Backin
Oe Markies v. Bardelys
Bakpoeder
No. 20245.
LEiDSCH DAGBLAD, Vrijdag 12 Maart
Tweede Blad.
Anno 1926.
UIT DE PERS.
RADIO-PROGRAMMA.
Oeftker-Cake
DrOetkers
FEUILLETON.
De Regeeringsveiklaring.
„De Tijd"(R.-K.) begint met ér op te
wijzen, dat met het feit, dat de Regeering
de Kamer in de gelegenheid zal stellen zich
opnieuw uit te spreken over het gezant
schap bij den Paus, wel heel duidelijk komt
vast te staan, dat opheffing van dit gezant
schap geen eisch is van protestanlsch of
ChrisL-historisch beginsel.
Het „beginsel" en het „geweien" slaan er
buiten. Dat deze waarheid op zóó duidelijke
wijze voor een ieder komt vast te staan, is,
aldus het blad, de eerst winst-post op de
balans van de afgc-loopen crisis.
„Voor ons, Katholieken, ligt in deze daad
van jhr. De Geer een moreele voldoening,
welke veel goed maakt van hetgeen wij
den laatsten tijd van Ghrist.-hist. zijde heb
ben moeien ervaren.
Overigens, dat na een stagnatie van vier
maanden in den parlementairen arbeid, het
nieuwe Ministerie voor zich den gezant-
schapopost niet wil maken tot een quaestie
„to be or not to be", van zijn of niet zijn.
is wel begrijpelijk. Nederland moet gere
geerd worden. Met het gezantschap als het
kan. zonder het gezantschap als het moet."
„Bij een eventueel afstemmen van den
post «zal de katholieke fractie zich echter
hebben te heraden, of zij haar slem aan de
begrooting van Buitenlandsche Zaken al of
niet kan geven. De verantwoordelijkheid
voor deze beslissing, kunnen wij van haar
niet overnemen en wij zullen onze fractie
dan ook niet met een voorbarig en onge
vraagd advies lastig vallen. De mannen, die
in de katholieke fractie leiding geven, heb
ben.ons vertrouwen. Zij weten evengoed als
wij, dat de vrijheid, welke de fracties in de
Kamer zich ten opzichte van een extra
parlementair Kabinet kunnen veroorloven,
in de praetijk ten zeerslo wordt beperkt door
de verantwoordelijkheid voor de gevolgen
van een stemmen tegen een of meer hoofd
stukken van de bcgrooling. Wanneer een
groole partij als de onze door de gelden,
welke op de Staatsbegrooting zijn uitgetrok
ken, te weigeren, deze Regeering het leven
'onmogelijk maakt, dan aanvaardt onze frac
tie hiermede den moreelcn plicht, in samen
werking met andere tegenstemmers Neder
land een nieuw Ministerie te bezorgen.
Dezelfde overweging zal den doorslag
moeten geven bij de door sommigen reeds
opgeloste! vraag, of minister Waszink in
iet veronderstelde geval, dal het gezant
schap verdwijnt, al of niet uit het Kabinet
moet treden."
„De Maasbode" (R.-K.) noemt belang
rijk in deze verklaring, dat geen der leden
van het Kabinet beschouwd wenscht te
worden als daarin vertegenwoordigende de
partij, waartoe hij behoort.
„De zinsnede, die wij in dc laatste jaren
van rechtsche kabinetten steeds in de troon
rede vonden, -dat zoowel voor besluur als
wetgeving de handhaving van de Christe
lijke grondslagen voor ons volksleven richt
snoer blijft, wordt er in gemist.
