Zijden Dameskousen Ter nagedachtenis aan Dr. Gunning -Ci}u%. No. 20258. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 27 Maart Tweede Blad. Annt >926. ivacvi 1.25 - 1.15 - 0.95 KERK- EN SCHOOLNIEUWS. BUITENLANDSCH GEMENGD RECHTZAKEN. De aanbieding van een plaquette aan de Zendingsschool te Oegstgeest. a De aangeboden plaquette. Sfiijdagmiddag had een indrukwekkende gebeurtenis plaats in de Zendingsschool te .Oegstgeest, te weten de aanbieding eener plaquette, ter nagedachtenis van dr. J. W. Gunning. In verband hiermede zij hel vol gende opgemerkt: Na het overlijden, den 25en November 1923, van den zoo algemeen bekenden Zen- dingsdirector dr. Gunning, hebben eenige zendelingen in lndië het plan gevormd, een blijvend aandenken te stichten aan hun aller vriend en leidsman. Na voor dit doel gelden te hebben ingezameld, werd in Hol land een commissie samengesleld van oud zendelingen, om deze plannen verder uit te werken. Deze commissie bestond uit de heeren: L. Bodaan, oud-zendeling, destijds uitgezonden naar Deli, door het Nederl. Zendings-Genootschap, J. H. Blinde, oud- zendeling, destijds uitgezonden naar Java door de Nederl. Zendingsverecniging, en J. L. D. v. d. Roest, destijds uitgezonden naar Halmalieira door de Ulrechlsche Zendings- vereeniging. Deze commissie heelt den heer F. Tullings, beeldhouwer te Rotterdam, op dracht gegeven een bronzen plaquette te vervaardigen, voorstellende het borstbeeld van wijlen dr. J. W. Gunning. liet bestuur van de Zendingsschool te Oegstgeest heeft vervolgens toeslemming verleend dezo plaquette te plaatsen in de vestibule van de Zendingsschool. Een talrijke schare was nu gistermiddag te samen gekomen voor deze plechtigheid w. o.: het bestuur der samenwerkende Zen- dinjgscorporalies, eenige familieleden van wijlen dr. Gunning, verschillende oud-zen delingen, de director en leeraren der Zen dingsschool, de burgemeester der gemeente Oegstgeest, de heer J. G. M. van Griethuy- sen, de" leerlingen van de Zendingsschool en het geheele personeel. De plechtigheid werd geopend met het spelen van eenige koralen, door het ge vormde muziekgezelschap van leerlingen der Zendingsschool onder leiding van den heer Smolders uit Leiden. Na het laatste koraal verzamelden allen zich in de hal der school en werd op ver zoek van prof. dr. H. M. van Nes gezongen, met begeleiding van de muziek, lied 28 uil den Zendingsliederenbundel Hierna verkroeg het woor-'l de oud-zende ling, de heer L. Bodaan, die het volgende sprak: „In dit moment van plechtig samenzijn is het mij een voorrecht hier een oogenblik het woord te mogen voeren. Ik doe dit niet slechts voor mijzelf, doch ik mag dat ook doen namens de brs. en zrs. zendelingen in lndië, de brs. en zrs. met verlof hier te lande en de brs. en zrs. oud- zendelingen. Mijnheer de Voorzitter. Het heengaan van onzen onvergetelijken director Gunning heeft in wijden kring smart gebracht. Als ik zeg in wijden kring, dan denk ik en u houdt mij dat wel ten goede dan denk ik voornamelijk aan de zendingsarbei ders, welke ik hier inag vertegenwoordigen Dien kring mag ik zelfs nog wijder trek ken, want ook velen uit de Inl. bevolking, die dir. Gunning op zijn reizen door lndië hebben leeren kennen en achten, waren in droefheid over zijn heengaan. Mijnheer de Voorzitter, wij zijn nu hier saamgekoroen en harleiijk dank ik u allen voor uw tegenwoordigheid omdat door de zendelingen, na het heengaan van Dir. Gunning behoefte gevoeld wenl eenig uiterlijk blijk te geven van hun hartelijke liefde voor hem. eens hun vaderlijken vriend. Dat uiterlijk blijk, een bronzen plaquette, gevat in marmeren plaat, zal ik u heden mogen overdragen Voor ik echter