Backin Oe Markies v. Bardelys Bakpoeder No. 20245. LEiDSCH DAGBLAD, Vrijdag 12 Maart Tweede Blad. Anno 1926. UIT DE PERS. RADIO-PROGRAMMA. Oeftker-Cake DrOetkers FEUILLETON. De Regeeringsveiklaring. „De Tijd"(R.-K.) begint met ér op te wijzen, dat met het feit, dat de Regeering de Kamer in de gelegenheid zal stellen zich opnieuw uit te spreken over het gezant schap bij den Paus, wel heel duidelijk komt vast te staan, dat opheffing van dit gezant schap geen eisch is van protestanlsch of ChrisL-historisch beginsel. Het „beginsel" en het „geweien" slaan er buiten. Dat deze waarheid op zóó duidelijke wijze voor een ieder komt vast te staan, is, aldus het blad, de eerst winst-post op de balans van de afgc-loopen crisis. „Voor ons, Katholieken, ligt in deze daad van jhr. De Geer een moreele voldoening, welke veel goed maakt van hetgeen wij den laatsten tijd van Ghrist.-hist. zijde heb ben moeien ervaren. Overigens, dat na een stagnatie van vier maanden in den parlementairen arbeid, het nieuwe Ministerie voor zich den gezant- schapopost niet wil maken tot een quaestie „to be or not to be", van zijn of niet zijn. is wel begrijpelijk. Nederland moet gere geerd worden. Met het gezantschap als het kan. zonder het gezantschap als het moet." „Bij een eventueel afstemmen van den post «zal de katholieke fractie zich echter hebben te heraden, of zij haar slem aan de begrooting van Buitenlandsche Zaken al of niet kan geven. De verantwoordelijkheid voor deze beslissing, kunnen wij van haar niet overnemen en wij zullen onze fractie dan ook niet met een voorbarig en onge vraagd advies lastig vallen. De mannen, die in de katholieke fractie leiding geven, heb ben.ons vertrouwen. Zij weten evengoed als wij, dat de vrijheid, welke de fracties in de Kamer zich ten opzichte van een extra parlementair Kabinet kunnen veroorloven, in de praetijk ten zeerslo wordt beperkt door de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van een stemmen tegen een of meer hoofd stukken van de bcgrooling. Wanneer een groole partij als de onze door de gelden, welke op de Staatsbegrooting zijn uitgetrok ken, te weigeren, deze Regeering het leven 'onmogelijk maakt, dan aanvaardt onze frac tie hiermede den moreelcn plicht, in samen werking met andere tegenstemmers Neder land een nieuw Ministerie te bezorgen. Dezelfde overweging zal den doorslag moeten geven bij de door sommigen reeds opgeloste! vraag, of minister Waszink in iet veronderstelde geval, dal het gezant schap verdwijnt, al of niet uit het Kabinet moet treden." „De Maasbode" (R.-K.) noemt belang rijk in deze verklaring, dat geen der leden van het Kabinet beschouwd wenscht te worden als daarin vertegenwoordigende de partij, waartoe hij behoort. „De zinsnede, die wij in dc laatste jaren van rechtsche kabinetten steeds in de troon rede vonden, -dat zoowel voor besluur als wetgeving de handhaving van de Christe lijke grondslagen voor ons volksleven richt snoer blijft, wordt er in gemist. Het Kabinet is een zuiver zakenkabinet, dat uitsluitend naar zijn daden wenscht be oordeeld te worden en dat steun vraagt voor algemeene maatregelen, die in zijn duide lijk program worden aangegeven. In dit opzicht verschilt dit laatste zeer van het program door het vorige ministerie aange boden, dat niet van vaagheid was vrij te pleiten Na den inhoud nader te hebben nage gaan. schrijft het blad: „Het kan niet ontkend: in het program zit lijn en durf. Ilier zijn we, kort en dui delijk geven we aan, wat we van plan zijn tc doen, daarbij alles vermijdend wat partij strijd zou kunnen ontlokken: daarom steunt ons volgens eigen overtuiging. In dit opzicht •is zoon extra parlementair Kabinet nog zoo kwaad niet. Dc oorzaak van de crisis, dc gezantschaps- post bij het Vaticnan, zal opnieuw aan de orde worden gesteld. We verheugen ons hier zeer over." „De Standaard" (a.