DE JOCKEY No. 20217. LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 8 Februari Tweede Blad. Anno i926. BINNENLAND. rheumaliek Aspirin-iableHen&>}Kt FElliü.ETOH. Het Zilveren Jubileum. H. M. de Koningin-Moeder kwam. Zater dagmorgen per trein van 12.42 in haar sa- '|onwagen te Apeldoorn aan. In de koninklijke stationswachtkamer iwaren bij aankomst reeds aanwezig de ^Koningin, Prins Hendrik en Prinses Juliana, die in die wachtkamer bleven ver toeven tot de Kon. salonwagen van den trein voor het tweede perron staande, was losgehaakt en voor het eerste perron was .gereden. Toen dit geschied was, trad het zilveren Bruidspaar met de Prinses naar 'den salonwagen en had een wederzijdsche hartelijke begroeting plaate, waarna do gansche Kun. familie den wachtenden auto besteeg en naar het paleis Het Loo reed. Met den trein van 5 u. 11 zijn Zaterdag «en aantal jonge meisjes, vriendinnen van de Prinses, aangekomen die den afgeloopen zomer raet haar in de nabijheid van het 'Aardhuis gekampeerd hebben. Apeldoorn had zich gisteren in het Oranje gestoken. 1 De fclicitatieregisters ten paleize werden ongemeen druk geteekend. Zondagmorgen precies om halfnegen, toen 'de drie muziekcorpsen Soli Deo Gloria (di rigent J. Scholten), het Harmonie-orkest '(dirigent J. A. Kwast) en Jeanne d'Arc (ilirigent E. Gomes) zich voor het hek van het paleis Het Loo hadden opgesteld en een ontelbare menschenmassa zich achter die muziekvereenigingen had geschaard, daal den de Koningin, de Prins en de Prinses met de Duitsche familieleden en het ge volg van de bordestrappen af en begaven zich over het cour tot aan het paleishek Sn de nabijheid van de muziek. Daar aangekomen lieten de muziekcorp sen achtereenvolgens hooren Gezang 2 1 (Soli Deo Gloria), twee coupletten van het ^.Wilhelmus" (Harmonie orkest), twee cou- (pletten van het „Wien Neerlands Bloed" \'i(Jeanne d'Arc) en tot slot Ps. 134 2 (Soli [Deo Gloria). Het publiek zong de gespeelde liedoren ttiede en liet na afloop een daverend hoera (hooren. Achtereenvolgens werden aan de Kon, familie voorgesteld het Hoofdbestuur yan de Oranjevereeniging, en de drie diri genten der muziekcorpsen, wien de Konin gin Hare bijzonder ingenomenheid met de 'aangeboden hulde betuigde. Na een tweede driewerf ,,hoerah!" van het publiek bewoog zich dat naar de Ned.- Jlerv. Kerk, waarin dc meeste plaatsen om fialfticn reeds waren bezet. Een paar minuten voor tienen hield voor den Koninklijken ingang van het kerkge bouw de gesloten auto van de Koningin- 'Moeder stil, die gevolgd werd door open Rijtuigen met tweespannen, waarin gezeten 'iwaren de Koningin, de Prins en 'de Prinses en het gevolg. Ook de vriendinnen van de Prinses, die bij het kerkgebouw hadden gewacht traden door den Koninklijken in gang de kerk binnen. De godsdienstoefening werd geleid door ■Apeldoorns oudsten predikant ds. C. Hat- tink. Toen de Kon. Familie met gevolg het kerkgebouw binnentrad en in de Kon. log© plaats nam, stonden alle aanwezigen van hun zitplaatsen op en speelde het orgel „Wilt heden nu treden voor God den jjïeei'." Na gemeenschappelijk gezang van Ps.r (103 1 las de voorganger na het uitspre ken van het votum de eerste dertien ver- tzen van Ps. 103 In zijn gebed dankte ds. (ïl&ttink den Allerhoogste, dat Hij dezen 'dag heeft doen aanbreken en het Yorste- Uijk Echtpaar in het leven heeft willen (behouden en gezegend heeft als echtge- booten. Ook voor de oudervreugde, heb .Vorstelijk Paar geschonken, dankte de .voorganger Hem, van ÏVVien alle zegen komb. Ook vond ds. Hattink stof tot dan ken in het feit, dat de Koningin-Moeder 'gespaard bleef. Als tekst voor de predicatie was gekozen het laatste gedeelte van Ps 42 luidende: v.