De Markies v. Sardelys
VALET
No. 20281.
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 26 April
Tweede Blad Anno 1926.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
Naar het Engelsch van
RAFAëL SABATINI.
42)
Don volgenden morgen had ik reeds bitter
berouw over' zooveel wreedheid. Maar op
tiat oogenblik luisterde ik niet naar rede.
Ik was krankzinnig en deze beestachtige
wreedheid was een gevolg van mijn krank
zinnigheid.
„Je wou in een herberg "praten over mij
en mijn zaken, rakker!" riep ik uit, builen
adem van woede en uitputting. ,,Laat de
herinnering aan dit oogenblik voortaan je
vergiflige tong beteugelen".
..Monsieur!" kermde hij. „Wees barm
hartig, monsieur!"
„Jawel! barmhartigheid! net zooveel als
ie verdienl. Heb ik je daarvoor al deze jaren
vertrouwd cn heeft mijn vader je niet vóór
mij vertrouwd? Ben je.dik en vet en wel
gedaan geworden in mijn dienst om mij dit
Ir vcrSe'den? Op miin woord, Rodenard!
Mijn vader zou je laten ophangen als je
maar half zooveel gebabbeld had als jij van
avond. Schavuit!"
„Monseigneur!" kermde hij weder, „ver-
Ciifenisl Monseigneur, ik wist niet
„Maar het zal c,f,n les voor je wezen, Ium-
de pijn in je vette lichaam zal een les
oor je wezen!"
rr^^! ^cen; zijn krachten waren uit-
vW?\ CjD-u .hermende bloedende hoop
"f. i ?or rniin zw^c-p nog s'eeds niet
Bict rust werd gelalen.
Ik herinner mij nog .dat flauw verlichte
-vertrek, de .verschrikte gezichten waarop
liet Ilikkerend kaarslicht een vreemde scha
duw wierp; liet striemend geluid van de
zweep, rnijn eigen stem, vloeken cn scheld
woorden roepende; Rodenard's kreten,
stemmen hier en daar, die schande riepen
over mijn. gedrag. Toen richtte ik mij uitda
gend op en hield de zweep dreigend om
hoog. Ik was niet gewend dat er aanmer
king werd gemaals^ op mijn gedrag.
„Wie betwijfelt mijn recht?" vroeg ik op
boozen toon, waarop zij allen zwegen. „Als
iemand moed genoeg heelt om zich te ver-
toonen, dan zal ik hem antwoord geven".
Toen niemand antwoord gaf, betuigde ik
mijn verachting door een lach.
..Monseigneur", kermde Rodenard aan
mijn voeten, met zwakke slem.
Bij wijze van antwoord, gaf ik hem een
laatste tik toen wierp ik de zweep die
echt gehavend was in den strijd terug
naar den waard, van wien ik hem geleend
liad.
„Laat dat voldoende zijn, Rodenard", zei
ik, hem even aanrakende met mijn voet.
..Zorg dat je mij nooit meer onder de oogen
komt, als je je ongelukkig leven lieihebt".
„Neen, dat niet monseigneur!" kermde de
ongelukkige. „O neen, dat niet! U hebt mij
gestraft, geslagen, totdat ik niet meer staan
kan; vergeef mij, monseigneur, geef mij nu
vergeving".
„Ik heb je vergiffenis geschonken, maar
ik wil je nooit weerzien, anders mocht ik
eens vergelen, dat ik je vergiffenis heb ge
schonken. Breng hem weg", verzocht ik aan
een paar van mijn 'bedienden. Vlug, stil
zwijgend en gehoorzaam kwamen er dade
lijk twee naar voren en droegen den ker
menden en schreienden man de kamer uit.
Hierna werd gepauzeerd en de gemeen
schappelijke lunch gebruikt-. Na de pauze
werd een demonstratie van de Noordwijk-
sche reddingsmiddelen gehouden, die zeer
de aandacht trok. Dit uitstekend mate
riaal werd algemeen bewonderd.
