RWAXTA^^
Oe Markies v. Bardelys
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 17 Maart
Tweede Qiao'.
Anno 1926.
TWEEDE KAMER.
niiimiiiüiinmiiiiiiiiiiiEiiiiiiiifsiüisiiiiiiiisiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiniin
UITKNIPPEN EN BEWAREN!
mei
vóór 1 AUGUSTUS 1926
1 1 PRIMA VERZILVERD VULPOTLOOD j
FEUILLETON.
No* 20249a
(Zitting van gisteren).
De Regecriugsverklarmg.
da lieer DKK&iKLHuYü (V. B.) betreurt
S dat vier maanden van dea parlemen-
iren arbeid zijn verloren gegaan en Jat het
inzien van hei parlement onverdiend
;bade heeft geitden. Onve.d.eud, want de
inner trett geen enkele blaam, want ze
eek geen haarbreed van den parlemen-
liren weg af. Het nieuwe kiesstelsel bracht
ijziging m het parlementaire stelsel, om-
at do dynamische kracht van het kies-
elsel schade leed, wijl de k.ezer is buiten-
esloten van do mede-bepai.ng van ds rich-
ng in het parlementaire btldd. Van vóór
aar achter do stemous is het belangrijkste
erplaatst. Cs anti-Katholieke actie der
Jirist.-Histofiscne partij vóór de stembus
a de samenwerking na de stembus typeert
it verschijnsel. Het ontbindingsvoorstel der
.D.A.P. was daarom ook nutteloos omdat
itS tot geen wijziging zou kunnen leiden.
Jr zal voor de vormmg van eeu Kabinet
amenwerking noodig blijven tnsschen twee
i£ drio partijen. De programma's vóór de
Jembus moeten als regeermgsp.ogramma's
erugkeeren als een partij aan het bsw.nl
;omt. De gekozenen hebben daarvoor de
iarantwoordelijkfce.d op zich te nemen. Een
iabinet moet dus een duidelijke regeerings-
lajts geven. De zonden en gebreken van het
iesitelsel mogen niet da Kamer warden
éngerêkend.
Het gezantschap bij1 den Paus was oen
punt van wrijving tusscheu verschillende
pai lij en. Voor spr. was het alleen de vraag
of landsbelang dat gezantschap rechtvaar
digde. Na den vrede was er, volgens srr.,
geen landsbelang meer mee gemoe.d en de
loorstar.ders verdedigden liet alleen ais ge-
rcenschte luisterpost, waarvoor z. i. alle
tev.rjs ontbrak.
Ook do Mniister is er met in geslaagd
bet nut en do wenscheljjkheid van bet ge
zantschap te bewrizen. Zelfs de heer Nolens
bleef in gebreke en hij beriep zich alleen
op het landsbelang zonder dit aan te
toonen. De zaak was echter niet belangrijk
genoeg om ze tot inzet te maken voor een
breuk tusscheu Kamer en Kabinet. >Spr. heeft
miertpu zijn amendement ingetrokken toen
je Minister het onaannemelijk verklaarde.
Oitmaal bestreed de Minister het amende-
jienl-Kersten flauwer dan ooit. Voor spr.
was er dus geen reden om op 11 Nov.
anders te handelen dan bjj vroegere ge
legenheden. De Katholieken gtelden nu voor
be; eerst de kwestie als één van eer voor de
Katholieke partij, een zuivere parlijvcrkla-
tir.g, los van alle landsbelang-overweging,
tu dus niet te aanvaarden door andere par
tijen. Als de Minister do portefeuille-kwestie
Itod gesteld zou spr.'s partij ernstig hebben
fcecrwogen wat haar te dein stond, maar
Ke kwestie werd niet gesteld, en dus was
voor spr. geen aanleiding om af te wijken
■fan het vroeger ingenomen standpunt. De
I crisis was één der vele zonden der coalitie.