ïïij is de menigvuldige verlossing mijns 'Aangezicht-s en mijn God." Tot overdenking van dit schriftwoord song de gemeente van gezang 44 vers 1—i Gemeenschappelijk werd nu gezongen Ps. 118 7, waarna de predikant voorging in gebed. De slotzang, Gezang 96, werd staande aangeheven. Plechtig weerklonk binnen deze tempel wanden 't geloofslied: „Hallelujah, eeuwig lof en eere." Na het uitspreken van den zegen was de dienst ten einde en verliet de Konink, lijke Familie met gevolg het kerkgebouw. Buiten gekomen werd zij luide toege juicht door een in dichte drommen opge stelde volksmenigte. Zondagmiddag om halfdrie maakte de Kon. Familie een rijtoer door Apeldoorn. Op meerdere plaateen werd het jubilee- rend paar luide toegejuicht. In heel den lande is het zilveren huwe lijksfeest gisteren kerkelijk herdacht door alJe gezindten Vele personen zijn door H. M. de Konin gin begiftigd met oen draogmedaille als herinnering aan dc herdenking van het 25- jarig huwelijksfeest. Deze medaille, die van zilver gemaakt is, vertoont aan de voorzijde de beeltenissen van H. M. en Z. K. H. en aan de achter zijde een gekroond monogram van W. en H., omringd door lauwertakken. Het lint, waaraan de medaille bevestigd is, heeft in het midden een breede oranje- baan en aan weerszijden daarvan een smalle lichtblauwe-, gele- en roode baan. De medaille is geen officieel, doch een persoonlijk ondcrscheidingsteeken. Ofticieele berichten. Bij Kon. Besluit is benoemd tot burgemees1- ler der gemeente Soe3t mr. G. Dekebh. Jhr. mr. G. L. M. H. Rnys de Beerenbrouck f Zaterdagavond is op huize ..Wolfrath" le Bom (L.) overleden jhr. mr. Gustave Lode- wijk Marie Hubert Ruys de Beerenbrouck. De overledene werd geboren 26 Sept. 1842 te Roermond. Hij bezocht het Atheneum te Maastricht en studeerde daarna te Utrecht, waar hij in 1867 promoveerde tot doctor in de rechtswetenschappen. Van 1867 tot 1877 was hij subslituut-offier. bij de arrondisse mentsrechtbank te Roermond, van 1877 tot 1888 rechter, daarna vice-president bij de rechtbank te Maastricht. Reeds in 1880 werd hij lid van de Tweede Kamer. Op 21 April 1888 werd jhr. Ruys de Bee renbrouck benoemd tot minister van Justitie in het kabinet-Mackay, waarin hij samen met generaal Bergansius de katholieken vertegenwoordigde. Na het aftreden van het kabinet in Augustus 1891 werd hij weder naar de Tweede Kamer afgevaardigd, maar hij bleef zijn zetel slechts twee jaar inne men. Van 1893 tot 1918 is de lieer Ruys de Beerenbrouck onafgebroken commissaris der Koningin in Limburg geweest, de positie welke hij met ijver heeft vervuld en waarin hij zich groole achting heeft verworven. Jhr. Mr. G. L. M. H. Ruys de Eeerécbjouck. Tot de betrekkingen, welke de heer Ruys nog bekleedde, behoorde die van staatsraad in buitengewonen dienst, lid van het Inter nationale Permanente Hof van Arbitrage en curator van de Landbouwhoogeschool. Bo vendien is hij vele jaren voorzitter van de Heide-Maatschappij geweest. Begrafenis Daniël de Wet. Zaterdag is te 's-Gravenhage op Oud Eik en Duinen ter aarde besteld het stoffelijk overschot van wijlen den heer Daniël de Wot, in leven student der universiteit te Kaapstad, die tijdens de reis van het gezel schap Zuid-Afrikaansche studenten door Europa, alhier aan pokken is overleden in het gemeentelijk ziekeifliuis