden over
gegaan.
Door deze beide maatregelen, waarvan de
kosten pl.m. f 300 zullen bedragen en uit
den loopenden dienst kunnen worden be
streden, zal de toestand ter plaatse onge
twijfeld verbeteren.
Hel maken van meer keerplaatsen op de
Rijn- en Schiekade zou, nu de gemeente
niet over den daarvoor benoodigden grond
beschiktaanzienlijke uitgaven vorderen,
welke B. en W. wezen er reeds op in
dit geval niet gewettigd zijn.
Geen bezwaar legen de geldleeningen
van de L. D. W. M.
Ter bestrijding van de uilgaven, verbon
den aan de uitvoering van verschillende
werken, waartoe bij raadsbesluiten van 22
Februari 1926 en 19 April 1926 vergunning
werd verleend, wensCht de Leidsche Duin-
waler-Maatschappij, blijkens een ingediend
adres een 5 pet. geldleening aan le gaan,
groot f250.000, aflosbaar,in uiterlijk 30
jaren en in ieder geval, wanneer de ge
meente gebruik mocht maken van de haar
bij artikel 22 der concessie verleende be
voegdheid tot naasting van de eigendommen
der Maatschappij.
Ingevolge het bepaalde bij artikel 18 lilt.
d der concessie-voorwaarden behoeft de
maatschappij tot het aangaan van een ge!d-
leening de goedkeuring van den gemeente
raad.
Noch bij den commissaris der gemeente,
noch bij hel college var] B. en W. bestaat
tegen de goedkeuring bezwaar.
Wijziging der begrooting 1925, in verband
met de kosten van pensioenen, enz.
Zooals bekend is, worden, ingevolge *de
begrotingsvoorschriften de pensioenen en
wachtgelden, de ko3ten van de ongevallen
en invaliditeitsverzekering, die van het boe-
zicht op den gezondheidstoestand der ambte
naren, beambten en werklieden, de kinder
toeslagen aan ambtenaren en werklieden,
alsmede de daarlegenoverstaande ontvang
sten, nadat zij-op de daarvoor bestemde ver-
zamelposten zijn geraamd, over de verschil
lende hoofdstukken en paragrafen der be
groting verdeeld.
De uitgaven ter zake over 1925, welke in
tclaal waren geraamd op f 613.315, hebben
bedragen f 602.256.745 en zijn du9
f 11.058.25s beneden de raming gebleven.
Aangezien evenwel de ontvangsten over
1925 f 308.515.67 hebben bedragen, d. i.
f 32.261.33 minder dan de in totaal geraam
de som van f 340.777 moet alsnog in de
dekking van een bedrag van f 21.203 07s
(f32.261.33fj 1.058.25®) worden voorzien.
Voorts moeten in verband met de bovenbe
doelde verdeeling verschillende wijzigingen
in de begroting voor 1925 worden aange
bracht.
B. cn \V. bieden den Raad een overzicht
aan van de voor elk der bovengenoemde on
derwerpen in tqtaal geraamde en uitgegeven
of ontvangen bedragen met vermelding, of
de uitgaven en ontvangsten meer of minder
hebben bedragen dan gekaamd' was.
w r
Wijzigingen van administratieven aard in
de begrootingen van 1925 en 1926.
Aangezien heigeen het Rijk van de ge
meente te betalen of te vorderen heeft, door
tusschenkomst van de Bank voor Neder-
landsche Gemeenten geschiedt en in ver
band hiermede krachlens besluit van 29
Juni 1925 met deze instelling eene rekening-
courant-overeenkomst is aangegaan, moet
volgens de door Gedep- Stalen vastgestelde
begroting- en rekeningsvoorschriften de
brulo-opbrengst van de door het Rijk ge-
inde gemeentelijke inkomstenbelasting onder
de inkomsten worden verantwoord, terwijl
onder de uitgaven moet worden geboekt,
hetgeen wegens kwade posten wordt inge
houden.
