PIANO
f
Tot Woensdag bij elk pond
RECLAME-DAG
LAND- EN TUINBOUW.
GENEESKUNDIGE BRIEVEN.
RECHTZAKEN.
VARIA.
I.
Breestraat 1
£sla»st. Kousen
Melange a 80 ets-Een doosMapolitains
Margarine a 70 ets - tf
Plantenboter a 60 ets-Een Tablet Chocolade
Margarine a 50 ets -Twee Goud-Reepen
Margarine a 45 ets - Twee R eepen
VARKENSVLEESCH
Fricandeau
f 0,90
Rollade.
f 0,90
Carbonade
f 0,70-10,80
Magere Lappen
Doorregen
Lappen
{8,65
Vette Lappen
f 0,50
Versche Worst.
f 0,70
Gebakt.
f 0,65
Reuzel
f 0,70
JOH. DE GEEST,
Sleenslr. 18. Tel. 2159
Zaterdag a.s.
KASPER HIDDINK's WIJNHANDEL
O* O. BiK
Timmerman, Hoefstraat 21
le kwaliteit Goudrenetten
Een klein partijtje Zoete Venei.
Wisselbouw en bemesting.
f' Nu do winter ons gaat verlaten en de
(lengende dagen ons meer en meer naar het
Voorjaar brengen, nu nemen de plannen
yoor het behouwen van den moestuin meer
,raslen vorm aan. Als de grond het toelaat,
ii.w.z. wanneer deze niet te nat is, kunnen
,We mesten en spitten, dat gedeelte, hetwelk
we het eerst noodig hebben.
Wanneer we den moestuin yoot de onder-"
scheidene grocnlensoorten indeclén, dan die
nen we daarbij wel bedacht te zijn op don
Wisselbouw. Hiermede wordt bedoeld het
jaarlijks omwisselen van grond voor dezelf
de gewassen. De s meeste groenten houden,
van een nieuwe groeiplaats, en voor kool,
erwten, boonen, „aardappelen, enz, is dit
jwel zeer bekend. Er zijn meerdere redenen
,\velke pleiten voor grondverwisseling. En
dan komen daarbij niet in de laatste plaats
.lc ziekten en ongedierlen, welke onze ge
wassen kunnen teisteren, een woordje mee
spreken. Deze lastige elementen zullen heel
.vaak in den bodem overwinteren en kunnen
zich al heel gemakkelijk handhaven, wan-
,neer ze een volgend jaar elach tellers kun
nen maken.
Ook met het oog op de voeding is wissul-
bouw aan te bevelen. De groen ten ge wassen
ontnemen de hoofdvoedingssloffcn, stikstof,
t.loslorzuur, kali en kalk, niet alle in dezelfde
.verhouding uit den bouwgrond. In verband
hiermede kunnen we de te verbouwen gc-
iW.v_9en verdoelen in bladgroenten, knol- en
.wortelgewassen en zaad- en vruchtgevcndo
planten. Do eerste, als koolspinazie e. m. a.
t,vragen vooral slikslof, do knol- en wortel
gewassen als aardappels, sohorseneeren enz.
(hebben vooral behoefte aan kali, terwijl die
'planten, welke zaad en vrucht geven, als
fo.a. erwten en boonen, in 't bijzonder zijn
geslcld op fosforzuur. En hoewel we met
de enkelvoudige hulpmeststoffen in de ge
legenheid zijn met deze bijzondere cisehen
rekening te houden, is het vooral ook z.g.
„oude kracht", welke in dit opzicht goede
diensten kan bewijzen.
En wanneer we de plaats hebben bepaald
en gaan mesten, dan doet zich vaak de
.vraag voor, van welken mest bet beste ge
bruik wordt gemaakt, n.l. van stal- of van
kunstmest, leder voorjaar ontvangen we
•over deze kwestie vragen, reden waarom
we er bier even bij stilstaan.