Het Kabinet is een zuiver zakenkabinet,
dat uitsluitend naar zijn daden wenscht be
oordeeld te worden en dat steun vraagt voor
algemeene maatregelen, die in zijn duide
lijk program worden aangegeven. In dit
opzicht verschilt dit laatste zeer van het
program door het vorige ministerie aange
boden, dat niet van vaagheid was vrij te
pleiten
Na den inhoud nader te hebben nage
gaan. schrijft het blad:
„Het kan niet ontkend: in het program
zit lijn en durf. Ilier zijn we, kort en dui
delijk geven we aan, wat we van plan zijn
tc doen, daarbij alles vermijdend wat partij
strijd zou kunnen ontlokken: daarom steunt
ons volgens eigen overtuiging. In dit opzicht
•is zoon extra parlementair Kabinet nog zoo
kwaad niet.
Dc oorzaak van de crisis, dc gezantschaps-
post bij het Vaticnan, zal opnieuw aan de
orde worden gesteld. We verheugen ons
hier zeer over."
„De Standaard" (a.-r.) maakt bij hetgeen
de Regccringsverklaring omtrent de belas
tingverlaging zegt, de volgende kantceke-
uing:
„Bezwaar is daartegen onzerzijds niet 1e
maken. Hoofdzaak is, dal de ongeveer 25
millioen gulden, die thans voor het Lee-
ningsfonds onnoodig geheven worden, voor
laan niet meer van ons volk zullen worden
gevraagd."
Ook wordt instemming betuigt met de ove
rige punten van het prograny dat, naar hel
blad constateert, in wezen hetzelfde is als
dat van het Kabinet-Colijn, zoodal erover
met de A.-R. wel geen moeite zal ontstaan.
Getwijfeld wordt er aan of het voornemen
de politieken strijd te laten rusten wel uit
voerbaar is en hel blad hoopt dat ook niet.
„Eerder gaat aldus het blad onze
wonseh uit naar een optreden dat er op ge
richt is oin de partijen der rechterzijde weer
nader lot elkaar te brengen. De toestand is
nu eenmaal zoo, dal er voorshands weinig
uitzicht op een parlementair Kabinel
tenzij steunend op de herstelde eenheid der
Rechterzijde.
Heroriënteering in de oude richting is dus
voor de eerste jaren stellig het meest in het
belang van een goede samenwerking tus-
schen Regeering en Staten-Generaal. Her
stel dier oude orienteering te bevorderen is
dus niet maar een partijbelang, maar een al
gemeen landsbelang van do eerste orde.
Tenzijspoedig blijken mocht wat wij
niet gclooven dat een geheel nieuwe
orienteering mogelijk zou zijn.
Voorts wordt nog opgemerkt dat hel Ka
binet-De Geer nu optreedt met het voorstel
de gelden voor het gezantschap bij den Paus
opnieuw op de bcgrooting tc brengen en dus
den toestand van vóór 11 November wenscht
te horstellen.
„In tegenstelling echter met de houding
-der R.-K. Ministers uit hel Kabinet-Colijn
zal de heer Waszink thans blijven zitten als
de gelden voor het gezantschap verworpen
mochten worden.
In dit voorstel zelf, zoomede in dit ver
schil van houding, zit nog wel een en ander
dat tot bespreking aanleiding geven zal.
Voorshands wachten we het Kamer
debat af.
Hel positief christelijk Kabinet ging liecn
om plaats Ie maken voor een dat zelf indif
ferent wil zijn. Dat is een nadeel.
Dal het indifferente Kabinet het program
van het afgelredenc overnam op alle punten
van zakelijken aard, stemt voorloopig tot
voldoening.
De hoefijzercorrespondent van 'Het „Han
delsblad" (lib.) begint zijn beschouwing
aldus.
Nadomaal er van al, wat de Troonrede
van 15 Sept. j.l. beloofde, niets is terecht ge
komen, heeft het nieuwe kabinet, zich voor
stellend aan de Tweode Kamer, er maar een
heel nieuwe gemaakt. Immers, de regee-
ringsverklaring die nu is afgelegd, is zoo uit
voerig juist op hel stuk der concrete aankon
digingen, dat ze daarin vele Troon- of Ope
ningsredevoeringen overtreft cn geheel het
karakter aanneemt van een soort van twee
de, officieuze Troonrede. Uit dat controle, en
daarnevens uit het algemeene doel der re-
geeringsverklaring, spreekt het karakter van
het kabinet-De Geer dan echter ook zeer
duidelijk..,, al blijven er enkele vraagpun
ten over.