Dientengevolge dient zoovycl. de bqgrooting
voor 1925 als die voor 1926 te worden ge
wijzigd.
VooTts is eene verandering gebraohl in de
wijze van uitkeering van de opcenten, die
ten bate van de gemeente op de Rijksbe
lastingen worden geheven.
Aangezien deze regeling geacht werd te
zijn ingegaan 1 Januari 1925, moesten de
over de maanden Januari lot en met Mei
1925 volgens de vroeger geldende regeling
Ier zake ontvangen uitkeeringen om for-
meele redenen aan het Rijk worden geresti
tueerd.
Een drietal nieuwe uitgaafposten moeten
met hel oog hierop aan de begrooting voor
1925 worden toegevoegd, terwijl de betrok
ken onlvangposten met gelijke bedragen
dienen te worden verhoogd
Ten slotte stellen B. en NV. Ier voldoening
aan een verzoek van Ged. Staten, nog voor:
a. van de begrooling voor 1926 af te voe
ren Volgn. 138: „18 Opcenten op de hoofd
som der dividend- en tantième-belasting",
uitgetrokken op f 8.658 en daarentegen
Volgn. 137 „Uitkeering van het Rijk wegen9
opcenten op de hoofdsom der dividend- en
tantième-belasting, krachtens art. 1 der wet
van 26 Juli 1918 met eveneens f 8.658 te
verhoogen en dus te brengen van f 25.000 op
f 33.658.
b. aan die befooling loc te voegen een
nieuwe voor „Memorie" uit le trekjeen ont-
vangpost, luidende:
„Restitutie in verband met de eindafre
kening van de kwade posten der door het
Rijk geïnde gemeentelijke inkomstenbe
lasting".
B. en W. merken nog op, dal al de boven
bedoelde begroolingswijzigingen slechts van
adm in is tra tie ven aard zijn en dus geen in
vloed hebben op de eigenlijke cijfers der be
groetingen voor 1925 en 1926.
Tarief van bijdragen wegens Ziekenkais-
verpleging.
Het is bekend, dat de door do gemeente
te betalen kosten van verpleging van be
hoeftige personen in het Academisch Zie-
konhius, op 30 November 13C6 vastgesteld
op f 0.50 per verpleegdag, in den loop der
jaren zijn gestegen tot respectievelijk 75
ets. en 82V£ ct. en bij arbitrale uitspraak
in het jaar 1923 op f 1 91 per verpleegdag.
Bij een verpleegprijs van reap. 50, 75 en
ct- per verpleegdag was er goen vol
doende aanleiding, om van de patiënten of
hun verzorgers een bijdrage in de ver-
pleegkosten te vragen. Een groot deel van
de opbrengst zou zelfs aan innigskosten
zijn weggegaan, omdat men iemand met
dc invordering van die kleine bedragen zou
hebben moeten belasten, aangezien toen de
geneeskundige dienst nog niet was ingo
etc hl.
Bij een verplcegprijs van f 1.91 staat do
zaak echter geheel anders. Immers, voor
een patiënt, die in staat is om 50, 75 of 82V£
cent per dag te betalen, zou een bedrag van
f 1 91 te hoog kunnen zijn.
Daarbij komt dat de opname in het Aca
demisch Ziekenhuis vroeger alleen kon
plaats hebben op verzoek en voor rekening
van de gemeente, tenzij de ziekte, waaraan
men leed, een onderwij s-objeci vormde.
Het ziekenhuis was derhalve tegen beta
ling voor niemand zonder moer toegan
kelijk.
Thans is daarin verandering gekomen;
ieder kan zioh in het Academisch Ziekenhuis
tegen betaling laten opnemen. De ver-
pleegkosten variëeren van f 1.50 en f2 to%
f2.50.
