Belastingherziening
KWATT/W-'
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 31 Mei
Tweede
Anno 1926.
VOLLE-MELKREEP
Beter dan Goed: DE BESTE
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Het Qntierorondsche Syndicaat
No 20309.
Thans zijn verschenen de kort geleden
a^jr minister De Geer aangekondigde bc-
hslingontwerpen.
In de Memorie van Toelichting geelt de
minister allereerst een overzicht van de
bannen op belastinggebied van zijn voor
langer, welke lot uitdrukking kwamen in
Jen°vijttal op 13 Februari 1925 ingediende
wetsontwerpen. Met deze plannen kan de
minister zich voor een belangrijk gedeelte
tereenigen. Ook hij is van meening, dat, nu
de zware druk der belastingen een ernstige
belemmering vormt voor de wederopleving
der algemeene volkswelvaart, de regeering in
de eerste plaats op een verlaging van de
meest drukkende hellingen bedacht moet
*iiD- j
Eveneens is hij van meenmg, dat, in zoo
verre de stand van het budget, belastingver
laging nog niet mogelijk maakt, het aanbe
veling verdient, den huidigen druk voor zoo
ver die al te on-cconomisch werkt, te
vervangen door ccn helling op niet nood
zakelijke uitgaven.
Het denkbeeld, dat aan de aanvulling der
Zegelwet 1917 ten grondslag ligt, zou hij dan
ook willen handhaven.
H|t le dien aanzien aanhangige ontwerp
wordt thans vervangen door een tweetal
ïieuwc ontwerpen, waan'an het ééne een
aanvulling der Zegelwet beoogt, en het an
dere het in het leven roepen van een afzon
derlijke weeldcverteringsbelasting.
Aan verschillende bedenkingen, in be
langhebbende kringen geuit, wordt bij deze
nieuwe ontwerpen tegemoet gekomen.
Raming der opbrengst.
De raming van de opbrengst zal, in ver
band met dc aangebrachte wijziging, aan
merkelijk lager gesteld moeten worden dan
Van het oorspronkelijke ééne wetsontwerp.
M'erd de opbrengst van dit laatste op 38
millioen gulden geschat en na eenige. ge
dane concessies op ongeveer 34 millioen, op
ycel meer dan 20 millioen gulden durlt de
minister als opbrengst van de beide thans
ingediende wetsontwerpen niet te rekenen.
Een andere wijziging, welke de minister
in de plannen van zijn ambtsvoorganger zal
wenschen le brengen, bestaat hierin, dat dc
aanhangige herziening der Inkomstcnbelas
ting .welke beoogt, een ontlasting der groote
gezinnen, vervangen wordt, eenerzijds door
een afschaffing van de ten bohoeve van het
Leeningfonds geheven opcenten op dc Per
soneele belasting cn op den Suikeraccijns,
anderzijds door een verlaging van de'hoofd
som der Personeele belasting.
Dc aanha'ngige herziening der Rijksin-
komsienbelasting heeft o.m. hel bezwaar,
dat zij deze belasting zou brengen op een
plan, dat aanmerkelijk afwijkt van dat,
waarop de gemeentelijke Inkomstenbelastin
gen staan, cn waarop deze zich, bij gemis
yan indirecte hellingen, wel zullen moeien
blijven handhaven. De band, die in latere
jaren tusschen Rijks- en Gemeentelijke In
komstenbelasting veelal gelegd is, zal hier
mede ernstig bedreigd worden en meermalen
moeien worden prijsgegeven. Hiertegen be
staat bedenking. Voorkeur hierboven schijnt
le verdienen, een verlichting van den druk
der Personeele Belasting, welke, zoo wordt
gezegd, vooral in verband met de wijziging
van-art. 7 (Kinderaftrek) voor een groot deel
zal werken ten gunste van de groote gezin
nen.
