No. 20229.
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 22 Februari
Tweede Blad.
Anno 1926
DE VUILVERBRANDING.
BINNENLAND.
Aspirin-iablettenOoyei.
N eus verkoudheid
O x a n
FEUILLETON.
Het Geheimzinnige
Telefoongesprek.
Wat leert de ervaring hier te lande en in
het buitenland ons omtrent de
vnilverwijdering
door den heer K. DILLING,
bud-inspecteur der Ned. Heide-Maatschappij.
IV.
De toepassing van het ontginningssysteem.
Dit stelsel wordt algemeen als nieuw aan
gemerkt. Hoewel het voor ons land, wal de
manier van toepassing betreft, inderdaad
nieuw is te noemen, is het uit den aard der
zaak oud, omdat evenals voorheen bij het
mestbereidingsbedrijf de afvalstoffen land
bouwkundig worden benut. De praktische
Chincezen zouden er eenvoudig van zeggen,
dat men gelukkig leruggekeert op het goede
pad, waarvan men tijdelijk wilde afwijken.
■Geen volk ter wereld toont beter besef te
hebben van den natuurlijken kringloop der
dingen dan de zonen van het Hemelschc
.Rijk. Vernietiging van mest beteekent voor
hen misdaad, zelfvernietiging. Lees hier
omtrent het schitterende werk van wijlen
den groolen Amerikaan King. In die Frau
■und das Sozialismus spreekt de groole
Staatsman Bebel zich eveneens krachtig uit
icgen de vernietiging van stadsvuil.
I-Iet door Prof. Van Loghum beschreven
(systeem Beccarie beoogt eveneens land
bouwkundige aanwending, doch ook daarbij
is de bewerking te omslachtig en daardoor
'4e duur.
:Bij de uilvoering van iedere nieuwe zaak
ondervindt men moeilijkheden, die in dit
geval echter eventueel uitsluitend van tecli-
nischen aard zijn. Landbouwkundig zijn
geen onvoorziene moeilijkheden meer te
vreezen, immers het nieuwe van dit- stelsel
bestaat, alleen daarin, dat geen sorleering
jder afvalstoffen meer behoeft plaats te heb
ben, speciaal waardelooze gronden het
•meest geschikt zijn en deze alleen door die
afvalstoffen tot de meest waardevolle cul
tuurgronden zijn te maken.
De voorlaan onnoodige sorteering maakt
dit stelsel tot de meest hygiënische en ko
men de arbeiders dus niet meer op zoo vieze
wijze als vroeger bij het composlbedrijf, er
mede in aanraking. Tevens wordt daardoor
een besparing van duizenden guldens ver
kregen, terwijl door-het gebruik van alle af-
valstoffen de Gemeente van al het vuil
wordt afgeholpen.
Afgevoerd wil dus zeggen: verlost van al
den hinder en gevaar, dat men tot heden
ondervond.
Als scherpe tegenstelling wijs ik er op, dat
bij diet composlbedrijf slechts een klein ge
deelte van het vuil was af te voeren en zelfs
bij verbranding nog duizenden M3. als niet
verbrandbaar op andere wijze moeien wor
den verwijderd.
Dit stelsel heeft dus zeer veel voor boven
andere stelsels.
.Hoewel de praktijk heeft bewezen, dat het
fian alle te stellen hygiënische eischen vol
doet, is het toch van zeer groot belang, dat
de aangehaalde congresresolutie is geno
men', omdat daaruit blijkt, dat landbouw
kundige bemesting met stedelijke afvalstof
fen ook op wetenschappelijke gronden aan
beveling verdient.
•Bij de keuze van een afvoerstelsel kan
deze resolutie dus als leidraad dienen.
In het algemeen verouderen resolutie's,
doch met de onderhavige is dat niet het ge
val, vooral in verband met de ongunsligen
tinancieelen en economischen locstand van
onzen tijd.
