gemeente mag ingrijpen en daarvoor ie dus du geen reden. Het voorstel wordt z.h.st. aange nomen. 20o. Tracadvies op hel verzoek van de afd. Leiden van hel R.tt. Huisvcst'mgs-Comrié, om verhooging van hel maximum van de aan haar toegekende subsidie in de kosten van uitzending van kinderen naar een va- canliekolonie. (52) Conform besloten. 21o. Voorstel lol beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de uitbreiding van den inventaris van den Waren-keurings dienst in hel district Leiden. (53) Conform besloten. 22o. Voorstel: a. tot vaststelling van het voorschot op de vergoeding voor 1926, bedoeld in arl. 101 der Lager Onderwijswet 1920, aan de bestu ren van verschillende bijzondere scholen; b. tot uitbetaling van hat sub a bedoeld voorschot in drie zooveel mogelijk gelijke termijnen. (55) Conform besloten. 23o. Voorstel lot onveranderde Handha ving van de verordening van 13 Juli 1925, regelende de heffing van schoolgeld voor het Lager Onderwijs. (51) Conform besloten. 24o. Voorstel tot aanvaarding van de schenking van den heer D. J. J. de Koster, ten behoeve van den aanleg van een wan delpark en lol het naar aanleiding daarvan in bet leven roepen van een slichting, ge naamd „Fonds voor aanleg, onderhoud en beheer van Wandelparken", alsmede tot vaststelling van de statuien dier stichting. (10 en 11) De heer KNUTTEL meent, dat het voor stel wel aangenomen zal moeten worden, doch hij meent, dat de heer De Koster zelf zijn idee moeilijkheden in den weg legt daar z.i. B. en W. niet warm loopen voor dit plan. En er zullen slechts twee andere bestuursleden zijn. Bedoeling is toch een bosch op groote schaal, maar hij vreest gezien de stukken, versnippering in kleine boschjes? De heer v. STRALEN begrijpt niet, dat de heer De Koster zijn gift onder deze voorwaarden deed. Hij betreurt, dat de raadsleden geheel uit dc stichting worden geweerd. De VOORZITTER zegt, dat de wethou ders toch raadsleden zijn. Wijziging is niet mogelijk, gezien dq schenking. Spr. meent echter, dat de wijze van den heer De Kos ter wellicht voor dc gemeente het voordee- ligst is. B. en W. zijn niet van plan het op kleine schaal aan te vatten en voelen cr wel yoor. Het voorstel wordt z.h.st. aan genomen. 25o. Voorstel lot hel aangaan van een overeenkomst, betreffende de levering van electriciteit aan de gemeente Boskoop door de Stedelijke Electricileïlsfabriek te Lei den. VS5) De heer v. STRALEN wil gaarne eenige inlichtingen, gezien dc verwijten tot Leiden gericht wegens dc wijze van transactie. Hij had gedacht) dat B. en W. zelf daarmee wel gekomen zouden zijn, gezien wat in dc gemeenteraden van Gouda en Boskoop is gebeurd. De heer v. ECK had het beter gevonden, wanneer de verwijten waren tegengespro ken. Het kan B. en W. toch niet onverschil lig zijn, hoc een gemeente-instelling elders en hier wordt beoordeeld. Deze wijze van aan de orde brengen heeft dua niet zijn sympathie. Hij had geprefereerd een eigen optreden van B. en W De VOORZITTER begrijpt den heer v. Stralen niet. Waarheen zou het gaan, wan neer B. en W. op allerlei op- en aanmerkin gen van buiten afgingen Wil men iets weten, dan is het hier in den raad de plaats, te vragen. Wethouder SANDERS zegt, dat alle me- dedcelingen van elders onjuist zijn. De kwestie is deze: Na langen concurrentie strijd mot Gouda werd de directie hier mee gedeeld, dat het aanbod van Leiden voor- «leeliger was en hij werd uitgenoodigd voor