Zijden Dameskousen
Ter nagedachtenis aan Dr. Gunning
-Ci}u%.
No. 20258.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 27 Maart
Tweede Blad. Annt >926.
ivacvi
1.25 - 1.15 - 0.95
KERK- EN SCHOOLNIEUWS.
BUITENLANDSCH GEMENGD
RECHTZAKEN.
De aanbieding van een plaquette aan de Zendingsschool te Oegstgeest.
a
De aangeboden plaquette.
Sfiijdagmiddag had een indrukwekkende
gebeurtenis plaats in de Zendingsschool te
.Oegstgeest, te weten de aanbieding eener
plaquette, ter nagedachtenis van dr. J. W.
Gunning. In verband hiermede zij hel vol
gende opgemerkt:
Na het overlijden, den 25en November
1923, van den zoo algemeen bekenden Zen-
dingsdirector dr. Gunning, hebben eenige
zendelingen in lndië het plan gevormd, een
blijvend aandenken te stichten aan hun
aller vriend en leidsman. Na voor dit doel
gelden te hebben ingezameld, werd in Hol
land een commissie samengesleld van oud
zendelingen, om deze plannen verder uit te
werken. Deze commissie bestond uit de
heeren: L. Bodaan, oud-zendeling, destijds
uitgezonden naar Deli, door het Nederl.
Zendings-Genootschap, J. H. Blinde, oud-
zendeling, destijds uitgezonden naar Java
door de Nederl. Zendingsverecniging, en J.
L. D. v. d. Roest, destijds uitgezonden naar
Halmalieira door de Ulrechlsche Zendings-
vereeniging. Deze commissie heelt den heer
F. Tullings, beeldhouwer te Rotterdam, op
dracht gegeven een bronzen plaquette te
vervaardigen, voorstellende het borstbeeld
van wijlen dr. J. W. Gunning.
liet bestuur van de Zendingsschool te
Oegstgeest heeft vervolgens toeslemming
verleend dezo plaquette te plaatsen in de
vestibule van de Zendingsschool.
Een talrijke schare was nu gistermiddag
te samen gekomen voor deze plechtigheid
w. o.: het bestuur der samenwerkende Zen-
dinjgscorporalies, eenige familieleden van
wijlen dr. Gunning, verschillende oud-zen
delingen, de director en leeraren der Zen
dingsschool, de burgemeester der gemeente
Oegstgeest, de heer J. G. M. van Griethuy-
sen, de" leerlingen van de Zendingsschool en
het geheele personeel.
De plechtigheid werd geopend met het
spelen van eenige koralen, door het ge
vormde muziekgezelschap van leerlingen
der Zendingsschool onder leiding van den
heer Smolders uit Leiden.
Na het laatste koraal verzamelden allen
zich in de hal der school en werd op ver
zoek van prof. dr. H. M. van Nes gezongen,
met begeleiding van de muziek, lied 28 uil
den Zendingsliederenbundel
Hierna verkroeg het woor-'l de oud-zende
ling, de heer L. Bodaan, die het volgende
sprak:
„In dit moment van plechtig samenzijn
is het mij een voorrecht hier een oogenblik
het woord te mogen voeren.
Ik doe dit niet slechts voor mijzelf, doch
ik mag dat ook doen namens de brs. en zrs.
zendelingen in lndië, de brs. en zrs. met
verlof hier te lande en de brs. en zrs. oud-
zendelingen.
Mijnheer de Voorzitter.
Het heengaan van onzen onvergetelijken
director Gunning heeft in wijden kring
smart gebracht.
Als ik zeg in wijden kring, dan denk ik
en u houdt mij dat wel ten goede dan
denk ik voornamelijk aan de zendingsarbei
ders, welke ik hier inag vertegenwoordigen
Dien kring mag ik zelfs nog wijder trek
ken, want ook velen uit de Inl. bevolking,
die dir. Gunning op zijn reizen door lndië
hebben leeren kennen en achten, waren in
droefheid over zijn heengaan.
