De Markies v. Sardelys VALET No. 20281. LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 26 April Tweede Blad Anno 1926. FEUILLETON. BINNENLAND. Naar het Engelsch van RAFAëL SABATINI. 42) Don volgenden morgen had ik reeds bitter berouw over' zooveel wreedheid. Maar op tiat oogenblik luisterde ik niet naar rede. Ik was krankzinnig en deze beestachtige wreedheid was een gevolg van mijn krank zinnigheid. „Je wou in een herberg "praten over mij en mijn zaken, rakker!" riep ik uit, builen adem van woede en uitputting. ,,Laat de herinnering aan dit oogenblik voortaan je vergiflige tong beteugelen". ..Monsieur!" kermde hij. „Wees barm hartig, monsieur!" „Jawel! barmhartigheid! net zooveel als ie verdienl. Heb ik je daarvoor al deze jaren vertrouwd cn heeft mijn vader je niet vóór mij vertrouwd? Ben je.dik en vet en wel gedaan geworden in mijn dienst om mij dit Ir vcrSe'den? Op miin woord, Rodenard! Mijn vader zou je laten ophangen als je maar half zooveel gebabbeld had als jij van avond. Schavuit!" „Monseigneur!" kermde hij weder, „ver- Ciifenisl Monseigneur, ik wist niet „Maar het zal c,f,n les voor je wezen, Ium- de pijn in je vette lichaam zal een les oor je wezen!" rr^^! ^cen; zijn krachten waren uit- vW?\ CjD-u .hermende bloedende hoop "f. i ?or rniin zw^c-p nog s'eeds niet Bict rust werd gelalen. Ik herinner mij nog .dat flauw verlichte -vertrek, de .verschrikte gezichten waarop liet Ilikkerend kaarslicht een vreemde scha duw wierp; liet striemend geluid van de zweep, rnijn eigen stem, vloeken cn scheld woorden roepende; Rodenard's kreten, stemmen hier en daar, die schande riepen over mijn. gedrag. Toen richtte ik mij uitda gend op en hield de zweep dreigend om hoog. Ik was niet gewend dat er aanmer king werd gemaals^ op mijn gedrag. „Wie betwijfelt mijn recht?" vroeg ik op boozen toon, waarop zij allen zwegen. „Als iemand moed genoeg heelt om zich te ver- toonen, dan zal ik hem antwoord geven". Toen niemand antwoord gaf, betuigde ik mijn verachting door een lach. ..Monseigneur", kermde Rodenard aan mijn voeten, met zwakke slem. Bij wijze van antwoord, gaf ik hem een laatste tik toen wierp ik de zweep die echt gehavend was in den strijd terug naar den waard, van wien ik hem geleend liad. „Laat dat voldoende zijn, Rodenard", zei ik, hem even aanrakende met mijn voet. ..Zorg dat je mij nooit meer onder de oogen komt, als je je ongelukkig leven lieihebt". „Neen, dat niet monseigneur!" kermde de ongelukkige. „O neen, dat niet! U hebt mij gestraft, geslagen, totdat ik niet meer staan kan; vergeef mij, monseigneur, geef mij nu vergeving". „Ik heb je vergiffenis geschonken, maar ik wil je nooit weerzien, anders mocht ik eens vergelen, dat ik je vergiffenis heb ge schonken. Breng hem weg", verzocht ik aan een paar van mijn 'bedienden. Vlug, stil zwijgend en gehoorzaam kwamen er dade lijk twee naar voren en droegen den ker menden en schreienden man de kamer uit. Hierna werd gepauzeerd en de gemeen schappelijke lunch gebruikt-. Na de pauze werd een demonstratie van de Noordwijk- sche reddingsmiddelen gehouden, die zeer de aandacht trok. Dit uitstekend mate riaal werd algemeen bewonderd. Daarna kwam ter tafel een voorstel van het bestuur van de Pers- en Propaganda- commissie luidende: Ter noodzakelijke ver. sterking van de Bondskas laat het bestuur cenige duizenden propaganda-circulaires drukken, aangevend doel en werking van den Bond met het doel leden te werven die f 5 en veelvouden daarvan bijdragen, welk voorstel door den heer Meyerink werd toegelicht, en verdedigd. Hij wilde deze aanvragen doen uitgaan van de brigades. De heer Hermanides te Noordwijk wilde de Propaganda-commissie zelf deze pro paganda laten voeren. Deze gedachte werd door den