-r.) maakt bij hetgeen de Regccringsverklaring omtrent de belas tingverlaging zegt, de volgende kantceke- uing: „Bezwaar is daartegen onzerzijds niet 1e maken. Hoofdzaak is, dal de ongeveer 25 millioen gulden, die thans voor het Lee- ningsfonds onnoodig geheven worden, voor laan niet meer van ons volk zullen worden gevraagd." Ook wordt instemming betuigt met de ove rige punten van het prograny dat, naar hel blad constateert, in wezen hetzelfde is als dat van het Kabinet-Colijn, zoodal erover met de A.-R. wel geen moeite zal ontstaan. Getwijfeld wordt er aan of het voornemen de politieken strijd te laten rusten wel uit voerbaar is en hel blad hoopt dat ook niet. „Eerder gaat aldus het blad onze wonseh uit naar een optreden dat er op ge richt is oin de partijen der rechterzijde weer nader lot elkaar te brengen. De toestand is nu eenmaal zoo, dal er voorshands weinig uitzicht op een parlementair Kabinel tenzij steunend op de herstelde eenheid der Rechterzijde. Heroriënteering in de oude richting is dus voor de eerste jaren stellig het meest in het belang van een goede samenwerking tus- schen Regeering en Staten-Generaal. Her stel dier oude orienteering te bevorderen is dus niet maar een partijbelang, maar een al gemeen landsbelang van do eerste orde. Tenzijspoedig blijken mocht wat wij niet gclooven dat een geheel nieuwe orienteering mogelijk zou zijn. Voorts wordt nog opgemerkt dat hel Ka binet-De Geer nu optreedt met het voorstel de gelden voor het gezantschap bij den Paus opnieuw op de bcgrooting tc brengen en dus den toestand van vóór 11 November wenscht te horstellen. „In tegenstelling echter met de houding -der R.-K. Ministers uit hel Kabinet-Colijn zal de heer Waszink thans blijven zitten als de gelden voor het gezantschap verworpen mochten worden. In dit voorstel zelf, zoomede in dit ver schil van houding, zit nog wel een en ander dat tot bespreking aanleiding geven zal. Voorshands wachten we het Kamer debat af. Hel positief christelijk Kabinet ging liecn om plaats Ie maken voor een dat zelf indif ferent wil zijn. Dat is een nadeel. Dal het indifferente Kabinet het program van het afgelredenc overnam op alle punten van zakelijken aard, stemt voorloopig tot voldoening. De hoefijzercorrespondent van 'Het „Han delsblad" (lib.) begint zijn beschouwing aldus. Nadomaal er van al, wat de Troonrede van 15 Sept. j.l. beloofde, niets is terecht ge komen, heeft het nieuwe kabinet, zich voor stellend aan de Tweode Kamer, er maar een heel nieuwe gemaakt. Immers, de regee- ringsverklaring die nu is afgelegd, is zoo uit voerig juist op hel stuk der concrete aankon digingen, dat ze daarin vele Troon- of Ope ningsredevoeringen overtreft cn geheel het karakter aanneemt van een soort van twee de, officieuze Troonrede. Uit dat controle, en daarnevens uit het algemeene doel der re- geeringsverklaring, spreekt het karakter van het kabinet-De Geer dan echter ook zeer duidelijk..,, al blijven er enkele vraagpun ten over. Het Ministerie dient zich uitdrukkelijk aan als los van alle politieke partijen. En uit zijn program en de principieelc be-, grenzing van zijn program komU naast dit negatieve, ook nog het positieve deel van zijn aard naar voren, n.t. die van een Zaken kabinet. Al wat strijdvraag was of worden kon op het gebied der oude „antithese" zal blijven rusten in statu quo. Dit is correct, maar hier rijzen aanstonds twee vragen: Hoe zal de houding van hot kabinet zijn, wanneer zoo'n antithese van uit de kamer opkomt (amendement, initiatiefvoorstel, mo