Mijnheer de Voorzitter, wij zijn nu hier
saamgekoroen en harleiijk dank ik u
allen voor uw tegenwoordigheid omdat
door de zendelingen, na het heengaan van
Dir. Gunning behoefte gevoeld wenl eenig
uiterlijk blijk te geven van hun hartelijke
liefde voor hem. eens hun vaderlijken
vriend.
Dat uiterlijk blijk, een bronzen plaquette,
gevat in marmeren plaat, zal ik u heden
mogen overdragen
Voor ik echter daartoe overga, moge het
mij vergund zijn hier te memoreeren. dat 't
voorstel tot de aanbieding van dit huldeblijk
is uitgegaan van dc Conferentie van zen
delingen in Deli, en dat aan de tot stand
koming daarvan vrijwel alle brs. en zrs.
zendelingen, die op eenigerlei wijze Dir.
Gunning hadden leeren kennen, door stoffe
lijke bijdragen hun medewerking hebben
verleend
Voorts past mij .een woord van dank aan
de brs. Blinde cn Van der Roest, die met
mij een ..Commissie van uitvoering" wilden
vormen, alsook aan H H. ds. Rijnders en
Forlgexis, die als raadslieden ran de zijde
van het bestuur der Ncd. Zend.-School onze
commissie met raad en daad Ier zijde ston
den. Ik mag ook niet vergeten hier te noe
men den naam van hem, die het werk voor
ons vervaardigd heeft Het is dn kunstenaar
Frans Tullings, beeldhouwer te Rotterdam.
Laat ik eerlijk zeggen, dat de opdracht
voor de Commissie, om een beeldhouwer te
kiezen cn dien met het werk te belasten,
geen gemakkelijke taak was doch even
zeer was het moeilijk voor dien beeldhouwer
die naar een foto van wijlen Dir. Gunning
zijn beeltenis moest vervaardigen.
Welnu, eenstemming werd besloten het
Work aan den heer Tullings op te dragen.
Deze zou door zijn arbeid Dir. Gunning
aan on9 voorstellen, zooals hij was in de
volle kracht van zijn arbeidzaam leven,
on van deze plaats wil de Commissie hem
danken voor zijn schitterend werk, waarin
hij, baars inziens, ten voile is geslaagd.
Mijnheer de Voorzitter. Met nog een en
kel woord aan wijlen onzen Director Gun
ning gewijd wil ik eindigen .en u ons ge
schenk overdragen.
Wat hij geweest is voor ons zendelingen
werd reeds hier in November 1924, en op
zoo uitnemende wijze, vertolkt door br.
'Alk C. Kruyt.
Ik mag dat slechts aanvullen met nog
op tc merken, dat zij, die het voorrecht
hadden gedurende een 6-tal jaren in den
kring der familie Gunning huisgenooten te
hebben mogen zijn, aan hun Director
en ook aan mevrouw Gunning, die haar
man zoo spoedig gevolgd is terugdenken
als aan een Vader en een Moeder.
Mijnheer de Voorzitter. Laat mij mogen
eindigen met een getuigenis van de Karo-
Bataks van Deli, die Director Gunning
twee malen in hun land zagen. Zij zeiden:
Toean Gunning medjingkat.
Anem gia mboer ia, megegeh ia erdalin
Lampas erpagi-pagi ia kéké, sabap pitjet
dahinna. Ras ©rbagi-bagi kalak ertjakap
ia, djanah adi tanding i rocmah ia roesoer.
Kempak kami boedjoer kal katana.
Tentoe i kelengina kami, maka mete-
deh ató kami megiken katana.
Vertaling:
Mijnheer Gunning is ijverig.
Alhoewel hij corpulent is, kan hij toch
flink loopen. Hij staat 's morgens vroeg
op, want hij heeft veel werk te doen. Hij
spreekt met menschen van allerlei stand.
Als hij in huis is, heeft hij altijd veel to
schrijven.
