Backin
De Markies v. Bardelys
Bakpoeder
No. 202S7.
LfclUSCH DAGBLAD, Vrijdag 26 Maart
Derde Blad.
Anno 1926.
BINNENLAND,
Dr,Oetker's
FEUILLETON.
Ofücieeie berichten.
Bij Kon. Besluit is 'toegelaten als privaat
docent in de faculteit der letteren en wijs
begeerte aan de Universiteit Ie Utrecht
Yoor onderwijs in de kunstgeschiedenis met
name in de geschiedenis van de 19e en de
20e eeuwsche kunst, dr. G. Knuttel Wzn.,
te 's-Gravenhage.
Rechtersbenoeming.
De alphabelische aanbeveling voor rech
ter in de rechtbank Ic Zwolle bestaat uit
mrs. II. Diephuis, subst. griffier bij de recht
bank tc '-s-Hertogenbosch; A. Mercier, kan
tonrechter te Appingedam, en A. J. Paulus,
subst.-griffier bij de rechtbank te 's-Graven
hage.
De alphabelische aanbeveling voor rech
ter in de rechtbank te Winschoten bestaat
uit: Mrs. A. Jkman van Burek, D. Kaars
Sypcsleyn en C. Veen, allen subsi.-griffier
bij de rechtbank resp. te Br^da, Rotterdam
en Winschoten.
Toepassing van de L. O.-wet 1920.
Door het Tweede Kamerlid niej. Wesler-
man waren de volgende schriftelijke vragen
gesteld aan den Minister van Onderwijs:
1. Acht de Minister het in het algemeen
belang, dat steeds weer moeilijkheden rijzen
tusschen gemeente- en schoolbesturen over
de toepassing van verschillende artikelen
der Lagcr-Onderwijswct 1920, voornamelijk
wat betreft de artt. 101, 102 en 103 (exploi
tatiekosten) en artt. 7283 (inrichting en
onderhoud?)
2. Indien de Minister met ondergeteekende
van meening is, dat de pacificatie op onder
wijsgebied bevorderd zou worden, wanneer
de interpretatie van die wetsartikelen vast
stond, zou dan niet een scherpere omschrij
ving voor do toepassing dier artikelen kun
nen worden gegeven aan de beslissende
autoriteiten, zoodat iedereen weet, waaraan
zich te houden bij de berekening van de ver
goeding, door dc gemeenten aan schoolbe
sturen toe te kennen?
3. Is de Minister bereid, zoo spoedig mo
gelijk wat de exploitatiekosten betreft, in
ieder geval vóór de berekeningen over 1925
bij de gemeentebesturen moeten worden in
gediend duidelijk kenbaar te maken,
welke kosten naar zijn inzicht door dc
schoolbesturen in rekening worden ge
bracht?
Hel antwoord van den heer Waszink, Mi
nister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen hierop luidt als volgt:
1 en 2. Ook dc ondergeteekende is van
oordeel, dat het ten goede zou komen aan
de pacificatie op onderwijsgebied, indien de
toepassing van de arükelen 72 e.v. en 101
tot cn met 103 der Lager-onderwijswet 1920
minder aanleiding gaf tot geschillen tus
schen gemeente- en schoolbesturen. Toch
ziet hij in een geleidelijke ontwikkeling der
jurisprudentie den ccnigen weg om lot groo-
ter zekerheid aangaande de interpretatie dier
1 artikelen te geraken. Het kenbaar maken
van zijn persoonlijk inzicht in deze kwesties
zou hiertoe allicht niet bijdragen.
3. In verband rnet liet vorenstaande be
antwoordt de ondergeteekende deze vraag in
ontkennenden zin. Intusschen meent hij
echter in verband met vraag 2 te mogen wij
zen op het in de regecringsverklaring op 11
Maart j.l. in de Tweede Kamer aangekon
digde voornemen tol het instellen van een
Staatscommissie, welke zal hebbeft te ondcr-
t zoeken of on op welke wijze met volledige
handhaving van de beginselen der ondcr-
wijspacificatie daaraan een minder kostbare
toepassing kan worden verzekerd. Het komt
den ondergeteekende voor, dat ook vereen
voudiging der administratie op den weg de
zer commissie zal kunnen liggen.
RECLAME.