I Spr. betreurt het, dat over de formaties
door do heeren De Visser en De Geer niet
let volle licht is opgegaan. De formatie-
Colijn Van Juli j.l. bleek thans onwaar
achtig te zijn geweest. Twee wereld cu
levensbeschouwingen zijn tegen elkaar aan
gebotst, heelt de lieer Snoeck Henkemans
onlangs geschreven, maar hoe was het dan
uogelpk, dat men in Juli j.l. nog trachtte
die twee samen te doen werken. De fout
van den heer Colijn als Kabinetsformateur
wordt to ernstiger nu verteld wordt, dat
Eoowei dc Katholieken als ds Chr.-Hist. vol
komen duidelijk wisten, dat deza crisis binnen
cenige-maanden w3s te wachten. De coalitie
was niet meer bestaanbaar zonder een op
lossing van de gezantschapskwestie en die
kwestie was niet op te lossen. "Het was
een fout van den heer Colijn toch in zee
te gaan. De Chr.-Historischen hebben ter
sussmg van hun protest-antsch geweten jaren
achteréén gestemd tegen 't gezantschap maar
zj) vergaten dat dit meestal altijd meer uitging
van een Kabinet tot welker samenstelling
en mogelijkheid zij z;lfe den grootsten steun
gaven. Een zielsstrijd tussehen begeerte en
beginsel is ontstaan toen de heer De Visser
aan het schipperen ging voor fiet herstel
van het oude Kabinet. Ds Chr.-Hist. wilden
't gezantschap aanvaarden met een motie
van droefenis. Wat er In die motie zou
staan is voor spr. een raadsel.
Was het ongeoorloofd om met dergelijke
oplossingen te komen bij de oplossing van
een uiterst moeilijke kwestie? Spr. meeat
van niet. De heer De Geer zocht eeu an
deren uitweg. Naast anderen van diverse
kleur zitten in zijn ministerie twee Chr.-
Historischan, twee vooraanstaande personen
in die partij. Zitten die er als olanco,
kleurlooze Chr.-Historischen? Hoe rijmt dit
alles met het groote protestantsche begin
sel, dat dit Itabniet weer het gezantschap
vcorstelt?
Een opdracht aan den heer Marcliant
acht spr. onnuttig, een mislukking had hem
bespaard kunnen blpvai, want van liet
roomsch-roodo blok kon geen sprake zijn.
Spr. herinnert nog eens aan de militairs
paragraaf van den heer Marehant, gelijk hij
die vóór de stembus aan do kiezers gaf,
en wijst op het militaire programpunt ge
lijk de heer Marehant dat op net demo
cratisch rood-roomsche program plaatste.
Van nationale ontwapening werd niet
gerept.
Door den lieer Heemskerk is gevraagd,
welk perspectief do Vrijheidsbond gaf. Spr.
wil een nationaal kabinet, d.w.z. een kabinet,
waarin geheel ons land vertegenwoordigd is.
Handhaving van het recht, plicht van den
Staat om hulpbronnen voor geestelijke en
materieele ontwikkeling te stichten, zijn na
tionale ge-dachten. Geen geestelijke en eco
nomische dwang, want deze is revolutionnair,
on-democratisch en en-nationaal.
Er is genoeg gemeenschappelijks in de
wcnschen van alle partijen, dat een natio
naal kabinet meer dan genoeg arbeid zou
kunnen vinden.
Aan mogelijke verantwoordelijkheid over
mederegeoren onttrekt spr. zich niet. De
liberalen hebben dat nooit gedaan en zijn
bereid mode te werken met hen, die het
zelfde willen in nationale richting. De lieer
Heemskerk liet niols dan een klagenden
lokloon tot de coalitie hooren en dus is van
hem niet te wachten dat hij bereid is met
anderen samen te werken. Is zijn eenige
lioop gevestigd op de bekeering van den
lieer Snoeck Henkemans?