voorzitter gesteund. Devoorzitter stelde namens het bestuur voor om de P. en P. C. f 75 uit de Bondskas te veileenen, welk voorstel bij acclamatie aangenomen werd. Den Haag (de heer Caron) stelde voor hier reeds een inschrijving te houden. Den Haag stelde reeds dadelijk f 15 beschik baar. Haarlem volgde dit voorbeeld. Noord- wijk offerde onmiddellijk f 10 voor dit doel. Daarop kwamen aan de orde twee voor- len van Haarlem: a. de afdeeling en de Bond sluiten onderling een overeenkomst, bepalend, dat geen lid of gewezen lid eener brigade kan overgaan naar een zusterafdee- ling, zonder wederzijdsche kennisgeving en goedkeuring. b. Indien op demonstraties en zwemfees ten opdracht-wedstrijden worden uilge schreven, moet. om de kansen gelijk te ma ken, aan elke groep dezelfde opdracht ter uitvoering gegeven worden. Met het eerste voorstel eigenlijk een motie, zooals de voorzitter zeide ging na eenige godaclrtenwisseling de vergadering accoord. Het tweede voorstel, een technische kwes tie, wilde de voorzitter verwijzen naar de technische commissie. Er werd uitvoerig over dit voorstel gediscussieerd. Ten slotte werd overeengekomen, dat bij een kleine deelneming, slechts één opdracht zal wor den gegeven. Zijn er veel deelnemers dan mogen de opdrachten verschillen, doch deze moeten dan worden gecontroleerd door de technische commissie. Het voorstel Noordwijk De examens voor de bondsdiploma's één of tweemaal per jaar ook te houden 'op een werkdag, liefst in het centrum van het land om aan principieel godsdienstige bezwaren van leden om Zon dags examen af te leggen tegemoet te ko men. werd door het bestuur overgenomen cn daarna bij acclamatie geaccepteerd. Hierna kwam in bespreking een voorstel Rotterdam, luidende: De Algemeene verga dering dringe er bij het Bondsbestuur dat in één gemeente geen twee brigades met een en hetzelfde doel worden aangenomen als lid van den Bond. Dit voorstel vond zijn grond in een twist tusschen de Brigade Rot terdam en Hoek van Holland. Besloten werd dat het bestuur deze kwestie nader zal on derzoeken en later zoo noodig met oen voor stel bij de vergadering komen. Een tweede voorstel van Rotterdam om het Bondsbestuur opdracht te geven de sta tuten en Huishoudelijk Reglement van den Bond in dier voege te wijzigen, dat elke nieuwe brigade zonder meer een afdeeling vormt van den Bond cn geen Koninklijke goedkeuring behoeft, werd in handen van liet Bondsbestuur gesteld om in overleg met de voorstellende afdeeling deze kwestie na der te regelen. Een derde voorstel was om staande de vergadering te besluiten tot dc uitgave van een Bondsorgaan, aanvankelijk op zeer be scheiden voet. n.l. slechts vier pagina's druk met door bet Bondsbestuur. zoo noodig en zoo mogelijk te bepalen bedrag. De afd. Rotterdam had reeds de exploi tatie van een blaadje Ier hand genomen en meende met een garantie van f 100 voor het eerste jaar klaar te zijn. Daartoe werd besloten. Hierna leidde de secretaris de heer Tim mermans de bespreking in van de wijze, waarop sleun zal worden verleend aan het 3de Internationaal Congres voor Rcddings- wezon en Eerste Hulp bij Ongelukken, te houden te Amsterdam van 711 Septem ber 1926. Hij stelde voor dal elk der aange sloten brigades, via den Bond, lid van het Congres zal worden. Na eenige bespre kingen werd het v.oorstet aangenomen. Tot plaats voor de volgende algemeene vergadering werd Haarlem aangewezen, waarna de vergadering werd gesloten. Vervolgens werd door de leden een auto tocht gemaakt langs de bloemenvelden en vervolgens vereenigden de meesten zich aan den gemeenschappeïijken maaltijd in het Palace hotel. Sclinttevaer. Zaterdagmiddag is hel woord gevoerd door ir. A. A. Mussert, algemeen secretaris van het Nationaal