No. 20231. WOtf»SDAG 24 FEBRUARI Anno 1926. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRUS DER ADVERTENTIEN 30 CU. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prija. Kleine Advertentiên, uiUluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 50 CU., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor evenlueele opzending van brieven 10 CU. porto te betalen. Bewijsnummer 6 CU. Bureau Noordelndsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 A 1 PRUS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 2.36, per week ....TT Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post 2.35 portokosten. ƒ0.18, „0.18, Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. Prol, dr. H. Kamerlingh Onnes. Curatoren der Rijksuniversiteit te Gronin- g?n hebben aan mevrouw Kamerlingh OnnesBijleveld het volgende telegram ver zonden Curatoren der Rijksuniversiteit te Gro ningen nemen innig deel in het groote ver lies door u en uw gezin geleden. Met trots gedenken wij den Groninger, den eminenlen oud-leerling der Groningsche universiteit, d e in de gcheeie wereld zulk een hooge plaals ingenomen en aan de wetenschap zulke voortreffelijke diensten heeft bewezen. Geerlsema, voorzitter; B. ten Bruggencate, secretaris. In tal van wetenschappelijke vergaderin gen etc. is de groote geleerde vol piëteit hep- dachl. 4ö-jarig professoraal prol. dr. W. Einthoven. Heden is het 40 jaar geleden, dat dr. W. Einthoven, hoogleeraar in de physiologie ea directeur van het physiologisch labora torium alhier het professoraat aan de Rijks universiteit alhier aanvaardde met een rcuc over ,,de leer der specifieke ener gieën''. Hoewel de hoogleeraar, die liefst rustig zijn werk volbrengt en wars is van uiter lijkheden reeds vooruit had te kennen ge geven van huldebetoon verschoond te wil len blijven, zou het hem zeker moeilijk gevallen zijn zich daaraan geheel te ont trekken. Na het zoo kort geleden overlijden van zijn ambtgenoot en vriend, prof. Ka merlingh Onnes bestond daartoe echter een geldige reden. Dr. Einthoven heeft heden de stad verla ten, wat echter niet verhinderde, dat tal vin schriftelijke gelukwenüchen van hier en elders hem werden toegezonden. Prof. dr. W. EINTHOVEN. Prof. dr. W. Storm van Leeuwen schrijft m dè Groene Amsterdammer over den jubi laris: ,.Bij weinig geleerden kan men met zoo veel recht van een levenswerk" spreken. Want inderdaad heeft deze man veertig jaren van zijn leven gewijd aan één taak, de bestudecring van de electrische verschijn selen in het lichaam, in het bijzonder die 'n het hart. Onze kennis van de physiologie en voor- a1 ook van de ziekteleer van het hart .s in de laatste decenniën enorm vooruitge gaan, en met name is men omtrent de on regelmatigheden in de^ hartswerking bij zieken veel meer te weten gekomen. Wan neer men zich afvraagt aan welke namen deze vooruitgang in hbofdzaak is te dan ken, dan komen er vijf direct op den voor grond. De eerste in chronologische volg orde is Engelmann geweest die in Utrecht en later in Duitschland de basis legde voor de kennis van het hartrhythme b",i koudbloedige diéren, dan onze landge-- nool Wenckebach die als hoofdverdienste heeft dat hij steunende op de physiologi- Bcho foiten, die toen bekend waren en aan welker ontwikkeling hij zelf had meege werkt, de kliniek der hartonregelmatighe- den bewerkte. Deze arbeid culmineerde in zijn in 1914 verschenen boek over de on regelmatige hartswerking. In dit boek vindt men over Einthoven's werk nog zeer weinig. In Engeland had Mackenzie, als gewoon practisch arts eveneens de studie der harts werking ter hand genomen, een studie die hij later als professor in Londen voortzertc en waarbij zeer belangwekkende feiten aaD het licht kwamen. In dien tijd wasEint hoven's werk nog nauwelijks tot de kliniek doorgedrongen. Zijn curve steeg en steeg, maar was nog niet hoog gen