•Uit het advies van de h.h. Dr. Coebergli
cn Dr. Dufau aan de Gemeente Bussum
•blijkt, dat de hygiënisten dezelfde resolutie
nog onderschrijven, dat nl. tegen toepassing
van het vuilverwijderingslandbouwbedrijf,
hoewel de daartoe te gebruiken gronden
a'daar aan de openbare zweminrichting
■grenzen, absoluut geen bezwaar bestaat.
Ook is het mij bekend, dat verschillende
Gezondheidscommissies in ons land een zeer
gunstig oordeel over dit.stelsel hebben.
Om U een zoo duidelijk mogelijk beeld le
geven van de meest economische wijze,
wijze, waarop de ontginning voor de groole
•Goden is uit te voeren, vermeen ik dit in
volgende onderdeden te moeten behandelen.
a. benoodigde en voor ontginning ge-
hikte gronden;
b. vervoer per schip of spoor van de dage
lijks te verzamelen afvalstoffen;
c. het lossen der vuilniswagens en het
laden der wagons;
d. hel lossen der wagons, overladen in
smalspoorwagens en vervoer naar de land-
bouwvelden;
e. grondbewerking, bemesting en culti
veering;
f*exploitatie der ontgonnen gronden;
g. middel legen den trek van het platte
land naar de sleden en welke beleekenis
aan de ontginning uit dit oogpunt moet wor
den toegekend.
ad a. Voor landbouwkundige verwer
king der afvalstoffen zijn de lichte, schrale
en geheel steriele, maar vooral dóórlatende
zandgronden het meest geschikt, omdat in
dien grond eenerzijds vertering der organi
sche s'.offen snel geschiedt, anderzijds door
totaal gemis van humus aan zware bemes
ting juist groote behoefte bestaat, hetgeen
met het oog op het stelsel als vuilverwijde-
ring van hel meeste belang is. Immers is het
mogelijk om op die wijze op een relatief
kleiner oppervlak meer afval te verwerken.
Bedoelde gronden zijn niet in de naaste
omgeving van de groote steden, waar ten
gevolge van de groole kwantums vuil het
vraagstuk het meest brandend is, gelegen,
zcodat die'elders moéten worden gezocht.
Hiervoor biedt de groote oppervlakte
woeste grond in ons land volop gelegenheid.
Als men nagaat, dat volgens onze sta
tistiek in ons land nog ongeveer 460.000
H.A. woeste gronden zijn, behalve de moe
rasgronden, is de vraag overbodig of er voor
dal doel volgende gronden beschikbaar zijn.
Hoeveel oppervlakte heeft b.v.b. een stad
als Den Haag noodig?
Benoodigd zijn per jaar circa 40 H.A.;
versch bedekt met een laag van circa .80
c.m .(ongeveer 300.000 M3. per jaar). Deze
slinkt in tot ongeveer 25 30 c.m. Aanne
mende, dal de grond na 10 jaar een nieuwe
bemesting noodig heeft, is dus voor Den
Haag een oppervlakte van ongeveer 400
H.A. ruim voldoende, behoudens de groo-
tere oppervlakte, die noodig is door den be
volkingsaanwas. Bij een aanwas van circa
6000 inwoners op een bevolking van 400.000
is dus jaarlijks op een oppervlakte van
6 H.A. meer le rekenen, zoodal een reserve
van 200 H.A. voot ongeveer 30 jaar toerei
kend is. Een zeer belangrijke factor is de
economische ligging van het terrein, omdat
de vervoerkosten de economie van het
systeem groolendecls beheerschen. Hoe kor
ter de afstand is. hoe gunstiger financieele
uitkomst wordt verkregen. De woeste gron
den zijn ten opzichte van de groote sleden
niet ongunstig gelegen en voor iedere ge
meente op zichzelf zijn wel geschikte terrei
nen le verkrijgen.
