R.H.W. Limonades
De Markies v. Bardelys
No. 20271.
LEIOSCH DAGBLAD, Woensdag 14 April
Tweede Blad
Anno 1926.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Lel op merk R. H. W.
GEMENGD NIEUWS.
genot door recht op pensioen gevolgd wordt
en zonder recht op uitgesteld pensioen", ge
lezen: „of zonder uitzicht op uitgesteld pen
sioen."
In artikel 17 en 21 wordl in plaats van
„recht" gelezen „uitzicht".
In artikel 27 wordt in plaats van ..Wordt
de belanghebbende zonder pensioen of
wachtgeld ontslagen, dan vervalt, tenzij hij
gebruik maakt", gelezen: ..Wordt de belang
hebbende zonder pensioen ontslagen, of
wordt zijn huwelijk bij rechterlijk vonnis
ontbonden, dan vervalt, tenzij hij, in het
eerste gevalt gebruik maakt".
Na artikel 29 wordt ingevoegd een nieuw
artikel, luidende:
„Artikel 29a. Wanneer een ambtenaar, die
van de in artikel 102 der Pensioenwet be
doelde bevoegdheid gebruik gemaakt heeft,
overlijdt en het belang der verhooging.
waarop zijn verzekering betrekking heeft,
meer bedraagt dan 50 procent van het pen
sioen, waarop zijn nagelaten betrekkingen
recht hebben, wordt eerstgenoemd bedrag
verminderd tot het in de tweede plaats be
doelde en ontvangen zijn nagelaten betrek
kingen een uitkeering ineens tot een bedrag,
gelijk aan de voor het verschil tusschen die
twee bedragen gekweekte wiskundige re
serve".
De laatste volzin van het tweede lid van
artikel 33 wordt gelezen:
„Gedurende zijn verblijf aldaar Cd. i. in
de tropen) betaalt hij de hoogcre premie
overeenkomende met een leeftijd, die 10 jaar
hooger is dan zijn leeftijd bij sluiting der
verzekering",
Na artikel 35 wordt onder de slotbepalin
gen ingevoegd een nieuw artikel, luidende:
„Artikel 35a. In gevallen, waarin dé ta-
riexen in de bijlagen van dit besluit niet
voorzien, stelt de Pensioenraad de premie
vast op een bedrag, berekend naar de voor
dc vaststelling van de tarieven aangenomen
grondslagen".
De tarieven en dc toelichting op deze
worden gelezen als in de aan dit besluit toe
gevoegde bijlagen.
Dit besluit treedt in werking met ingang
van den tweeden dag na dien der daglecke-
ning van het Staatsblad, waarin hel is ge-
plaalst, d.i. op 14 April 1926.
Verlenging arbitrageverdrag met Engeland.
Blijkens het Voorloopig Verslag nopens
het wetsontwerp tot goedkeuring van de
nadere verlenging van den duur van het op
15 Februari 1905 tusschen Nederland en
Groot-Britannié gesloten arbitragcverd.-ag,
werd gevraagd, in hoeverre de voorstellen,
aan de Britsche Regeering gedaan, afweken
van de (hans ontworpen wijzigingen; wan
neer die voorstellen zijn gedaan; op welke
gronden de Britsclio Regeering niet bereid
was tot het sluiten van een ruimer verdrag
mede to werken en of zij ten aanzien van de
andere landen eenzelfde beperking hand
haaft.
Sommige leden meeiiden bezwaar te moe
ten maken tegen den vorm. waarin ditmaal
de nadere verlenging van liet arbitragever
drag is gerégeld, n.l. door nolawisseling.
Gevraagd werd of dit wetsontwerp niet
eerder had kunnen zijn ingediend.
Handelsverdrag met Siam.
