H. M. PIERROT - Maarsmanssteeg 7 - Telt. 630
De Markies v. Bardelys
GLASWËEK!
jttio. 20263.
LESDSCH DAGBLAD, Zaterdag 3 April
Derde Blad.
Anno 1926.
De Zondagen vóór en na Pasehen.
HET PAASCH-EI.
In de lage landen aan de Zee
PAASCHGEBRUIKEN.
Onze Eetserviezen Week was e6n Succes - Deze week extra lage prijzen in Glaswerk
FEUILLETON.
Rondom hel Paaschfecst hebben zich al
van de oudste tijden af allerlei gebruiken
en gewoonten weten staande te houden.
Een voorname rol spelen in de geschiedenis
var. het l'aaschfeest vooral de Zondagen
vóór en n& Paschen.
De Zondagen, als eerste dagen dier we
ien. droegen bijzondere namen, die van d.c
gezindheid de oude en goede herinnering
moesten bewaren. Deze dagen dragen die
namen in den kalender nog.
Hel zijn gewijde Latijnsche namen, en
wel de beginwoorden van veertien Bijbel
plaatsen, naar de in de x>e eeuw in de ka-
,'lrolieke kerk ingevoerde vertaling: Vulgata
genaamd.
Voor de in dc oud-kerkelijke instellingen
•belangstellende lezers mogen hier de veer
tien kalender-Zondagen volgen:
Dc eerste heet: „Invocavit". Hij heelt
'mij aangeroepen, ik zal hem verhooren.
Ps. 91 15.
De tweede „Reminiscere", Gedenk Heerc,
ruw barmhartigheden, Ts. 25: 6.
De derde Oculi'. Mijn oogen zijn gedu
rig op den Hccrc. Ps. 25: 15.
lh- vierde: „Ilaetare". Verblijd u met Je-
xuza.em Jcsaja G6: 10.
1 )q \ijfde: „Judica". Richt mij, doe mij
recht, o God. Ps. -18: 1.
üc zesde: „Palmanum". En anderen
hieuwen (palin)lakken van de boomen en
spreidden die op den weg. Matlh. 20: 18.
Dc zevende: ..Pasche". Aldus zult gij het
lam eten.... zoodat het is des< Heeren
Pascha (Bevrijding, Verlossing). Ex. 12: 11.
Dc achtste: „Quasimodo". Alsof gij pas
geboren kindertjes (geniti) zijt, weest zeer
ibegecrig naar de redelijke,, onvervalschte
imelk, waardoor gij moogt opwassen. 1 Pe
trus 2: 2.
De negende: ..Misericordia". Van goeder
tierenheid des Heeren is de aarde vol. Ps.
*35: 5.
Dc tiende: „.Jubilate". Juich Gode, gij
aarde. Ps. 66: 1.
De elfde: „Conlale". Zingt een nieuw lied
«den Ilecre. Ps. 96: 1.
De twaalfde: „Rogale". Biedt en U zal
gegeven worden. Matlh. 7: 7.
De dertiende: „Exaudi". Hoor, Ileere mijn
slem als ik roep. Ps. 27: 7.
üc veertiende: ..Spiritus". Zij weiden
allen vervuld nik-t den H. Geest. Hand. 2:4.
De geschiedenis van liet Paasch-ei klimt
tot dc grijze oudheid op.
Dc mythe laat uit het ei dc wereld ont
staan. Kalevela. het helden-epos der Finnen,
verhaalt van den vogel, die op Ilmarari's
knie zijn nest bouwde cn daarin zeven
let op het getaL zeven! eieren legde, waar
uit het heelal ontstond, terwijl het Santa-
oallia Brahmana tweede gedeelte van den
Jajour Veda der Hindoes den eersten
man Prajapati insgelijks laat geboren wor
den uit een gouden ei. Het ci speelt in de
cosmogonic van verschillende volken een
voorname rol.
