WOENSDAG 17 FEBRUARI
Anno 1926.
Officieels Kennisgevingen.
DE VUILVERBRANDING.
STADSNIEUWS.
Hef voornaamste nieuws
van heden.
No. 20225.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
30 Cts per regel. Bij regelabonneraent belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertenticn, uitsluitend bij vooruitbetaling. Woensdags eo
Zaterdags 50 Cts bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Oirectie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Posichèqne- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANÏI
Voor Leiden per 3 maanden ƒ2.35 per week 0 18.
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18.
Franco per post 2.35 ~h portokosten.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
Burgemeester en Wethouders van Leiden.
brengen ter algemeene kennis, dat door
hen. ton aanzien van den door de \erceni-
ging Kinderbewaarplaats op 9, 10 en 11
Maart a.s. in het Nutsgebouw aan het Steen-
schuur te houden bazaar, ontheffing is ver
leend van het sluitingsuur voor winkels.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN. Secretaris.
Leiden. 17 Februari 1926. 878
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat E. H. Rap
te Leiden, een verzoek heeft ingediend ter
hekoming van vergunning voor den verkoop
van sterken drank in het klein voor gebruik
ter plaatse van verkoop alleen aan logeer
gasten in het perceel Steenstraat No. 39.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN. Secretaris.
Leiden, 17 Februari 1926. 877
OPSLUITING KOOIEENDEN.
De Commissaris der Koningin in de Pro
vincie Zuid-Holland brengt ter kennis van
belanghebbenden, dat Gedeputeerde Staten,
ter voldoening aan het bepaalde bij Art. 34
der Jachtwet 1923, bij hun besluit van 8 Fe
bruari 192G No. 149 hebben bepaald, dal in
deze provincie de kooieenden door den kooi
man moeten worden opgesloten of gehokt
gedurende het tijdvak
1 Juli tot en met 15 September 1926.
Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt,
worden afgekondigd en aangeplakt waar
zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in de
Nedcrlandsche Staatscourant worden ge
plaatst.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
SWEERTS.
's-Gravenbage, 13 Februari 1926.
Voordat met de vuilverbranding
hier ter stede werd begonnjen. hebben
zoowel voor- als tegenstanders hun
Oordeel over het al of niet wensche-
lijlce van dit systeem uitgesproken,
met het resultaat, dat de vuilverbran
ding: er gekomen is.
Waar wij nu in den laatsten tijd zien
'clat in andere steden al of niet ver
branden van het vuil een gewichtig
.punt van bespreking uitmaakt en er
meer en meer stemmen opgaan 0111
het stadsvuil als mest op den akker
'te gebruiken en dit laatste zelfs reeds
/in de praktijk geschiedt, wordt het
,o.i. tijd. dat ook hier ter stede eens
onder de oogen gezien wordt, of de
vuilverbranding zoo niet dadelijk, dan
toch in den loop der tijden zou kunnen
Verdwijnen.
I11 de allereerste plaats dient
natuurlijk uitgemaakt te worden of
economisch voordeel hierdoor ver
kregen zou kunnen worden. Is dit liet
geval, dan zou de instelling, die tel
leen jare met een tekort werkt, kunnen
vervallen, afgezien nog van liet feit,
dat daarmede tevens de bewoners in
den omtrek van de vuilverbranding
I bevrijd zouden worden van den roet
regen, die het zij hier met lof
getuigd van Gemeentewege met
alle mogelijke middelen bestreden is,
doch helaas niet overwonnen.
I11 ons blad van morgen zullen wij
beginnen een deskundige liet woord
te geven, die de vuilverbranding wil
doen vervallen en zicli een warm
voorstander toont van bemesting van
'den akker met het stadsvuil.
Wij willen er nadrukkelijk op
wijzen, dat wij met zeer veel genoe-
gen onze kolommen open stellen voor
'®,en ieder, die deze ongetwijfeld
.belangrijke kwestie nader wit belich
ten en hopen dan ook dat hiervan
l oor velen gebruik zal worden ge
maakt.
Eerst wanneer deze zaak, zooals
altijd met alles het geval is, van alle
Kilden bekeken en besproken is, kan
rueu zich een oordeel vormen.
De crisis van het Parlementarisme.
Gisteravond hield op uilnoodigjng van de
Vereeniging voor Wetenschappelijke Voor
drachten, de heer Charles Benoist, lid van
bet Instiiut de France en oud-gezant van
Frankrijk aan het Ned. Hof in het Klein-
Audiiorium der Academie, oen voordracht
over „La crise du parlementarisme".