tie) en ten tweede: Hoe zal het kabinet slaan tegenover andere politieke antithesen, bijv. tegenover die, welke de heer Marchant als bron van nieuwe politieke verhoudingen ge tracht heeft aan te boren, iels dat zoowel de Vrijzinnig- als de Sociaal-Democraten zeker zullen blijven pogen. Voorts rijst er, dunkt ons, een vraag be treffende de samenstelling van hel kabinet. Geen der Ministers zit daarin, zoo verklaar de de minister-president, als lid van zijn partij. Maar is dan déze samenstelling, waarbij alle groepen van xechls en eene van links in het kabinet schijnen te zijn verte genwoordigd. slechts toeval? Of wellicht slechts een demonstrate van neutrale zake lijkheid? Ziedaar alvast eenige vragen, die echter in het debat misschien haar antwoorden vin den zulien. Het algemeene karakter van het kabinet blijft duidelijk: een zakenkabinet dal zit te wachten op een vaste parlemen taire meerderheid om daarvoor dan weer aanstonds plaats te maken. Over liet standpunt van het ministerie (cn aanzien van het gezantschap lezen wij verder: Dit is een uitnemende gedachte en aan gezien er nu,geen coaJilJe meer te breken is, kan er inderdaad meer zakelijk worden ge stemd dan destijds. Alleen zal het wensche- lijk zijn om de Kamer, dan nu eindelijk ook eens in de gelegenheid te slcllen tot het vor men van een' zakelijk oordeel. Tot nu toe heeft ze. voor het behoud van het gezant schap, nooit cenig zakelijk motief te hooren gekregen dan de apodictische bewering des licercn Van Karnebeek: Hel is noodig. Zou die Minister nu niet eens aan de Ka mer (of aan een Kamercommissie, bijv. die voor de buitenlandsche aangelegenheden) een vergelijkend overzicht kunnen geven van gezanlenrapporlcn waaruit blijken kan, dat de post bij hel Vaticaan onmisbaar is? Verder schrijft de correspondent o. m. nog: Met eenige verbazing vernamen wij, dat dit ministerie „plaatselijke keuze" zal voor stellen, een denkbeeld, dat reeds tweemaal schipbreuk heeft geleden in het parlement. En met zeer weinig genoegen constateeren wij, dat ook dit kabinel 4nu reeds de toepas sing der Arbeidswet wil uitbreiden, nadat zijn voorganger nog in September moest er kennen „Handel en Nijverheid vcrkecren nog in een moeilijken tocsland". Alles tezamen genomen schijnt ook dit zeker een ministerie dat, door zijn optreden cn door zijn program aanspraak kan maken op welwillende bejegening in en buiten het parlement. liet zal anderl moeten blijken, in hoeverre zulk een gezindheid aanwezig is en of Minister De Geer zich niet te veel illusies maakt van de mogelijkheid om op den duur en dit program is er niet een voor maanden maar voor jaren 's tands zaken, buiten „de politiek" te houden. Bij de behandeling der gezantschapsquaestic zal hiervan aanstonds reeds iels aankomen. De minister zei, dat aan een beslissing over die quaestie geen politieke gevolgen voor cenig lid van het kabinet zouden zijn verbonden. Maar als de suppletoire mocht wordert verworpen en als dan. dientengevolge de be- grooling van Buitenlandsche Zaken mocht worden afgeslemd, blijft de heer Van Karne beek toch zitten? Dat zou toch kwalijk, denkbaar zijn. Wij grijpen dit overigens slechts aan als hypothetisch voorbeeld, niet omdat wij de verwerping wezenlijk ver wachten der begrooting van dezen Minister, wiens traclaat met België ook dit kabinet voor ons een zware schaduw werpt. Het Vaderland (lib.) vindt dat de rede treft door goed inzicht in de beleckenis van het nieuw opgetreden kabinet. Het blad heeft echter bezwaar tegen de kwalificatie van kort intermezzo, die dit kabinet zichzelf ge«ft. Het zou dunkt ons toch al een zonder linge opvatting van het nieuw opgetreden Kabinet zijn, om bij de