Daarna kwam ter tafel een voorstel van
het bestuur van de Pers- en Propaganda-
commissie luidende: Ter noodzakelijke ver.
sterking van de Bondskas laat het bestuur
cenige duizenden propaganda-circulaires
drukken, aangevend doel en werking van
den Bond met het doel leden te werven
die f 5 en veelvouden daarvan bijdragen,
welk voorstel door den heer Meyerink werd
toegelicht, en verdedigd. Hij wilde deze
aanvragen doen uitgaan van de brigades.
De heer Hermanides te Noordwijk wilde
de Propaganda-commissie zelf deze pro
paganda laten voeren.
Deze gedachte werd door den voorzitter
gesteund. Devoorzitter stelde namens het
bestuur voor om de P. en P. C. f 75 uit de
Bondskas te veileenen, welk voorstel bij
acclamatie aangenomen werd.
Den Haag (de heer Caron) stelde voor
hier reeds een inschrijving te houden. Den
Haag stelde reeds dadelijk f 15 beschik
baar. Haarlem volgde dit voorbeeld. Noord-
wijk offerde onmiddellijk f 10 voor dit doel.
Daarop kwamen aan de orde twee voor-
len van Haarlem: a. de afdeeling en de
Bond sluiten onderling een overeenkomst,
bepalend, dat geen lid of gewezen lid eener
brigade kan overgaan naar een zusterafdee-
ling, zonder wederzijdsche kennisgeving en
goedkeuring.
b. Indien op demonstraties en zwemfees
ten opdracht-wedstrijden worden uilge
schreven, moet. om de kansen gelijk te ma
ken, aan elke groep dezelfde opdracht ter
uitvoering gegeven worden.
Met het eerste voorstel eigenlijk een
motie, zooals de voorzitter zeide ging na
eenige godaclrtenwisseling de vergadering
accoord.
Het tweede voorstel, een technische kwes
tie, wilde de voorzitter verwijzen naar de
technische commissie. Er werd uitvoerig
over dit voorstel gediscussieerd. Ten slotte
werd overeengekomen, dat bij een kleine
deelneming, slechts één opdracht zal wor
den gegeven. Zijn er veel deelnemers dan
mogen de opdrachten verschillen, doch deze
moeten dan worden gecontroleerd door de
technische commissie.
Het voorstel Noordwijk De examens voor
de bondsdiploma's één of tweemaal per jaar
ook te houden 'op een werkdag, liefst in het
centrum van het land om aan principieel
godsdienstige bezwaren van leden om Zon
dags examen af te leggen tegemoet te ko
men. werd door het bestuur overgenomen
cn daarna bij acclamatie geaccepteerd.
Hierna kwam in bespreking een voorstel
Rotterdam, luidende: De Algemeene verga
dering dringe er bij het Bondsbestuur dat in
één gemeente geen twee brigades met een
en hetzelfde doel worden aangenomen als
lid van den Bond. Dit voorstel vond zijn
grond in een twist tusschen de Brigade Rot
terdam en Hoek van Holland. Besloten werd
dat het bestuur deze kwestie nader zal on
derzoeken en later zoo noodig met oen voor
stel bij de vergadering komen.
Een tweede voorstel van Rotterdam om
het Bondsbestuur opdracht te geven de sta
tuten en Huishoudelijk Reglement van den
Bond in dier voege te wijzigen, dat elke
nieuwe brigade zonder meer een afdeeling
vormt van den Bond cn geen Koninklijke
goedkeuring behoeft, werd in handen van
liet Bondsbestuur gesteld om in overleg met
de voorstellende afdeeling deze kwestie na
der te regelen.
Een derde voorstel was om staande de
vergadering te besluiten tot dc uitgave van
een Bondsorgaan, aanvankelijk op zeer be
scheiden voet. n.l. slechts vier pagina's druk
met door bet Bondsbestuur. zoo noodig en
zoo mogelijk te bepalen bedrag.