Eieren zijn de eeuwen door. als symbolen
beschouwd der vruchtbaarheid zij waren
'gewijd aan Ostara, de lentegodin, als aan
Holdn. de godin van vegctalc cn animale
vruchtbaarheid.
Als in sommige streken de boeren vlas
zaaien, den zij veel eieren en werpen de
schalen in de voren, opdat het zaad welig
zal opschieten.
De eieren werden vroeger dan ook als hei
lig beschouwd, waar nog overblijfsel van is
bet bijgeloof, dal in ledige eierdoppen dc
/ïéksen wonen; daarom moeten na 't gebruik
der eieren de schalen fijn gekneusd worden.
In Duitschland zoeken de kinderen groen
gekleurde paascheieren in 't veld, van welke
de moeders hun vertellen, dat zij gelegd zijn
door den Paaschhaas ot Oslerhasen, oor
spronkelijk een vogel, die door Ostara geme^
tainorphoseerd werd in een viervoeter. In
verband met dien vroegcrcn bestaansvorm,
zou hij 't vermogen hebben op het feest dei-
godin eieren tc leggen. Daarom zingen de
kinderen
O, Ost^rhaas, o ps ter haas,
Leg dyni Eier bald ins Gras.
Op Dui'lsche Paaschkaarien ontbreekL dan
ook die cierleggende haas niet!
En terwijl men reeds in de zevende eeuw
vóór onze jaartelling in China elkaar inden
lentetijd eieren ten geschenke gaf, beslaat
t gebruik voort tot op den huidigen dag.
Ook in Rusland is dit gebruik nog steeds in
zwang, soms zijn dc nagemaakte eieren zeer
kostbaar, van edelgesteente als anderszins.
Als sieraad, en een soort talisman tevens,
worden dc miniatuur-eitjes heel bet jaar door
gedragen. Ook de Shah van Perzië vereerde
of vereert misschien nog de dames van zijn
harem, daags voor"de lenlcnachtevening,
kostbare eieren.
Wellicht krijgt te onzent hier of daar „de
koster zijn paoscheiercn" nog. waar hij eens
zoo „wissce" van was, evenals onze kinde
ren nog blij gemaakt worden met het mandje
met het suiker-hennetje en haar eitjes.
Het christendom heeft, als zoo menig an
der ding, ook hot paasch-ei geannexeerd, na
het eerst gekestend te hebben, d. w. z. er een
zinnebeeldige beteekenis aan toegekend te
hebben, in overeenstemming met de christe
lijke leer.
Als een nieuw stccnen graf is het be
schouwd: hotgveo er in is, kan er levend
uitbreken, en zoo kon het dienst doen en
deed het dienst als symbool van „ons Hee-
r-n verrijzenis". En immers reeds ten tijde
van Cyprianus. die jn het jaar 258 als
slachtoffer der Christenvervolging viel, moet
zich te Charlagho, waar hij bisschop \vas,
een geschilderd tafereel van Jezus' opstan
ding bevonden hebben, voorstellende een ei,
liggende in een grasveld, waarover de zon
haar gouden stralen spreidde.
De Paasch-eieren werden meestal en wor
den nog gekleurd, een gewoonte, die wel
licht oorsprong vindt daarin, dat de priester
ze-eerst wijdde, en de kleur, er aan gegeven,
in overeenstemming was met die van het
mis- en allaarklecd. welke laatste afwisselt
naar gelang der plechtigheden die in de
R -K. kerk worden gevierd.
Aan zoo'n door den priester gezegend ci-
werd genezende en onheil werende kracht
toegeschreven dus alweer een soort talis
man. Bovendien versierde men de eieren
gaarne met een of andere voorstelling, b.v.
een larn, een engel, een Christuskindje, juist
zcoals dit thans nog met het suikcr-ci ge
schiedt.