De lieer HEEMSKERK (A.-R.): Ik heb de
crisis niet gcmaakll
De heer DRESSELIIUÏS (V. B.): Uw
partij heeft dit gemaakt, toen zij meeging
in een Kabinet, waarvan vaststond dat hot
schipbreuk zou lijden.
Wat het nieuwe Kabinet belrefl, hij heel
dit gaarne hartelijk welkom. Het is logisch
en constitutioneel. In twee verklaringen
verheugt hij zich, n.l. dat het Kabinet zich
zal stellen huiion dc politieke vraagstukken.
Slaat dit op de Bioscoopwet ook? Zal die
niet verder behandeld worden? In de tweede
plaats verhoud hem de niededeeling nopens
de onderwijs-bezuiniglngcn. Spr. vraagt
verder hoe het Kabinet slaat tegenover het
verdrag met Belgié. Zal het deze zaak eerst
nog eens onder het oog zien?
Nopens het gezantschap van den Paus
zat spr. afwachten welke verdediging wordt
gegeven, alvorens hij zijn stem bepaalt.
Jlet program van den Minister van Ar
beid cischt nadere toelichting wat betreft
de uitbreiding van de Arbeidswet. Voorts
heeft hij bezwaar legen con voorstel in zako
plaatselijke keuze.
Voorloopig wacht spr. rustig a[ wat er
komen zal. Waar mogelijk wil spr. dit Ka
binet steunen en kan het op spr. rekenen
als sympathieke medewerker.
De heer MAItCIIANT (V. D.l herinnert
aan de Vlootwet en do daarop gevolgde
crisis. Nooit is over die crisis de noodige
openbaarheid gegevenSpr. vraagt dringend
mededceling over het verloop van de crisis
sedert 11 November en gaarne vernam hij
wat bij de formatie in Juli jl. is voorge
vallen. Van de lichtzinnige wijze waarop
toen hol kabinet is gevormd is deze crisis
het gevolg en daarom is de heer Heemskerk
mede aansprakelijk omdat zijn partij dat
lichtzinnig ondernomen hoeft gesteund. Pu
bliciteit is dus dringend noodig.
Wat spr.'s formatie betreft, onjuist is het
dat hij daarom gevraagd heelt. Op de som
matie der katholieken heelt hij een pro
gramma gepubliceerd, waarop samenwer
king van een meerderheid mogelijk was.
RECLAME.
iE Inzenders van 250 Sterretjes
3 geknipt uit de achterzijde der 5 cents Kvvatta
S Reep-etiketten en met deze advertentie ingestuurd
3 ontvangen gratis en franco £278 3
merk „Marquise". Het beste Fransche Vulpotlood, winkelwaarde f 3.3
Koopt een licele Doos Kwatla's 5 Cts. Reepen (Melk- of Javareepen)
SS on gij zult daarbij nog een verrassing verpakt vinden bestaande uit 3
i K.G. PRIMA KWATTA CACAO
3 Deze advertentie wordt 6 maal geplaatst. Inzendingen met opgaat van 3
juist adres aan KWATTA BREDA. Aldceliug RECLAME.
KWATTA SOLDAATJES BLIJVEN ALTIJD GELDIG
klHIlUlllllllilllllllllllllllllilliHfilflIllllllilllllllllllililllllllllSliinilHISilIHfidi
tor linkerzijde in vrijheid heeft voltrokken,
maar Ier rechterzijde onder kerkdijken
dwang heeft plaats gehad.
De schuld van vermindering van liet aan
zien van het parlementaire stelsel werpt
spr. op de rechterzijde. Ilij wijst bijvoor
beeld op hun houding tegenover Limburg,
die plotseling algemeen werd welkom gc-
lieelen. Toen was er geen vrees meer voor
miskenning der christelijke beginselen,
geen vrees meer voor do huwelijkswetge
ving enz. Volgens den heer Heemskerk is
coalitie en parlementair stelsel eigenlijk
synoniem.