Blijkens het Voorloopig Verslag inzake
liet wetsontwerp tot goedkeuring van het
op 8 Juni 1925 te 's-Gravenhagc tusschen
Nederland en Siam gesloten verdrag van
vriendschap, handel en scheepvaart, met
bijbehoorende protocollen en nota's, hadden
verscheidene leden met instemming gezien,
dat onze regeering den tijd gekomen acht
de verhouding tusschen Nederland en Siam
op den voet van volkomen wederkeerige
betrekkingen te regelen.
Sommige leden betreurden, dat de rege
ling van de rechtsverhouding tusschen
Nederland en Siam op zoo weinig over
zichtelijke wijze heeft plaats gehad.
Het Nederlandsch-Belgisch verdrag.
Volgens de „Libre Bclgique" heeft de Bel
gische gezant, prins Dc Ligne, gisterochtend
een langdurig onderhoud te Brussel gehad
met minister Vandervelde over het Neder
landscli-Belgisch Verdrag betreffende het
Schelde-regime. De gezant heeft Vander
velde den indruk gelaten, dat dc ratificatie
van het Verdrag door de beide Kamers in
Nederland zeker is, behalve van de soc.-dem.
fractie, welke van de havenarbcidersverceni-
gingen last hebben.
Pensioenwet 1922.
Uitgegeven is Stbl. no. 47, bevattende liet
£on. besluit van den 22sten Maart 1928. tot
wijziging en aanvulling van het Koninklijk
besluit van 22 December 1922 (Staatsblad
no. 684) tot vaststelling van een algemee-
nen maatregel van bestuur als bedoeld in
de artikelen 15. 40, tweede lid, 43, 47. 66,
102, 135. en 148 der Pensioenwet 1922
(Staatsblad no. 240),
In bovengenoemd besluit worden daarbij
b.m. de navolgende wijzigingen en aanvul
lingen aangebracht.
Artikel 10 wordt gelezen:
Voor het voor pensioen inkoopen van
diensttijd in oene onbezoldigde betrekking
in zijdelingscben of in tijijolijken dienst,
•bedoeld in artikel 40, eerste lid, der Pen
sioenwet, en van op wachtgeld doorgebrach-
ten lijd. bedoeld in artikel 42a, eerste lid,
der Pensioenwet, is verschuldigd eene bij
drage, berekend volgens bet tarief in bij
lage A van dit besluit".
Artikel 12 wordt gelezen:
„Een mannelijk gewezen niet gepension-
ncerd ambtenaar, die op het tijdstip van
zijn ontslag gehuwd is en zich ingevolge
arlikel 95 der Pensioenwet voor zijne na te
laten betrekkingen bet behoud van uitzicht
op pensioen wenscht te verzekeren, geeft
Aan den Pensioenraad op de namen en ge-
boorledala van hemzelf en van zijne echl-
genoole. Hij betaalt aan het fonds jaarlijks
«ene premie, berekend volgens hel tarief in
bijlage B, I van dit besluit.
Is hij op het tijdstip van ingang van het
lontslag weduwnaar, dan geeft hij aan den
Pensioenraad op de namen en geboortedata
van hemzelf en zijn minderjarige, wettige
of gewettigde kinderen. Hij betaalt aan het
'fonds voor elk dier kinderen jaarlijks eene
premie, berekend volgens het tarief in bij
lage B II van dit besluit, met dien verstan
de, dat, indien hij meer dan vier kinderen
beeft, steeds voor de vier jongste premie
wordt betaald.
Het tweede lid is ook van toepassing op
vrouwelijke ambtenaren, die van de in arti
kel 95 der Pensioenwet bedoelde bevoegd-
beid wenschen gebruik te maken. Indien
door de geboorte van een kind de premie
betaling voor een der andere kinderen op
grond van het tweede lid eindigt, wordt de
reserve voor de verzekering van laalslge-
t' noemd kind bij de berekening van de pre
mie van eerstgenoemd kind in mindering
gebracht.