Naar schatting zal de mindere opbrengst
dier belasting ten gevolge van de voorgeno
men herziening, ongeveer 6.5 millioen gul
den bedragen. Daarbij komt dan een verlies
van 1.5 millioen, ten gevolge van de ver
lichting van den belastingdruk, reeds door
's ministers ambtsvoorganger voorgesteld ten
behoeve van koffiehuizen en dergelijke in
richtingen ais compensatie voor de aanvul-
Hiig der Zegelwet
Schrapping Leeningsopcenten.
Naast dc beoogde herziening van de Per
soneele belasting zal voorts aan dè groote
gezinnen en ook aan andere minder draag-
krachligen len goede komen, de voorgeno
men schrapping van de Leeningsopcenten^
zoowel op het Personeel als op den Suiker-
accijns.
Verlaging der meest drukkende hellingen. Weeldever-
tering 3b elasting.
Wat den laatstgenoemden accijns betreft
wordt hiermede tevens de reeds bij de wet
van 4 December 1909 aangegeven lijn door
getrokken en een verlaging ingevoerd, die
bij de insteling van het Leeningfonds feite
lijk reeds tot stand werd gebracht, doch door
ten behoeve van dat fonds noodzakelijk ge
worden opcenten, lijdelijk buiten werking
moest worden gesteld. Het verlies voor de
inkomsten van het leeningfonds ten gevolge
van de schrapping der tweeërlei laatstge
noemde opcenten, zal resp. bedragen 5.8 en
8 millioen gulden.
De hierboven uiteengezette wijzigingen
hebben tengevolge, dat de Verdedigingsbe
lasting II slechts tot de helft kan worden
verminderd.
Naar de minister becijfert zal de totale
last voor dc gewone uilgaven der Slaatsbe-
grooling, ten gevolge van verschillende wij
zigingen, welke 120 millioen bedraagt,
gedekt worden door de verwachte opbrengst
der beide nieuw<J belastingonlwerpen.
De nieuwe ontwerpen.
De bovenstaande denkbeelden zijn be
lichaamd in een zestal wetsontwerpen, met
name: herziening der Verdedigingsbelasting
11, wijziging der Successiewet, wijziging van
de Leeningwet 1914, wijziging van de wet
op de Personeele belasting, aanvulling van
de Zegelwet en heffing van een Weeldebe
lasting.
Het ontwerp tot herziening der Verdedi
gingsbelasting II is gelijkluidend aan het
reeds vroeger ingediende. Het ontwerp tot
wijziging der Successiewet is Ihans nog aan
hangig.
De voorgestelde verlaging van den Sui-
keraccijns maakt hel noodig, een voorziening
te treffen met betrekking lot het z.g.
„Suikerpotje". Het saldo van dit fonds, dat
in de Schatkist is belegd bedraagt
f 16.190.696.67. De beste wijze, om dit saldo
te liquidceren acht de minister het bij te
schrijven op het eveneens in de Schatkist
belegde saldo van het Leeningfonds, en het
derhalve le bestemmen tol geleidelijke del
ging van crisisschuld.
De minister meent, dat voorloopig nog in
de bestaande verplichtingen van het Lee
ningfonds moet worden berust behoudens
dan de normalisatie volgens het plan van
Vuuren en dat een versnelde aflossing
eerst in betere lijden overwogen zal kunnen
worden. -
Om die reden is dan ook in het huidige
wetsontwerp een bepaling opgenomen waar
bij zoowel de overboeking van bet valdo,
van het „Suikerpotje" naar het Leening
fonds, als de uitkeering van dat fonds aan
de algemeene middelen, volgens het norma-
lisalieplan Van Vuuren, wettelijk wordt
vastgesteld.
