No. 20240. ZATERDAG 6 MAART Anno 1926. Officieele Kennisgeving. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. AMSTERDAMSCHE ANTHRACIET M1J DAG PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts per regel. Bij regelabonneraenl belangrijk lageren prijs. Kleine Adverlentiün, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 50 Cts.. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrechl Voor eventueele opzending van brieven 10 Cis. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cta Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DE2ER COURANT: Voor Leiden per S maanden 2.35, per week 70.18, Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week7 018, Franco per post 2.35 portokosten. Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Lei- ïen; Gezien het verzoek van A. J. Vossel- man, om vergunning tot het oprichten van een wasch- en strijkinrichting ïq het per ceel Oudc-Vest No. 103, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectic H No. 1256. Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Geven bij dezen kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd is alsmede dat op Zaterdag, den 20 Maart e.k. des voormiddags te h a 1 f e 1 f uren I op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijnor leden zijn verschenen, teneinde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Is'. C. DE GJJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 6 Maart 1926. 1787 Prol. dr. Tadeusz Zielinski. oor da Leidsche Vereeniging voor We tenschappelijke Voordrachten sprak gister avond in bet klein auditorium vao d& Leid sche Universiteit dr. Tadeusz Zielinski, hoogleeraar te Warschau. Da nieuw-ontdekt: z.g. Basi'iek van Porta Moggiore in Rome, zoo ving spr. zjjn rede 'aan, geeft zonder twijfel den leukadischec sprong van Sappho waar en heeft de be langstelling voor de betreffende leg ale op nieuw in het kven geroepen. Terwijl echter de vroegere vorscheH teen sprong van de leukadische rots als een pog.ng tot zelfmoord beschouwden (we gens een ongelukkige liefde) thaus heeft men echter de meening verkondigd, mede or.der den invloed van de gevogden afbeel dingen, dat deze slechts de bedoelde zijn een duikbad, dat em gelukkig bijeenkomen van de geliefden, vooraf moest ga3n. In een nauwkeurige bestudeering van hel Sappho-verhaal van Ovidius schijnt de waar- lieiu echter in het midden te liggen: Sappho was met haar sprong niet direct van plan zelfmoord te plegen, maar deze had onge lukkigerwijze wel haar dood tengevolge. Wat was haar plan dan wel? Gelijk uit de desbetreffende passage van het Ovidius verhaal blijkt, bestond de toover- kracut lit het volgende: hij die van de lenkadiscne rots afsprong, werd van een ongelukkige liefde genezen en bracht deze over op dengeen. die oorzaak van deze on gelukkige liefde was. Het zelfde was im ook het geval bij de Sappho van Ovidius. Bij nadere beschouwing ontdekte men ook, deze verwisseling van de liefdesverhoudingen aannemend, dat dit zelfde ook voorkomt bij do belofte, de Aphrodite gedaan heeft. Daar waar zij z?lf over den persoon van haar ongelukkige liefde spreekt, zegt zij: Indien de liefde van Pkaon thans wegvliedt, zal deze m\j spoedig vervolgen maar in werkelijkheid werd slechts de vluchtende ver volgd. Combineeren we een en ander, dan con- stateeren wij. dal- èn de P haan-legende, èn do leukadische sprong met de tooverkrac'it in Sappho's eigen gedichten hun oorsprong vinden. Nemen we dit echter als vaststaande aan, dan mag ook do waarschijnlijkheid worden uitgesproken, dat de sprong van Sappho van de leukadische rots, dank zij haar tooverkraclit, Tiaar werking niet heeft ge mist en §appho's liefde op Phaon heeft overgebracht. Fliaon heeft zich bedacht en keert tot de versmade geliefde terug, maar vindt Laar als doode weer. Dit was het tragische einde van den leukadischen sprong. Archaeologische lezing. Gisteravond hield prof. Cuinont de lezing over Dura, in de Collegezaal van het Rijks