Oe Markies v. Bardelys No. 20260. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 30 Maart Tweede Blad. Anno 1926. BINNENLAND. FEUILLETON. Ben verzoeningsverdiag met Zwitserland. Uc Zwitsersche president Ilaebcrlin heeft aan de volksvertegenwoordiging ver zocht 't verzoeningsvèrdrag te willen goed keuren. dat op 12 December 1925 te 's-Gra- vcithage door minister van Karnebcek en den Zwitserse hen gezant De Purv ondertee kend is. Het verdrag, dat uit 16 artikelen beslaat, 'heeft een considerans, waarin verklaard wordt, dat dit verdrag voortspruit uit den wensch der Nederlandsche en der Zwitser sche regeering. „om dc tusschen Zwitser land on Nederland bestaande vriendschap pelijke banden te versterken en langs den weg der verzoeningsprocedure de regeling van geschillen, die tusschen de beide lan den zouden kunnen ontstaan en niet op andere wijze beslecht konden worden, te bevorderen"- Artikel I bepaalt dienovereen komstig, dat ieder geschil, van welken aard het ook zij, dat tusschen -de beide partijen ontstaat en niet binnen redelijk tijdsver loop langs diplomatieken weg kan worden geregeld, en dat niet geschikt is voor een rechterlijke of arbitrale regeling overeen komstig artikel 36 van het statuut van het Haagse he internalionailc gerechtshof of overeenkomst lussclicn de twee partijen, op verzoek van beide partijen of wel van één barer aan een permanente vcrzoeningscom- commissic onderworpen zal worden, opdat- .deze het geschil, onderzoeken en daarom trent rapport uitbrengen zal. Hetzelfde ar tikel bepaalt voorts, dat de partijen overeen kunnen komen, dat eêri geschil, dat.wèï tot éen rechterlijke of arbitrale beslissing zou kunnen aanleiding geven, toch eerst aan de verzoeningsprocedure zal worden onder worpen. Indien in een zoodanig geval een der partijen dc raadgevingen der verzoe ningscommissie niet mocht aanvaarden, kan ieder der beide het geschil daarna ter stond bij het Ilaagsche internationale ge rechtshof aanhangig maken- Uitwegen op de Rijkswegen. Door den heer van Rappard waren aan den minister van Financiën de volgende vragen gesteld: ls het waar, dal aan eigenaren van gron den, aan den Rijksweg gelogen, een schrij ven gericht is. dat zij in het vervolg voor oen bestaanden uitweg op den Rijksweg jaarlijks f 1 moeten betalen, voor een nieuw ■te maken uitweg f2.50 per jaar? Zoo ja, wat is de reden, dat, waar vroe ger, ingevolge het Rijkswegenreglement, één kwartje als recognities moest worden opge bracht, thans de recognitie verviervoudigd is, en dat f 2.50 moet betaald worden door hen, die voor het eerst een uitweg krijgen? Waaraan ontleent de Minister de be voegdheid, deze fiscale maatregelen te nemen Ilierop heeft minister dc Geer liet vol- jonde geantwoord: Ltd 1. Dc hierbedoelde vraag wordt be- .vcstigend beantwoord, waarbij wordt opge merkt, dat een recognitie van f 1 verschul digd is door de tegenwoordige vergunning houders. zoolang zij, of hun weduwen, eige naars zullen zijn van het perceel, waarvoor de vergunning geldt, en door rechtspersonen gedurende de jaren 1926 tot en met 1930; daarna is, evenals voor nieuwe vergunnin gen, f2.50 schuldig. Lid 2. De verhooging geschiedde, omdat dc oude recognities zelfs de kosten van ad ministratie niet konden goedmaken; voorts, RECLAME. 