Nu eerlang het builen werking stellen van
de HuurcomfniSsiewel en van de Huuropzëg-
gingswet is te wachten, acht dc minister den
tijd gekomen, om door een herziening van
de verschillende, in de wet genoemde limie
ten den te zwaren druk op de gêbruikeru
van perceelen van geringe huurwaarde en
op de groote gezinnen, weg te nemen. De be
dragen van de huurwaarde, bij en beneden
welke geen belasting naar den eersten
grondslag wordt geheven, zijn nu gesteld op
het dubbele van die, welke van 1896 lot
1919 hebben gegolden. De voor den Kinder
aftrek gestelde grenzen, die veelvouden zijn
van de bedragen van art. 12, zijn met het
nieuwe artikel 12 in overeenstemming ge
bracht, waardoor over het algemeen de af
trek belangrijk wordt verhoogd.
Een gevolg is levens, dat nog eenige kin
deraftrek zal worden genoten bij een hoo-
gere huurwaarde, dan dit thans het geval is.
Het nieuwe ontwerp lot aanvulling der
Zegelwet 1917 bevat thans alleen een belas-
tin» op verteringen in hotels, herbergen,
enz.: de desbetreffende bepalingen uit het
oude ontwerp zijn in hoofdzaak onveranderd
overgenomen. ,Echler is rekening gehouden
niet bezwaren, welke, na het verschijnen
van de Memorie van Antwoord, nopens het
vroegere ontwerp naar voren zijn gebracht.
Zoo is art. 81 A aangevuld in dien zin, dat
de wet niet toepasselijk wordt verklaard op
die inrichtingen, ten aanzien waarvan wel
neming van de volgens die wet te verlee-
nen vrijstellingen en van de verdere wette
lijke bepalingen, welke ook ten aanzien van
andere invoerrechten gelden.
Bij levering hier te lande van goederen,
bestemd om le worden uitgevoerd, is geen
wceldeverleringsbclasling verschuldigd in
dien door den riflevcraar wordt gehandeld
overeenkomstig de bepalingen, die de Alge
meene Wet van 26 Augustus 1322 bevat
met betrekking tot den uitvoer van goederen
met afschrijving van accijns en het con
sent tot uitvoer, dat de goederen vergezelt,
naar behooren wordt gezuiverd. Opslag der
goederen in entrepot wordt ten deze met
uitvoer gelijkgesteld; de in entrepot opge
slagen goederen worden daarna voor de
toepassing dezer wet beschouwd als uit het
buitenland te zijn ingevoerd. Zekerheid
stelling wordt voor de afgifte van het con
sent tot uitvoer niet gevorderd.
Bij uitvoer van goederen, waarvan de be
doelde afleveraar de weeldcverteringsbelas
ting reeds heeft betaald, of. van goederen
voor de weeldcverteringsbelasting, waarvan
bij nog crediet geniet, wordt het bedrag dier
belasting aan den belanghebbende bij de
goederen uitbetaald, mits de goederen niet
zijn gebruikt, bij den uitvoer is gehandeld
overeenkomstig dc door den minister van
Financiën te geven voorschriften en hel be
drag der terug le geven som le diens genoe
gen wordt aangetoond. Op gelijke wijze
wordt gehandeld ten aanzien van het in
voerrecht, dat ingevolge hel hierboven ge
noemde arlikcl 6 van de goederen mocht
zijn geheven.
Tabel der gcederensoorien.
Hieronder volgt de lijst, der goèderensoor-
len, waarvan, indien zij in het Rijk worden
ingevoerd, een hijzonder invoerrecht gehe
ven wordt van 12 ten honderd der waarde.
Kleedingslukken en hoofddeksels van
bont op pelswerk, met uitzondering van
klcedingstukkotV ctr' hobfddck.iëïs, welke,
hoewel met bont versierd, niet van bont
vervaardigd, met bont gevoerd of van een
bontkraag zijn voorzien.
Brandkasten, kluisdeuren, safe-loketten.
Fonografcn, gramofoncn en hiermede ge
lijk te stellen toestellen (met uitzondering
van dicleermachines). alsmede hun locbe-
hooren, zooals muziekrollen, platen en mu-
zieknaalden.