museum van Oudheden alhier. Spr. begon met te vertellen, dal tijdens den oorlog bij het maken van een loopgraaf, door een Fransch officier, resten van muurschilderin gen gevonden werden. Op dat oogenblik was bekende Engelsche Egyptoloog Breasled, 'n Syrië en deze heeft toen onmiddellijk ver schillende foto's gemaakt. De ontgraving van dezen vcrmriedelijken tempel is verder door spr. zelf geleid mei*behulp van de sol dalen. Spr. vertoonde vervolgens interessante lichtbeelden van de ligging van Dura en de slukken van den muur die de stad vroeger geheel omsloot. Dura is ongeveer in de ie eeuw v. Chr. onistaan. Verschillende stuk ken van den muur mei torens zijn nog be baard gebleven. In liet begin tot ongeveer «el einde van de eerste eeuw vindt men in lLura geen enkelen Romeinschen naam, maar wel veel Grieksche. Pas in het jaar 65 n. Chr. werd het door de Romeinen onder worpen lot ongeveer 250. Daarna is de stad verwoest. De opgravingen zijn voornamelijk gedaan in twee tempels, den tempel van Artemis en den tempel van de Palmyreensche goden. In den eersten vond spreker een groote hoeveel heid Grieksche inscripties, vrouwennamen, cijfers, de namen van de vaders en echlge- nooten, telkens weer herhaald. Het was in Dura de gewoonte als bij de Perzen, dat de familie onder elkaar trouwde. Ook vond men nog een klein tempeltje van Aphrodite, waarin zich twee interessante vrouwenbeel den van een soort gipssteen bevonden, voor stellende twee gevleugelde Victoria-figuren, die een kroon omhoog houden. Daarna ging spr. over tot de muurschilde ringen uit het tweede tempeltje en vertoonde er verscheidene uit de eerste eeuw. die nog geheel onder Ooslerschen invloed waren. Merkwaardig is de kleeding, het witte ge waad, de witte puntmuts. De meesie voor stellingen zijn godsdienstige handelingen. Eigenaardig vooral is hel telkens weer her halen van dezelfde figuren, wat men ook nog in vroege Christelijke kunst aantreft, en waaruit duidelijk de Ooslersclie invloed blijkt. Ten slotte vertoonde spr. nog een Ro- meinsch fresco, waarop de Palmyreensche goden cn godinnen, de goden in Romeinsch militair costuum. Do groote beteekenis var. deze nieuwge vonden schilderingen voor de verklaring van de latere christelijke kunst cn den Ooster- schcn invloed die daarop heeft gewerkt, werd door spr. in liet bijzonder in hel licht gesteld. Reinaeris avonturen en rollen in en na de Middeleeuwen. In de gisteravond gehouden vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde hield prof. dr. J. W. Muller, hoogleeraar aan de Rijks Universiteit al hier een voordracht over bovenstaand on derwerp. Na een korte herinnering aan de geschie denis der oude Latijnsche, Waalsche, Diet schc en Duitsche gedichten, ging hij hun populariteit gedurende de middeleeuwen na, zooals die o.a. blijkt uit de aanhalingen en toespelingen bij latere dichters (in Frans rijk veel talrijker dan in de Nederlanden), waarin trouwens vaak moeilijk te, onder scheiden is of oen der epische gedichten dan wel een simpele met dierennamen ver sierde dierensproke of fabel bedoeld is. Tenslotte is Reinaart in Frankrijk en in de Nederlanden de verpersoonlijking geworden van alle loosheid, huichelarij en baatzucht. In Neder-Duitschland is het gedicht over woekerd door de satyre en de moralisatie, zoodat de „glosse" op Deinke Vos zelfs uit- gedegen is tot een uitgebreide stelselma tige toepassing op het maatschappelijk leven. In de Nederlanden is na de middel eeuwen alleen de jongste nazaat, het volks boek van „Reintje de Vos" blijven leven; welks Fransche vertaling ook in Frankrijk, waar het eens zoo vruchtbare geslacht van Renartin rechte linie was uitgestorven, zijD herinnering deed herleven. Op dit volksboek hebben dan ook alle alle toespelingen betrekking, die in de Ne- derlanden gedurende de 16c, 17e cn 18e eeuw te vinden zijn. Ook voor allerlei hekeling, in pamflet cn prent is de personage van den vos ge bruikt. In de sprookjes, al dan niet recht