Zijn woorden zijn vriendelijk tegen ons.
Stellig houdt hij van ons, en daarom wil
len wij ook gaarne naar hem luisteren.
Mijnheer de Voorzitter. Ik geloof de
Bataks hebben niet onduidelijk hun opinie
over Director Gunning gegeven.
Wij zendelingen en gij met ons
kunnen dat zóó onderschrijven want zóó
was hij ginds, en zóó was hij hier.
Wij weten, dat hij heeft gewerkt, zoo
lang het dag was; dat hij ziele-grootheid
aan levens-eenheid paarde, en dat hij ons
een voorbeeld gegeven heeft, dat D. V.
ons zal voor oogen staan, nog lang nadat
hij gestorven is.
Mijnheer do Voorzitter. Mij rest dan nog
u hartelijk te danken, dat de plaquette
juist hier een plaats vinden mocht, in dit
gebouw, dat oivs is als een zichtbaar en
tastbaar bewijs van zijn initiatief en door
zettingsvermogen. Dit gebouw, dat in alle
deelen getuigenis geeft van soberheid en
pracfcischcn zin, prijst in dien hoogen een
voud ook hem, dien wij heden gedenken.
En hiermede, mijnheer de Voorzitter,
mag ik dan u en uwe medebestuurders ver
zoeken dit ons huldeblijk voor het gebouw
der Nederl. Zendingsschool wel te willen
aanvaarden, opdat het hier moge zijn als
een opgericht teeken ter eerbiedige ge
dachtenis voor ons, en voor hen, die na
ons komen."
Na deze plechtige overdracht van de
hierbij afgebeelde bronzen plaquette op
marmeren plaat, op welko laatste staat:
,,Ter nagedachtenis aan onzen director...
de Zendelingen", sprak prof. dr. H. M. van
Nes ongeveer het volgende:
„Het is mij een groot voorrecht als voor
zitter der Ned. Zendingsschool en van de
Commissie van Samenwerking deze pla
quette te mogen aanvaarden onder harte
lijke dankzegging aan dc schenkels en aan
hun woordvoerder.
Ongetwijfeld zal de wensch, door den
laal9te aan het einde zijner rede uitgespro
ken, in vervulling gaan: wij hebben
voortaan een opgericht teeken in ons mid
den ter eerbiedige gedachtenis voor allen,
die hier arbeiden in dit middelpunt der Ne-
derlandsche Zending, getuigenis van de een
heid cn samenwerking op Zendingsgebied,
welke het kenmerk is van onze twintig
ste eeuw.
En vooral is .dit gedenkteeken van groole
waarde, omdat het is opgericht door de zen
delingen zeiven, voormalige en tegenwoor
dige arbeiders op het Zendingsterreln, die,
al of niet mede door Gunning opgeleid, hem
allen hebben gekend, en meermalen met
hem in aanraking zijn gekomen. In onze
bestuursvergaderingen hebben wij het me
nigmaal uilgespwfct?n, hoeveel wij in Gun
ning verloren hebben-, dergelijk getuigenis
te vernemen uit den mond der zendelingen
zc-lven is voor ons een oorzaak van groole
vreugde. Die waardeering geldt den leider
van het Internaat, en het deed ons goed ook
Mevrouw Gunning nog eens in dit verband
te hooren noemen, maar zij geldt ook den
Zcndingsdirector, zij geldt ook hem, die tot
twee malen toe de zendingsvelden bezocht
heeft, en ook daar de harten heeft gewonnen
Onze betreurde directeur heeft zijn stom-
pel gezet op den Zendingsarbeid in Neder
land en hij heeft menigen kring voor dien
arbeid gewonnen. Onvermoeid is hij bezig
geweest met woord en pen, en hij heeft
voor ons land een eervolle plaats verworven
in het internationaal zendingsverband. Aan
hem is het te danken, dat de overtuiging
meer en meer is doorgedrongen, dat het
zwaartepunt van onzen Zendingsarbcid in
lndië ligt, en niet in Nederland met al zijn
kringen en groepen. Zoo is de samenwer
king. die onder ons is lot stand gekomen,
en waarover wij ons zoo zeer verblijden,
groolendeels zijn werk geweest De concen
tratie in het vaderland heelt weder de ver
deeling van werk op het zendingsterrein
mogelijk gemaakt.