Fotografielocstellen, ingericht voor op-
name.n van geen grooler formaat dan van
9 X 12 c.M. of daarmede gelijkstaand op
pervlak; fotografische lenzen met een brand-
puntafstand van niet meer dan 15 c.M On
belichte gevoelige platen en films voor op
namen van geen grooler formaat dan van
9 X 12 c.M. of daarmede gelijkstaand op
pervlak, met uitzondering van bioscoopfilms
en van Roenlgenfilms.
Aardewerk voor huishoudelijk gebruik in
dien dit is opengewerkt of met reliefversie-
ringen voorzien, of waarbij de kleur in of
order het glazuur is aangebracht. Tegels,
waarbij de kleur in of onder het glazuur is
aangebracht. Porselein.
Gobelins, goudlocrbehang en voorwerpen
in de samenstelling, waarvan goudleder is
gebezigd.
Haarden, met uitzondering van vulliaar-
den en. gashaarden: installaties voor cen
trale verwarming.
Handschoenen, met uitzondering van
wanten, wollen, halfwollen, katoenen, as
best en gummi handschoenen.
Jachtwapenen cn munitie daarvoor.
Kant en kantstoffen met de hand ge
maakt, of waarop of waarin mclaaldeelen
ter versiering zijn aangebracht of verwerkt
Karpetten, kleeden, tapijten, loopers, waar
in wol is verwerkt; tafel- en beddegoed van
andere dan katoenen weefsels, damast
Lederen koffers, benevens toiletgarnilu-
ren, reisnécessaires, dameslasschen, zak-
portefeuilles.
Lijfsieraden.
Meubelen geheel of groolendeels vervaar
digd uit palissander- of mahoniehout, noten
hout, wortelnoterihout of rozenhout, inge
legde-meubelen en meubelen, waaraan snij
werk of beeldhouwwerk voorkomt.
Moffen.
Parasols.
Tarkel vloeren, rubbervioeren, inlaid-,
graniet-, houtnerf-, vilt- of ander linoleum,
benevens andere vloerbedekkingen, waarin
kurk of rubber is verwerkt met uitzondering
alleen van eflen gekleurd linoleum bene
den 2 millimeter dikte.
Piano's, vleugelpiano's, pianola's, phono-
la's en andere mechanische piano's, als
mede hun toehehooren, al3 muziekrollen en
platen.
Schoenen, laarzen, muilen en pantoffels,
waarvan de builenzijde der schacht (de
schocnneus niet medegerekend) geheel of
groolendeels is vervaardigd uit leder van
krokodillen, hagedissen, slangen of andere
rcptiliên, uit ander dan zwart gekleurd
leder, uit lakleder, uit kijde of uit satijn
Sigaren- en sigarettenkokers van metaal.
Smoking-, rok- en galakleeding.
Toiletvccren en andere modewaar van
veeren.
Tooneelkijkers, binocles, faces 1 maip.
Voorwerpen, vervaardigd uit of samen
gesteld met agaat, barnsteen, ivoor, jaspis,
koraal, marmer, parelmoer o( schildpad,
met uitzondering van instrumenten, werk
tuigen en gereedschappen cn van meubelen.
Waaiers voor bandgebruik.
Wandelstokken met aangczellen knop.
J?ECLAME.
6017
Het Koninklijk bezoek te Amsterdam.
De Koninklijke Familie is Zaterdagmiddag
per trein'uit Apeldoorn te 'Amat-rdtili aan
gekomen voor haar jaarlrjkscli bezoek. De
Prins, die een bezoek had gebracht aan de
Biologische Tentoonstelling, was aan het
Centraal Station tor begroeting van gade
en dochter aanwezig. Verder waren daar
lal van autoriteiten.
Toen de Koningin was uitgestegen wer
den haar bloemen aangeboden door mej.
J. Von Feytag Lh-abbe, terwijl de Prinses
een bloemenhulde in ontvangst nam van
mej. Erftemeyer.
Bjj het verlaten van het slation klonk
ec-u daverend loera uit de dichte menigte,
dat zich voortplantte langs het volle Dam
rak naar den Dam. Het Kon. rijtuig werd
voorafgegaan "6n gevolgd door een escorte
huzaren.
