Margrietje. Regenliedje. Van alles wat. CORRESPONDENTIE. Klein Margüetjc, moeders liedje, je bent ieders harlediefje met je kijkers, bruin en groot en je .wangetjes, zoo rood. Als je fiedelt om een kusje krijg j'er zeker twintig, zusje 1 daar oen ieder van je houd'. je bent aller schattebout. Klein Margrielje, wie verwen' je? iedereen in 't dorpje kent je, noeimt je: „kleine zonneschijn!" ie dat niet een naampje fijn? HERMANNA', hun lange pooten en hun vleugels in wer king en ge begrijpt, dat de zebra's zich t dan ook uit de voeten maken. Die_ leelijke leeuwen springen op onzen t ïug. Dan rijden ze een eindje mee, maar t al hcöl gauw weten ze precies, hoe dik t ons nekvel is. Een paar uur later is we leeuw zoo verzadigd, dat hij zich met moeite voortsleept naar zijn schuilplaats. Dan komen de hyena's en de jakhalzen, om le zien, wat er nog over is. Op korten at- stand zitten de gieren te wachten op de allerlaatste restjes en... 't aantal zebra's is weer met één verminderd, i Mijn buurman is mij tegengevallen. Hij is zoo lang bij Hagenbeek geweest cu 1 hij heeft zelfs een jaar of drie met een 1 circus meegereisd. Nu dacht ik, dat hij minstens op zijn kop zou kunnen staan, of op zgn achterpooten loopen, o£ op de klok kijken of zoo iets. Maar hij kan niets. „Wat deed je dan toch in dat circus V' rroeg ik hem laatst. Ja, daar moest hg wel eens meeloopen in een optocht. Dan kreeg hij eerst een soort slaapmiddel jn, zoodat hij half suf was, want goed ver trouwde men hem ook al niet. En dan ging het stapvoets tusschen twee olifanten voor uit. Ook een kunst '1 Dat kan de domste buffel wel! Ik ben blij, dat de bezoekers van Avtis ons graag zien. Daardoor worden we meer gewaardeerd en 't kan voor de menschen ook geen kwaad, want over 't algemeen weten ze niet veel van ons. Verbeeld je: laatst vroeg een onderwijzer aan de kinde ren van zijn klas: „Wie kan me iets vertellen van den zobra1" „Daar poetst mijn moeder de kachel mee,'' zei een jongen. Hij zei het natuurlijk in zijn onkunde, maar hoe hij dat antwoord kon geven, is mij een raadsel. Wie begrijpt hett O Regentje, zeg Regentje, Wat maai je alles natl O, als ik bij jouw droevighoid Geen vioolijk hartje had, Wat1 zou ik dan een domoor zijn, Als ik niet stellig wist, Dat achter jou is Zonneschijn En 'k heb me nooit vergist. O Regentje, zeg Regentje, Je zet de straten blank En iedereen zegt: Foei, wat naar.! Geen enkele zegt: Dank! Ze denken niet: Wat is dat fijn. Wat zal het gras nu prachtig zijn! 'k Denk, ais er nooit eens regen was, Dan misten ze je pas, Regentje, zeg Regentje, Jij maakt de bloemen blij, Jij maakt de kind'ren immers gvoo!, Jij regen van de Mei! En als je weer voorbij 2uit zijn, Dan geurt de heele wereld fijn. Dag Zonnetje! zegt iedereen, Aan jou denkt dan niet één, O Regentje, zeg Regentje, Zoo zal 't niet altijd gaan, Want wordt de oogst eens mooi en goed, Dat heb jij ook gedaan. Je moet er immers altijd zijn, Je hoort ook bij den Zonnescjiiju Was er alleen maar Zonnegloed. Geen mensch vond dat toch goed. TRUUS SALOMONS. Balspel. Dit spel kan zoowel binnenshuis als boiteu gespeeld worden. Hel gezelschap stelt zich in twee rijen op met de gezichten naar elkaar toe ge keerd. Een mandje avordt in het midden geplaatst. Iedere speler moet om beurten irachien een bal in bet mandje te werpen. Cfelnkt dit, dan krijgt bij er 5 punten voor. Men spreekt vooruit af, hoeveel beurten ieder krijgt. Ia het spel ten eii\de, dan ia winnaar degene, die de meeste punten verkregen Leeft. Om vergissingen te voorkomen, is het goed. wanneer één, die niet meespeelt, nauwkeurig de punten opteekent. Hebben meer dan één speler het hoogete aantal punten behaald, dan spelen zij net zóó lang, totdat één hunner bij geljjk aantal beurten de meerderheid en dus het spel gewonnen heeft. Willen jullie er aan denken om de vol gende wêek niet op het laatste oogenblik da brieven te bezorgen, want met het oog op den Hemelvaartsdag, dus Zondagsdienst, zal ik geen 2de bezending kunnen krijgen en dus alles al Woensdag moeten klaarmaken. Als jullie de brieven goed tijdig bezorgen, zoodat ik ook alles goed bijtijds krijg, dan geef ik tot belooning de volgende week prijs raadsels; ik zal eens gaan zoeken en denken. Adrie van Dijk, zoo, ga je al zwemmen? Dat lijkt mij nog wel een beetje frisch. Hoe oud is dat zusje, waar je over schreef? Be waar je raadsels en anecdotes nog maat eenige weken, ik heb nog in voorraad en zóóveel kinderen vragen, wanneer hun raad sels geplaatst worden. Pieter Lcenmnns, heb je gezien, dal ik nu ook nog je brief van verleden week heb ontvangen? Truida van Leeuwen en Antje Glasbergen, die 2 raadsels hebben er een paar jaar ge leden al eens ingestaan; ik herkende ze dadelijk. Het spijt mij .voor jullie, dat je nu vergeefschc moeite hadt gedaan. Grelha van der Zwart en Trijntje Voorma, ik weet nu niet uit mijn hoofd, welk raadsel je bedoelt. Als ik het geschikt heb gevon den. toen ik het ontving, dan ligt het bij mijn voorraad, die ligt te wachten om ge plaatst te worden: er liggen meer raadsels le wachten op een beurt. Vn'nie de l'Ecluse, het heelt hier die dagen ook heel hard gewaaid; het was hier vol strekt niet beter'dan in.Leiden, Zondag woei zelfs mijn hoed van mijn hoofd; %ik had die zeker niet stevig genoeg opgezet. Corrie Geenjaar. help jij je moeder maar (link, hoor: dit briefje was ook lang ge noeg; het kan niet altijd een lange brief worden. Louis en Corrie de Hertogin dat begrijp ik, dat jullie het erg naar vonden toen Corrie zulke hooge koorts had. Gelukkig, dat die nu weg is en zij"'weer uit bed mag en op de divan liggen. Het beste er mee.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 19