een bespreking. Daarmee was de concur rentiestrijd beslist, meende de directeur hier en niet ten onrechte. Daarop zijn nog eenige besprekingen gevoerd tot Boskoop toch naar Gouda wilde, daar Gouda een nieuw bod had gedaan, geheel óp de hoog te der cijfers van Leiden. Hoe dit mogelijk was, is onbekend. Gouda heeft zich met de cijfers van Leiden in handen nog tussehen Leiden en Boskoop gesteld. Na de onveiv wachte offerte van Gouda meende de direc teur het er niet bij te moeten laten en hij deed ook een nieuwe offerte, gunstiger dan Gouda. B. en W. .van Boskoop brachten dit laatste bod ook in den raad, al bleven zij bot voorstel mefc Gouda in zee te gaan, getrouw, gelijk niet anders meer kon, hel voorstel was immers afgekomen. De Bos- koopschc raad accepteerde tenslotte het bod van Leiden, nadat eerst de stemmen hadden gestaakt. Tusschcu eerste stemming en herstem ming in bleef het Leidschc bod onveran derd. De Leidschc lichtfabriek heeft utri uiterst correct getoond, gelijk ook do Bos- koopschc burgemeester zelf verklaarde, die alle Goudschc beschuldigingen van dc band wees. Wat de geruchten over champagne be treft, zakcnlcidev» zijn gewoon bij het be reiken van een overeenkomst een glas wijn of zoo aan te bieden. Dit is eenvoudig ge schied, anders niets. Is dat corruptie B. en W. halon dc schouders op over do beschul digingen. De heer VAN KOK zegt, dat Leiden dus geen blaam treft. Hel laatste bevredigt hom echter niet. Particuliere handelaars mogen in zaken doen wat zij willen, doch voor" ge meentebedrijven gaal dat toch niet aan. De directeur kon moeilijk anders, hij werd ge prest. maar goed is het toch niet en dal had hij buiten den persoon van don direc teur in dit geval om, locli wel door don wethouder willen zien afgekeurd. De VOORZITTER /.cgl, dat in principe de lieer v. Eek gelijk heeft, maar men kan zich toch niet altijd onttrekken aan zoo iets. liet voorstel wordt z. h. st. a a n g e nomen. Hierop wordt de zitting geschorst. Eerst zal 's avonds punt 29 worden be handeld. Avondzitting. Gelijk 's middags door den Voorzitter was aangekondigd, werd aangevangen met punt 29 der agenda. 29o. Verordening, betreffende het verlee- nen van ontslag aan onder wij zeiessen, wegens het aangaan van een huwelijk, en aan onderwijzers en onderwijzeressen, wegens het bereiken van een bepaalden leeftijd. (26) Mevr. VAN 1TALLIE acht het vooruit voorspellen, dat toch niemand zal worden overtuigd in zijn meening, verkeerd. De raadsleden zijn toch nog menschen, geen machines. Daarom wil zij deze kwestie nog eens behandelen. (Gezien hel bekende onderwerp en de protestvergadering, zoo kort geleden gehou den, zullen wij kortheid betrachten.) Ilier zijn geen gehuwde onderwijzeressen of ambtenaressen, behalve enkele vroed vrouwen, werksters etc., die toch geen ge makkelijker leven hebben dan de onderwij zeressen. In 1912 was het een éen-persoon-kweslie, welke zij nog eens releveert. Met 1713 stemmen werd het voorstel van B. en W. toen verworpen. Daaruit blijkt de rechtson zekerheid ook reeds, hoewel dat nog meer het geval is, wanneer men nagaat, wat in de diverse gemeenten thans gebeurt. Voeg daarbij nog de mogelijkheid van een om gaan van den raad. Dc regeering Iaat de gemeente zeer wei nig autonomie, maar juist hier heeft zij een stukje cadeau gegeven. Dat het Rijk trouwens ook niet stand vastig blijft inzake dc rijksambtenaren, be wijst het terugnemen van de gehuwde