2012
Een geweigerd onderzoek in de staatsmijnen
Op vragen van het lid van de Tweede
Kamer, den heer L. L. H. de% Visser, iu
verband met de weigering door de directie
van do Staatsmijnen in Limburg tot bet
instellen van een onderzoek in bedoelde
mijnen door het; plaatsvervangend lid van
den Hoogen Raad 'van Arbeid, den lieer
Th. J. Dissel, heelt de Minister van Wa
terstaat geantwoord:
Het is bij onderzoek gebleken, dat een
'verzoek van den heer Th. J. Dissel, se
cretaris van het Nationaal Arbeidssecreta
riaat en plaatsvervangend lid van den Hoo
gen Raad van Arbeid, om hem gelegenheid
te geven de Staatsmijnen zoowel onder- als
bovengronds te bezichtigen, door do directie
is afgewezen.
De directie heeft als reden voor die
afwijzing opgegeven, dal zij den lieer Dissel
niet wenschlo te steunen in zijn streven
„om het verzet te organiseeren en te ont
wikkelen", welk streven 'blgkt uit een door
dezen samengesteld en onder de mijnwerkers
verspreid vlugschrift.
Aangezien de functie van plaatsvervan
gend lid van den Hoogen Raad van Arbeid
niet hert recht geeft om de Staatsmijnen
te bezoeken, is de directie van de Staats
mijnen, door bedoeld verzoek niet coe te"
slaan, n'et buiten haar bevoegdheid g g-.an.
Li bestaat geen aanleiding om de directie
ten opzichte van hel verzoek van den heer
Dissel of van soortgelijke verzoeken een
andere gedragslijn voor te schrijven.
Nedeiland en Dnitschland.
Op de vragen van den heer Kortcnhorst
betreffende het voeren van onderhande
lingen met de Duilschc Regeering ter zake
van dc aanvulling van grensstations, waar
óver Nederlandschc goederen moeten wor
den vervoerd, in verband met de meestbc-
gunstiging door genoemde Regeering aan
Nederland verleend, antwoordde de Minister
van Buitenlandsche Zaken, dat het hem
bekend is. dat de Duilschc Regeering met
andere landen handelsverdragen heelt afge
sloten, waarin zekere tegemoetkomingen op
liet stuk van invoerrechten afhankelijk
worden gesleld van dc nadere aanwijzing
van bepaalde douanestations, waarover de
goedereit; die voor die tegemoetkomingen in
aanmerking komen, moeten worden ver
voerd.
Dc Duilschc- Regeering huldigt inderdaad
de opvatting, dat de meestbegunsliging, die
aan Nederland is .verleend, aldus moei wor
den verstaan, dat de bovenbedoelde tege
moetkomingen eerst voor Nederland zullen
gelden, wanneer de aanvrage tot dc aan
wijzing van bepaalde douane-stations door
dc Nederlandschc- Regcering is gedaan en
dio aanwijzing dienovereenkomstig heeft
plaats gevonden.
Voor wat verschillende artikelen betreft,
worden reeds sinds geruimen lijd bespre
kingen met dc Duitsche Regeoring gevoerd
om tot de aanwijzing van bepalde douane
stations tc ge raken. Deze besprekingen heb
ben gedeeltelijk reeds lot overeen stemming
geleid, terwijl voor het overige te verwach
ten is, dat binnenkort overeenstemming ver
kregen zal worden.
De bestrijding van het communisme.
Het antwoord van den heer Koningsber
ger, Minister van Koloniën, op dc vragen
van den heer L. L. II. de Visser, betreffende
maatregelen der Indische Regeering ten op
zichte van communistische propaganda en
communistische propagandisten, luidt als
volgt:
Het is den ondergeteekende bekend, dat
de Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-
lndiü met verschillende autoriteiten bespre
kingen heeft gehouden Ier beraming van
maatregelen tot beteugeling van de revo-
lulionnaire actie, door leiders van commu
nistische organisaties in toenemende mate
gevoerd ook onder de werknemers in ver
schillende bedrijven. Nopens die bespre
kingen kunnen geen mededeclingen worden
gedaan.
Bij ordonnantie van 5 Augustus 1925 (In
disch Staatsblad no. 3G3) is ter hoofdplaats
Scmarang de uitoefening van het recht van
vergadering lijdelijk aan de daarbij om
schreven beperkingen onderworpen. Met de
toepassing van dezen weltelijken maatregel
is geenszins bedoeld eonige economische
actie van inlandsche arbeiders onmogelijk
te maken; beoogd werd slechts den leiders
van communistische organisaties dc gele
genheid te benemen orn gedurende de ten
gevolge van hun agitatorische actie ont
stane stakingsbewegingen ernstige versto
ring der openbare orde teweeg te brengen.