De afd. Rotterdam had reeds de exploi
tatie van een blaadje Ier hand genomen en
meende met een garantie van f 100 voor
het eerste jaar klaar te zijn.
Daartoe werd besloten.
Hierna leidde de secretaris de heer Tim
mermans de bespreking in van de wijze,
waarop sleun zal worden verleend aan het
3de Internationaal Congres voor Rcddings-
wezon en Eerste Hulp bij Ongelukken, te
houden te Amsterdam van 711 Septem
ber 1926. Hij stelde voor dal elk der aange
sloten brigades, via den Bond, lid van het
Congres zal worden. Na eenige bespre
kingen werd het v.oorstet aangenomen.
Tot plaats voor de volgende algemeene
vergadering werd Haarlem aangewezen,
waarna de vergadering werd gesloten.
Vervolgens werd door de leden een auto
tocht gemaakt langs de bloemenvelden en
vervolgens vereenigden de meesten zich
aan den gemeenschappeïijken maaltijd in
het Palace hotel.
Sclinttevaer.
Zaterdagmiddag is hel woord gevoerd door
ir. A. A. Mussert, algemeen secretaris van
het Nationaal Comité van Actie tot wijziging
van het verdrag met België.
De heer Bets te Zaandijk stelde voor, dat
de vereeniging Schultevaer een adres lot
de Kamers richle, waarin ze verzoekt, ge
hoord de nadeelen, het wetsontwerp betref
fende het verdrag met België niet aan te
nemen. Het voorstel werd bij acclamatie
aangenomen.
Bij de verkiezing van twe leden van het
hoofdbestuur werden herkozen de heer R.
Bels te Zaandijk en de heer M. de Korte te
Oude Tonge.
Aan het slot van de vergadering bracht
één van de hoofdbestuursleden, de heer
Horlensius, in herinnering, dat de voorzit
ter, de heer H. Smeenge, 35 jaar de leiding
van de vereeniging Schuttevaer had. Ilij
bracht hulde aan den 74-jarigen voorzitter,
die zooveel voor de vereeniging heeftge
daan.
De vergadering stond op en bracht den
voorzitter een ovatie.
De heer R. Buisman le Zwartsluis werd
benoemd lot eerelid van Schuttevaer.
Nederlandsche Unie voor Vrouwenbelan&en.
Zaterdag is te Utrecht de jaarvergadering
gehouden van den Nederlandsche Unie voor
vrouwcnbelangcn.
De voorzitster, mevr. M. B. Boissevain
Pijnappel uit Blaricum, stelde m haar ope
ningswoord met vreugde vast, dat het der
Unie thans geoorloofd is afgevaardigden aan
te wijzen voor de Nederlandsche delegatie
naar het internationaal congres voor vrou
wenkiesrecht.
Spr. hield vervolgens een uitvoerige be
schouwing over het onderwerp van de ambt
of betrekking bekleedende gehuwde vrouw
in de huidige samenleving en sprak de hoop
uit, dat de leden der Unie er steeds voor zul
len blijven ijveren, dat deze quaeslie zoo
min mogelijk door dwang vertroebeld wordt.
De secretaresse, mevr. L. Kappeyne v. d.
CopelloWijgers te Loenen a. d. Vecht,
bracht daarna het jaarverslag uit. Daarin
wordt er o. m. op gewezen, dat. liet het ver
slag over 1924 al een pessimislischen toon
hooren, ook dit verslag niet veel anders kan
zijn. De maatschappelijke positie van de
vrouw" in onze samenleving is. aldus hel
verslag, in het afgeloopen jaar als een hol
lend paard achteruit gegaan. Wat door de I
pioniers in dc vrouwenbeweging met zoo
veel moeite is opgebouwd, is in den laatsten
tijd zoo goed als geheel' teniet gedaan. Niet
alleen zij, die om godsdienstige redenen de
vrouw slechls op haar plaats achten in de
huishouding, doch ook zelfs ultra-modernen
werklen er toe mede het opgelrokkcne weder
af te breken. Actie hiertegen is het werk
van de Unie"en 1925 was dan ook groolen-
deels aan deze actie gewijd. Meer en meer
blijkt, dat uit een. algemeen belang het noo
dig is, dat er meer afdeelingen in het leven
worden geroepen. In de sleden toch, waar
de Unie geen afdeelingen heeft, is het ge
bleken, dat bij minder bewuste leden de be
langstelling voor ons werk en ons streven
gaat lanen.