Voor het paleis was de eerewacht betrok*-
ken door de Maiiniers onder bevel van
kapitein H. baron van Hemert tot Dingsliof.
Bp de komst var. de Koningin speelde de
Marine-Kapel uit Den Helder lirt Wilhelmus,
terwijl do menigte juichte. Toen de Kon.
Familie het palei3 had betreden werd de
standaard geheschen en weldra verscheen
het Koninklijke gezin op het bolcon. I>e
muziek speelde nogmaals het Volkslied en
do qienigte juichte herhaaldelijk. Onmiddel
lijk daarop begon de audiëntie voor mili
tairen.
Zaterdagavond is de Wagnorvoorstelling
door Prins Hendrik en Prinsee Juliana be
zocht.
Gistermorgen bezocht het Koninklij-k Ge.
zin de Nieuwe Kerk, waar dr. M. J. A.
de Vrijer den dienst leidde.
Wogens bet slecht- Weer werd de grootel
rijtoer van gistermiddag afgelakt. E;n be
zoek werd gebracht aan het Heimnns-di».
rama en het Aquarium.
Aan H. M. en Prinses werden daar bloe
men aangeboden.
Officieel» belichten.
By K. B. is opnieuw benoemd tot secre»
taria van de Algemeene Armoncommissie
lur C. \V. de Vries, Hooglecraar aan de
Jlandelsboogeschool te Rott rdam;
is hui den res.-kapt. J. Moorman, van iiet
4o reg. inf., vergunning verleend Lot net
aannemen van de ordeteekénen van ridder
le kt. in de Orde van de Witte Roos van
Finland;
is mr. V. H. Rutgers, te 'a-Gravenhage.
bonoemd tot lid van do Rijkscommissie van
Advies ih zake het Bibliotheekwezen.
Door Mrs. C. N. WILLIAMSON.
Nederlandsche vertaling van Ada van Arkel.
11)
„Wat ben ik toch dwaas," dacht zij; „Ik
denk, dat het komt, omdat ik zoo benieuwd
ben v/at hij zal. zeggen over gisteren. Mis
schien vindt hij wel vervelend, dat ik het
zelfde meisje ben dat met hc-m in den coupé
231 en dat alles hoorde wat er gezegd werd
over zijn juweelen en over kapitein Derby."
Zij deed de deur tamelijk langzaam open
on keek onmiddellijk in de oogen van Mark
Carrington, die met zijn gezicht naar haar
toe aan zijn schrijftafel zat. Maat naar do
Jütdrukking te oordeelen was hij eer blij,
dan onaangenaam getroffen, toen hij ont
dekte, dat hij zijn nieuwe secretaresse al.
eens eer had ontmoet. Hij sprak over de
reis, vroeg óf zij niet moe was en was zoo
sympathiek en vriendelijk, dat, vóór zij be-
Con ip werken, het meisje het gevoel had of
2lJ elkaar al lang kenden.
Zij kon bemerken, dat hij in het begin bij
"Ot dictecren voor zijn nieuwe boek bijna,
zoo verlegen was ais een schooljongen ea
zijn verwarring maakte, dat hij er jonger
mtzag dan hij den vorigen dag gedaan had
aclvoi zette zij hem op zijn gemak door ts
achten hem haar te doen beschouwen als
machine, en spoedig vergat hij zichzelf
d werd warm voor zijn onderwerp. Sheila
Son ook belang te slellen in de heldere
waarop de millionnair het groote
plan, dal hij had uitgedacht voor het heil
der menschheid, uiteen zette en hij moest
gezien, hebben, wat zij voelde in de glanzen
de oogen, die meermalen op zijn gelaal ble
ven rusten.
„Ik was bang, dat dit al heel saai moest
zijn voor een jong meisje," zei Carrington
eindejijk, „maar ik geloof werkelijk, dat u
zich interesseert voor socialisatie."
