VOOR DE JEUGD
LEIDSCH DAGBLAD
No. 17.
Zaterdag 8 Mei
Anno 1926
i' S^'Jss 11jii* tijiu iijii i ii jimi; in iijii ui 1111 ii ju i?Sklfzi<
Robbedoes.
i
•®ti I 1i;--
111 »490»éé66èSê«ê«* ill
Naar het Eneclsch van L. E. TIPDEMAN.
Vrij bewerkt door
C. E. DE LILLE HOGERWAAÏtD.
S) (Slot.)
HOOFDSTUK VIII.
Een klein Zusje.
Iu de veertien dagen, die .nu volgden,
vroeg Bep telkens aan haar vader
„Vader, mag ik haar als een klein zusje
honden V'
Gedurende al dien tijd stelde dokter
Halm pogingen in het werk oiu de familie
van hel arme weesje op te sporen, zoodat
bij eindelijk zijn dochtertje antwoord kon
geven.
„Ja, kindje," zei hij, „alles is na in
>1 dehet kleine ding heeft geen familie be
halve een tante, die zelf al zóó veel kin
deren hééft, dat zij e>- geen meer bij
wenscht 'te nemen. Zij vindt daarom goed,
dat ik het arme verlaten schaap pis mijn
kind aanneem. Wat zeg je daar nu van
Bep zei heel weinig, maar omhelsde haar
vader cn kuste hem herhaaldelijk, net zou.
als zij met Kerstmis gedaan had, toen zij
zoo'n mpoi.e pop van hem gekregen had.
„Maar dit is nog veel en vpcl prettiger'
dan een pop," zei zij; „poppen kunnen
niet praten en niet gewasschcn worden, of
zij verliezen hun kleur en a!s jo hun haar
wilt kammen. worden ze heelemaal kaal."
Zü zweeg plotseling.
„Vader!" riep zij daarna uit ,,,als u haar'
tante gesproken hebt, weet u ook den
naam van mijn nieuvt zusje en hoeven we
dien niet meer te raden.
„Haar naam", zei dokter Halm, ,,js.
Hij wachtte even en. deed net, aisof hij
hem vergeten had, doch dit was natuurlij k
u.et hef geval.
..Lieve help"' riep bij uit. „met welke
etter begen hij ook al weer V'
„Met een C V' vroeg Bep.
„Nee, het was gecu C."
„Met eon D dan, Vader?"
„Niet?, ook niet met een D; 't was meer
en letter, die veel verder in het alphabet
oorkomt. O ja, 't was de allerlaatste."
„Z!" riep Bep. ,,M|iar welke naam be-
int er nu met Z V'
Eerst zei haar vader, dat ze maar eens
aden moest, maar dit lukte haar niet.
Toen vertelde dokter Halm zijn clocb-
ertje, dat zij Zwaantje heette en haar ach-
ernaam Bavtels was, maar dat haar vader
n moeder haar nooit anders dan Baby ge-
ocjud hadden, omdat zij het jongste lrind
as.
i „Wij zullen haar Zwaantje noemen", zei
lep; „het is een prachtige naam cn er is
een een Zwaantje onder alle meisjes yap
e licele school. Maar Vader, er is nag
;ts, dat ik u nooit gevraagd heb. Ik dacht
zelfs niet eerder aan dan gisteravond,
eir juffrouw Tomson er met mij over
rak. Zij zei, dat het heel vei geld konl
een meisje op te voeden. Kunt u wcr-
ilijk alles voor Zwaantje betalen Juf-
ruw Tomson is bang van niet, maar ik
i tegen haar, dat u heb best zou kuqaen.
geloof, dat ik weet, boe het heel goed
nj'
„Zoo kindje, en hoe zou jij het dan wil
len schikken V'
Dokter Halm keek zijn dochtertje eens
aan, terwijl zij in gedachten verzonken
scheen.
„Ik eet dikwijls veel meer' begon zij,
„tlah' ik eigenlijk noodig heb. .Soms zou ik
het met de helft wel kun-nen doen; ik,wil
het-in ieder geval, probeeren, Vader. Vraagt
u met alsjeblieft' nooit- meer, of ik voor den
tweeden ke'er pudding wil hebben, want
het is neb iets voor mij om het heelemaa!
te vergeten en het in gedachten aan te
nemen."
De dokter glimlachte, terwijl hij haar
hoofdje tusschen zijn handen nam.
„Je hoeft niet bang te zijn, Bep", zei hij.
„Ik heb geld genoeg om alles even goed
voor Zwaantje te kunnen bctalep als voor
jou."
Bep aarzelde nog even.
„Juffrouw Tonrson zei -, ging zij voort,
„dat u misschien niet-genoeg geld hadt
ze zei ,dat. doktersrekeningen sorns niet
betaald worden en zij dikwijls heel lang crp
geld moeten wachten. Daarom geloof ik
heusch, dat het beter is, als ik.minder eet."
„Kom maar mee", zei haar.vader, „dan
zul je zien hoeveel geJd ik heb."
Bep keek verbaasd, toen zij -dit zag en
wa3 nu van den rijkdom van-haar yadcr
ofenturgd.'
„0<Ti, natuurlijk zou u niet at of kiipnen
zijn,"- zei z-ij, ,,u bert zoo knap. Ik begrijp
niet ;dat juffrouw Tomson daar niet aan
gedacht heeft; Vadertje;, mag ik nu u
toch'zooveel geld hebt een verjaarspar-
tijtje hebben 1
„En wie zojj ie dan willen vragen, Bep?"