Hoewel liet om technisch-econognische en
financiëele redenen gewenscht is, dat de
benoodigde gronden aaneengesloten zijn ge
legen, is uitvoering echter ook zeer wel mo
gelijk, wanneer men op meerdere terreinen
is aangewezen. Alleen zullen daarmede
extra kosten-gemoeid zijn voor verplaatsing
van machines enz. en aansluiting aan den
spoorweg.
ad b. Hel vervoer der afvalstoffen is
zoowel per schip als per spoor mogelijk,
doch hoe gunslig sommige sleden ook aan
vaarwater zijn gelegen, moet van vervoer
per schip worden afgezien, omdat dit ver
voer te onzeker is met het oog op stremming
der vaart door vorst. Dit bezwaar zou wel te
ondervangen zijn, door nl. de afvalstoffen in
de naaste omgeving van de stad tijdelijk op
te slaan. In verband met het voordeeliger
transport te water zou een financieele bespa
ring te verkrijgen zijn, doch zooals gezegd,
moet hiervan ter voorkoming van mogelijke
slagnatie uitdrukkelijk worden afgezien. In
verband daarmede moet bij een te maken
kostenberekening het vervoer per spoor wor
den aangehouden.
Het is mij bekend, dat de Directie der
Nederl. Spoorwegen voor deze onderneming
groote belangstelling heeft, welke zij reeds
daadwerkelijk heeft bewezen, door een be
langrijke korting op hel tarief van vervoer
toe te zeggen. Deze belangstelling is zeer
verklaarbaar, omdat het hier niet alleen het
belangrijke en regelmatige vervoer van het
vuil betreft, maar bovendien zal het vervoer
van de gecultiveerde gewassen van beleeke
nis zijn.
Volgens mededeeling van genoemde Direc
tie is het beoogde vervoer van de dagelijks
te verzamelen afvalstoffen zeer goed moge
lijk. Juist omdat het hier een geregeld trans
port en een massaproduct betreft, is een
minilueus vervoer gemakkelijk in te stellen
omdat het transport voor iedere^^emeente
een afzonderlijken trein zal vormen en het
vuil vervoer als een aparte dienst is in le
stellen. De afvoer kan naar wensch geschie
den, d.w.z. zoowel 's avonds direct na afla
ding van den (rein als 's morgens in de
vroegte. In beide gevallen is de trein tijdig
op de plaats om gelost te worden. Volgens
mededeeling van de Directie der Spoorwe
gen levert het geen bezwaar op, dat iederen
dag niet hctzolfde aantal wagons wordt ge
bruikt, zoodat voor de berekening van het
aantal betioodigdefwagons per dag, de factor
1/300, nl. het aantal werkdagen per jaar van
de jaarlijks tc verzamelen afvalstoffen, is
aan te houden.
De bedrijfsleiding bij de P.T.T.
De Minister vóór een
directorium.
In antwoord op de vragen van den heer
Boon, betreffende de leiding van het Staats
bedrijf der Posterijen, Telegrafie en Tclefo-
deelt de lieer Bongaerts minister van Water
staat het volgende mede:
Het antwoord op de vragen van 18 No
vember 1925, dat reeds geruimen tijd ter in
zending gereed ligt, houdt in een verwijzing
naar een bij de memorie van antwoord op
de Postbegrooting 1926 gevoegde Nota, waar
in uitvoerige mededeel ingen omtrent do
hoofdlijnen der rcerganisatie, de bedrijfslei
ding en den postrand zijn vervat, en waar
in de drie vragen tevens reeds haar beant
woording hadden 'gevonden. Die memorie
lag Ier inzending iereed, toen de vragen
door ondergeleekenje werden ontvangen,
doch de inzending Kon niet geschieden van
wege de crisis. Uiteraard kan ook thans
niet daartoe worden overgegaan, omdat
ondergeteekende dienaangaande aan zijn
evenlueele ainblsopvolger de vrije hand
moet laten.