Het Ministerie dient zich uitdrukkelijk aan
als los van alle politieke partijen.
En uit zijn program en de principieelc be-,
grenzing van zijn program komU naast dit
negatieve, ook nog het positieve deel van
zijn aard naar voren, n.t. die van een Zaken
kabinet. Al wat strijdvraag was of worden
kon op het gebied der oude „antithese" zal
blijven rusten in statu quo. Dit is correct,
maar hier rijzen aanstonds twee vragen:
Hoe zal de houding van hot kabinet zijn,
wanneer zoo'n antithese van uit de kamer
opkomt (amendement, initiatiefvoorstel, mo
tie) en ten tweede: Hoe zal het kabinet slaan
tegenover andere politieke antithesen, bijv.
tegenover die, welke de heer Marchant als
bron van nieuwe politieke verhoudingen ge
tracht heeft aan te boren, iels dat zoowel de
Vrijzinnig- als de Sociaal-Democraten zeker
zullen blijven pogen.
Voorts rijst er, dunkt ons, een vraag be
treffende de samenstelling van hel kabinet.
Geen der Ministers zit daarin, zoo verklaar
de de minister-president, als lid van zijn
partij. Maar is dan déze samenstelling,
waarbij alle groepen van xechls en eene van
links in het kabinet schijnen te zijn verte
genwoordigd. slechts toeval? Of wellicht
slechts een demonstrate van neutrale zake
lijkheid?
Ziedaar alvast eenige vragen, die echter
in het debat misschien haar antwoorden vin
den zulien. Het algemeene karakter van het
kabinet blijft duidelijk: een zakenkabinet
dal zit te wachten op een vaste parlemen
taire meerderheid om daarvoor dan weer
aanstonds plaats te maken.
Over liet standpunt van het ministerie
(cn aanzien van het gezantschap lezen wij
verder:
Dit is een uitnemende gedachte en aan
gezien er nu,geen coaJilJe meer te breken is,
kan er inderdaad meer zakelijk worden ge
stemd dan destijds. Alleen zal het wensche-
lijk zijn om de Kamer, dan nu eindelijk ook
eens in de gelegenheid te slcllen tot het vor
men van een' zakelijk oordeel. Tot nu toe
heeft ze. voor het behoud van het gezant
schap, nooit cenig zakelijk motief te hooren
gekregen dan de apodictische bewering des
licercn Van Karnebeek: Hel is noodig.
Zou die Minister nu niet eens aan de Ka
mer (of aan een Kamercommissie, bijv. die
voor de buitenlandsche aangelegenheden)
een vergelijkend overzicht kunnen geven
van gezanlenrapporlcn waaruit blijken kan,
dat de post bij hel Vaticaan onmisbaar is?
Verder schrijft de correspondent o. m. nog:
Met eenige verbazing vernamen wij, dat
dit ministerie „plaatselijke keuze" zal voor
stellen, een denkbeeld, dat reeds tweemaal
schipbreuk heeft geleden in het parlement.
En met zeer weinig genoegen constateeren
wij, dat ook dit kabinel 4nu reeds de toepas
sing der Arbeidswet wil uitbreiden, nadat
zijn voorganger nog in September moest er
kennen „Handel en Nijverheid vcrkecren
nog in een moeilijken tocsland".
Alles tezamen genomen schijnt ook dit
zeker een ministerie dat, door zijn optreden
cn door zijn program aanspraak kan maken
op welwillende bejegening in en buiten het
parlement. liet zal anderl moeten blijken,
in hoeverre zulk een gezindheid aanwezig
is en of Minister De Geer zich niet te veel
illusies maakt van de mogelijkheid om op
den duur en dit program is er niet een
voor maanden maar voor jaren 's tands
zaken, buiten „de politiek" te houden. Bij de
behandeling der gezantschapsquaestic zal
hiervan aanstonds reeds iels aankomen. De
minister zei, dat aan een beslissing over die
quaestie geen politieke gevolgen voor cenig
lid van het kabinet zouden zijn verbonden.
