R.H.W. Limonades De Markies v. Bardelys No. 20271. LEIOSCH DAGBLAD, Woensdag 14 April Tweede Blad Anno 1926. BINNENLAND. FEUILLETON. Lel op merk R. H. W. GEMENGD NIEUWS. genot door recht op pensioen gevolgd wordt en zonder recht op uitgesteld pensioen", ge lezen: „of zonder uitzicht op uitgesteld pen sioen." In artikel 17 en 21 wordl in plaats van „recht" gelezen „uitzicht". In artikel 27 wordt in plaats van ..Wordt de belanghebbende zonder pensioen of wachtgeld ontslagen, dan vervalt, tenzij hij gebruik maakt", gelezen: ..Wordt de belang hebbende zonder pensioen ontslagen, of wordt zijn huwelijk bij rechterlijk vonnis ontbonden, dan vervalt, tenzij hij, in het eerste gevalt gebruik maakt". Na artikel 29 wordt ingevoegd een nieuw artikel, luidende: „Artikel 29a. Wanneer een ambtenaar, die van de in artikel 102 der Pensioenwet be doelde bevoegdheid gebruik gemaakt heeft, overlijdt en het belang der verhooging. waarop zijn verzekering betrekking heeft, meer bedraagt dan 50 procent van het pen sioen, waarop zijn nagelaten betrekkingen recht hebben, wordt eerstgenoemd bedrag verminderd tot het in de tweede plaats be doelde en ontvangen zijn nagelaten betrek kingen een uitkeering ineens tot een bedrag, gelijk aan de voor het verschil tusschen die twee bedragen gekweekte wiskundige re serve". De laatste volzin van het tweede lid van artikel 33 wordt gelezen: „Gedurende zijn verblijf aldaar Cd. i. in de tropen) betaalt hij de hoogcre premie overeenkomende met een leeftijd, die 10 jaar hooger is dan zijn leeftijd bij sluiting der verzekering", Na artikel 35 wordt onder de slotbepalin gen ingevoegd een nieuw artikel, luidende: „Artikel 35a. In gevallen, waarin dé ta- riexen in de bijlagen van dit besluit niet voorzien, stelt de Pensioenraad de premie vast op een bedrag, berekend naar de voor dc vaststelling van de tarieven aangenomen grondslagen". De tarieven en dc toelichting op deze worden gelezen als in de aan dit besluit toe gevoegde bijlagen. Dit besluit treedt in werking met ingang van den tweeden dag na dien der daglecke- ning van het Staatsblad, waarin hel is ge- plaalst, d.i. op 14 April 1926. Verlenging arbitrageverdrag met Engeland. Blijkens het Voorloopig Verslag nopens het wetsontwerp tot goedkeuring van de nadere verlenging van den duur van het op 15 Februari 1905 tusschen Nederland en Groot-Britannié gesloten arbitragcverd.-ag, werd gevraagd, in hoeverre de voorstellen, aan de Britsche Regeering gedaan, afweken van de (hans ontworpen wijzigingen; wan neer die voorstellen zijn gedaan; op welke gronden de Britsclio Regeering niet bereid was tot het sluiten van een ruimer verdrag mede to werken en of zij ten aanzien van de andere landen eenzelfde beperking hand haaft. Sommige leden meeiiden bezwaar te moe ten maken tegen den vorm. waarin ditmaal de nadere verlenging van liet arbitragever drag is gerégeld, n.l. door nolawisseling. Gevraagd werd of dit wetsontwerp niet eerder had kunnen zijn ingediend. Handelsverdrag met Siam. Blijkens het Voorloopig Verslag inzake liet wetsontwerp tot goedkeuring van het op 8 Juni 1925 te 's-Gravenhagc tusschen Nederland en Siam gesloten verdrag van vriendschap, handel en scheepvaart, met bijbehoorende protocollen en nota's, hadden verscheidene leden met instemming gezien, dat onze regeering den tijd gekomen acht de verhouding tusschen Nederland en Siam op den voet van volkomen wederkeerige betrekkingen te regelen. Sommige leden betreurden, dat de rege ling van de rechtsverhouding tusschen Nederland en Siam op zoo weinig over zichtelijke wijze heeft plaats gehad. Het Nederlandsch-Belgisch verdrag. Volgens de „Libre Bclgique" heeft de Bel gische gezant, prins Dc Ligne, gisterochtend een langdurig onderhoud te Brussel gehad met minister Vandervelde over het Neder landscli-Belgisch Verdrag betreffende het Schelde-regime. De gezant heeft Vander velde den indruk gelaten, dat dc ratificatie van het Verdrag door de beide Kamers in Nederland zeker is, behalve van de soc.