Comité van Actie tot wijziging van het verdrag met België. De heer Bets te Zaandijk stelde voor, dat de vereeniging Schultevaer een adres lot de Kamers richle, waarin ze verzoekt, ge hoord de nadeelen, het wetsontwerp betref fende het verdrag met België niet aan te nemen. Het voorstel werd bij acclamatie aangenomen. Bij de verkiezing van twe leden van het hoofdbestuur werden herkozen de heer R. Bels te Zaandijk en de heer M. de Korte te Oude Tonge. Aan het slot van de vergadering bracht één van de hoofdbestuursleden, de heer Horlensius, in herinnering, dat de voorzit ter, de heer H. Smeenge, 35 jaar de leiding van de vereeniging Schuttevaer had. Ilij bracht hulde aan den 74-jarigen voorzitter, die zooveel voor de vereeniging heeftge daan. De vergadering stond op en bracht den voorzitter een ovatie. De heer R. Buisman le Zwartsluis werd benoemd lot eerelid van Schuttevaer. Nederlandsche Unie voor Vrouwenbelan&en. Zaterdag is te Utrecht de jaarvergadering gehouden van den Nederlandsche Unie voor vrouwcnbelangcn. De voorzitster, mevr. M. B. Boissevain Pijnappel uit Blaricum, stelde m haar ope ningswoord met vreugde vast, dat het der Unie thans geoorloofd is afgevaardigden aan te wijzen voor de Nederlandsche delegatie naar het internationaal congres voor vrou wenkiesrecht. Spr. hield vervolgens een uitvoerige be schouwing over het onderwerp van de ambt of betrekking bekleedende gehuwde vrouw in de huidige samenleving en sprak de hoop uit, dat de leden der Unie er steeds voor zul len blijven ijveren, dat deze quaeslie zoo min mogelijk door dwang vertroebeld wordt. De secretaresse, mevr. L. Kappeyne v. d. CopelloWijgers te Loenen a. d. Vecht, bracht daarna het jaarverslag uit. Daarin wordt er o. m. op gewezen, dat. liet het ver slag over 1924 al een pessimislischen toon hooren, ook dit verslag niet veel anders kan zijn. De maatschappelijke positie van de vrouw" in onze samenleving is. aldus hel verslag, in het afgeloopen jaar als een hol lend paard achteruit gegaan. Wat door de I pioniers in dc vrouwenbeweging met zoo veel moeite is opgebouwd, is in den laatsten tijd zoo goed als geheel' teniet gedaan. Niet alleen zij, die om godsdienstige redenen de vrouw slechls op haar plaats achten in de huishouding, doch ook zelfs ultra-modernen werklen er toe mede het opgelrokkcne weder af te breken. Actie hiertegen is het werk van de Unie"en 1925 was dan ook groolen- deels aan deze actie gewijd. Meer en meer blijkt, dat uit een. algemeen belang het noo dig is, dat er meer afdeelingen in het leven worden geroepen. In de sleden toch, waar de Unie geen afdeelingen heeft, is het ge bleken, dat bij minder bewuste leden de be langstelling voor ons werk en ons streven gaat lanen. Onder dank aan de secretaresse werd dit verslag, zoomede het financieel verslag goedgekeurd. - Bij de nu volgende bestuursverkiezing werd in de vacature, ontslaan door het pe riodiek aftreden van mevr. M. B. Boisse vainPijnappel, voorzitster van de Unie, gekozen prof. mr. W. L. P. A. Molengraaff, terwijl verder als lid van het bestuur be noemd werd mevr. mr. C. BakkerVan Bosse. Verder hebben mej. Anna Polak en jhr. mr. D. J. van Lennep een lezing gehouden over beroepskeuze. RECLAME. Een man met een schoon geschoren gezicht dwingt res pect af en doet zijn werk met plezier. U ruil altijd een goed geschoren gezicht hebben, wanoeer U een Valet Veiligheids- scheermes koopt, en dat iederen morgen slechts rijf minuten gebruikt. V eiligheidsscheermes Importeursfl. I. MEINOERSMA - OEN HAAG. 4123 Spoorweg-ambtenaren. Ket congres vnn dp,n BonJ van Ambtó- naren in dienst bij da Nederlandsche Spoor-') vegen, is in hot V'ereeniging-gebouw „Ge- sellschafUvarein", in de .Witte de Withstraat te Rotterdam