Wanneer een oud-ambtenaar, die van de
in artikel 95 der Pensioenwet bedoelde be
voegdheid gebruik maakte, herplaatst of
voor dc betrekking, na het verlies waarvan
ihij zich het behoud van uitzicht op ge-
zinspensioe nverzekerde, gepensionncerd
wordt, hem, behalve in het geval, bedoeld
in het vijfde lid de op hel tijdstip van in
gang van do herplaatsing of pensionneering
voor hem aanwezige reserve uitgekeerd.
„In het geval, bedoeld in liet derde lid
van artikel 95 der Pensioenwet, wordt den
belanghebbende, wanneer hij van de be
doelde bevoegdheid gebruik maakt, uitge
teerd hot deel der op het tijdstip van in
gang van de herplaatsing voor hem aanwe
zige reserve, dat met het bedrag van het ge
zinpensioen, waarop hij in zijn nieuwe be
trekking uitzicht verkreeg, correspondeert.
Wanneer in het geval, bedoeld in het
rijfde lid, het bedrag van het gezinspensioen,
waarop do nieuwe betrekking uitzicht geeft,
wijziging ondergaat, wordt de verzekerings
premie evenredig verhoogd of verlaagd.
Stijgt eerstbedoeld bedrag boven dat van
het uitzicht, waarop belanghebbende zich
het behoud verzekerde, dan vervalt de ver
zekering.
Hij, die van een der bij arlikel 95 der
Pensioenwet verleende bevoegdheden ge
bruik maakt cn wiens huwelijk bij rechte»
lijk vonnis wordt ontbonden, ontvangt de oti
het tijdstip, van ingang der ontbinding voor
hem voor het weduwcnpensïoen aanwezige
reserve cn betaalt van dat tijdstip ai voor
het weezenpensioen een premie berekend
volgens het tariei In bijlage B II van dit be
sluit voor de leeftijden op den datum van
ingang van zijn ontslag."
In het eerste lid van arlikel 16 wordl in
plaats van: „of op wachtgeld, waarvan het
Aaar het Engelsch van
HAFAPl SA RATI NI.
32)
„Wij zijn in Gods hand, mijn kind. Het
kan wezen dat ik er mij nog kan uilredden.
Indien dat gelukt zal ik regelrecht naar je
toe komen en ik zal je alles vertellen. Maar
denk er aan landt" en ik hief haar gezichtje
in mijn handen omhoog en keek haar in
haar betraande blauwe oogen „denk er
aan, kleintje dat ik in één ding waar en
eerlijk geweest ben en alleen door mijn hart
geleid in mijn liefde voor u. Ik heb je
uef, Roxalanne, met geheel mijn ziel, en
ais ik moet sterven zijt ge het eenige op de
wereld dat ik innig betreur te moeten ver
laten".
„Ik geloof het; ja ik geloof. Niels ter we
reld kan mijn geloof ooit meer verstoren.
(Wilt ge mij dan niet zeggen wie go zijt en
Wat het is, dal onwaardige zooals ge het
noemt, waarvoor go in Languedoc zijt ge
komen?"
Ik dacht een oogenblik na. Maar ik
Schudde het hoofd.
„Wacht kind", zei ik; cn zij, gehoorza
mende aan mijn verlangen, vroeg niet meer.
Het was de tweede maal dat ik een ge
schikte gelegenheid verzuimde om de be
kentenis te doen en zooals ik betreurd had
öe eerste gelegenheid te hebben laten voor
tgaan, zoo moest ik nog veel meer dit
«w^ede stilzwijgen betreuren-
De Nederlandsche delegatie ter
Ontwapeningsconferentie.
Mel jhr. dr. II. Loudon, die, zooals reeds
gemeld, de leider der Nederlandsche dele
gatie in de zitting der voorbereidingscom
missie voor de ontwapeningsconferentie zal
zijn, zullen vermoedelijk gep. luit.-generaal
C. van Tuinen en schout-bij-nacht Surie
deel onzer delegatie uitmaken.
