Humor uit het Buitenland VERLANGEN. MODE. 'eV VOOR DE HUISVROUW. Pietje: Nee, ik wil mevrouw Janse geen zoentje geven. P* kreeg daar net nog een klap van haar. toen hij hel deed. Uudge) Eskimo: Wel, dat iB de eerste keer dat ik een walvisch 2ie vliegen. {London Opinion) Schaalverdeeüng, ingericht Daar de belangrijkheid, aan- toonend de positie van den heer Pietersèn in het huishouden gedurende de groote trhnonmaaV (Punch) Ze zijn nogal streng bij je thuis, is het niet, Willem? O, verschrikkelijk. Zp. willen dat ik iederen ochtend vóór het ombijt thuis ben, {London Opinion) Oast Zeg, kcllner, noem je 'dat een portie? Waar zie je su voor aan, voor een hongerkunstenaar? (Humorist) Zij: Vanavond verkoop ik kussen op den liefdadigheids bazaar. Denk je, dat ze drie gulden per stuk te duur zouden vinden? Hij: Nee. bc mcnschcn weten nu ceuuiaa: uui ze daar algezei worden. (Passing Show) ais het moet, op verschillende wijze uit gelegd worden. De grootvorst wil dus eeu fclag om den arm houden. IK uiterst rechtschen, aangevoerd door den beruchten Markow II, den vroegeren lei der van de uitersto reactionnairen uit de F.rjksuoema, en prof. Aleksinsky, een ge wezen bolsjewiek en nu een der steunpilaren van de monarchisten, wisten van den eersten dag af het congres hun wil op te leggen. De minder reactionnairen onder de Aden van het congres probeerden nu en dan te protestveren tegen deze leiding, maar verder dan lot zwakke protesten kwam liet niet Alleen een jaar keer dreigden zjj het con- gTes te zullen verlaten en dan stemde Mar kow II in een compromis toe. Veel treeft het congres niet bereikt Het proclameerde grootvorst Nikolaj Nikolaje- witey als den „oppersten leider" en verklaarde dat alle Kussen verplicht z(jn hem onvoor waardelijk te gehoorzamen. De rechtschen zeif wilden echter tevens een soort curato rium instellen, dat zij „het orgaan" noem den en dat feitelijk den leider zou contro- Joeren. Dit zou een emigranten-regeeriDg worden, die de voorschriften van den groot vorst zou uitvoeren. De minder reactionnaire eiemenler. wilden echter niets van een dergelijk „orgaan" weten, daar zrj be grepen, dat een toegeven op dat punt do boeren Markow c.s, tot de feitelijke leiders van de eventueels ondernemingen zou ma ken. Na hartstochtelijke debatten, waarhij Markow zjjn tegenstanders met een terecht stelling bedreigde (natuurlijk na een cven- tueele restauratie van de monarchie), moesten beide partijen water in hun wijn doen en werd in plaats van een regeering alleen een financieels commissie ingesteld, die de mid delen za. hebben te beheeren (veel te be boeren valt er niet). Het tweede vraagstuk, dat veel debat veroorzaakte, was liet agrarisch probleem. De meerderheid van de leden van liet con gres waren gewezen landheeren, die door do onteigening van hun landgoederen hun vroegeren rijkdom en positie hebben verleren. Openlijk een annuleeiing van de verdeeling der gronden proclameren durfden zij niet en daarom gaven zij de voorkeur aan vage uitdrukkingen. Men kan nu nog niet vast stellen. welke vormen het landbezit in Rus land na de verdrijving van de bolsjewiki zal aannemen, zeiden zij. Men moet daarom do zaak voorloopig onbeslist laten. Vergeefs betoogden do minder reactionnairen onder hem. dat de Russische boeren nooit in een annuleering van de vcrdeeling van de land goederen zouden toestemmen, dat voor de boeren de agrarische hervorming definitief is, Markow II en de zijnen wilden niet raar de rede luisteren eg de vage agrarische resolutie werd aangenomen. He» congres, waarvan Struhve en -gin helpers, zoo veel hadden verwacht, eindigde te midden van algemevne verwijten, zonder iets tot staud te hebben gebracht. Het positieve resultaat van 'iet congres was de ontmaskering van hen, die achter den groot vorst staan en op een