De vergadering was druk bezochl en werd
ook bijgewoond door mr. dr. N. C. de Gijse-
laar, burgemeester en president-curalor der
Leidsche Hoogeschool
De bijeenkomst werd geopend door den
voorzitter, prof. dr. L. van Ilallie, die, na
een verwelkoming van den spreker, op
merkte dat het niet noodig was dezen bij
zijn gehoor in le leiden. De heer Benoist ge
noot gedurende den tijd dal hij Gezant was
in ons land, een groote bekendheid grooter
dan ooit eenige gezant vóór liem. Hij heeft
zich in dien tijd leeren kennen als een
vriend van ons land. die er veel loe heeft
bijgedragen om de banden tusschen ons land
en Frankrijk te versterken. Veel in ons land
had zijn belangstelling, welke zich uit- j
strekte lot het gebied der kunst en der we-
ten schap zoowel, als tot dat van handel en
nijverheid. j
Niet alleen is de heer Benoist een diplo-
maat bij uitnemendheid, doch ook een ge- 1
leerde en daarom lijdt het geen twijfel, of
het onderwerp hier hedenavond te behan- i
delen waarvan de spreker oen speciale studie
heeft gemaakt, en dal vooral tegenwoordig
in het middelpunt der belangstelling slaat,
zal er loe medewerken dat de denkbeelden
erover zullen worden verhelderd
Hierna gaf hij hel woord aan den heer B.,
die door de aanvvezige dames en hceren met j
applaus werd begroet. Spr. begon met op te
•merken dal het onderwerp, waarover hij
lieden het woord zal voeren, bijna gelijk
tijdig bij alle volken aan de orde is, voor- i
namelijk bij de z.g. Latijnsche volken. Wat
dc tijd betreft, zelfs in Engeland, waar het j
parlementair stelsel den meesfc eerbiedwaar- 1
digen ouderdom bereikt heeft, is het niet
ouder dan twee eeuwen. Andere'landen, ook
Amerika, volgden later. Wat de ruimte aan
gaat kan men zeggen dal hel ophoudt hij 25
a 30 gr. Oosterbreedlc.
Spr. onderscheidt vervolgens bet parle
mentarisme, daarin beslaande dat het parle
ment eigenlijk regeert van dat stelsel, waar
van het een uitwas is, Oorspronkelijk is het
parlementaire stelsel een stelsel van regee
ring, waarbij de publieke machten zooveel
mogelijk in evenwicht rijn en geen der orga
nen zijn functies mag overschrijden. Hel
had derhalve ten doel te verhinderen dat er
op eenigerlci wijze en don Staat een sum
mum jus zou ontslaan, dal echter een
summa injuria zou worden. Een en
ander nader ui leen ze (tend, had spr. inzon
derheid het oog op den Franschen vorm van
liet parlementaire stelsel en toonde aan dat
dit heel ver verwijderd is van de echte par
lementaire regeering 1 de regeering van
evenwicht van machten. Dit evenwicht van
machten houdt immers op, wanneer een
dezer machten is vernietigd
Uit het parlementaire sleisel vloeit ook
voort de verantwoordelijkheid van hot
staatshoofd en van hel parlement
Hiervoor is noodig. dat eenerzijds het
staatshoofd vrij is in de keuze zijner minis
ters, anderzijds de Kamers* in hun onder
zoek, hun crilick. hun discussies en hun be
slissingen. Dit zal evenwel slechts mogelijk i
zijn. indien elk van deze beide organen even
sterk is.
Na van het legended voorbeelden te heb
ben gegeven, ging spr. de oorzaken na der
verwording van het parlementaire stelsel en
kwam tot de vraag, in hoeverre het parle
mentaire stelsel zich verdraagt met het alge
meen kiesrecht. Deze beide passen niet bij
elkaar; d'» groole massa's die thans in bewe
ging gebracht worden, leenen zich slecht
voor het bereiken van de juiste maat,
nuance en evenwicht. Tal van misbruiken
komen dan ook bij de verkiezingen voor,
vervalsching en omkooping hebben daarbij
plaats. Dit kwaad bestaal in alle landen,
maar het allereerst in die, waarin het stem
recht het meest algemeen is en die het den
langsten lijd hebben; er is dan ook geen
reden om iels te verwachten van do „opvoe
dende waarde van het algemeen kiesrecht."