De a.s. stemming voor de Eerste Kamer.
Door den heer van Aaiten zijn aan den
Min. van Binncnlandsche Zaken en Land
bouw de volgende vragen gesteld:
1. Is het den Minister bekend, dat ten
gevolge van het vallen van den tweeden
Dinsdag der maand Juli op 13 Juli dit jaar
de mogelijkheid beslaat, dal de stemming
voor leden der Eerste Kamer eerst op 7
Augustus zaïl plaats vinden?
2. Acht de Minister geen bezwaren ver
bonden aan een zoo laten dag voor deze
stemming?
3. Zou het, naar het oordeel van den
Minister, ook in het financieel belang der
provinciën, niet aanbeveling verdienen de
mogelijkheid te openen, dat de stemming
voor leden der Eerste Kamer in de jaren,
waarin geen verkiezing van de leden der
Staten plaats heeft, zou kunnen geschieden
in de vergadering van den eersten Dins
dag der maand Juli, op welken dag de
Staten volgens de Provinciale Wet een ver
gadering moeben houden?
4. Zoo ja, is de Minister dan bereid een
wijziging der Kieswet te bevorderen, waar
bij b.v. de gewone tijd ter candidaatslel-
ling, bedoeld in arlikel 113 der Kieswet, in
de jaren, waarin geen verkiezing van de
leden der Staten piaals heeft, wordt gesteld
op den derden Dinsdag der maand Juni in
plaats van op den tweeden Dinsdag der
maand Juli, cn dit voorstel tot wijziging
van artikel 113 der Kieswet zoo tijdig in
le dienen, dat deze wijziging nog dit jaar
hij de Eerste Kamerverkiezingen in wer
king zal kunnen treden?
Zij bleef nog een -oogenblik bij mij cn ik
trachtte eenigen troost te geven aan liaar
ziel. Ik sprak van mijn hoop op Castelroux'
pogingen om mijn vrienden te vinden dia»mij
herkenden, inderdaad een armzalige hoop.
En zij, arm kind, trachtte mij op.tc vroolij-
ken en mij moed in te spreken.
..Als de koning maar hier was!" zei ze.
„Ik zou naar hem toe gaan en hem op mijn
knieën smeeken u in vrijheid te stellen.
Maar men zegt dat hij te Lyon is; ik heb
geen hoop voor Maandag heen cn terug naar
Lyon te kunnen gaan. Ik zal nog eens naar
den grootzegelbewaarder gaan en hem smee
ken genadig voor u te zijn en het voltrek
ken van hetvonnis tenminste te willen
uilstellen".
Ik onlfcam haar den moed niet en sprak
niet van het nuttelooze van zulk een stap.
Maar ik verzocht haar dringend tot Maandag
le Toulouse te willen blijven; dan kon zij
nog eens bij mij komen voor het einde, in
dien dat einde onvermijdelijk was.
Toen kwam Castelroux om haar te halen
cn wij scheidden. Maar zij liad mij een groc»-
ten troost gegeven, een troost die mij kracht
verleende. Indien het mijn lot mocht wezen
het schavot te moeten betreden, dan deed ik
het met meer berusting, met meer moed.
HOOFDSTUK XIII.
Ter elfder ure.
Castelroux kwam mij den volgenden mor
gen bezoeken, maar hij bracht geen bemoe
digende lijding. Geen enkele van zijn boden
was nog teruggekeerd, geen enkele had
eenig bericht gezonden dat zij mijn volge
lingen op het spoor waren. Mijn moed begon
mij te ontzinken on het beetje- hoop dat ik
nog steeds gekoesterd had begon weldra te
Belasting op hengelen.
Naar wij vernemen, zegt de „Tel." is een
wijziging van de Visscherijwet in voorbe
reiding, waarvan de bedoeling is om. naast
enkele kleine technische verbeteringen,
eenige beperkende bepalingen ten aanzien
van de hengelsport in het leven te roepen.