Maar als de suppletoire mocht wordert
verworpen en als dan. dientengevolge de be-
grooling van Buitenlandsche Zaken mocht
worden afgeslemd, blijft de heer Van Karne
beek toch zitten? Dat zou toch kwalijk,
denkbaar zijn. Wij grijpen dit overigens
slechts aan als hypothetisch voorbeeld, niet
omdat wij de verwerping wezenlijk ver
wachten der begrooting van dezen Minister,
wiens traclaat met België ook dit kabinet
voor ons een zware schaduw werpt.
Het Vaderland (lib.) vindt dat de rede treft
door goed inzicht in de beleckenis van het
nieuw opgetreden kabinet. Het blad heeft
echter bezwaar tegen de kwalificatie van
kort intermezzo, die dit kabinet zichzelf
ge«ft.
Het zou dunkt ons toch al een zonder
linge opvatting van het nieuw opgetreden
Kabinet zijn, om bij de eerste onderhand-
schc boodschap van welke combinatie van
partijen ook, dat zij in staat zijn een parle
mentair Kabinet te formeeren, het bijltje er
bij neer te leggen, dat wij de mogelijkheid
van zulk eenc opvatting maar niet zullen
aannemen. De onmogelijkheid om een par
lementair Kabinet samen te stellen is bij de
laatste crisis- al le duidelijk gebleken; het
kan thans niet weer geprobeerd worden,
vóór de stembus weer heeft gesproken.
liet verbaast het blad, dat het ministerie
liet gezantschap bij den Faus opnieuw in
het geding brengt:
Onze lezers weten dal wij dit gezantschap
nu van niet zoo groot belang vinden, als
gezantschap namelijk; wel had het groote
politieke beteekenis, omdat het de onwaar
achtigheid van eene Coalitie, waarin de
Christelijk-Hislorischen naast de Roomsch-
Katholieken plaats nemen, zoo duidelijk de
monstreerde. Maar daar gaat het niet om.
het gaat om de vraag, of dc Regeering, ge
trouw blijft aan eigen woord, dat zij de po
litieke vraagstukken, die verband houden
met de partijgroepeenng, zal handhaven in
het stadium, waarin zij op dit oogenblik vcr
kecren. En dat doen zij niet ten opzichte
van het gezantschap bij den Paus, dat juist
omdat het een politiek vraagstuk was, eene
zoo langdurige crisis kon veroorzaken. Dat
vraagstuk is op 11 Nov. beslist, en aan die
neslissing had de Regcering zich moeten
houden. Een extra-parlementair Kabinet
stelt een hoogst gevaarlijk precedent, als hel
niet alle uitgebrachte vota van de Volksver
tegenwoordiging accepteert, maar schifting
maakt tusschen wel cn niet door de politiek
beïnvloede uitspraken. Een extra-parlemen
tair Kabinet moet ook geen steun zoeken bi]
politieke partijen door het inwilligen van
bepaalde politieke wcnschen, en nu heeft liet
allen schijn of daardoor de steun van de
Katholieken is gezocht cn het toetreden van
den hr. Waszink is verkregen. Wij kunnen
tot zekere hoogte begrijpen, dat het Kabinet
dit struikelblok uit de politiek heeft willen
verwijderen. Maar dan heeft het toch zon
derlinge misvatting begaan, het mag strui
kelblokken, en dat is zelfs zeer loffelijk, uit
de Nederlandse he politiek verwijde
ren, zooals Cort van der Linden deed met
de Onderwijspacificatic; als opruimer van
struikelblokken uit de Rechterzijde treedt
het buiten dc door zich zelf zoo uitnemend
afgebakende rol.