-dem. fractie, welke van de havenarbcidersverceni- gingen last hebben. Pensioenwet 1922. Uitgegeven is Stbl. no. 47, bevattende liet £on. besluit van den 22sten Maart 1928. tot wijziging en aanvulling van het Koninklijk besluit van 22 December 1922 (Staatsblad no. 684) tot vaststelling van een algemee- nen maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 15. 40, tweede lid, 43, 47. 66, 102, 135. en 148 der Pensioenwet 1922 (Staatsblad no. 240), In bovengenoemd besluit worden daarbij b.m. de navolgende wijzigingen en aanvul lingen aangebracht. Artikel 10 wordt gelezen: Voor het voor pensioen inkoopen van diensttijd in oene onbezoldigde betrekking in zijdelingscben of in tijijolijken dienst, •bedoeld in artikel 40, eerste lid, der Pen sioenwet, en van op wachtgeld doorgebrach- ten lijd. bedoeld in artikel 42a, eerste lid, der Pensioenwet, is verschuldigd eene bij drage, berekend volgens bet tarief in bij lage A van dit besluit". Artikel 12 wordt gelezen: „Een mannelijk gewezen niet gepension- ncerd ambtenaar, die op het tijdstip van zijn ontslag gehuwd is en zich ingevolge arlikel 95 der Pensioenwet voor zijne na te laten betrekkingen bet behoud van uitzicht op pensioen wenscht te verzekeren, geeft Aan den Pensioenraad op de namen en ge- boorledala van hemzelf en van zijne echl- genoole. Hij betaalt aan het fonds jaarlijks «ene premie, berekend volgens hel tarief in bijlage B, I van dit besluit. Is hij op het tijdstip van ingang van het lontslag weduwnaar, dan geeft hij aan den Pensioenraad op de namen en geboortedata van hemzelf en zijn minderjarige, wettige of gewettigde kinderen. Hij betaalt aan het 'fonds voor elk dier kinderen jaarlijks eene premie, berekend volgens het tarief in bij lage B II van dit besluit, met dien verstan de, dat, indien hij meer dan vier kinderen beeft, steeds voor de vier jongste premie wordt betaald. Het tweede lid is ook van toepassing op vrouwelijke ambtenaren, die van de in arti kel 95 der Pensioenwet bedoelde bevoegd- beid wenschen gebruik te maken. Indien door de geboorte van een kind de premie betaling voor een der andere kinderen op grond van het tweede lid eindigt, wordt de reserve voor de verzekering van laalslge- t' noemd kind bij de berekening van de pre mie van eerstgenoemd kind in mindering gebracht. Wanneer een oud-ambtenaar, die van de in artikel 95 der Pensioenwet bedoelde be voegdheid gebruik maakte, herplaatst of voor dc betrekking, na het verlies waarvan ihij zich het behoud van uitzicht op ge- zinspensioe nverzekerde, gepensionncerd wordt, hem, behalve in het geval, bedoeld in het vijfde lid de op hel tijdstip van in gang van do herplaatsing of pensionneering voor hem aanwezige reserve uitgekeerd. „In het geval, bedoeld in liet derde lid van artikel 95 der Pensioenwet, wordt den belanghebbende, wanneer hij van de be doelde bevoegdheid gebruik maakt, uitge teerd hot deel der op het tijdstip van in gang van de herplaatsing voor hem aanwe zige reserve, dat met het bedrag van het ge zinpensioen, waarop hij in zijn nieuwe be trekking uitzicht verkreeg, correspondeert. Wanneer in het geval, bedoeld in het rijfde lid, het bedrag van het gezinspensioen, waarop do nieuwe betrekking uitzicht geeft, wijziging ondergaat, wordt de verzekerings premie evenredig verhoogd of verlaagd. Stijgt eerstbedoeld bedrag boven dat van het uitzicht, waarop belanghebbende