Omtrent zijn voornemen, om al of niet
de instelling ecner meerhoofdige directie tc
bevorderen, moet ondergeteekende zich, in
de huidige omstandigheden, cvenzoo van
antwoord onthouden. Ilij meent er nochtans
op te kunnen wijzen, dat voor hem in de
gedrukte rapporlen-Nolling en van Roijen,
die, ten einde een officicelen grondslag
voor de beslissingen le hebben door de re
geering zijn uitgelokt, de .groole meerderheid
der opvattingen duidelijk wijst op de nood
zakelijkheid van een directorium. Echter
moet hij hieraan toevoegen, dat op het rap-
port-Nolting voor den administratieven
dienst zoowel kan kloppen een éénhoofdige
directe, mits de directeur-generaal uit den
dienst van het Staatsbedrijf is betrokken,
als een meerhoofdig bestuur, waarin al
thans der gelijkgerechtigde leden uit diet
dienstvak afkomstig is.
Op 1 Juni 1925 is de heer ir. M. II. Dam
me, niet voortkomende uit het dienstvak, als
directeur-generaal opgetreden; indien met
zijn benoeming beoogd ware eens en vooral
omtrent den bedrijfsvorm le beslissen, zou
dit niet overeenkomstig het vorenstaande
zijn, hetgeen niet behoeft mede te brengen,
dat de waarde van eventueel gedane toezeg
gingen buiten beschouwing wordt gelaten.
Eenige weken na zijn optreden heeft on
dergeteekende de reorganisatie van het
Staatsbedrijf in groote lijnen onderzocht en
is hij omtrent den vorm der leiding tot een
conclusie gekomen. Daarbij heeft hij ge
steund op de bovenbedoelde officieele advie
zen en op het inzicht en de ervaring, welke
hij omtrent de oorzaken van de moeilijkhe
den, die zich bij het Staatsbedrijf in het
verloop der jaren achtereenvolgens hadden
voorgedaan, gedurende zijn langdurig Ka
merlidmaatschap, waarbij hij zich veel had
beziggehouden met aangelegenheden van
liet Departenment van Waterstaat, had ver
kregen; dienaande had hij geen advies van
den directeur-generaal of van eenig ander
hoofdambtenaar of ambtenaar gevraagd of
ontvangen.
Vervolgens heeft hij den directeur-gene
raal verzocht, zijn vrij langdurig verblijf bij
de internationale telegraafconferentie te Pa
rijs voor enkele dagen te onderbreken, ten
einde ook hem mondeling en persoonlijk
daarvan mededeeling te doen en levens uit
tc noodigen, zijn medewerking voor den
verderen gang der voorbereiding le verlee-
nen. Ofschoon de beslissing der Regeering
niet met zijn inzichten strookte, heeft de di
recteur-generaal met bereidwilligheid aan
een en ander dadelijk gevolg gegeven. Hij
heeft vervolgens, in samenwerking met
de heeren Duynstee en van Roijen, de bo
venbedoelde Nota, bijlage der Memorie van
Antwoord, voorbereid. Hij verklaarde zich
bereid om, mocht het tot een directorium
komen, daarvan deel uit te maken, met in-
achlneminge van zekere distincties. Op die
wijze zouden zijn werkkracht en zijn erva
ring omtrent bedrijfsleiding in algemcenen
zin bij spoorweg- en particuliere bedrij
ven in Indië opgedaan aan het Staatsbe
drijf ten goede kunnen komen, naast de
kennis, de ervaring en het inzicht omtrent
de nationale en intèrnationale postale toe
standen en verhoudingen van twee uit liet
dienstvak le betrekken directieleden.