967 omdat een vergoeding van f2 50 voor een vergunning tot het doorloopend hebben van een eigen en ongehinderd uit pad of uitweg in den legenwoordigen lijd niet te hoog is te achten. Lid 3. De hierbedoolde bevoegdheid ont leent de Minister hieraan, dat zij behoort tot de uiloefening van hel eigenaarsbeheer van de onroerende goederen van den Staat, berustende bij zijn Departement. De staatscommissie voor den radio-omroep- Naar de „Res. Bode*" verneemt, is de Staatscommissie-Ruijs de Beerenbrouck, in gesteld door Minister Dongaeris op* 7 Octo ber j.l. om de regeering van advies te die nen over de Staatsbemoeiing ten aanzien van een Nationalen Draadloozcn Omroep, thans met haar voorbereidenden arbeid ge reed gekomen. Na uitvoerige besprekingen is een lijvig concept-rapport samengesteld. Ter definitieve vaststelling van bet aan den Minister van Waterstaat uil te brengen rapport, is de commissie tegen 19 April bij eengeroepen. In hoofdlijnen hebben alle leden zich met het advies vercenigd. De moeilijkheid is gelegen in het toevertrouwen van de dage- lijksche leiding der op te richten Ornroep- maatschappij aan één neutraal persoon, zooals de meerderheid wil of aan een drie hoofdig -directorium, gelijk dc grootst moge lijke minderheid voorstelt. Bezuiniging. Kosten van uitvoering der sociale verzekering. Naar aanleiding van dc door verschillende werknemers-organisaties uitgesproken klacht dat in dc Commissie van deskundigen in zake de bezuiniging op de kosten van uit voering der sociale verzekering, ingesteld onder voorzitterschap van den lieer van IJs- sclslein, het werknemersclcment geheel zou ontbreken, heeft dc* Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid aan. die organisaties medegedeeld, dat liet hem niet gewenscht voorkomt op de beslissing van zijn ambts voorganger omtrent de samenstelling der Commissie terug te komen. Een verzoek van den Minister aan de Bc- zuinigings-commissie, om te overwegen, in welken vorm aan de bedoeling deze organi saties zou kunnen worden tegemoet gekomen heeft er intusschen toe geleid, dat dc Bczui- nigingscommissie heeft toegezegd, de aan dacht van dc Commissie van Deskundigen ingeval deze personen mocht willen hooren, die bereid zijn, hun gevoelens omtrent het hier bedoelde vraagstuk te geven, in het bi- zonder op dc betrokken organisaties te vesti gen. Onderzcek naar de geestvermogens van verdachten. De /ministeu van justitie, overwegende, dat dc besturen van de hieronder vermelde inrichtingen verklaard hebben, zioli te wil len onderwerpen aan de voorwaarden, om schreven in art. 1 van een algemëenen maatregel van bestuur van 4 December 1925, en dat blijkens het ingestelde onder zoek die inrichtingen aan de gestelde eischen voldoen, heeft besloten aan to wij zen ais inrichtingen, naar welke verdach ten, legen wie voorloopige hechtenis is be volen, op bevel van den rechter voor een onderzoek naar hun geestvermogens ter waarneming kunnen worden overgebracht: le- de psychialrisch-neurologisolio kliniek der rijks-universiteit te Ulrecht-, 2e. de psychialrisch-neurologische kliniek aan het Valeriusplein te Amsterdam; 3e. dc psychalrisohe inrichting Maa'soord le Poortugaal. Deze aanwijzing is geschied met dien verstande, dat zij enkel geldt voor geval len, waarin de geneesheer-directeur of een der aan de inrichting verbonden genees kundigen tot deskundige of rnededeskundi- gc door den rechter is benoemd, Becrsvacantie. De Minister van Financiën: gehoord het advies van dc Commissie van Deskundigen voor do uitvoering van de Beurswet 1911, Heeft goedgevonden te bepalen: dat op Vrijdag 2 en Zaterdag 3 April 192G, alsmede Zaterdag 22 Mei 1926, de beurzen voor den geld- en fondsenhandel zullen zijn gesloten, alsmede dat die dagen voor geld- lceningen, als bedoeld in afdecling V der Beursvoorschriflen 