daartoe overga, moge het mij vergund zijn hier te memoreeren. dat 't voorstel tot de aanbieding van dit huldeblijk is uitgegaan van dc Conferentie van zen delingen in Deli, en dat aan de tot stand koming daarvan vrijwel alle brs. en zrs. zendelingen, die op eenigerlei wijze Dir. Gunning hadden leeren kennen, door stoffe lijke bijdragen hun medewerking hebben verleend Voorts past mij .een woord van dank aan de brs. Blinde cn Van der Roest, die met mij een ..Commissie van uitvoering" wilden vormen, alsook aan H H. ds. Rijnders en Forlgexis, die als raadslieden ran de zijde van het bestuur der Ncd. Zend.-School onze commissie met raad en daad Ier zijde ston den. Ik mag ook niet vergeten hier te noe men den naam van hem, die het werk voor ons vervaardigd heeft Het is dn kunstenaar Frans Tullings, beeldhouwer te Rotterdam. Laat ik eerlijk zeggen, dat de opdracht voor de Commissie, om een beeldhouwer te kiezen cn dien met het werk te belasten, geen gemakkelijke taak was doch even zeer was het moeilijk voor dien beeldhouwer die naar een foto van wijlen Dir. Gunning zijn beeltenis moest vervaardigen. Welnu, eenstemming werd besloten het Work aan den heer Tullings op te dragen. Deze zou door zijn arbeid Dir. Gunning aan on9 voorstellen, zooals hij was in de volle kracht van zijn arbeidzaam leven, on van deze plaats wil de Commissie hem danken voor zijn schitterend werk, waarin hij, baars inziens, ten voile is geslaagd. Mijnheer de Voorzitter. Met nog een en kel woord aan wijlen onzen Director Gun ning gewijd wil ik eindigen .en u ons ge schenk overdragen. Wat hij geweest is voor ons zendelingen werd reeds hier in November 1924, en op zoo uitnemende wijze, vertolkt door br. 'Alk C. Kruyt. Ik mag dat slechts aanvullen met nog op tc merken, dat zij, die het voorrecht hadden gedurende een 6-tal jaren in den kring der familie Gunning huisgenooten te hebben mogen zijn, aan hun Director en ook aan mevrouw Gunning, die haar man zoo spoedig gevolgd is terugdenken als aan een Vader en een Moeder. Mijnheer de Voorzitter. Laat mij mogen eindigen met een getuigenis van de Karo- Bataks van Deli, die Director Gunning twee malen in hun land zagen. Zij zeiden: Toean Gunning medjingkat. Anem gia mboer ia, megegeh ia erdalin Lampas erpagi-pagi ia kéké, sabap pitjet dahinna. Ras ©rbagi-bagi kalak ertjakap ia, djanah adi tanding i rocmah ia roesoer. Kempak kami boedjoer kal katana. Tentoe i kelengina kami, maka mete- deh ató kami megiken katana. Vertaling: Mijnheer Gunning is ijverig. Alhoewel hij corpulent is, kan hij toch flink loopen. Hij staat 's morgens vroeg op, want hij heeft veel werk te doen. Hij spreekt met menschen van allerlei stand. Als hij in huis is, heeft hij altijd veel to schrijven. Zijn woorden zijn vriendelijk tegen ons. Stellig houdt hij van ons, en daarom wil len wij ook gaarne naar hem luisteren. Mijnheer de Voorzitter. Ik geloof de Bataks hebben niet onduidelijk hun opinie over Director Gunning gegeven. Wij zendelingen en gij met ons kunnen dat zóó onderschrijven want zóó was hij ginds, en zóó was hij hier. Wij weten, dat hij heeft gewerkt, zoo lang het dag was; dat hij ziele-grootheid aan levens-eenheid paarde, en dat hij ons een voorbeeld gegeven heeft, dat D. V. ons zal voor oogen staan, nog lang nadat hij gestorven is. Mijnheer do Voorzitter. Mij rest dan nog u hartelijk te danken, dat de plaquette juist hier een plaats vinden mocht, in dit gebouw, dat oivs is als een zichtbaar en tastbaar bewijs van zijn initiatief en door zettingsvermogen. Dit gebouw, dat in alle deelen getuigenis geeft van soberheid en pracfcischcn zin, prijst in dien hoogen een voud ook hem, dien wij heden gedenken. En