No. 20231.
WOtf»SDAG 24 FEBRUARI
Anno 1926.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRUS DER ADVERTENTIEN
30 CU. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prija.
Kleine Advertentiên, uiUluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Zaterdags 50 CU., bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor evenlueele opzending van brieven
10 CU. porto te betalen. Bewijsnummer 6 CU.
Bureau Noordelndsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
A 1
PRUS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2.36, per week ....TT
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post 2.35 portokosten.
ƒ0.18,
„0.18,
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
Prol, dr. H. Kamerlingh Onnes.
Curatoren der Rijksuniversiteit te Gronin-
g?n hebben aan mevrouw Kamerlingh
OnnesBijleveld het volgende telegram ver
zonden
Curatoren der Rijksuniversiteit te Gro
ningen nemen innig deel in het groote ver
lies door u en uw gezin geleden. Met trots
gedenken wij den Groninger, den eminenlen
oud-leerling der Groningsche universiteit,
d e in de gcheeie wereld zulk een hooge
plaals ingenomen en aan de wetenschap
zulke voortreffelijke diensten heeft bewezen.
Geerlsema, voorzitter; B. ten Bruggencate,
secretaris.
In tal van wetenschappelijke vergaderin
gen etc. is de groote geleerde vol piëteit hep-
dachl.
4ö-jarig professoraal prol. dr. W. Einthoven.
Heden is het 40 jaar geleden, dat dr. W.
Einthoven, hoogleeraar in de physiologie
ea directeur van het physiologisch labora
torium alhier het professoraat aan de Rijks
universiteit alhier aanvaardde met een
rcuc over ,,de leer der specifieke ener
gieën''.
Hoewel de hoogleeraar, die liefst rustig
zijn werk volbrengt en wars is van uiter
lijkheden reeds vooruit had te kennen ge
geven van huldebetoon verschoond te wil
len blijven, zou het hem zeker moeilijk
gevallen zijn zich daaraan geheel te ont
trekken. Na het zoo kort geleden overlijden
van zijn ambtgenoot en vriend, prof. Ka
merlingh Onnes bestond daartoe echter een
geldige reden.
Dr. Einthoven heeft heden de stad verla
ten, wat echter niet verhinderde, dat tal
vin schriftelijke gelukwenüchen van hier en
elders hem werden toegezonden.
Prof. dr. W. EINTHOVEN.
Prof. dr. W. Storm van Leeuwen schrijft
m dè Groene Amsterdammer over den jubi
laris:
,.Bij weinig geleerden kan men met zoo
veel recht van een levenswerk" spreken.
Want inderdaad heeft deze man veertig
jaren van zijn leven gewijd aan één taak, de
bestudecring van de electrische verschijn
selen in het lichaam, in het bijzonder die
'n het hart.
Onze kennis van de physiologie en voor-
a1 ook van de ziekteleer van het hart .s
in de laatste decenniën enorm vooruitge
gaan, en met name is men omtrent de on
regelmatigheden in de^ hartswerking bij
zieken veel meer te weten gekomen. Wan
neer men zich afvraagt aan welke namen
deze vooruitgang in hbofdzaak is te dan
ken, dan komen er vijf direct op den voor
grond. De eerste in chronologische volg
orde is Engelmann geweest die in
Utrecht en later in Duitschland de basis
legde voor de kennis van het hartrhythme
b",i koudbloedige diéren, dan onze landge--
nool Wenckebach die als hoofdverdienste
heeft dat hij steunende op de physiologi-
Bcho foiten, die toen bekend waren en aan
welker ontwikkeling hij zelf had meege
werkt, de kliniek der hartonregelmatighe-
den bewerkte. Deze arbeid culmineerde in
zijn in 1914 verschenen boek over de on
regelmatige hartswerking. In dit boek
vindt men over Einthoven's werk nog zeer
weinig.