Al .dadelijk dient er op gewezen, dat de
hulpmest de natuurmest nooit geheel kan
vervangen, wel aanvullen. Wanneer we n.l.
se vraag stellen, waarvoor eigenlijk wordt
gemest, dan doen we dit niet alleen om
planlenvoedsel in den bodem te brengen,
maar tevens om den bouwgrond van humus
of teelaarde te voorzien. Humus wordt ge
vormd door vergaande organische slof en
vormt in dcirjaouwgrond een bruine, spons
achtige massa. Humus houdt gemakkelijk
veel water vast, waarvan de jonge wortel
tjes pToIiteeven, terwijl door de langzame
omzetting, gassen worden gevormd, welke
In het liodemwater oplossen en niet min
der meehelpen tot het opneembaar maken
van minder gemakkelijk oplosbaar planlen
voedsel. Losse, droge gronden worden door.
humus weer samenhangend en waterhou
dend, vaste stijve bodems worden door hu
mus meer los, heler toegankelijk voor lucht
en warmte en beier doorlatend voor water.
Kunstmest verrijkt den bodem niet, natuur
mest wel met humusvormende stoflen. We
schrijven met opzet „natuurmest" ,want ook
kompost', baggeraardc e. d. hebben humus
vormende werking.
Wie dus een drogen, lossen grond
oi een stijven, voehligcn bodem be-
teelt en planten wil verbouwen, die over 't
algemeen niet diep wortelen en veel be
boette hebben aan vocht, zooals alle groen-
tenplanten, die doet 't best natuurmest te
gebruiken. Aan te bevelen is hel daarvoor
al het verteerbare afval van buis en tuin
op een hoop te bewaren. Opgemerkt dient,
dat asch bier niet door gemengd mag wor
den, maar dat dit afval apart in een kuif
in den grond bijv. dient le worden bewaard.
Asch bevat eenige voedingswaarde," maar
zal, door kompost ot stalmest gemengd,
stiksto[verlies veroorzaken. Zoo'n kompost-
hoop "kan ergens in den tuin gemaakt, zon
der dat' dit een stinkboel behoeft te worden.
Door er een haag van klimplanten om te
telen, als bijv. pronkboonen, Lathyrus of
Oost-Indische kers, wordt zij aan het oog
onttrokken. Wanneer zoo'n hoop gedurende
liet jaar een keer wordt omgezet, zal het
afval verleren en praelilig humusvormend
mc.lmaterianl voor den moestuin zijn. Als
bezwaar wordt wel eens gemaakt, dat met
kompost veel onkruid in den tuin komt.
Wanneer geen zaadvonnend onkruid Op den
hoop wordt gebrathl en hierop geen onkruid
groeit, kan dit euvel niet groot zijn.
Per 10 M 2. worden twéé kruiwagens van
deze verteerde stoffen onder gewerkt', meer
of minder naarmate men beschikbaar heeft.
Kan men, om welke reden ook, geen natuur
mest bekomen dan kan nu alleen van hulp-
mest gebruik worden gemaakt, terwijl ge
durende hel a.s. seizoen kompost wordt'
verzameld. Voor hulpmest spitte men inliet
voorjaar onder 1 K G. superfosfaat en 1 K.G.
patentkali per 10 M 2. Even vóór het plan
ten of zaaien slrooie men, eveneens per 10
M 2., 3 ons chilisalpeter, van welk zout nog
2 ons wordt gegeven, wanneer de groenten
flink aan den groei zijn. Bij een weinig
kompost kan de helft van genoemde hoe
veelheid kunstmest aangewend.
Kalk geve men liefst in 't najaar, maar
dit kan ook in den winter of in 't voorjaar.
Om de 2 ol 3 jaar geve men 2 43 K.G. ge-
bluschte kalk per 10 M 2., welke wordt
ondergewerkt. Op Gichte gronden-geve men
evenveel kalkmergel. J. S.
Vraag: In mijn bezit is een bloeiende
Aiironskclk; Hoe moet ik die planl behan
delen? Moet zij veel water hebben?