„Het is een van de belangwekkendste on
derwerpen van de wereld," antwoordde zij,
„en ik heb er veel over nagedacht sedert ik
in Londen kwam wonen, en moest trachten
er zoo goed en zoo kwaad-als het ging le
komen, maar ik heb er nooit heel veel van
begrepen tot nu toe."
„Dank u," zei Carriaglon met zijn inne-
mer.den glimlach. „Dat is een mooi compli
ment voor een beginnend auteur, die aan
zijn eerste boek bezig is." En hij wilde niet
verder gaan vó6r Sheila hem het een en
ander van haar leven in Londen verteld had.
Hij deed haar vragen en zij kwam er van
zelf toe hem te antwoorden alsof hij een
oud vriend was, want zij voelde, al had zij
het niet kunnen definieeren, het verschil
tusschen de belangstelling van dezen man
in haar en die, welke Franklin had getoond.
Ondanks de pauzes voor gesprekken,
deden zij toch heelwat werk af, want
Sheila typte zoo vlug naar Carringtons dic
taat, dat haar vingers over de toetsen van
de kleine en bijna geluidtooze machine vlo
gen. Toen het bijna halfeen was, liet Car
rington haar ophouden en zeide, dat zij ge
noeg gedaan hadden en dal hij graag zou
willen hooren wat hij geschreven had. ais
zij er niets op tegen had het hem voor te
lezen. Hij gelooide, dat hij op die manier
beier over zijn eigen werk zou kunnen oor
deelen.
vaststaat, dat daarin slechts verblijf wordt
gehouden noodgedwongen, of ten gevolge
van de bijzondere levensomstandigheden,
waarin iemand verkeert, en voorts op de
verblijven van z.g. kostgangers, wier verte
ringen behooren tot de uitgaven van gewoon
levensonderhoud.
Weeldevertering.
Hel ontwerp lol heffing eener Weeldcver
teringsbelasting onderscheidt zich van hel
ingetrokken ontwerp door do aanvaarding
van een ander stelsel van heffing. Ten -inde
het aantal personen, dat tot het houden van
aanteckcningen len behoeve van den fiscus
wordt verplicht en derhalve ook het an tal
plaatsen, waar de controle moet worden uit
geoefend, belangrijk le kunnen beperken,
belast hel niet meer den verkoop in het
klein, doch de aflevering door den vervaar
diger, of wel den invoer.
De heffing zal dus geschieden bij de bron,
wat voordeelen medebrengt, daar in den re
gel bij fabrikanten en andere vervaardigers
van goederen een boekhouding zal worden
gevonden, die aan het toezicht steun kan
geven; een boekhouding, die bij debita.ilen'
dikwijls ontbreekt.
Niettemin, zegt de minister, zal een inten
sief toezicht noodig blijven om de behoor
lijke heffing der belasting le verzekeren.
Bij invoering der wet zal uit den aard der
zaak eenige druk worden geoefend op de
daarbij betrokken industrieën. Als compen
satie van dien druk. die doo den buiien-
landschen fabrikant niet wordt gevoeld, is
het wenschelijkf voorgekomen het tarief,
waarnaar het invoerrecht wordt geheven,
iels hooger te slellen dan thans der belas
ting.
Als tegemoetkoming aan hen, voor wie
het te bezwaarlijk zou zijn, de belasting
voor le schieten, is bepaald dal, ingeval
voor de belasting zekerheid is gesteld, de
belanghebbende daarvoor crediet ontvangt
lot het einde der vijfde maand, volgende op
die, waarvoor de maandclijksche aangifte-
slaat bij den ontvanger is ingeleverd. Op
deze wijze wordt voorkomen, dat de aan de
belasting onderworpen industrieën tol ka-
pilaalsuilbreiding worden gedwongen.
De bij het ontwerp behoorende tabel is,
naar aanleiding van ingewonnen adviezen,
op verschillende punten gewijzigd.
Berekening dez heffing.