Het is niet noodig om thans deze gedachte
nader uit te werken, maar wel wil ik nog
twee uitspraken van Gunning in herinne
ring brengen. Na zijn eerste reis kon hij zijn
ervaringen samenvatten in liet woord des
Apostels: ..Ik heb liet geloof behouden". Ifet
geloof behouden ondanks allerlei teleurstel
ling. mislukking en onvolmaaktheid: het
geloof ook in-den arbeid der Zending als
een werk Gods, dat in Zijn kracht moet
worden gedaan, on waarbij op Zijn zegen
mag worden gerekend. Én na zijn tweede
reis Legde hij er telkens den nadruk op. dat
het eenig waarlijk blijvende zendingsmotief
gelegen is in de gehoorzaamheid. Die ge
hoorzaamheid aan de goddelijke roeping, en
zij alleen, geeft kracht om te blijven arbei
den te midden van zooveel, dat den moed
zou benemen, en te blijven hopen met die
Christelijke hoop, welke verwachting is op
de overwinning.
Laat mij mogen eindigen met nogmaals
onzen hartelijken dank uit te spreken voor
het kostelijk geschenk, ons door de Broeders
hier en in de verte geschonken, en daarbij
te voegen den wensch. dat het zien op de
beeltenis van onzen Gunning geslachten van
aanslaande zendelingen moge opwekken tot
die gehoorzaamheid aan God, in welke het
geheim van karaktervastheid is gelegen, en
de eenige mogelijkheid om vruchtbaren
arbeid te volbrengen voor het Koninkrijk
Gods.
Mr. F. Gunning, zoon van wijlen dr. Gun
ning, sprak vervolgens over de bij deze ge
legenheid beloonde groote belangstelling en
dankte namens de familie de zendelingen
en geestverwanten van de Zending voor de
groote dankbaarheid zijn vader betoond tij
dens zijn leven en ook nog thans. Het ver
heugde spr. dat de geest van zijn zoo gelief
den vader nog steeds teruggevonden wordt
in de Zendingsschool en Zendingskringen.
Deze plechtigheid getuigt wederom van het
medeleven en de dankbaarheid voor het
werk door zijnen vader verricht, tijdens zijn
lev,en in het, belang der Zending, waarvoor
spr. zijn hartelijken dank betuigde.
Hierna werd lied 61 gezongen uit den
Zendingsliederenbundei en bracht prof. dr.
van Nes een woord van hulde aan den kun
stenaar den heer Tullings. Mede richtte spr.
een woord van dank tot den lieer SmoldcTS
en het muziekgezelschap.
De aanwezigen werden in de gelegenheid
gesteld de plaquette te bezichtigen, en in de
conversatiezaal werd thee aangeboden,
waarmede deze plechtigheid was afgeloopen.
RECLAME.
L&DDERVRIJ 2892
PREDIKBEURTEN.
Leiden.
Vrije Kalh. Kerk: Hedenavond 8 uur cn
Zondagmorgen 10 uur. dienst in de Eoni-
facius-kapel, Stille Rijn la.
Eglisc Wallonne: Dimanche matin, 10'/'
Keuros. mr. S. Cler.
Evang. Lulh. Gem.: Zondagvoorm., hall
elf, ds. de Meyere.
Remon. Gerot. Gem.: Zondagvoorm., half-
elf. prol. dr Heering.
Ver. van Vrijz Herv. (zaal Volkshuis!
Zondagvoorm., hallelf, ds. P. Glas. uit
Boskoop.
Rel. Soc. Ver.: Zondagnam., 7 uur, ds-
Theesing. uit Middelie.