De lieer HEEMSKERK (A.-R.): Dal heb
ik nooit gezegd.
Dc heer MARCIIANT (V.-D.): Als men in
uw rede het woord parlementaire stelsel
door coalitie vervangt, klopt alles als een
bus. De rede van den heer Heemskerk gaf
een treurig beeld van dc coalitie, onderling
wantrouwen, vliegen-af vanger ij, enz. is daar
aan de orde van den dag.
Deze crisis kan een zogen worden voor
ons land als ze lot openbaarheid kan leiden
van allo onderhandelingen bij de formaties.
Dc democratie zal alleen door openbaarheid
baar natuurlijke loop kunnen vinden, wan
neer liet blijkt, dal de kiezers liet kiesrecht
niet enkel als een formaliteit lianteeren.
De heer L. DE VISSER (Comm. Fr.) be
toogt, dat dn crisis een veel dieperen onder
grond Iiccft dan de beslissing van 11 No
vember. Het kapitalisme ziet vele gevaren
en voelt den grond onder zich wegzinken.
Met een lange serie voorbeelden uit binncn-
en buitenland illustreert spr. dit.
Spr. zegt, dat de bourgeoisie niet meer
tot regeeren in staat is, hetgeen duidelijk
is gebleken bij deze crisis. Zelfs dc heer
Marehant ging marchandeercn toen hij de
kans kreeg om aan het bewind te komen.
Dat zag men met. dc groote leuze der ont
wapening, waarvan niets overbleef. Voor dc
S.D.A.P. geldt precies hetzelfde.
Een democratisch Kabinet krijgen wij
stellig nog niet. Wanneer liet zoover zou
komen zal het kapitalisme wel andere mid.
delen vinden om dc democratie neer ie
slaan.
Tegenover liet oude Kabinet had dc,ar
beidersorganisatie in massaal verzet moe
ten front maken, maar de S.D.A.P. deed
niet mee, omdat die propaganda blijft ma
ken voor dc uiterste noodzaak, hetgeen bc-
teekent dat zij met de bourgeoisie samen
zich wil verzetten tegen het proletariaat.
Het program-Do Geer is niets beter dan
dat van Colijn en wat de heer Albarda er
van zei was geheel onjuist. Aan den Minis-;
ter van Koloniën vraagt hi.i wat- hij zul
doen met betrekking lot de lijfstraffen, de
vervolging, de in- en externeeringsmaatre-
gclcn, enz.
Dc heer KERSTEN (Staatk. Gcr. Partij)
is niet verwonderd geweest over den langen
duur der crisis omdat clc coalitie niet aan
stonds plaats maakte voor een andeveu
grondslag van samenwerking. Dc heer Mar
ehant trachtte met de Katholieken samen
te gaan en gaf him dan het gezantschap.
Dc heer De Visser trachtte ook het gezant,
schap te handhaven en do heer Limburg
deed niet anders. Ds ernstige fout der for
mateurs was dat ze de uitspraak der Kamer
hebben genegeerd. Zal het Kabinet-De
Geer in dezelfde fout vervallen De coalitie
is nu uiteengevallen en de Christ.-Hist, krij
gen dc schuld. Spr. acht dat niet juist cu
geeft de schuld aan dc Katholieken.
Van Colijn-Hetze heeft spr. zich altijd los
gevoeld maar hij heeft Colijn's politiek al
tijd betreurd. Als men spr. de schuld geeft
van de crisis dan aanvaardt hij die gaarne.
Hij blijft Rome het groote gevaar achten
en juicht de ineenstorting der coalitie toe.
Een nieuwe partijformatie zal noodig zijn
en hij hoopt dat de prolestantsch-christe-
lijkc. partijen elkaar zullen vindon in den
strijd tegen de revolutie en de Roomschen.
Heb is hem niet duidelijk waarom het
Kabinet weer zal voorstellen het gezant
schap in te voeren. De Kamer sprak dui
delijk cn herstel van dit gezantschap zou
beteekenen herstel der coalitie.