aan den Zuid- wal. Op de begraafplaats waren o.a. aanwezig, de burgemeester mr. J. A. N. Palijn; Colonel Sandilands, militair attaché bij, en mr. Houston-Boswal, secretaris van de Engel- sche legatie; dr. Bolane, directeur vallen gemeentelijken geneeskundigen dienst; dr. Ooslra, die den overledene hel eerst als pa- tiën beh^pdeld heeft; de gep. vice-admiraai G. P. van Hecking Colenbrander; gep. kapi tein der infanterie H. W. Hennus; baron Van Hardenbroek en Linthorst Homan, na mens de Alg. Senatenvergadering; Van Gogh, praeses van het Delftsch Studenten corps; de heer R. A. Jellema, namens het Rotterdamsch Studentencorps; de heeren v. Hecking Colenbrander en Verwoerl, leiders van de reis door Nederland van het gezel schap studenten; Bosman, met vijf mede studenten de Suid-Afrikaanse Studenten Vereen, te Amsterdam vertegenwoordigende; do president van de Confédération des Êtu- diants, de heer Baugnies te Parijs, en na mens de Belgische afdeeling der Confédéra tion, de heer Willemse; prof. Besselaar, na mens de Zuid-Afrikaansche Academie te Stellenboschdr. Lingbeek, oud-Afrikaner, en tal van Zuid-Afrikaansche en Neder- landsche collega's van den overledene. In gezelschap van dr. Den Houler, den •hygiënist van den llaagschen gemeentelijken geneeskundigen dienst, woonden de twee vrienden van den overledene, de heeren Beyers en De Vos Key ter, de twee Slellen- bossche studenten, die in verband met het pokkengeval in het gem. ziekenhuis in ob servatie waren gehouden, op eenigen af stand de plechtigheid bij. Zaterdagavond zijn beiden, vergezeld van den geneesheer dr. Flowers, naar Engeland vertrokken. Toen allen om de groeve waren geschaard, deed ds. Molenaar voorlezing"van 1 Cor.: 15. Daarna trad prof. Besselaar naar voren om namens de inrichtingen voor hooger on derwijs, namens de studenten in Z.-Airika, een laatslen groet te brengen aan den op rechten landszoon. De heer Verwoerl, wenschte een laatslen groet te brengen aan den medestudent cn makker. Na hem spraken nog de heeren Baugnies, baron Van Hardenbroek en Wil lemse, waarna de heer Bosman namens de Z.-Afrikaansche studenten te Amsterdam deelneming betuigde met hel heengaan van De "Wel. Namens de medestudenten van den over- ledene. sprak dc heer Smith een kort af scheidswoord in de Engelsche taal. Dr. Flowers, bracht in het Engelsch een groet aan de ouders van De Wet, op hun eenzame farm. Spr. dankte namens de fami lie van den overledene voor de bewezen eer. De heer W. J. van den Bergh, sprak ten slotte namens het Dielsch Studenten Ver bond, en de heer v. Trolsenburg als otfd- lioofdond er wijzer in Transvaal. Ds. Molenaar sloot de plechtigheid met gebed. Tal van kransen dekten de baar; er wa ren er van bovengenoemde corporaties; bo vendien was er een krans van den EDgel- schen consul; het Alg. Nederl. Verbond had een palmtak op de fiaar doen leggen. Voorts waren er bloemen van do vrienden van wijlen Daniël De Wet, boven reeds ge noemd, de heeren Beyers en De Vos Keyler, Ir. Damme voorloopig buiten functie. Naar wij van welingelichte zijde verne men, zegt de „Tel." is ten opzichte van den heer Damme, directeur-generaal van de Pos terijen en Telegrafie een bijzondere maatre gel getroffen, welke niet nalaten zal opzien te baren. Heden zal hl. per dienstorder wor den bekendgemaakt, dat de heer Dairme voorloopig gedurende het verdere deel van de maand Februari afwezig zal zijn Zijn werk zal dan worden waargenomen door de heeren mr. .1. F. van lloyen, alge meen secretaris der Posterijen en Telegrafie G J. Hofker, inspecteur der Posterijen en Telegrafie in Algeraeenen Dienst, en A. P F. Duynstee, inspecteur der Posterijen en Tele grafie, welke beide laatste hseren tijdelijk belast zijn met de waarneming van de func tie van hoofdinvpcoleur dsr Posterijen en Telegrafie. De aanleiding van den ten aanzien van den heer Daram-* gctrcfftp maatregel is g^- iegen in een zake nfc meeningsv'TS.