restauratie van het oude regime aansturen. Een groot gedeelte van de emigranten, die tot kort geleden nog eenig vertrouwen in die mannen stelde, heeft nu ingezien, dat deze mannen, evenals do Fransche émigrés, niets geleerd cn niets vergeten hebben. De kans, dat deze heeren ooit weer de regeering in handen zouden krijgen is zeer gering, hetgeen een geluk voor Rusland en Europa mag neeten. Er. BORIS RArTSCniN'SKY. 1 -8- AMY VORSTMAN—TEN HAVE. Jlt wilde wel Iets grijpen Maar Sk Sk weet niet wat en Ik kan maar niet begrijpen iïoc ik zoo gelukkig ben —1 j's er wel een mensch zonder verlangen? Met het verlangen wordt de mensch gebo ren. Het is zijn diepste verrukking cn zijn grootste smart Het is een goddelijke gave en een vloek tegelijk Vanaf onzen eersten levenskreet verlan gen wij.... Heeds de zuigeling in de wieg slrekt de handjes.... naar voedsel.... naar warmte, naar behagclijkheid Onze .gansche leven door blijven wc zoo onze aïmen uitstrekken.vragend verlan gen wezonder ophouden. De een heef! edeler motieven dan de ander. Maar zonder onderscheid is het ver langen de cene groote en machtige drijfveer van alle menschelijke daden. Er zijn de door het Leven tcmccrgeslagc- ncn, die nictmtcr kunnen verlangen, in wier hart liet verlangen vleugellam als de doode vogel ter neer ligt Het zijn vaak zij, die met eigen hand hun levensverlangen hebben moeten uitroeien, een verlangen zoo snikkend-hevig, zoo koortsachtig kloppend, zoo schroeiend van een niet te verzadigen dofst naar vervulling dat met de vernietiging alle innigste govoels- vezels werden ontzenuwd en het arme men- schenhart niet meer in staat tot verlangen als een dood ding mee omgedragen wordt. Waar verlangen wij menschen naar Het zijn meestal niel de malericele dingen des levens, die ons in zoo'n alles omvattcn- den drang van verlangen houden. Zeker er zijn menschen, die met een hunkerend, een ontembaar verlangen snak ken naar liet bezit van een stoffelijk voor werp, doch zij vormen verreweg de minder heid In de meeste menschen leeft het verlangen als een goddelijke vonk. diep verborgen on der de roezemoezige beslommeringen van het allcdaagsche leven. Maar toolide vonk is eren gloort in het verborgene om soms opeens uit te schieten In den boog-oplaaiendcn vlam van een allesverterend verlangen. En omdat de menschen niet gewend zich te uiten zich schamen voor het beste en edelste dat er in hen leeft, pogen zij met alle kracht het in hen aanstormend verlan gen Ie verbergenals ware het een schande.En zij hebben een fraaien dood doener gevonden: „daar heeft een ander niet mee noodig" zeggen ze dan en zij worstelen onbegrepen door hunne omgeving, mis kend en bespot vaak „omdat zij zoo inal doen", zij worstelen.ziek van verlangen en zij doen onverschillig en druk en ge preoccupeerdzij praten veel en luid en doen gewichtigen in hen schreit het knagende verlangen. Verlangen.... naar wat....? Ik wilde wel iets grijpen.... maar ik ik weet niet wat.... De een noemt .het temjieramentde ander godsdienst.... een derde praat van ambitie Wij zoekenieder voor zich en allen tezamenwij zoeken.... wij zoeken... de ontroering. Menschen zonder ontroering bereiken elkaar nietzij misduiden elkandbrs be doelingen.. zij laslen langs elkander henenzij hotsen en stooten zich aan elkander omdat de allen en alles gelijk makende ontroering hen niet tezamen omval. Twee mensehen.... zij mogen maat schappelijk "nog zoo ver van elkander slaan hun richtingen mogen lijnrecht tegenover elkaar staan twee menschen, die tezamen dezelfde ontroering doorleefd hebben ziet! zij hebben achler het,uiterlijke leven een ander leven ontdekt. Zij zullen alles, waarover zij elkander gisteren nog heftig bestreden, plotseling vergeten.... het zal uit hen weg ebben als iets onbelangrijks... alleen do vreugde der beleefde