gehouden. De Bondsvoorzitter, de heer K. Bloot- hoofd, liet in zijn openingsrede de revue' passet-ren wat er in het afgeloopen jaar in het bondsleven was geschied. Na de openingsrede was het woord aan de buitenlandsche gasten. Voor de Eugeiscke ambienaarsorganiiatie voerde Latham hst woord. Mede was voor dezen Bond aan wezig de heer Willis. Voor de Beierscha organisatie waren aanwezig de heeien liadlinger en Bauer, voor de Hongaren Yun Heger, voor de Belgen Verbenen, Brixhe en Bomans. De Fransche organisatie had geen afgevaardigde gezonden, omdat d ze organi satie zelve dezer dagen congresseert. Do aftredende leden vhn het hoofdbestuur H. Borema, A. vau der Heg en J. H. Peters werden herkozen. Besloten werd h.-t volgende congres in Haarlem te houden. Met lOü tegen 6 stemmen werd na uit voerige bespreking besloten de aansluiting bg bet Internationale Bureau van Vakorgani saties van Spoorwegambtenaren t3 beves tigen. Zeer langdurige besprekingen vonden plaats over het voorstel-Utrecht om over te gaan tot aansluiting van dc-n B.A.N.S. bij de Internationale Trsnsportarbeiders- ï'ederatie. Ten slotte werd het voorstel tot aan sluiting bij de I.T.F. verworpen met 100 tegen 11 stemmen. Alleen de afdeelingen Den Haag, Deventer en Enschede stemden voor. Bij de behandeling van een aintai voor tstellen betreffende de regeling der dienst en rusttijden, zeide de voorzitter te be treuren, dat de directie der Nederlandsche Sjvoorwegon den 8 uren-dag verkracht; oaarin geholpen door den Minister, die steeds liandlangersdiensten verrichtte voor hen, die den arbeidstijd verslechteren. Spr. noemt deze sabotage de wondeplek aan de Ned&rl. Spoorwegen. (Luid applaus)- Spr. vertrouwt, dat de Personeelraad deze kwestie ernstig onder de oogen zal zien en aan de diensttijden van 9, 9'/s en 10 uur per dag een einde zal maken. Het is, volgens spr., niet onmogelijk, dat deze kwestie spoedig op ten gemeenschap pelijk congres der verschillende organisaties behandeld zullen worden. Ruim 40 punten der agenda konJon niet meer behandeld worden. Deze punten werden vei wezen naar de op 9 Mei a.s. te Utrecht te houden vakgroepvergaderingen. Christelijke kantoor- en handelsbedienden. Te Uireclit is de 31ste algemeene verga dering van de Nederlandsche Vereeniging van Christelijke kantoor- en handelsbe dienden begonnen De voorzitter, de heer G. Baas Kzn. uit Amsterdam wees er in zijn openingswoord op, dat er in de vereeniging thans meer le ven is en dal de werkloosheid onder de leden minder is geworden. Uitvoerige besprekingen werden gehou den over het jaarverslag volgens hetwelk het ledental in 1925 mei 385 achteruit ging op 31 December 1925 telde de vereeniging „Waar gaat u naar toe?" „Naar den drommel of naar Beaugency, ik weet nog niet welk van de twee, het doet er ook niet toe". Hij keek mij verbaasd aan, maar hij wist te goed hoe het behoort om le vragen naar zaken die hij als een geheim beschouwde. „En de koning?" waagde hij in het mid den le brengen. „Zijn majesteit heeft mij reeds ontslagen van mijn werkzaamheden aan het hof". En toch vertrok ik dien dag niet; lot 's avonds toe was ik bij het plan gebleven, maar toen begreep ik dat het ie laat was en ik stelde mijn vertrek uit lot den volgenden dag. Ik kan geen reden opgeven voor mijn talmen. Misschien kwam hel voort uit mijn lusteloosheid, misschien was het een ge heimzinnige hand die mij weerhield Dat mag zoo zijn, ja of nec-n, dat ik nog een nacht in het hotel te Toulouse bleef was een van die toevallige 'gebeurtenissen die, hoe onbeduidend op zich zelf, groole gevol gen kunnen hebben. Was ik dien dag naai Beaugency vertrokken, dan zoudl ge waar schijnlijk nooit van mij gehoord hebben tenminste niet van mij zeil want hei geen ik