Onder dank aan de secretaresse werd dit
verslag, zoomede het financieel verslag
goedgekeurd. -
Bij de nu volgende bestuursverkiezing
werd in de vacature, ontslaan door het pe
riodiek aftreden van mevr. M. B. Boisse
vainPijnappel, voorzitster van de Unie,
gekozen prof. mr. W. L. P. A. Molengraaff,
terwijl verder als lid van het bestuur be
noemd werd mevr. mr. C. BakkerVan
Bosse.
Verder hebben mej. Anna Polak en jhr.
mr. D. J. van Lennep een lezing gehouden
over beroepskeuze.
RECLAME.
Een man met een
schoon geschoren
gezicht dwingt res
pect af en doet zijn
werk met plezier.
U ruil altijd een goed geschoren gezicht
hebben, wanoeer U een Valet Veiligheids-
scheermes koopt, en dat iederen morgen
slechts rijf minuten gebruikt.
V eiligheidsscheermes
Importeursfl. I. MEINOERSMA - OEN HAAG.
4123
Spoorweg-ambtenaren.
Ket congres vnn dp,n BonJ van Ambtó-
naren in dienst bij da Nederlandsche Spoor-')
vegen, is in hot V'ereeniging-gebouw „Ge-
sellschafUvarein", in de .Witte de Withstraat
te Rotterdam gehouden.
De Bondsvoorzitter, de heer K. Bloot-
hoofd, liet in zijn openingsrede de revue'
passet-ren wat er in het afgeloopen jaar in
het bondsleven was geschied.
Na de openingsrede was het woord aan
de buitenlandsche gasten. Voor de Eugeiscke
ambienaarsorganiiatie voerde Latham hst
woord. Mede was voor dezen Bond aan
wezig de heer Willis. Voor de Beierscha
organisatie waren aanwezig de heeien
liadlinger en Bauer, voor de Hongaren Yun
Heger, voor de Belgen Verbenen, Brixhe en
Bomans. De Fransche organisatie had geen
afgevaardigde gezonden, omdat d ze organi
satie zelve dezer dagen congresseert.
Do aftredende leden vhn het hoofdbestuur
H. Borema, A. vau der Heg en J. H. Peters
werden herkozen.
Besloten werd h.-t volgende congres in
Haarlem te houden.
Met lOü tegen 6 stemmen werd na uit
voerige bespreking besloten de aansluiting
bg bet Internationale Bureau van Vakorgani
saties van Spoorwegambtenaren t3 beves
tigen.
Zeer langdurige besprekingen vonden
plaats over het voorstel-Utrecht om over
te gaan tot aansluiting van dc-n B.A.N.S.
bij de Internationale Trsnsportarbeiders-
ï'ederatie.
Ten slotte werd het voorstel tot aan
sluiting bij de I.T.F. verworpen met 100
tegen 11 stemmen. Alleen de afdeelingen
Den Haag, Deventer en Enschede stemden
voor.
Bij de behandeling van een aintai voor
tstellen betreffende de regeling der dienst
en rusttijden, zeide de voorzitter te be
treuren, dat de directie der Nederlandsche
Sjvoorwegon den 8 uren-dag verkracht;
oaarin geholpen door den Minister, die
steeds liandlangersdiensten verrichtte voor
hen, die den arbeidstijd verslechteren. Spr.
noemt deze sabotage de wondeplek aan de
Ned&rl. Spoorwegen. (Luid applaus)-
Spr. vertrouwt, dat de Personeelraad
deze kwestie ernstig onder de oogen zal
zien en aan de diensttijden van 9, 9'/s
en 10 uur per dag een einde zal maken.