1914. niet als werkda gen zullen worden beschouwd. Groote uitbreiding v. h. vliegveld Schiphol. De terreinen aangekocht. Naar uil de mededeclingen van het ge meentebestuur onlangs gebleken is, heeft de stad Amsterdam groote plannen met de uit breiding van het vliegveld Schiphol en wordt er met bekwamen spoed gewerkt om die plannen te verwezenlijken. Zoo is dezer dagen het voorloopige con tract geteekend dc^>r den eigenaar van de hoeve „Kraaiveld den heer M A. Noordam, waardoor het eigenlijke terrein, aan den Slaat bchoorende,jnaar in medegebruik aan dp Stad Amsterdam en thans groot ongeveer 71 hectaren, wordt vergroot met een opper vlakte van ongeveer 30 hectaren. Verder moet het in het voornemen liggen liet drukke verkeer in de toekomst in Haar lemmermeer niet meer te laten gaan langs tien Ringdijk, maar langs den Sloterweg en Spaarnwouderweg, welke wegen tot dit doel zouden moeten worden verbreed cn verbe terd. Ook wordt er verteld dat er onderhande lingen gaande zijn om het oude fort Schip hol te sloopen en daar ter plaatse gebouwen te stichten, welke bestemd zullen worden voor dienstwoningen, alles om het vliegveld le maken tot een .cerslc-klasse wereldlucht haven. Spoorwegpersoneel. Naar wij vernemen zijn in een gisteren te Utrecht gehouden conferentie tusschen de directie der Nederlandsche Spoorwegen en den personeel raad uitvoerige besprekingen gevoerd over de voorstellen van den raad, inzake de positieregeling voor bureaube dienden, schrijvers en bureel-ambtenaren. Door de directie werden deze voorstel len van de hand géwezen. Daar de directie echter nog niet gereed was met de nieuwe kaderindecling kon zij thans in deze geen beslissing nemen hoe zij dc nieuwe regeling zal invoeren. De directie zegde evenwel toe voor 1 Mei a.s. haar beslissing omtrent de» voorstellen van den personcclraad te zullen modcdcelen. In verband hiermede werden ook de aanhangig gemaakte verzoeken der organisaties, om een aantal schrijvers lot bureel ambtenaren te benoemen, tot later aangehouden. Een mtervieuw met den nieuwen Gouverneur-Generaal. De correspondent van dc „Tel." te New York heeft een onderhoud gehad met den nieuwen Gouverneur-Generaal van Ned.- Indië;, jhr. mr. A. C. D. de Graeff. We ont- 'leenen daaraan het volgende. „Mijn toekomstig werk, zeide jhr. de Graeff, is ten zeerste vergemakkelijkt door Gouverneur-Generaal Fock, die dé moeilijke taal volvoerde om de begrooting van Nc- dcrlandsch-Indië sluitend tc maken. Ik heb den groólslen eerbied voer hetgeen mijn voorganger tot stand heeft gebracht. Ik zal voor alles trachten diens voorzichtige finan- ctecle politiek le volgen ten einde het even wicht in Indië's budget le bewaren. Z. Exc. de Graeff, die tot geen enkele po litieke partij in Nederland behoort, wensch- te zich, wat zijno toekomstige politiek in Nedérlandsch-Indië betreft, niet vast le leg gen. Jhr. De Graeff verwacht niet alleen een harmonische samenwerking met den minis ter van Koloniën, met wien hij persoonlijk bevriend is, doch ook met. den Volksraad en de Nederlandsch-Indische bevolking. Jhr. De Graeff gelooft niet, dat het com munisme of andere extravagante politieke bewegingen de rustige en werkzame Indi sche bevolking ernstig zullen meeslepen. Voor de uitbreiding der handelsbetrekkin gen tusschen Nedcrlandsch-Indië en de Verecnigdc Staten is het voorzeker een fac tor van niet te onderschatten gewicht, dat de nieuwbenoemde Gouverneur-Generaal op den gezantschapspost in Washington van nabij dc groeiende Amerikaansche belang stelling ten dezen heeft kunnen volgen. Tijdens zijn verblijf in de hoofdstad der Verecnigdc Staten heeft hij geen gelegenheid laten voorbijgaan om de vriendschappelijke economische en politieke betrekkingen met -Amerika te bevorderen. Als Gouverneur- Generaal ^al liij stellig hetzelfde doen om deze uitstekende betrekkingen in stand te houden. Jhr. De Graeff verwacht dan ook een toeneming der Amerikaansche belangen in Ned.