In heb rcgccringsprograrn is voor spr.
ook wel iels aannemelijks cn hij wacht de
voorstellen af.
De heer RRAAT (Flatt. Tartij) vindt het
regeeringsprogram nog al vooruitstrevend*
Ev zijn posten op die geld zullen kosten en
waarvandaan wil het Kabinet het geld
halen? Aan uitbreiding van de Arbeidswet
hebben we geen behoefte. Vermeerdering
van de ambtenarij zou er weer liet gevolg
van zijn en op-cterij van dc staatskas even
eens. Dc bezuiniging op onderwijs door mid
del van een staatscommissie zal nog jarerf
uitblijven. Van do zomertijd staat niets
op het programma en van den landbouw
ook niets.
Het gezantschap komt weer aan dc orde*
Heeft de Kamer het dan niet goed 'behan
deld Het programma van dit Kabinet
staat tc veel onder revolutionaire ideeën*
(Gelach). Spr. begrijpt niet dat dc partij
man Dc Geer oen neutraal Kabinet vormde.
Men is toch goon costuum dat men verhuurt
en dat iedereen past? Spr. zal zich blijveui
verzetten tegen dc wijze waarop zijn zomer
tijd is behandeld. Die kwestie is veel be
langrijker dan die van het gezantschap*
De vergadering wordt verdaagd tot
heden één uur.
Naar hel Engelsch van
RAFAëL SABATINI.
iO)
„Wal gaat u doen, mijnheer?" riep zij
verschrikt. „U kunt gezion worden."
Nu bedacht ik, wat ik daar straks had
moeten bedenken voordat ik liet balcon
opgeklommen was: zoo gauw mogelijk daar
vandaan tc komen.
„Ik had het' recht nicl hier binnen tc
komen," fluisterde ik. „Ikik zweeg
plotseling: een verklaring geven zou wezen
^aar ziel bezoedelen; en daarom zei ik
haastig: „Goeden nachtl Adieu!"
„Maar mijnheer
„Laat mij gaan," zei ik op bevelenden
toon en ik schudde liaar hand van mijn
Arm.
„Bedenk, dat u uitgeput is. Als u nu
heengaat, dan wordt u zeker gevangen ge
nomen. U mag niet heengaan."
Ik lachte zachtjes, eenigszins bitter, want
Ik was boos op mij zelf.
„Stil kind," zei ik. „Dat is nog beter dan
nier te blijven."
Dit zeggende trok ik de gordijnen weg en
duwde de ramen open. Zij bleef in de
kamer staan, en keek mij na, met een bleek
i'olaat en angstig vragende oogen.
Nog één laalsten blik wierp ik linor toe
mon ik het hek van liet balcon overstapte.
Toen liet ik mij zakken op dezelfde manier
ik gekomen war. Ik hing aan mijn han
den en zoelit met de voelen den rand van
het venster, toen plotseling mijn ooren
heftig suisden. Ik had een vang visioen
van een witte gedaante, hangende over het
balcon boven mij; toen trok een sluier over
mijn oogen, een gewaarwording alsof ik
viel, een suizend geluid als van een storm
wind cn toon niel9 meer.
HOOFDSTUK V.
De vicomte(*) van Lavedan,
Toen ik weder ontwaakte, lag ik te bed
in een keurige kamer, ruim en zonnig, een
kamer, die ik nog nooit gezien had. Ik had
dc eeTstc oogenblikkcn een gevoel van te
vredenheid daar zoo rustig te liggen en ik
dacht niet verder na. "Mijn oogen dwaalden
droomerig over do mooie meubelen van dit
smaakvol ingerichte vertrek en bleven ein
delijk rusten op dc magere, gebogen gestalte
van een man, die met zijn rug naar mij
toegekeerd zat en bezig was met flescbjes-,
bij een tafel, die niet ver van mij afstond.