Trouwens, ook practisch is liet verkeerd,
omdat eene suppleloire begrooting, om op
het votum van 11 Nov. 1.1. terug te komen,
nooit tot hel beoogde doel kan leiden. Of de
Kamer neemt de bcgrooling aan, maar daij
zal het verzet daartegen onder het Neder-
lr.ndsch volk nog eens zoo groot worden, cn
do Kersten's cn Lingbeek's zullen dien dag
als geluksdag kunnen zegenen, óf de Kamer
verwerpt die en dan zullen de Katholieken
steeds als cisch blijven stellen herstel van
het gezantschap bij den Paus. Alleen hand
having van den toestand, zooals het extra
parlementair Kabinet dien bij zijn optreden
vend, d. w. z. eerbiediging van het votum
van 11 Nov. had hier baat kunnen brengen.
Het program van het ministerie biedt,
meent het blad, veel goeds. Het ligt z. i. ech
ter niet op den weg van een extra-parlemen
tair kabinet om dc Drankwet zoo tc wijzigen,
dat invoering van de plaatselijke keuze mo
gelijk wordt.
Hier heeft men toch le doen met een
wensch, waar de Tweede Kamer zich twee
maal in meerderheid vóór heeft verklaard,
maar waar dc Eerste Kamer zich tot twee
maal tegen hoeft verklaard. Dc heer Slote-
maker de Bruine begint wel wat heel gauw
op een van zijn stokpaardjes tc rijden. Extra
parlementaire ministers zullen echter ook
goed doen als zij hunne speciale liefhebbe
rijen niet te veel op den voorgrond brengen.
VOOR ZATERDAG, 13 MAART.
Hilversum (1050 M.) 12.00 en 7.30:
Politieber. 4.306.30: Vonravondconcert
d. h. H.D.O.-Orkest o. 1. v. Fr. Lupgens.
6.307.30: Les in liandelskennis en
handelstechniek, door den heer J. Pelser
Jr., accountant te Amsterdam. 7.45
10.00: Persberichten. 8.10: Radio-avond
v. d. Ver. v. Arb. radio-amateurs. Mej. O.
Heeroma, sopraan. De heeren: W. Deny?,
piano; P. Zwager, tenor; E. Bomli, viool;
J. Vogtschmidt, cello; A. Krelago Jr., piano.
1. Sonate D-dur, Handel, viool en piano;
2. a. Aria uit „Orpheus" (Unie dos la (dus
tendre enfance), Glück; b. Aria uit „Or
pheus" (j'ai perdu mon Euridice), Glück,
sopraan; 3. Variations symphonique?, Boëll-
man, cello en piano; 4. a. Der Neugierige,
Schubert; b. Du bist die Ruh', Schubert,
tenor; 5. a. Etude As-dur, Chopin; b. Wals,
Chopin, piano (Denys). Toespraak van den
heer W. H. Vliegen, lid van de Tweede
Kamer en voorzitter van de S.D.A.P. 0.
Trio no. 1 C-dur, Haydn, Andante, poco
Adagio, Finale presto, viool, cello, piano.
7 a. Widmung, Schumann, b. Die Lotos-
bliulie, Schumann, sopraan; 8. a. Melodie.
Glück Kreisler; b. Non giova il sospiar, Doni
zetti, viool en piano; 9. a. Jardins sous Ia
pluie, Debussy, piano (Denys); 10. a. Hooi
Anneke, Isr. J. Olman; b. Lied, Zweer?,
tenor; 11. a. Andacht. Bruch; b. Andante,
Maun, cello en piano; 12. a. Madonna-kindje,
C. v. Rennes; b. Lievelingskind, Amlriess n,
sopraan.
Davpntry (1600 M.) 10.50: Tijdsein.
Weerber. 1.20: Tijdsein. 3.35: Liede
ren van Slukespaere. Lazing door R. Notilo
en illustraties van J. Christopher en E.