Dat hel eten van Paasch-eieren in zwang
bleef vond zijn reden in het verbod, gedu
rende de vasten eieren tc gebruiken, welk
verbod inging op. den Zaterdag voor Asch-
Wocnsdag, die nog altijd in Engeland Egg-
Saturday heet. De vreugd over het vooruil-
zicht, na de vasten zich weer aan eieren te
goed te kunnen doen, uitte zich o.a. in het
liedje, dat de jeugd op Palmzondag placht te
zingen en waarvan de eerste regel luidt:
„Nog één Zondag en dan hebben wij een
ei!" En. nog altijd doen u-ij ons op Paschen
j le goed aan Paaschbrood met Paascheieren,
en onze kleintjes maken wé nog altijd blij
met het gekleurde netje met rose en witte
paascheitjcs.
RECLAME.
kan men ook zonder rijkdom zeer wel
fjelukkijf leven, mits men tegen Rheuma-
tiek en dc gevo gen van koude vatten
steeds TOGA Ij gebrnikt. 39o
Onze Nederlandsche litteratuur is arm
aan Paaschiiedcren. Wel een verschil met
KerstmisMaar mannen als bijv. Nicolaas
Beets en Isaiik da Costa hebben de
Paaschgebcurtcois toch wel bezongen
Beets heeft zeer schoon gedicht:
Hoe lieflijk mag die blijmaar klinken
De lieve Heiland bleef niet dood;
Zijn toeven in des aardrijks schoot
Dec-d schitbrender zijn glorie blinken;
Wij kunnen rustig grafwaarts gaan;
De Heer is waarlijk opgestaan,.
En Da Costa zong:
Ja, de Heer is opgestaan!
Gods bazuinen zullen klinken
de eerste dingen zijn vergaan,
nieuwe heeinlen zullen blinken
Nieuwe tijden vangen aan
God is scheppend opgestaan!
Is er betrekkelijk weinig gedicht over
Paschen, algeziou dan van lenteliederen en
herlevingsgcdichten in verband met de na
tuur, toch heeft Paschen met het voorat-
gaande Palmpaschcn steeds een groote
plaats ingenomen in de volksgebruiken.
Bekend is het roi. Uoopcn met stokken,
die versierd zijn en vruchten en gebak dra
gen. Bekend is ook het branden der
Paaschvüren, waarvoor de jeugd vooraf
reeds hout en andere brandbare waar op-
haait en verzamelt.
Dat er nog heden ten dage in vele plaat
sen Pnasch-kérmissen gehouden worden, js
van algemeene bekendheid. Ze zijn na
tuurlijk een gevolg van vroegere volks
feesten in andcien vorm.
Dc eieren hebben steeds con groot o rol
gespeeld bij Paaschfeesten. 't Ligt trou
wens voor de hand, want in dien tijd zijn
ze immers het over vlo edigst, en wat wist
men vroeger van veilingen en export 1
In 't Oosten van ons land was het de ge
woonte, de eieren te koken en allerlei
schelle kleuren te geven. Op bepaalde
plaatsen dan kwam de bevolking bijeen en
ruilde en handelde in die eieren. Lu..
iaën maakte er een dobbelpartij van. Men
wedde om 't sterkste ei. ,,Wie heeft er
stomp", „wie heeft er spits", „wie heelt
er zijdsch 1" Zoo schreeuwde men in
onvervalsclit dialect dooreen. En dan tikte
rncn de eieren tegen elkaar; wiens ei heel
bleef, won den vooraf bedongen inzet van
enkele centen. Het was een vrij onschuldig,
maar ook vrij onnoozei gebruik. Wie erg
gelukkig was en zijn oi ongeschonden uit
tal van tikpartijen redde, kon het soms
voor hoogen prijs verkoopen En ongeloof
lijk was het aantal z.g.n. geheime midde
len om aan de eieren bijzondere kracht te
geven.
Van algemeene bekendheid is het ook,
dat men in sonuuige dooien van ons vader
land tot voor korten tijd, b.v. nog in som
mige Twentsche dorpen, wedstrijden aan
ging, wie de meeste eieren kon verorberen.