hiermede, mijnheer de Voorzitter, mag ik dan u en uwe medebestuurders ver zoeken dit ons huldeblijk voor het gebouw der Nederl. Zendingsschool wel te willen aanvaarden, opdat het hier moge zijn als een opgericht teeken ter eerbiedige ge dachtenis voor ons, en voor hen, die na ons komen." Na deze plechtige overdracht van de hierbij afgebeelde bronzen plaquette op marmeren plaat, op welko laatste staat: ,,Ter nagedachtenis aan onzen director... de Zendelingen", sprak prof. dr. H. M. van Nes ongeveer het volgende: „Het is mij een groot voorrecht als voor zitter der Ned. Zendingsschool en van de Commissie van Samenwerking deze pla quette te mogen aanvaarden onder harte lijke dankzegging aan dc schenkels en aan hun woordvoerder. Ongetwijfeld zal de wensch, door den laal9te aan het einde zijner rede uitgespro ken, in vervulling gaan: wij hebben voortaan een opgericht teeken in ons mid den ter eerbiedige gedachtenis voor allen, die hier arbeiden in dit middelpunt der Ne- derlandsche Zending, getuigenis van de een heid cn samenwerking op Zendingsgebied, welke het kenmerk is van onze twintig ste eeuw. En vooral is .dit gedenkteeken van groole waarde, omdat het is opgericht door de zen delingen zeiven, voormalige en tegenwoor dige arbeiders op het Zendingsterreln, die, al of niet mede door Gunning opgeleid, hem allen hebben gekend, en meermalen met hem in aanraking zijn gekomen. In onze bestuursvergaderingen hebben wij het me nigmaal uilgespwfct?n, hoeveel wij in Gun ning verloren hebben-, dergelijk getuigenis te vernemen uit den mond der zendelingen zc-lven is voor ons een oorzaak van groole vreugde. Die waardeering geldt den leider van het Internaat, en het deed ons goed ook Mevrouw Gunning nog eens in dit verband te hooren noemen, maar zij geldt ook den Zcndingsdirector, zij geldt ook hem, die tot twee malen toe de zendingsvelden bezocht heeft, en ook daar de harten heeft gewonnen Onze betreurde directeur heeft zijn stom- pel gezet op den Zendingsarbeid in Neder land en hij heeft menigen kring voor dien arbeid gewonnen. Onvermoeid is hij bezig geweest met woord en pen, en hij heeft voor ons land een eervolle plaats verworven in het internationaal zendingsverband. Aan hem is het te danken, dat de overtuiging meer en meer is doorgedrongen, dat het zwaartepunt van onzen Zendingsarbcid in lndië ligt, en niet in Nederland met al zijn kringen en groepen. Zoo is de samenwer king. die onder ons is lot stand gekomen, en waarover wij ons zoo zeer verblijden, groolendeels zijn werk geweest De concen tratie in het vaderland heelt weder de ver deeling van werk op het zendingsterrein mogelijk gemaakt. Het is niet noodig om thans deze gedachte nader uit te werken, maar wel wil ik nog twee uitspraken van Gunning in herinne ring brengen. Na zijn eerste reis kon hij zijn ervaringen samenvatten in liet woord des Apostels: ..Ik heb liet geloof behouden". Ifet geloof behouden ondanks allerlei teleurstel ling. mislukking en onvolmaaktheid: het geloof ook in-den arbeid der Zending als een werk Gods, dat in Zijn kracht moet worden gedaan, on waarbij op Zijn zegen mag worden gerekend. Én na zijn tweede reis Legde hij er telkens den nadruk op. dat het eenig waarlijk blijvende zendingsmotief gelegen is in de gehoorzaamheid. Die ge hoorzaamheid aan de goddelijke roeping, en zij alleen, geeft kracht om te blijven arbei den te midden van zooveel, dat den moed zou benemen, en te blijven hopen met die Christelijke hoop, welke verwachting is op de overwinning. Laat mij mogen eindigen met nogmaals onzen hartelijken dank uit te spreken voor het kostelijk geschenk, ons door de Broeders hier en in de verte geschonken, en daarbij te voegen