Arlikcl 3 der wet op de Weeldcvcrlerings-
belasting bepaalt het volgende:
De belasting wordt berekend naar 10 ten
honderd van den gczamenlijken verkoop
prijs, der in dezelfde levering begrepen goe
deren. nadat deze in volle guldens naar bo
ven is afgerond. De belasting is ook ver
schuldigd, indien aan de goederen deelen of
ondcrdeelen ontbreken, of indien zij worden
afgeleverd in nie( afgewerkten staat. Goede
ren in gedemonteerden slaat worden met
goederen in niet gedemonleerden slaat ge
lijk gesteld.
De Verdedigingsbclasling II, zooafs die is
geregeld bij de wetten van 18 Augustus
1916, 11 April 1919 en 5 Jiili 1920, zal, zoet
wordt voorgesteld, voor hét laatst worden
gelieven over het belastingjaar 1926—1927.
Inwerkingtreding der wetten.
De aanvulling der Zegelwet treedt in
werking met ingang van een bij K. B te
bepalen dag, met uitzondering van artikel I,
dat in werking treedt, met ingang van 1
Jan. 1927. (Dit artikel beoogt het woord
„logementhouder" in artikel XI, paragraaf
2, letter a, der wet op de Personeele Belas
ting 1896, te vervangen door „logement
houder of houder van een koffiehuis of
andere dergelijke inrichting, tot het gebrui
ken van spijzen of dranken legen betaling".)
De Weeldcverteringsbelasting treedt in
werking op een nader le bepalen dag De
wijziging der Successiewet op den dag. na
dien harer afkondiging, de wijziging der
JLeeningwel en de herziening der wet op de
Personeele belasting op 1 Jan. 1927.
Van goederen, bedoeld in een bij de wet
bc-hoorende tabel wordt, aldus zegt art. 6
van het ontwerp, indien zij het Rijk wor
den ingevoerd, éen bijzonder invoerrecht
geheven van 12 len honderd der waarde
Dit bijzonder invoerrecht wordt, eventueel
naast bet invoerrecht, verschuldigd volgens
de Tariefwet 1921, geheven op denzelfden
voet als ware 'het in het bij die wet be-
hoorend tarief opgenomen, met in-aeht-
Sheila was maar al te blij, om te kunnen
doen wat hij verlangde, want niet alleen,
dat zij er van hield om voor te lezen, maar
zij was zelve benieuwd hoe de zinnen, die
zij opgenomen had, zouden klinken. Zij va
ren nog niet ver gevorderd, toen zij werden
gestoord door een kloppen aan de deur en
weer riep Carrington: „Binnen," maar niet
zoo vlug, dacht Sheila, als hij gedaan had,
toen hij op haar wachtte om het werk; te
beginnen.
De deur ging vlug open en lady Marsden,
die er heel lief uitzag in een jeugdig wit
japonnetje, stond op den drempel. Zij had
een allerliefsten glimlach op de lippen voor
mr. Carrington, maar die bevroor, toen zij
Slieila gezellig aan zijn schrijftafel zag zit
ten met vellen papier in de hand.
„O, het spijt me zoo, dat ik u sloor. Ik
had er geen idee van, dat u aan het werk
was," zei ze. „U weet, dat u me gisteravond
gezegd heeft, dat, als ik een boek wilde heb
ben. ik maar naar uw zitkamer moest ko
men en er een uitzoeken als u klaar was
met uitpakken. Viola en ik hebben niets,
dat de moeite van het lezen waard is. en
daarom wilde ik u aan uw woord houden;
maar.
„Geen maar," verzekerde Carrington hof
felijk. „Miss Douglas en ik waren eigenlijk
at klaar en onze lijd van werken is voorbij.
U ziet, dat mijn knecht de boekenkast at*
gevuld heelt met den inhoud van de kisten;
u heeft dus maar te kiezen."