Men denke zich maar niet de walgelijke
tooncclen, het gevolg er van. Maar een
record van bij de dertig eieren staat nog
steeds op naam van dezen of genen
dorpsheid
Gelukkig dat dit wel de minst smakelijke
wijze, van Paaschviering is. Niet dat we
de gewoonte, hier en daar nog in zwang,
om een vetgemeste koe, (le horens met
sinaasappelen versierd, rond te leiden
altijd blijft heb toch een Paaschos zoo
toejuichen, maar ze is toch wat minder
ruw.
In het Oosten des la.nds heeft men be
halve vele Palmpaasch-gebruiken, o.a. het
rondloopen met versierde Paimpaaschjes
en het oprichten van den Palrastaak, het
b.anden van vuren op de Paaschweide, ook
optochten met Paaschgezang. Te Ootmar-
sum trekt men in een lange lij door de stra
ten en zelfs door de huizen, zingende liet
Paaschlied Het is het zoogenaamde „vleu
gelen", dat vroeger vermoedelijk een soort
van processie was, een vroolijke ommegang
dan in tegenstelling met den stillen om
gang dien men van 22 op 23 Maart te Am
sterdam altijd houdt (een biddende rond
gang van R.-Katholieken). In Oofcmarsum
is hot een merkwaardig gezicht de lange
slinger van zingende meo6chen van alle
richtingen te zien voorbijtrekken.
Zooals in meer oude stadjes, vindt ro,_n
in Ootmarsum nog vele huizen, die met cle
achterdeur naar 'de straat staan. Zoo'n
deur is erg groot en in het midden staat
een paaf, ,,de stipel" genoemd. Ora deze
palen trekt de schare heen, steeds maar
het Paaschlied zingende. De bewoners van
huizen met dergelijke deuren hebben reeds
van te voren hun deuren wijd opengezet.
Het gebeurt zelfs wel, zooals reeds gezegd,
dat men door de huizen heen trekt van
kamer tot kamer. Ook door de herbergen
trekt men heen en de gasten, die aanwe
zig zijn, zorgen, dat er een doorgang voor
den optocht blijft. Het spreekt vanzelf,
dat de ouderen in zoo'n herberg meteen
een hartversberkinkje nemen.
Ten slotte komt. de slinger weer op het
marktplein aan. Daar loopt men rond, tot
dat ook de achterste deelnemers aangeko
men zijn, waarop de stoet ontbonden
wórdt.
Over heb ontstaan van dit eigenaardig
gebruik tast men in het onzekere. Som
RECLAME.
322?
Compóteschalen i^zoo fijn als Kristal vanaf 45 Ct. - Glasservies (60 stuks) vanaf f 10.50
Liinonade-ZuigsteDgels in 6 kleuren 40 ct per paar.
migen beweren, dat het vleugelen zijn ont
staan te danken heeft aan het feit, dat de
nonnen van het vroegere klooster te Weer-
selo, wanneer zij met Paschen naar dc
kerk te Ootmarsum kwamen, hand aan
hand <le stad binnentrokken.
Anderen zijn van meening, hierin een
overblijfsel te zien van de vroegere Pa-asch-
pioc-essies, die in Twente ook elders nog
lang gebruikelijk waren
Op Paasch-Maandag wordt het vleugelen
nog eens herhaald. Als het vleugelen afgc-
loopen is, gaat men naar dc Paaschweide
en de omliggende heuvels om de Paasch-
vuren te zien branden. De toeschouwers
zingen clan weer hetzelfde lied als tijdens
den ommegang.
In Gronjngcn liep men vóór Paschen
vroeger veel met den rommelpot, vra
gende om
Een aai of twei.
Een doet (duit) of drei.
Al is het dan maar twei.
In veel plaateen in het land had men
verder vreugdebetoon, dat de vasten voor
bij waren. Het blazen op lcoehorens kwam
dan veel voor, evenals het ophalen van
eieren en geld.