De directeur-generaal acht het zijn plicht,
om de bestaande organisatie en de daarin
thuisbehoorende verhoudingen te bestendi
gen niet alleen, doch ook om binnen bet
hem bekende geen rekening te houden met
de mogelijkheid van daarin voorkomende
veranderingen, zoolang Regeeringsvoornc-
mens tot wijziging.van den bedrijfsvorm nog
•niet de sanctie hebben, die deze behoeven
om grondslag van beleid te kunnen vormen.
Dienvolgens wordt sedert de maand October
1925 de bedrijfsleiding gevoerd in een vorm
en op een wijze, die niet strookt met het
inzicht en de wenschen, die de Regeering
dienaangaanclé heeft, doch waarin zij. we
gens de crisis, moest berusten. Het behoeft
geen betoog, dat deze toestand zijn bedenke
lijke zijde heeft en dat de voorbereiding van
vele noodige ingrijpende reorganisatiemaat-
regelen daardoor zeer aanmerkelijk wordt
vertraagd.
Naarmate de crisis langer duurde, deed
zich het bezwaar meer gevoelen. Onderge
teekende zag zich herhaaldelijk verplicht,
zelfstandig zijn houding te bepalen en be
slissingen te nemen, zonder daaromtrent
eenig advies le vragen of te volgen, ook niet
van den directeur-generaal. Die positie werd
voor ondergeteekende zeer moeilijk, ook in
verband met den lijd en de aandacht, die
hij aan andere dringender aangelegenheden,
o.a. in verband met den watersnood, moest
en wilde wijden. In Januari kwam onderge
teekende voor enkele voldongen feiten le
slaan, die hij maar uiterst bezwaarlijk voor
zijn verantwoording kon nemen. Na rijp
beraad besloot hij, den directeur-generaal
naar builen niettemin met zijn verantwoor
delijkheid te dekken, doch levens in te grij
pen en tijdelijk zclf#de teugels volledig in
handen te nemen en een regeling te treffen,
waardoor hij een herhaling van dergelijke
crisismoeilijkheden niet meer zou hebben le
vreezen.
Ilij gaf den heer ir. Damme een maand
verlof, met opdracht zelf dc dienstwaarnc-
ming op de gewone wijze te regelen, doch
toen deze bij herhaling weigerde zich daar
naar te gedragen en zich aldus een gezags
kwestie aandiende, ontstond voor onderge
teekende hierin aanleiding den heer ir.
Damme tijdelijk (gedurende de maand Febr.)
ontheffing van de uitoefening van zijn ambt
te verleenen. Deze berichtte hem daarop,
dat hij, om in bet belang van het bedrijf
verdere mogelijke complicaties te vermijden,
voorshands niet meer ten Hoofdbesture zou
verschijnen, zulks echter onder protest en
voorbehoud van al zijn rechten. Hiermede
was, voor zoover dit deel betreft, door ir.
Damme van zijn kant aan de bedoeling van
ondergeteekende voldaan. Krachtens art. 1
van liet Koninklijk besluit van 31 December
1919 No. 73 trok hij voorts bij zijn beschik
king alle beslissingen in zake de leiding aan
zich. Krachtens art. 11 van hetzelfde besluit
belastte hij drie hoofdambtenaren met de
voorbereiding van zijn beslissingen, onder
zijn onmiddellijke bevelen en rechlslreek-
sche verantwoordelijkheid, onderscheiden
lijk voor aangelegenheden van postalen,
lechnischen en geldelijkcn aard.
De uitoefening van de Iinfctic van direc
teur-generaal werd aldus tijdelijk gesplitst en
voor zoover het beslissingen betreft, bij den
ondergeteekende gebracht, en, voor zoover
RECLAME.
Kou gevat?!
Onmiddellijk maatregelen nemen
en
In origineele verpakking met den -
oranjen band gebruiken. Daarna
onder de wol en flink zweeienl
kan direct onderdrukt worden door
het opsnuiven van
(Aspirin-Snuif)
heerlijk verkoelend
1083
het behandeling van loopende zaken betreft,
verdeeld over 3 hoofdambtenaren.