ontroering zal blijven tusschen hen als een lichtende luisler en een wijding.... „Ik kan maar niet begrijpenhoe ik zoo gelukkig benl" zóng de onvcrgelelijka Adama van Schel lénta En hij wist niet eens, wat hij verlang de. I schampert de nucbtere-ziel-die- niet-van „die nonsens" boudl. Dat is juist het fijnehet cssenliëele, het diep doorvoelde, het zuivere aanvoelen der dingen door de dichters ziel, die zich vrij weet van de neerdrukkende ijsselijke gewichtigheden des dagelijkschen levens... Gelukkig zijn is een nameloos verlangen naar ontroering.zonder uitgesproken verlangen-naar-bezitis dat niet het hoogst, het zuiveTSt geluk In elk eerlijk leven komt toch een oogen- blik.waarin wij ons overgeven aan ons eigen stille ikwaarin wij de waarheid kennen en haar niet meer onlvlicn En zwijgende bekennen, wat wij nooit wilden zien Waaróm houden, we ons zeil voor den gek Waarom willen we niet zien, niet weten Waarom willen we hel niet hooien, dat het het verlangen is dat ons leven schraagt, dat de aandoening, die het verlangen naar ontroering ons schenkt onze verbeelding rijker, onze levensinhoud dieper, ons gan- sche zijn warmer en inniger van toon maakt? Naast de hijgende aansporing van het rustelooze verlangen zinkt alle zwijmelend bezit in het niet Het is dit veriangen en nict9 anders, dit weenende smachten van den mensch naar het hoogcre dat hem uit zijn dagelijkschen sleur zal verheffen.... dat de menschen onderling bijeen houdt in één machtige adem van hetzelfde streven. En Tien naam, dien wij er toevallig aan gevendie doet er nimmer n iets toe1 RECLAME. en nt BlaUU>...50 cl "Rood Groen... Geel30 <ct. HVDouwt [eB!PriUBiKiU£niCKtf rij JOUttC - UTBtCtfT JfS ,\/v ..sJJ* m 1031 Een grappig verschijnsel bij de nieuwe mode is, dat er zoo weinig „nieuwtjes" zijn 1 llr bedoel in kleinigheden. Andere jaren b.v. was er altijd wel een9 eén Dicuw model schoenen, een origineel taschje, een moderne parasol of een of andere nouveauté voor de hals hetzij een kraag, das of ketting maar op al de shows, die we dit voorjaar te verwerken kregen, was niets van dien aard te zien. De Russische laarzen waren een paar weken de rage. Iedereen keek cr naar en wee9 er naar. Men lachte er om en maakte er grapjes over, doch daarna verdwe nen zij van het tooncel; en de dames loopen weer lustig op lage schoenen cn zwikken in haar enkcis al9 van ouds. Ook dc taschjes blijven zooals zij waren. Misschien is dat omdat hun rijk spoedig ten einde loopt, want als het doorgaal met de wijd geplooide rok ken, dan komt ook de rokzak weer in het ge bruik en worden de liandtascbjes, die wel leuk zijn, maar ol zoo lastig, die jc altijd kwijt raakt of verliest, eindelijk overbodig. Ook in de zon- en regenschermen is geen verandering te bespeuren. Zo blijven kort, dik cn plomp. Laatst zag ik een parapluie, die driedubbel opgevouwen kon worden en in een klein etuilje onder de arm meegenomen werd, maar dat zijn van die modegrillen, die nooit algemeen zullen worden en dus hier niets ter zake doen. De kralen kettingen ja, die waren er nog cn als u er heeft, kunt u ze den gan- sclien zomer rustig blijven dragen; maar als u er géén bezit, is 't heuseh zoo erg niet, want eigenlijk hooren ze bij de nieuwe mode niet thuis. Ze zijn een te veel bij al die ruches en froufrous, bij die kantjes en strikjes, waarmee dc moderne vestjes zijn gegarneerd. En bijna elke nieuwe jurk heeft een vestje, een echt of een „would-be-one". Het 19 een van de dingen, die de nieuwe deux en trois pièces zoo aantrekkelijk maakt, dat er nu niet meer van die groote kale vlakken voor komen vóór of achter op de japon. Het vestje onderbreekt het voorpand; een klein sluitsplitje, loopend van den nek tot den bovenrand der schouderbladen, de rug. Een aardige, veel gebruikte halsalwerking vormt de hooge