Een dergelijk oogmerk kan, naar liet gevoe
len van den ondergeteekende. niet als rcac-
lionnair worden aangemerkt.
De redacteur Darsono van het te Sema*
rang uitgegeven orgaan Api der Communis
tische Partij werd in voorloopige hechtenis
gesteld wegens het plaatsen van een artikel
in genoemd blad. waarjji lot slaking bij de
politie werd opgeruid. Bij Gouvernements
besluit van 17 December 1925. no. 2x (Ja-
vasclie Courant van December 192»,
no. 102) is deze communistische propagan
dist in het belang der openbare rust en orde
geïnterneerd. Bij Gouvernementsbesluit van
15 Januari 1926. no 21x, is hem vervolgens,
op zijn verzoek, vrijheid gelaten om geheel
voor eigen rekening Nederlandsch-Indië te
verlaten, van welke vrijheid hij sedert heeft
gebruik gemaakt. De propagandist Moeso
werd, eveneens wegens opruiing, in voor
loopige hechtenis gesleld. Deze opruiing
werd echter gepleegd te Soerabaja en hield
geen verbandi met de stakingen te Scma
rang. De zaak is reeds berecht: Moeso werd
tol een maand gevangenisstraf veroordeeld.
In geval van inlemcering werden de gron
den voor het nemen van dien maatregel be
kend gemaakt in het desbetreffend besluit
der Indische Regeering. Uit dc omschrijving
dier gronden blijkt tevens, welk materiaal
in hoofdzaak daarvoor is gebezigd en uit
welke bronnen dit is geput. Uiteraard is het
niet doenlijk dit materiaal (er kennis van
de Kamer te brengen, vóórdat het inlernee-
ringsbesluit ton uitvoer wordt gebracht.
Met betrekking tut den, thans buiten Ne-
derlandsch-Iüdië vertoevendcri propagandist
Alimin 'kan geon ander slamlplinl worden
ingenomen.
Wijziging huwelijkswetgeving.
„De Vrijheid' bevat een aan dc Kamer
fractie van den Vrijheidsbond gericht schrij
ven, bevattende het.zeer dringende verzoek
van een dertiental in dien bond vooraan
staande vrouwen om binnen den kortst mo
gelijken tijd een initiatief-voorstel inzake
do huwelijkswetten in te dienen, met name
ter wijziging van den zesden titel van Bock
I cn den vijftienden titel art. 355-
Adressanten mecncn, dat een wijziging
dezer titels dc meeste kans van slagenv
heeft en daarom niet moet wachten op ren
herziening van het huwelijksrecht in zijn
geheel.
„De verbetering onzer huwelijkswetge
ving is niet door „geografisch links" samen
tc ondernemen, zeggen adressanten, cn om
dat rnen daar in de minderheid is èn omdat
er bij meerderheid wel nimmer sprake zal
kunnen zijn van samengaan. Van een
Room se li-rood kabinet is evenmin heil te
verwachten; uil het regoefingsnrogram van
mr. Marchant is dat afdoende gebleken. Dc
ccnigc mogelijkheid is wil men binnen
ufzienbaren lijd de positie der gehuwde
vrouw meer in overeenstemming brengen
met dc moderne begrippen cn do beheer-
schende zeden bij de meerderheid om
allen in do Tweede Kamer, die daar voor
gevoelen te verzamelen buiten de oude of
toekomstige constellatie om.
Waar uwerzijds in overeenstemming met
ons beginselprogram, slechts de volkomen
gelijkstelling van man en vrouw in het hu
welijk gevraagd kan worden, verhelen wij
ons niet. dat 9lechts door een loevalligen
samenloop van omstandigheden (verzuim
of ziekte vau enkele „geografisch recht-
sche" leden cn den heer Braat) kans be
staat, dat een eventueel artikel, waardoor
aan het bepaalde in het eerste lid van art.