den wensch. dat het zien op de beeltenis van onzen Gunning geslachten van aanslaande zendelingen moge opwekken tot die gehoorzaamheid aan God, in welke het geheim van karaktervastheid is gelegen, en de eenige mogelijkheid om vruchtbaren arbeid te volbrengen voor het Koninkrijk Gods. Mr. F. Gunning, zoon van wijlen dr. Gun ning, sprak vervolgens over de bij deze ge legenheid beloonde groote belangstelling en dankte namens de familie de zendelingen en geestverwanten van de Zending voor de groote dankbaarheid zijn vader betoond tij dens zijn leven en ook nog thans. Het ver heugde spr. dat de geest van zijn zoo gelief den vader nog steeds teruggevonden wordt in de Zendingsschool en Zendingskringen. Deze plechtigheid getuigt wederom van het medeleven en de dankbaarheid voor het werk door zijnen vader verricht, tijdens zijn lev,en in het, belang der Zending, waarvoor spr. zijn hartelijken dank betuigde. Hierna werd lied 61 gezongen uit den Zendingsliederenbundei en bracht prof. dr. van Nes een woord van hulde aan den kun stenaar den heer Tullings. Mede richtte spr. een woord van dank tot den lieer SmoldcTS en het muziekgezelschap. De aanwezigen werden in de gelegenheid gesteld de plaquette te bezichtigen, en in de conversatiezaal werd thee aangeboden, waarmede deze plechtigheid was afgeloopen. RECLAME. L&DDERVRIJ 2892 PREDIKBEURTEN. Leiden. Vrije Kalh. Kerk: Hedenavond 8 uur cn Zondagmorgen 10 uur. dienst in de Eoni- facius-kapel, Stille Rijn la. Eglisc Wallonne: Dimanche matin, 10'/' Keuros. mr. S. Cler. Evang. Lulh. Gem.: Zondagvoorm., hall elf, ds. de Meyere. Remon. Gerot. Gem.: Zondagvoorm., half- elf. prol. dr Heering. Ver. van Vrijz Herv. (zaal Volkshuis! Zondagvoorm., hallelf, ds. P. Glas. uit Boskoop. Rel. Soc. Ver.: Zondagnam., 7 uur, ds- Theesing. uit Middelie. Doopsgez. Gem.: Zondagvoorm., 10 uur, ds. L. Bonga. Alphen. Ncd. Herv. Kerk, Julianaslraal. Zondag voorm. haltüen, ds. Veldhoen; nam. half zeven ds. de Bruin. Gomvsluis, nam. half zeven ds Veldhoen. Gcref. Kerk Raadhuisstraat, voorm. 10 en nam G uur ds. Schouten. Geref. Kerk Hooflstraat, voorm. 10 cn nam. G uur ds.' Wientjes. Hillegom. Ned. Herv. Kerk. Zondagvoorm. 10 uur en nam. halfvijf ds. Grolle. Geref. Kerk, voorm. 10 uur cn nam. 5 uur ds. van Ilerksen. Chr. Geref. Kerk, voorm. 10 uur cn nam. uur Leesdienst. Katwijk aan den Rijn. Ned. Herv. Kerk. Zondag v.m. halltien en n.m. G uur, ds. Bollee. Geref. Kerk, v.m. halftien en n.m. 6 uur ds. Meijcring. Lisse. N'ed. Herv. Kerk: Zondagvoorm. 10 uur en nam. 5 uur, ds. G. van Dijk Azn. Geref. Kerk: voorm. halftien en nam. 4 uur, dr. Th. Ruys Jr. Chr. Geref. Kerk: voorm. half lien en nam. 4 uur. leesdienst. Geref. Gem.: voorm. halftien en nam. u uur, leesdiensl. Voorschoten. Ned. Herv. Kerk: Zondagvoorm. 10 uur cn nam. 5 uur, ds. II. P. Forigens. Wonbrngge. Ncd. Herv. Kerk, Zondagvoorm. halftien, ds. Bekenkamp, uit Leiden, 's avonds, half zeven, ds. Jch. Kijne. Gereform. Kerk, vin. halflien en 's avonds halfzeven, de cerw. heer Van Wijk, cand. te Leiden. Ned. Herv. Kerk. Bedankt: Voor Bleiswijk: A. M. de Oudslen, tc Middelharnis. Gerei. Kerk. Tweetal; Tc Kamerik, G. Veeneïi- daal, ie Amerongen on II. v. d. Zanden, te VV apenveld. Chr. Gerei. Kerk. Beroepen: Te Leerdam, D. Driessen, le 's-Gravenzande. Een moedig meisje. De befaamde vuurtorenwachter, dio op een eenzamen posl bij de Engelse he kust langen tijd alleen zijn taak bleef vervullen, door het ruwe weer zijn aflossing onmoge lijk maakte, heeft thans zijn evenknie ge vonden in een 14-jarig meisje. Drie nachten lang heeft het kind de lich ten van St. Helena's lighthouse bij Bem- bridgo (eiland Wight) brandende gehouden. Sinds