Het is zeer juist, dat het geenszins in do
bedoeling van ondergeteekende lag, het
prestige van den directeur-generaal te schok
ken,- doch het was evenmin zijn bedoeling,
zijn eigen prestige in het gedrang te laten
komen. Indien de directeur-generaal de ver-
houdingen cn moeilijkheden van den beginne
af in het juiste licht had gezien, ware de
prcstige-kwestic in het geheel niet aan dö
orde gekomen. Niemand op het hoofdbureau
wist, dat ondergeteekende den directeur-ge?
neraal verlof had gegeven, vóórdat lot voren-,
bedoelde beschikking moest worden overge?
gaan.
Het ligt niet aan ondergeteekende. dat
deze aangelegenheid naar builen niet binnen
de kleinst mogelijke grenzen is gehouden.
Een gepaste deferentie voor de Minislerieelc
verantwoordelijkheid cn het inzicht om on
vermijdelijke tijdelijke moeilijkheden mei
kalme wijsheid te onderscheiden en zich
daaraan aan te passen, zouden de slroefljeid
van een formeel correcte houding volledig
hebben kunnen corrigeeren.
Het is niet juist, dat de ondergeteekende
door de. regeling omtrent den dienst tijden;»
de afwezigheid van den lieer Damme een
directorium heeR voorbereid, zooals reed?
uil de bovenstaande uiteenzetting dienaan
gaande duidelijk zal zijn. Overigens acht hiï
het in overeenstemming met een goede con
stitutioneel practijk om zich, in de huidige
omstandigheden, zijn definitief standpunt
omtrent den vorm der bedrijfsleiding voor le.
behouden.
Als er iels is, waaraan het Staatsbedrijf
geen behoefte heeft, dan is het een commis
sie van onderzoek omtrent personeelsver-
houdingen bij het Hoofdbestuur. Ook onder*
geteekende heeft daaraan geen behoefte.
Veeleer bestaat er grond voor waardeering
en aanmoediging Ier zake van het vele eo
goede werk, dat aldaar van hoog tot laag met
veel ijver en intelligentie werd en wordf
verricht. Ondergeteekende stelt zich tot taak
te bevorderen, dat daarbij ook de wijsheid
tot haar recht komt, opdat continuïteit, ob
jectiviteit en rust in het bedrijf en in de lei*
ding gewaarborgd zijn. Ondergeteekende narn
en neemt zooveel mogelijk de maatregelen,
welke, naar zijn meening, tot dit doel kun*
ncn leiden.
De Staatsbegrooting voor 192G.
Een wetsontwerp is ingediend tot wijzi
ging van de instructie der Algemeen©
Rekenkamer, dat de strekking heeft om,
zoolang de goedgekeurde besluiten tot
vaststelling van de Staatsbegrooting nic*
in het Staatsblad zijn geplaatst, de be?
grooting van het aan het betrokken dienst*
Gil het leven van den beroemden Engelschen
detective HERBERT PORTER.
Vrij bewerkt naar het Engelsch door J. H.
(Nadruk verboden).
4)
,,Nu ja, dat is toch verklaarbaar; ik stel
me zoo voor, dat wanneer twee zware
'it.hamen er op gevallen zijn...."
..Dan zouden de schroeven kunnen a f-
/e knapt zijn; maar niet losgedraaid!"
„En wat concludeert u daar dan uit?"
vtocg de doctor gespannen.
„Dat het toestel opzettelijk losgeschroefd
is cn systematisch kapot gemaakt."
„Om den indruk van een voorafgegane
worsteling te wekken?"
„Misschien. Maar waarschijnlijk om een
andere reden. Hebt u ook wel 's nachts aan
uw uitvinding gewerkt?"
„Iederen nacht."
Ze bevonden zich thans in de Friedrich-
slrassc bij het station. „Hier bent u waar
u wezen moet. In ..Continental" zult u wel
een uitstekende kamer vinden. Goeden
nacht."