boord, van lint gemaakt, waarvan twee horizontale lussen naar de linkerzijde uitsteken. Het nieuwtje is dc smokingdracht der vrouw. Jk kan het heusch niet toejuichen, maar het is waar, dat het smokingmodel met de boord met omgeslagen punten, het smalle zwarte strikje en het breede witte front héél goed past bij de Shingle, die sommige vrou wen zéér pikant en geestig slaat. Doch het is geen „mode voor allemaal' Allerhande kragen komen ook weer in de mode, kanten, zijden en crêpe kragen, ronde en vierkante, groote en kleine, korte en lange. Er kunnen tegenwoordig toiletten zijn, die door de uitspringende plooien van de rok wat ..iol" slaan om de schouders. Ddarbij komt dan zoo'n kraag heel goed te pas. Het is onmogelijk om u alle mouwen te beschrijven, die dezen zomer gepermitteerd zullen zijn maar het is merkwaardig, dat we in het warme seizoen niet mouwloos zullen wandelenI Ik heb een heel enkel deux pièces-cosluum gezien, waarvan de japon, als men het manteltje uittrok, geen mouwen bleek ie hebben; doch alle zomer jurken in crêpes cn andere luchtige slof hebben mouwen van de schouder tot de pols! In deftige toiletten, b.v. voor oudere da mes, is de mouw glad en strak tot aan den elleboog en daaronder valt zij open in een wijde kant of strook. Ook zijn-er mouwen, waarvan de onderste kanten helft bij den pols is ingehaald en door een bandje van zijde of fluweel als manchet bijeen wordt gehouden. De kant vormt dan een ballon of pofje. Weer een ander model is met de „ridderkap", die met een omgekeerd man chet aan het polsbandje zit. Maar naast al die wijde, losse, ruime en openhangende mouwen zien we ook nog de totaal gladde slrakke, recht ingezette eenvoudige mouw, Het eenige model, dat voorgoed schijnt af- gedaan te hebben is de kimonomouw; ge lukkig maar! Want dat was verre van gra cieus en maakte zelfs de slankste vrouw nog log, plemp en zwaar. - Ik beb laatst een schat van een j'urk ge* zien. juist geschikt voor de vóórzomerschd dagen: van zwart satinduchesse, die soe pele slof; glad en recht af; alleen van on deren Daiuurlijk wat wijder en ruimers Hecht van voren liep over de ganschf lengte, van de ronde ..kostschoolmeisjes" boord" tot onderaan ioe een wit crêpe de chine lap, als een pseudo-onderjapon, die uit het zwart te voorschijn piepte. Het stond heel vlot; die witte voorbaan was van bo ven en van onderen door een open naadje onderbroken; verder waren er op de heu pen, schuin van voren, twee witte kwast- ornamenten gezet; ook het liggend boordje was van wit crêpe de chine. De mouwen cchler waren strak cn geheel zwart ge houden. Het schijnt nu toch eindelijk tot de vrou wen door te dringen, dat een ..sportgirl" practisch gekleed moet gaan. Er komen ten minste steeds betere modellen in de mode. En de Russische laars is door de vrouw, die loopen wil en kan, wél dadelijk geaccep teerd. Ook zag ik keurige rokken. Zij vielen netjes glad en recht, doch als men er groote passen mee maakte, bleek de rok uit twee rokken te beslaan: om ieder been één. Door een handige verwerking van de vóórbaan was daar echter bij gewoon loopen niets van te zien. Breken is vervelend, hë! Vooral als óa boel nog nieuw is. En werkelijk, het lijkt er soms op, alsof juist de nieuwe dingen extra gauw ter ziele gaan. Een soort noodloti Weet u, hoe dat dikwijls komt? De nieuwe potten én pannetjes zijn nog niet bestand togen vuur en water. Zij ondergaan er dc invloed van, krijgen barstjes in het glazuu en zijn dan teerder en brozer. Als u een meuwe stoolpan heeft, meet u de buiten zijde goed inwrijven met een rauwe u). Dan zal dc pan niet uitzetten en barsten bij eerSte aanraking met vuur. Als u haar go hebt ingesmeerd, moet u baar niet koud w. - ter vullen cn geleidelijk dit water aan„ 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 10