Het is, volgens spr., niet onmogelijk, dat
deze kwestie spoedig op ten gemeenschap
pelijk congres der verschillende organisaties
behandeld zullen worden.
Ruim 40 punten der agenda konJon niet
meer behandeld worden. Deze punten werden
vei wezen naar de op 9 Mei a.s. te Utrecht
te houden vakgroepvergaderingen.
Christelijke kantoor- en handelsbedienden.
Te Uireclit is de 31ste algemeene verga
dering van de Nederlandsche Vereeniging
van Christelijke kantoor- en handelsbe
dienden begonnen
De voorzitter, de heer G. Baas Kzn. uit
Amsterdam wees er in zijn openingswoord
op, dat er in de vereeniging thans meer le
ven is en dal de werkloosheid onder de
leden minder is geworden.
Uitvoerige besprekingen werden gehou
den over het jaarverslag volgens hetwelk
het ledental in 1925 mei 385 achteruit ging
op 31 December 1925 telde de vereeniging
„Waar gaat u naar toe?"
„Naar den drommel of naar Beaugency,
ik weet nog niet welk van de twee, het doet
er ook niet toe".
Hij keek mij verbaasd aan, maar hij wist
te goed hoe het behoort om le vragen naar
zaken die hij als een geheim beschouwde.
„En de koning?" waagde hij in het mid
den le brengen.
„Zijn majesteit heeft mij reeds ontslagen
van mijn werkzaamheden aan het hof".
En toch vertrok ik dien dag niet; lot
's avonds toe was ik bij het plan gebleven,
maar toen begreep ik dat het ie laat was en
ik stelde mijn vertrek uit lot den volgenden
dag. Ik kan geen reden opgeven voor mijn
talmen. Misschien kwam hel voort uit mijn
lusteloosheid, misschien was het een ge
heimzinnige hand die mij weerhield Dat
mag zoo zijn, ja of nec-n, dat ik nog een
nacht in het hotel te Toulouse bleef was
een van die toevallige 'gebeurtenissen die,
hoe onbeduidend op zich zelf, groole gevol
gen kunnen hebben. Was ik dien dag naai
Beaugency vertrokken, dan zoudl ge waar
schijnlijk nooit van mij gehoord hebben
tenminste niet van mij zeil want hei
geen ik u tot nog loe verteld heb, zonder
hetgeen nog moei volgen, was waarschijn
lijk weinig de moeile waard om op le schrij
ven.
Ik ve-rlrok dus 's morgens; maar daar hef
niet vroeg meer was, kwamen wij niet ver
der dan Grénade, waar wij opnieuw in het
Hotel de Kroon logeerden. En daar ik mijn
vertrek slechts één dag had uilgesleld kwam
er gelukkig een boodschap lot mij voordat
het nog le laat was.
(Wordt vervolgd)ra£'
De wisseling aan Oorlog.
De afgetreden Minister van Oorlog, de
heer Van Koyen. is Zaterdagnamiddag door
da Koningin in afscheids-audiëutie ontvangen.
Tewerkstelling van dienstweigeraars.
Op de vragen van den heer zadelhof!
betreffende de tewerkstelling van dienstwei
geraars, heeft Minister Van Royen, thans
afgetreden, erkend, dat het juist is, dat van
de 2u dienstplichtigen, van wie volgons de
Memorie van Antwoord op Hoofdstuk VIII
oi.der beroep op do bepalingen der Dienst-
weigeringswet de bezwaren zijn erkeud, om
trent einde Februari nog slechts drie waren
te werk gesteld bij een anderen tak van
Staatsdienst.
Den Minister is bekend, dat onder die
nog net te werk gestelden er zich be
vinden, die reeds in December 1921 door
de commissie zijn gehoord.