160 een einde zal worden gemaakt, kan
worden aangenomen-
Daarentegen is er goede kans, dat met
hulp van elkele Christel ijk-Historische on
vooruitstrevende Roomsch Katholieke leden
art. 160, al. 2, 3, 4. cn 5. 161, le lid en
2do lid gewijzigd), 163 c v. zullen vervallen
en de rechten der moeder op het kind be
langrijk kunnen toenemen. De rapporten
der Roomsch Katholieke vrouwen laten niet
den minsten Iwijrcl over omtrent wat er ook
ia die kringen gist en leeft.
Dc debatten, die gevoerd zullen worden,
zullen ook menige, lot nu loc onverschillige
vrouw de oogen kunnen openen; zullen dui
delijker aanwijzen aehler welke partijen en
personen-in-parlijen de vooruitstrevende
vrouwen zich le scharen zullen hebben bij
dc verkiezingen in 1929-
Dat in geen geval een ontwerp Cot algc-
hcele gelijkstelling do geringste kans heeft
in dc Eerslo Kamer genade lo vinden ont
gaat den ondergeteekenden geenszins.
Een groole propagandistische kracht
evenwel zal van uw pogen kunnen uitgaan
ook bij dc verwerping door den Senaat, ter
wijl wij daardoor in 1929 en reeds bij do
aanstaande verkiezing voor de Provinciale
Stalen die de Ei-rslc Kamer zullen moe
ten aanvullen zoodra de tweede helft aan
dc beurt van aftreden is eon verkiezings
leus zullen hebben, die defcmjzinnige vrou
wen en allen die voor recht en billijkheid
voelen, met nieuw vuur zal bezielen"
Overheidspersoneel.
Hot dagelijksch bestuur van de Centrale
van Vereen:ging n van personeel in Over
heidsdienst heelt een adres gezonden aan
den Ministerraad, waarin verzocht wordt,
ton aanzien van liet tijdelgk personeel oen
maatregel to nemen, die, wat betreit het
toepassen van art. 20 van het Bezoldigings
besluit (huweljjksbjjslog) analoog is aan de
toepassing voor het vaste personeel. Voor
het geval de regeéring ook thans nog daar
in mocht zien een engowenschte .aanmoe
diging van een huwelijk door tijdelijk per
soneel, wordt, subsidair, gevraagd, afthans
aan hen, die bij het in werking treden
van het Bezold'gingsbcsluit 1925 reeds ge
huwd waren, den genoemden bilslag alsnog
to verleenen. Als argument voor de ver
betering wordt nog de omstandigheid aan
gevoerd, dat lotsverbetering door vaste*
aanstelling voer het tijdelijk perscuéel nis
regel abnormaal lang op z:ch iaat wachten.
Nederland?she Vereeniging van
Huisvrouwen.
De voortgezette wrg_.d_r.ng van de Ne
derlandschc Vercen.g.ng \\,n Hüisvrouv/ni
te Gromngen heeft zien m_t 215 togea U7
stemmen Uitgesproken voor den etgcn bonds
lied. Aan het hoofdbestuur werd o verg ei a ten
na te gaan, welke, wijze dc bes to ma mei'
is om tiichiorccseii cn componiskn, want
do vergadering meende, dat ook dit alieen
vrouwenarbe.d mocht worden, #aau het werk
te zetten.
Op voorstel van Rotterdam sprak de ver
gadering de wenscheljjkheid uit, dut de
afdeeringvn plaats, ijkc hygiënische com
missies instellen cn trachten vertegenwoor
digsters to krijgen in de gezoiïdb.idscom-
m.ssios.
Als plaats voor de volgende algemeeno
vergadering werd Nijmegen aangewez.u.
Hierna kwam aan de orde li L urgeulie-
vocrstél van het hoofdbestuur.
Do algemeciu' vergader ng machtigde het
hoofdbestuur tot da reg_~er.i g een verzoek
schrift fe richten betreffende het ontwerp-
Aalborse inzake ziekte- en ongevallenver
zekering, teneinde daarin onder erkenning
van de wenschelykhcid céner ziekteverze
kering voor arbeiders In het algomcep, dus
ook voor dienstboden,
10. afkeuring uit le spreken over een
stelsel van verzekering, waarbij de lasten
uitsluitend op do schouders d,-r werkgevers
worden gelegd en de verzekerden zelfs
geen deel der premie behoeven te betalen,
2e. aan te dringen op een duidelijke
bepaling, volgens welke de werkgeefster,
die ingevolge art. 1638 B. W. gedurende
6 weken in de kosten van verpLrging en
geneeskundige behandeling vau inwonend
personeel voorziet, gedurende al dien tgkl
tor compensatie aui^praik mag maken op
oen gedeelte van het ziekengeld.