Mej. J. K., te L.
Antwoord: Een Aüronskelk is een
moerasplant en vraagt ook tijdens den bloei
veel waler en ééns in de 11 dagen wat ver
dunde koemest. Houdt de plant na den
bloei droger en plant haar eind Mei buiten
in den tuin, uit den pot. Geef, wanneer het
niet' regent, af en toe waler en dunne mest.
Pot de plant in 't najaar weer op en houdt
Ivaar koel, onder matige begieting. Ze zal
in 't voorjaar weer bloeien.
Vraag: Ik ben in bet bezit van een
Japanschc lelie. Deze laat de bladeren han
gen. Wat kan de oorzaak zijn. Hierbij voeg
ik een blaadje.
P. B te L.
Antwoord: Geel de plant geregeld
water en een weinig verdunde koemest. De
atmosfeer is toch niet te warm en te droog?
Daar kan dit gewas niet togen. Als de bol
den bloeibaren leeftijd heeft gehad zal zij
bloem vormen. Een blaadje ontving ik-niel.
Vraag: Hoeveel invoerrechten moeten
betaald worden voot 100 Kilo snijbloemen
naar Duitschïand.
A. v. d. L. te S.
Antwoord: Voor zoover mij bekend
is het le betalen recht niet voor alle soor
ten gelijk. Informeer bij het veilingbestuur
in Aalsmeer. Ongetwijfeld zult U van daar
de meest juiste opgaven ontvangen.
J. S.
Vragen op Tuinbouwgebied aan de Re-
daklie onder motto „Tuinbouw".
xciir.
Roede bloedlichaampjes.
Om <Jc afwijkingen in het bloed goed to
begrijpen, zal hot noodig zijn, vooraf do
afzonderlijke bestanddeelen ieder voor zich
wat nauwkeuriger te bekijken.
Wij beginnen dan met de roode bloed
lichaampjes. Dit zijn schijfjes in vorm over
eenkomende met een Leidsche of G'oudscho
kaas, waarvan onder- en bovenvlakte in
het midden naar biDnen toe iets zijn in
gedeukt. Door het mikroskoop beziéü, kap
het hierdoor schijnen, alsof er een kern
aanwezig is, wat echter niet het geval is.
Hun voornaamste taak is de overbrenging
van zuurstof en koolzuur, welke beide stof
fen gemakkelijk een luchtige verbinding
aangaan met de kleurstof der lichaampjes,
haemoglobine. De verbinding met zuurstof
heeft plaats in de longen, op den verderen
weg door het lichaam wordt die zuurstof
echter afgegeven aan de weefsels en ln
plaats daarvan woVdt dan koolzuur als ar-
gewerkt product meegenomen.
Menigmaal wordt verbazing geuit over
het feit, dat die uiterst kJeine lichaampjes
in staat zijn een betrekkelijk zoo groot
volumen dier gassen.over te brengen. Hier
bij moeten wij echter bedenken dat bij
greote verdecling van een bepaalde massa,
de- oppervlakte van alle deelen gezamen
lijk veel grooter wordt. Wij zagen dat in
1 kub. millimeter bloed 5 millioen roode
bloedlichaampjes zijn. Iemand van matig
lichaamsgewicht bezit ongeveer G Liter
bloed, zijnde globaal 5 millioen hub. milli
meter. Aldus vinden wij voor - het geheelo
lichaam 25 millioen x millioen roode bloed-
lichaampjes. Deze hebben te samen een op
pervlakte van 3200 vierkante Meter, terwijl
de oppervlakte van ons lichaam slechts 2
vierkante Meter bedraagt. Die groote op
pervlakte verklaart, hoe die kleine
lichaampjes tot zulke gioote daclen in slaat
zijn.