Beaulort. 4.20: Tijdsein. Causerie: A
garden cliat. 4.35: Kinderuurtje. 5.20;
Concert door het Wireless octet en W. Davis,
nierzo-sepraan. D. Jones, tenor. M. Constin-
duros, humorist. 6.20: Tijdsein Big Ben,
weerber., nieuws. Imzing: To the heart oC
Asia. 7.45: riauoonmposities van Ilobussy.
8.00: Lozing: Billiards. 8.20: Concert
door de Roosters. 10.20: Tijdsein, weer
bericht, nieuws. Lezing: Rugger. 10.G0
12.20. Dansmuziek v. h. Savoyhotol.
Parijs „Radio-Paris", (1750 M.j 12.50:
Concert Lucien Paris (piano, viool, cello).
2.05: Nieuws. 5.05: Orkestconcert.
8.5011.30: Galaconcert, met medow.
van vocale en instrumentaio artislen.
Brussel (262 M.). 5.20: Concert. Or
kest cn Mme. Darms, zang. 8.20: Kamer
muziek. 8.50: Lezing over do Vlaamscha
letterkunde, door n. Teirlinck. 9.05:
Voortzetting v. li. concert 9.50: „Lo
passant", comedie in 1 acte, v. I'r. Coppee.
10.20: Nieuwetwr.
Königswusterhaitson (1300 M.) 7.50:
Een variëté-avond. Orkest en zangsolistui.
Daarna niouwsber. 9.5011.20: Dans
muziek.
Münstor (110 M.) - 12.351.50: ör-
kestconcert. -3.05: Kinderuurtj". 1.20:
Lezing: Die Musik der Arabei'. 5.35:
Esporanlo-les. 6.40: Lezing: Bastelfunk.
7.20: Engelsclie les. 7.50: Een avond
in Weencn. Wettische muziek en zuig.
I 8.50' Lezing over den componist nugo Wolfi
en zang. 9.35: Dansmuziek.
RECLAME.
rr
rt
naar 0etsers Recept gebakken net
ccn voor direct gebruik gereed Gistpocdcr.
Backin vervangt de gist.
Met Backin rijst het deeg onder hel bakken.
Benoodigdheden
500 gram meel f 0.18
250 gr. boter f 0.60. of marg. 0.3^
200 gram suiker..0.10
4 eieren0.24
1 pakje Backin. i n 0.07hfp
1 citroen0.05
*/0 liter melk.ir.,„0.02
1 theelepel zout 9
Bereiding: f 10l',!
Men roert dc bolcr tof room, voegt hieraari
suiker cn eieren toe en ten slotte roert
men het zout en de bloem, waardoor men
eerst dc Backin vermengd heeft, cr door,
onder toevoeging van een weinig melk.
Ten slotte 'mengt men dc geraspte citToen»
schil en het sap van den citroen cf door
en doet dit mengsel in een met boter inge*
smeerden vorm cn wordt dit bij een matige
hitte '/a uur in den oven gebakken.
Men lette vooral op Backin van Dr. Octker,
cn dat op elk pakje als Eenige Importeurs
E. Ostermann Co0 A'dam, vermeld zijn.
Waar niet verkrijgbaar wende men zich
direct tot deze Importeurs, die op aanvrage
ook een gratisreceptenboekje toezenden.
2 17
Naar hel Engelsch van
RAFAëL SABATINI,
G)
Maar dit weet ik zeker, toen het donker
begon te worden bleef mijn rijtuig in eers
stilstaan en toen ik mijn hoofd naar buiten
slak, zag ik mijn intendant bevend voor m;j
slaan, zijn groot dik gezicht boven den
witten kraag stak wit af legen de donkere
lucht.
„Waarom staan wij stil, Ganymedes?"
„Monseigneur," stamelde hij bibberend,
terwijl hij sprak en mij met een drocvigen
blik aanziende: „Ik vrees dat wij verdwaald
zijn."
„Verdwaald? Wat vertel je? Moet ik dan
in mijn reiskoets gaan slapen?"
„Helaas monseigneur, ik heb mijn best
gedaan
„De hemel beware mij! En als je dat
eens niet gedaan hadl I)oe het portiér open."