Steeds verder daalt het parlement en als
gevolg daarvan ook de regecring, die er uit
pleegt voort te komen, vervolgens ook de
ambtenaren die door de laatste benoemd
worden en ten slotte, langzaam maar zeker
en onvermijdelijk, gaat het in een zoodanige
richting, dat het openbare leven niels anders
wordt dan een exploitatie van den staat
door private belangengemeenschappen; ja
ten langen leste (het lijkt ongelooflijk maar
men zal het zien) daalt ook de natie zelve
van de plaats, die zij onder de andere naties
innam. Dit is geen nieuw verschijnsel; het
zelfde geschiedde reeds te Florence in de
laatste jaren der 15de eeuw.
Dc laalsle phase van het parlementaire
slelse! is de parlemenlarilis. A4s wij dh ge
matigde parlementaire regeering den nor
malen gezondheidstoestand noemen, dan is
het parlementarisme de overdrijving van het
vorige, de koorls en het laatste ziekte
stadium is de parlemenlarilis, het delirium.
De parlemenlarilis woedt, wanneer de Ka
mers, samengesteld uit een groot aanlal
leden, het geheele jaar door zitting houden,
liefst 's morgens, 's middags en 's avonds.
zittingen, welker lengte alleen al voldoende
zou zijn om een diergelijken ziekte toestand
in het aanzijn te roepen En in de physiek
en moreel oververwarmde atmosfeer van de
zaal wordt de parlementariër geboren als
toppunt van middelmatigheid. Wat zij doen?
Dit is in drie woorden le zeggen:-«j maken
wetten. Wetten van allerlei soort en over
allerlei onderwerpen
Na te hebben doen uitkomen, dat hij geen
tegenstander is van het parlementaire stelsel
gaf hij deze wijze aan. waardoor verande
ring kan komen in den toesland: de hervor
ming langs parlementairen weg. de dicta-
tuura en de revolutie. In 'l voorbijgaan ka
rakteriseerde spr. het fascisme als een
reactie van den Latijnschen geest tegpn het
Anclo-Saksische parlementarisme.
Spr. eindigde zijn toegejuichte rede met tc
betoogen. dat de door hem geschetste ver
wording van liet parlementaire sleisel in
zijn aanpassing aan het algemeen kiesrecht
de geheele democratie in gevaar brengt.
De voorzitter dankte spr. en merkte daar
bij op dal hoewel het besproken onderwerp
van internationale strekking is feitelijk ook
voor ons land vooral tijdens de huidige crisis
van aclueele beteckenis was.
Indische Economie.
Dg Rente- en Goudpolitiek
van de Javasche Bank.
In de zesde lezing over Indische Economie,
welke mr. J. Gerritsen, oud-lid van de
Tweede Kamer, op uitnoodiging van bet
Leidsche Universitcitsfonds gistermiddag in
het Academiegebouw heelt gehouden, heeft
hij behandeld het vraagstuk van de rente-
en goudpolitiek van de Javasche Bank.
Spr. ving zijn rede aan met er op te wij
zen, dat een goed ingericht bankwezen een
groot voordeel is voor het bedrijfsleven; wil
echter het bankwezen goed functionneeren,
dan is een goed ingerichte circulatiebank
noodzakelijk In tegenstelling met de nabu
rige vreemde 'koloniën heeft Ned.-Indië het
voordeel, zulk een circulatiebank le bezit
ten; met de Bank of Japan is de Javasche
Bank dc eenige circulatiebank in het Verre
Oosten. In het algemeen beslaat de taak
eener circulatiebank in het vcrleenen van
steun aan het bedrijfsleven en in de bevor
dering van de ontwikkeling daarvan. Ter vol
voering van die taak geeft de wet haar het
recht om bankbiljetten uit te gevefi. d. w. z.
om van "het publiek crediet te nemen. Wat
de bank door dit crediet verkrijgt, moet voor
een deel in edel metaal worden belegd; het
restcerende moet worden aangewend ten
nutte van de gemeenschap, door dit wederom
door middel van het vcrleenen van crediet
ter beschikking van de gemeenschap le
stellen.
Na een en ander nader te hebben ver
klaard, merkte spr. op, dat mr. Vissering in
zijn „Muntwezen en Circulatiebanken in
Nederlandsch-ïndië" zegt. dat de Javasche
Bank, door onder al deze buitengewone om
standigheden de stabiliteit van haar rente
te handhaven, een eenig voorbeeld in de
geschiedenis heeft geleverd. Terecht schrijft
de heer Vissering dit door dc Javasche Bank
bereikte resultaat loe aan haar practische
toepassing van liet Gold-Exchange-slelseï,
welke het mogelijk maakte, dat de gezonde
uitbreiding van het credict-wezen en het
circulaliewezen, veroorzaakt door de buiten
gewone economische ontwikkeling na 1906,
heeft kunnen plaats vinden zonder eenige
schok in het credielwezen en in den rente
stand.