ecg. Engelmann en Wenckebach hadden ge werkt met relatief eenvoudige onderzoe kingsmethoden, Mackenzie met zeer een voudige. De laatste was zoozeer onder den indruk van wat met deze eenvoudige hulp middelen kon worden bereikt, dat hij nooit de grootheid van Einthoven's werk heeft willen erkennen. Wenckebach heeft dat wel degelijk gedaas. Wenckebach's leeftijd komt, naar ik schat, ongeveer met dien van Einthoven's leeftijd overeen, Mackenzie was wat ouder. Waarom kwam Einthoven's werk dan later 1 Daar was een reden voor. Ik sprak eens over Einthoven met een van onze Duitsche collega's, die bekend is voor de korte, treffende gezegden waar- mee hij een situatie of een persoon kan fca- rakteriseeren. Einthoven! Ah, Prezicions- gehira Einthoven was als jong physioloog be gonnen met de studie van de electrische verschijnselen die zich bij elke contractie in het hart voor doen. De toenmalige -me thoden o.a. die van de capillairelectrome- ter voldeden hem niet, waren niet nauw keurig genoeg, derhalve maakte hij steu nende op een nieuw door hem gevonden principe een nieuw apparaat, de later zoo beroemd geworden 6naargalvanometer. Maar dat gaat niet zoo vlug. In het nieu we toestel was een snaar" noodig, een uiterst dunne kwartsdraad; dan wordt een onderzoek in het laboratorium op touw ge zet over dunne draden, een onderzoek dat, jaren, wellicht tientallen van jaren duurt. Maar dat heeft dan ook het resultaat dat Einthoven draden laat maken, dunner, elastischer, bruikbaarder dan eenige ande re, dat hij bovendien^ de eigenschappen, de „theorie" van dunne draden en hun toe passing-beter kent dan wie ook. Dat zijn de draden, maar hetzelfde principe geldt voor elk ander ondcrdeél. Alles wordt tot in de puntjes onderzocht, berekend, gere gistreerd. Het eindresultaat is, dat daar nu in Leiden een laboratorium bestaat zooals er geen tweede in de wereld is. Toestellen, de fundeeringen, tal van werktuigen en hulpapparaten en niet. te vergeten een staf van uitnemend ge schoold personeel, allenlioogleeraar, as sistenten, instrumentmakers, bedienden sa menwerkend tot één doel. En dan kan men wat bereiken Zoo heeft Einthoven gewerkt en zoo verkt hij nog. Op deze wijze werd een schat van kennis verzameld omtrent het rhythme van het hart, omtrent de geleiding in het hart en het contractievermogen van de hartspier; een geheel nieuw arbeidsgebied ontstond, dat van de electrocardiographic. Vele jaren bleef dit werk beperkt tot het laborato rium, en als men Einthoven zelf hoort-, dan zegt hij, dat de Engelschman Lewis de man is geweest die heeft gemaakt dat de electrocardiographic bruikbaar is gemaald voor de kliniek en algemeen zoodanig is erkend." Koninklijke Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde. Voor een stampvolle zaal cn een zeer aandachtig gehoor trad gisteravond de lieer K. C. van Nes. landschap-architect te Apel- doofti op" voor de afd. Leiden en Omstreken van bovengenoemde Maatschappij, met als onderwerp „De sociale beteekenis van een welverzorgde bebouwing". Onder de aanwezigen merk'cn we o.m. op den burgemeester, jhr. mr. dr. N. C de Gijselaar, den wethouder van sociale zaken den heer A. Reimeringer, de hoofdopzichter van Gemeentewerken den lieer A. Verhoog, het bestuur van de Verceniging van Bouw kunst, van School en' Werktuincn enz. Na een hartelijke inleiding van den voor zitter, don heer E. Th. Witte, die het op zeer hoogen prijs stelde, dat het dagelijksch bestuur van de gemeente belang stelde in dit onderwerp, voornamelijk waar dit gaat over villa- en wapdelparken, gaf deze het woord aan den geachlen spreker. De heer Van Nes begon met het aanloo- nen van de zeer slechte woningtoestanden in de groote steden, zooals Londen, Parijs, Amsterdam enz., over de huurkazernes, waarin de huisvesting zoo slecht is, dat wij, die eenigszins beter bedeeld zijn op dit gebied, ons de ellende van