-hil over dirrstopvaltiag* n lus9chen den minister van Waterstaat en den heer Lamme. Doze laat ste was de laaUie dagen reeds niet ïiiPor op het kantoor van li?; )iooiabe»f;:ur dor Poste rijen en Telegrafie aanwezig. Nader vernomen wij neg. dat hel rnd^ geruimen tijd in porikringen geen gebein meer was. dat de samenwerking lussciien den directeur-generaal eenerzijd» en don mi nister van Waterstaat benevens de leidende hoofdambtenaren van hel hoofdbestuur dor P en T. anderzijds, in tal van ond^rdeolen te wensohen overliet. In bet bijzonder schijnt' dit naar voren te zijn gekomen tijdens de afwezigheid van den heer Damme, die on langs als regeeringsvertcgenwoordiger de In ternationale Tclegraafconferentie te Parijs heeft bijgewoond. Tractementen hoogleeraren. Bij Kon. besluit van 29 Januari jl. zijn, met ingang van 1 Januari jl., de salaris- grenzen voor gewone hoogleeraren aan de rijksuniversiteiten en de Technische Hooge- school bepaald op f7600 tot f9000, met 3 tweejaarlijksche verhoogingen van f 500. Reorganisatie R.-K. Staatspartij. De Commissie tot reorganisatie van de R.-K. Staatspartij heeft Zaterdagmiddag in het Tweede Kamergebouw haar slotverga dering gehouden tot vaststelling van haar rapport. Bevordering van de intellectneele toenadering tnsschen Nederland en België. Het lid der Eerste Kamer prof. Van Emb- den heeft de volgende vragen tot den mi nister van buitenlandsche zaken gericht: 1. Is het verzoek, op 20 Januari 1921 door de Belgische regeering tot de Nederlandscho gericht, om, ter bevordering van de intel lectueel toenadering tusschen beide lan den, de wederzijdsche uitwisseling van hoogleeraren en studenten overeen te ko men, destijds hier te lande ter openbare kennis gebracht? 2. Zoo neen, waarom niet? 3. Moet uit het aan ondergeteekende op 2 Februari 1926 gegeven antwoord worden opgemaakt, dat dit verzoek der Belgische regeering ongeveer 41/» jaar zonder bescheid is gebleven, behoudens wellicht een for meel bericht van ontvangst? 4. Is in gevallen van negatieve beschik king zulke gedragslijn aan het departement van buitenlandsche zaken gebruikelijk, en acht de minister liaar wenschelijk, met name, wanneer pogingen tot internationale toenadering worden in het werk gesteld? 5. Zijn er door de Belgische regeering ten deze 2. dan wel 3 verzoeken tot onze re geering gericht? 6. Op welken datum i3 den Nederland- schen gezant te Brussel opgedragen, het nadere standpunt, al zoo de huidige bereid verklaring der Nederlandsche regeering, aan de Belgische le doen weten? Weer een gemeente in de knel. Het loopt met de financieelo aangelegen heid van de gemeente Vlieland mis, schrijft de Harlinger Ct. Terwijl liet reeds een paar jaar uiterst traag ging met het voldoen van financleele verplichtingen, is er nu opeens algeheele stagnatie gekomen, waardoor de boel vast loopt, in de eerste plaats lot groot ongerief en last van de ambtenaren, die geen cent salaris ontvangen. Sedert October hield de uitbetaling aan de onderwijzers op. Ook de overige gemeente-ambtenaren hebben in 1926 nog niets ontvangen van het vierde