Daartoe zullen de prijzen van de visch-
actcn verhoogd worden. Het ligt in de be
doeling om den prijs van een vischacte gel
dig voor de binnenwateren en rivieren te
bepalen op f 7.50 per jaar cn van een visch
acte voor de rivieren op f2.50.
Verder zou een gewone hengelacte wor
den ingevoerd, waarvan dc prijs f0.50 per
jaar zal bedragen, zoodat het dus niet meer
mogelijk zal zijn kosteloos le hengelen.
Daar een en ander nog in een stadium
van voorbereiding verkeert, kan het nog wel
eenigen tijd duren, alvorens deze wetswijzi
ging bij de Staten-Generaal aanhangig zal
woiden gemaakt.
Intern. Landbonw-InstitunL
Naar „De Tuinderij" meldt, is als eerste
gedelegeerde van Nederland op de aanstaan
de al gemeen e vergadering van het Interna
tionale Landbouw-Inslituut te Rome aange
wezen de heer dr. J. J. L. van Rijn. De Ne
derlandsche delegatie zal verder bestaan uit
de heeren prof. dr. P. A. Diepenhorst, E. H.
ICrelagc, dr. II. Molhuizen, dr. F E.
Posthuma, H. Tricnekens cn F. V. Valstar.
R. K. Bond van Melkhandelaren.
In huize „De Twee Steden" te Den Haag
vergaderde gistermiddag de R.-K. Bond van
handelaren in melk en melkproducten in
Nederland, onder voorzitterschap van den
heer A. J. Voskuijl.
Ingekomen waren o.a. een mededecliug
van den heer de Ileij, dat hij aftreedt als
bestuurslid en 25 aanvragen tot ontheffing
van het karnverbod. De aanvragen om ont
heffing zullen nader worden onderzocht.
De secretaris gaf een overzichtelijk ver
slag van den toestand en het melkbcdrijf
verdwijnen. Ik voelde mijn einde reeds zoo
nabij, dat ik later op den dag om pen en
papier vroeg om mijn zaken te regelen.
Maar toen het schrijfgereedschap gebracht
was, schreef ik niet. Ik zat met de veeren
punt van mijn pen tusschen mijn tanden cn
peinsde hoe ik beschikken zou over mijn
goederen in Picardië.
Ik dacht kalm na over de weddenschap
en de gebeurtenissen die er het gevolg van
geweest waren cn kwam eindelijk tot de
slotsom, dat Chatellerault niet beschouwd
kon worden er de minste aanspraak te kun
nen doen gelden op mijn landgoederen. Dat
hij mij van het begin af aan bedrogen had
zooals ik reeds eerder heb aangetoond, legde
minder gewicht in de schaal dan de manier
waarop hij in het laatst was opgetreden.
Ik nam eindelijk het besluit een volledige
opgave op te maken en Castelroux te ver
zoeken die aan den koning zelf te laten
overhandigen. Zoo zou er niet alleen recht
geschieden, maar ik zou, al was het laat
met den graaf afgerekend hebben. Zonder
twijfel rekende hij op zijn machtigen in
vloed om op alle papieren die ik mocht na
laten, beslag te leggen en alles te vernie
tigen wat aanwijzing kon geven wie ik was.
Maar hij had niet gerekend op de vriend
schap die ontstaan was tusschen den jeug
digen kapitein en mij cn evenmin dat het
mij gelukt was dezen-Jaatsde te overtuigen
dat ik Bardelys was; hij vermoedde dan
ook niets van de maatregelen die ik op liet
punt was te nemen om hem ie straffen.
Toen ik eindelijk begon te schrijven werd
rnijn aandacht getrokken door een zonder
ling geluid. Het was eerst niet meer dan een
onduidelijk geruisch, als van golven die
legen de kust breken. Langzamerhand werd
het luider en nam den vorm aan van men-
in het algemeen en van den Bond in het
bijzonder over liet afgeloopen jaar. liet le
dental van den Bond liep terug. De gevoerde
actio leverde gunstige resultaten op.