eerste onderhand- schc boodschap van welke combinatie van partijen ook, dat zij in staat zijn een parle mentair Kabinet te formeeren, het bijltje er bij neer te leggen, dat wij de mogelijkheid van zulk eenc opvatting maar niet zullen aannemen. De onmogelijkheid om een par lementair Kabinet samen te stellen is bij de laatste crisis- al le duidelijk gebleken; het kan thans niet weer geprobeerd worden, vóór de stembus weer heeft gesproken. liet verbaast het blad, dat het ministerie liet gezantschap bij den Faus opnieuw in het geding brengt: Onze lezers weten dal wij dit gezantschap nu van niet zoo groot belang vinden, als gezantschap namelijk; wel had het groote politieke beteekenis, omdat het de onwaar achtigheid van eene Coalitie, waarin de Christelijk-Hislorischen naast de Roomsch- Katholieken plaats nemen, zoo duidelijk de monstreerde. Maar daar gaat het niet om. het gaat om de vraag, of dc Regeering, ge trouw blijft aan eigen woord, dat zij de po litieke vraagstukken, die verband houden met de partijgroepeenng, zal handhaven in het stadium, waarin zij op dit oogenblik vcr kecren. En dat doen zij niet ten opzichte van het gezantschap bij den Paus, dat juist omdat het een politiek vraagstuk was, eene zoo langdurige crisis kon veroorzaken. Dat vraagstuk is op 11 Nov. beslist, en aan die neslissing had de Regcering zich moeten houden. Een extra-parlementair Kabinet stelt een hoogst gevaarlijk precedent, als hel niet alle uitgebrachte vota van de Volksver tegenwoordiging accepteert, maar schifting maakt tusschen wel cn niet door de politiek beïnvloede uitspraken. Een extra-parlemen tair Kabinet moet ook geen steun zoeken bi] politieke partijen door het inwilligen van bepaalde politieke wcnschen, en nu heeft liet allen schijn of daardoor de steun van de Katholieken is gezocht cn het toetreden van den hr. Waszink is verkregen. Wij kunnen tot zekere hoogte begrijpen, dat het Kabinet dit struikelblok uit de politiek heeft willen verwijderen. Maar dan heeft het toch zon derlinge misvatting begaan, het mag strui kelblokken, en dat is zelfs zeer loffelijk, uit de Nederlandse he politiek verwijde ren, zooals Cort van der Linden deed met de Onderwijspacificatic; als opruimer van struikelblokken uit de Rechterzijde treedt het buiten dc door zich zelf zoo uitnemend afgebakende rol. Trouwens, ook practisch is liet verkeerd, omdat eene suppleloire begrooting, om op het votum van 11 Nov. 1.1. terug te komen, nooit tot hel beoogde doel kan leiden. Of de Kamer neemt de bcgrooling aan, maar daij zal het verzet daartegen onder het Neder- lr.ndsch volk nog eens zoo groot worden, cn do Kersten's cn Lingbeek's zullen dien dag als geluksdag kunnen zegenen, óf de Kamer verwerpt die en dan zullen de Katholieken steeds als cisch blijven stellen herstel van het gezantschap bij den Paus. Alleen hand having van den toestand, zooals het extra parlementair Kabinet dien bij zijn optreden vend, d. w. z. eerbiediging van het votum van 11 Nov. had hier baat kunnen brengen. Het program van het ministerie biedt, meent het blad, veel goeds. Het ligt z. i. ech ter niet op den weg van een extra-parlemen tair kabinet om dc Drankwet zoo tc wijzigen, dat invoering van de plaatselijke keuze mo gelijk wordt. Hier heeft men toch le doen met een wensch, waar de Tweede Kamer zich twee maal in meerderheid vóór heeft verklaard, maar waar dc Eerste Kamer zich tot twee maal tegen hoeft verklaard. Dc heer Slote- maker de Bruine begint wel wat heel gauw op een van zijn stokpaardjes tc rijden. Extra parlementaire ministers zullen echter ook goed doen als zij hunne speciale liefhebbe rijen niet te veel op den voorgrond brengen. VOOR ZATERDAG, 13 MAART. Hilversum (1050 M.) 12.00 en 7.30: Politieber. 