Een en ander gaf den Directeur van den
Geneeskundigen Dienst aanleiding, om een
tarief te ontwerpen, waarbij de door de pa
tiënten of huD verzorgers te betalen bij
dragen in de voor rekening van de ge
meente komende kosten van verpleging in
zickeninirichtingen in het algemeen werden
vastgesteld.
Zooals uit een schrijven van den Direc
teur van 20 November 1923, met bijbehoo-
rende tarieven cn toelichting blijkt, heeft
dezo daarbij rekening^ gehouden met het
inkomen van het gezin, door het stellen van
inkomensgrenzen. Die grenzen zijn voor
gehuwden en ongehuwdên verschillend, ter
wijl voor zooveel de eerste categorie be
treft bovendien rekening is gehouden met
de getalsterkte van het gezin.
Uit den aard der zaak is de uiterste
grens voor de bijdrage bepaald op f 1.25
per dag, omdat men reeds tegen den prijs
van f 1.50 voor eigen rekening in het Aca
demisch Ziekenhuis kan worden opgeno
men.
Hoewel de tarieven zijn vastgesteld voor
alle ziekenïrvrichtingen, moest de verpleeg-
prijs van het Aeadamïsch Ziekenhuis als
basis dienen omdat men eerst in een par
ticuliere zieken inrichting wordt verpleegd,
als er geen plaats ie in het Academisch
Ziekenhuis.
Dc Commissie, voor den Geneeskundigen
Dienst, in wier handen B en W. het schrij
ven van den Directeur stelden, kon zich
inet den inhoud over het algemeen ver
een ig en.
Behalve eenige wijzigingen van redacbio-
neelen aard, stelde zij voor, de inkomens
grens voor eenloopende personen niet bij
f 800, doch reeds bij f 7^0 te doen aanvan
gen, terwijl zij mede van oordeel was dat
aan belanghebbenden het recht van be
roep behoorde te worden toegèkend van de
beslissingen van den Directeur.
Kon de Commissie voor den Geneeskun
digen Dienst zooals gezegd, zich in hoofd
zaak met de tarieven verenigen, niet alzoo
het Burgerlijk Armbestuur, dat de inko
men sgr enzen, zoowel van gehuwden als
on gehuwden, te laag achtte.
Vermits het B. en W. voorkwam, dat de
tarieven, door het Burgerlijk Armbestuur
'voorgesteld, meer aanbeveling verdienden,
dan die van den Directeur, beslotep zij,
na een bespreking te hebben gehouden met
den Voorzitter van het Burgerlijk Armbe-
RECLAME.
Door krabben worden huidaandoeningen
nog erger. Wend Foster's Zalf aan, die on
middellijk verzachting geeft en uw kwaal
geneest. Inderdaad een probaat geneesmiddel.
In zeer handige tube-verpakking f 1.
6472
stuur en den Voorzitter en den Secretaris
van de Commissie voor den Geneeskundi
gen Dienst, den Directeur van dien Dienst
op te dragon de door het Burgerlijk Arm
bestuur voorgestelde tarieven bij wijze van
proef e enigen tijd toe te passen.
In zijn schrijven van 23 Mei 1925 deelt
de Directeur nu mede, dat de proef, op 1
December 1924 aangevangen, volkomen is
geslaagd, dat de betrokkenen door de ge
vraagde bijdragen niet te zwaar worden
belast, dat de bijdragen, op een enkele na,
hetgeen men altijd zal hebben, geregeld
worden betaald en dat hij derhalve geen
bezwaar heeft, om zijn ontwerp-tarieven te
wijzigen in den zin als door het Burgerlijk
Armbestuur bedoeld.
Ocrk de Commissie voor den Geneeskun
digen Dienst heeft tegen de vo<fl gestelde
wijzigingen geen bezwaar. Behoudens eeni
ge kleine opmerkingen heeft zij alleen be
zwaar, om de bevoegdheid tot verhooging,
verlaging of kwijtschelding van een bijdra
ge uitsluitend aan den Directeur toe le
kennen. Zij stelt voor die bevoegdheid te
leggen in handen van haar Voorzitter, na
dat door dezen het Burgerlijk Armbestuur
is gehoord
Ontsporing. Nabij het sta-
t-ion VoorburgLeidechendani zijn twee
wagens van een ledige personentrein uit
Botterdam ontspoord, naast de hoofdlijn,
zoodat de treinenloop er geen vertraging
van heeft ondervonden. Na een paar uur
arbeid waren de wagens weer in de rails
gebracht.