tele fonisten. Met funeslc zit in het machinaal ontslag, niet in het ontslag zelf, dat alleen op zijn plaats is bij slecht werk. Dat het onderwijs-belang ontslag vraagt door veel verzuim, ook terwille van dc vcr- v&ngingskosten, ontkent spr. op bekende gronden, evenals de waarde van het argu ment van het teveel aan werkkrachten. Dubbel inkomen geldt niet voor den man, zie naar particuliere betrekkingen etc. van vrouwen van ambtenaren. Ontslag na -15 jaar zou nog eerder te verdedigen zijn. Utrecht heeft ten minste geprobeerd soe pelheid to betrachten. Daar mag anders worden gehandeld. Statistieken bewijzen, dat de vrouwen bf) huwelijk thuis blijven, wanneer dit mo gelijk is. Het onwettige huwelijk wordt door het voorstel van 13. cn W. bevorderd, hetgeen praelisch niet zal zijn tegen te gaan. Als gevolg van de huidige onpopulaire huwe lijkswet zal men daarvan weinig meer af schrikken. Bedenk dan, hoe de gehuwde onderwijze res toch ook haar akte heeft. Tot slot beroept zij zich in haar bestrij ding van het voorstel van B. en W. op Frieda Kalz cn De Savornin Lobman. De heer VERWEY klaagt over de wei nige aandacht van rechts bij de woorden van mevr. Van Itallic (De VOORZITTER komt daartegen op). Het voorstel van B. en W. acht hij een ingrijpen in de particuliere vrijheid. Maar dan zou men eerst in de industrie moeten beginnenI liet B. A. dringt hier zelf9 bij de vrouwen van werkloozen wel aan werk huizen te zoeken. Diverse argumenten van mevr. Van Itallie onderschrijft hij. De werkloosheid onder de schoolkraclilen is de schuld van de srlioolbczuïniging, dus van rechts, die juist nu als argument dit gebruikt. Hij wijst dan op verlies der pensioen- stortingen, op de mogelijkheid, dat de ge huwde onderwijzeres de bron van inkom sten wordt door ziekte van den man, werk loosheid etc., op den plicht van onderhond van ouders of zoo. De heer WITMANS sluit zich geheel aan bij de vorige sprekers. Alleen geschiktheid mag voor een ambt doorslag geven, niets anders. Eb wie kan den onderwijzers de akte van geschiktheid ontnemen? Veel zal hij niet meer zeggen, de neuzen zijn toch geleld. De heer EER DMA NS acht liet verkeerd, dal B. en W. hier komen met zoo'n rechts politiek voorstel en vooral, waar hier im mers geen gehuwde onderwijzeressen zijn. De heer OOSTDAM meent, dal hier geldt: tant de bruit pour unè omelette. Zie ook de opkomst lor prolestvergadering (50 men schen). Mevrouw VAN ITALLIE: 100. De heer OOSTDAM: goed. 100, maar het protest leeft dan toch niet in het volk. Een argument schijnt iets te zeggen: dat in alle kringen zooveel gehuwde vrouwen in betrekking zijn, doch dit is een reden te meer, dat de gemeente moet voorgaan' in -verbod, nij zou liefst geen jaar noemen ge lijk de wet nu dwingt, n.l. 45. ITad het Rijk de zaak maar bindend geregeld! Practise h is van ontslag bfj ambtenaren bij ongeschiktheid geen sprake. Soepelheid als in Ulrecht zou 13. cn W. maar in een naar parket brengen. Het onderwijsbelang vraagt z. i. ook ont slag bij huwelijk der onderwijzeres, door de vele verzuimen. Goeden zijn wel door goede on getrouwd en te vervangen. Met bijkomstigheden als de heer Verwcy opsomde, is geen rekening te houden. De heer ZUIDEMA meent, dat rechts onzekerheid juist intreedt bij soepelheid in de verordening als te Utrecht. Bij de ver ordening op de ambténaren is de principieels kwestie voldoende behandeld, dus daarop ral hij niet nader ingaan. Thans zijn de