Uit het jaarverslag van den penningmees
ter, den heer v. Swieten bleek, dat er een
nadcelig saldo is van f 29.59. De rekening
van het orgaan, sloot met een nadeelig saldo
van f22.31. Dc rekeningen wei-den goed
gekeurd.
Tot bestuursleden werden herkozen de
heeren N. Verberg, C. Suijker en A. J. van
Schic en gekozen in de vacature van den
heer L. de Heij de heer H. v. d. Vossen uit
Haarlem.
De afdeeling Delft werd aangewezen ter
verificatie der rekeningen.
De vergadering benoemde den lieer L. dc
Hc-ij tol adviseerend lid van het bestuur.
Goedgekeurd weid de begrooting voor
1926 in inkomsten en uitgaven tot een be
drag van f 1500.
De voorstellen der afdeelingen Delft cn
Leiden om de vergoeding voor liet secreta
riaat met f 100 ie verlioogen werd verwor
pen, omdat dc middelen van don Bond dit
niet toelaten. Wanneer de financiën gun
stige uitkomsten vertoonen zal do verhoo
ging alsnog worden verleend.
Hierna bracht de heer J. van Rijn uit
den Haag rapport uit inzake ziekte- en on
gevallen-verzekering van den melkhande
laar. De vergadering kon zich vereenigen
met do conclusie van het rapport om geen
ziekte- en ongevallenverzekering als on-
derafdeeling van den Bond op te richten,
maar om de leden aan te sporen een verze
kering te sluiten hij een door den Bond aan
te wijzen maatschappij, waardoor een la
gere premie kan worden bedongen.
Besloten werd <le volgende vergadering te
Utrecht te houden.
Ambtenaren bij de Waterschappen.
De Bond van ambtenaren bij de Water
schappen in Nederland heeft te Amsterdam
liaar algemeenc vergadering gehouden. Voor
zitter was de heer M. J. van Heumen van
Den Haag.
De rekening wees een tekort aan van
f250,60. De ontvangsten hadden f 1409 be
dragen.
Benoemd werden tot bestuursleden dc boe
ren M. J. van Heumen (Den Haag), P. Klok
(Haarlem), A. P. van Zwienen (Puttershock),
De Fonbcrt (Oud-Beijerland). C. Dorland
(Haarlem), C. Marlens (Monnikendam) en
Hamkraai (Winschoten).
Dr. A. A. Beekman hield na afhandeling
van de agenda een rede over de overslroo-
mingen 1925/26.
Maatregelen in verband met den jongsten
hoogen waterstand.
In verband met de bij den jongsten hoo-
gen waterstand opgedane ervaringen hellbcn
Gedeputeerde Staten van Gelderland over
wogen, dat hel aanbeveling verdient, le doen
onderzoeken, of het noodzakelijk en moge
lijk is, wijziging le brengen in do adminis
tratieve regeling van het beheer van de na
le noemen rivierdijken, in het bijzonder wat
betreft het systeem der bestuursindeeling.
Als gevolg daarvan hebben zij een com
missie ingesteld, die tot taak zal hebben:
lo. een onderzoek in te stellen naar de
vraag, of de ondervinding, opgedaan bij den
einde 1925 en begin 1925 voorgekomen hoo-
gen waterstand, ernstige leemten of gebreken
in de administratieve regeling van het be
heer der Geldersche Rijn-, Waal- en Maas-
bandijken bezuiden den Rijn, speciaal wat
betreft het systeem der besluursindeQling,
beeft aangetoond;
2o. indien het resultaat van het onderzoek
tot bevestigende beantwoording van die
vraag leidt, na te gaan, of het mogelijk is,
bovenbedoelde beheersregeling op geschikte
en afdoende wijze aan te vullen of te wijzi
gen en of er, indien men haars inziens hier
in niet of niet volledig zou kunnen slagen,
maatregelen kunnen worden getroffen om
nadeelige gevolgen van een of meer der ge
constateerde, doch niet le verhelpen leemten
of gebreken le voorkomen of te beperken;
3o. Gedeputeerde Staten met haar bevin
dingen en conclusiën in kennis le stellen en
eventueel daarbij "mede te deelen, hoe dc
aanvulling of wijziging van de administra
tieve regeling van het dijksbehecr naar haar
meening zou dienen le luiden.