Toen begon mijn verstand te werken en ik
trachtte er achter te komen waar ik was. Ik
keek door het open raam, maar van uit het
bed zag ik niets meer dan de blauwe lucht
en een flauw waas van heuvels op een
afstand.
Ik spande mijn denkvermogen in en de
gebeurtenissen van den vorigen avond
kwamen mij langzamerhand voor den
geest. Ik hcrinneerde mij het jonge
meisje, het' balcon en mijn vlucht, die
geëindigd was met duizeligheid en mijn
val. Hadden ze mij naar datzelfde kasteel
gebracht, of Of wat anders? Ik kon geen
andere mogelijkheid bedenken cn daar ik
het niet noodig vond er mijn hersens mee
Vieomle is de Fransche titel voor
Burggraaf.
Onjuist is weer de bewering van den heer
Dresselhuys dat dc S. D. A. P. had mee
geholpen aan de samenstelling daarvan. De
ontwapening werd niet opgenomen omdat
het program geen vrijzinnig-democratisch
program was. Het program was een com
promis en wie eenig begrip heeft van zoo'n
kwestie, begrijpt, dat ieder iets van zijn
eischen lieeft te laten vallen mits bij niets
steunt dat tegen zijn beginsel gaat.
Ernstige vermindering van bewapening
was in dat program ter degc opgenomen.
Spr.'s mislukking is uitsluitend bet ge
volg geweest van de weering der katho
lieken. Alle correspondentie heeft spr. ge
publiceerd en niets is door hem achterge
houden. Dat spr.'s kans nihil was, stond
absoluut niet vast. Spr. herinnert aan de
woorden van den heer Nolens dat hij vast
hield aan de coalitie,; maar dat hij ook
anders kon.
Na dc beslissing op 11 November lag de
coalitie uitéén cn dus was do mogelijkheid
er ,dat de katholieken iels anders wilden.
Niemand wénschtc den heer Colijn terug,
behalve dan de heer Van Wijnbergen. Nu
blijkt, dat de beer Heemskerk ook alle for
maties wilde laten mislukken om Colijn te
rug le krijgen.
Dc heer HEEMSKERK: Dat heb ik niet
gezegd.
De lieer MARCIIANT: Gij hebt voortdu
rend uiting gegeven aan uw teleurstelling,
dat Colijn gevallen is. Er beslaat althans
cenige eenstemmigheid ter rechterzijde, n.l.
dat Colijn niet moest terugkomen. De lucht
is cenigszins gezuiverd.
Aan het nieuwe kabinet brengt spr. het
gebruikelijke eore-saluut. Spreker beeft niet
dc behoefte om tc worden beklaagd. Het
kabinet is er gekomen als gevolg van den
onwil der rechterzijde om een gemengde
mccrderheidsformatic te verkrijgen. Dc
zwakheid van het kabinet is dat het geen
vaste basis in de Kamer heeft. Een nega
tieve verheugende reden is er voor spr., dat
cr n.l. geen vrijzinnig-democraat in liet ka
binet zit.
Van het gezantschap wordt geen kabi-
nclskwestie gemaakt. Hoe kon daarop dan
dc formatie-Limburg mislukken? Het ka
binet blijft al valt bet gezantschap, zelfs
de heer Waszink, maar die is politiek niet
ervaren. naar de Roomsche bladen zeggen.
(Gelach). Wordt het voorstel aangenomen
dan wordt dc verhouding met de chrislelijk-
historisclien bedenkelijk; wordt het ver
worpen, dan wordt de toesland met de
Katholieken slechter. Altijd dus blijft de
coalitie verbroken.
Wat liet gezantschap betreft, sluit hij
zich aan bij den heer Albarda. Het is een
zaak van buitenlandsche politiek en men
beeft er een zaak van binncjilandsche poli
tiek van gemaakt. Dat is dc vitium ori-
ginis.