-lndië. De bezoeken van Amerikaansche staats lieden, kapitalisten en studenten aan Insu- lindo zal hij zooveel doenlijk bevorderen. In dit verband wees Z. Excellentie nog op het lofwaardig werk van de Nederlandsche Kamer van Koophandel in New York. dal er veel toe heeft bijgedragen deze belangstel ling van Amerikaansche zijde zoowel in ons land als onze koloniën aan te wakkeren. Jhr. de Graeff zal begin Mei van Washington naar Nederlands vertrekken, waar hfj tot Augustus zal verblijven om dan de reis naar Nederlandsch-Indië in Augus tus le aanvaarden. De scheidende Gouverneur-Generaal, mr. Fock, zal de komst van zijn opvolger in Buitenzorg afwachten. R.-K. Volkspartij. Onder leiding van ueu lieer W. C. Setteur had Mjndag Le Utrecht een algemeene ver- gaüeriug piaats van de U.-ii. olssparty. De voorzatter opendo de vergaring niet een toe&piaux, Woann hij esn uitcemctung gat van het pariyprogram in veround met een goede welvaiutspohtiek. liit liet jaarverslag van den secretaris, den neer F. Donders, bleek, üat de R.-K. V. P. thans 33 ahieehngen telt. 13ij de verkieziugen bleken 4Ü.Uüo mannen en rou wen achter de K.-K. V. P. le slaan. Binnenkort zuilen de 18 Rijkskieskringen gelorraeerd zijn. Nauat het jaarverslag was goedgekeurd sprak mr. P. Al. Arts, lid van de Tweeao Ramer. Spreker vcigohek deze vérgader.ng by het eerste congres van de R.-K. V. i'. en constateerde daarbij den groei der party, zoooat deze thans te beschouwen is als te omvatten de democratische Roomsch-Katho- lieken en dat doza richiing uit de R.-K. Staatsparty eigenlyk verawenen is. Spreker wees er vervolgens op, dat de crisis voor de R.-K. Staatspartij op een gToot fiasco is uitgeloopen. De Vertegen woordiger van de R.-K. V. P., zeide spr. zal ook in de Tweede Kamer aan het partijprogram vasthouden en niet devm zoo als de Alicliaëlist by de Ooriogsbegrootiug, n.l. wegblijven uit^de Kamer, hetgeen vol komen in stryd was met zyn woordtn bui ten do Kamer. (Toejuichiogen). Prof. Veraart geeft wel af op onz3 partij, doch heb vare beter, zeide spr., dat hy in de Kamer handelde volgens de punten van zyn democratisch program. Men is be vreesd, dat de R.-K. arbe.ders zullen over- locpen naar de sociaal-democraten bij even tueel© samenwerking tusschen de R.-K. Staatspartij en de S.D.A.P. Spreker gelooft in tjgend el, dat, wanueor die samenwerking tot stand mocht konun, da R.-K. Volkspartij er. zal zyn om allo R.-K. democraten in zich op t9 n.m.ii Spreker wekte ten slotte op om do R.-K. V. P. groot en sterk te maken, opdat later gezegd kan worden, dat de R.-K. V. P. Nederland heeft behoed voor den rooden gloed der soGiaal-democratie. (Luide toe juichingen). in zuko het reorganisatie-rapport van da R.-K. Staatsparty werd voorgesteld een commissie van 5 leden te benoemen, ter bestude&ring van dit rapport. Mr. Arts zeide dit voorstel toe te juichen, al zou heb alleen maar wezen, dat men later niet zou kunnen verwijlen, dat de R.K.V.P. geen notitie van dit rapport had genomen. De R.-K. Staatspartij spreekt van eenheid, negeert de R.K.V.P., doch is inwendig z^er vordeeld. Hoewel spr. het nog niet inziet, dient toch overwogen te worden of eenheid mogelijk is. Spr. zou dit zeker wenschen, indien aan bet program der R.K.V.P. volle recht in de R.