Bekend is als echt Hollandsch volksver
maak de eierdans, waarbij de kunst daar
in bestond, dat de danser, die zijn schoe
nen had uitgetrokken, op één been tc mid
den van een aantal eieren hinkte, de eieren
stuk voor stuk buiten een met krijt getrok
ken kring moest werken.
Een berijmde uitnoodiging tot den eier
dans van zeer ouden datum is de volgende:
Bhijs Bollaert, Boumen Blaupype en
Mancke Claes
Teunis Stortebier, Roeltgen Drassac cn
Dicl Franssen,
Moencn Flodderbroeck, Hein Droogbraat
en Huibert Maea,
lek beroep uw alle over d 'ey te dansen.
Een ander eigenaardig spel, door I. ter
Gouw beschreven, is het eier-gaaren, dat
in Walchersche dorpen op Paaschmaandag
werd vertoond.
De herbergier van het dorp legde met
tusscjienruimte van twaalf voet 25 eieren
uit op den weg en dc eiergaarder moest
ze dan zoo hij kon weer een voor een in
een korf leggen. Inmiddels moest zijn ka
meraad heen en weer naar de herberg loo-
pen cn een briefje meebrengen als bewijs,
dat hij er geweest was. Wie het eerst zijn
opdracht had «uitgevoerd, won de eieren.
Vervolgens werden nog eens 25 eieren uit
gelegd en als variant van de eerste ver
tooning moest nu een mededinger van dcD
eiergaarder, met zijn handen op den rug
gebonden, naar een appel happen, die in
een tobbe met water dreef. Hij moest den
appel opgegeten hebben, voordat zijn te
genpartij de eieren in den korf had ver
zameld maar menigmaal hapte hij water
in plaats van den appel, terwijl het ook
voorkwam, dat hij ten slotte zijn evenwicht
verloor en midden in de tobbe belandde.
Handige jongens wisten den appel naar
den rand van de tobbe te drijven cn zóó
er in te slagen den eersten hap te doen,
waarna de volgende gemakkelijker werden.
In sommige plaatsen is vroeger het eten
van eieren op het ijs met Paschen iets bij
zonders geweest, o.a. in 1845. De eieren
hadden speciale opschriften als een her
innering aan het zeldzame feit.
Een griezelig gebruik was het voorliep*
te Utrecht om op den dag na Paschen
vrijen toegang te gevCD in het krankzin
nigengesticht. Deze „Dolbuiskcrmis
een wreedheid, die gelukkig tot het ver
letten behoort.
Oudtijds werden kerkelijke spelen op
gevoerd met Paschen. Verrijzenisspelen.
Elders weer steekt men palmtakjes achter
cle daksparren of op de hoeken der akkers
om zegen te verwerven. Het bakken van
Paaschbrooden, soms van enorme grootte,
komt ook veel voor.
Algemeen was 't vroeger gebruikelijk de
zijden cylinders voor den hoogtijdag op te
strijken en de bonte omslagdoeken tc voor,
schijn te halen.
Op verschillende plaatsen wordt op Goe
den Vrijdag nog inzameling gehouden van
eieren voor pastoor of koster
Met Maandag na Palmzondag begint de
Goede Week, ook Heilige-, Pilatus-, Judas-,
Duivels- en Stille Weck genoemd.
Die Maandag heet to Brugge „Kalfdag".
Wie op „Kalfdag' 't laatst in school of
thuis kwam, werd kalf gescholden, uitge
lachen en geplaagd.
In de Goede Week is het weder gewoon
lijk slecht, zegt het volk.
Dc Witte of Groene Donderdag wordt
waarschijnlijk aldus genoemd naar de witte
misgewaden, welke de priester dan aanlegt
of naar de reinheid na den biecht.
In Ren omtrek van Weest en Thora wordt
op Witten Donderdag soep van twaalfdcr-
lei groenten ,dc „Discipelen -of Aposte
lensoep", gekookt. In Vlaanderen at men
dien dag „weitene wegge of wittebrood met
mede." Dit heette soppen, vanwaar „Sop
pen donderdag."