zich het behoud verzekerde, dan vervalt de ver zekering. Hij, die van een der bij arlikel 95 der Pensioenwet verleende bevoegdheden ge bruik maakt cn wiens huwelijk bij rechte» lijk vonnis wordt ontbonden, ontvangt de oti het tijdstip, van ingang der ontbinding voor hem voor het weduwcnpensïoen aanwezige reserve cn betaalt van dat tijdstip ai voor het weezenpensioen een premie berekend volgens het tariei In bijlage B II van dit be sluit voor de leeftijden op den datum van ingang van zijn ontslag." In het eerste lid van arlikel 16 wordl in plaats van: „of op wachtgeld, waarvan het Aaar het Engelsch van HAFAPl SA RATI NI. 32) „Wij zijn in Gods hand, mijn kind. Het kan wezen dat ik er mij nog kan uilredden. Indien dat gelukt zal ik regelrecht naar je toe komen en ik zal je alles vertellen. Maar denk er aan landt" en ik hief haar gezichtje in mijn handen omhoog en keek haar in haar betraande blauwe oogen „denk er aan, kleintje dat ik in één ding waar en eerlijk geweest ben en alleen door mijn hart geleid in mijn liefde voor u. Ik heb je uef, Roxalanne, met geheel mijn ziel, en ais ik moet sterven zijt ge het eenige op de wereld dat ik innig betreur te moeten ver laten". „Ik geloof het; ja ik geloof. Niels ter we reld kan mijn geloof ooit meer verstoren. (Wilt ge mij dan niet zeggen wie go zijt en Wat het is, dal onwaardige zooals ge het noemt, waarvoor go in Languedoc zijt ge komen?" Ik dacht een oogenblik na. Maar ik Schudde het hoofd. „Wacht kind", zei ik; cn zij, gehoorza mende aan mijn verlangen, vroeg niet meer. Het was de tweede maal dat ik een ge schikte gelegenheid verzuimde om de be kentenis te doen en zooals ik betreurd had öe eerste gelegenheid te hebben laten voor tgaan, zoo moest ik nog veel meer dit «w^ede stilzwijgen betreuren- De Nederlandsche delegatie ter Ontwapeningsconferentie. Mel jhr. dr. II. Loudon, die, zooals reeds gemeld, de leider der Nederlandsche dele gatie in de zitting der voorbereidingscom missie voor de ontwapeningsconferentie zal zijn, zullen vermoedelijk gep. luit.-generaal C. van Tuinen en schout-bij-nacht Surie deel onzer delegatie uitmaken. De a.s. stemming voor de Eerste Kamer. Door den heer van Aaiten zijn aan den Min. van Binncnlandsche Zaken en Land bouw de volgende vragen gesteld: 1. Is het den Minister bekend, dat ten gevolge van het vallen van den tweeden Dinsdag der maand Juli op 13 Juli dit jaar de mogelijkheid beslaat, dal de stemming voor leden der Eerste Kamer eerst op 7 Augustus zaïl plaats vinden? 2. Acht de Minister geen bezwaren ver bonden aan een zoo laten dag voor deze stemming? 3. Zou het, naar het oordeel van den Minister, ook in het financieel belang der provinciën, niet aanbeveling verdienen de mogelijkheid te openen, dat de stemming voor leden der Eerste Kamer in de jaren, waarin geen verkiezing van de leden der Staten plaats heeft, zou kunnen geschieden in de vergadering van den eersten Dins dag der maand Juli, op welken dag de Staten volgens de Provinciale Wet een ver gadering moeben houden? 4. Zoo ja, is de Minister dan bereid een wijziging der Kieswet te bevorderen, waar bij b.v. de gewone tijd ter candidaatslel- ling, bedoeld in arlikel 113 der Kieswet, in de jaren, waarin geen verkiezing van de leden der Staten piaals heeft, wordt gesteld op den derden Dinsdag der maand Juni in plaats van op den tweeden Dinsdag der maand Juli, cn dit voorstel tot wijziging van artikel 113 der Kieswet zoo tijdig in le dienen, dat deze wijziging nog dit jaar hij de Eerste Kamerverkiezingen in wer king zal kunnen treden? Zij bleef nog een -oogenblik bij mij cn ik trachtte eenigen troost te geven aan liaar ziel. Ik sprak van mijn hoop op Castelroux' pogingen