In Engeland had Mackenzie, als gewoon
practisch arts eveneens de studie der harts
werking ter hand genomen, een studie die
hij later als professor in Londen voortzertc
en waarbij zeer belangwekkende feiten aaD
het licht kwamen. In dien tijd wasEint
hoven's werk nog nauwelijks tot de kliniek
doorgedrongen. Zijn curve steeg en steeg,
maar was nog niet hoog gen ecg.
Engelmann en Wenckebach hadden ge
werkt met relatief eenvoudige onderzoe
kingsmethoden, Mackenzie met zeer een
voudige. De laatste was zoozeer onder den
indruk van wat met deze eenvoudige hulp
middelen kon worden bereikt, dat hij nooit
de grootheid van Einthoven's werk heeft
willen erkennen. Wenckebach heeft dat wel
degelijk gedaas.
Wenckebach's leeftijd komt, naar ik
schat, ongeveer met dien van Einthoven's
leeftijd overeen, Mackenzie was wat ouder.
Waarom kwam Einthoven's werk dan later 1
Daar was een reden voor.
Ik sprak eens over Einthoven met een
van onze Duitsche collega's, die bekend is
voor de korte, treffende gezegden waar-
mee hij een situatie of een persoon kan fca-
rakteriseeren. Einthoven! Ah, Prezicions-
gehira
Einthoven was als jong physioloog be
gonnen met de studie van de electrische
verschijnselen die zich bij elke contractie
in het hart voor doen. De toenmalige -me
thoden o.a. die van de capillairelectrome-
ter voldeden hem niet, waren niet nauw
keurig genoeg, derhalve maakte hij steu
nende op een nieuw door hem gevonden
principe een nieuw apparaat, de later zoo
beroemd geworden 6naargalvanometer.
Maar dat gaat niet zoo vlug. In het nieu
we toestel was een snaar" noodig, een
uiterst dunne kwartsdraad; dan wordt een
onderzoek in het laboratorium op touw ge
zet over dunne draden, een onderzoek dat,
jaren, wellicht tientallen van jaren duurt.
Maar dat heeft dan ook het resultaat dat
Einthoven draden laat maken, dunner,
elastischer, bruikbaarder dan eenige ande
re, dat hij bovendien^ de eigenschappen,
de „theorie" van dunne draden en hun toe
passing-beter kent dan wie ook. Dat zijn
de draden, maar hetzelfde principe geldt
voor elk ander ondcrdeél. Alles wordt tot
in de puntjes onderzocht, berekend, gere
gistreerd. Het eindresultaat is, dat daar
nu in Leiden een laboratorium bestaat
zooals er geen tweede in de wereld is.
Toestellen, de fundeeringen, tal van
werktuigen en hulpapparaten en niet. te
vergeten een staf van uitnemend ge
schoold personeel, allenlioogleeraar, as
sistenten, instrumentmakers, bedienden sa
menwerkend tot één doel. En dan kan men
wat bereiken
Zoo heeft Einthoven gewerkt en zoo
verkt hij nog.
Op deze wijze werd een schat van kennis
verzameld omtrent het rhythme van het
hart, omtrent de geleiding in het hart en
het contractievermogen van de hartspier;
een geheel nieuw arbeidsgebied ontstond,
dat van de electrocardiographic. Vele jaren
bleef dit werk beperkt tot het laborato
rium, en als men Einthoven zelf hoort-, dan
zegt hij, dat de Engelschman Lewis de
man is geweest die heeft gemaakt dat de
electrocardiographic bruikbaar is gemaald
voor de kliniek en algemeen zoodanig is
erkend."
Koninklijke Nederlandsche Maatschappij
voor Tuinbouw en Plantkunde.
Voor een stampvolle zaal cn een zeer
aandachtig gehoor trad gisteravond de lieer
K. C. van Nes. landschap-architect te Apel-
doofti op" voor de afd. Leiden en Omstreken
van bovengenoemde Maatschappij, met als
onderwerp „De sociale beteekenis van een
welverzorgde bebouwing".