de bewoners niet kunnen indenken. Vooral onder de kinderen is de ellende buitengewoon groot, daar deze dikwijls moeten huisvesten met 3 of 4, somtijds meer, in een hok van slechts enkele vierkante meters, waarin de voor de ontwikkeling hoog noodige factoren zóoals licht en lucht, geheel ontbreken. Ook voor volwassenen is zulk een huisvesting verschrikkelijk; het bevordert de ellende, die dikwijls ontslaat door ziekte, zwakte en zich niet ruim kunnen bewegen, den zucht naar drank, straatschandalen enz., die ten slotte alle zeer nadeelig zijn voor de maatschappij en haar ontwikkeling. Bij de kleine burgerij is de toestand wel iets beter, doch men vindt er niet zelden woningen met-slechts één raam, dat nog ten deele ingesloten ligt. Is het te verwonderen, dat de zucht naar uitbreiding der woningen,, waar licht. luclU en ruimte op den voorgrond treden, zich de laatste jaren heeft geopenbaard? De volks tuinbeweging, waaraan Arasterdam de toon geeft, is een der uilvloeiselep daarvan. Hieraan wordt door verschillende ver keerde begrippen nog te weinig aandacht van de gemeentebesturen geschonken. Sport is een der opvoedende elementen in onze tegenwoordige maatschappij; waarom moet de volkstuinbeweging mét de z.g.n. tuin- sport hierbii ten achter slaan? Transport is een goede vervanger voor slechte huis vesting. Spreker noemde voorbeelden, dat totaal verzonken huishoudens door het ge not van een mooien tuin met tuinhuis, waarin van Zaterdagmiddag tot Zondag avond werd gehuisvest, weder tot elkander gebracht werden. De gemeentebesturen kun nen dergelijke takken van spoFt niet ge noeg subsidieeren. Vervolgens loonde spreker aan, dat oos geen subsidie mag worden onthouden aan school- en werktuinen, die als het ware de opvoed-buitenkamers zijn der jeugd, waar den kinderen geleerd wordt de eigen dommen van anderen te respecteeren, waarop de vernielzucht in parken en plantsoenen wordt gewezen, en die ten slotte voorloopers zijn van de volkstuinen. Spreker legt er den nadruk op, dat er niet speciaal gewerkt moet worden in de rich ting van een groententuin, want dan wordt het geen ontspanning, maar een inspan ning, en als\rouw en kinderen dan aan dit schoone doel medewerken, dan kan het niet anders dan nut afwerpen voor onze maatschappij en haar ontwikkeling. Veel geld wordt er voor sport reeds uit gegeven, doch nog veel te weinig aan tran sport; de huren der tuinen zijn gewoonlijk zóó hoog, dat deze niet door vereenigingen kunnen worden gedragen, zoodat subsidie van gemeentewege wenschelijk en noodig is. Als contrasten van huizenbouw nam spreker de woningen achter het Slachthuis en in het Kooipark, bij de een gebrek aan ruimte, bij de ander voldoende licht en lucht.' In de laatste jaren is het begrip van een betere woning meer op den voorgrond ge lreden door de opkomst van de kleinere klasse cn het oprichten van vereenigingen, zooals „Tuinstadwijk". Ook hier ligt voor dc gemeentebesturen een weg open, om bemiddelend op te treden tusschen bou wers en belanghebbenden. Getracht moet worden een zoo voordeelig mogelijken bouw le verkrijgen, zonder verwaarloozing van het schoone der natuur. Dat dit wer kelijk kan, toonde spreker ons met tal van fraaie lichtbeelden, grootendeels in eigen land genomen. Na de pauze behandelde spreker voorna melijk de le bebouwen terreinen, door deze eerst !n-kaart brengen, het natuurschoon te bewaren, en vervolgens zoo hier en daar een woning te doen verrijzen. Ook de wegen en waterpartijen werden breedvoerig be sproken; deze moeten met de bebouwing geheel overeenstemmen. Men moet zichzelf zeer hooge eischen stellen; de zucht naar buiten wonen wordt ook al door het ge makkelijk vervoer steeds1 grooter, doch men moet het zoo weten in te richten, dat gaan deweg de natuur de stad binnendringt. Het laten begroeien der huizen en gemeentege bouwen met klimopplanten, wat absoluut