-K. Staatspartij zou wordeu gedaan. Na eenig debat werd besloten met 15 tegen 2 stemmeu tot instelling van een studiecommissie. Tot leden dezer commissie werden be noemd de heeren Felix Donders te Tilburg. H. L. A. v. d. Hurk, te Amersfoort, W. O. Setteur, te Utrecht, J. J. Gemmel, t3 Amsterdam, en P. J. v. Zeeland, te Utrecht. De heer Felix Donders werd herkozen tot secretaris van het Partijbestuur, terwijl RECLAME. Hebt Gij rheumaiiek! Lijdt Gij aan jicht? Aarzelt dan ntet maar gebruikt Aspirin-tabiettcn'S^ in origineele verpakking mei den oronjen band. Masseer dan nog mei Spiros al-oplossing „Stay®*." hei eenige wrijfmiddel, dat diep in de huid dringi, cn Gij verkrijgt oogenblikkelijk verzach ting Van al uwe pijnen. 2904 tot penningmeester werd gokozeti de heer A. E. J. Tyndall, te Utrecht en tot leder» vau het Partijbestuur de heeren P. J. Goea te 's-Gravenhage en J. J. Clerkx, te Utrecht Na afdoening van eenige huishoudelijke aangelegenheden werd de vergadering ge sloten. Dc Limbmgsche Tramweg-Mij. In exploitatie van de Ned. Spoorwegen? Indertijd hebben Gedeputeerde Staten van Limburg zich op een desbetreffende vraag van do Limburgschc Tramweg-Mij., bereid verklaard aan do Provinciale Staten een voorstel te doen, strekkende om de helff van de tekorten der tram over 1926 en '27 voor rekening der Provincie te nemen. De nieuwe minister van Waterstaat ech ter, zou, naar het „Limb. Dagbald" ver*» neemt, thans den cisch hebben gesteld, dat Provincie en gemeenten ook de helft van liet tekort over 1925 te haren laste zou den nemen. Als deze geruchten juist mochten zijn dan mag met vrij groolc zekerheid worden gezegd, dat het lot der L.T.M. is beslist cn de exploitatie .ervan aan de Nederlandsche Spoorwegen overgaat. Wilton niet naar Vlissingen. liet bericht, volgens hetwelk de firma Wilton uit Rotterdam een répara tie werk plaats to Vlissingen zou stichten, kunnen wij na een onderzoek ter plaatse, waar men dit beslist zou moeten weten, tegenspreken, zegt het „Yad.'\ Bij Kon. Besluit is benoemd lot lid te-* vens plaatsvervangend voorzitter der Com missie van Onderzoek voor het dienstvak dei dir. hel. invoerr. cn acc. prof. dr. P. A. Die penhorst, hoogleeraar aan de Vrije Univer-i sitcit le Amsterdam. De bijzondere commissie van overleg voor de belastingen enz. heeft den minister van financiën geadviseerd dc algemeene verlofsregêling voor verecnigingsdoelein- den, oolc vooi het dienstvak der belastin gen enz., te doen gelden. Het herstel van den dijk van den on- dcrgeloopcn polder De Broekvclden en Veltenbrock. gelegen te Reeuwijk cn Zwam- merdam is zoover gevorderd dat het ge maal weder in werking is gesteld. Om hefc gat zoover dicht tc krijgen, waren benoo- digd 1340 schuiten zand met een inhoud van ruim 14.500 Ml!. Naar het Engelsch van RAFAcL SACAT1N1. 21) lk was een oogcnblik werkelijk -verbluft door haar woorden. Maar toen do oorzaak van die heftigheid let mijn hersens door drong. vervulde mij eensklaps een gevoel van groote vreugde. Het was een heftigheid voortkomende uit een haat, die een ge deelte is van liefde, maar geen haat kan doodelijk zijn. En loch sprak die-haat duide lijk van de gevoelens die zij angstvallig trachtte tc verbergen cn dit bewustzijn ver leende mij plolsehng de kracht vlak bij haar te komen. „Roxalanne". zei ik mei vuur, „neen dat lioopl ge niet. Wal zca uw leven wezen wanneer ik dood was? Kir.d, kind. gc hebt