4.306.30: Vonravondconcert d. h. H.D.O.-Orkest o. 1. v. Fr. Lupgens. 6.307.30: Les in liandelskennis en handelstechniek, door den heer J. Pelser Jr., accountant te Amsterdam. 7.45 10.00: Persberichten. 8.10: Radio-avond v. d. Ver. v. Arb. radio-amateurs. Mej. O. Heeroma, sopraan. De heeren: W. Deny?, piano; P. Zwager, tenor; E. Bomli, viool; J. Vogtschmidt, cello; A. Krelago Jr., piano. 1. Sonate D-dur, Handel, viool en piano; 2. a. Aria uit „Orpheus" (Unie dos la (dus tendre enfance), Glück; b. Aria uit „Or pheus" (j'ai perdu mon Euridice), Glück, sopraan; 3. Variations symphonique?, Boëll- man, cello en piano; 4. a. Der Neugierige, Schubert; b. Du bist die Ruh', Schubert, tenor; 5. a. Etude As-dur, Chopin; b. Wals, Chopin, piano (Denys). Toespraak van den heer W. H. Vliegen, lid van de Tweede Kamer en voorzitter van de S.D.A.P. 0. Trio no. 1 C-dur, Haydn, Andante, poco Adagio, Finale presto, viool, cello, piano. 7 a. Widmung, Schumann, b. Die Lotos- bliulie, Schumann, sopraan; 8. a. Melodie. Glück Kreisler; b. Non giova il sospiar, Doni zetti, viool en piano; 9. a. Jardins sous Ia pluie, Debussy, piano (Denys); 10. a. Hooi Anneke, Isr. J. Olman; b. Lied, Zweer?, tenor; 11. a. Andacht. Bruch; b. Andante, Maun, cello en piano; 12. a. Madonna-kindje, C. v. Rennes; b. Lievelingskind, Amlriess n, sopraan. Davpntry (1600 M.) 10.50: Tijdsein. Weerber. 1.20: Tijdsein. 3.35: Liede ren van Slukespaere. Lazing door R. Notilo en illustraties van J. Christopher en E. Beaulort. 4.20: Tijdsein. Causerie: A garden cliat. 4.35: Kinderuurtje. 5.20; Concert door het Wireless octet en W. Davis, nierzo-sepraan. D. Jones, tenor. M. Constin- duros, humorist. 6.20: Tijdsein Big Ben, weerber., nieuws. Imzing: To the heart oC Asia. 7.45: riauoonmposities van Ilobussy. 8.00: Lozing: Billiards. 8.20: Concert door de Roosters. 10.20: Tijdsein, weer bericht, nieuws. Lezing: Rugger. 10.G0 12.20. Dansmuziek v. h. Savoyhotol. Parijs „Radio-Paris", (1750 M.j 12.50: Concert Lucien Paris (piano, viool, cello). 2.05: Nieuws. 5.05: Orkestconcert. 8.5011.30: Galaconcert, met medow. van vocale en instrumentaio artislen. Brussel (262 M.). 5.20: Concert. Or kest cn Mme. Darms, zang. 8.20: Kamer muziek. 8.50: Lezing over do Vlaamscha letterkunde, door n. Teirlinck. 9.05: Voortzetting v. li. concert 9.50: „Lo passant", comedie in 1 acte, v. I'r. Coppee. 10.20: Nieuwetwr. Königswusterhaitson (1300 M.) 7.50: Een variëté-avond. Orkest en zangsolistui. Daarna niouwsber. 9.5011.20: Dans muziek. Münstor (110 M.) - 12.351.50: ör- kestconcert. -3.05: Kinderuurtj". 1.20: Lezing: Die Musik der Arabei'. 5.35: Esporanlo-les. 6.40: Lezing: Bastelfunk. 7.20: Engelsclie les. 7.50: Een avond in Weencn. Wettische muziek en zuig. I 8.50' Lezing over den componist nugo Wolfi en zang. 9.35: Dansmuziek. RECLAME. rr rt naar 0etsers Recept gebakken net ccn voor direct gebruik gereed Gistpocdcr. Backin vervangt de gist. Met Backin rijst het deeg onder hel bakken. Benoodigdheden 500 gram meel f 0.18 250 gr. boter f 0.60. of marg. 0.3^ 200 gram suiker..0.10 4 eieren0.24 1 pakje Backin. i n 0.07hfp 1 citroen0.05 */0 liter melk.ir.,„0.02 1 theelepel zout 9 Bereiding: f 10l',! Men roert dc bolcr tof room, voegt hieraari suiker cn eieren toe en ten slotte roert men het zout en de bloem, waardoor men eerst dc Backin vermengd heeft, cr door, onder toevoeging van een weinig melk. Ten slotte 'mengt men dc geraspte citToen» schil en het sap van den citroen cf door en doet dit mengsel in een met boter inge* smeerden vorm cn wordt dit bij een matige hitte '/a uur in den oven gebakken. Men lette vooral op Backin van Dr. Octker, cn dat op elk pakje als Eenige Importeurs E. Ostermann Co0 A'dam, vermeld zijn. Waar niet verkrijgbaar wende men zich direct tot deze Importeurs, die op aanvrage ook een gratisreceptenboekje toezenden. 