om mijn vrienden te vinden dia»mij herkenden, inderdaad een armzalige hoop. En zij, arm kind, trachtte mij op.tc vroolij- ken en mij moed in te spreken. ..Als de koning maar hier was!" zei ze. „Ik zou naar hem toe gaan en hem op mijn knieën smeeken u in vrijheid te stellen. Maar men zegt dat hij te Lyon is; ik heb geen hoop voor Maandag heen cn terug naar Lyon te kunnen gaan. Ik zal nog eens naar den grootzegelbewaarder gaan en hem smee ken genadig voor u te zijn en het voltrek ken van hetvonnis tenminste te willen uilstellen". Ik onlfcam haar den moed niet en sprak niet van het nuttelooze van zulk een stap. Maar ik verzocht haar dringend tot Maandag le Toulouse te willen blijven; dan kon zij nog eens bij mij komen voor het einde, in dien dat einde onvermijdelijk was. Toen kwam Castelroux om haar te halen cn wij scheidden. Maar zij liad mij een groc»- ten troost gegeven, een troost die mij kracht verleende. Indien het mijn lot mocht wezen het schavot te moeten betreden, dan deed ik het met meer berusting, met meer moed. HOOFDSTUK XIII. Ter elfder ure. Castelroux kwam mij den volgenden mor gen bezoeken, maar hij bracht geen bemoe digende lijding. Geen enkele van zijn boden was nog teruggekeerd, geen enkele had eenig bericht gezonden dat zij mijn volge lingen op het spoor waren. Mijn moed begon mij te ontzinken on het beetje- hoop dat ik nog steeds gekoesterd had begon weldra te Belasting op hengelen. Naar wij vernemen, zegt de „Tel." is een wijziging van de Visscherijwet in voorbe reiding, waarvan de bedoeling is om. naast enkele kleine technische verbeteringen, eenige beperkende bepalingen ten aanzien van de hengelsport in het leven te roepen. Daartoe zullen de prijzen van de visch- actcn verhoogd worden. Het ligt in de be doeling om den prijs van een vischacte gel dig voor de binnenwateren en rivieren te bepalen op f 7.50 per jaar cn van een visch acte voor de rivieren op f2.50. Verder zou een gewone hengelacte wor den ingevoerd, waarvan dc prijs f0.50 per jaar zal bedragen, zoodat het dus niet meer mogelijk zal zijn kosteloos le hengelen. Daar een en ander nog in een stadium van voorbereiding verkeert, kan het nog wel eenigen tijd duren, alvorens deze wetswijzi ging bij de Staten-Generaal aanhangig zal woiden gemaakt. Intern. Landbonw-InstitunL Naar „De Tuinderij" meldt, is als eerste gedelegeerde van Nederland op de aanstaan de al gemeen e vergadering van het Interna tionale Landbouw-Inslituut te Rome aange wezen de heer dr. J. J. L. van Rijn. De Ne derlandsche delegatie zal verder bestaan uit de heeren prof. dr. P. A. Diepenhorst, E. H. ICrelagc, dr. II. Molhuizen, dr. F E. Posthuma, H. Tricnekens cn F. V. Valstar. R. K. Bond van Melkhandelaren. In huize „De Twee Steden" te Den Haag vergaderde gistermiddag de R.-K. Bond van handelaren in melk en melkproducten in Nederland, onder voorzitterschap van den heer A. J. Voskuijl. Ingekomen waren o.a. een mededecliug van den heer de Ileij, dat hij aftreedt als bestuurslid en 25 aanvragen tot ontheffing van het karnverbod. De aanvragen om ont heffing zullen nader worden onderzocht. De secretaris gaf een overzichtelijk ver slag van den toestand en het melkbcdrijf verdwijnen. Ik voelde mijn einde reeds zoo nabij, dat ik later op den dag om pen en papier vroeg om mijn zaken te regelen. Maar toen het schrijfgereedschap gebracht was, schreef ik niet. Ik zat met de veeren punt van mijn pen tusschen mijn tanden cn peinsde hoe ik beschikken zou over mijn goederen in Picardië. Ik dacht kalm na over de weddenschap en de gebeurtenissen die er het gevolg van geweest waren cn kwam eindelijk tot de slotsom, dat Chatellerault niet beschouwd kon worden er de minste