Doopsgez. Gem.: Zondagvoorm., 10 uur,
ds. L. Bonga.
Alphen.
Ncd. Herv. Kerk, Julianaslraal. Zondag
voorm. haltüen, ds. Veldhoen; nam. half
zeven ds. de Bruin. Gomvsluis, nam. half
zeven ds Veldhoen.
Gcref. Kerk Raadhuisstraat, voorm. 10 en
nam G uur ds. Schouten.
Geref. Kerk Hooflstraat, voorm. 10 cn
nam. G uur ds.' Wientjes.
Hillegom.
Ned. Herv. Kerk. Zondagvoorm. 10 uur
en nam. halfvijf ds. Grolle.
Geref. Kerk, voorm. 10 uur cn nam. 5 uur
ds. van Ilerksen.
Chr. Geref. Kerk, voorm. 10 uur cn nam.
uur Leesdienst.
Katwijk aan den Rijn.
Ned. Herv. Kerk. Zondag v.m. halltien en
n.m. G uur, ds. Bollee.
Geref. Kerk, v.m. halftien en n.m. 6 uur
ds. Meijcring.
Lisse.
N'ed. Herv. Kerk: Zondagvoorm. 10 uur
en nam. 5 uur, ds. G. van Dijk Azn.
Geref. Kerk: voorm. halftien en nam.
4 uur, dr. Th. Ruys Jr.
Chr. Geref. Kerk: voorm. half lien en
nam. 4 uur. leesdienst.
Geref. Gem.: voorm. halftien en nam.
u uur, leesdiensl.
Voorschoten.
Ned. Herv. Kerk: Zondagvoorm. 10 uur
cn nam. 5 uur, ds. II. P. Forigens.
Wonbrngge.
Ncd. Herv. Kerk, Zondagvoorm. halftien,
ds. Bekenkamp, uit Leiden, 's avonds, half
zeven, ds. Jch. Kijne.
Gereform. Kerk, vin. halflien en 's avonds
halfzeven, de cerw. heer Van Wijk, cand.
te Leiden.
Ned. Herv. Kerk.
Bedankt: Voor Bleiswijk: A. M. de
Oudslen, tc Middelharnis.
Gerei. Kerk.
Tweetal; Tc Kamerik, G. Veeneïi-
daal, ie Amerongen on II. v. d. Zanden, te
VV apenveld.
Chr. Gerei. Kerk.
Beroepen: Te Leerdam, D. Driessen,
le 's-Gravenzande.
Een moedig meisje.
De befaamde vuurtorenwachter, dio op
een eenzamen posl bij de Engelse he kust
langen tijd alleen zijn taak bleef vervullen,
door het ruwe weer zijn aflossing onmoge
lijk maakte, heeft thans zijn evenknie ge
vonden in een 14-jarig meisje.
Drie nachten lang heeft het kind de lich
ten van St. Helena's lighthouse bij Bem-
bridgo (eiland Wight) brandende gehouden.
Sinds Zaterdag bevond ze zich daar, wij!
een slovm den terugkeer van haar vader en
moeder, die aan wal gegaan waren, lot het
doen van inkoopen, belette. Ze bezat slechts
één brood om haar honger te stillen.
Den eersten avond van het wegblijven
der ouders was men zeer benieuwd, of het
meisje de lichtseinen als gewoonlijk in wer
king zou stellen.
Op het daartoe vastgestelde uur zag men
werkelijk de lichten schijnen. Zondag en
Maandag waren de ouders zeer ongerust,
wijl zij wisten, dat hun dochter maar wei
nig voedsel had. Herhaaldelijk werd ge
tracht, het seinhuis te bereiken, lederen
avond schenen de seinlichten regelmatig.
Eindelijk slaagde men er in den vuur
torenwachter en zijn vrouw met behulp van
een motorboot op hun post terug te brengen.
Het meisje had tot het laatste toe trouw
haar plicht, gedaan cn iedere vier uur het
mechaniek opgewonden, dat de seinlan-
taarns doet draaien.