onder wijzeressen in gunstige uitzonderingsposi tie> die door niets is gerechtvaardigd, integen deel. liet onderwijsbelang c'scht dezen maat regel van B. en W. Wordt van do onderwijzeres do geheel© vrouw gevtfaagd, van school werksters etc. is dat niet aoczeer noodig. Het gezin eischt echter evenzeer de gansche vrouw. Ho© is dat te combineeren? Tegenover degenen, die mevr. v. Itallie aanhaalde, stelt spr. mej. Van Dorp. Zeker voelt een moeder beter voor kin deren, maar daarom nog niet voor de school. Spr. haalt hier mej. Westerman aan. Het komt aan op de persoonlijkheid. Op bevor dering van het onwettige huwelijk zal bij niet ingaan. Hij vertrouwt deo onderwij- zeressenstand in dit opzicht voldoende. Zulke beweringen schaden z.i. slechts het openbaar onderwijs. Waar er hier geen enkele gehuwde onder wijzeres is, vecht men tegen iets irreols. Spr. hoopt, dat practiseh inzicht alleen hier zal leiden, geen politiek of wat ook. Mevr. v. ITALLIE: en omgekeerd ook. De beer KNUTTEL gelooft niet aan eenige overtuiging in aangelegenheden deze. Maar toch wil hij zijn stem doen hooren. Met welk recht mengt do overheid zich in de burgerlijke positie der ambtenaren? .Waarom dan b.v. ook niet de vrouwen, die te veel zijn, te verdoelen? Het zou voor rechts, als handhaver van liet huwelijk, z.i. zelfs eerder in de ljjn liggen een toeslag te geven aan de gehuwde onderwijzeres. Maar men geeft ontslag. Dit ontslag gaat in tegen de maatschappelijke ontwikkeling, die eischt medeleven der vrouw met de maatschappij. Dat het vrije huwelijk zoo bevorderd wordt, staat b\j hem vast, waar dit toch reeds toeneemt. Waar dit een surrogaat is, wil hij dit niet bevorderen, al vindt hij het niet onzedelijk. Gevolg is ook als vanzelf; be perking der geboorten. Zwangerschapsverlof is slechts een kwestie van vervulling der vrouwelijke natuur, waar voor alles moet wqkert Enkele genoemde argumenten ter besten- ding neemt lig over, deze nader toelichtend. l>e heer v. HAMEL vraagt, of teruggaven van gestorte peiwnoenspremie mogelijk is voor de huwende en daardoor ontslagen onderwijzeres? De heer GROEN EVELD weet, dat rechts geheel voor dit voorstel zal etemmen, hoewel de consequentie andera eischt, daar rechts toch in hoofdzaak steunt op den kleinen middenstand, waar de vrouw hard meehelpt in do verdiensten. Do heer WILBRINK: acht hot ontslag alleszins gerechtvaardigd, waai' de gehuwde onderwijzeres nimmer zich geheel kan geven aan haar taak op school, wil zij het gozin niet verwaarloozen. Spr. ontkent, dat De Savornin Lohman in deze materie afweek van spr. s partij thans. Wethouder MEIJNEN zegt; Volgens het Kon. besluit van 13 Maart 1924 worden vrouwelijke Rijksambtenaren, die in het huwelijk treden, met ingang van den dag van haar huwelijk, eervol uit 's Lands dienst ontslagen. Reeds de con sequentie brengt mee, dat d© lijn wordt doorgetrokken en dat ook aan de onder wijzeressen, die in het huwelijk treden, ont slag worde verleend met ingang van den dag van haar huwelijk. 