aanspraak te kun nen doen gelden op mijn landgoederen. Dat hij mij van het begin af aan bedrogen had zooals ik reeds eerder heb aangetoond, legde minder gewicht in de schaal dan de manier waarop hij in het laatst was opgetreden. Ik nam eindelijk het besluit een volledige opgave op te maken en Castelroux te ver zoeken die aan den koning zelf te laten overhandigen. Zoo zou er niet alleen recht geschieden, maar ik zou, al was het laat met den graaf afgerekend hebben. Zonder twijfel rekende hij op zijn machtigen in vloed om op alle papieren die ik mocht na laten, beslag te leggen en alles te vernie tigen wat aanwijzing kon geven wie ik was. Maar hij had niet gerekend op de vriend schap die ontstaan was tusschen den jeug digen kapitein en mij cn evenmin dat het mij gelukt was dezen-Jaatsde te overtuigen dat ik Bardelys was; hij vermoedde dan ook niets van de maatregelen die ik op liet punt was te nemen om hem ie straffen. Toen ik eindelijk begon te schrijven werd rnijn aandacht getrokken door een zonder ling geluid. Het was eerst niet meer dan een onduidelijk geruisch, als van golven die legen de kust breken. Langzamerhand werd het luider en nam den vorm aan van men- in het algemeen en van den Bond in het bijzonder over liet afgeloopen jaar. liet le dental van den Bond liep terug. De gevoerde actio leverde gunstige resultaten op. Uit het jaarverslag van den penningmees ter, den heer v. Swieten bleek, dat er een nadcelig saldo is van f 29.59. De rekening van het orgaan, sloot met een nadeelig saldo van f22.31. Dc rekeningen wei-den goed gekeurd. Tot bestuursleden werden herkozen de heeren N. Verberg, C. Suijker en A. J. van Schic en gekozen in de vacature van den heer L. de Heij de heer H. v. d. Vossen uit Haarlem. De afdeeling Delft werd aangewezen ter verificatie der rekeningen. De vergadering benoemde den lieer L. dc Hc-ij tol adviseerend lid van het bestuur. Goedgekeurd weid de begrooting voor 1926 in inkomsten en uitgaven tot een be drag van f 1500. De voorstellen der afdeelingen Delft cn Leiden om de vergoeding voor liet secreta riaat met f 100 ie verlioogen werd verwor pen, omdat dc middelen van don Bond dit niet toelaten. Wanneer de financiën gun stige uitkomsten vertoonen zal do verhoo ging alsnog worden verleend. Hierna bracht de heer J. van Rijn uit den Haag rapport uit inzake ziekte- en on gevallen-verzekering van den melkhande laar. De vergadering kon zich vereenigen met do conclusie van het rapport om geen ziekte- en ongevallenverzekering als on- derafdeeling van den Bond op te richten, maar om de leden aan te sporen een verze kering te sluiten hij een door den Bond aan te wijzen maatschappij, waardoor een la gere premie kan worden bedongen. Besloten werd <le volgende vergadering te Utrecht te houden. Ambtenaren bij de Waterschappen. De Bond van ambtenaren bij de Water schappen in Nederland heeft te Amsterdam liaar algemeenc vergadering gehouden. Voor zitter was de heer M. J. van Heumen van Den Haag. De rekening wees een tekort aan van f250,60. De ontvangsten hadden f 1409 be dragen. Benoemd werden tot bestuursleden dc boe ren M. J. van Heumen (Den Haag), P. Klok (Haarlem), A. P. van Zwienen (Puttershock), De Fonbcrt (Oud-Beijerland). C. Dorland (Haarlem), C. Marlens (Monnikendam) en Hamkraai (Winschoten). Dr. A. A. Beekman hield na afhandeling van de agenda een rede over de overslroo- mingen 1925/26. Maatregelen in verband met den jongsten hoogen waterstand. In verband met de bij den jongsten hoo- gen waterstand opgedane ervaringen hellbcn Gedeputeerde Staten van Gelderland over wogen, dat hel aanbeveling verdient, le doen onderzoeken, of het noodzakelijk en moge lijk is, wijziging le