Jain wonen met een lijk.
Te Nanlwich (Engeland) zijn in een woon
huis de overblijfselen gevonden van een
bijna 80-jarige vrouw. Het lijk was tot een
mummie verdroogd.
In het huis bevonden zich drie dochters
van de overledene, welke jarenlang met het
lijk de kamer gedeeld hadden.
Een neef van het drietal had een week of
zes geleden nog aan zijn nichten gevraagd,
hoe het met haar moeder was, en ten ant
woord gekregen, dat ze het best maakte.
Andere getuigen verklaarden, dat ze de
overledene drie A vier jaar geleden voor het
laatst levend gezien hadden.
Toen de politie het huis binnendrong,
vond ze het lijk van de oude vrouw, omhuld
door een laken, op een stoel zitlen.
De oudste der drie zusters zei:
„Dat is mijn moeder. Je moet ze niet aan
raken! Ze is daar at een paar jaar."
Vlak bij het lijk stond een tafel met fruit,
eieren cn brood er op. De eenige kamer, die
bewoond was, bleek die te zijn, waarin het
lijk zich bevond.
De vrouw scheen een natuurlijken dood
gestorven te zijn.
Haar drie dochlers, die niet wel bij hel
hoofd waren, werden naar een gesticht
1 overgebracht.
AMSTERDAMSCH GERECHTSHOF.
De zaak-Maylwijk.
(Vervolg van gisteren.)
Vervolgens hebben dr. J. B, Polak. prof.
-waart de la Faille en dr. Kaïskppcr hun
conclusies nader toegelicht.
De doctoren Polak en Kaask'pT blijven
de kamerfibrillatie als de meest waarschijn
lijke doodsoorzaak beschouwen, terwijl |»rof.
Baart de la Faille nogmaals uiteenzet, dat
het hem het waarschijnlijkst voorkomt dat
een harddood i9 ingetreden, welke, is opge
wekt door den greep, welke de heide nervi
vagi heeft ingedrukt. De slechte constitution
neele toestand van Busch is een bijkomstig
heid, die natuurlijk van invloed is geweest.
Dr. Hammer, die nogmaals als geluige-
deskimdige wordt gehoord, meent, dat cP»
verklaringen van prof. Einthoven geheel
overeenkomen met gcluiges voorbeeld over
de doodsoorzaak. Door de mededeelingen
ven prof Einthoven, die zijn verklaringen
duidelijker heeft afgelegd dan get. dit aan
vankelijk heeft gedaan is geh-deskundige
versterkt in zijn conclusie, dat B door het
dichtknijpen van den halsslagader zeer
waarschijnlijk moet gestorven zijn.
Dr. de Boor handhaaft zijn oordeel, dat
B. door kamerfibrilleering is gestorven In
een breedvoerig betoog bestrijdt get.-deskun
dige het rapport van prof. Brouwer, die de
doodsoorzaak toeschouwt aan het gepleegde
geweld.
Hierna wordt gepauzeerd.
In de middagzitting heeft de Advocaat'
Generaal, mr. A. Baron Ilarinxjna thoe Sloo
ten gerepliceerd.
Opnieuw stelt hij vast, dat hier diefstal
en geen verduistering is gepleegd. Daarge
laten of het misdrijf van de mishandeling
al dan niet heeft plaats gehad, acht spr. den
diefstal wettig bewezen en verwerpt hij het
beloog van den verdediger, alsof Muywlijk
de goederen van Busch onder zich had, zoo
als de wet dit bedoelt, aangezien niet de
vereischte verhouding bestond tusqchcn den
bezitter van de goederen en beklaagde.
Als de theorie van den verdediger, dat
hier verduistering heeft plaats gehad, werd
aanvaard, dan zouden gevallen, die bedoeld
zijn bij art. 138 W. v. S., n.l. hel toeëigencn
van goederen door iemand, die zich na den
kantoortijd in een kantoorlokaal heeft laten
insluiten, ook als verduisteringsdelicten aan
gemerkt moeien worden. Spr. gelooft niet,
dat iemand zal betwisten, dat bij* zulke ge
vallen alleen diefstal opgaat.