In de duiacn verdwaald.
Een 13-jarig meisje uit Amsterdam logeer
de bij familie aan de Haarlemmerstraat te
Zandvoort. Dinsdagmiddag 3 uur was 't
meisje alleen thuis met de order niet uit
te gaan, voordat haar oom en tante waren
thuis gekomen. Het meisje ging wandelen
en schijnt in de duinen den weg niet meer
te hebben kunnen vindentoen de bewo
ners van liet huis thuis kwamen, vonden
zij hot kind niet. De politie werd onmid
dellijk met de verdwijning in kennis ge
steld en met zes politiemannen en enkele
burgera is men tot 12 uur des naohts met
lantaarns in de duinen blijven zoeken.
Zonder resultaat.
Gistermorgen ongei eer halfzoa vond een
burger toevallig het kind slapende in de
duinen. Het meisje bleek inderdaad te zijn
verdwaald; na heel Ung rondlcopen was ze
eindelijk van vemtoeiecifl in slaap ge
vallen. („Hbld")
0
Inbraak. 8 ij de politie te
Amsterdam is aangifte gedaan, dat in een
kantoor, gevestigd op de Keizersgracht, ia
ingebroken Een bedrag van f 1500 aan
bankpapier is zoek.
De Eembrug defect. Gister
middag moest de Eembrug (ophaalbrug)
bij Baarn geopend worden om de boot
„Fortih" van Rotterdam naar Amsterdam
te laten passeeren.
Toen de eene klap, welke met de hand
bediend moest worden wegens reparatie
van de lier, ruim halverwege was opgetrok
ken, braken de bouten der scharnieren met
het gevolg dat de klap in de Eem viel.
Maandagavond was ook reods een bout
gebroken en juist waren gisteren twee
nieuwe bouten aangebracht.
Een sdhipper, die niet ver van de brug
bezig was met zout te lossen, wist met de
lier van zijn schip de klap gedeeltelijk naar
boven te brengen, zoodat de scheepvaart
geen belemmering ondervond.
Deze brug vormt de eenige overgang over
de Eem van Baarn naar Bunschoten. In
verband hiermede moet het verkeer met
Door Mrs. G. N. WILLIAMSON.
Ncderlamlsclie vertaling van Ada van Arkel.
80) 1
»,0. dat kan ik niet," riep Sheila. „Ik
Goud heclemaal niet van u. Dat zou nooit
kunnen."
*,Hoe weet je dat?" vrpeg Munro. „Ten-
fci or een andere man is. Is die er? Je moet
dat zeggen.'
>,U moest me zoo'n vraag niet doen,
jnaar er is niemand anders," antwoordde
"ri meisje.
Zij sprak de waarheid. Geen man was er
jo haar leven, noch was er ooit geweest,
phalve haar vader cn haar broer, maar
*°ch stroomde de kleur die zij verloren had,
»crug in haar gezicht en kwam het beeld
een man voor haar oogen. Zij kende
jjsrn nauwelijks en hi; was even ver van
war verwijderd als de sterren van de
■arde; en toch voelde zij. dat hij haar
jfeaal was: de man, dien zij zou kunnen
«Ihebhen, als zij een betere plaats in de
Preld had ingenomen, en dat, vergeleken
W hem, geen man, dien zij ooit ontmoet
o of ontmoeten zou. in haar oogen waard
znn om lief te hebben.