Aangeaien er geen bepaalde inrichting
bestaat, waar dienstweigeraars geplaatst
kunnen worden, moet voor ieder afzonderlijk
een plaats worden gezocht bg een of anderen
niet'ndiitairen tak van Staatsdienst.
De Minister heeft over deze takken van
dienst geen zeggenschap, zoodal do hulp
moet worden ingeroepen van. de hoofden van
andei.- Departementen, ten einde een onder
zoek in te stellen of bij een van de onder
hen lessortesrendo instellingen plaatsing
mogelijk is. Dit alles vovdert voel tijd.
Maatregelen om de plaatsing te bespoedigen
zijn in voorbereiding.
De beslissing, of de bezwaren van hen,
die zich op de Dienstweigeringswet beroe
pen, al dan niet worden erkend, pleegt steeds
spoedig na het verhoor door de commissie
to worden genomen. Aan hen, wior be
zwaren worden afgewezen, of die,onder
erkenning hunner bezwaren, met hospitaal-
dienst worden belast, wordt deze beslissing
ook spoedig medegedeeld. Aan de overigen
echter is tot nog toe, op grond van de be
woordingen van art. 3 der Dienstweigerings
wet, de erkenning hunner bezwaren mede
gedeeld in dezelfde beschikking, waarbij zij
warden vrijgesteld van den militairen dienst
cn te werk gesteld bg een niet militairen
tak van Staatsdienst. In verband met de
hierboven geschetste moeilijkheden om een
burgerbetrekking voor dienstweigeraars te
vinden, heeft de laatstbedoelde categorie
van dienstweigeraars dikwijls maandenlang
moeten wachten op de beslissing, waaruit
de erkenning hunner bezwaren bleek.
Do Minister is van oordeel, dat, zonder
aan de bewoordingen der Dienstweigerings
wet geweld aan te doen, in net belang
'der betrokkenen de tot dusver gevolgdo
gedragslijn aldus kan worden gewijzigd, dat
'hun do erkenning hunner bezwaren aanstonds
wordt medegedeeld, onder toevoeging, dat
Vrijstelling van den militairen dienst zal
volgen, zoodra voor hen een passende werk
kring brj een niet militairen tak van Staats
dienst zal zijn gevonden.
Rechtspositie Secretarie-personeel.
Het bestuur der Afdeeling Zuid-Holland
Van den Nederlandechen Bond van Gemeente
ambtenaren heeft benoemd tot leden der
commissie, welke zal rapportesren omtrent
'de rechtspositie van het secretarie-persoueel
in de gemeenten Zuid-Holland, de heeren
C. J. van der Lelie, te Leiden, voorzitter;
O. J. van As, te Gouda; K. H. Brandt, te
Rotterdam; A. Dekker, te Noordwijk; P. H.
van der Hoff. te Hardiuxveld; A. Schipper,
te Oud-Beijerland, en W. M. Straathof, te
Brielle.
Samengaan van Verbond van Actnalisten
en Vaderlandsch Verbond.
De Centrale raad van het Verbond van
Actualisten beeft sinds eenigen tijd onder
handelingen met bet hoofdbestuur van het
Vad'mandsch Verbond over d: mogelijkh.id
van samenwerking gevoerd. De beide be
sturen werden het er over eens, dat het
gezamenlijk stichten van een nieuwe ver
eeniging wenschelgk en mogelijk is. De
voor de hand liggende oplossing was, dat
beédo vereeniging en bg het stichten van
een nieuwe vereeniging in liquidatie zouden
gaan.
Voor het Verbond van Actualisten lesk
dit praclisch onmogelijk, omdat statutair
een daartoe strekkend besluit door de
alg-meeno vergadering slechts met alge
meene stemmen kan worden genomen, zoo
dat een enkele tegenstemmerde wenschen'
van alle andere leden kan verijdelen.
Een gisteren onder leiding van den voor
zitter, dr. K. H. E. de Jong, te Utrecht
gehouden algemeene vergadering van het
Verbond van Actualisten, heeft nu met
slechts eenige stemmen tegen het beleid
van den centraien raad goedgekeurd en
besloten alle leden, die samenwerking met
het Vaderlandsch Verbond wenschen, op
te wekken uit het Verbond van Actualisten
te treden en zich om den voorzitter, dr.
