DOET HET DAN SPOEDIG! B4VII*H:K zwrrsEitscHE' ZWITSERSCHE k 1LLAM '0B3ÊÊÊÊÊM CHC HEBT GIJ ÉÉN VAN DEZE REEPEN NOG NIET GEPROEFD? WÊN3holland VOLLE MELK m HAZELNOOT De Markies v. Bardelys No. 20243. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 10 Maart Tweede Blad. Anno 1920. UiT DE PERS. BINNENLAND. r, - FEUILLETON. Colijn aan het woord. Dc hoer Colijn hooft dc hoofdredactie van De Standaard'' weer op zich genomen. „Weer op de brug" schrijft hij boven zijn eerste hoofdartikel. Hij zal den ouden koers blijven zeilen, zegt hij met nadruk. „Steeds sterker voel ik, dat moeilijke tijden naderende zijn. De zichtbare afbrokkeling van-het parle mentaire stelsel de verwording daarvan tot parlementarisme, zooals Bcnoist het on langs uitdrukte in de meeste landen van Europa, plaatst voor uiterst moeilijke vragen. Het wegvallen ten onzent van.do samen werking der-rechische partijen, en daarmee voorshands van de mogelijkheid van een normalen toestand op Regccringsterrein, roept tol zeer ernstige bezinning. Ik blijf wolbewust voorstander van die samenwer king en zal haar ook in ons blad naar ver reogen bevorderen. Alleen togen overhaas ting waarschuw ik thans reeds." Dc coalitie-eenheid moet weer groeien. Gemaakt worden mag ze niet. .Bezinning is noodig Bij alle drie. Ook hierom, wijl dc onmiskenbaar sterke stroomingen van onzen tijd tot ernstige over weging van ons standpunt ter zake nopen." De beschuldiging, dal de a.-r. partij con servatief zou zijn geworden, vveerspreekt do heer Colijn. „Op zijn tijd zal men toestemmen, dat pen gezonde fin&ncieelo toestand dc onmis bare voorwaarde is voor ccn progressieve politiek die duurt. Onze financieele toestand was in 1022 zeer ongezond geworden en is, ondanks alles wat ter verbetering is gedaan, nog geenszins zooals hij behoort Ie zijn. Gelijk over een paar jaar wel blijken zal!" Men moet daarom niet dwingen tot daden waarvoor de "tijd nog niet gekomen is. Dat óók hierbij eenstemmigheid onder de groepen der Rechterzijde verkregen moet women, vóór men weer saam het regec- riiigsschip gaat bemannen, staat voor den lieer Colijn vast. Verdrag met Siam. Een wetsontwerp is bij de Tweede Kamer ingediend tot goedkeuring van het op 8 Juni 1925 te 's-Gravenhage tusschen Neder land en Siam gesloten Verdrag van vriend schap, handel en scheepvaart, met tijbe- boereude protocollen en nota's. Blgkens de Memorie van Toelichting had 0113 Verdrag met Siam van 17 December 1860 «enerzijds het karakter van een verdrag van landed en vriendschap; anderzijds be vatte het verschillende bepalingen over jurisdictie. De ontwikkeling van den liatsbn lijd gaf aanleiding een herziening van het verdrag onder de oogen tc zien. Eenerziids werd door de Siameesche regeering het verlangen gekoesterd de beperkingen opgeheven te zien. die zoowel ir. zaken van douane-tarieven, als op het gebied van de rechtspraak haar zelfstan- digheid belemmerden; anderzijds leverde vel schillende restricties voor de Nederlandsche onderdanen eu hun belangen bezwaar op. Nu Siam door eigen krachtsinspanning en met den bestand van fiuropeeschs adviseur a er i'q geslaagd is zijn staatsinrichting en zijn rechtswezen te hervormen ai waarbor gen te scheppen voor behoorlijke rechts- bedeeling, en overigens aan het wereld verkeer grooter aandeel is gaan nemen, was het der Nederlandsche regeering, in over leg met die van Nc l.