De natuurkundige ging met loome schre
den op het hotel toe. Herbert Porter keek
hem na. Toen hij in de vestibule verdwenen
•J^3' ÉRn£ °°k de detective zijns weegs....
Hij sloeg den weg weer int dien hij zooeven
•jcicomcn was; naar de woning van Dr. Carl
AiOebe, -
Don volgenden dag logon twaalven zocht
Herbert Porter zijn client in het hotel op.
„Ik heb u een hceleboel te vertellen," zei
hij; „maar ik zou jokken, als ik zei, dat de
zaak mij al heelmaal duidelijk is geworden.
In ieder geval: ik heb kunnen vaststellen,
wie de dame is."
„Hoe bent u daarin geslaagd?"
„Zooals ik vooruit wel dacht: door het
Iceken in den rand van het horloge. Dc eer
ste de bcsle horlogemaker, wiens zaak ik
binnenstapte, was wel niet de man, dien ik
hebben moest, maar hij kon mij toch direct
zeggen wiens firma-teeken het was. Tien
minuten later had ik den naam. Het is een
juffrouw Emma Hellherg, Fasanenstrasse in
Schöneberg. Ik ben direct naar de woning
van het slachtoffer gegaan en vond daar een
dienstmeisje, dat huilde en jammerde en
doodclijk bang was, omdat haar meesteres
gisteravond om zeven uur het huis verlaten
en niet teruggekomen was. Ik heb haar mee
genomen en haar liet lijk laten zien; het
was Fraulein Hellberg. Het meisje viel bijna
flauw. Ik heb haar gevraagd of zij ook wist
of haar Fraulein met een of anderen man in
betrekking slond? Neen daarvan was
haar niels bekend. Ook naar uw naam heb
ik haar gevraagd. Daar had zij evenmin ooit
van gehoord. Daarop heb ik de correspon
dentie van de dame doorgezien onbelang
rijke briefwisseling met familieleden in
Zwitserland en in Saksen. Ja, haar Fraulein
was rijk, verleide hel meisje. Daarop vroeg
ik of zij ook wist waar juffrouw Hellberg
haar Bankrekening had. Ook dat wist ze niet
Dat kwam me, eerlijk gezegd, een beetje
vreemd voor. Maar vijf minuten later was ik
erd achter."
„Hoe lukte u dat zoo vlug?"
„Wetdat lijkt moeilijker dan Hel ïs.
Naast de telefoon hing een boekje met veel
gebruikte telefoonnummers. Ik behoelde niet
lang te zoeken: onder de D. vond ik het al
Dresdener Bank. Mijn volgend bezoek was
bij de directie van deze instelling.
Ja, Juffrouw Hellberg was in goeden doen,
men mocht wel zeggen, zij was rijk. Onder
verschillende posten, die regelmatig terug -.
keerden, was er een, die mij bijzonder inte
resseerde: op 10 October heef Fraulein Hell
berg een cheque afgegeven van vijf en ze
ventig duizend Mark, die door een onbeken-
j den heer is geïncasseerd. En nu heb ik nog
iels kunnen vaststellen, wat u persoonlijk
aangaat: Juffrouw Hellberg heeft gisteroch
tend om tien uur een telegram naar u ver
zonden
Loebe stond uit zijn fauteuil op en staarde
den detective ontzet aan. Aan mij
een telegram?Ik heb geen telegram ont
vangen en ik heb nog nooit van een juifrouw
Emma Hellberg gehoord...."
„En toch beweert de telegrambesteller u
persoonlijk het telegram te hebben overhan
digd."
„Maar, dal is.... in mijn woning?"
„Neen.... op de trap. Om tien minuien
over halfelf heelt hij een lieer getroffen,
wien hij het telegram gegeven heelt. En de
persoonsbeschrijving van dien heer klopt
met de uwe."