mij even lief als ik u liefheb", lk greep haar plotseling aan mei oneindige locder- heid, met eerbied bijna. Kunt ge ntfj niet ton weinig vertrouwen? Kunt ge niet be grijpen dat er geen plaa'.s zou zijn voor die liefde wanneer ik wcrkc-lijk zoo onwaardig wa? als ge u zelf wilt wijsmaken?" „Er is geen plaats voor die liefde", riep Zij uil. „Ge liegt evenals ge al die andere dingen liegt. Ik heb u niet lief, lk haal u. Ac.hl hoezeer haal ik u!" Tot nu toe had zii in mijn armen g legen, met opgeheven gelaat cn droevige, ver schrikte oogcr. als een rogcllj-.* J U h voelt m hot nel van een slang* maar da1, «door sr.atik toch cenigszins geboeid vrc.idh $W.t nu terwijl ^ij sprak, scheen haar wil sterker tc worden en zij poogde zich los lo maken. Maar naar male dc heiligheid van haar kant toenam, verkreeg mijn besluit ook meer kracht en ik hield haar slijf vast. „Waarom haat je mij?" vroeg ik met vaste slem. „Vraag het je zelf ai Roxalanne en zeg mij wat je hart je voor antwoord geeft. Antwoordt het je niet dat jc mij niet haat. dal je mij licfhebl?" „O! Zoo belcedigd te worden!" riep zij uit. „Wilt ge mij niet loslaten, huichelaar? Moei ik om hulp roepen? O, daar zult gc voor boeten, daarvoor zult ge gestraft wor den". Maar in mijn drift hield ik haar vast, niettegenstaande haar smeekbeden, haar be dreigingen en pogingen om los te komen, lk was redeloos, ruw, al wat ge wilt. Maar be denk wat mij bezielde zoo verkeerd beoor deeld le worden, stclu in mijn plaats en be oordeel mij niet te hord. De moed alles te bekennen, een moed dien ik al die dagen gemist had. kreeg ik op dat oogcnblik. Ik inocst het haar zeggen. Wat er het gevolg van mocht wezen het kon niet ergc-r zijn dan dit, en dit kon ik niet langer uithouden. „Luister Roxalanne!" ,.lk wil niet luisteren. Ik heb nu al ge ne 4 bclecdigingen gehoord. Laat mij los!" „Neer., ge zult raar mij luisteren, lk ben niet Rcné de Lespéron. Indien die Marsac's wat minder onstuimig en dwaas geweest waren hadden zij vanmorgen even op mij gewacht, dan zouden ze het u zelf verteld hebben". Zij slaakte een oogeriblik haar pogingen om les te konv n en zag mii aan. Maar met een verachtelijk lachje hernieuwde zij ze met d s te meer kracht. ,;Met welke nieuwe leugens komt ge mij nu weer aan? Laat mij los, ik wil niet lan ger luisteren". „De Ilemel is mijn getuige, ik heb je de waarheid vc-rtéid. Ik begrijp hoe ongerijmd dit schijnt en gedeeltelijk daarom heb ik het niet eerder verteld. Maar ik kan die minachting niét verdragen. Dat ge mij een leugenaar noemt wanneer ik beweer je lief te hebben Ilaar pogingen waren zoo hefliig gewor den, dat ik genoodzaakt was haar wat los te laten. Maar dit deed ik zoo plotseling, dat zij haar evenwicht verloor en dreigde kchterover te vallen. Zij greep mijn wan- buis, dat openscheurde. Wij stonden nu op een kleinen afsland van elkaar. Bicck en bevende van toorn zag ze mij aan. Haar oogen schenen mij le wil len vernietigen, maar onder mijn vasten blik sloeg zij ze'eindelijk neer. Toen zij ze weer opsloeg zag ik een glimlachje van kalme maar onuitsprekelijke minachting op haar lippen. „Wilt ge er een eed op doen", zei ze, dat ge niet l\onë de Lespéron zijl? Dat mademoiselle de Marsac niet uw ver loofde is?" „Ja bij' alles wal mij heii g is!" riep ik hartstochtelijk uit. Zij bleef mij aanzien met dien kalmcn glimlach van spot en toorn. „Ik heb u hooren zeggen", zei ze, dal de grootste leugenaars het spoedigste bereid zijn een eed (e doen". En met onuitspreke lijke verachting voegde zij er op den grond