brengen in do adminis tratieve regeling van het beheer van de na le noemen rivierdijken, in het bijzonder wat betreft het systeem der bestuursindeeling. Als gevolg daarvan hebben zij een com missie ingesteld, die tot taak zal hebben: lo. een onderzoek in te stellen naar de vraag, of de ondervinding, opgedaan bij den einde 1925 en begin 1925 voorgekomen hoo- gen waterstand, ernstige leemten of gebreken in de administratieve regeling van het be heer der Geldersche Rijn-, Waal- en Maas- bandijken bezuiden den Rijn, speciaal wat betreft het systeem der besluursindeQling, beeft aangetoond; 2o. indien het resultaat van het onderzoek tot bevestigende beantwoording van die vraag leidt, na te gaan, of het mogelijk is, bovenbedoelde beheersregeling op geschikte en afdoende wijze aan te vullen of te wijzi gen en of er, indien men haars inziens hier in niet of niet volledig zou kunnen slagen, maatregelen kunnen worden getroffen om nadeelige gevolgen van een of meer der ge constateerde, doch niet le verhelpen leemten of gebreken le voorkomen of te beperken; 3o. Gedeputeerde Staten met haar bevin dingen en conclusiën in kennis le stellen en eventueel daarbij "mede te deelen, hoe dc aanvulling of wijziging van de administra tieve regeling van het dijksbehecr naar haar meening zou dienen le luiden. schelijke stemmen in opgewekten loon. En toen boven het geraas van het gepeupel uit het gebulder van een kanon, en toen nog een en nog een. Ik sprong overeind en vroeg mij af wat dit wel wezen kon; ik liep naar het getra liede venster en stond te luisteren. Ik keek het voorplein van de gevangenis over en ontwaarde ook daar eenige drukte, in over eenstemming als het ware met die daar buiten. Een oogenblik daarna, toen het volk na derbij kwam, was het of ik kreten van toe juiching hoorde. Toen drong klaroengeschal door tot mijn ooren en eindelijk was ik in slaat boven al het lawaai uit, dat inlus- schcn oorverdoovend was geworden, hel ge trappel van paardenhoeven te vernemen alsof een bende ruiters de gevangenis pas seerde. Ik bcgrocp dat het een persoon van ge wicht moest wezen, die te Toulouse aan kwam en mijn eerste gedachte was de ko ning. Zulk een mogelijkheid deed mij het hoofd duizelen van hoop. Maar ik herin nerde mij dat Roxalanne mij den A'origen avond verteld had dat hij te Lyon was, daarom zette ik die gedachte verre van mij, want zijne majesteit, die altijd langzaam en op zijn gemak reisde, geheel in overeen stemming met zijn gewone manier van doen, zou onmogelijk voor het laatst van de week in Toulouse kunnen wezen, en het was nu pas Zondag. Het volk passeerde en scheen daarna halt te houden, want tegen den middag hoorde ik geen juichkreten meer. Ik zette mij neer om te schrijven en zou straks als de gevan genbewaarder kwam, wel vragen wat die drukte beduidde. Een uur ging A'oorbij; ik schoot al on met De gemeente Emmen in last. De burgemeester van Emmen heeft den gemeente-ontvanger last gegeven, in ver-» band met den toestand van de gemeente-» financiën, voorloopig de betalingen ten laste van de gemeente (e staken. Legerpromotie. Tegen 1 Mei e.k. kan een legerpromotie worden tegemoet gezien. Bij de Jubileum-Commissie van Hoen-» derloo is een gift ingekomen van Z. K. II. Prins Hendrik, beschermheer van Hoender-i loo, voor de viering van het 75-jarig bestaan van deze stichting. Dc gewone audiëntie van den Minister van Financiën zal op Maandag 19 April a.s, niet plaats hebben. RECLAME 1544 Ongeluk in een drogisterij* In do drogisterij van den heer L. Brom aan den Westzecdyk te Rotterdam werd was gesmolten. De 17-jarige L. v. B. beging de onvoorzichtigheid, om, terwijl zijn oudere broer even in den winkel bediende, in