CORRESPONDENTIE.
dit doen, ook al kwam daardoor uit,
t hij en niemand anders de dader was.
Karei wist wel, wat hij doen moest,
ïar nu hot op de uitvoering ervan
nkwam, ontzonk hem zijn laatste
tjemoed, 'L Was alsof- hij lood
zijn schoenen had en zijn bec-
a hem juist den tegenovergeslelden kant
n de apotheek uittrokken.
De jongen worstelde met zichzelf. Steeds
orde hij weer de woorden van Willem
tei'3 en de anderen in zijn ooren. 't Was
sschien niet zoo erg aangekomen, als hij
1 dacht. Do verdenking zou waarschijnlijk
t eens op hem vallen er waren zoo-
el jongens, dio het hadden k a n n o n
en imaar dan dan zou wellicht
a ander verdacht worden
Dat nooit!" dacht Karei, de lippen stijf
elkaar geklemd.
In het volgend oogenblik stond hij in
apotheek.
Aarzelend vroeg hij:
Meneer, is is hier vanmiddag iemand
.uengebraeht?"
De apotheker, die het gebeurde dadelijk
it de vraag van Karei in verband bracht,
„Je komt zeker eens hooren, hoe hij 't
iakt? Was jij het soms, die hem zoo
jetakeld bebt?"
„Ja meneer enne
„wou je graag weten, hoe 't met hem
g", zei de apotheker, die toch ïnede-
len met den jongen kreeg en het flink
a hem vond, dat hij zoo ruiterlijk voor de
arbeid uitkwam.
Karei knikte slechts.
„Ruim een uur geleden," ging de apo-
■ker voort, „is hij iu een auto naar huis
jaan"
„Waar woont hij?" vroeg-Karei, al zijn
ed verzamelend.
„In de Prinsestraat, Prinsestraat 83. En
heet meneer Bakels."
„Zou zou hij beter worden?" vroeg
rel weer.
„Dat denk ik wel, de wond viel nogal
e," luidde het antwoord.
„Gelukkig!" riep Karei uit. Dat was een
k van 't hart. En vóór Karei het zeil
leulijk wist, richtte hij zijn schreden naar
Prinsestraat, waar hij op nr. 83 aan-
de. i
Da dienstbode deed open.
,Hoe hoe gaat het met meneer?" vroeg-
rel en het meisje, dat meende, dat Karei
l zoontje van een vriend van meneer
kels was, liet hem binnenkomen.
Karei had wel door den grond willen zin-
n. maar lerugkceren wilde hij toch niet.
Nadat hij even op de mat gewacht had,
am hel meisje terug en zei:.
,Of maar binnen wilt kornon."
Met knikkende knieen en kloppend hart
Igjle Karei nu het dienstmeisje. Hij liep
ih jen droom achter" haar aan, een heel
nauwden droom.
Plotseling stond hij vóór een rustbank,
inrop iemand met het hoold in een vcr-
iid lag.
.Meneer begon Karei en hij schuifel-
zcnuwachlig met zijn vèèt over den
>nd.
.Meneer 'ispijt-mij, verder
am hij echter niet.
Meneer Eakels begon er iets van (e be-
jpen. Hij zag, dat de jongen" berouw had
èr het 'gebeurde "en vond het Uink.dat hij
r eerlijk voor de waarheid uitkwam.
.Je komt me zeker eens vertellen, dat het
spijt," zei hij vriendelijk. ,,N"u kerel, ik
rg'ec-I het je, maar op één voorwaarde en
is, cjat je niij en mijn kachelpijp voor-
n ongemoeid laat."
.Ja meneer, natuurlijk, enne en
bt u pijn?"
Nagenoeg niet. De dokier zei daareven,
jk over een paar dogen aL weer op de
Is zit.