Zaterdag bevond ze zich daar, wij! een slovm den terugkeer van haar vader en moeder, die aan wal gegaan waren, lot het doen van inkoopen, belette. Ze bezat slechts één brood om haar honger te stillen. Den eersten avond van het wegblijven der ouders was men zeer benieuwd, of het meisje de lichtseinen als gewoonlijk in wer king zou stellen. Op het daartoe vastgestelde uur zag men werkelijk de lichten schijnen. Zondag en Maandag waren de ouders zeer ongerust, wijl zij wisten, dat hun dochter maar wei nig voedsel had. Herhaaldelijk werd ge tracht, het seinhuis te bereiken, lederen avond schenen de seinlichten regelmatig. Eindelijk slaagde men er in den vuur torenwachter en zijn vrouw met behulp van een motorboot op hun post terug te brengen. Het meisje had tot het laatste toe trouw haar plicht, gedaan cn iedere vier uur het mechaniek opgewonden, dat de seinlan- taarns doet draaien. Jain wonen met een lijk. Te Nanlwich (Engeland) zijn in een woon huis de overblijfselen gevonden van een bijna 80-jarige vrouw. Het lijk was tot een mummie verdroogd. In het huis bevonden zich drie dochters van de overledene, welke jarenlang met het lijk de kamer gedeeld hadden. Een neef van het drietal had een week of zes geleden nog aan zijn nichten gevraagd, hoe het met haar moeder was, en ten ant woord gekregen, dat ze het best maakte. Andere getuigen verklaarden, dat ze de overledene drie A vier jaar geleden voor het laatst levend gezien hadden. Toen de politie het huis binnendrong, vond ze het lijk van de oude vrouw, omhuld door een laken, op een stoel zitlen. De oudste der drie zusters zei: „Dat is mijn moeder. Je moet ze niet aan raken! Ze is daar at een paar jaar." Vlak bij het lijk stond een tafel met fruit, eieren cn brood er op. De eenige kamer, die bewoond was, bleek die te zijn, waarin het lijk zich bevond. De vrouw scheen een natuurlijken dood gestorven te zijn. Haar drie dochlers, die niet wel bij hel hoofd waren, werden naar een gesticht 1 overgebracht. AMSTERDAMSCH GERECHTSHOF. De zaak-Maylwijk. (Vervolg van gisteren.) Vervolgens hebben dr. J. B, Polak. prof. -waart de la Faille en dr. Kaïskppcr hun conclusies nader toegelicht. De doctoren Polak en Kaask'pT blijven de kamerfibrillatie als de meest waarschijn lijke doodsoorzaak beschouwen, terwijl |»rof. Baart de la Faille nogmaals uiteenzet, dat het hem het waarschijnlijkst voorkomt dat een harddood i9 ingetreden, welke, is opge wekt door den greep, welke de heide nervi vagi heeft ingedrukt. De slechte constitution neele toestand van Busch is een bijkomstig heid, die natuurlijk van invloed is geweest. Dr. Hammer, die nogmaals als geluige- deskimdige wordt gehoord, meent, dat cP» verklaringen van prof. Einthoven geheel overeenkomen met gcluiges voorbeeld over de doodsoorzaak. Door de mededeelingen ven prof Einthoven, die zijn verklaringen duidelijker heeft afgelegd dan get. dit aan vankelijk heeft gedaan is geh-deskundige versterkt in zijn conclusie, dat B door het dichtknijpen van den halsslagader zeer waarschijnlijk moet gestorven zijn. Dr. de Boor handhaaft zijn oordeel, dat B. door kamerfibrilleering is gestorven In een breedvoerig betoog bestrijdt get.