Na de gloria zwijgt in de kerk klok, orgel
en bel. Dan „gaan de klokken naar Rome,
al over hagen en boomen."
Op Goeden Vrijdag hoorde men vroeger
algemeen het liedje van „Het bittere
Lijden" zingen, waarvan de eerste stroof
luidde
„Dit is 't begin van 't bitter lijden,
Van Onzen Heer gebenedijden
Die ons van zoodon heeft verlost.
Dat heeft Zijn dierbaar bloed gekost."
De eentonige wijs van het lied, dat uit
123 coupletten bestond, heeft het in onbruik
raken in dè hand gewerkt
Een bijzondere kracht wordt in het
volksgeloof aan dien dag aan bloemen en
gewasschen toegekend. Fruitboomen dan
begoten, schenken veel ooft; eieren, op
Goeden Vrijdag gelegd, beschermen tegen
bliksem enz.
Bij 't dorp Namechc aan de Maas komen
de heksen in den nacht van Goeden Vrij
dag te zamen cn dansen om den ouden
boom, den St. Annaboom
RECLAME.
SLACHTOFFERS VAN RUGPIJN!
Duizenden voelen zich rampzalig door
rugpijn Kruipen de dagen voor u zonder dat
uw rugpijn ooit ophoudt? Wordt gij gekweld
door ontstoken of rheumalische ledematen,
pijn in het hoofd cn de schouders, water
zuchtige zwellingen cn urinesloornissen?
Geen wonder, dat ge u overdag zenuwach
tig, zwak en ziek voelt cn 's nachts le nanr
om le slapen of zelfs te rusten ..-1®
Waarom zoudt gij het slachtoffer blijven
van dergelijke ongemakken en pijn? Dia
afmattende rugpijn. weet gij, is dikwijls de
eerste waarschuwing van verzwakkende nie
ren. Andere zullen spoedig volgen: hoofdpijn,
duizeligheid, zenuwachtigheid, graveel, fclaas-
zwakte en waterzuchtige zwellingen.
Wacht niet, tot het te Iaat is! Iedere
minuut uitstel kan gevaar voor ontwikkeling
tot ernstige nierkwalen beteekenen. Oer.-tel
uw gezondheid tijdig en gebruik Foster's
Rugpijn Nieren Pillen. Foster'3 Pillen hebben
duizenden geholpen en kunnen ook u helpen.
Let op de verpakking in glazen flacons
mei geel etiket (alom verkrijgbaar), waardoor
gij zeker zijt geen verlegen buitenland^cb
goed te ontvangen. PHj? fl.75 per flacon.
Naar hel Engelsch van
RAFAcL SABAT1NI.
2»
Ik zag hem met vernieuwde belangstelling
nan, want liet noemen van dien aardigen
jongen Mironsac riep c^en avond in Parijs
voor mijn geest terug; ik herinnerde mij
hoe die grootmoedige jongen getracht had
al was het le Iaat mij af te brengen van
een onderneming die hij met zijn eerlijke
oogen niet in overeenstemming achtte met
mijn gevoel van eer.
Wij spraken over zijn neef en ik ging zoo
ver hem te zeggen hoe veel ik met hem op
"had. Dit deed de vriendelijkheid, die de
jonge kapitein mij van liet "begin af betoond
had. nog toenemen; zocdat ik zelfs zoo ver
ging hem het portret terug le vragen dai dc
soldaten uit mijn zak genomen hadden. Ik
Wou liet aan Marsac teruggeven, en tevens
zou hol de waarheid van mijn verklaring
slaver.
Castelroux maakte hiertegen gern lie*
zwaar.
ja zei hij, het mij overhandigend,
,,ik 1 mag u pardon, dat-ik-hel u niel dade
lijk tem gar f. Wat hretl de g,„o(zcgc!ke-
avan-der daaraan?"
Ik bedankte hem cn stak het in mijn zak.