Maar zij kunnen dit alleen, wanneer z?j
de voldoende hoeveelheid bloedkleur stóf
bezitten. Wanneer nu het gehalte aan hae
moglobine normaal en het getal roode
bloedlichaampjes per kub. m.M. ODgeveer
5 millioen bedraagt, dan is alles in orde.
Wij zeggen dan, dat de haemoglobine in
dex 1 is. Belangrijke afwijkingen van
dit indexcijfer betcekenen altijd, dat er
iets Diet in orde is.
De beteekenis van dien index kan het
best duidelijk gemaakt wovdeD door een
voorbeeld. Na een verwonding met groot
bloedverlies zal zoowel het getal rood©
bloedlichaampjes als de hoeveelheid haemo
globine verminderd zijn. Zoo zouden 4.5 in
plaats van 5 millioen roode bloedlichaamp
jes gevonden kunnen worden, terwijl de
haemoglobine met 10 pCt. verminderd was,
dus 90 in plaats van 100. De index zou dan-
Zijn 99/100 4:5/5 1.
Zoo zien wij dus dat één groot bloedver
lies geen verandering van den index ten
gevolge behoeft te hebben. En inderdaad
wordt zoo iets in den régel zeer goed ver
dragen.
Geheel anders is-het echter, wanneer
herhaaldelijk, gedurende maanden en ja
ren, telkens, zij het ook betrekkelijk wei
nig bloed verloren gaa-t, of en dan in
veel sterker mate wanneer door een be
paalde ziekte stoffen aan het bloed wor-.
den afgegeven, welk© voor do bloedbe-
standdeelen zelf schadelijk zijn. Dan gaan
d© roode bloedlichaampjes zoowel in getal
alB in hoedanigheid achteruit en de index
wordt kleiner, dikwijls zelfs minder dan
Er bestaat duidelijk een streven in ons
organisme om den index op peil te hou
den. Hoe dat gaat, is ons echter ten eenen-
male onbekend. Bij het pasgeboren kind
zijn zeer vele roode bloedlichaampjes aan
wezig. Het getal wordt geleidelijk klein**
om met het tiende jaar weer to stijgen.
Na langer verblijf in het hooggebergte ver
meerdert het getal bloedlichaampjes. Het
is alsof door grooter hoeveelheid moet goed
gemaakt worden, dat ieder bloedlichaampje
afzonderlijk tengevolge van den lageren
luchtdruk niet de gewone'hoeveelheid zuur
stof kan meedragen.
De roode bloedlichaampjes ontstaan
hoofdzakelijk in het roode beenmerg. Ook
de lever en de milt gelden als plaats van
oorsprong, maar in deze organen gaan ze
ker na verloop van tijd de roode bloedli
chaampjes te gronde. Hoe lang de levens
duur is, kan niet met zekerheid gezegd
worden. Sommigen nemen aan ruim tweo
maanden, Bij het pasgeboren kind bevatten
ook de lange pijpbeenderen nog rood
merg en dan wordt dus voor flinke produc
tie gezorgd. Later houdt dit op, zoodra
het roode beenmerg langzamerhand door
geel merg vervangen wordt.
Maar zeer merkwaardig is ,dat, wanneer
door bepaalde omstandigheden gebrek aan
roode bloedlichaampjes ontstaat, dat dan
het lichaam op alle manieren tracht, in dit
gebrek te voorzien.
En dan ziet men in heb, vette, gele-merg
der pijpbeenderen weer oen rood celweef
sel verschijnen. De fabriek, welke zoo lang
stop gezet was, begint weer te werken. En
nog op andere wijzen bemerken wij, hoe
het lichaam alle krachten inspant om de
geleden schade te herstellen. Er worden
dan n.l. onrijpe bloedlichaampjes onder
het mikroskoop zichtbaar. Precies als in
den oorlog, toen jonge soldaten steeds
spoediger en na korter oefening in den
strijd moesten gaan. En zelfs kan dan Wor
den waargenomen, bij sommige vergifti
gingstoestanden bijv., dat de jeugdige cel
len reeds waren aangetast en zoodoende
r.iet- alleen onrijp maar tevens ziek voor
den dag komen. Op die wijze ziet men
a. li. w. den door het lichaam gevoerden
strijd ouder het mikroskoop zich afspelen.