'„Al de kinderen uit. mijn klas; dat zijn
cr zestien. Dat is toch niet to veel, hé
Vader 1 En
Op dit oogenblik gleed zij van haar
stoel, liep'naar haar vader toe, nam zijn
hoofd tusschen haar handen en fluisterde
hem iets in het oor, maar zóó zachtjes, dat
zij het driemaal herhalen moest, vóór hij
het verstond. Toen het hem eindelijk dui
delijk werd en hij „ja"* knikte, was Bep
gerustgesteld.
„Maar hel is een geheim. Vader, denkt
u daaraan 1 Zelfs juffrouw Tomson mag heb
niet. weten, dat zou alles bederven", zei zij.
„Tk zal het geheim niet vorklapen",
autwoorckle de dokter. „Daar kun je op
rekenen
„En Zwaantje mag een witte jurk aan
hebben en u vertelt dus aan niemand iels
van haar, niet lóór o stil! Daar is juf
frouw Tomson
Dokter Halm kon niet stilhouden om de
eenvoudige reden, dat hij niet sprak, maar
Bep deed net, alsof ze druk bezig was.
totdat, juffrouw Tomson de kamer we er-uit
was. Haar vader wa§ nu in zijn krant ver
diepte maar werd plotseling opgeschrikt
door Bep.
„Vader",riep zij uit, „we moeten juf
frouw Tomson toch ïd het geheim nemen,
.anders spreekt zij misschien over Zvaantjc
en dan. is alle aardigheid er natuurlijk af.
Drukt, u, dat zij een geheim kan bewaren V'
Dokter Halm glimlachte en zei, dat hij
cv geheel zeker van was. Misschien dacht
hij. dat bet voor Bep nog het moeilijkst zou
zijn, maar hij was te verstandig om dit te
zeggen.
HOOFDSTUK IX.
,ilk hou van je."
Het was aardig om te zien, hoe de kleine
Zwaantje Bart els spoedig aller harten ge
wonnen had. Mina, die nu juist niet altijd
goedgehumeurd was te noemen en die
steeds zei, dat haar keuken geen plaats
voor kinderen was, Mina liet het kleine
weesje gewillig toe zette haar op een hoo-
gen stoel, deed haar een groot schort voor
cn liet haar met haar mollige handjes deeg
rollen. Bep had dit nooit mogen doen,
maar zij was toch in het minst niet ja-
loersch.
Als haar het spelen met Mina verveelde,
liep Zwaaoitje naar Marie en mocht haar
helpen het zilver poetsen, terwijl zij een
oogenblik later weer naar Tom ging en
hem de medicijnfleschpes in zijn mand hielp
zetten. In de eerste dagen had zij dokter
Halm Vader genoemde al was het altijd
eenigszins aarzelend, alsof zij niet zeker
wist, of heb goed was en niemand wist,
waarom ze he*m op eens aankeek en mefr
haar lief, zacht stemmetje zei:
„Nee, niet Vader, Opa."
Het kind had geen grootvader en nie
mand begreep, hoe zij.antt dien uaam
kwam. Zij was echter nog te jong om iots
van hanr vroeger© geschiedenis te vertel
len en Bep werd nooit moe zich in allerlei!
gissingen daaromtrent te verdiepen cn te
denken ov'er den vader, de moeder en het
zusje van het kleine ding, dat zij allen
rce'ds spoedig zoo liefhadden. Zij had zulke
grappige maniertjes en kon zoo aardig iets
zeggen,, dat de dokter dikwijls om "haar
lachen moest. Eén zinnetje zei ze bij alle'
voorkomende gelegenheden en het. gaf dui
delijk te kennen, dat zij in alles wilde deo-
lrn. Op een keer, toen doktor Halm zijn
dochtertje leerde halma spelen, kwam
Zwaantje, aangedribbeldcn bleef bij hen
staan. Zij wa.ren zóó in het spel verdiept,
dat zij haar niet opmerfeten, vóór zij 6prak.
Plotseling riep ze„ik ook, Opa
Er was niets aan te doen. of zij moest
do dopjes ook naar hartelust over het
halmabord laten spvirjgen en de meest ern
stige persoon zon bij het zien daarvan een
glimlach niet hebben kunnep onderdruk
ken.
De meoste kinderen weten wat het is,
alles in gereedheid te brengen, als cr een
partijtje aan huis is, maar ik gqloof niet,
dat dit ooit met zooveel gebannen ver
wachting gedaan werd als dezen keer door
Bep Halm. Zij dacht, sprak of droomde van
niets anders en als juffrouw Tomson het
niet zoq druk had gehad en dokter Halm
niet zoo'n vriendelijke man was geweest,'
zouden zij haar stellig gevraagd hebben nu
ecus o*. er iel s anders te praten.
Zij keken elkïfer echter maar eens glim
lachend aan -en luisterden aandachtig naar
haar plannen en vragen. dokter hoorde
zóóveel van allerlei lekkernijen, dat hij
bang was ze zijn patiënten voor te schrn'.
ven, in welk geval hij werkelijk niet wist,
wat dc gevolgen er van zouden zijn. Daar
hij echter zoo'n knappe man was, was hij
in staat zijn hoofd helder te houden cil
kwamen er geen vergissingen voor.
Toen de 17de September eindelijk 'aan
brak. was Bep al moe van het veriangeu
naar den avond «?u zag z\j bleek, toen zij