Onder de aanwezigen merk'cn we o.m.
op den burgemeester, jhr. mr. dr. N. C de
Gijselaar, den wethouder van sociale zaken
den heer A. Reimeringer, de hoofdopzichter
van Gemeentewerken den lieer A. Verhoog,
het bestuur van de Verceniging van Bouw
kunst, van School en' Werktuincn enz.
Na een hartelijke inleiding van den voor
zitter, don heer E. Th. Witte, die het op
zeer hoogen prijs stelde, dat het dagelijksch
bestuur van de gemeente belang stelde in
dit onderwerp, voornamelijk waar dit gaat
over villa- en wapdelparken, gaf deze het
woord aan den geachlen spreker.
De heer Van Nes begon met het aanloo-
nen van de zeer slechte woningtoestanden
in de groote steden, zooals Londen, Parijs,
Amsterdam enz., over de huurkazernes,
waarin de huisvesting zoo slecht is, dat wij,
die eenigszins beter bedeeld zijn op dit
gebied, ons de ellende van de bewoners
niet kunnen indenken. Vooral onder de
kinderen is de ellende buitengewoon groot,
daar deze dikwijls moeten huisvesten met
3 of 4, somtijds meer, in een hok van
slechts enkele vierkante meters, waarin de
voor de ontwikkeling hoog noodige factoren
zóoals licht en lucht, geheel ontbreken. Ook
voor volwassenen is zulk een huisvesting
verschrikkelijk; het bevordert de ellende,
die dikwijls ontslaat door ziekte, zwakte
en zich niet ruim kunnen bewegen, den
zucht naar drank, straatschandalen enz.,
die ten slotte alle zeer nadeelig zijn voor
de maatschappij en haar ontwikkeling.
Bij de kleine burgerij is de toestand wel
iets beter, doch men vindt er niet zelden
woningen met-slechts één raam, dat nog
ten deele ingesloten ligt.
Is het te verwonderen, dat de zucht naar
uitbreiding der woningen,, waar licht. luclU
en ruimte op den voorgrond treden, zich de
laatste jaren heeft geopenbaard? De volks
tuinbeweging, waaraan Arasterdam de toon
geeft, is een der uilvloeiselep daarvan.
Hieraan wordt door verschillende ver
keerde begrippen nog te weinig aandacht
van de gemeentebesturen geschonken. Sport
is een der opvoedende elementen in onze
tegenwoordige maatschappij; waarom moet
de volkstuinbeweging mét de z.g.n. tuin-
sport hierbii ten achter slaan? Transport
is een goede vervanger voor slechte huis
vesting. Spreker noemde voorbeelden, dat
totaal verzonken huishoudens door het ge
not van een mooien tuin met tuinhuis,
waarin van Zaterdagmiddag tot Zondag
avond werd gehuisvest, weder tot elkander
gebracht werden. De gemeentebesturen kun
nen dergelijke takken van spoFt niet ge
noeg subsidieeren.
Vervolgens loonde spreker aan, dat oos
geen subsidie mag worden onthouden aan
school- en werktuinen, die als het ware
de opvoed-buitenkamers zijn der jeugd,
waar den kinderen geleerd wordt de eigen
dommen van anderen te respecteeren,
waarop de vernielzucht in parken en
plantsoenen wordt gewezen, en die ten
slotte voorloopers zijn van de volkstuinen.
Spreker legt er den nadruk op, dat er niet
speciaal gewerkt moet worden in de rich
ting van een groententuin, want dan wordt
het geen ontspanning, maar een inspan
ning, en als\rouw en kinderen dan aan
dit schoone doel medewerken, dan kan het
niet anders dan nut afwerpen voor onze
maatschappij en haar ontwikkeling.