3o. te wijzen op do weinige behoefte aan
een ongovallcnverzekering voor huis perso
neel,
dc. tc verzoeken, dat altlians voor
het geval liet ontwerp wet mocht worden
do uitvoering zoo practisch mogelijk
goregold zal worden, opdat deze voor -<le
vrouw geen nieuwe administratieve beslom
meringen met zich brengt.
Na een zeer levendige gedachtenwisseliog
werd de zaak ter afdoening overgelaten
aan het hoofdbestuur.
Bij zitten en opslaan werd met alge-
meene stemmen uitgemaakt, dat het cadeau-
RECLAME.
kost 'o owracfscii! Tulband jtMkia nel
een voor direct gebruik gereed Gistpocdcr.
Backin vervangt de gist.
Met Backin rijst het deeg onder het bakken.
500 gram bloem0.16
250 gram krenten0.20
50 gram sucadeD 0.1V\%
100 gram lozijncn0.12
250 gr. boter ƒ0.70, raargar. 0.50
200 gram suiker0.12
3 ot meer eieren0.1S
1 kop melk 0.04
2 theelepels fijne kancel 0.03
1 pakje Dr. Octker's Backin 0.07ï/>
f 1.35
Bereiding: Men roerc dc boter tot room,
voege suiker, eierdooiers, meel, helwclk men
met Backin vcrmcuge, toe cn daarbij de
melk. Ten laatste krenten, rozijnen, sucade,
kancel en het stijfgeklopte eiwit. Men bakkc
dit deeg in een ingcvcttcn tulbandvorm. in
een warmen oven, gedurende ca. l'/a uur»
Vraagt gratis rcccptcnbockje bh dc Eenige
Importeurs, K. Ostnrmann Co-, A'dam.
2755i
stelsel ecu kwaad is. Op voorstel van mevr.
Van RielSmeenge werd besloten liet hoofd
bestuur te verzoeken te onderzoeken, op
welke wjjze (kt kwaad kan worden bijtreden.
Het resultaat dier stailie zal dan het vol
gende jaar aan bespreking worden onder
worpen.
Het urgentie voor sl el-De ven ter om het'
hoofdbestuur in overweging to geven to
bev erken, dat op eenige plaatsen een lid1,
der huisvrouwen-vereaniging benoemd wor t;
als lid van den Raad van Arbeid,- had
met do sympathie van het hoofdbestuur,
liet kon zich er niet geheel mee ver-
eonigon. Het voorstel werd aangenomen met
verandering van de woorden „lid der huis-
vrouwenvereen ging" in „een huisvrouw".
Na rondvraag werd de vergadering got
sjoten. -Er volgde een uitstapje per "ruil^
naar Faterswolde,
R.-K. Bond van Schildeispatioons.
#nd"<?r leiding van den heer C. J. Nolen-<
boom uit Roosendaal kwam gisteren td
Utrecht de R.-K. Bond van Schildcrspalroonai
„SI. Lucas" in vergadering bijeen.
De rekening en de balans werden goed
gekeurd cn de begrooting voor 1926 werd
aanvaard op een bedrag van f 9250 met ecii
post van f202 voor onvoorziene uitgaven.
Hierbij word opgemerkt, dat het ledental
van 700 tot 400 was tcmggeloopen en dat
er wellicht aanleiding is om het aantal
hoofdbestuursleden te verminderen, alsmed©
dier honoraria te herzien.
De voorzitter zegde toe. dat. als hierto©
aanleiding mocht bestaan, hij daartoe in*
vloed zal oefenen. Inmiddels besloot men'
den post „onvoorzien'* met f 700 te vor«4
hoogen. l
Omlrenl het collectief contract werd mce-t
gedeeld, dat thans nieuwe bepalingen in hetJ
leven zijn geroepen door de verbeterde*
rechtspraak, regelende de beslissingen bijl
conflicten en geschillen. Betreffende nieuw-*
bouwwerk is besloten, dat aan de gezellen!
Naar het Engelsch van
RAFAEL SABATINI.