2 17 Naar hel Engelsch van RAFAëL SABATINI, G) Maar dit weet ik zeker, toen het donker begon te worden bleef mijn rijtuig in eers stilstaan en toen ik mijn hoofd naar buiten slak, zag ik mijn intendant bevend voor m;j slaan, zijn groot dik gezicht boven den witten kraag stak wit af legen de donkere lucht. „Waarom staan wij stil, Ganymedes?" „Monseigneur," stamelde hij bibberend, terwijl hij sprak en mij met een drocvigen blik aanziende: „Ik vrees dat wij verdwaald zijn." „Verdwaald? Wat vertel je? Moet ik dan in mijn reiskoets gaan slapen?" „Helaas monseigneur, ik heb mijn best gedaan „De hemel beware mij! En als je dat eens niet gedaan hadl I)oe het portiér open." Ik stapte uit en keek om mij heen, en ik verzeker u. een eenzamer en ellendiger plek had mijn bediende niet kunnen uitzoeken, hen onbeschut, woest landschap ik had nooit gedacht dal er zulke streken te vin den waren in deze schoone provincie Vertoqrde zich voor mijn oogen. nog om Vriendelijker misschien door de vallende duisternis, mistig en nevelachtig. In de verte, rechts, duidde een plekje aan de lucht «et Westen aan en tegenover ons ontdekte ik den onduidelijken omtrek van de Py reneeën. Toen ik die zag draaide ik mij om en greep mijn knecht bij den schouder. „Wat een betrouwbare dienaar ben jij!" riep ik uit. „Bluffer! Had je mij vooruit ge zegd, dat je leeftijd en je gemakkelijke le ventje je verstand zoo verstomd hadden, dat je je geheugen kwijt bent, dan had ik een gids genomen naar Monlauban om óns den weg te wijzen. Zelfs hier met de zon en de Pyreneeën om je den weg te wijzen, al wist je er niets anders van, ben je zoo dom om te verdwalen!" „Monseigneur," kreunde hij, „juist de zon en de bergen hebben mij dezen weg doen doen kiezen. En u ziet zelf, de weg loopt dood op een oude schuur." „Ganymedes," zei ik langzaam, „wan neer wij in Parijs terugkomen en je bent vóór dien tijd niet van angst gestorven dan zal ik je een baantje geven in de keu ken. De hemel geve dat je boter op je plaats bent als keukenjongen dan als gids!" Dit zeggende sprong ik over den muur en riep: „Laat zes man mij volgen." En ik liep regelrecht naar de schuur. Toen de verweerde oude deur kraakte op zijn roestige hengsels, werden wij ontvan gen door een kreunend geluid en het ritse lend geluid van stroo. Verrast bleek ik stil staan en wachtte terwijl een van mijn man schappen een lantaarn aanstak, die hij bij zich had. In een hoek van de schuur ontwaarde ik iets heel droevigs. Een jonge man, lang en stevig gebouwd, lag op het stroo uitgestrekt. Hij was geheel gekleed, tot groole rijlaarzen toe en uit de losse manier waarop zijn buis over zijn schouders hing scheen het of hij zijn béste liaé? gedaan zich van zijn wapen rusting tc ontdoet, maar er geen kracht ge noeg toe had gehad. Naast hem lag een hoofddeksel met een veer en een zwaard aan een rijk versierden gordel bevestigd. Het stroo rondom hem was vol bruin, kleverig bloed. Het lichtblauw fluweelen wambui3 was doorweekt en vol vlekken en bij nader onderzoek bleek, dat hij in de rechterzijde was gewond tusschen de reten van het borststuk. Toen wij om hem lieen stonden, een stil zwijgend groepje, dat hem medelijdend aan zag en er zeker fantastisch uitzag bij het flauwe licht van één enkele lantaarn, trachtte hij het hoofd op tc richten, maar liet het met een kermend geluid dadelijk weer vallen op het stroo onder zijn hoofd. Uit een doodsbleek gelaat, vertrokken van pijn, werden een paar schitterende oogen