streeks uit Je oude gedichten voortge vloeid, leeft Reinaert's naam voort, gelijk in menige, spreuk, spreekwoord en uitdruk king een dierensproke of fabel als gekriatal liseerd is. Zelfs uit persoonsname blijkt om de populariteit van dezen volksheld, ge lijk van me-nigen held uit het ridder-epos. Ten slotte is reeds vroeg, niet alleen voor het drama, maar ook in de bouwkunst cn in dc miniaturen der handschriften herhaal delijk een veelal satyrisch gebruik gemaakt van motieven, aan de dierenfabelen, maar ook aan het zoogenaamd dieren-epos ont leend. Tegen hef. eind der 16c eeuw gaat dc sa- tyrisch-didactische „toepassing" plaats ma ken voor een racer wetenschappelijk lite- rair-historische belangstelling in het (eenig bekende Neder Nederduitsche) gedicht. Een der eerste blijken is: Gottsched's inleiding to~ zijn proza-vertelling van Reinke Vos, waarin voor 't overige nog de opvatting van het gedicht als een doorloopende ver momde voorstelling van bepaalde histori sche personen en toestanden gehuldigd wordt, die Grimm later verving door zijn poëtisch droombeeld eener oud-germaan- sche „Tiersagc". In de Nederlanden echter waren jaren lang Bilderdijk en Jac. Schel- terna de eenige beoefenaars eener letter kundige geschiedenis, die zich verledigden om aan Van Wijn's vondst van een frag ment van den Nederlandschen Reinaert II of zelfs ecD Grater's ontdekking en uit gave (in 1812) van den geheelen Reinaert I zekere aandacht te schenken. Eerst in dc 2de helft der 19de eeuw odI- waakt hier het besef der waarde van dit herwonnen litterair kleinood, dat daarna ijverig bestudeerd, herhaaldelijk uitgegeven ei in 't Nederlandsch bewerkt werd. De titterair-historische beschouwing van het werk stond echter dikwijls onder den in vloed van politieke en andere stroomingen die ook in het oorspronkelijk gedicht van den Vos ltcinacrdc reeds een bepaalde strekking meenden tc onderkennen, wilden vinden en dan ook vonden, en zoodoende den ouden Reinaard allerlei rollen opdroe gen. Nog verder gingen en gaan hierin vele, vooral Zuid-Nedcilandsche litteraire kun stenaars in huD moderne en modieuso epische of dramatische herscheppingen en Travesti's die echter nooit het historische beeld" van het oude maar eeuwig jonge ge dicht, waarin nog alle rechtstreekschc toe passing en bedoeling ontbreekt, mogen ver dringen of vertroebelen, aldus besloot spr. zijn studie. Vereeniging tot bevordering der Bouwkunst ie Leiden. De 20idc vergadering, die ditmaal ge houden werd in dc collegezaal van liet Nat. Laboratorium in de Nicuwsteeg, werd geopend door den voorzitter, den heer J. A. Verhoog. Toen de lieer Verhoog in Juni 1925 prof. lvamerlingh Onnes bezocht en hem vroeg ook voor de leden van „Bouwkunst" eens iets mede tc declcn omtrent zijn onderzoe kingen betreffende de lagere temperaturen, meest dc prof. helaas weigeren een spreek beurt tc vervullen, daar luj toen reeds lij dende was. Toch wilde hij „Bouwkunst" niet teleurstellen en door zijn bemiddeling was het dan ook, dat dr. C. A. Crommclin zich aanstonds bereid verklaarde deze taak over tc nemen. Alvorens echter liet woord aan den gcachten spreker te geven, ver zocht do voorzitter don aanwezigen uit pië teit aan de nagedachtenis van den over ledene, prof. Onnes, die hier in dit gebouw zijn wereldberoemde ontdekkingen deed, één minuut van dc zetels te verrijzen, waar aan onder indrukwekkende stille werd vol daan. Nadat nu dc notulen waren goedge keurd, aldus deelt ons dc lieer Fred. A. Wempc mede, was liet woord aan dr. C. A. Crommclin, die tol onderwerp had gekozen: „Natuurkundige verschijnselen bij lage tem peraturen". Spreker wenschlo zijn voordracht te split sen in 2 deelcn en wel bet eerste om door lichtbeelden cn verklaringen de aanwezigen in grove trekken liet vloeibaar maken van gassen duidelijk le maken, om na de pauze door proeven aanschouwelijk voor te stellen wat er^met die vloeibare gassen uit natuur kundig oogpunt beschouwd, gedemonstreerd