u tot nog loe verteld heb, zonder hetgeen nog moei volgen, was waarschijn lijk weinig de moeile waard om op le schrij ven. Ik ve-rlrok dus 's morgens; maar daar hef niet vroeg meer was, kwamen wij niet ver der dan Grénade, waar wij opnieuw in het Hotel de Kroon logeerden. En daar ik mijn vertrek slechts één dag had uilgesleld kwam er gelukkig een boodschap lot mij voordat het nog le laat was. (Wordt vervolgd)ra£' De wisseling aan Oorlog. De afgetreden Minister van Oorlog, de heer Van Koyen. is Zaterdagnamiddag door da Koningin in afscheids-audiëutie ontvangen. Tewerkstelling van dienstweigeraars. Op de vragen van den heer zadelhof! betreffende de tewerkstelling van dienstwei geraars, heeft Minister Van Royen, thans afgetreden, erkend, dat het juist is, dat van de 2u dienstplichtigen, van wie volgons de Memorie van Antwoord op Hoofdstuk VIII oi.der beroep op do bepalingen der Dienst- weigeringswet de bezwaren zijn erkeud, om trent einde Februari nog slechts drie waren te werk gesteld bij een anderen tak van Staatsdienst. Den Minister is bekend, dat onder die nog net te werk gestelden er zich be vinden, die reeds in December 1921 door de commissie zijn gehoord. Aangeaien er geen bepaalde inrichting bestaat, waar dienstweigeraars geplaatst kunnen worden, moet voor ieder afzonderlijk een plaats worden gezocht bg een of anderen niet'ndiitairen tak van Staatsdienst. De Minister heeft over deze takken van dienst geen zeggenschap, zoodal do hulp moet worden ingeroepen van. de hoofden van andei.- Departementen, ten einde een onder zoek in te stellen of bij een van de onder hen lessortesrendo instellingen plaatsing mogelijk is. Dit alles vovdert voel tijd. Maatregelen om de plaatsing te bespoedigen zijn in voorbereiding. De beslissing, of de bezwaren van hen, die zich op de Dienstweigeringswet beroe pen, al dan niet worden erkend, pleegt steeds spoedig na het verhoor door de commissie to worden genomen. Aan hen, wior be zwaren worden afgewezen, of die,onder erkenning hunner bezwaren, met hospitaal- dienst worden belast, wordt deze beslissing ook spoedig medegedeeld. Aan de overigen echter is tot nog toe, op grond van de be woordingen van art. 3 der Dienstweigerings wet, de erkenning hunner bezwaren mede gedeeld in dezelfde beschikking, waarbij zij warden vrijgesteld van den militairen dienst cn te werk gesteld bg een niet militairen tak van Staatsdienst. In verband met de hierboven geschetste moeilijkheden om een burgerbetrekking voor dienstweigeraars te vinden, heeft de laatstbedoelde categorie van dienstweigeraars dikwijls maandenlang moeten wachten op de beslissing, waaruit de erkenning hunner bezwaren bleek. Do Minister is van oordeel, dat, zonder aan de bewoordingen der Dienstweigerings wet geweld aan te doen, in net belang 'der betrokkenen de tot dusver gevolgdo gedragslijn aldus kan worden gewijzigd, dat 'hun do erkenning hunner bezwaren aanstonds wordt medegedeeld, onder toevoeging, dat Vrijstelling van den militairen dienst zal volgen, zoodra voor hen een passende werk kring brj een niet militairen tak van Staats dienst zal zijn gevonden. Rechtspositie Secretarie-personeel. Het bestuur der Afdeeling Zuid-Holland Van den Nederlandechen Bond van Gemeente ambtenaren heeft benoemd tot leden der commissie, welke zal rapportesren omtrent 'de rechtspositie van het secretarie-persoueel in de gemeenten Zuid-Holland, de heeren C. J. van der Lelie, te Leiden, voorzitter; O. J. van As, te Gouda; K. H. Brandt, te Rotterdam; A. Dekker, te Noordwijk; P. H. van der Hoff. te Hardiuxveld; A. Schipper, te Oud-Beijerland, en W. M. Straathof, te Brielle. Samengaan van Verbond van Actnalisten en Vaderlandsch Verbond. De Centrale raad van het Verbond van Actualisten