kwartaal 1925. Andere schuldeischers we gens onderhoudswerken, brandstoffen enz. hebben nog vorderingen van vóór 1925, doch of deze zich al wenden tot Ged. Stalen om RECLAME. Oh! Oh! Au! An! Mijn lendenen! Verlies geen HJdl Probeer niet vo" alles I Vernietig de oorzaak van uw - met In origineele verpakking met den oranjen band. Masseer bovendien met Spirosal-oplo*sing„®aytf.'' hel eentje w r If m I d d e I. del diep In de huid dringt. Weal Aipfrin en Splroial Generen U geheel en ell 420 hulp, het geelt niets, liet schijnt wel, dat er beslag gelegd is op alle inkomende gelden der gemeente. De rijksontvanger, die anders regelmatig stort ln de kas van den ge meente-ontvanger, heeft daar reeds meer dan een jaar mee opgehouden. Is het blad goed ingelicht, dan vloeit wat anders de gemeentekas ten goede komt, nu regelmatig naar de Bank van Ned. gemeen^ ten, bij welke bank de gemeente diep in do. schuld zit. Wellicht dat ook de subsidiën en andere uitkeeringen van rijk en provincie, daarheen een weg vinden, althans de kas van dan gemeente-ontvanger blijft wanho pig leeg. Het ls in het bijzonder voor de ambtenaren to hopen, dal cr spoedig hulp komt. Legerorders. In de dezer dagen te verschijnen legeror. ders is opgenomen oen minlsterieele bOe schikking, volgens welke de aanneming van soldaten-vrijwilligers bij de compagnieën Hospitaalsoldaten weder wordt opengesteld. Het is gebleken, dal er een leemte beslaat in de bepalingen betreffende hel bewaren van wapens uitgereikt aan militairen bene. den den rang van officier die niet in een ka zerne 'zijn gehuisvest. Aan genoemde categorie militairen moet de gelegenheid worden gegeven, niet alleen om de aan hen uitgereikte wapens, doch ook voor zoover noodig kijkers e.d :u de. kazerne te bewaren. Wen9oht een hier voren bedoeld militair do wapen» enz. in zijn wo ning lo bewaren, dan mag dit, doei: r h/.ao op eigon verantwoordelijkheid goschic.bi. Bij enkele wapens en dienstvakken beslaat weder gelegenheid voor officieren en onder officieren, die daarvoor overigens, in aan merking komon om onder genot van pension en met reserveplicht, op verzoek te worden ontslagen. Bik geval zal op zichzeh' worden be schouwd. Zij die van bovenstaande gelegenheid ge bruik wenschen te maken, kunnen eep daar toe strekkend reuest aan de Koningin in dienen door tusschenkomst van den korps commandant die voor de toevoeging van de verder benoodigde bescheiden zorg draagt. Verbod van invoer van aardappelen in Zwitserland. Er is in Zwitserland een verbod van in voer van aardappelen afgekondigd, dat lot 1 Juni a.s. zal gelden. Alleen partijen, waar voor heeft verleend, zullen nog mogen wor den geïmporteerd. De aanleiding tot dezen maatregel schijnt de wensch te zijn geweest Uit hel Engelsch door ART II UB A PP LI N. Verlaling van Mevr. M. J. LANDR6—TOLLENAAR. (Nadruk verboden). 'TG) De paarden waren nu ongeveer halver se*. Ze waren nog steeds dicht bij elkaar. Het was een mooie race. Hij hoorde den naam van den favoriet roepen, maar het •was nog niet mogelijk den waarschijnlijken •winnaar aan le wijzen. Hij had ze zien aan- ikomen; een cavaleriecharge als hef ware. Mij kon den Kameel nu niet zien. Hij was blijkbaar le midden van do andere paarden. Misschien nog wel zoo veilig. - Ilij hief den kijker op. Geen zeshonderd nieter meer van den eindpaal. Vier of vijf paarden kwamen naar voren. Hij herkende jden favoriet en Loopjongen .Toen zag liij zijn eigen kleuren: blauw met gouden en swarle sterren. De Kameel reed