onschadelijk is, wordt door spreker ten sterkste verdedigd. Onze nazaten zullen ons dankbaar zijn als de bebouwing goed is, doch ons ver- wenschen als hieraan niet de noodige zor gen besteed zijn. De gemeentebesturen kun nen hieraan medewerken door het aan- koopen van groote terreinen en het benoe men van commissies, waarin zitting hebben personen met aeslhetischen aanleg. De in druk van het uiterlijk, het milieu waarin men komt, moet zóó zijn, dat 'iedere slaa en gemeente zijn bewoners weet vast te houden. Ten slotte, aldus spreker, hebben wij allen een taak te vervullen, n.l. het bevorderen van reinheid, orde en gezelligheid, om het ens zelf aangenaam te maken. Ook dit gedeelte van de voordracht werd door lal van fraaie lichtbeelden verduide lijkt. In het slotwoord van den voorzitter, waarin deze den heer v. Nes hartelijk dank bracht voor de duidelijke, zeer leerzame wijzcr waarop dit onderwerp was behan deld, sprak hij nogmaals een woord van voldoening over deaanwezigheid van het Dagelijksch Bestuur der gemeente en het bestuur van Bouwkunst, en sprak tevens den wensch uit, dat de gemeente Leiden in de naaste toekomst de vruchten van deze lezing zal mogen dragen. Een hartelijk, welverdiend applaus van de talrijke aan wezigen. stemde hier volkomen mee in. Een eeuw van vrouwenleven. Gisteravond hield de afdeeling Leiden van de Nederlandsche vereenigin^ voor Huisvrouwen in den Foyer der Stadsgehoor zaal een zeer druk bezochte vergadering, voor 't meerendeel bezocht door dames en waarin mevrouw Jo van AanmersKüllcr het, ook rends te 's-Gravenhage en elders j behandelde onderwerp: ,,Een eeuw. vaa j vrouwenleven" behandelde in verband met fragmenten uit haar jongste werk ,,De Opstandige". Na een kort inleidend woord van de pre sidente, mevrouw Schots, ving mevrouw Van AmniersKüller aan met mede te dec- len hoe zij gekomen was tot het schrijven van dit boek. De stof heeft ^ij getrokken uiü verschillende werken vanaf omstreeks 1840, en uit brieven van vrouwen uit die a tijd en later. Daaruit heeft zij het gezin opgebouwd, dat in ,,De Opstandige" het uitgangs- en middelpunt vormt, In -dat gezin was de vader de spil waar om het geheelc gezin draaide; naar den vader zagen allen op. Zijn gezag liet hij gelden en het werd vooral de meisjes niet toegelaten zich buiten de sfeer van het huishouden te laten gelden en zich daar over een eigen oordeel te vormen. Het daarin optredend gezin heeft de» schrijfster, die immer in Leiden woonde, zich gedacht in onze stad en wel in een patriciërswoning aan het Rapenburg, door menschen met plaatselijke bekendheid bijna aan te wijzen. Zij beschreef in het voorgelezen frag ment van haar boek het gezin en de fami lieverhoudingen waarbij het verschil van den zoon des huizes en dc dochter met betrekking tot hun maatschappelijke be teekenis, duidelijk uitkwam. Zij moest voor de huishouding opgeleid worden, d ezoon mocht zich bewegen buiten de sfeer van het gezin. Zij eigenhandig met moeder de kleeren maken, hij zich een plaats in de maatschappij veroveren. In het tweede deel doet de naaimachine haar intrede in dc huishouding en de meis jes voelen als bij intuïtie dat zij meer tijd krijgen om zich te ontwikkelen ook voor het leven buiten het gezin. Het wordt nu een worstelen om zich uit deze gevangenis van tradities en conventie los te maken en tot levensontplooiing te komen, waarvan de mooie bladzijden uit haar boek voorge lezen op welsprekende wijze getuigen. Na zoo de geschiedenis van de vrouw ge durende twee geslachten te hebben ge schetst kwam de spreekster tot het derde gedeelte van het boek dat zij mede met het oog op den tijd vrij kort behandelde en waardoor heen een pessimistisch geluid klonk. De vrouw heeft haar vrijheid gekregen, doch voelt zij zich nu gelukkig 1 Het is het oudo probleem waarbij elk" jong geslacht cn dit heeft vooral voor de vrouw