'l. gedachte aan hem, op deze manier
naar komend, verschrikte het meisje
Vr?a' want zij had niet geweten, dat hij
k'J invloed op haar verbeelding had uit-
^end. Zij trachtte zichzelve beschaamd
'naken door te denken: „Wat zou hij
verbaasd zijn, als liij kon vermoeden, dat
de arme machineschrijfster zulke gedachten
in haar dwaze hoofd had gehaald," en deze
gedachte deed haar blozen, wat John
Munro onmiddellijk opmerkte.
„Zij denkt toch aan iemand," zei hij in
zichzelven. „Wie kan het zijn? Derby
misschien? Ja. dat is het waarschijnlijkste.
Daarom bloosde zij, want zij zou niet ver
legen behoeven te zijn, als het iemand was,
die het eerlijk meende en die niet enkel met
haar flirtte om den lijd te dooden. Dat is
nog een leelijk punt tegen hem. Als ik al
eenige aarzeling gehad had, nu is die geheel
verdwenen."
„U heeft toch geen hekel aan me?"
zei hij.
„Natuurlijk niet," zei het meisje.
„Nu, dat is ten minste iets. Luister naar
wat ik voorstel. Wees met mij verloofd,
heel in stille, als je dat wenscht; niemand
hoeft het te weten, vó6r je het wilt, en help
me een plan uitvoeren, dat ons allebei rijk
zal maken. Ondertusschen zal ik alles doen
wat ik kan, dat je van me gaat houden, en
als ik daarin slaag, des le beter voor mij;
gelukt het me niet, dan is er nog niets ge
beurd, want dan zal je geld genoeg heb
ben om je onafhankelijk le maken. Nu, is
dat niet een mooi aanbod?"
„Het is mooi, maar ik kan het niet aan
nemen," antwoordde Sheila.
„Ben je dan zoo tevreden met je positie
in het leven, dat je bereid bent eenige
honderden ponden le weigeren, zonder zelfs
te hooren hoe gemakkelijk je die kunt ver
dienen?"
„Tevreden genoeg om niet mijn positie
te willen verbeteren door mij te verloven
met een man. dien ik niet liefheb."
Munro zweeg en keek het meisje na
denkend aan, schijnbaar aarzelend wat te
doen. Sheila voelde, dat hij met zichzelven
in tweestrijd wa3, of hij haar iets zou ver
tellen, dat hij in zijn hoofd had. Zijn lippen
gingen aan de hoeken omlaag en plotseling
blonk er een boo-s licht in zijn oogen.
„Als eer niet zulke voorwaarden aan
waren verbonden, als je je niet mei mij
had moeten verloven zou je maar wit
graag het geld willen verdienen," zei hij.
„Dat hangt van het „plan" af, waar u
over sprak," antwoordde zij.
Weer zweeg hij.
„Ik kan je niets vertellen, tenzij je aan
me gebonden bent op een manier, die
maakt, dat mijn belangen ook die van jou
zijn," antwoordde hij eindelijk.
„Dan vrees ik; dat u het werk alieen zult
moeten doen, althans zonder mij," zei
Sheila. „Want ik kan alleen aan u ver
bonden zijn als-uw vriendin".
Zij sprak beslist en een donkere blos
steeg tot in de wortels van zijn haar op.
Hij was niet alleen diep teleurgesteld, maar
ook verbitterd door zijn teléurstelling en
Sheila ontstelde door den boozen blik in
zijn oogen. Zij twijfelde er niet aan, dat hij
werkelijk tot haar aangetrokken was ge
weest, dat hij zich verbeeldde op haar ver
liefd te zijn, zoo niet mëèr, maar toch had
zij een vaag gevoel, dat versmade liefde
alleen niet voldoende zou zijn om een der
gelijke uitdrukking op zijn gezicht te voor
schijn te roepen. Schijnbaar had hij haar
hulp hard noodig in zijn eigen belang en
was geneigd die hulp te vragen, al had zij
^juist geweigerd zich met hem te verloven.