En dit is niet alleen theoretisch interes
sant maar ook van practische belangen. Het
kan bijv. aantoonen, dat iemand, die in
ïndië -aan malaria geleden lieeft en meen
de, geheele genezen te zijn, in werkelijk:-
held nog niet geheel vrij is. ln fabrieken,
waar met loodverbindingen gewerkt wordt,
kan een dergelijk onderzoek de door lood
vergiftigde arbeiders uitschiften, nog voor
dat zich de gewone verschijnselen van
kramp, verlamming enz. vertoonen.
Wordt do hoeveelheid haemoglobine be
langrijk verminderd, dan zal de kleur van
het bloed bleek er worden niet alleen, maar
ook alle lichaamsdeelen, welke hun kleur
geheel of te deele aan het bloed ontlecnen,
worden bleek. Men «preekt dan van bloed
armoede of bleekzucht. De vorm van bleek
zucht, welke veroorzaakt wordt door on
voldoenden toevoer van ijzer aan het li
chaam, komt niet veel meer voor. En zoo al
dan werkt bijna elk ijzerpreparaat binnen
korten tijd afdoende. Van deze omstandig,
hcid is door handige kwakzalvers maar al
te dikwijls gebruik gemaakt.
Erger zijn do gevallen van bloedarmoede,
die het gevolg zijn viy.i andere afwijkingen
in het lichaam, en wel op deze manier, dat
zij een remmenden invloed hebben op de
werking van heb roode beenmerg. Het
spreekt van zelf, dat in die gevallen zelfs
Pink-pillen niet helpen, maar dat het eeni-
ge TeddiDgamiddel is, dat de arts tijdig d©
bestaande ziekte onderkent en er nog gele
genheid bestaat om deze radikaal te ge
nezen» In dit geval wordt het bloedbeeld
van zelf wel weer in korten tijd normaal.
H. A. S.
HAAÜSCHE RECHTBANK.
Grondrenten in eenige parken te Wassenaar.
Door de gemeente Wassenaar zijn eenige
parkbewohers aldaar gedagvaard voor de
rechtbank te 's-Gravenhage, op: grond dat
deze weigerden- grondrenten te betalen.
Deze grondrenten waren destijds door de
verkoopende maatschappij Groot-Haese-
broek bitf de uitgifte van gvonden opgelegd
als vergoeding voor het onderhoud der wc-
geu en de verlichting der parken die dc
maatschappij op zich nam.
Door de gedaagden was als eerste be
zwaar opgeworpen, dat de vordering niet-
ontvankelijk zou zijn, daar het raadsbe
sluit, waarbij het gemeentebestuur van
eischeres werd gemachtigd de onderhavige
vordering in t© stellen niet zou voldoen
aan art. 194b der Gemeentewet. De recht
bank verwierp evenwel dit middel, daar de
vraag, of een besluit van een gemeentebe
stuur tot het voeren van een procedure
vatbaar ie voor goedkeuring door Ged.
Staten slechts ter beoordeelmg staat aan
dab College en in hoogere instantie aan
de Kroon, en niet aan de rechtbank, die
alleen mag nagaan of het instellen van het
onderhavige rechtsgeding al of niet gedekt
is door de voorgeschreven goedkeuring van
Ged. Staten hetgeen >n casu wel het ge
val is.