Ik stapte uit en keek om mij heen, en ik
verzeker u. een eenzamer en ellendiger plek
had mijn bediende niet kunnen uitzoeken,
hen onbeschut, woest landschap ik had
nooit gedacht dal er zulke streken te vin
den waren in deze schoone provincie
Vertoqrde zich voor mijn oogen. nog om
Vriendelijker misschien door de vallende
duisternis, mistig en nevelachtig. In de
verte, rechts, duidde een plekje aan de lucht
«et Westen aan en tegenover ons ontdekte
ik den onduidelijken omtrek van de Py
reneeën. Toen ik die zag draaide ik mij
om en greep mijn knecht bij den schouder.
„Wat een betrouwbare dienaar ben jij!"
riep ik uit. „Bluffer! Had je mij vooruit ge
zegd, dat je leeftijd en je gemakkelijke le
ventje je verstand zoo verstomd hadden,
dat je je geheugen kwijt bent, dan had ik
een gids genomen naar Monlauban om óns
den weg te wijzen. Zelfs hier met de zon
en de Pyreneeën om je den weg te wijzen,
al wist je er niets anders van, ben je zoo
dom om te verdwalen!"
„Monseigneur," kreunde hij, „juist de zon
en de bergen hebben mij dezen weg doen
doen kiezen. En u ziet zelf, de weg loopt
dood op een oude schuur."
„Ganymedes," zei ik langzaam, „wan
neer wij in Parijs terugkomen en je bent
vóór dien tijd niet van angst gestorven
dan zal ik je een baantje geven in de keu
ken. De hemel geve dat je boter op je plaats
bent als keukenjongen dan als gids!" Dit
zeggende sprong ik over den muur en riep:
„Laat zes man mij volgen." En ik liep
regelrecht naar de schuur.
Toen de verweerde oude deur kraakte op
zijn roestige hengsels, werden wij ontvan
gen door een kreunend geluid en het ritse
lend geluid van stroo. Verrast bleek ik stil
staan en wachtte terwijl een van mijn man
schappen een lantaarn aanstak, die hij bij
zich had.
In een hoek van de schuur ontwaarde ik
iets heel droevigs. Een jonge man, lang en
stevig gebouwd, lag op het stroo uitgestrekt.
Hij was geheel gekleed, tot groole rijlaarzen
toe en uit de losse manier waarop zijn buis
over zijn schouders hing scheen het of hij
zijn béste liaé? gedaan zich van zijn wapen
rusting tc ontdoet, maar er geen kracht ge
noeg toe had gehad. Naast hem lag een
hoofddeksel met een veer en een zwaard
aan een rijk versierden gordel bevestigd. Het
stroo rondom hem was vol bruin, kleverig
bloed. Het lichtblauw fluweelen wambui3
was doorweekt en vol vlekken en bij nader
onderzoek bleek, dat hij in de rechterzijde
was gewond tusschen de reten van het
borststuk.
Toen wij om hem lieen stonden, een stil
zwijgend groepje, dat hem medelijdend aan
zag en er zeker fantastisch uitzag bij het
flauwe licht van één enkele lantaarn,
trachtte hij het hoofd op tc richten, maar
liet het met een kermend geluid dadelijk
weer vallen op het stroo onder zijn hoofd.
Uit een doodsbleek gelaat, vertrokken van
pijn, werden een paar schitterende oogen
op ons gevestigd, nederig en beklagens
waardig als de blik van een die£, dat doo-
delijk gewonfl is.
Het was niet moeilijk le gissen, dat wij
een der gisteren verslagen krijgslieden voor
oogen hadden; een die zijn laatste krachten
had ingespannen om hier naar toe te krui
pen en ruslig le sterven. Ik was bang, dat
onze tegenwoordigheid hem beangst maakte
en zijn doodstrijd daardoor verzwaarde,
daarom knielde ik bij hem neer op het
bebloede stroo, lichtte zijn hoofd op en liet
hem rusten op mijn arm.