Veel geld wordt er voor sport reeds uit
gegeven, doch nog veel te weinig aan tran
sport; de huren der tuinen zijn gewoonlijk
zóó hoog, dat deze niet door vereenigingen
kunnen worden gedragen, zoodat subsidie
van gemeentewege wenschelijk en noodig is.
Als contrasten van huizenbouw nam
spreker de woningen achter het Slachthuis
en in het Kooipark, bij de een gebrek aan
ruimte, bij de ander voldoende licht en
lucht.'
In de laatste jaren is het begrip van een
betere woning meer op den voorgrond ge
lreden door de opkomst van de kleinere
klasse cn het oprichten van vereenigingen,
zooals „Tuinstadwijk". Ook hier ligt voor
dc gemeentebesturen een weg open, om
bemiddelend op te treden tusschen bou
wers en belanghebbenden. Getracht moet
worden een zoo voordeelig mogelijken
bouw le verkrijgen, zonder verwaarloozing
van het schoone der natuur. Dat dit wer
kelijk kan, toonde spreker ons met tal van
fraaie lichtbeelden, grootendeels in eigen
land genomen.
Na de pauze behandelde spreker voorna
melijk de le bebouwen terreinen, door deze
eerst !n-kaart brengen, het natuurschoon te
bewaren, en vervolgens zoo hier en daar
een woning te doen verrijzen. Ook de wegen
en waterpartijen werden breedvoerig be
sproken; deze moeten met de bebouwing
geheel overeenstemmen. Men moet zichzelf
zeer hooge eischen stellen; de zucht naar
buiten wonen wordt ook al door het ge
makkelijk vervoer steeds1 grooter, doch men
moet het zoo weten in te richten, dat gaan
deweg de natuur de stad binnendringt. Het
laten begroeien der huizen en gemeentege
bouwen met klimopplanten, wat absoluut
onschadelijk is, wordt door spreker ten
sterkste verdedigd.
Onze nazaten zullen ons dankbaar zijn
als de bebouwing goed is, doch ons ver-
wenschen als hieraan niet de noodige zor
gen besteed zijn. De gemeentebesturen kun
nen hieraan medewerken door het aan-
koopen van groote terreinen en het benoe
men van commissies, waarin zitting hebben
personen met aeslhetischen aanleg. De in
druk van het uiterlijk, het milieu waarin
men komt, moet zóó zijn, dat 'iedere slaa
en gemeente zijn bewoners weet vast te
houden.
Ten slotte, aldus spreker, hebben wij allen
een taak te vervullen, n.l. het bevorderen
van reinheid, orde en gezelligheid, om het
ens zelf aangenaam te maken.
Ook dit gedeelte van de voordracht werd
door lal van fraaie lichtbeelden verduide
lijkt.
In het slotwoord van den voorzitter,
waarin deze den heer v. Nes hartelijk dank
bracht voor de duidelijke, zeer leerzame
wijzcr waarop dit onderwerp was behan
deld, sprak hij nogmaals een woord van
voldoening over deaanwezigheid van het
Dagelijksch Bestuur der gemeente en het
bestuur van Bouwkunst, en sprak tevens
den wensch uit, dat de gemeente Leiden in
de naaste toekomst de vruchten van deze
lezing zal mogen dragen. Een hartelijk,
welverdiend applaus van de talrijke aan
wezigen. stemde hier volkomen mee in.
Een eeuw van vrouwenleven.
Gisteravond hield de afdeeling Leiden
van de Nederlandsche vereenigin^ voor
Huisvrouwen in den Foyer der Stadsgehoor
zaal een zeer druk bezochte vergadering,
voor 't meerendeel bezocht door dames en
waarin mevrouw Jo van AanmersKüllcr
het, ook rends te 's-Gravenhage en elders
j behandelde onderwerp: ,,Een eeuw. vaa
j vrouwenleven" behandelde in verband met
fragmenten uit haar jongste werk ,,De
Opstandige".