beeft sinds eenigen tijd onder handelingen met bet hoofdbestuur van het Vad'mandsch Verbond over d: mogelijkh.id van samenwerking gevoerd. De beide be sturen werden het er over eens, dat het gezamenlijk stichten van een nieuwe ver eeniging wenschelgk en mogelijk is. De voor de hand liggende oplossing was, dat beédo vereeniging en bg het stichten van een nieuwe vereeniging in liquidatie zouden gaan. Voor het Verbond van Actualisten lesk dit praclisch onmogelijk, omdat statutair een daartoe strekkend besluit door de alg-meeno vergadering slechts met alge meene stemmen kan worden genomen, zoo dat een enkele tegenstemmerde wenschen' van alle andere leden kan verijdelen. Een gisteren onder leiding van den voor zitter, dr. K. H. E. de Jong, te Utrecht gehouden algemeene vergadering van het Verbond van Actualisten, heeft nu met slechts eenige stemmen tegen het beleid van den centraien raad goedgekeurd en besloten alle leden, die samenwerking met het Vaderlandsch Verbond wenschen, op te wekken uit het Verbond van Actualisten te treden en zich om den voorzitter, dr. De Jong te scharen tot een groep, die met het Vaderlandsch Verbond, de stichting aan een nieuwe vereeniging zal nastreven. Nederlandsche Bond tot het redden van drenkelingen. Gisteren werd te Noordwijk aan Zee in 't Palace-hotcl aan den Noord-Boulevard de algemeene vergadering gehouden van den Ncderlandschen Bond tot het redden van Drenkelingen. De vergadering, die vrij druk bezocht was er waren 15 aldeelingen ver tegenwoordigd werd geleid door den voor zitter mr. L. H. Fechotle, le Amsterdam, die de bijeenkomst met een kort woord opende. Na goedkeuring der notulen bracht de secretaris hel jaarverslag uit. Daaruit bleek de Bond in 1925 wederom belangrijk is uit gebreid door toetreding van de Boskoopsche Brigade. De Dordtsehe brigade, Hoek van Holland, de vereen, lot bet verleenen van Plaatselijke Hulp bij ongelukken, de Roller- damsehe Vrijwillige Brigade lot het redden van drenkelingen en de Wijk aan Zeeër Reddingsbrigade. Tegenover deze aanwinst stond het verlies van do Leidsclie reddings brigade die echter gelukkig nu een lezing van den propagandist den heer A. J. Meye rink, weder is herleeft. Het opwekken der levensgeesten der Zwolsche Reddingsbrigade heeft geen resultaat gehad. Het secretariaat is in het atgeloop'cn jaar zwaar getrollen door het verlies van 2 stille medewerkers de heeren H. T. P. Keule- mans, die overleed en den beer J. C. La- mers, die naar Rotterdam vertrok. Met de oprichting van een officieel or gaan kwam een reeds land gekoesterde wensch in vervulling. Niettegenstaande den steun van f 500 per jaar van het Carnegie-Heldenfonds en f 300 per jaar van den Maatschappij lot redding van drenkelingen, eischt de financieele toe stand van den Bond dringend voorziening. Van de hand van den voorzilter van de Pers en Propaganda-commissie verscheen een hoekje „De gevaren der zee voor baders en zwemmers", waarvoor de heer C. H. Her manides, arts te Noordwijk aan Zee een voorwoord schreef. Er werden in verband met en naar aan leiding van het verslag nog enkele opmer kingen gemaakt. Daarna werd het verslag goedgekeurd. Uit het financieel r-erslag van den pen- nenmeester, den lieer D. G. de Haan, dat na enkele opmerkingen ook werd goedge keurd, bleek dat de ontvangsten hebben bedragen f 1490.33, waarvan aan contribu- tiën en donaties f 289.20, aan oubsidie f 800, De. uitgaven bedroegen in totaal f 1334.231. Het secretariaat veroischte een uitgave van f328.70. Het saldo dat in 1924 f 371.13 bedroeg, was nu gedaald tot f 156.091. De begrooting voor het dienstjaar 1928 werd vastgesteld op een bedrag van f 1320 in ontvangst on uitgaaf. De opbrengst uit contribution en donaties wordt geraamd