schelijke stemmen in opgewekten loon. En
toen boven het geraas van het gepeupel uit
het gebulder van een kanon, en toen nog
een en nog een.
Ik sprong overeind en vroeg mij af wat
dit wel wezen kon; ik liep naar het getra
liede venster en stond te luisteren. Ik keek
het voorplein van de gevangenis over en
ontwaarde ook daar eenige drukte, in over
eenstemming als het ware met die daar
buiten.
Een oogenblik daarna, toen het volk na
derbij kwam, was het of ik kreten van toe
juiching hoorde. Toen drong klaroengeschal
door tot mijn ooren en eindelijk was ik in
slaat boven al het lawaai uit, dat inlus-
schcn oorverdoovend was geworden, hel ge
trappel van paardenhoeven te vernemen
alsof een bende ruiters de gevangenis pas
seerde.
Ik bcgrocp dat het een persoon van ge
wicht moest wezen, die te Toulouse aan
kwam en mijn eerste gedachte was de ko
ning. Zulk een mogelijkheid deed mij het
hoofd duizelen van hoop. Maar ik herin
nerde mij dat Roxalanne mij den A'origen
avond verteld had dat hij te Lyon was,
daarom zette ik die gedachte verre van mij,
want zijne majesteit, die altijd langzaam en
op zijn gemak reisde, geheel in overeen
stemming met zijn gewone manier van
doen, zou onmogelijk voor het laatst van de
week in Toulouse kunnen wezen, en het
was nu pas Zondag.
Het volk passeerde en scheen daarna halt
te houden, want tegen den middag hoorde
ik geen juichkreten meer. Ik zette mij neer
om te schrijven en zou straks als de gevan
genbewaarder kwam, wel vragen wat die
drukte beduidde.
Een uur ging A'oorbij; ik schoot al on met
De gemeente Emmen in last.
De burgemeester van Emmen heeft den
gemeente-ontvanger last gegeven, in ver-»
band met den toestand van de gemeente-»
financiën, voorloopig de betalingen ten
laste van de gemeente (e staken.
Legerpromotie.
Tegen 1 Mei e.k. kan een legerpromotie
worden tegemoet gezien.
Bij de Jubileum-Commissie van Hoen-»
derloo is een gift ingekomen van Z. K. II.
Prins Hendrik, beschermheer van Hoender-i
loo, voor de viering van het 75-jarig bestaan
van deze stichting.
Dc gewone audiëntie van den Minister
van Financiën zal op Maandag 19 April a.s,
niet plaats hebben.
RECLAME
1544
Ongeluk in een drogisterij*
In do drogisterij van den heer L. Brom
aan den Westzecdyk te Rotterdam werd
was gesmolten. De 17-jarige L. v. B. beging
de onvoorzichtigheid, om, terwijl zijn
oudere broer even in den winkel bediende,
in do heeto massa to roeren met het ge
volg, dat dc pot kantelde en do was vlani
vatte. De kleeren van den jongen vlogen
in brand. In angst liep hij de straat op.
Zijn broer gelukte het, den jongen, door do
brandende werkjas van het lijf te trekken
en hem met jassen over den grond to rol
len, dc vlammen te smoren. Met ernstig®
brandwonden is dc jongen toen naar heb
ziekenhuis aan den Coolsingcl vervoerd.
Een zak met f 500 verdwenen.