Spr. ging vervolgens uitvoerig na. waarin
de toepassing van het Gold-Exchange-stelsel
door dc Javasche Bank eigenlijk bestaat, en
welke de redenen zijn geweest, die haar
tot toepassing van dat stelsel hebben geleid.
In het kort komt dc zaak hierop neer. dat
dc in Indië circuleerende zilveren munt- en
daarmede natuurlijk ook de te zijner tijd
tegen zilveren munt inwisselbare tijdelijk in
omloop gebrachte muntbiljetten onge
schikt is, om daarmede betalingen buitens
lands te doen, omdat de werkelijke waarde
dier munt aanzienlijk geringer is dan de
daaraan door de wet toegekende goudwaarde.
Strikt genomen zou de Staat, die de waarde
der door hem in omloop gebrachte zilveren
munten bij de wet op een bepaalde goud-
waarde heeft gefixeerd, er ook voor moeten
zorgen, dat de houders dier zilveren munten,
die goudwaarde kunnen bekomen, wanneer
zij die noodig hebben tot het doen van beta
lingen buitenslands; immers goud is het in-
ternaliönale ruilmiddel. Waar echlc-r de
Staat be gebrek aan de noodige outillage den
plicht, om te zorgen voor de handhaving
van de goudpariteit der door hem in omloop
gebrachte zilveren munten, niet kan ver
vullen, moet de circulatiebank deze taak van
den Slaat overnemen. In Nederland heeft de
Nederlandsche Bank bij een schriftelijke
verklaring aan de Nederlandsche Regeering
de verplichting op zich genomen, haar goud
voorraad, zoolang zij daartoe bii machte zal
zijn, voor uitvoer beschikbaar te stellen. In
Indië is een formeele verklaring van dezelfde
strekking door de Javasche Bank eerst in
1922 aan de Indische Regeering afgegeven,
doch feitelijk werd dezelfde politiek reeds
vele jaren tevoren gevolgd.
Tegelijk met de kwestie van de goud-
reserve, behandelde spr. voorts de vraag,
waar die reserve gehouden moet worden.
Waar de goudreserve dienen moet om schul
den aan het buitenland te betalen en goud
voor het doen van betalingen binnenslands
volkomen cmnoodig is, daar moet uit den
aard der zaak dc goudreserve in hot bui
tenland gehouden worden Het is echter niet
te ontkennen, dat in tijden van oorlog aan
dergelijk buitenlandsch bezit risico's van
buitenge wonen aard zijn verbonden, als
uitvoerverboden, moratoria en sterke daling
der valuta. Ook om deze roeien is tegen de
door de Javasche Bank gevoerde goudpoli
tiek meermalen bezwaar gemaakt en is be
toogd. dat althans in oorlogstijd de Bank
zoo min mogelijk goud en andere waarden
in liet buitenland moet hebben. Spr. stelde
hiertegenover, dat vooral in een land mei
geringe weermacht het bezit in oorlogs
tijd van goud en andere waarden binnen de
grenzen van het eigen land zeker niet min
der risico oplevert, terwijl in het algemeen
in oorlogstijd aan elke transactie groolere
risico's zijn verbonden dan onder normale
omstandigheden.
Even goed als men in oorlogstijd de ver
binding mét hel buitenland door middel
van de scheepvaart zoo goed mogelijk moet
trachten le handhaven niettegenstaande het
risico van inbeslagneming der schepen,
moet men ook trachten den im- en export
zoo goed mogelijk gaande te houden; hier
voor is de tusschenkomst der banken onont
beerlijk; door de financiering van den ex
port krijgen de banken saldi in hel buiten
land. Die saldi zijn noodig lot het doen van
betalingen voor de goederen, welke Indië
van het buitenland moot betrekken. Weg
trekking van deze Indische saldi uit het
buitenland kan slechts leiden lot groote in
krimping van Indiö's relaties met liet bui
tenland, hetgeen ontwijfelbaar op den goe
den gang van zaken binnenslands een
hoogst nadeeligen invloed zal oefenen.