Lady Marsden kwam binnen, negeerde
Sheila, hoewel Carrington haar naam had
uitgesproken op een wijze, die het maken
van een buiging een gewonen beleefdheids
vorm had gemaakt. Het meisje slond op en
zou, nadat zij haar machine in hel omhuisel
had gedaan, rustig de kamer zijn ui'gegaan,
als Carrington niet opgesprongen was om
de deur voor haar open te doen. „Hartelijk
bedankt, juffrouw Douglas," zeide hij. ,U
hoeft me uitstekend geholpen en ik zal nu
nog meer dan ik gedacht had me verheugen
op mijn werkuren hier."
Zijn woorden, die zoo met opzet gesproken
waren om lady Marsden en hot meisjs
zelve zijn waardeering te toonen, ontroerden
Sheila en maakten haar hart warm, maar
töch zou zij do kamer niet mogen verlaten
met een blijden indruk.
„Is dat niet dal ordinaire schepseltje, dat
gisteren bij ons in de eerste klas kwam cd
die ik voor de een of andere kamenier
hield?" hoorde zij lady Marsden hardop
vragen, toen de deur dicht viel.
Misschien zou zij zich niet zoo vernederd
gevoeld hebben, als zij ook het antwoord
van Carrington had kunnen hooren, maar zij
hoorde het niet, en zij ging met gloeiende
wangen, zich afvragende of zij er werkelijk
ordinair uitzag en of zij een soort meisje
was, dat men licht voor een kamenier zou
houden.
Haar volgende werkuur, dadelijk na de
lunch, was met lady Ethinglon, die mr. Mc.
Kinnon had beschreven als een gravin, die
graag voor een dichteres wilde doorgaan.
Sheila had haar 's morgens gezien, toen zij
met Viola Ravne stond te praten; maar lady
Ethington, die bijziende was en geen lorgnet
wilde dragen, herkende het meisje niet. Zij
was druk cn gemaakt, met maniertjes, die
beter zouden gepast hebben bij een ver
wende jonge schoonheid van een en twintig,
en hoewel zij verkondigde, dat zij bezig was
met een dramatisch gedicht voor een tijd
schrift, dat deze week klaar moest zijn,
wilde zij maar niet beginnen met werken.
In plaats danfvan praa'le zij over zich zelve,
en over wat zij geschreven had en hoe al
wat zij gedaan had altijd werd bewonderd.
„Ik geloof," zei ze droomerig, „dat ik iels
van de goddelijke inspiratie heb. De men-t
schcn vragen mij wel eens om hun te ee-
ren, hoe zij schrijven moeten maar hoe
kan je leeren wat vluchtig is als een vlam?
Gravin Karovski bijvoorbeeld is verzoi op
mijn werk. Zij is een Poolsche en heeft ge
probeerd verzen in haar eigen taal te ma
ken; ik weet niet of zij succes hadden. Nu
wil zij het met mijn hulp in het Engelsch
probeeren. Zij zal misschien willen, dat i. ze
voor haar typt; maar als zij het vraagt denk
er dan om, dal ik geen minuut van uw ur
voor mij kan afslaan. U moet voor naar
maar een anderen tijd zoeken. Heeft u Maar
al eens gezien? Heeft zij al aan mr Mc.
Kin non gevraagd of zij u kan gebruiken?"
„Ik heb haar vanmorgen even gezien,"
antwoordde Sheila; „maar er is niet gespro
ken over de mogelijkheid dat ik voor haar
zou werken." Het meisje likte eens op haar
machine als om de dichteres er zachtjes
aan le herinneren, dat de lijd verbeuzeld
werd, maar lady Ethinglon begon over iets
anders.
„Vertel me eensT boe vondt u de gra
vin?" vroeg zij zoo gretig, dat Sheila haar
niet begreep. „Ik zou wel eens de -meening
van een nieuweling over haar willen
welen."
„O, ik vond haar buitengewoon knap,"
antwoordde hel meisje eerlijk en het go zich!
van lady Ethington veranderde op bijna
zielige wijze. „Maar zij zag er heel vrccnid
uit"
(Wordt vervolgd).