„A'm meisje! zei hij. ,,'t Is een mooi
baantje, dat ons, soldalen, wordt op-edra-
ccn, nietwaar monsieur 4c Lespéron? .Wel,
je zou c-r voor je hccle teven misselijk van
worden en je lust geven je te verbergen
voor de oogen van fatsoenlijke lui. Had ik
geweten, dat er zoo iets aan vast zat. ik
zou mij wet (weemaal bedacht bobben,
voordat ik in dienst ging. ik dacht dat hei
een carrière was voor een man van eer.
Neen. dan was ik liever in Gaseognc geble
ven. om den akker te bebouwen!"
„Mijn waarde vriendl" zei ik lachend,
„wat u doet. doet u immers in naam van
den koning".
„Ja. dal doet iedere gerechtsdienaar",
antwoordde hij toornig „Als ik denk dat ik
misschien Je oogea van dat lieve meisje
met Irancn zal rullen! Wat een werk! Mijn
hemetl wat ccn baanljel"
Ik lachte om het verdriet van dien grilli-
gen Gascogner, waarop hij mij aanzag mei
verbazing, maar tevens bewondering. Want
in Zijn oogen was een zóó sioïcijnscli edel
man die in zulke onislandigheden kon
lachen, een bewonderenswaardig man,
HOOFDSTUK X.
De verrezen doode.
lie! was tegen tienen toen wij lic-l plein
voor het prachtige holel de Kroon te Gré-
nade binnen reden.
Castelroux bestelde een gereserveerde ka
mer op de eerste verdieping, een mooi ver
trek met. uitzicht op het plein, en. in ant
woord op mijn vraag hoorde ik dat'mer.sieur
de Marsac nog niet gekomen was.
„Mijn bevelschrift luidde: .voor twaalf
uur", mijnheer de Cnslc-iroux", zei ik. „Als
u het goed vindt, wou ik tol iwaatl uur
wachten".
Hij maakle geen bezwaar, Twee uur be-
leekendcn niets. Wij waren zeer vroeg op
gestaan, cn hij zelf zei hij, had wel wal rust
noodig.
Terwijl ik voor liet raam siond, kwam er
een zeer lange, gewoon gekicede man uit de
herberg te voorschijn en bleef eenige oogen-
Jdikken staan pralen mei den waard. Hij
liep langzaam en oi iiel hem moeite kostte
en steunde op een stevigen stok. l'oen hij
zich omkeerde om de hcrbc-rg weer binnen
te gaan, zag ik een doodsbleek gezicht, dat
gezicht en trouwens Iret geheele voorkomen
van den man kwam mij eenigszins bekend
voor iets dal mij niel losliet en waarover
ik nog nadacht toen ik eenige oogenblikken
daarna zat te ontbijten met Castelroux.
Het mag een half uur later geweest zijn,
ons onibijt was afgeloopen cn wij zalen te
pralen, toen ik ongeduldig begon le worden,
omdat die mijnbeer de Marsac mij zoo lang
liet wachten en daar hoorde ik plotseling
hel getrappel van paardenhoeven, zoodal ik
voor het raam ging kijkt#.. Een heer, die
zeer onbesuisd kwam aanrijden, was juist
de koetspoort door en was bezig van zijn
paar af fe siijgen. Het was een lange, ma
gere man. zeer bewegelijk en zeer fraai ge
kleed. zijn gelaatskleur cn baard waren
heel donker, bijna zwart.
„Wal. ben jij daar?" riep hij uit, mei iels
ontevredens in zijn lach, tot iemand, die in
den ingang stond van de deur. „A'erduiveld,
daar had ik zeker niet op gerekend 1"
„Marsaol Ben jij liet?"
Dus dit was de heer dlon ik verwachtte)
Een staljongen had de teugels overgenomen
en hij sprong vlug van zijn paard .Nu kon
ik ook den zwakken mijnheer zien dien ik
zoo even reeds had opgemerkt.