18)
„Hel spijt mij, mademoiselle, u getuige
le hebben doen zijn van zulk een schouw
spel, maar als zulk een les niet dadelijk
wordt gegeven, dan is de uilwerking" niet
half zoo heilzaam".
„Hij verdiende het", zei ze met een klank
van opgewondenheid in haar stem. En ik
trilde van genot toen ik zag hoezeer zij zich
ergerde over het gedrag van dal kermende
•mannetje. Jk liep naar de plek waar zijn
zwaard lag. nam hel op en zeide:
„Mijnheer de St. Eustachè, u heeft dit
wapen zoozeer onleerd. dat ge het zeker niet
gaarne weder zult willen gebruiken". Dit
zeggende brak ik het door midden op mijn
knie en slingerde hel de rivier in, ofschoon
het gevest kostbaar was met goud cn brons
ingelegd
Hij hief zijn bleek gezicht op en zijn
bogen schuierden van machlelooze woede.
„Bij alles wal heilig jsI" riep hij met
hoesciM slem. ..ge zult mij voldoening
Seven".
„Als gè nog niel vohlaan zijt, ik ben" ten
allen tijde lot uw dienst", zei ik zoo beleefd
mogelijk.
En (oen zag ik mijnheer en mevrouw de
Lavédan haastig door de bloembedden heen.
aankomen, De,graaf met gefronste wenk
brauwen. men kon denken van toorn, maar
ik'begreep terecht van angst.
„Wat is er gebeurd? Wat heb ge ge
daan?" vroeg hij mij.
„Hij is den ridder woest aangevallen",
riep madame met schrille slem, terwijl zij
de oogen boosaardig op mij vestigde. „Het
is niet meer dan een kind, die arme St.
Euslache", voegde zij er verwijtend bij. „Ik
heb Let alles uil mijn raam gezien. Het was
lomp; hel was laf. Om een jongen zoo tc
slaan. Hel is schande! Indien u (wist met
hem had, zijn er geen voorschriften, om die
uit le maken tusschen edellieden? Mijn
hemel kon u hem dan niet gepaste satis
factie geven?"
„Indien madame zich de moeite wil ge
ven dien armen St. Eustachè optellend <e
bekijken", zei ik op sarcastischcn toon,
„dan zult u moeten toegeven dat ik hem
zeer geschikte en volledige voldoening ge
geven heb: Ik zou Jicm gaarne met het
zwaard in de hand zijn tegemoet getreden,
maar de Chevalier heeft de fout van heel
jonge menschen hij is tc overhaast en hij
kon niet wachten lol ik een zwaard in de
hand had. Zoodoende was ik genoodzaakt ic
doen wat ik koft met een stok".
„Maar u daagde hem uit".
„Wieji dat verteld heeft, heeft u ver
keerde inlichting gegeven, madame. Inte
gendeel. hij daagde mij uit. Hij roemde mij
een leugenaar. Ik sloeg hem kon ik min-
.dcr doón dan dal? en hij trok zijn
zwaard. Ik vrdWigde mij en vóegefe er wat
'stokslagen bij. Stood al de arme St. Euslache
kon hegrijpen hoe onwaardig hij zich had
gedragen. Dat is 'al wal er gebeurd is, nia-
öame".
Maar zij. was niet zoo gemakkelijk lot be
daren ie brengen, zelfs ntel toen mademoi
selle en haar vader hun slem bij de mijne
voegden om mijn gedrag le verontschuldi
gen. Dat was juist iels voor Lavédan. Want
al was hij zeer bevreesd voor den afloop en
voor de wraak die St. Euslache zou nemen
hoe-jong hij nog mocht wezen hij liet
zich openlijk uit over het ongepaste gedrag
van SL Euslache en de gepaste straf die ik
hem had toegediend.
De vicomtessc had niet veel ontzag voor
haar echtgenoot, maar zijn uitspraak om
trent hetgeen hij als een punt van eer be
schouwde durfde zij niet betwisten. Zij
wendde zich tot den nog steeds in hel stof
gebogen jongeling, die daar, denk ik, zoo
bleef liggen om haar medelijden-op te wek
ken en viel plotseling haar dochter in de
rede, die ook sprak om mij te verdedigen.
„Waar ben je geweest?' vroeg zij plot-
soling.
„Wanneer moeder?"
„Vanmiddag", antwoordde de vicomicsse
met ongeduld, „ridder St. Euslache hoeft
twee uur op je gewacht".