Na een kort inleidend woord van de pre
sidente, mevrouw Schots, ving mevrouw
Van AmniersKüller aan met mede te dec-
len hoe zij gekomen was tot het schrijven
van dit boek. De stof heeft ^ij getrokken
uiü verschillende werken vanaf omstreeks
1840, en uit brieven van vrouwen uit die a
tijd en later. Daaruit heeft zij het gezin
opgebouwd, dat in ,,De Opstandige" het
uitgangs- en middelpunt vormt,
In -dat gezin was de vader de spil waar
om het geheelc gezin draaide; naar den
vader zagen allen op. Zijn gezag liet hij
gelden en het werd vooral de meisjes niet
toegelaten zich buiten de sfeer van het
huishouden te laten gelden en zich daar
over een eigen oordeel te vormen.
Het daarin optredend gezin heeft de»
schrijfster, die immer in Leiden woonde,
zich gedacht in onze stad en wel in een
patriciërswoning aan het Rapenburg, door
menschen met plaatselijke bekendheid bijna
aan te wijzen.
Zij beschreef in het voorgelezen frag
ment van haar boek het gezin en de fami
lieverhoudingen waarbij het verschil van
den zoon des huizes en dc dochter met
betrekking tot hun maatschappelijke be
teekenis, duidelijk uitkwam.
Zij moest voor de huishouding opgeleid
worden, d ezoon mocht zich bewegen buiten
de sfeer van het gezin. Zij eigenhandig
met moeder de kleeren maken, hij zich
een plaats in de maatschappij veroveren.
In het tweede deel doet de naaimachine
haar intrede in dc huishouding en de meis
jes voelen als bij intuïtie dat zij meer tijd
krijgen om zich te ontwikkelen ook voor
het leven buiten het gezin. Het wordt nu
een worstelen om zich uit deze gevangenis
van tradities en conventie los te maken en
tot levensontplooiing te komen, waarvan
de mooie bladzijden uit haar boek voorge
lezen op welsprekende wijze getuigen.
Na zoo de geschiedenis van de vrouw ge
durende twee geslachten te hebben ge
schetst kwam de spreekster tot het derde
gedeelte van het boek dat zij mede met
het oog op den tijd vrij kort behandelde
en waardoor heen een pessimistisch geluid
klonk.
De vrouw heeft haar vrijheid gekregen,
doch voelt zij zich nu gelukkig 1
Het is het oudo probleem waarbij elk"
jong geslacht cn dit heeft vooral voor
de vrouw gegolden in verzet komt tegen
het bestaande, andere idealen heeft, die
de ouderen niet begrijpen en daarom ver-
oordeclen, en die het jonge geslacht wil
uitleven.
Maar als men zijn idealen ziet verwezen
lijkt, valt de werkelijkheid dikwijls tegen.
Met volle aandacht hebben de aanwezi
gen geluisterd. Allen hebben ongetwijfeld
genoten, echter zij hét meest, die „De Op
standige" hadden gelezen.
Ongetwijfeld zullen allen het boek nu
willen lozen of herlezen en door de schrijf
ster voorgelicht, er voor het eerst of bij
herhaling van genieten.
Dc spreekster werd hartelijk toegejuicht
welke toejuichingen zich herhaalden toen
ds voorzitster haar aan het einde met een
kort woord hartelijk dankte.
Etalage- en Winkelverlicliüng volgens de
meest moderne en economische
toepassing.