..Wees niet bang." zei ik gcruslslellend,
„wij zijn vrienden. Verstaat ge mij?"
De flauwe glimlach die een oogenblik om
zijn lippen speelde en een glans wierp op
zijn gezicht zou mij reeds gezegd hebben,
dat hij mij verstond al had ik de woorden,
die fluisterend gesproken werden, niet ver
slaan.
„Merci, monsieur." ITij schoof zijn hoofd
in de kromming van mijn arm. „Water
in 's hemelsnaam water!" zei hij hiigond
en met een kermend geluid voegde hij er
bij: „Ik ga sterven, monsieur."
Ganymedes, bijgestaan door een paar van
mijn manschappen, namen den gewonde
voorzichtig op en deden hem zijn harnas al,
dat kletterend in een hoek van de schuur
terecht kwam. En toen, terwijl een ander
hem voorzichtig zijn laarzen uittrok, sneed
Rodenard mei de lantaarn vlak bij zich den
jongen man zijn wanbuis los. zoodal de
gapende wond in zijn zijde open lag. Hij
fluisterdeGilles een bevel loe, deze liep
vlug naar de koels om iets te halen, waar
om hij gevraagd had; toen bleef hij aan zijn
voeten zitten én wachtte met de hand op de
pols van den jongen man en de oogen op
zijn gelaat gevestigd. Ik boog mij over tot
het oor van mijn intendant.
„Hoe gaat het met hem?" fluisterde ik.
„Hij is stervende," klonk Rodenards ant
woord. „Ilij heeft le veel bloed verloren cn
heeft waarschijnlijk ook inwendige bloe
dingen. Er is geej hoop, dat hij blijft leven,
maar het kan nog een poosje duren. Hij
zal langzamerhand inzinken; wij kunnen
hot lijden van zijn laatste oogenblikkcn wat
verzachten."
Toen de mannen een oogenblik later te
rugkwamen met de dingen waarom Gany
medes gevraagd had, vermengde hij een
scherp vocht met water en terwijl een be
diende den bak vasthield, waschle hij zorg
vuldig de wond uit. Dit en een opwekkend
middel, dat hij hem le drinkea gegeven had,
scheen hem te doen herleven en een be-
liagelijk gevoel lo geven. Zijn ademhaling
was niet meer zoo reutelend, zijn oog^n
kicgcn meer uitdrukking.
„Ik ben stervende niet waar?" vroeg
hij en Ganymedes boog zwijgend het hoofd.
De arme jongen zuchtte.
„IleT mij op," smeekte hij cn toen deze
dienst hem bewezen was, dwaalden zijn
oogen rond, totdal ze mij gevonden liadden.
En toen zei hij:
„Mijnheer, wilt u mij een laatsle dierst
bewijzen?"
„Zeker, -arme vriend," antwoordde ik cn
knielde naast hem neder.
„U u was toch niet van dc partij van
den hertog?" vroeg hij mij scherp aan
ziende.
„Neen mijnheer. Maar laat dat u niet
kwellen; ik stel geen belang in dezen op
stand en ik heb geen partij gekozen Ik
kom van Parijs voor eenplcizicr-
lochtje. Mijn naam is Bardelys Marcel de
Bardelys."
„Bardelys de Luisterrijke?" vroeg hij cn
ik kon een glimlach niet onderdrukken.
„Ja, ik ben die veel te hoog geroemde
man."
„Maar dan is u voor den koning!" En ef
was teleurstelling ih zijn slem. Voordat ik
antwoord had kunnen geven, hervatte hij:
„Dat doet er ook niet toe. Marcel de Bar-:
delys is een gentleman, en lot welke partif
men behoort beleekent weinig wanneer een
man stervende is. Ik ben René de Lesperon.
Lesperon in Gascognc." ging hij voort. „Wilt
u het later aan mijn zuster doen welen?"
Ik knikte zonder te spreken.
Wordt v rvolgdj