-lndië aangenaam haar medewerking t? verRendh tot opheffing van het verouderd bijzonder regime en de be trekking tusschen de b. ido Staten voor. de toekomst op voet van gelijkheid te regelen. Het verdrag, dat als resultaat der gevurib onderhandelingen op 8 Juni 1925 te s-Grn- venhage ge teekend werd, sluit aan bij het Amerikaaasch-Siameesche verdrag van 1920. Het gaat vergezeld van een verklarend protocol, alsmede van een afzonderlijk protocol, betreffende de regeling der rechts macht ten aanzien van Nederlandsche on derdanen en bescherm el ngen, terwijl bij de onderteckening nog nota's werden gewis seld Het verdrag is naar qjn inhoud in het algemeen gelijk aan onze overige handels verdragen. Het wordt briicorscht door het beginsel van meest-b&gunstiging, terwijl m sommige artikelen behandelingop d u vost van nationalen daarnaast is gesteld. In lid I van het bij het verdrag be hoor eude protocol is de beteekenis van zoodanige naast-elkander-stalling in dien zin geprecicec-rd, dat steeds de gunstigste der beide behandelingen zal gelden. Op het gebied van invoerrechten zal de Siameesehe regeering vrg zijn, onder de reserve echter, dat van deze vrijheid tegenover Nederland slechts dan gebruik gemaakt zit kunnen worden, wanneer ock al de andere mogend heden, die in de oude verdragen het be staande tarief hadden bedong:n, in dezelfde tegc-moedkcming zullen hebben bewilligd zonaer contraprestatie. Naast regeling van de bescherming en eerbiediging van liun persoon en goed, is overeengekomen, dat de wcderz'ddsche on derdanen op het gebied van de andere partij zi:]ieu zftn vrijgesteld van militairen dienst plicht en volledige vrijheid van godsdienst zullen genieten, terwijl hun bovendien de bevoegdheid om in rechten op te treden uit drukkelijk wordt toegekend. Voorts bevat het verdrag bepalingen welke meer in het bijzonder den handel en de scheepvaart tusschen te'de lauden betreffen. Als grondslag veer de verhouding tuSschen bede staten op commercieel gebied zal voort aan het beginsel van vrijheid van handel en scheepvaart gefden, slechts beperkt voor hot treffen van bijzondere maatregelen met betrekking tot den handel in spiritualiën, opium en andere verdoovenda middelen, als- rn edo wapenen en munitie. Teneinde alle misverstand uit te sluiten, is in het protocol de voortdurende vrijheid der beide mogendheden gereserveerd, om op het gebied van immigratie, politie en openbare veiligheid noodig geachte maat regelen te nero en. In een protocol betreffende dc rechtspraak over Nederlanders in Siam, wordt voorts d* afschaffing van de consulaire rechtspraak en de afschaffing van de overige aan het z.g. stekel der extrarterr. torialit.it gehechte voo rrec hteu ge const a teord. Bij de notawisseling is ten aanzien van het recht van evocatie aan Nederland de ui ces t beg url. ginggpehandeling vei*?e kenl. Dienftweigeraars. In de dezer dagen verschijnende Leger orders is opgenomen dc volgende ministc- rieelc beschikking^ Diermnveigc mare, wier aanwezigheid in de kazernes niet ^vcnschclijk wordt geacht, moeien terstond na hun verwijzing naar den krijgsraad, naar de bijzondere strafgevan genis te Sc heven lil gen worden overgebracht. Daarna zullen de voorloöpige informaliën worden gehouden *door den officier-conuiiis- «aris te 's-Gravonhage op hot voelspoor van hetgeen bij art. 81 dor Reglspleging bij dc Landmagt ten aanzien van het verhoor van I getuigen builen dc garnizoensplaats is voor geschreven. Bovendien kunnen dienstweigeraars dio zich openlijk als zoodanig voordoen, wier blijkbaar doel" is om propaganda te maken, nog vóór dc verwijzing naar den Krijgsraad- naar bedoelde strafgevangenis worden over gebracht, indien bij 't in arrest stellen Ier plaatse, wegens het niet aanwezig zijn van een daartoe geschikt arrestlokaal, aanra king met den troep niet kan worden voor komen* Herziening bezoldigingsbesluit 1925. 