Van de voorspellingen van hen, die ge
meend hadden, dat de builenlandsche wis
selhandel der Javasche Bank en haar bezit
van in het buitenland betaalbare waarden
haar in oorlogstijd in groole ongelegenheid
moesten brengen, is dan ook niels uitgeko
men. Integendeel! De buitcnlandsche mid
delen der Javasche Bank zijn in den oor
logstijd voor de Indische gemeenschap van
groot nul geweest.
Na dit nader le hebben aangeloond kwam
spr. terug op de tweede functie der builen
landsche goudreserve; n.l. die van een rc-
-9 er voir, waaruit de Javasche Bank hare me-
taaldtkking kan vergroolcn, zoodra een
expansie van hol binnenlandsche bedrijfs-
leven en groolere credietbchoerten hare
obligo's doen stijgen, wijst spr. er op, dat de
Javasche Bank ten deze in eene geheel an
dere positie verkeert dan de circulatieban
ken in Europa. Terwijl in dergelijke geval
len behoudens gedurende den oorlogstijd
de banken in Europa door het verhoogen
van liet disconto edel metaal kunnen aan
trekken, kan in Indië ook onder normale
omstandigheden het werken met dc disconto
schroef geen effect sorteeren.
Spr. bestrijdt ten slotte de voorstelling,
alsof de bevoegdheid der Javasche Bank om
in het buitenland in goud con verteerbare
uitzettingen te hebben, ertoe leiden moet,
dat middelen aan het eigen land worden ont
trokken, waardoor het binnenlandsch cre
diet duur 250U worden. Weliswaar zou de cir
culatiebank bij een slecht beheer hare bui
tcnlandsche goudreserve kunnen misbrui
ken, door deze niet in het belang van de ge
meenschap aan te wenden, maar om met
hare middelen in het buitenland moer rente
te maken dan in het eigen land mogelijk zou
zijn; m. a. w. door hare goudreserve aan te
wenden tol het drijven van dividend-poli
tiek. in stede van tot het drijven van goud
en disconto-politiek. Uit de verslagen der
Javasche Bank toonde spr. aan, dat een der
gelijk misbruik van hare builenlandsche
goudreserve door de Javasche Bank nooit L
gemaakt en dat integendeel die reserve altijd
gefungeerd heeft als een reservoir waaruit de
Bank putte teneinde zonder renteverhooging
aan de steeds toenemende binnenlardsche
credietbehoeflen te kunnen tegemoetkomen.
Door de stabiele en matige rente der Java
sche Bank is ongetwijfeld de reusachtige
vooruitgang van het Indische bedrijfsleven
ten zeerste -bevorderd.
Archeologische lezingen van het Maseam
van Oudheden.
Moj. J. Brarils sprak over de Kunst van
Cyprus. Verschil! nde culluurslroomingcn,
komende zoowel uit 't Oosten als uit 't Wes
ten hebben reeds sinds zeer oude tijden
zoowel op de geschiedenis als op dc kunst
van 't eiland Cyprus invloed gehad. Be
woond door verschillende rassen, in hoofd
zaak evenwel door de Grieken én de Phoe-
niciërs, dus door een Arisch en een Semi
tisch ras, in den loop der ecuwen blootge
staan aan verscheidene regeeringsvorrnen
en omwentelingen, vertoont de kunst van
Cyprus een eigenaardig gemengd karakter.
De oudste daleerbare graven uit den eersten
zoogen. bronstijd van Cyprus, die hoofdza
kelijk vondsten van producten der ceramiek
en van wapens en werktuigen van koper
leverden, stammen uit pl.m. 2000 v. Chr.
en komen over 't algemeen in 't binnenland
van 't eiland voor.
Later, in 't tweede bronslijdperk van Cy
prus (pl.m. 15001100) vinden we hier
zoowel lokaal Cyprisch vaalwerk als My-
keensche import. Het Grieksch- Phoonici-
sche tijdperk (1100600 v. ChT.) kenmerkt
zich door vondsten van voorwerpen in terra
cotta en m kalksteen, vanaf zeer klein-
votief voorwerpen tot meer dan levens-
groote beelden, bier in heiligdommen ge
vonden, welke ons behalve lokaal Cypri-
BINNENLAND.
Het geschenk van het Nederl. Volk aa&
het Vorstelijk Zilveren Paai.
De sos.-dem. Kamerfractie wil Kamer»
ontbinding.
Het rapport der Vereen, van Staatsburge»
lessen over de rechtspositie van het buiten*
echt geboren kind.
De wedstrijd Roode DuivelsZwalnwe*
2—2.
BUITENLAND.