Gisteravond werd door de Yereeniging
van den Ilandeldrijvenden en Industrieelen
Middenstand voor Leiden en Omstreken een
ledenvergadering met ruime introductie ge
houden in de groote zaal van „Zomerzorg",
waarvoor als spreker was" aangekondigd de
heer Ir. Wolters, le 's-Gravenhage. voor het
houden van een met lichtbeelden verdui
delijkte lezing over bovengenoemd onder
werp. In de zaal waren eenige spiegellam-
pen van de firma Carl Zeiss, le Jena ten
toongesteld, z.g. „Spiegellichl", dat door zijn
diepslralcnde armaturen met verzilverde
glas reflectoren en met een sterk reflectee-
rend vermogen, zich zelf aanbeval. De firma
Wisbrun' Liffmann alhier, waarvan een
der firmanten, de heer Levie, bestuurslid
van de Middenslandsvëreeniging is. had in
de zijzaal op verzoek van den spreker een
collectie fraaie damesstoffon geëtaleerd,
waaraan kon worden, getoetst, welk bijzon
der effect deze verlichting kan hebben, spe
ciaal voor met keurartikelen voorzienp ela-
lages. De vergadering was zeer goed be
zocht, mede door een aantal dames.
De voorzitter, de heer C. Korteweg, die
zich in deze goede opkomst verheugde,
heette de aanwezigen welkom, in hel bij
zonder den secretaris der Kamer van Koop
handel. mr. Knibbe, en een middenstander
uit Boskoop, die uit belangstelling voor de
zen avond was overgekomen, waarna hij
den spr. dankte voor zijn overkomst, er aan
herinnerend, hoe deze in een middensin nds-
vergadering te 's-Gravenhage zeer bijzonder
succes had, wal hij hem' ook hier voor
spelde.
De heer Woliers zette in een korte inlei
ding uiteen, hoe de winkelier etaleerl om
kijkers te trekken en kijkers tot koopers te
maken. De etalage moet smaakvol en oor
deelkundig zijn. de aandacht trekken, zelfs
van den haastigen voorbijganger en zoo de
magneet der zaak worden. Het gelucle
aspect der etalage moet den kijker naar
binnen trekken; dan is hij in veilige haven.
Het personeel moet hem tot koopen welen
over te halen.
Elke branche stelt haar eigen eischen.
waarover spr. eenige nadere toelichtingen
gaf. Groote firma's laten tegenwoordig hun
etaleurs buitenlandsche reizen maken en
vakbladen beginnen over het elaleeren te
schrijven. Ook hier is opgang, een zoeken
naar het beste.
Bij hot maken der etalage moet ook reke
ning gehouden worden met het feit. dat de
verlichting daarvoor een machtige factor is.
Aan het daglicht valt weinig le veranderen,
de verlichting met kunstlicht echter heeft
de winkelier zelf in handen. Nu heeft de
verlichtingstechniek reeds zooveel vorde
ringen gemaakt, dat het 't daglicht kon
BINNENLAND.
Di. W. Einthoven te Leiden 40 jaar
professor.
Jhr. mr. van der Maesen de Sombreff is
overleden.
Het lid van den Raad van State mr. J. X
Willinge is overleden.
De werkloosheid in Drenthe.
BUITENLAND.
Nog altijd de kwestie der Volkenbonds
raadzetels. Meeningen van Chamberlain en
Stresemann.
De aanvallers van Vaszonyi vrijgelaten.
overtreffen. De specialisatie heeft op dit
gebied het al zoover gebracht, dat het aan
brengen der gloeilampen ingenieurswerk is
geworden. Aan hun de taak het vraagstuk:
„Hoe krijgen wij een goede verlichting?"
op te lossen. Nu bracht de uitvinding vac
de electrische gloeilamp alleen reeds groo-
ten vooruitgang. Maar ook hierin is yog
verschil. De algemeen gebruikte electrische
gloeilamp heeft een helderheid 200 maal
zoo groot als gaslicht en 800-maal zoo sterk
als petroleum. Electrische verlichting dient
dus te worden gebruikt. Maar hoe? Daar
over werd dpor spr. uitvoerig uitgeweid,
waarbij hij tot dc conclusie kwam. dat
rechtstreeks zichtbare lichtbronnen niet
mogen worden toegelaten. Vorder moet bij
de sterkte van hot licht rekening worden
gehouden met het absorboervormogen der
geëtaleerde sloffen en ook dient £-let op de
kleur der artikelen en hierbij kwam spr. op
de groote beteekenis der lichlrcflccloren.