'De R^ks-Regeering zelve heeft evenwel om twee redenen do lijn niet consequent doorgetrokken tot de huwende onderwijzeres; lo. omdat de onder wijzeressen met worden aangesteld door het Rijk, maar door de. Gemeenten en 2o. om- Rat sommige onderwijzeressen, n.f. dé Pover*- tallige, ook met worden gesalariëerd door het Rijk, maar door de Gemeenten. Daarom meende de Regeering de zaak van het ontslag aan do huwende onderwijzeressen te moeten overlaten aan de Gemeentebestu ren en zich te moeten beperken tot het wegnemen der belemmerende bepalingen, die tot dusver bet geven van ontslag aan huwen de onderwijzeressen bemoeilijkten. Onderscheiden Gemeentebesturen hebben dan ook reeds van de hun door de wet van 28 Mei (Stbl. 207) verleende bevoegdheid gebmik gemaakt om voor hun Gemeenten zulko vaste regelen te stallen, of voor te bereiden. Do Leidsche Gemeenteraad behandelde op 20 Sept. 1917 een concept-voorstel van B. en \V. tot regeling vspi den rechtstoestand der ambtenaren in gemeentedienst. De laatste alinea van art, 26 van dit concept, bevatto de bepaling, dat aan vrouwelijke ambtenaren eervol ontslag uit hare betrekking zou wor den verleend, met ingang van den dag, waarop zg in het huwelijk treden. Door ror. v. d. Eist was, bij amendement, voor gesteld, deze aline3 te schrappen en dus de huwende ambtenares in haar functie te handhaven. Dit amendement verwierf even wel slechts 10 stemmen. Met 18 van de 28 stemmen vereenigde de Raad zich met het praeadvies en stelde zich dus al? werk gever- op tiet standpunt, dat het belang van den dienst zich verzette tegen de hand having zijner ambtenaren, die in het huwe lijk treden. Uit het aantal uitgebrachte stem men blijkt reeds, dat hier geen stemming plaats had van rechts tegen links: onder scheidene Raadsleden van de linkerzijde werkten tot dit besluit mede. Indien er in 1917 aanleiding was om aan ambtenaressen, bij huwelijk, eervol ont slag te verleenen, dan is or thans zeker minstens evenveel aanleiding om, in dezelfde gemeente, bij huwelijk ontslag te geven aan onderwijzeressen. Be logische consequentie brengt dit mee. Onderwijzeressen zijn ook ambtenaressen en in de omstandigheden, die zich na het huwelijk in den regel voordoen, zou het vaak nog minder bezwarend zijn, gehuwde ambtenaressen in dienst te houden, op bu reaux b.v., dan aan gehuwde onderwijzeres sen den arbeid in haar klassen te blijven opdragen. Ook met het oog op die consequentie doen B. en W. dit voorstel. Zij hebben het nu in gediend, omdat het thans mogelijk is, do aangelegenheid zakelijk en objectief to bespreken, nu er geen bepaalde personen in het geding zijp. Wij zijn van oordeel, dat de gehuwde vrouw haar levenstaak heeft in baar gezin en dat een normaal gezinsleven niet mo gelijk is, indien de vrouw een hoofdbe trekking buiten haar gezin vervult. Doch ook vanneer men den principieel en kant van het vraagstuk van deo arbeid der vrouw buiten beschouwing laat, eischt het gemeentebelang, dat (te onderwijzeres bq huwelijk haar functie neerlegt. Daar is ton eerste: het belang van het onderwijs. Geen Raadslid zal ■ontkennen, dat het een gewichtig onde:> wijsbelang ie, den gerejrelden g<mg van net onderwijs zooveel mogelijk le verzekeren en zooveel mogelijk tegen absenties van het onderwijzend personeel te waken. Als een leerkracht, die de kinderen harer klasse, velo ouders, hun omstandigheden, het leer plan, den leergang, de methodes kent, ge ruim en tijd moet absenteeren en gedurende haai- afwezigheid moet worden vervangen door een tijdelijke leerkracht, die weken lang nondig heeft om zich, en dan nog maar eemgszins van di© allen en dat allee op de hoogte te stellen; en waaneer dan die tijdelijke leerkracht, nadat het haar mis schien gelukt is, zich eenigermate in te werken, zich weer terug moet trekken en haar teak weer moet overdragen aan de absente