op f 425, en dat der subsidies op f 800. Ook deze begrooting werd bij acclamatie goedgekeurd Tot bestuursleden werden herbenoemd dc heeren J. D. Timmermans, A. A. Bierlee en -J van Gemen. en in de twee bestaande vacatures alléén benoemd de heer J. van Riet, uit Rotterdam. De heer Bierlee werd tot penningmeester benoemd. Tot leden der technische commissie de heeren A A. Bier. lee, H. Culius, J. W. van Gemen en A. J. Meyerink. Aan het bestuur werd dc vrij heid gegeven zelf de commissie voor dc controle op het financieel beheer te benoe men. Toen dat was afgeloopen, zei ik op gebie denden toon: „Waard, maak een kamer voor mij ge reed. En laat een paar van jullie meegaan om mij le bedienen". Daarna gaf ik mijn bevelen omtrent mijn bagage, die door c-en paar van mijn bedien den naar de kamer werd gebracht, welke in allerijl door den waard gereed was ge maakt. In die kamer bleef ik langen tijd op zitten, len prooi aan de grootste ellende en wanhoop. Toen ik uilgewoed was had ik wel even aan den armen Ganymedes mogen denken, maar mijn eigen zaken wogen mij zeer zwaar en beheerschlen onbetwist al mijn gedachten dien nacht. Het eene oogenblik dacht ik eT over naar Lavédan te gaan; het volgende Het ik dat plan weer varen. Waartoe zou dat dienen? Zou Roxalanne gelooven wat ik haar te zeg gen had? Zou zij niet denkon, hetgeen niet te verwonderen zou zijn, dat mijn bekente nis van de waarheid van een verhaal, dat ik niet met mogelijkheid ontkennen kon, niet vrijwillig was, maar door de omstan digheden genoodzaakt? Neen, daar was niets aan te doen? Moest nu juist dezen eersten keer, dat ik een innige liefde voor iemand voelde, alles verkeerd gaan? Ik sliep slecht toen ik eindelijk naar bed ging en tobde steeds over mijn ongelukkige liefde. 's Morgens besloot ik uit Toulouse te ver trekken dit gewest te verlaten waar ik zooveel ondervonden had mij te Beau gency terug te trekken en daar oud (e wor den in -misanlhropische afzondering. Ik had afgedaan met het hofleven, afgedaan met liefde, met vrouwen, ik had afgedaan met hef leven. Het had mij veel gegeven waf ik niet gezocht had. Hef had mijn tafel voor zien van de rijkste spijzen, zoowel letterlijk als figuurlijk. Ze hadden mij niet bekoord, ze hadden mij spoedig tegengestaan. En nu in dit afgelegen hoekje van Frankrijk had het mij het eenige getoond wat ik verlang de, maar hel was spoedig builen mijn be reik gezet en had mij voor eeuwig ongeluk kig gemaakt. Ik sprak Caslolroux dien dag, maar ver telde hem niet3 van mijn verdriet. Hij bracht mij tijding van Chatelleraull. De toe stand van den graaf was zeer gevaarlijk; hij lag in het hotel Royal en mocht niel vervoerd worden. De dokier wanhoopte aan zijn leven. „Hij wou u spreken", zei Caslelroux. Maar daar had ik geen zin in. Al had hij mij veel kwaad gedaan, en al verachtte ik hem diep, toch was ik bang dat zijn toestand mijn medelijden zou opwekken en ik was niet in een stemming om mijn medelijden le verkwisten voor een man als Chatelle- rault zelfs op zijn doodsbed terwijl ik zelf zooveel behoefte had aan medelijden. „Neen, ik ga niet", zei ik na eenig naden ken. „Zeg hem uit mijn naam dat ik hem vergiffenis schenk, als hij daar tenminste behoefte aan heeft en dat hij liever zijn testament moest maken om mij laler moeite te besparen als hij mocht komen le over lijden". Ik zei dit omdat ik geen lust had, indien hij zonder testament stierf zijn naast erf genamen te gaan opzoeken en hun mee te declen dat mijn bezittingen in Picardië nu aan hen toebehoorden. Caslelroux trachlle mij nog over (e haten naar hem toe tc gaan, maar ik blééf bij mijn besluit, „Ik ga vandaag van hier vertrekken", deelde ik hem mee.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5