De rechtbank overwoog voorts dat dc
grondrente niet is te beschouwen als een
volkomen zelfstandig zakelijk recht. Zij is
ook niet als zoodanig bedoeld in de koop
akte, waarbij zij gevestigd werd, doch als
een recht voor dc verkoopende maatschap
pij als tegenpraestatie van de op haar ge
nomen verplichting tot onderhoud en ver
lichting der wegen. Deze verhouding is te
beschouwen als een wederkeerigc overeen
komst; het recht op de grondrente kan der
halve, integendeel met de bewering van ge
daagde aan derden worden overgedragen
zonder medewerking van de wederpartij
deze derde kan derhalve de vervallen grond
rente innen, mits de tegenpraestatie, hier
dus het onderhoud en dc verlichting dei-
wegen, is voldaan. Trouwens de mogelijk
heid tot overdracht van dit recht was-uit
drukkelijk bij de oorspronkelijke akte voor
zien. Door gedaagde was nog aangevoerd,
dat de overdracht niet plaats kon vinden
op een moment, dat de gemeente als over
heid datgene ging verrichten, wat tot dus
verre de taak was eener privaatrechtelijke
wederpartij Groofc-Haesebroek. Gedaagde
beriep zich hierbij op art. 231 der Gemeen
tewet volgens welke bepaling de gemeente
zelf voor het onderhoud der wegen moet
zorgen, en cfe vergoeding daarvoor slechts
in den vorm van belasting mag heffen. De
rechtbank besliste evenwel, dat art. 231
slechts van toepassing is op wegen, die bij
dc gemeente ia eigendom zijn, wat hier
Diet bet geval is, terwijl hier de gemeente
niet als overheid,doch als partij bij een
zuiver privaatrechtelijke overeenkomst was
opgehouden, en dus ook geenszins bevoegd
was daarvoor belasting te heffen.
Ten slolle had gedaagda nog een beroep
gedaan op het feil, dat gftepszins voldoende
voor verlichting en onderhoud gedurende
de jaren, waarover thans grondrenten wor
den gevorderd, was gezorgd. Voorzoover
hierbij geklaagd werd over, onvoldoende
verlichting van-.de parken nis geheel, werd
dit beroep verworpen. Immers gedaagde be
weert niet ,dat minder wegc-n werden" ver
licht dan bij de vestiging van het recht liet
geval was. Groot-Haesebroeok was slechts
gehouden die wegen te verlichten, welke
door haar destijds werden verlicht, terwijl
uitbreiding der verlichting slechts noodig
was naar mate de exploitatie vorderde.
Evenwel achtte de rechtbank het bezwaar,
dat de maatschappij gedurende de jaren
1919, 1920, 1921 en 1922 niet of althans
met behoorlijk de wegen heeft onderhou
den, gegrond. Gedaagdcs klacht over het
onderhoud gedurendo 1923 en 1924 moet
worden verworpen; in die jaren heeft de ge
meente het wegennet vernieuwd cn in voor-
beeldigcn toestand gebracht, bet spreekt
echter vanzelf, dat de verwaarloosde wegen
niet ineens in orde konden worden ge
bracht. Met.name gaat de grief tegen den
toestand van de Konijnenlaan, die in 1925
nog zeer veel te wenschen overliet, niet op;'
deze laan was een der laatste, die in orde
is gemaakt, en het staat vast, dat zij kort
daarop is hersteld. Trouwens volgens de
oorspronkelijke overeenkomst moet de lijd
van herstel of verandering in de wegen bui
ten beschouwing blijven bij de berekening
van den lijd, waarover geen grondrente
kan worden gevorderd. De vordering, be
houdens over de jaren 1919 tot en met
1922 werd derhalve toegewezen.
Diëet bij primitieve volken.
Sinds Rouèseau en zijn volgelingen heb-
bén beweerd, dat de mensch in den natuur
staat ér beter aan toe is dan de beschaafd©
Europeaan, heeft men aldoor gemeend, zie
kelijk© afwijkingen te moeten toeschrijven
aan het verkeerde diëet van de beschaafde
volken. Koken van spijzen, eten van
vleescli, enz. zouden de oorzaak zijn van
ziekteD, die bij de „rauweters" niet voor
komen. Speciaal heeft men dit beweerd van
den kanker, onder echter hiervoor goed©
gronden te hebbendat wilde volken min
der kanker hebben, kan toch wel aan an-,
der© diDgen liggen dan aan een ander'
diëet.