De Jong te scharen tot een groep, die met
het Vaderlandsch Verbond, de stichting aan
een nieuwe vereeniging zal nastreven.
Nederlandsche Bond tot het redden
van drenkelingen.
Gisteren werd te Noordwijk aan Zee in
't Palace-hotcl aan den Noord-Boulevard de
algemeene vergadering gehouden van den
Ncderlandschen Bond tot het redden van
Drenkelingen. De vergadering, die vrij druk
bezocht was er waren 15 aldeelingen ver
tegenwoordigd werd geleid door den voor
zitter mr. L. H. Fechotle, le Amsterdam, die
de bijeenkomst met een kort woord opende.
Na goedkeuring der notulen bracht de
secretaris hel jaarverslag uit. Daaruit bleek
de Bond in 1925 wederom belangrijk is uit
gebreid door toetreding van de Boskoopsche
Brigade. De Dordtsehe brigade, Hoek van
Holland, de vereen, lot bet verleenen van
Plaatselijke Hulp bij ongelukken, de Roller-
damsehe Vrijwillige Brigade lot het redden
van drenkelingen en de Wijk aan Zeeër
Reddingsbrigade. Tegenover deze aanwinst
stond het verlies van do Leidsclie reddings
brigade die echter gelukkig nu een lezing
van den propagandist den heer A. J. Meye
rink, weder is herleeft. Het opwekken der
levensgeesten der Zwolsche Reddingsbrigade
heeft geen resultaat gehad.
Het secretariaat is in het atgeloop'cn jaar
zwaar getrollen door het verlies van 2 stille
medewerkers de heeren H. T. P. Keule-
mans, die overleed en den beer J. C. La-
mers, die naar Rotterdam vertrok.
Met de oprichting van een officieel or
gaan kwam een reeds land gekoesterde
wensch in vervulling.
Niettegenstaande den steun van f 500 per
jaar van het Carnegie-Heldenfonds en f 300
per jaar van den Maatschappij lot redding
van drenkelingen, eischt de financieele toe
stand van den Bond dringend voorziening.
Van de hand van den voorzilter van de
Pers en Propaganda-commissie verscheen
een hoekje „De gevaren der zee voor baders
en zwemmers", waarvoor de heer C. H. Her
manides, arts te Noordwijk aan Zee een
voorwoord schreef.
Er werden in verband met en naar aan
leiding van het verslag nog enkele opmer
kingen gemaakt.
Daarna werd het verslag goedgekeurd.
Uit het financieel r-erslag van den pen-
nenmeester, den lieer D. G. de Haan, dat
na enkele opmerkingen ook werd goedge
keurd, bleek dat de ontvangsten hebben
bedragen f 1490.33, waarvan aan contribu-
tiën en donaties f 289.20, aan oubsidie f 800,
De. uitgaven bedroegen in totaal f 1334.231.
Het secretariaat veroischte een uitgave
van f328.70. Het saldo dat in 1924 f 371.13
bedroeg, was nu gedaald tot f 156.091.
De begrooting voor het dienstjaar 1928
werd vastgesteld op een bedrag van f 1320
in ontvangst on uitgaaf. De opbrengst uit
contribution en donaties wordt geraamd
op f 425, en dat der subsidies op f 800.
Ook deze begrooting werd bij acclamatie
goedgekeurd
Tot bestuursleden werden herbenoemd dc
heeren J. D. Timmermans, A. A. Bierlee
en -J van Gemen. en in de twee bestaande
vacatures alléén benoemd de heer J. van
Riet, uit Rotterdam. De heer Bierlee werd
tot penningmeester benoemd. Tot leden der
technische commissie de heeren A A. Bier.
lee, H. Culius, J. W. van Gemen en A. J.