-deskun dige het rapport van prof. Brouwer, die de doodsoorzaak toeschouwt aan het gepleegde geweld. Hierna wordt gepauzeerd. In de middagzitting heeft de Advocaat' Generaal, mr. A. Baron Ilarinxjna thoe Sloo ten gerepliceerd. Opnieuw stelt hij vast, dat hier diefstal en geen verduistering is gepleegd. Daarge laten of het misdrijf van de mishandeling al dan niet heeft plaats gehad, acht spr. den diefstal wettig bewezen en verwerpt hij het beloog van den verdediger, alsof Muywlijk de goederen van Busch onder zich had, zoo als de wet dit bedoelt, aangezien niet de vereischte verhouding bestond tusqchcn den bezitter van de goederen en beklaagde. Als de theorie van den verdediger, dat hier verduistering heeft plaats gehad, werd aanvaard, dan zouden gevallen, die bedoeld zijn bij art. 138 W. v. S., n.l. hel toeëigencn van goederen door iemand, die zich na den kantoortijd in een kantoorlokaal heeft laten insluiten, ook als verduisteringsdelicten aan gemerkt moeien worden. Spr. gelooft niet, dat iemand zal betwisten, dat bij* zulke ge vallen alleen diefstal opgaat. Spr. verwerpt ook liet beroep van den verdediger op de aantasting van het huis recht. Men mag geen strafbaar feit plegen, om een strafbaar feit van een ander legen te gaan, tenzij men heeft te verdedigen een? anders lijf, eer en goed. En wat nu de mishandeling betreft, uit het tweede verhoor van de deskundigen heeft spr den indruk gekregen, dat de pro fessoren Einthoven en Van Rijnbeek reke ning hebben gehouden met de realiteit, ter wijl de doktoren De Boer, Kaaskoper en Po lak daarenfegon zich gcksüdss hebben aan de theorie. Indien het Hof deze theorie zou aan vaarden, dan zou er nooit meer een doods oorzaak vastgesteld kunnen worden Zelfs bij een moordgeval, waarbij het slachtoffer door een revolverschot is gedood, zou men dan kunnen zeggen, dat bij het slachtoffer alleen op het zien van den revolver, dus voordat er gescholen werd, kamerfibrillatie is ingetreden. Spr. kan met geen mogelijkheid de nood lottige toevalligheid, het intreden van de kamerfibrillatie een seconde vóór bet aan grijpen, aannemen. Hij houdt zich aan de voor de hand lig gende doodsoorzaken, die door de hooglee raren Brouwer, Van Rijnbeek en Einthoven zijn genoemd en hij wenscfit zich niet te verdiepen in wat er mogelijkerwijs wel ge beurd kan zijn. Voor hem staat vast, dal dc dood van Busch hoe dan ook het gevolg is ge weest van het aangrijpen door Muylwijk en daarom pessisteert do advocaat-generaal bi; zijn aanvankelijke vordering: veroordeeling van Muylwijk lot zes jaren gevangenisstraf met aftrek van acht maanden preventief. Daarna heeft de verdediger, mr. Alfred Levy, gedupliceerd. Omtrent de mishandeling cn haar gevol gen heeft pleiter met een enkel woord ge wezen op de verklaringen van de deskun digen, die hoewel met de allerbeste bedoe lingen bezield zijnde, niets hebben kunnen voorbrengen, wat den rechter zekerheid kan verschaffen. De wetenschap blijkt hier voor een onop gelost raadsel te staan. Z. i kan ook de advocaat-generaal geen conclusie trekken op de deskundige verklaringen PI. zet nogmaals in den brecde uiteen, dat hier verduistering en geen diefstal is ge pleegd. Hoe men ook juridisch dc feiten zal beoordeelcn, men zal toch rekening hebben le houden met do persoonlijkheid van be klaagde. Moreel heeft Muylwijk misdreven, maar veel heeft hij ook geleden. Onder dankzegging voor de welwillende, scherpzinnige en geordende wijze, waarop de president van het Hof de zaak heeft ge- leid, besloot mr. Levy zijn pleidooi met het verzoek om beklaagde verder te laten gaan. Beklaagde Muylwijk dankte daarop Iir-t Hof en in het bijzonder zijn raadsman voor den verleenden krachligen bijstand De president zeide daarop het onderzoek in deze zaak niet le kunnen sluiten, dan nadat hij namen9 het Hof een woord van groote waardeering heeft geuit voor 't werk, dat mr. Levy naar hij weet belangloos als raadsman van beklaagde heeft verricht en voor de wijze, waarop hij in deze inslan« lie de zaak heeft behandeld en bepleit. riet onderzoek in de zaak is (hans ge sloten en de uitspraak bepaald op Vrijdaf 9 April a.s.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5