De Belgische Kamer neemt het sanee»
rings-ontwerp aan.
De Fransche iinantieele voorstellen naar
den Senaat.
Aanslag op den leider der Bongnarsch»
oppositie.
Lengten slaat te Cannes haar concurrent»
Wills.
sche motieven meermalen details vcrloo-
nen, ontleend aan de kunst van Assyria of
Egypte.
Bekend zijn de opgravingen van L inol_a.
Lang en De Vogué tusschen 18G0 on 1S70
hier verricht, hoofdzakelijk rondom 't tegen
woordige Larnaka, Athicnu en Dali. Later
ra 1880 wordt hier gegraven door den Durt-
schen geleerde Ohncfalsch-Richtèr en door
de Cyprus Exploration Fund, uitgaande van
het Britsche Museum o.a. te Marium, Ta-
messis, Salamis en Paphos. waar verschil
lende necropolcn en heiligdommen ontgra
ven werden. De meeste voorwerpen, hier ge
vonden, waaronder vele beeldwerken.be
vinden zich thans in de musea 1c New York,
Berlijn en te Nicosia, terwijl ook 't Leidsche
museum sinds korten tijd een interessante
collectie Cyprische oudheden verworven
heeft, waaronder uitmunten de Grieksch-
Phoenicische buste eener vrouw, een archaï
sche kop en het bovendeel eener archnische
gratstèle, alle in .kalksteen, welke beide
laatslcn den invloed van de Grieksche kunst,
die op Cyprus sinds de zesde eeuw domi-
neer.t sterk verraden. Met behulp van ver
scheidene mooie lichtbeelden werden de
meest typische voorbeelden der lokale kunst
van Cyprus besproken, die al mist ze de
voortdurend opgaande lijn der Grieksche
kunst en al bedient ze zich van aan den
vreemde ontleende motieven, loch op haar
eigen dikwijls origineele wijze deze motieven
verwerkt en die in uitbeelding van het ras-
lype en in haar monumentaliteit, mede origi
naliteit aan den dag legt.
De heer J. Th. J. Smit alhier, gediplo
meerde der afdeeling Scheepsbouwkunde
van de Middelbare Technische School fe
Haarlem is benoemd tol scheepsteekenaar
bij de „Chanliers Navals Franco-Beiges" fe
Vitlcneuve-La Garenne (Seiné).
De heer C. Reeling Knap, alhier lot
arls bevorderd, is bestemd tot reserve-offi
cier van gezondheid 2e kt. bij het leger hier
le lande.
Zaterdag 20 Februari a.s. zal hei vijf-
en-twintig jaar geleden zijn, dal onze stad
genoot, de heer J. Sneep als ladingmcester
in dienst trad bij de Holl. Spoorwegen.
Ongetwijfeld zal dil feil niet zonder meer
voorbijgaan.
Ter gelegenheid van het veer jarig
beslaan van de „Vereeniging van Onder
wijzers en Onderwijzeressen in de Inspectie
Leiden" is het besluur dier vcTeer.iginj voor
nemens aan de e. k. jaarvergadering een
eenigszins feestelijk karakter le vcrleenen.
Yoorloopig is deze bijeenkomsl op G Mei a s.
vastgesteld.
Als sprekers Lopen dien avond op le (re-
dc-n de.heer Rienks, hoofdinspecteur te
's-Gravenhage en professor van Eysinga. fn
verband hiermede is door het besluur aan
alle onderwijzers en onderwijzeressen in de
inspectie Leiden een circulaire gezonden,
waarin hun medewerking wordt ingeroepen
om deze bijeenkomst zoo goed mogelijk fe
doen slagen.
De Ned. Christ. Studenteneer houdt
Zaterdag 20 Februari a.s. een Federatie-dag,
waarbij dr. W. Coenraad een lezing zal hou
den over Geloofszekerheid.
Zondagmorgen zal een gemeenschappelijk
bezoek worden gebracht aan de Pieterskerk,
waar prof. dr, .1. R. Slotenmaker de Bruine
een preek zal houden.
Zondagavond zal mr-j. T. II. J. Knierhn
spreken over Yernieuwir.g.
YVij herinneren nog even in de
spreekbeurt, die hedenavond mr. l i ank
Thomas, predikant le Génüve, op zijn
tournee door Holland in de EgHse allone
alhier vervult.
Hedenmiddag heeft mr. Thomas r-ce-J; een
preek gehouden in het Tehuis van de l\ed.
Chrislen-Studen'en-Vereen. Papenourg -