op ons gevestigd, nederig en beklagens waardig als de blik van een die£, dat doo- delijk gewonfl is. Het was niet moeilijk le gissen, dat wij een der gisteren verslagen krijgslieden voor oogen hadden; een die zijn laatste krachten had ingespannen om hier naar toe te krui pen en ruslig le sterven. Ik was bang, dat onze tegenwoordigheid hem beangst maakte en zijn doodstrijd daardoor verzwaarde, daarom knielde ik bij hem neer op het bebloede stroo, lichtte zijn hoofd op en liet hem rusten op mijn arm. ..Wees niet bang." zei ik gcruslslellend, „wij zijn vrienden. Verstaat ge mij?" De flauwe glimlach die een oogenblik om zijn lippen speelde en een glans wierp op zijn gezicht zou mij reeds gezegd hebben, dat hij mij verstond al had ik de woorden, die fluisterend gesproken werden, niet ver slaan. „Merci, monsieur." ITij schoof zijn hoofd in de kromming van mijn arm. „Water in 's hemelsnaam water!" zei hij hiigond en met een kermend geluid voegde hij er bij: „Ik ga sterven, monsieur." Ganymedes, bijgestaan door een paar van mijn manschappen, namen den gewonde voorzichtig op en deden hem zijn harnas al, dat kletterend in een hoek van de schuur terecht kwam. En toen, terwijl een ander hem voorzichtig zijn laarzen uittrok, sneed Rodenard mei de lantaarn vlak bij zich den jongen man zijn wanbuis los. zoodal de gapende wond in zijn zijde open lag. Hij fluisterdeGilles een bevel loe, deze liep vlug naar de koels om iets te halen, waar om hij gevraagd had; toen bleef hij aan zijn voeten zitten én wachtte met de hand op de pols van den jongen man en de oogen op zijn gelaat gevestigd. Ik boog mij over tot het oor van mijn intendant. „Hoe gaat het met hem?" fluisterde ik. „Hij is stervende," klonk Rodenards ant woord. „Ilij heeft le veel bloed verloren cn heeft waarschijnlijk ook inwendige bloe dingen. Er is geej hoop, dat hij blijft leven, maar het kan nog een poosje duren. Hij zal langzamerhand inzinken; wij kunnen hot lijden van zijn laatste oogenblikkcn wat verzachten." Toen de mannen een oogenblik later te rugkwamen met de dingen waarom Gany medes gevraagd had, vermengde hij een scherp vocht met water en terwijl een be diende den bak vasthield, waschle hij zorg vuldig de wond uit. Dit en een opwekkend middel, dat hij hem le drinkea gegeven had, scheen hem te doen herleven en een be- liagelijk gevoel lo geven. Zijn ademhaling was niet meer zoo reutelend, zijn oog^n kicgcn meer uitdrukking. „Ik ben stervende niet waar?" vroeg hij en Ganymedes boog zwijgend het hoofd. De arme jongen zuchtte. „IleT mij op," smeekte hij cn toen deze dienst hem bewezen was, dwaalden zijn oogen rond, totdal ze mij gevonden liadden. En toen zei hij: „Mijnheer, wilt u mij een laatsle dierst bewijzen?" „Zeker, -arme vriend," antwoordde ik cn knielde naast hem neder. „U u was toch niet van dc partij van den hertog?" vroeg hij mij scherp aan ziende. „Neen mijnheer. Maar laat dat u niet kwellen; ik stel geen belang in dezen op stand en ik heb geen partij gekozen Ik kom van Parijs voor eenplcizicr- lochtje. Mijn naam is Bardelys Marcel de Bardelys." „Bardelys de Luisterrijke?" vroeg hij cn ik kon een glimlach niet onderdrukken. „Ja, ik ben die veel te hoog geroemde man." „Maar dan is u voor den koning!" En ef was teleurstelling ih zijn slem. Voordat ik antwoord had kunnen geven, hervatte hij: „Dat doet er ook niet toe. Marcel de Bar-: delys is een gentleman, en lot welke partif men behoort beleekent weinig wanneer een man stervende is. Ik ben René de Lesperon. Lesperon in Gascognc." ging hij voort. „Wilt u het later aan mijn zuster doen welen?" Ik knikte zonder te spreken. Wordt v rvolgdj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5