Een bediend© van do Rotterdamseho
Tramweg-Mij. ging per rijwiel van zijn
kantooi' te Rotterdam naar een bank aan
do Maaskade. Achterop had hij vier zak
ken met geld gebonden. Bij aankomst op
de Maaskado bleek een van do zakken,
inhoudende f 500, verdwenen te zijn.
Doodelijk ongeval. Een
ongehuwd monteur, zekere B. uit Roller-
dam. met den montage-wagen werkzaamhe
den verrichtende op het baanvak dor Elec-
trische Spoor Den HaagRotterdam, kwam
met het hoofd legen een paal terecht, toen
hij builen den wagen wilde kijken. De on
gelukkige werd naar St. Anloniushove te
Voorburg overgebracht, alwaar hij na korten
lijd overleed.
De vorige week is te II111 (?-
gcisberg bij een twist de 12-jarige Dc B.
dcor een 11-jarig kameraadje aan het oog
verwond. De gewonde jongen word in een
ziekenhuis opgenomen en is nu overleden*
Branden. Gistermorgen i B
brand uitgebroken in een opslagplaats van
magazijn Dc Rijwieltrust te Haarlem. Met
dc loods verbrandden ongeveer 3000 zoo
goed als nieuwe rijwielbanden, verder veel
onderdooien en aanverwant© artikelen. Dc
schade bedraagt ongeveer f 10000.
De korenmolen van B. Rilzema le Ti-
naarloo is een prooi der vlammen gewor
den. Er kon niets worden gered. Dc molen
was slechts ten deele vcrassureerd.
De woning van A. Scholtcns le N. Buinen.
is afgebrand.
Gisternacht is te Wyclien afgebrand de
woning Yan N. Dc oorzaak is onbekend. De
inboedel ging grootendcels verloren. Verze
kering dek! de schade.
Te Geldrop is Maandagnacht de boerderij
van VV. de Vries lot den grond loe afge
brand. Ook de inboedel ging verloren. De
bewoners konden slechts met moeite eenige
kleedingstukken redden om zich te kierden.
Vrouw geworgd. In h e t b u r-
gerlogemcnt De Nieuwe Aanleg op do
Noor denmarkt te Amsterdam woonde se-
mijn werk toen de deur werd opengedaan
cn dc vroolijke stem van Castelroux mij be-,
groette.
„Mijnheer, ik heb een vriend van u mee-,
gebracht die u komt opzoeken".
Ik draaide mij om op mijn stoel en één
blik op het aardige, nette gezicht en het
blonde haar van den jongen man naast Cas
telroux deed mij plotseling opslaan.
„Mironsac!" riep ik uit en ik liep met uit
gestrekte handen naar hem loe.
Maar ofschoon mijn vreugde groot was en
mijn verrassing niet minder, nog grooler
was dc verbijstering die ik las op Mjronsac's
gelaat.
„Mijnheer dc Bardelys!" riep hij uit en
ik las honderd vragen in zijn verbaasde
oogen.
„Voor den drommel!" bromde zijn neef,
„liet was een goede inval je mee le brengen"
„Maar waarom vertelde jc mij niet, Anié-
dée, dat het mijnheer de Bardelys was dien
ik hier zou vinden?"
„Wou je mij zulk een aardige verrassing
laten bederven?" vroeg zijn neef.
„Armand", zei ik. „niemand kan ooit er
gens zoo welkom zijn als jij hier. Jc komt
juist bijtijds om mijn leven fc redden".
En als antwoord op zijn vragen vertelde
ik hem in het kort alles wat mij overkomen
was sedert dien avond in Parijs toen de
weddenschap was aangegaan en hoe ik nu
door de slimme stilzwijgendheid van Cha
tellerault als het ware op den rand stond
van het schavot. Toen barstte zijn woede
los tegen Chatellerault cn wat hij zei van
den graaf deed mij goed om le^ hooren. Ein
delijk stuitte ik zijn woordenvloed.
(AVordt vervolgd)*