Gelukkig?" riep Karei verhéugd uit O,
verwcnschle hij op dat oogenblik zijn
doordachtheid en wat had hij het- land
ér zijn laffe daad. Als meneer Dakels hem
li geducht standje gegeven had, zou hij
niet zóó naar gevonden hebben als juist
ze vriendelijke woorden Het waren vu-
e kolen op zijn hoofd. Maar hij zou
inen, dal zijn berouw oprecht was'en
in in het, volgend oogenblik meneer Ba-
s hem do hand toeslak en zei;
Zie pens, Jantje, wat een lekkers!
dat belooft een smulpartij
strakjes als de gasten komen
waf, zegt Fox en kjjkt óók blij.
Jantje glundert en hij strijkt zich
gauw van pret eens door het haar;
hè, denkt 't ventje ongeduldig,
kwam nu die visite maar!
j Fox houdt ook niet erg van wachten,
zit verscholen aan den kant
van de mooi gedekte tafel;
nee maar, öf hij watertandt!
Ja, het gaat hem net als 't baasje,
was Geertruida er niet bij,
o, dan was geen enkel schaaltje
veilig ja, geloof 't maar vrirjl
HERMANN Ah
„En dan durf ik al ligt er ook nog
zooveel sneeuw best over het School
plein rijden," legde Karei zijn hand in de
zijne en zei uit den grond, van zijn hart:
„Dat moet u doen, meneer, en ik ben
blij, dat u mij weer vertrouwt!"
Leest toch allen vooral even bet begin
dezer correspondentie. Als antwoord op zeer
vele wanhopende vragen: och Tante is het
nu voortaan altijd zoo, dat we zoo weinig
tijd krijgen voor do raadsels? zal ik even
antwoorden: Weest gerust, het was maar
een uitzondering, de kindercourant blijft als
regel gewoon op Zaterdag verschijnen, zoo-
dat jullie Zondags de raadsels kunt oplossen.
Ik merk ook heel goed, dat het. moeilijk
voor jullie is, want vele getrouwen ontbre
ken nu, en voor mij is het natuurlijk ook
oneindig veel prettiger, als ik Woensdags en
.Donderdags heb in plaats van alleen maar
Donderdags, maar ik heb hgt beusch ook
begrepen en er mij in geschikt.
Nu nog eens goed lüisfercii. Nu geef ik
deze keer prijsraadsels nog-vlak vóór de
vacantie, vóór velen uitgaan. De Redactie
kon mij nu nog niet voor ik dit schreef mee-
.déeleh of de kindercourant Zaterdag 27 of
Maandag 29 Maart zou verschijnen. Daarom
krijgen jullie nu den tijd tot Donderdag 1
April i uur om de brieven te bezorgen, dan
hebben jullie toch mooi den tijd er voor. Het
pakket 'wordt mij dan opgezonden naar
Kloosterzande (Zeeland) waarheen ik f
April vcrlrek. Zaterdags 3 April kan er dan
geen kindercourant verschijnen, maar Za
terdags 10 April wel, dus dan lezen jullie
<ien uitslag. Ilcett ieder, het nu goed begre
pen? Degenen, die de brieven over de post
zenden, weten dvis nu ook dat vanaf 1 April
mijn adres is: Kloosterzande (Zeeland).
II: geloof niet,, dat d.eze prijsraadsels
moeilijkheden kunnen geven, ik heb er alles
duidelijk bijgeschreven. Do groolcren en de
kleineren moeten allen dus 2 prijsraadsels
oplossen, voor beide soorlcn licb ik 2 figuur
raadsels opgegeven. Teeken de figuurtjes
met de letters cr in dus-netjes voor mij.' Ver
geet niet te ondertcckeneri, brieven'zonder
naam kunnen niet 'meelolcn.
Ken klein pakje brieven vergeleken bij
anders, nu dat treft voor mij ook gunstig,
nu ik het pas weer Donderdag kreeg.