gegolden in verzet komt tegen het bestaande, andere idealen heeft, die de ouderen niet begrijpen en daarom ver- oordeclen, en die het jonge geslacht wil uitleven. Maar als men zijn idealen ziet verwezen lijkt, valt de werkelijkheid dikwijls tegen. Met volle aandacht hebben de aanwezi gen geluisterd. Allen hebben ongetwijfeld genoten, echter zij hét meest, die „De Op standige" hadden gelezen. Ongetwijfeld zullen allen het boek nu willen lozen of herlezen en door de schrijf ster voorgelicht, er voor het eerst of bij herhaling van genieten. Dc spreekster werd hartelijk toegejuicht welke toejuichingen zich herhaalden toen ds voorzitster haar aan het einde met een kort woord hartelijk dankte. Etalage- en Winkelverlicliüng volgens de meest moderne en economische toepassing. Gisteravond werd door de Yereeniging van den Ilandeldrijvenden en Industrieelen Middenstand voor Leiden en Omstreken een ledenvergadering met ruime introductie ge houden in de groote zaal van „Zomerzorg", waarvoor als spreker was" aangekondigd de heer Ir. Wolters, le 's-Gravenhage. voor het houden van een met lichtbeelden verdui delijkte lezing over bovengenoemd onder werp. In de zaal waren eenige spiegellam- pen van de firma Carl Zeiss, le Jena ten toongesteld, z.g. „Spiegellichl", dat door zijn diepslralcnde armaturen met verzilverde glas reflectoren en met een sterk reflectee- rend vermogen, zich zelf aanbeval. De firma Wisbrun' Liffmann alhier, waarvan een der firmanten, de heer Levie, bestuurslid van de Middenslandsvëreeniging is. had in de zijzaal op verzoek van den spreker een collectie fraaie damesstoffon geëtaleerd, waaraan kon worden, getoetst, welk bijzon der effect deze verlichting kan hebben, spe ciaal voor met keurartikelen voorzienp ela- lages. De vergadering was zeer goed be zocht, mede door een aantal dames. De voorzitter, de heer C. Korteweg, die zich in deze goede opkomst verheugde, heette de aanwezigen welkom, in hel bij zonder den secretaris der Kamer van Koop handel. mr. Knibbe, en een middenstander uit Boskoop, die uit belangstelling voor de zen avond was overgekomen, waarna hij den spr. dankte voor zijn overkomst, er aan herinnerend, hoe deze in een middensin nds- vergadering te 's-Gravenhage zeer bijzonder succes had, wal hij hem' ook hier voor spelde. De heer Woliers zette in een korte inlei ding uiteen, hoe de winkelier etaleerl om kijkers te trekken en kijkers tot koopers te maken. De etalage moet smaakvol en oor deelkundig zijn. de aandacht trekken, zelfs van den haastigen voorbijganger en zoo de magneet der zaak worden. Het gelucle aspect der etalage moet den kijker naar binnen trekken; dan is hij in veilige haven. Het personeel moet hem tot koopen welen over te halen. Elke branche stelt haar eigen eischen. waarover spr. eenige nadere toelichtingen gaf. Groote firma's laten tegenwoordig hun etaleurs buitenlandsche reizen maken en vakbladen beginnen over het elaleeren te schrijven. Ook hier is opgang, een zoeken naar het beste. Bij hot maken der etalage moet ook reke ning gehouden worden met het feit. dat de verlichting daarvoor een machtige factor is. Aan het daglicht valt weinig le veranderen, de verlichting met kunstlicht echter heeft de winkelier zelf in handen. Nu heeft de verlichtingstechniek reeds zooveel vorde ringen gemaakt, dat het 't daglicht kon BINNENLAND. Di. W. Einthoven te Leiden 40 jaar professor. Jhr. mr. van der Maesen de Sombreff is overleden. Het lid van den Raad van State mr. J. X Willinge is overleden. De werkloosheid in Drenthe. BUITENLAND. Nog altijd de kwestie der Volkenbonds raadzetels. Meeningen van Chamberlain en Stresemann. De aanvallers van Vaszonyi vrijgelaten. overtreffen. De specialisatie heeft op dit gebied het al zoover gebracht, dat het aan brengen der gloeilampen ingenieurswerk is geworden. Aan hun de taak het vraagstuk: „Hoe krijgen wij een goede