8 Maart kwam liet Comité ter behartiging van de algemecne belangen van Overheids personeel (A.C.O.P.) te Amsterdam in ver gadering bijeen, in welke vergadering mede aanwezig was de vertegenwoordiger van den met ingang van 1 Februari bij het Comité aangesloten Bond van Ncd. Schoolhoofden. Besloten werd o.rn. een audiëntie aan te vragen bij den Minijtcr-President ter bespre king van dc urgentie van de herziening van het Bezoldigingsbesluit 1925. Hel Comité is van oordeel, dal de onlangs plaats gehad hebbende plooiengladstrijkerij al heel weinig bevrediging liceft kunnen schenken. Bovendien kleven er aan hel hui dige Bezoldigingsbesluit zgct ernstige fouten en bevat het bepalingen .welke zeer tegen den zin der oTganisalics daarin zijn opgeno men. Verder werden de door Wethouder Smeenk te Arnhem aan de oTdc gestelde voorstellen tot loonsverlaging van het gemeenteperso- ncel besproken, naar aanleiding waarvan werd besloten, den aangesloten organisaties allen mogelijken steun te verlecncn en een bespreking met de besturen te doen plaats hebben op 18 Maart a.s. Audiënties. Dc audiëntie van den Minister van On derwijs zal 11 cu IS Maart niet plaats heb ben. De Minister van Arbeid zal behoudens tegenbericht eiken Donderdag, te beginnen niet is 'dezer te 2 uur audiëntie geven. I)c Minister van Justitie zal Vrijdag 12 Maart a.s. geen audiëntie verleencn. De Minister van Waterstaat zal eiken j Vrijdag, te beginnen met 19 dezer. Ie 2 uur audiëntie geven. Giften uit Frankrijk. Naar wij vernemen, is door onzen gezant ie Parijs aan jlir. II. M van Loon, pen ningmeester- van de Algemeéne Verecnigde Commissie tot leniging vau rampen door watersnood in Nederland overgemaakt een j bedrag van 4.814.05 gulden en van 51479.90 francs, welke bedragen zijn ge- j stort door in Frankrijk gevestigde of tijde lijk verblijf houdende Nederlanders voor de 1 slachtoffers van dop watersnood in Neder land. Tentoonstelling vau Gemeentewerken. In een van de zalen van de Jaarbeurs te Utrecht dc thans overdekte ruimte tus schen het vaste jaarbeursgebouw en de handelsbeurs is vanwege de Vereeniging van gemeentelijke bouwtechnische hoofd ambtenaren ingericht ccn tentoonstelling van gemeentewerken, bedoelende, enkele dingen to laten zien van hetgeen dc bouw kundige diensten voor do gemeente vermo gen, hun veelzijdige beteekenis te doen uit komen en daarvan voorbeelden te geven, evengoed van dc kleine als van de grootero I gemeenten. Een 25 gemeenten en leden van dc vereeniging hebben hun medewerking verleend tot deze tentoonstelling, welke plannen laat zien van een groot aantal ge meentewerken, die thans in verschillende gemeenten dc meeste aandacht vragen. Gisteren is dc tentoonstelling geopend. Aanwezig waren o.a. ook jhr. Dc Gijse- laar, burgemeester en wethouder Sanders, uit Leiden. Het woord werd gevoerd door de burge meester van Utrecht, door den heer A. W. Bos, uit Amsterdam, terwijl de heer L. W. Holsboer, uit Utrecht, een lezing hield. Leiden heeft o.a. ingezonden foto's van den Rijnsburgerweg vóór en na dc verbrcc- ding. Vaste Keurings-commissie. Gistermiddag werd in de Koningszaal van .Artis" te Amsterdam het seizoen voor cte Vaste Keuringscommissie der Kon Ncd. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde geopend met een alleszins geslaagde keu ring. Een gouden medaille verwierf de lieer D Baardse Dzn. te Aalsmeer voor ccn in zending van pl. minus 80 in pot gekweekte Hortensia's. Zijn plaatsgenoot, de heer J C. Maarso ontving de kleine gouden medaille voor een inzending van 10 Primula's obco- niea, terwijl de heer Alb. Maarsc Czn. even eens te Aalsmeer, een fraaie collectie van 20 cyclamens inzond. Ten slotte werd aan den heer J. Spek uit Boskoop ccn getuig schrift van verdienste uitgereikt voor een nieuw roosje, Polyantharoos Orange Perfec tion. De-s namiddags le twee uur werd in de bovenzaal een druk bezochte algem. verga dering gehouden onder leiding van den heer J. II. Kauffmann. die in zijn openings woord de nieuwe leden, do hoeren II. Boeg- schoten, J. R. Koning en J. Maler, welkom heette, en mededccling deed, dat de heer J. J. Kerbert in het Anjelieren-comité zit ting heeft genomen. Een woord van dank werd gewijd aan do hoeren P W. de Vries, die als lid had be dankt. voor hetgeen hij voor dc Commissie had gedaan, en M J. 1' Bolderdijk, die al-» bestuurslid had bedankt, maar aclicf lid wenseht te blijven Van de afd. Utrecht der Maatschappij was een voorstel ingekomen om op 2. 3 cr> 4 November, in samenwerking met da Vaste Kcurings-Commissie, de Nederland-» sclie Chrysanlhenumclub, en genoemde af-» doeling, te Utrecht de Chrysanlhcnumkcui ring te houden Hoewel op 9. 10 cn 11 Nov. do afd. Hilversum ccn plaatselijke Chrysant thententoonstelling zal houden, wordt b<s sloten aan het verzoek van Utrecht te vol doen. Dc Noverpherkeuring in Amsterdam zal evengoed doorgaan, maar nu latA*. op 30 November, gehouden worden, tegelijk met de algem najaarsvergadering der Com missie. Deze laatste keuring zal dan tevens als Kerstmiskeuring ingericht worden De voorzitter deelt nu mede. dat is in gesteld een Lathyrus-comité, waarin ziiling zullen hebben de hoeren C. van Blanken- sleijn, II Carléo. Eveleens Maarsc, Tas en Boogschoten. Voor de a.s Lalhyruskeuritig zijn namens de N V v/h fl. Carléo le Heem stede. ccn wissel beker en drie medailles be schikbaar gesteld. Dc heer J II T de Roos J.IIzn., deelt mede. dat de wissclbekcr vooi de Chrysanlhenumkcuring zal toegewezen worden aan hem, die 't nicest ir, het belang van de chrysaiitherïums zal gepre.d enl hebben. Dc voorzitter deelt nog mede. dat ;!o naam „Mocdcrsdag" zal gegeven worden aan de met lsle klasse bekroonde nieuwig heden in de maand Juli. zulks Ier core cn ter propaganda van den door de Maat schappij ingcsleldcn Moedersdag. Het bestuur wordt bij acclamatie herko zen: voor den heer Bolderdijk wordt als tweede ondervoorzitter benoemd dc h?er II. de Lange tc Rotterdam. Het in dc vorige najaarsvergadering in gediende voorstel van den lieer A. J. van Laren, tot instelling van twee verschillende botanische getuigschriften, wordt (hans aangenomen in dier voege, dat er zal zija een Botanisch Getuigschrift klasse A, cn ccn dito klasse B. Bij de bespreking over benoeming van liefhebbers in de Vaste Kcurings-Commissie, geeft de lieer J. C. M. Mcnsing ccn duide lijke uiteenzetting van de beteekenis van liefhebber en leek. De heer C. Sipkes le Heemstede had een uitvoerig schrijven ingezonden, aangaande de wenschelijkheid tot liet bevorderen van ccn juiste benaming van vaste planten, cn een juiste spelling dor namen. Do voorzitter zegt bet vraagstuk aan lief hoofdbestuur te zullen doorzenden met ver zoek hierin dc noodigc slappen te willen doen. De vergadering vereenigt zich hier mede. Na rondvraag wordt de vergadering gesloten. RECLAME. 