De coalitie-poli tick moet voor goed on
mogelijk worden. Het was niet spr.'s be
doeling Colijn le laten blijVcn. Hij ver
wachtte. dat een gemitigeerd coalitieboleid
do geschillen ter rechterzijde zou verflau
wen en dat in 1028 dc kans voor dc demo
cratie zou verminderen. En daarom voelde
hij niets voor zoo'n intermezzo-kabinet,
maar wilde bij liever lol 1928 Colijn laten
werken.
Verschillende punten in liet regeerings
program zijn van Colijnsche origine, maar
iets verzacht. Spr. zag liever, dat men zich
niet van bet ruige Colijn-syslecm bad los
gemaakt. De invoering der Plaatselijke
Keuze boude men stellig niet op 't program
want het zou bet fanatisme ontketenen
Een pacificatie-Kabinet had dit stellig niet
moeten voorstellen.
De Kamer moet voorzichtig zijn met dit
Kabinet; de Kamerleden moeten op hun
toencn loopen, opdat geen dreuning de mi
nisters verontrusten zal.
Het ontbindingsvoorstel van den heer Al
barda bad spr.'s sympathie niet. De positie
die de heer Albarda stelde was onmogelijk.
Wie moesten vóór dit voorstel stemmen?
Ilel is niet na te gaan, orndat cr geen Ka
binet was, dat een program had, en van den
lieer Colijn niet viel le verwachten, dat hij
een onlbindingsbesluit zou conlrasignceren.
Het parlementaire stelsel maakt een cri
sis door o.a. als gevolg van den snellen
overgang van het ccnsus-kiesrecht naar het
algemcene kiesrecht, een overgang, die zich
te vermoeien daar cr iemand in dc kamer
was aan wien ik het kon vragen, riep ik:
„Zeg mijnheer." Ik trachtte mij te bewegen,
maar dat deed mij lievige pijn cn ik gilde.
Mijn linker schouder was pijnlijk en stijf,
maar mijn rechtervoet was nog pijnlijker
door-die plotselinge beweging.
De oude, verwelkte man keek dadelijk om.
Zijn gezicht had veel van een roofvogel, zoo
geel als een louis d'or, met een groolen ha
viksneus en een paar zwarte kraaloogen,
die mij ernstig aanzagen. Dc mond was het
eenige wat het overigens onaangename ge
zicht goed maakte, daar zat iets opge
ruimds in. Maar op dat oogenblik had ik
niet veel tijd hem op le nemen, want toen
hij zich omkeerde bewoog zich tevens iets
naast mijn bed, dat mijn aandacht trok.
Een heer in rijke kleedij cn van een in
drukwekkend voorkomen kwam nader.
„Zijl gij wakker, mijnheer?" zei hij
vragend.
„Zou u zoo vriendelijk willen wezen mij
le zeggen waar ik ben, mijnheer?" vroeg ik.
„Weet u dat niet? II isrlc Lavédan. Ik
ben de burggraaf van Lavédan."
Ofschoon ik eigenlijk niels anders ver
wacht had verbaasde het mij loei).
„Fe Lavédan?" vroeg ik heel dom, „maar
hoe ben ik hier gekomen?"
„Dat is meer dan ik n zeggen kan,"
antwoordde hij lachend. „Maar ik verzeker
u dat de dragonders van den koning u op de
hielen zaten. Wij vonden u gisteravond op
liet binnenplein, bewusteloos van uitputting,
gewond aan den schouder en met verstuik
ten voet. Het was mijn dochter, die alarm
maakte en om hulp riep. U lag onder haar
venster." Toen zag hij zonder twijfel de toe
nemende verbazing in mijn oogen, welke hij
aan schrik toeschreef. „Neen," riep hij ge
ruststellend. „Neen, maak u niet ongerust,
mijnheer. U trof het goed bij ons le komen.