verlichting?" op te lossen. Nu bracht de uitvinding vac de electrische gloeilamp alleen reeds groo- ten vooruitgang. Maar ook hierin is yog verschil. De algemeen gebruikte electrische gloeilamp heeft een helderheid 200 maal zoo groot als gaslicht en 800-maal zoo sterk als petroleum. Electrische verlichting dient dus te worden gebruikt. Maar hoe? Daar over werd dpor spr. uitvoerig uitgeweid, waarbij hij tot dc conclusie kwam. dat rechtstreeks zichtbare lichtbronnen niet mogen worden toegelaten. Vorder moet bij de sterkte van hot licht rekening worden gehouden met het absorboervormogen der geëtaleerde sloffen en ook dient £-let op de kleur der artikelen en hierbij kwam spr. op de groote beteekenis der lichlrcflccloren. Zuiver zilveren reflectoren zijn de beste en, dit beloogende, kwam spr. tot de Zeiss- reflecloren, waarvoor hij spceraal reclame maakte en welke hij verder behandelde, en de goede eigenschappen 'cr van aantoonde, zoowel op theoretische als practische .gron den. Spr. besloot".met da aanwezigen op" het hart'te drukken bij het maken van een etalage-verlichting deskundige voorlichting te vragen: slechte verlichting is van .'den* winkelier de ergste vijand, even erg," of no£ erger dan ondeugdelijk personeel. Zooals we boven reeds opmerkten werden de goede kwaliteiten van de Zéis$-verlich ting getoetst aan de in de zijzaal aanwezige, door de firma Wisbrun en Liffmann aan gebrachte etalage en zoo mogen wij cr bij* voegeó, dat de tentoongestelde stoffen dezen toets konden doorslaan. Er volgde op dc lezing die lot bijna half- twaalf duurde .geen gedachten wisseling: De voorzitter dankte don spreker voor zijn voordracht en de aanwezigen voor hun tegenwoordigheid. Mannenzangvereeniging j,Kunst na Arbeid", Voor een vrij talryk publiek gaf gister avond bovengenoemde verecniging in de concertzaal van „l'Un.oo" aan de S.ccnstraat, een openbare uitvoering, volgens h.t pro gramma de twee-er.-vijft gste s:-dert de op richting in 1894. 't Was voor de eerste maal, dat wij in deze zaal een zangvereeniging aan het werk beerden en daarom willen wij niet naiaten er op tó wijzen, dat de accoushek d z-tx zaal werkelijk uitstekend is. De zing komt er veikemen tot zijn recht en van eenigen hinderlijken nagalm is geen sprak-. Maar terzake. Het is ons niet bekend welke mutaties in het afgeloopon j iar in het koor plaats hadden. mogelijk zyn deze zelfs van geen bat ekems, daar de bezetting ons vrjjwcl stationair toeieek maar hoe het ook zy, het wil ons voor komen, dat de uitvoering, die wy het vorig jaar in de groote Stadszaal bijwoonden, op een hooger peil stond dan die vao gister- avcr.d in „rUnion". Waaraan dit toe te schrijven? „Wy ende weten het n:et." Zeer zeker niet aan de samenstelling van het programma, dat met veel zorg en nog ra&er smaak wcj gekozen, doch veeleer aan dö -uitvoering'daarvan. De samenzang liet meer malen te wenschen over, terwijl de eerste tenoren bij herhaling ouzuiver zongen. Mgd trekko hieruit evenwel nog niet de conclusie, dat db uitvoering als geheel be paald onvoldoende was, geensz ns, maar wij wenschen alleen te constateereu, dat de goede indruk, dien het koor de vorige maal op ons maakte, door de uitvoering van gister avond niet bestendigd is kunnen worden. Wellicht waren juist daardoor onze verwach tingen to hoog gespannen en is het gehoorde van gisteravond ons eenigeiijnate tegenge vallen „Kunst na Arbeid" boude ons deze op merkingen ten goede; onze appreciatie jegens het streven der vereeniging. het propagee- ren en daadwerkelijk bevorderen van den volkszang zulks in tegenstelling met den zang met een muziek-wetenschappelijke op leiding is er stellig niet minder om. Als de best geslaagde nummers zouden wij willen nbemen „De hemel", van C. C. A. de Vliegh, „Hymne an die Nacht", naar Beethoven, en du Fröhliche", van J,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 1