kan worden, 't Is niet van vandaag of gis teren, zoo zciöe spreker, dat men getracht heeft door hoogen druk de zuurslif, stikstof cn waterstof vloeibaar le maken. Reeds dc Franschman Piclct. de Zwitser Caillelels waren er met hun primitive toestellen reeds in geslaagd cn wel opmerkelijk is, dat au fond deze soort toestellen hier in dit be roemde laboratorium nog gebruikt worden. Natuurlijk is alles thans meer modern we tenschappelijk ingericht, doch de hooTdidee bleef hetzelfde. Duidelijk werd aan de hand van eenvoudige, doch voor iedereen begrij pelijke projecties aangetoond, hoe of men niet zoo maar ineens tol die lagere tempe ratuur is gekomen, doch door liet telkens inschakelen van een circulecrend buizen- toestel, wordt het reeds op zoo lage tempe ratuur slaande gas opnieuw in temperatuur verlaagd en zoo geleidelijk mocht liet dan ook prol Onnes, na jaren van onafgebroken werken en zoeken gelukken temperaturen tc bereiken van 190 gr. cn meer. Zonder in finesses le treden, voerde dr Crommclin de aanwezigen langs dien killen weg, steeds aanwijzend de bijzonderheden en ook de gevaren aan het samenstellen dier instrumentaties verbonden. Geen gas- blaasjc mag er ontsnappen uil al die kra nen, ringen, buizen, flesschon en wat dies meer zij, want de ernstigste ontploffingen zouden hierdoor kunnen ontstaan, doch de bedrijfchef van het laboratorium, do heer Flim, is hier de kracht die waakt voor malheurs. Tiet hoogtepunt echter van prof. Onnes' onafgebroken proefnemingen was wel hot vloeibaar maken van het aller- vluchtigste gas, het Ilelium En toch is dit ook gelukt en wel zal die bewuste 10 Juli 1908 voor den thans ontslapen geleerde een dag van groote emotie geweest zijn, toen daar in die eenvoudige laboratoria het helium afdruppelde in een buisje niet dik ker dan een vinger en het groote feit was beslecht. Zoo werd duidelijk medegedeeld lioe de vacuumglazcn cr uit zien. met hun dubbele wanden cn hoe ook ten slotte door bemiddeling van een z.g.n. gaslhermomeler die ontzettend lage temperaturen te meten zijn, die nagenoeg het absolute nulpunt van 273 gr., wanneer alle moleculen in rust vcrkecren, naderen. Na de pauze werden door dr. Crommclin nog eenige foto's vertoond van den beroem den prof. Onnes in zijn laboratorium le midden van al zijn ook technisch door hem zelf ontworpen pompen, buizen en afkoe- lers enz. en in illuster gezelschap van lal van groote geleerden zoo uil binnen- als buitenland. Het slot van dr. Crommelin's aanschou welijk college was niet het minst interes santst, want immers n u zagen de toehoor ders, waarschijnlijk voor het eerst in hun leven, uit een vacuumglas de vloeibare lucht schenken alsof het klaar water was. Van een hoeveelheid kwik fabriceerde spreker een f linken hamer waar een spijker mede geslagen werd, enkel door de kwik een vloeibare-lucht-dompeling te geven. Een teere tulp aan stengel met dc nog zoo zaclile bladertjes werd, in vloeibare lucht gedompeld, als een stuk glas en was zóó met den nagel weg le tippen. Bandijzer dat zacht gebogen kon worden werd als ijs cn patste bij een kleine tik uit elkaar. Gummi slang werd als een slok en zoo werden cr tal van aanschouwelijke proeven genomen, die ieder op zichzelf zeer de aandacht vroegen, 't Is mogelijk, dat cr in dit kort resumé iels over 't hoofd is gezien, doch het dient gezegd, dat toen het slot daar was en dit door dr. Crommclin werd medege deeld, een luid applaus uit de zaal opkla- terdc cn velen zullen met genoegen nog weer eens in de schoolbanken gezeten heb ben, thans om le genieten van des hoeren Crommclins eenvoudige, doch hoogst leer zame verhandelingen en proeven. Tal van vragen werden zoover mogelijk nog door den spreker beantwoord, waarna do voorzitter, de lieer J. A. Verhoog, namens de aanwezigen een bijzonder woord van dank tot den geachlcn spreker richtte. Feestavond „Per Aspera ad Astra". Ter gelegenheid van het eerste lustrum hield gisteravond bovengenoemde orkest-ver