Spr. verwerpt ook liet beroep van den
verdediger op de aantasting van het huis
recht.
Men mag geen strafbaar feit plegen, om
een strafbaar feit van een ander legen te
gaan, tenzij men heeft te verdedigen een?
anders lijf, eer en goed.
En wat nu de mishandeling betreft, uit
het tweede verhoor van de deskundigen
heeft spr den indruk gekregen, dat de pro
fessoren Einthoven en Van Rijnbeek reke
ning hebben gehouden met de realiteit, ter
wijl de doktoren De Boer, Kaaskoper en Po
lak daarenfegon zich gcksüdss hebben aan
de theorie.
Indien het Hof deze theorie zou aan
vaarden, dan zou er nooit meer een doods
oorzaak vastgesteld kunnen worden Zelfs
bij een moordgeval, waarbij het slachtoffer
door een revolverschot is gedood, zou men
dan kunnen zeggen, dat bij het slachtoffer
alleen op het zien van den revolver, dus
voordat er gescholen werd, kamerfibrillatie
is ingetreden.
Spr. kan met geen mogelijkheid de nood
lottige toevalligheid, het intreden van de
kamerfibrillatie een seconde vóór bet aan
grijpen, aannemen.
Hij houdt zich aan de voor de hand lig
gende doodsoorzaken, die door de hooglee
raren Brouwer, Van Rijnbeek en Einthoven
zijn genoemd en hij wenscfit zich niet te
verdiepen in wat er mogelijkerwijs wel ge
beurd kan zijn.
Voor hem staat vast, dal dc dood van
Busch hoe dan ook het gevolg is ge
weest van het aangrijpen door Muylwijk en
daarom pessisteert do advocaat-generaal bi;
zijn aanvankelijke vordering: veroordeeling
van Muylwijk lot zes jaren gevangenisstraf
met aftrek van acht maanden preventief.
Daarna heeft de verdediger, mr. Alfred
Levy, gedupliceerd.
Omtrent de mishandeling cn haar gevol
gen heeft pleiter met een enkel woord ge
wezen op de verklaringen van de deskun
digen, die hoewel met de allerbeste bedoe
lingen bezield zijnde, niets hebben kunnen
voorbrengen, wat den rechter zekerheid kan
verschaffen.
De wetenschap blijkt hier voor een onop
gelost raadsel te staan. Z. i kan ook de
advocaat-generaal geen conclusie trekken op
de deskundige verklaringen
PI. zet nogmaals in den brecde uiteen,
dat hier verduistering en geen diefstal is ge
pleegd. Hoe men ook juridisch dc feiten zal
beoordeelcn, men zal toch rekening hebben
le houden met do persoonlijkheid van be
klaagde.
Moreel heeft Muylwijk misdreven, maar
veel heeft hij ook geleden.
Onder dankzegging voor de welwillende,
scherpzinnige en geordende wijze, waarop
de president van het Hof de zaak heeft ge-
leid, besloot mr. Levy zijn pleidooi met het
verzoek om beklaagde verder te laten gaan.
Beklaagde Muylwijk dankte daarop Iir-t
Hof en in het bijzonder zijn raadsman voor
den verleenden krachligen bijstand
De president zeide daarop het onderzoek
in deze zaak niet le kunnen sluiten, dan
nadat hij namen9 het Hof een woord van
groote waardeering heeft geuit voor 't werk,
dat mr. Levy naar hij weet belangloos
als raadsman van beklaagde heeft verricht
en voor de wijze, waarop hij in deze inslan«
lie de zaak heeft behandeld en bepleit.
riet onderzoek in de zaak is (hans ge
sloten en de uitspraak bepaald op Vrijdaf
9 April a.s.