Van zeer veel belang is het nu om cr>
achter te komen, wat deze primitieve ras
sen in werkelijkheid eten. Onlangs is een
onderzoek gepubliceerd over het diëet van!
de inwoners van Keüya, aan de Oostkust
van Midden-Afrika.
Er blijkt uit, dat zij bijna uitsluitend
koolhydraatrijk voedsel eten en maar af en
toe een stukje vleesch. Het bleek, dab d©
bevolking eigenlijk op de grens was van
wat zij noodig had om te bestaan en dat
zij met het gewone diëet niet in staat was,
hard te werken. De inwoners waren dan
ook zeer onderhevig aan allerlei ziekten.,
In den oorlog had men hen gebruikt als
werklieden en toen was gebleken, dat veel
meer werk werd gepresteerd, als de men-
schen beter aten, vooral vleesch kregen.,
Ook waren zij dan veel minder ontvankelijk
voor ziekten. Dr. Wilson, een der daar te
lande praktizeerend© artsen, had een dieet,
samengesteld, dat goed voldeed: het be
stond uit dagelijks twee pond maismeef,^
wekelijks twee pend chiroko-boonen, twee!
pond vleesch en een citroen.
Merkwaardig in dit diëet is, dat het zoo
weinig eiwit bevat: twee pond maïsmeel
bevat slechts de helft aan het eiwit, dab
volgens Europeeschè begrippen noodig is'
voor een volwassen mensch. Heb is daarom
begrijpelijk, dab de inwoners meb hun eigen!
diëeb veel te weinig eiwit krijgen en de 'al-,
geméene opinie van de autoriteiten daar te i
land© is dan ook, dat do inwbn^rs vleesch
noodig hebben, als zij werk moeten ver-'
richten. De aannemers van den spoorweg:
daar te lande wisten dit reeds lang; zij ga-)
ven den werklieden altijd vleesch, omdat
zij dan opgewekter him werk deden en min
der aan ziekten leden. Een andere ervaring
uit een hospita-al in die streek was nog, dat*
goede, eiwitrijkere voeding het sterftecijfer,
van de opgenomen zieken van 33 pC't. tob
3 pCt. deed dalen.
Rousseau krijgt dus in dit opzicht geen
gelijk; de Europeanen hebben een betere
voeding dan de primitieve volken.
Losse nummers van ons Blad zijn
behalve aan ons bureau
ook verkrijgbaar bij de
Firma A. KILLEN, Breestraat 154,
Firma A. HILLEN, Stationsweg.
I. J. RIJSBERGEN, SigarenliandeU
Heerenstraat 2,
Fa. A. SOMERWIL Azn. Hoogew. 24
Firma A. T. H. WIJTENBURG,
Haarlemmerstraat 2,
A. M. VAN ZWICHT.
Kiosk Prinsessekade. I
en bij
TOH. HOGERVORST. Haarl.str. 128
en des Zaterdags bij
A. GERRITSEN. Alphen a. d. Rijn
Dultsch, Kruissnarig
praclilmodel met 10
Jaar garantie, des-
gewenscht huurkoop
f 15.— per maand.
554
BUIKGORDELS
BREUKBANDEN
met cn zonder veer
Prijzen zeer concurrecrcnd.
Alleen bij T. JONGRL.OED
Noortleinilc 30. 5(52
550
20 Ct.p. K.G. VERLAAGD
581
per 5 ons
1
f 0,80
10 p. Vette Varkenslappen
f 4,25.
Stalionsweg 3 - Leiden - Telef. 929
Ziet onze advertentie van Vrijdagavond
12 Februari 547
Beveelt zich beleefd aan.
VRAAGT FRIJCOPGAAF.
7129
i G.öO per 50 pond.
AdresFruithandel
Papeustraat 1, Tc!. 33®-
7850»