eeniging in de concertzaal van café „rijni-ju" aan de Steenstraat een welgeslaagden feest avond, waarvoor, zooals het gewoonlijk gaat bjj feestavonden, de belangsLUng on animo weer bijzonder groot was. Nadat het programma geopend was met de „Per Aspera ad Aatra-marsch" van E. Urbach, trad de voorzitter, de heer J. v. Leeuwen, naar voren om in de eerste plaats allen hartelijk welkom te he eten, om ver volgens mede te deelen, dat het voor liet bestuur van „Per Aspera" een groot ge noegen is een avond als deze te organiseeren, omdat hij zoo'n uitstekende kans biedt, Int innerlijk vereenigitigsleven in breeden kring bekend te maken. Wij kennen aldus spr. ge:n verdee- ling in groepjes, waardoor de eenheid ver loren gaat, maar wijl vormen één groep van dames en hoeren, dio samen musiceereu en pret maken. Vervolgens bracht spr. een woord van hulde aan den directour, den heer J. Noor- danus Sr., voor do wijze, waarop hij steels de programma's wist samen te stellen, nooit te moeilijke, doch immer aantrekkelijke num mers kiezend, alsmede voor de uitstekende leiding, die hij in de aigeloopen vijf ja '.r aan het orkest had weten te geven. Een woord van dank ook tot de donateurs en kunstlievende leden voor hun linancieelen steun, tot de werkende leden en bestuurs leden voor hun onvermoeibare ijver en tot de gulle gevers voor tombola cn grabbelton voor hun medeleven met onze vereeniging. Spr. besloot met allen een genoeglijken avond toe te wenschen, waarna aansU nds een aanvang werd gemaakt met de afwerking van htf programma. Wij zouden onbillijk jegens „Per Asp^ra* zijn, wanneer wij, gelet op het korte tijds bestek, verloopen sinds de joDg-te uitvoer ng in den foyer van de Stadszaal, het gehoorde van gisteravond als maatstaf zouden aan leggen van het kunnen der vereeniging. Veeleer hebben wij de-zen avond te be schouwen als een onderlng feest, waarop do goede wil voor de daad genomen moet worden en dan kunnen wij niet anders zeg gen, dan dat ook het muzkale gedeelte van deee lustrumviering veel goeds bevatte en het aanliooren overwaard was. Hierna trad de heer S. Zandvliet voor het voetlicht om in z$n hoedanigheid aIs voorzitter van het Harmonie-gezelsch <p „Crescendo" hot bestuur van harte geluk te wenschen met dit eerste lustrum om vervolgens onder luide toejuiching n uit do zaal een zilveren lauwerkrans aan het vaandel te hechten. Een even onverwachte als welgemeende attentie, die door het be stuur ten zeerste op prijs werd gesteld. Na dozen werd nog het woerd gevoerd door den secretaris der Leidsche Chr. Oranje- vereemging, den heer L. Boekooi, die gaarne deze gelegenheid wilde aangrijpen om bestuur en leden van „Per Aspera" hartelijk dank te zoggen voor de mede werking, die de vereeniging, die hij repre senteerde, steeds van haar had ondervonden en zijn beste wcnscheii uit te sprekep voor den voortdurenden groei en bloei der ver- eeuiging, waarop spontaan door alle aan wezigen staande twee coupletten van het [Wilhelmus gezongen werden. In de pauze, die hierna intrad, kregen de aanwezigen gelegenheid de prijzen af te balen, terwijl tenslotte werd opgevoerd de revue in twee bedrijven en een proloog „Poespas" van dpn heer Tom Koekebacker, De revue, welke voor het grootste deel betrekking had op het interne leven van „Per Aspera", behelsde een aantal werkelijk aardige tafreeltjes, waarvan vooral de finale „Hulde aan Apollo" zeer insloeg. Hinderlijk en storend was evenwel het „halen' na ieder talrecl; 't verbreekt zoo ineens weer de stemming! Cok de heer Noordanus werd niet ver geten; hij werd op het tooneel door een van de dames in dichtmaat toeg-sproken, die hem tevens een prachtige fruitmand overhandigde. De auteur deelde in het succes en kreeg bloemen. Een gezellig bal vormde een waardig slot var. dezen aardigen avond. Ds. J. Jansen alhier staat op een twee tal voor de Ghr. Geref. Kerk te Haarlem. BINNENLAND. Verdere persstemmen 07er het nieuw» Kabinet en een blik uit de wordingsgeschie denis. Het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het voorstel tot wijziging van dj instructie der Alg. Rekenkamer. BUITENLAND. In Frankrijk is het kabiuet-Briand ge vallen. Overeenstemming inzake het Saargebied. Ernstige ontploffing te Praag. RECLAME. Ilccrcuslngcl 34/35. Tel. No. 1523. miMA KWALITEIT. VERZEGELDE ZAKKEN. 