U is bij vrienden aangeland. Wij zijn ook
Orlcanislen, op Lavédan, cn toch heb ik hel
gevecht bij Caslelnandary niet bijgewoond.
Dat was mijn schuld niet. De bode van den
prins kwam te laat; toch heb ik mol mijn
manschappen een compagnie gevormd, maar
toen ik le Lantuc was aangekomen, ben ik
teruggekeerd, want ik hoorde dat er reeds
een beslissende slag geleverd was en dal
onze partij een vernietigende nederlaag ge
leden had." Hij uitte een smarlelijken zucht.
„God liclpo ons, mijnheer! Kardinaal de
Richelieu schijnt zijn wil door tc kunnen
drijven. Maar laat liem voor 'l oogenblik
zijn gang maar gaan. U is liicr veilig en
wel. Tol nu toe rust er geen verdenking op
Lavédan. Zooals ik u zei, ik kwam le laat
voor het gevecht, daarom keerde ik ruslig
naar huis terug in de hoop de zaak op een
andere manier te kunnen dienen. Wanneer
ikj u een schuilplaats verleen, dien ik
Gaston van Orleans en om dat le blijven
doen hoop ik, dat men geen argwaan tegen
mij zal koesteren. Indien men in Toulouse
iels verneemt dat ik met geld of op een
andere manier dezen opstand heb gesteund
dan twijfel ik niet of ik zal met mijn
hoofd moeten betalen."
Ik was verbaasd over de vrijmoedigheid
waarmee deze zeer goedhartige edelman
liet waagde over zijn verraad ie spreken tot
een man. die tolaal een vreemdeling voor
hem was.
„Maar zeg. mijnheer de Lcspéron. hoe
gaal het met u?" vervolgde mijn gastheer.
Ik keek hem mot groote verbazing aan.
„Hoe weel u dat ik Lospéron ben?"
„Op mijn woerd", zei hij lachend, „denkt
u dan dal ik zoo ronduit gesproken zou heb
ben.mcl een man van wien ik niels afwistf.
Dal moogt ge niet van mij denken, mijn
beer. Ik heb deze brieven gisteravond in
uw zak gevonden, aan het adrc9 kon ik
zien wie u is. Uw naam is mij goed be
kend", voegde hij cr bij. „Mijn vriend, mijn-»
heer de Marsac, heeft dikwijls over u ge-
spraken en over uw trouw aan de zaak cn
bet doet mij bijzonder veel genoegen cenigs
zins van dienst te kunnen zijn aan iemand
die ik reeds bij reputatie heb lecren hoog
achten".
Ik leunde achterover in mijn kussens cn
kermde letterlijk. Dat was een kritiek geval!
Men hield mij voor dien ongelukkigen rebel
dien ik te Mirepoix le hulp was gekomen
en wiens brieven ik in mijn zak had gesto
ken om zo terug tc geven aan iemand, wier
naam hij mij op dat laatste oogenblik niet
meer kon noemen, en dal was do reden
dat dc burggraaf van Lavédan mij die el
lendige historie van zijn verraad meedeeld\
En als ik hem nu inlichtingen gaf? Als ik
zei dat ik niet Lespéron was geen rebel
maar Marcel de Bardelys, de gunsteling
van den koning? Dat hij mij voor een spion
zou houden kon ik nicl denken, maar zeer
zeker zag hij in dat mijn leven een gevaar
zou zijn voor het zijne; hij zou verraad
vreezen van mijn kant cn om zich zelf te
beschermen zou ik hem niets kunnen veri
wijten als hij krasse maatregelen nam.
Maar al was dc man lang zoo bloeddorstig
niet als de moesten van zijn soort, al ge
loofde hij mij als ik hem beloofde alles te
vergeten wat hij gezegd bad. toch moest hij
mij wel verzoeken zoo spoedig mogelijk La
védan te verlaten. En wal kwam er dan van
mijn weddenschap met Chaleraull?
(Wordt vervolgd).