„Beste Stanislas!" riep hij uil, „ik kAn je
niet zeggen hoeveel genoegen hel mij doet
je ie zien!" en met uilgestoken armen
kwam hij naar Marsac loe.
Deze keek hem eenige oogenblikken ver
baasd aan, mei betrokken gezicht. Maar
oogenhtikkelijk slak hij de hand uit en
klopte hem zoo stevig op de borst dal de
jongeman achteruit stoof en zeker gevallen
zou zijn indien de staljongen hem niet had
tegengehouden. Met een blik van de groo1-
3te verbazing op zijn bleek gezicht, zag dc
invalide zijn aanvaller aan. En Marsac
trad vlak op hem to-.
„Wat beleekent dat?" riep bij op bar-
schen loon. „Wat beduidt die voorgewende
zwakheid? Hel verbaast mij niet lalaard,
dat ge bleek zicll Maar waarom sla je zoo Ie
beven? Waarloe dienl die voorgewende
zwakheid? Wou je mij voor den gek hou
den mei die kunslcn?"
„Zeg, ben je krankzinnig geworden?"
riep de ander uit mei toornige stem. „Ben
je niet wijs, Sfanisla9?"
„Speel maar niel langer comedio", klonk
het minachiend antwoord, „twee dagen ge
leden op Lavédan, vriendje, verleiden ze
mij dat je lolaal hersteld was; uit hetgeen
ze ons mededeelden was duidelijk waarom
je jo daar zoo lang ophield zonder ons lij
ding te zenden. Dal was de reden waarom
ik je geschreven had, dat zal je misschien
wel begrepen hebben. Mijn zusier heeft je
vorlies betreurd: zij daciit dat je dood was;
ja ze treurde oin je terwijl jij aan de voeten
zal van Roxalanne en haar bet hol maakle
in den rozentuin le Lavédan".
„Lavédan?" herhaalde de andere zach
tjes. Toen verhief hij do slem en zei vol
vuur: „Voor den duivel, wat zeg je toch?
Wal weef ik van Lavédan?"
Nu kwam ik plolseling dot hei besef wie
die zwakke jongeling was. Rodenard, die
domoor, had liet mis gehad toen hij zei dat
Lespóron dood, was. Hij was zeker in zwijm
gevallen; want daar stond Lespéron in
levenden lijve voor mij, de man dien ik voor
dood had achtergelaten in de schuur hij
Mirepoix.
Ifoe or waar hij hersteld was. dal w r n
quacsties die mij op dat oogenhlik niet bezig
hielden trouwens ik heli niii noo t v;cl
moeile gegeven om dat geheim op te lossen:
maar daar slond hij en op hel oogenlhk
was dat feit meer dan voldoende. Welke
moeilijkheden er uit zijn aar.wezi'l.cid
zouden voortvloeien dal kon de hemel al
leen welen.
„Maak een einde r.an die vertooning!"
brulde de woeste Marsac, „het zai je niets
helpen. De (ranen van mijn zuster mogen
voor jou riiol veel beduiden, maar je zult er
voor boelen en ook voor den smaad dien ie
op baar geworpen hebl".
„Maar mijn hemel, Marsac!" riep de
andere, nu even opgewonden uil, ,,wi ge-
verklaring geven?"
„Jawel", spotte Marsac en zijn zwaard
uil de schcede Irekkonde voegde hij er bij:
„ik zal verklaring geven met mijn
zwaard".
En hij zwaaide hei wapen onder de
oogen van den zwakken jongen
„Komaan, jongeheer, de comedie is uit.
Gooi dien slok weg cn trek je zwaard;
gauw wat man, of ik vel je neer!"
Er kwam drukte beneden. De waard en
een bende van zijn satellieten, kcliners. stal
jongens enz. slormdc-n tusschen lion in cn
Irachllen den bloeddorstige» Marsac te weer
houden. Maar hij schudde ze van zich af
zooals een slier de honden wegjaagt cn als
een echte woedende slier hield hij stand.
{Wordt vervolgd).