40.-6 Do tweede opvoering van het tcoueel- werk van onzen stadgenoot, den ii^er F. Bluejuinek, „Liefdes daemon", door „LitLïis Sacrum" in 4011 Schouwburg, waarbij de vereeniging opnieuw de hulp genoot van de dames Esther do BoerVan Rijk en Aleida Roelofsen als beroeps-actrices en van mevrouw Van Aken—Mazel, trok gisteravond een goed bezet Huis. En wc meeiien te hebben mogen constateeren, dat de indruk ongeveer gelijk was aan dien, gcmaakl in den Litteris-kring. Ten aan zien van het cersto bedrijf aarzeling, die later al meer verdween en warm applaus aan het slot. De auteur mag tevreden zjjn over zijn eersteling. We hebben geen reden om op stuk cn spel alsnog terug te komen. Het eerste l>c- drijE vlotte iels beter, leek ons, het tweede iets minder, het derde was gelijk. Conclusie: tv.ee ongeveer gelijkwaardige opvoeringen. Vermelden we tenslotte nog, dat a.n mevr. Hagcman en mevr. Van Aken bloemen wer den aangeboden. In het C i t y-t heater draaide gis teravond dc 1de serie der film „De groot» Onbekende". Dc sensatie bereikt nu lang zamerhand haar hoogtepunt. Het wordt steeds en steeds spannender. Vooral nu de Groote Onbekende „bekend" is geworden. Wat wij in deze serie hebben gezien, grenst aan het ongelooflijke en we moeten zeggetf dat dc Groote Onbekende zich kranig door do moeilijkheden heenslaat. Wij zijn be nieuwd wat de 5e serie zal brengen. Wij hebben van deze serie weer eens genoten.- Voor de pauze, zooals gewoonlijk een ac- tueele wcckrcvuc. Daarna een spannend detectiveverhaal, dat heel goed gespeeld werd cn vervolgens kregen wij een komi sche film „Dc kans om rijk te worden". Do al tisten die in deze film meespelen hebben ons laten schaterlachen door hun dol ko mische gezichten cn grappen. Deze film doet het heel goed. Op 't tooneel een mooL acrobatennummer van The Glucks. Dezo~~ acrobaat maakt verschillende mooie stan den. Hij had een warm applaus in ont vangst te nemen. In het L u x o r-theater is het program ma zeer afwisselend cn van het begin tot het eind interessant. Het eerste nummer „Langs duistere wegen", is een echt pak kende geschiedenis uit liet ondergrondscbe New-York. Men moet er zijn gedachten bij houden wil men den draad niet verliezen. Het is spannend tot het eind toe. Het trio Ti mm gaf een vroolijk en on schuldig kluchtspel dat warm toegejuicht werd. Na dc pauze werd het hoofdnummer „Le vensleed" gegeven, dat zeer pakkend was en van goed gehalte. Een liefdestragedie, die zich op echt Amerikaansche wijze af speelt en een bezoek aan Luxor volkomen waard is. Het C a s i n o-thealer brengt twee hoofd films, die bijkans den geheelen avond in* nemen. Het gevolg is dan ook dat er slechts weinig aan voorafgaat Eventjes draait cr wat Hollandsch Nieuws, en dan wordt onmiddellijk begonnen met de ver tooning van „De Onverschrokkene". een spel in zes acten, met Pearl White in de hoofdrol. Is dc inhoud op zichzelf van nul cn geener waarde de vertolking is uit stekend, terwijl voor de noodige sensatie wordt gezorgd door vechtpartijen, inbia- ken, een autotocht door een wild bergland schap, enz. Bovendien wordt de deugd weer beloond cn krijgen de geliefden elkaar; zoodat het publick tevreden kan zijn. Zóó is het trouwens ook gesteld met de tweede hoofdfilm, welke den ietwat zonderlingen titel draagt van „Waarom mannen het huis verlaten." Het is een verhaal, waarin de „andere" vrouw, zijnde de secretaresse van „mijnheer" het meest succesvol blijkt te zijn, ja zelfs een echtscheiding weet te bewerkstelligen om daarna zelf met haar patroon in bet huweliik te treden. DaM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 1