do heeto massa to roeren met het ge volg, dat dc pot kantelde en do was vlani vatte. De kleeren van den jongen vlogen in brand. In angst liep hij de straat op. Zijn broer gelukte het, den jongen, door do brandende werkjas van het lijf te trekken en hem met jassen over den grond to rol len, dc vlammen te smoren. Met ernstig® brandwonden is dc jongen toen naar heb ziekenhuis aan den Coolsingcl vervoerd. Een zak met f 500 verdwenen. Een bediend© van do Rotterdamseho Tramweg-Mij. ging per rijwiel van zijn kantooi' te Rotterdam naar een bank aan do Maaskade. Achterop had hij vier zak ken met geld gebonden. Bij aankomst op de Maaskado bleek een van do zakken, inhoudende f 500, verdwenen te zijn. Doodelijk ongeval. Een ongehuwd monteur, zekere B. uit Roller- dam. met den montage-wagen werkzaamhe den verrichtende op het baanvak dor Elec- trische Spoor Den HaagRotterdam, kwam met het hoofd legen een paal terecht, toen hij builen den wagen wilde kijken. De on gelukkige werd naar St. Anloniushove te Voorburg overgebracht, alwaar hij na korten lijd overleed. De vorige week is te II111 (?- gcisberg bij een twist de 12-jarige Dc B. dcor een 11-jarig kameraadje aan het oog verwond. De gewonde jongen word in een ziekenhuis opgenomen en is nu overleden* Branden. Gistermorgen i B brand uitgebroken in een opslagplaats van magazijn Dc Rijwieltrust te Haarlem. Met dc loods verbrandden ongeveer 3000 zoo goed als nieuwe rijwielbanden, verder veel onderdooien en aanverwant© artikelen. Dc schade bedraagt ongeveer f 10000. De korenmolen van B. Rilzema le Ti- naarloo is een prooi der vlammen gewor den. Er kon niets worden gered. Dc molen was slechts ten deele vcrassureerd. De woning van A. Scholtcns le N. Buinen. is afgebrand. Gisternacht is te Wyclien afgebrand de woning Yan N. Dc oorzaak is onbekend. De inboedel ging grootendcels verloren. Verze kering dek! de schade. Te Geldrop is Maandagnacht de boerderij van VV. de Vries lot den grond loe afge brand. Ook de inboedel ging verloren. De bewoners konden slechts met moeite eenige kleedingstukken redden om zich te kierden. Vrouw geworgd. In h e t b u r- gerlogemcnt De Nieuwe Aanleg op do Noor denmarkt te Amsterdam woonde se- mijn werk toen de deur werd opengedaan cn dc vroolijke stem van Castelroux mij be-, groette. „Mijnheer, ik heb een vriend van u mee-, gebracht die u komt opzoeken". Ik draaide mij om op mijn stoel en één blik op het aardige, nette gezicht en het blonde haar van den jongen man naast Cas telroux deed mij plotseling opslaan. „Mironsac!" riep ik uit en ik liep met uit gestrekte handen naar hem loe. Maar ofschoon mijn vreugde groot was en mijn verrassing niet minder, nog grooler was dc verbijstering die ik las op Mjronsac's gelaat. „Mijnheer dc Bardelys!" riep hij uit en ik las honderd vragen in zijn verbaasde oogen. „Voor den drommel!" bromde zijn neef, „liet was een goede inval je mee le brengen" „Maar waarom vertelde jc mij niet, Anié- dée, dat het mijnheer de Bardelys was dien ik hier zou vinden?" „Wou je mij zulk een aardige verrassing laten bederven?" vroeg zijn neef. „Armand", zei ik. „niemand kan ooit er gens zoo welkom zijn als jij hier. Jc komt juist bijtijds om mijn leven fc redden". En als antwoord op zijn vragen vertelde ik hem in het kort alles wat mij overkomen was sedert dien avond in Parijs toen de weddenschap was aangegaan en hoe ik nu door de slimme stilzwijgendheid van Cha tellerault als het ware op den rand stond van het schavot. Toen barstte zijn woede los tegen Chatellerault cn wat hij zei van den graaf deed mij goed om le^ hooren. Ein delijk stuitte ik zijn woordenvloed. (AVordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5