1910 kit ML -- ADVOCAAT. FRAMBOZEN.SINAASAPPEL. I j CITROEN EN ANANAS! Waar hot Engeisch van II AL ALL SABATLNI. Bardelys!" gilde men zoo luid dat de etemme» door hel huis weergalmden. „Bar- dolysl Bardelys de Luisterrijke! leve Bar- delysl" HOOFDSTUK II. De wensch van koning Lodewijk XIII. De dag was reeds aangebroken eer mijn laalsle gaslen mij verlaten hadden, want een twaalftal was nog een partijtje lans- quencst blijven spelen nadat de anderen vertrokken waren. Van mijn weddenschap werd niet veel meer gesproken, zij waren te veel in hun spel verdiept. Ik zelf speelde niet mee; ik was niet in eer. stemming daar toe, ik vond de onderneming, die men mij opgedrongen had, gewichtig genoeg om er dien eenen nacht moe vervuld te zien. Toen het eerste morgenrood zich begon le rerioonen stond ik op het balcon en staarde "aar het Oosten. In gepeins verdiept hadden mijn oogen zich gevesligd op het palcis du Luxembourg, dat als een zwarte massa tegen den lichtenden hemel afslak, toen Mironsac buiten bij mij kwam. Die Mironsac was een aardige, beminnelijke jongeman, nog geen wmtig jaar oud, hij had iels vrouwelijks in If1 uiterlijk en manieren Dat hij veel van *>'J hield wist ik wel. „Monsieur le Marquis", zei hij zachtjes, „ik hen wanhopig over die weddenschap waartoe zij u gedwongen hebben." „Mij gedwongen hebben", herhaalde ik. „Neen, neen, dwingen deden ze mij niel. En toch", zei ik na eenig zwijgen zuchtend, „misschien toch wel." ,,Ik dacht mijnheer,-dat de koning als hij iiet hoorde, liet kwaad wel zou afwenden." I „Maar de de koning mag er niets van boo- ren, Armand", antwoordde ik dadelijk. „Ais hij liet hoorde, 'zou het nog erger wezen als het kon". „Maar mijnheer, die afspraak werd immers gemaakt toen allen verhit waren door den wijn „Dat maakt de zaak niet ongedaan, Ar mand. En ik zou niet willen dat er verande ring in kwam." „En voelt u geen genegenheid voor de dame?" Ik lachte. „Als ik ackllien was jonge vriend, dan zou die gedachte mij hinderen. Had ik illusies dan zou ik mij verbeelden, dat ik een vrouw tot echtgenoote begeerde waar ik verlieid op was. Maar ik ben ackt- en-twintig jaar geworden en ben nog onge trouwd. Het is wenschelijk dal ik een vrouw neem. Ik moet denken aan een erfgenaam van al den rijkdom van Bardelys. En daar om ga ik naar Languedoc. Al hezil deze vrouw slechts de hellt van al de hoedanig heden welke die gek van een Chatellerault haar heeft toebedeeld, des te beter voor mijn kinderen, zoo niet des te erger. Daar komt de zon op. Mironsac, het is tijd dat wij naar bed gaan. Laten wij die vervelende spelers naar huis sturen." Toen de laatste de trappen van mijn sloep was atgewaggeld en ik een slaperigen lakei verzocht had de kaarsen uit le doen, riep ik Ganymedes om mij met licht voor te gaan naar mijn slaapkamer en mij te helpen uil- kleeden. Zijn ware naam was Rodenard; maar mijn vriend La Fosse uit liefhebberij voor de mythologie had hem Ganymedes ge noemd, den schenker der goden en dien naam had hij behouden. Hij was een man van veertig jaar ongeveer, geboren in dienst van mijn vader en hij was langzamerhand geworden mijn intendant, mijn factotum, mijn hofmeester, de opperbevelhebber van mijn bediendenstoet en huishouding zoowel in Parijs als op Bardelys. Wij waren samen in den oorlog geweest voordat ik mijn ver standskies had en toen had hij mij leeren liefhebben. Er was niels waartoe deze on schatbare bediende niet in staat was. Een paard beslaan, een wond genezen, een ka poen braden, een wambuis repareeren, in dat alles was hij zeer bedreven, hij bezat daarenboven een menigte andere talenten die mij op het oogenblik niet in de gedachte komen en welke hij gedurende onze veld tochten verkregen had. Den laatsten tijd had het gemakkelijke leventje, dat hij te Parijs leidde, hem aanleg