Meyerink. Aan het bestuur werd dc vrij
heid gegeven zelf de commissie voor dc
controle op het financieel beheer te benoe
men.
Toen dat was afgeloopen, zei ik op gebie
denden toon:
„Waard, maak een kamer voor mij ge
reed. En laat een paar van jullie meegaan
om mij le bedienen".
Daarna gaf ik mijn bevelen omtrent mijn
bagage, die door c-en paar van mijn bedien
den naar de kamer werd gebracht, welke in
allerijl door den waard gereed was ge
maakt. In die kamer bleef ik langen tijd op
zitten, len prooi aan de grootste ellende en
wanhoop. Toen ik uilgewoed was had ik
wel even aan den armen Ganymedes mogen
denken, maar mijn eigen zaken wogen mij
zeer zwaar en beheerschlen onbetwist al
mijn gedachten dien nacht.
Het eene oogenblik dacht ik eT over naar
Lavédan te gaan; het volgende Het ik dat
plan weer varen. Waartoe zou dat dienen?
Zou Roxalanne gelooven wat ik haar te zeg
gen had? Zou zij niet denkon, hetgeen niet
te verwonderen zou zijn, dat mijn bekente
nis van de waarheid van een verhaal, dat
ik niet met mogelijkheid ontkennen kon,
niet vrijwillig was, maar door de omstan
digheden genoodzaakt? Neen, daar was
niets aan te doen? Moest nu juist dezen
eersten keer, dat ik een innige liefde voor
iemand voelde, alles verkeerd gaan?
Ik sliep slecht toen ik eindelijk naar bed
ging en tobde steeds over mijn ongelukkige
liefde.
's Morgens besloot ik uit Toulouse te ver
trekken dit gewest te verlaten waar ik
zooveel ondervonden had mij te Beau
gency terug te trekken en daar oud (e wor
den in -misanlhropische afzondering. Ik had
afgedaan met het hofleven, afgedaan met
liefde, met vrouwen, ik had afgedaan met
hef leven. Het had mij veel gegeven waf ik
niet gezocht had. Hef had mijn tafel voor
zien van de rijkste spijzen, zoowel letterlijk
als figuurlijk. Ze hadden mij niet bekoord,
ze hadden mij spoedig tegengestaan. En nu
in dit afgelegen hoekje van Frankrijk had
het mij het eenige getoond wat ik verlang
de, maar hel was spoedig builen mijn be
reik gezet en had mij voor eeuwig ongeluk
kig gemaakt.
Ik sprak Caslolroux dien dag, maar ver
telde hem niet3 van mijn verdriet. Hij
bracht mij tijding van Chatelleraull. De toe
stand van den graaf was zeer gevaarlijk;
hij lag in het hotel Royal en mocht niel
vervoerd worden. De dokier wanhoopte aan
zijn leven.
„Hij wou u spreken", zei Caslelroux.
Maar daar had ik geen zin in. Al had hij
mij veel kwaad gedaan, en al verachtte ik
hem diep, toch was ik bang dat zijn toestand
mijn medelijden zou opwekken en ik was
niet in een stemming om mijn medelijden
le verkwisten voor een man als Chatelle-
rault zelfs op zijn doodsbed terwijl ik
zelf zooveel behoefte had aan medelijden.
„Neen, ik ga niet", zei ik na eenig naden
ken. „Zeg hem uit mijn naam dat ik hem
vergiffenis schenk, als hij daar tenminste
behoefte aan heeft en dat hij liever zijn
testament moest maken om mij laler moeite
te besparen als hij mocht komen le over
lijden".
Ik zei dit omdat ik geen lust had, indien
hij zonder testament stierf zijn naast erf
genamen te gaan opzoeken en hun mee te
declen dat mijn bezittingen in Picardië nu
aan hen toebehoorden.
Caslelroux trachlle mij nog over (e haten
naar hem toe tc gaan, maar ik blééf bij mijn
besluit,
„Ik ga vandaag van hier vertrekken",
deelde ik hem mee.