leerkracht, die weer teruggekeerd is, dan veroorzaken zulke mutaties hinder lijke stoornissen in de klas, tot schade voor de leerlingen en tot schade voor de school. Blqfft de onderwijzeres, bij huwelijk, in functie, dan zal, als alles welgaat en nor maal gaat, langdurige stoornissen, door lang durige absenties te wachten. Treedt zwanger schap In, dan is te zijner tijd een afwezigheid van 4 maanden het uiterste minimum. Ik wijs er nog op, dat de wettelijke voor schriften voorzien in het geval, dat wegens zwangerschap een verlof van IV2 jaar of neg langer noodig is. Op zichzelf is de oorzaak dezer absenties een verblijdend verschijnsel te achten, maar voor het onderwijs zijn ze slecht. Want is reeds, blijkens een ingesteld on derzoek over 1925 bij het personeel der openbare scholen alhier, liet absentccren on der de onderwijzeressen V/3 maal zoo sterk als bij de onderwijzers de 101 mannelijke leerkrachten 1182 ziektedagen, dus gemid deld 11.7 dag, de 66 vrouwelijke leerkrachten verzuimden 1196 dagen dus gemiddeld 18.1 dag; enquêtes elders ingesteld, hebben aan getoond, dat het aantal verzuimen bij de gehuwde onderwijzeiessen weer veel talrij- ker is dan bij de overige leerkrachten. En passant wijs ik er nog cp, dat dc ver vanging door lijdelijke leerkrachten van onderwijzeressen, die weken-, ja maanden lang absenleercn, van de Gemeente niet on belangrijke uitgaven vergt. Gedurende die absenties is salarieering van twee personen noodig. t' ls dus geen wonder, dat, toen eenige jaren geleden, dc Ycreeniging van Hoofden van Scholen in Nederland, aan haar leden, voor het overgroote deel Hoofden van Open bare Scholen, om hun oordeel vroeg over de toelating der gehuwde vrouw in dc school, het aantal Hoofden, die zich tegen die toe lating verklaarden 71/* maal zoo groot was als het aantal dergenen, die voor toelating waren. Bij dit referendum sprak dc ervaring van onderwijs-mannen zich uit. In de 2de plaats, beoogen B. en W. met hun voorstel ook een maatschappc- 1 ij k belang. Blijft dc huwende onder wijzeres in functie en dus ook in het genot van haar salaris, dan komt er in haar gezin een dubbel inkomen, het inkomen van haai man en haar eigen inkomen. Dit moge voor de betrokkenen, uit financieel oogpunt aan genaam zijn, juist en billijk is dit toeh niet: niet juist, omdat toch op den man de taak rust, le zorgen voor liet onderhoud van zijn gezin; cn niet billijk tegenover zooveel on derwijzers en onderwijzeressen, die maar geen betrekking kunnen krijgen, het dus nog niet tot een enkel salaris kunnen brengen en dientengevolge nog ten laste blijven van hun ouders of familie. Dit klemt te meer in een lijd dién wij beleven, nu er bij bet on derwijs zoo vele overcomplete leerkrachten zijn en nog zullen kómen. ik weet wel, dat er, wal dat dubbele in komen betreft, gevallen kunnen zijn, waarin het salaris van de gehuwde onderwijzeres niet gemakkelijk gemist kan worden. Maar dat zijn uitzonderingsgevallen. Ik wil in de derde plaats wijzen op hel lang Viet denkbeeldig bezwaar, dat het Ge meentebestuur, door de huwende onderwijl zeres te handhaven, te veel van haar krach ten zou vergen, door haar, die reeds de veel eischende zorg voor haar gezin en haar huis houding heeft, ook nog le blijven opdragen de volledige, veclcischcnde zorg voor een klasse. Dat zou kunnen leiden tot groote schade voor de vrouw zelve, voor haar ge zin, voor haar leerlingen en voor de school. En voor