Zuiver zilveren reflectoren zijn de beste en,
dit beloogende, kwam spr. tot de Zeiss-
reflecloren, waarvoor hij spceraal reclame
maakte en welke hij verder behandelde, en
de goede eigenschappen 'cr van aantoonde,
zoowel op theoretische als practische .gron
den. Spr. besloot".met da aanwezigen op" het
hart'te drukken bij het maken van een
etalage-verlichting deskundige voorlichting
te vragen: slechte verlichting is van .'den*
winkelier de ergste vijand, even erg," of no£
erger dan ondeugdelijk personeel.
Zooals we boven reeds opmerkten werden
de goede kwaliteiten van de Zéis$-verlich
ting getoetst aan de in de zijzaal aanwezige,
door de firma Wisbrun en Liffmann aan
gebrachte etalage en zoo mogen wij cr bij*
voegeó, dat de tentoongestelde stoffen dezen
toets konden doorslaan.
Er volgde op dc lezing die lot bijna half-
twaalf duurde .geen gedachten wisseling:
De voorzitter dankte don spreker voor
zijn voordracht en de aanwezigen voor hun
tegenwoordigheid.
Mannenzangvereeniging j,Kunst na Arbeid",
Voor een vrij talryk publiek gaf gister
avond bovengenoemde verecniging in de
concertzaal van „l'Un.oo" aan de S.ccnstraat,
een openbare uitvoering, volgens h.t pro
gramma de twee-er.-vijft gste s:-dert de op
richting in 1894.
't Was voor de eerste maal, dat wij in
deze zaal een zangvereeniging aan het werk
beerden en daarom willen wij niet naiaten er
op tó wijzen, dat de accoushek d z-tx zaal
werkelijk uitstekend is. De zing komt er
veikemen tot zijn recht en van eenigen
hinderlijken nagalm is geen sprak-.
Maar terzake. Het is ons niet bekend
welke mutaties in het afgeloopon j iar in
het koor plaats hadden. mogelijk zyn
deze zelfs van geen bat ekems, daar de
bezetting ons vrjjwcl stationair toeieek
maar hoe het ook zy, het wil ons voor
komen, dat de uitvoering, die wy het vorig
jaar in de groote Stadszaal bijwoonden, op
een hooger peil stond dan die vao gister-
avcr.d in „rUnion". Waaraan dit toe te
schrijven? „Wy ende weten het n:et." Zeer
zeker niet aan de samenstelling van het
programma, dat met veel zorg en nog ra&er
smaak wcj gekozen, doch veeleer aan dö
-uitvoering'daarvan. De samenzang liet meer
malen te wenschen over, terwijl de eerste
tenoren bij herhaling ouzuiver zongen.
Mgd trekko hieruit evenwel nog niet de
conclusie, dat db uitvoering als geheel be
paald onvoldoende was, geensz ns, maar wij
wenschen alleen te constateereu, dat de
goede indruk, dien het koor de vorige maal
op ons maakte, door de uitvoering van gister
avond niet bestendigd is kunnen worden.
Wellicht waren juist daardoor onze verwach
tingen to hoog gespannen en is het gehoorde
van gisteravond ons eenigeiijnate tegenge
vallen
„Kunst na Arbeid" boude ons deze op
merkingen ten goede; onze appreciatie jegens
het streven der vereeniging. het propagee-
ren en daadwerkelijk bevorderen van den
volkszang zulks in tegenstelling met den
zang met een muziek-wetenschappelijke op
leiding is er stellig niet minder om.
Als de best geslaagde nummers zouden
wij willen nbemen „De hemel", van C. C.
A. de Vliegh, „Hymne an die Nacht", naar
Beethoven, en du Fröhliche", van J,