gegeven tot gezetheid, hij zag bleek en ongezond opgezet. Dien avond toen hij mij hielp uitkleeden had zijn gezicht een uitdrukking van diepe smari. „En gaat Monseigneur naar Languedoc?" vroeg hij droevig. Hij noemde mij altijd „seigneur", evenals de andere bedienden die te Bardelys geboren waren. „Schavuit, je hebt geluisterd'zei ik. „Maar Monseigneur, toen mijnheer de graai de Chatellerault de weddenschap voor stelde. „En heb ik je niet gezegd, Ganymedes, dal als je bij toeval in de kamer bent je niets mag hooren dan de woorden die tot jou ge sproken worden, dat je niet moogt zien dan de glazen die gevuld moeten worden? Maar enfm! Ja, wij gaan naar Languedoc. En wat zou dat?" „Men zegt, dat de oorlog ieder oogenblik kan uitbreken', kermde hij. „Dat mijnheer de Ilerlog van Montmorency versterking krijgt uit Spanje en dat hij van plan is de vlag van Monsieur en de "rechten op het ge west op le houden tegenover de pogingen van zijn Eminentie den Kardinaal Riche lieu." „Zoo zool Wij worden dus staatslieden, niet waar Ganymedes? En wat gaat dat alles ons aan? Als je wat beter geluisterd had, dan zou je gehoord hebben, dal wij naar Languedoc gaan om een vrouw te zoe ken en niet om ons met Kardinaals en Her togen te bemoeien. Kom laat mij nu gaan slapen voordat de zon opgaat." Den volgenden morgen woonde ik de mor genreceptie van den koning hij en ik vroeg hem verlof om op reis te gaan. Maar toen hij hoorde dat Languedoc het doel was van mijn reis, wilde hij er meer van weten. Zijn broeder maakte het hem in dat gewest at moeilijk genoeg. Ik verklaarde dal ik een vrouw ging zoeken en daar ik alle uitvluch ten gevaarlijk achtte want als hij laler den naam van de dame vernam mochl hij toornig worden vertelde ik hem, zonder van de weddenschap gewag te maken, dat ik de hoop koesterde mademoiselle de LavÉ- dans tot markiezin te verheffen. Toen de koning dit hoorde werd de rimpel op zijn voorhoofd nog dieper en zijn gezicht betrok nog meer dan te voren Hij was niet Die morgenreceplie, waartoe alleen de speciale vrienden van den koning werden toegelaten, werd la levée genoemd, het op staan van den koning. gewoon mij met zulk een blik uit zijn malie cogen aan le zien, want Lodewijk Xlli hield veel van mij. „Kent ge die dame?" vroeg hij op scher pen toon. „Alleen bij naam, Uwe Majesteit' Toen trok hij zijn wenkbrauwen vol ver bazing op. „Alleen bij naam? En ge wilt mei haar trouwen? Maar Marcel, mijn vriend, ge zijt een rijk man, een van de rijkste mannen van Frankrijk. Ge kunt toch geen fortuin zoeker zijn." „Sire," antwoordde ik. ..Iedereen verkon digt luide den lol van deze vrouw, haar schoonheid en haar deugd en deze lof tuitingen geven mij den indruk, dal zij een uitmun'endc- Chillelaine zou wezen, ik hen op een leeftijd gekomen waarop hel goed is le trouwen; uwe majesteit heeft dal zelfs menigmaal gezegd. En ik gelooi dat er in heel Frankrijk geen begecrenswaardigcr vrouw te krijgen is. De hemel geve, dal zij mij gunstig gezind zijl" „Marcel," zei hij op dien loomcn toon. die zoo aandoenlijk was. „houdt ge van mij?" „Sire!" riep ik uil cn ik vroeg mij zelf af waar die vraag toe leiden zou, „is hel noodig dat le betuigen?" „Neen", antwoordde hij koriaf, „ge kunt het bewijzen. Bewijs het door dip onderne ming naar Languedoc op te geven. Ik hel» redenen om dat te vragen, gegronde redenen, redenen van poiilieken aard. Ik verlang dat mademoiselle de Lavédan een ander huwe lijk sluit. Dat is mijn wensch Bardelys en ik reken er op gehoorzaamd te worden," (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5