dat gevaar zou het Gemeentebestuur dat dc onderwijzeres handhaafde, mede-ver antwoordelijk zijn. De wet verbiedt toch opk, dat een onder wijzer handel drijft of nering doel; dal hij andere ambten of bedieningen op zich néémt. Er is gesproken over „terugzetting" der vrouw en over aantasting haver rechten. Als een jonge vrouw baar functie moet prijs go- ven op den dag, dat zij haar ideaal verwe zenlijkt zidt, is cr dan sprake van „terugzet ting"? Hier is louter promotie. Haar be voegdheden hebben voor haar, zooals voor alle andere bezitters, groote, maar dan toch nooit meer dan tijdelijke waarde; waarde voor een kortere of langere periode, om daar door te komen tot een "middel van beslaan. De geldelijke bedragen, die haar opleiding heeft gekost, hebben geleid tot het genot van een behoorlijk salaris, zoolang liet noodig was. De inspanning, die hel verwerven der bevoegdheden van haar vroeg, heeft meege werkt tot haar vorming; de kennis, die zij heeft verworven, de ontwikkeling, die zij heeft bereikt, de ervaring, die zij in de school heeft opgedaan, zijn geen verloren goederen, maar komen haar bij de vervulling harer nieuw* levenstaak te pas en haar gezin ten goede. En wal betreft dat aantasten van dc be langen en de rechten der betrokken perso nen, antwoord ik, dat, in gevallen als het onderhavige, waarin gekozen moet worden tusschen individueele belangen cn gcmccn- schaps-belangcn, de belangen der gemeen schap het zwaarst moeten wegen cn de be langen van het individu daarvoor móeten wijken. Spr. citeert prof. Kohlbrugge, dc heer Schaper, dr. Horst etc. De Ilaod heeft het niet in zijn macht, alle misstanden op dit terrein Ic verwij deren. Maar, zooals hij in 1917 gedaan heeft ten opzichte der ambtenaressen in dienst der Gemeente, zoo heeft hij het van daag in zijn macht, althans op één terrein, dc openbare school, misstanden le voorko, men. Is dit standpunt alleen in te nemen door menschen van rechts? Ik meen van niet, ik ben van oordeel, dat deze dingen weinig te maken .hebben met part ijbelangen, maar grootendee's b.cheersclil worden door ge zond verstand en nuchterheid van blik; Zie naar Rotterdam in 3907. Ten slotte moge ik in dit verband mei in-j genomenheid en met erkentelijkheid, nog wijzen op twee gebeurtenissen in den Lejd- sehen Raad. Toen, in 1912, in deze Raad werd behandeld het voorstel van B. en W, om aan de gehuwde (niet de huwende) on-r derwijzcres- mej. v. d. Laan, ontslag te ge-, ven, had dc toenmalige Wethouder van On derwijs, de lieer van Hainel, bezwaar zijn stem aan d i t voorstel te geven, al spr. in principe geen Voorstander van de ge\ trouwde vrouw in de school en al erkende hij, dat daar veel tegen te zeggen was, maar tevens sprak hij er zijn voldoening over uit, dat de heer Aalberse, evenmin als hij m deze zaak een p art ij zaak had gezien. En toen in 1917, beslist moest worden, over het amendement van der Eist, Werd dit amendement verworpen met 18 legen 10 •temmen en besliste de Raad, dat aan vrouwelijke ambtenaren in dienst der Ge-i mcente, die een huwelijk aangaan, eervol ontslag zal worden gegeven met ingang vaii den dag van haar huwelijk. Tot de 18 Raadsleden, die hun stem aan dit besluit gaven, behoorden ook zeven leden van de linkerzijde, de he er en: v. d. PoL Reimeri n- ger, Lerdmans, Jaeger, Harteveït, De Boer cn Fischer. Nog merk ik op, dat het wonderlijk aan doet. dat van dezelfde zijde, vanwaar men den Staat