Roxalartne bloosde (ot aan de wortels
van haar haar. Haar vader keek verstoord.
„Op mij gewacht, moeder? Waarom
heeft hij op mij gewacht
„Beantwoordt mijn vraag waar ben je
goweest?"
„Ik ben mei mijnheer de Lcspéron uil go
weest". antwoordde zij doodonschuldig.
„Alleen?" De vicomlesse schreeuwde
haast.
„Ja, waarom niet". He'. r.me kind begreep
niets van dal verhoor.
..Ach! Het schijnt dm mijn dochter niet
beter is dan
De hemel mag weten wat zij er misschien
had bijgevoegd, want zij had een scherpe,
venijnige tong; ik had nooit zoo iets ge
hoord van een dame cn dat zegt wat voor
iemand, die lang aan het hof lieeft verkeerd.»
Maar de vicomte, die mijn vrees misschien
deelde en de ooren van zijn kind wou spa
ren, kwam spoedig tusschen beiden
„Komaan, madame, wat zijn dat nu voor
airs die ge aanneemt. Wij zijn hier niet in
Farijs. En province coinme cn province, wij
zijn hier eenvoudige menschen".
„Eenvoudige menschen?" viel zij hem
heilig in de rede. „Mijn hemelI ben ik dan
met een boer getrouwd? Ben ik vicomtcs?-'
vap Lavédan. of de vrouw van een land
bouwer? En is dc eer van je dochter een
zaak
„Van de eer van mijn dochter is hier geen
sprake, madame", viel hij haar op zijn
beurt in de rede en op zoo strengen loon,
dat het vuur van haar verontwaardiging op
eens werd gebluscht als een vonk die wordt
uitgetrapt. En toen sprak hij op kal men
toon: „Ha, daar zijn de bedienden. Permit
teer hun voor mijnheer de St. Euslache tc
zorgen. Anatole. je moest het rijtuig liever
voor mijnheer laten voorkomen. Ik donk dat
hij niet in staal is le paard naar huis terug
te keeren".
Anatole keek naar den bteokon jongeling
op den grond, toen wendde hij zijn klein
verschrompeld gezicht naar mij toe en
lachte schamper, maar toch op een eigen
aardig pleclitigo manier. Mijnheer de St.
Eustachè was. schijnt het, niet erg bemind.
Met zijn hecle gewicht leunende op den
arm van een der lakeien, liep de jónge man
met moeite naar het .binnenplein, waar het
rijtuig voor hem klaar stond Op het laatste
ooecnblik. wenkte hij den vicomte.
„Zoo waar God leeft, mijnheer de Lavé
dan", zeide hijrzwaar, ademhalende door de
woede die' hem bezielde, „het .zal u bitier
borouwen vandaag de partij le hebben ge
kozen van dien blufferigen Gascogncr. Denk
daar beiden aan op uw reis naar Tou-r
louse".
„Vaarwel, mijnheer, cn beterschap", wa®
al wat hij antwoordde. Maar ik ging naar
hem toe.
„Zou u niet denken vicomte, dat het beter,
was hem hier te houden? vroeg ik.
„Ach komt Laat hem gaan", was liet
antwoord.
St. Euslache zag mij aan met oogen vol'
schrik. Misschien had deze jonge man al
berouw over zijn dreigement en hij begreep
hoe dwaas het was iemand te bedreigen ia
wiens macht hij nog was.
„Bedenk u, mijnheer" riep ik uil. „Uw
teven is edel en nuttig. Het mijne is niet
zonder eenige waarde. Zullen wij die levens
cn ook het gelul: van uw»vrouw en doch
ter laten vernietigen door dien kwajongen?'*
„Laat hem gaan. mijnheer; laat hem
gaan. IJ: ben niet bevreesd".
Ik boog en ging achteruit cn gaf d a
knecht een wenk den jongen weg le bren
gen, evenals ik hem gewenkt zou hebben
iels vuils dat voor mijn voelen lag weg le
nemen.
De vicomtessc ging zeer verstoord naar
haar kamer, ik zag haar dien avond niet_
weer. Mademoiselle zag ik even en zij ge
bruikte dat oogenblik om mij iets te vragen
o'mlfent de aanleiding lot mijn twist met
St. Euslache.
„Loog hij werkelijk Mijnheer de Les<
nevon?" vroeg zij.
(Wordt vervolgd).