Dr. Loebe greep met de handen in hel haar
en zijn oogen keken als verdwaasd rond.
„Hoe luidde dat telegram in 'Hemels
naam?"
„Hier is hel." Herbert Porter haalde een
telegramformulier uit den zak en vouwde
het open. Dit telegram heeft juffrouw Hell
berg gisferochtend aan het bijkantoor in de
Sanbergersfrasse om tien uur afgegeven.
Leest u maar."
Do doctor nam het papier aan en las met
groote, verschrikte oogen:
Dr. Cart Loebe,
Alexanderstrassc 36, Berlijn.
Verwacht mij vanavond om S uur voor de
zaak in uw woning.
E. II.
Carl Loebe bleef een poosje op het papier
starc-n en schudde bedenkelijk het hoofd.
„De geschiedenis wordt steeds raadsel
achtiger, Mr. Porter," zei hij eindelijk met
lioesche stem. „Wie is Emma Hellberg? Wat
is „de zaak? Ik begrijp er absoluut niets
van."
„Het telegram wijst er in elk geval op, dat
er relaties bestonden tusschcn u en die
dame."
„Ik verzeker u
„De onderhandelingen kunnen schriftelijk
gevoerd zijn en dan is het denkbaar, dat
een ander de brieven van juffrouw Hellberg
in ontvangst heeft genomen en onder uw
naam heeft genomen en onder uw naam
heeft beantwoord."
„Maar de post kent mij toch cn zal de
brieven
„Men hoetl de brieven niet altijd per post
te verzenden. Men kan ze ook laten bezorgen
En die ze bezorgen moet, kan de brieven in
plaats van aan de geadresseerde, ook aan
een ander ter hand stellen. En die bezor-
g e r kan ook een bezorg ster zijn
„U denkt aan het dienstmeisje?,"
„Misschien."
„U houdt haar dus voor schuldig of in elk
geval voor medeplichtig?"
„Dat behoeft nog niet. Zij kan te goeder
trouw zijn geweest. Misschien stond zij on
der iemands invloed. Maar voor alle even
tualiteiten heb ik haar door dc politie laten
Vasthouden
„In 's HemelsnaamDc politie...»
Heeft de politie dc zaak in handen?"
„Er zat wel niets anders op. Maar ik ge
loof, dat u het voortoopig onderzoek, dal van
middag zat plaats hebben, met een gerust
geweten kunt te gemoet zien."
„Moet ik bij hel voortoopig onderzoek te
genwoordig zijn?"
Herberl Porter keek glimlachend naar lief
venster „Ik ben bang, dat u weinig keus
zult hebben."
„Wat bedoelt u daarmee?" zei dc ge
leerde verschrikt.
„Wel, u moet niet schrikken, maar da
uitgangen van het hotel worden door dc re
cherche bewaakt en hier op den corridor het
ik een paar heeren zien heen en weer wan
delen, die ook den indruk maken van tot dit
nuttige lichaam te behooren."
„Zullen ze me arresteeren?"
„Neen, ik heb gezorgd, dat dit niet ge
beurt. Maar ik beveel u dringend aan bel
hotel niet te verlaten vó6r u naar hel poli -
tie-onderzwek gaat. Ik kom cr ook bij. Tot
straks dus."
Hij had zijn hand reeds aan de kruk van
de deur, toen hij zich plotseling omwendde.
„O ja, nog wat. Ik had het bijna vergeten
Ik was vanochtend bij een octrooibezorger
om over uw uilvinding te spreken. En daar
bij heb ik een merkwaardige ontdekking ge
daan. Voor een eleclrischen verrekijker van
uw systeem is op 13 October door een ander
palent aangevraagd.
Dr. Loebe vloog op, bet glas walcr. dat
voor hem op een tafeltje stond, viel klette
rend op den grond. „Wie heelt dat patent
aangevraagd?." schreeuwde hij uit.
t fWordl vervolg!!,