wijzende bij: „Ik geloof dat u wat laat val len mijnheer": En zonder mijn antwoord af te wachten keerde zij om en ging heen. Met het gezicht naar boven lag aan mijn voeten het portrelje dat die arme Lespéron mij stervende had toevertrouwd. Het was in den strijd uit mijn zak getallen en nu twij felde ik er niet aan of hM was het portret van freule de Marsac. HOOFDSTUK IX. Het nachtelijk alarm. Ik kwam dien zelfden middag van een lange wandeling terug want mijn stem ming was zoo weinig benijdenswaardig, dat ik behoefte had aan beweging. En daar stond een reiskoets gereed voor het huis. Toen ik de stoep van het kasteel opliep stond ik eensklaps voor mademoiselle, die de trap afkwam. Ik ging op zij om haar le laten passcercn cn dit deed zij mei haar kin in de lucht en haar rokken strak opge nomen, zoodal ze mij niet konden aan raken. Ik wilde een woord mei haar spreken, maar zij bleef recht, voor zich uitkijken en de uitdrukking van haar oogen was te streng, daarenboven waren de oogen van een stuk of zes bedienden op ons gevestigd. Ik maakte dus een buiging, zocdat de veer van mijn hoed dien ik voor haar af nam, op den grond raakte en liet haar passee- ren. Toch bleef ik op die zelfde plek staan en zag haar de koels instappen. En ik bleef het rijtuig nakijken, dat de ophaalbrug over ratelde en eindelijk een stofwolk deed op gaan op den witten, drogen weg. Op dat oogcnblik had ik een gevoel van verlatenheid en smart, dat moeilijk beschre ven kan worden. Het was of zij voor goed uit mijn leven was heengegaan of geen cn-, kcle maatregel voldoende zou wezen om haar terug te winnen na hetgeen er dien morgen had plaats gehad. Haar fierheid was reeds gekwetst door hetgeen mademoi selle de Marsac haar verteld had van onze verhouding, mijn gedrag in den rozcnluin had de tëedere gevoelens die zij rnij giste- renhnd hekend, in haat veranderd. Dat zij mii nu haatte, daar was ik zeker van. Op mijn wandeling was ik mij bewust gewor den hoe overhaast, hoe krankzinnig mijn wanhopige bekentenis geweest was en inet bitterheid begreep ik. dat ik mijn laatste kans had vernietigd. Den prijs betalen van mijn weddenschap en hel weder aannemen van mijn eigen naam zou mij niets meer helpen. Hel betalen van mijn weddenschap, jawel! ook die daad had haar beteckenis verloren! Wal was er voor heldhaftigs in zoo iels? Was dc onderneming inderdaad niet mislukt? Eu was het dus niet onver mijdelijk, dat ik betaalde? Ik zou ge ruïneerd zijn. wanneer ik niet Chalellcrault had afgerekend en Marcel de St. Pol de Bardelys. die schitterende ster aan het fir mament van het Fransche hol, zou plotse-» ling verduisteren en voor goed verdwijnen. Maar dat kon mij op dat oogcnblik niet veel schelen. Ik had aües verlorm wat waarde voor mij had alles dat frissche kr.vht had kunnen verleenen aan een verbruikt» waardeloos lever. Later op dien dag hoord ik van d.-n heer de Lavédan. dal de markies dc- Bardelys dood was. volgens een gerucht dat hij ver nomen had. Lusteloos vroeg ik hoe m»*n aan dat praatje kwam en hij verleide, dat ren paard zonder berijder enkele dagen geleden door een paar boeren was opgevangen en door de bedienden van monsieur de Barde lys herkend. En daar men in een dag of veerlicn niels van hein had gezien of ge hoord, vermoedde men, dat hom een onge luk was overkomen. Eel is die tijding ver mocht niet mijn belangstelling op te wek ken. Laat men gelooven. dat ik dood ben als zij willen. Hel is onbeduidend vooi iemand die heviger smart moet lijdon. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5