Drietal Vlasveld, ik heb jullie gelukwen-
schen nog mot genoegen in ontvangst ge-
nofnen. al kwamen zo een paar weken la-
Ier! Ik feliciteer Willy met baar verjaardag,
ik hoop dat hét een prettige dag was.
Wietske Osinga. ik zal. je raadsel zeker
laler een beurt geven.
Annie van den Uroek, je hebt een goedcu
verjaardag gehad, ze hebben je flink be
dorven. Jouw. raadsels zal ik ook Tater
plaatsen.
Cor, Nel en Christiaan Briejer, ziezoo nu
weet ik alle drie de namen, de jongste dei
drie doet al goed zijn best. Die nachtvorst
is slecht voor wat jullie al hebt geplant, dat,
is jammer.
Greta en Catrien Smit, dank voor toeges
zonden raadsels.
Rika en Marietje Verbiest, dat is goed, Uc
zal voortaan kijken welke naam het laatste
staat, dat is dan de schrijfster van hef
briefje.
Ali de Groot, hoe kwam bet zoo, jouw
brief alleen, waar was Bep? Toch niet ziek?
Nico Kwestroo, je raadsel in dank ont
vangen.
Koos Hofstra, nog wel gefeliciteerd met
verjaardag; nu kan je in de vacantie heer
lijk genieten van je spoor met rails. Dank,
aan Thomr&'voor de nieuwe raadsels.
Gerarda en Marie v. d. Reyden, ik vind
dat raadsel juist wel grappig en zal het
zeker eens plaatsen. Als jij in Frankrijk
woonde, zou je wel begrijpen al het Fransch
dal ik schrijf.
Nico van Wijk, je raadsels zal ik voor en1
na eens een beurt geven.
Cor en Jaantje Lcfeber, tegen jullie zeg
ik precies heizelfde als wat ik net hiervoor)
aan Nico v. Wijk schreef.
Gerrie Clements, je bent mij welkom alsi
raadsoinecfje.
Margaretha Sicrag, ja zeker kan ik heti
eens gebruiken, het is wel aardig.
Lena en Michela de Vleeshouwer; ik be-,
grijp best, dat het moeilijker is de raadsels,
tijdig klaar te hebben en weg te brengen,''
als er een dag minder voor is.
Wim en Jannetje Teljeur, dat eerste raad-i
se! is heel aardig, dan kan ik best gebruii
ken; het tweede heeft er al eens ingestaan/
Liesbejh en Jaap Bamouw, heel aardig
bedacht hoor, dat je mij wilt komen bezoe
ken, maar ik logeer niet in de buurt van
Aardenburg,- maar in Kloosterzande, dus in.
een heel ander deel van Zeeuwsch-Vlaan-e
deren; dat kan je onmogelijk zoo eens even
op een niiddag komen doen. kijk maar op
de kaart, dat is veel te ver. Wou je zoo graag
v.-oten wat-precies mijn voornamen zijn?.
Nu ik heet lïerlha, Aleida, Jacoba, maar
daar ik' altijd genoemd word bij een ge<
decile van Aleida, teeken ik mij altijd Al.
Clazina van Venetie, je las zeker al het
begin der correspondentie, dus hebt al ant
woord op èen cn ander. Ik ben blij, dat jij
-mij berichten gaf over Niesje, want ik hoor
de- in een poos niet van haar en ik begreep
best, dat ze niet zoo maar opeens zou op
houden. AVensch haar beterschap uit mijn
naanr
Jo de Jo'ng'h. is dat nu geen verrassing,
'dat de prijsraadsels nü al vóór de vacantie
komen; ja er kwanicii opeens veranderin
gen in de plan-non! Mag je nog niet- den
lieden dag op zijn? Nog niet veel loopèn?
Corrie en RasUaan van Leeuwen, leest-
ook maar het begin der correspondentie/dan
ben je gerustgesteld. Jullie raadsels hoop ik
"ook epns le plaatsen, -