steeds aanspoort, diep in te grij pen in de vrijheid tot werken van arbefr ders en ook arbeidsters, men, wanneer hefi de toelatiüg der gehuwde vrouw tot de een of andere betrekking betreft, zegt: Ik ont zeg u het recht om een dergelijke verbod^ bepaling te maken. In elk geval kan men nog veel eerder billijken, dat d c we rkgevcr in diö belemmerende richting optreedt, dan dat de wetgever dit doet. Zooals de Staat bijv. tegenover de hü* wende ambtenares niet als wetgever, maar als werk gever staat, zoo staat het Ge meentebestuur tegenover de onderwijzeres ook als werk gever. Wel degelijk mag de werkgever in easu het Gemeentebestuur bcoordeelen of hij,; door bepaalde personen in dienst te ne men of te honden, schade aan die personen' doet en de gezinnen van die personen in den grond boort. Theoretisch is ontslag aan ccn onderwij zeres mogelijk, pvaetisch vrijwel niet. De soepelheid van Utrecht zal hier niet mo gelijk zijn. Overgenomen wordt de bepaal de vorm van de wet, anders niet. Teruggeven van gestorte pensioenpiemies is wettelijk niet mogelijk. De wet geeft ook aan tot 45 jaar, dus daaraan zijn we even zeer gebonden. Mevr. v. ITALLIE en de heer SIJTSMa dienen een amendement in, waarin socpel.- heid mogelijk wordt door te bepalen, dat ontslag kan worden verleend, niet wordt verleend. Wethouder R.EIMERINGER motiveert; zijn stem tegen het voorstel van B. en W« Zijn houding is sinds 1912 niet veranderd* De VOORZITTER raadt aan het amende ment der vrijz.dem. in te trekken, daaT dit onbestaanbaar is. Stem dan liever het voor stel af. Mevr. v. ITALLIE trekt het amende* ment in. Ark 1 wordt aangenomen (na re pliek van enkele leden) met 1615 stem* men. Tegen dc gansche. linkerzijde. Art. 2, le lid wordt z.h.st. aangenomen, 2de lid met 26—5 stemmen. De gansche verordening wordfi z.h.st. aangenomen. 27o. Voorstel: a. om de aan de gemeente verschuldigde annuïteiten voor een G-taï premi» bouwplan nen, vanaf I April 1926 te berekenen, met inachtneming van een rentevoet van 5 pOt. b. om Burg. en Weth. te machtigen lep uitvoering van liet sub a genoemd besluit het noodige te verrichten; c. tot vaststelling van den desbelreffendeit be groot ingsstaal. (33 en 39) Conform besloten. 28o. Voorstel inzake dc goedkeuring vjiit eenige door Burg. cn Weth. genomen maat regelen in verband met de arbitrale uit* spraak in het geschil tusschen de vereeni- ging „Tuinsladwijk" en de aannemers van haar eerste bouwplan. (56) Conform besloten. Spocdeischcnd stellen B. en W. voor de post voor kasgelden te verhoogen met 1 inilliocn. Conform besloten. Rondvraag. De heer GROENEVELD dringt op spoed auin inzake den bouw op den hoek Hooge- woerdKorevaarstraat en op 't zelfde ten aanzien van het wandelpark aan den Morschweg. De VOORZITTER zegt, dat spoed be* tracht wordt. In ?t laatste zelfs de meeste spoed. Tenslotte ontspint zich cenig debat ove» het officieele raadsverslag, dat B. en W* ter bezuiniging nog verder willen bekor ten, terwijl de S.D.A.P. daartegen bezwaar maakt. Hierna sluiting. RECLAME. Foster's Maagpillen regelen de lever eii wekken de maag op. Zij genezen verstop ping, slechte spijsvertering, maagpijn en galzucht Hcudt uw gestel Ln orde uw. geest helder en uw lichaam flink door nu en dan een dosis Foster's Maagpillen lei gebruiken. Prijs per flacon van vijftig versuikerde pillen f 0.65; in apotheken en drogistzaken. 113

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 6