„Ik geloof, dat u nog wel van idee zult
veranderen," riep hij uit. „Ik moet je
hebben.
„U weet, dat, als u zoo doorgaat met zoo
tegen me te pralen," zei Sheila, „ik dan
van Glentorly weg zal moeten gaan, hoe
wel ik heel graag zou blijven. Wees zoo
goed en Iaat me aan mijn lot over. U hebt
me erg zenuwachtig gemaakt en mijn
hoofdpijn is veel erger. Ik moet nu aan
mijn werk."
„Ik heb u al gezegd, dal ik u vanmorgen
niet zou laten werken," antwoordde Munro
bijna woedend, „ga naar uw kamer of
ga wandelen doe wat u wilt. behalve
werken. Ik zal alles wel zelf doen."
„Ik wil niet, dat u mijn werk doet," zei
Sheila, „minder dan ooit na wat u gezegd
heeft."
Zij wou aan haar schrijftafel gaan zitten,
'maar Munro kwam tusschen haar en den
stoel en schoof dezen weg.
„U wilt me kwetsen," zei hij. „Als u dat
niet wilde, zoudt u wel dezen kleinen dienst
willen aannemen van me."
Het was nu Sheila's beurt om te aarzelen
want hoe vreemd zijn manier van doen ook
was. zij wilde niet onbeleefd zijn.
„O, goed dan." antwoordde zij. „ik zal
het grootste gedeelte aan u overlaten, als
u dan zoo vriendelijk wilt zijn, maar dan
moet u beloven te doen, al9of er niets tus
schen on9 is voorgevallen."
„Ik zal mijn best doen," antwoordde
Munro.
„Dank u. Dan zal ik nu alleen even den
boel klaar leggen." Zij ging weer ,naar de
schrijftafel, maar de jongeman hield haar
nog terug.
„Al9 u zich met alle geweld toch met
die dingen bemoeien wilt, neem dan een
paar brieven mee naar uw kamer," zei hij.
„Ik kan vlugger werken, als ik alleen ben."
Sheila maakte geen tegenwerpingen tegen
dit voorstel, dat inderdaad een uitkomst
voor haar was, want zij had heeleraaal
geen lust om in mr. Munro's gezelschap te
blijven, vooral na wat er gebeurd was.
Maar zij was eenigszins verwonderd over
de zichtbare voldoening waarmede hij zag,
dat zij zijn verlangen opvolgde. Hij zei het
wel niet, maar zijn gezicht drukte het ge
noeg uit. Was zijn voorstel om haar te
helpen en haar rust te laten nemen dan
toch niet uit geheel onzelfzuchtige be
weegredenen gedaan? Wilde hij haar uit
den weg hebben om de kamer voor zich
zelven alleen te houden?
In ieder geval, dacht het meisje, was dal
haar zaak niet en zij was blij, dat zij kop
weggaan, zonder verder praten. Zij nam
een paar brieven en haar eigen schrijf
machine, die zij als gewoonlijk mee naar
beneden had gebracht, en ging weg
Het was waar, dat zij heel vermoeid en
loom was geweest, maar de opwinding van
de kleine 9cène had haar weer opgewekt
en zij voelde zich op dat moment weer
even frisch alsof zij den heelen nacht zon
der droomen goed geslapen had. Zij tikte
de brieven, die zij zelf kon beantwoorden,
doordat zij de wenschen van rnr Mc. Kin-
non kende, en daarna, daar zij niet in een
stemming was om te gaan lezen, besloot zij
wat te gaan wandelen vóór het lijd was om
voor mr. Carringlon le gaan werken. Waar
om wist zij niet. maar zij wild^ er altijd
zoo goed mogelijk uilzien als zij naar hem
toeging, hoewel natuurlijk, zooals zij
spottend tot zichzeJve zei, haar uiterlijk
voor hem niet9 beleekende en zij hoogstens
kon hopen, dat hij aan haar dacht a!< een
geschikte secretaresse.
(Wordt vervolgd).