heelemaal aan den buitenkant, ongeveer vijf lengten achter de voorste paarden. H^t was als liep bij langzamer dan alle andereen, maar (Marton kende die lange, snelle slappen. Hij zag den mooien gestreklen hals, de recht opstaande ooren. Allemachtig daar galoppeerde hij. En met het onfeilbare inzicht van den trainer, met zijn liefde voor paarden, zag Marton, Hat de Kameel met fcart en ziel er bij was. Mij wi!d4 TKiimen, Een gevoel van vreugde, van trots door tintelde zijn lichaam. De bruine magere handen trilden van aandoening. Als de Ka meel liet in zijn hoofd had gezel om te win nen en dat had hij, dal had hij) kon niets hem weerhouden, zelfs niet de stem van hel Jog. Hij zou die niet eens hooren. Alle menschen op de tribune schreeuwden nu en uit de menschenmenigte achter en naast de tribune steeg een gebrul op. De favoriet won. De favoriet.... Toen riep men Loopjongen. „Ik wed op Vuurvlieg," schreeuwde een stentorstem Bert Tompson. Marton her kende hem onmiddellijk en hij glimlachte even. Niemand zag d,en Kameel, niemand lette op hem hij liep vlak langs de om heining. Marton trilde van top tol leen. Hij pro beerde zich le beheerschen, maar hij kon niet. Wat galoppeerde hij, zonder cenige moeite als een machine.... Neeii dat was een schandelijke vergelijking als een volbloed. Zonder moeite, zonder moeite. Het Jog lag bijna geheel tegen hem aan. Ze was niet meer dan een zijden streepje. Nu smolten alle stemmen samen: „De favoriet wint.... Vijfhonderd pond op de favoriet." Marton hield de oogen strak gevestigd op het kleine zijden figuurtje, dat roerloos op ifen rug'van den Kameel zal. Een paar me iers nog voor den eindpaal. Een zegevie rende kreet: „De favoriet. Toen plotseling een stille, het rumoer stierf weg in een weeklacht en in de stilte vroeg: plotseling een scherpe stem: „Wat loopt daar langs de omheining? De favoriet heeft verloren." Het was voorbij. Marton legde den kijker neer en keerde zich om uil dat iemand zijn gezicht zou zien. Wat hij had willen vermijden was gebeurd en hij voelde slechts een grooten trots. Niemand lette op hem. Aller oogen waren gevestigd op het bord, waarop het nummer van den winnaar zou verschijnen. Maar Marton wachtte niet; hij wist het. Iedereen wist het. En langzaam ging de stille der teleurstelling over in een morrend gegon3 van stemmen. Op hel bord verscheen het nummer zeven en twintig. De menschen keken hun lijsten na ori^en naam van het paard te zoeken. Marton. De Kameel. En vier vijfde van alle aanwezigen hadden zelfs nooit van hem ge hoord. Marton bereikte den renbaan juist intijds om den Kameel binnen le leiden. Hij durfde Tony niet aan te kijken. Hij streelde den hals van den Kameel, die zelfs niet bezweet was. Een vrees overviel hem, dat andeTen hel zouden opmerken hoewel hij maar met een halve lengte gewonnen had, was het duidelijk dat hij wel met een heele straatlengte had kunnen winnen. Hij had zich hoegenaamd niet ingespannen. Hij wachtte buiten, tot hij in de weegkaraer: „In orde" hoorde roepen. Hij stuurde Tony en Puk terug naar het Hotel, maar zelfs bleef hij bij den Kameel; zelf roskamde hij hem en hij week niet van zijn zijde, voordat hij hem veilig en wel met den ouden Tim in den trein had gezet, en route naar Cranleigh Heath House. Puk, Tony en Marton aten dien avond •laat, in het hotel. Het was de eerste gelegen heid, die Marlon had om met het Jog te pra ten, sedert den race. Alleen Demngton voel de zich op zijn gemak; vader en dochter vermeden liet elkaar aan te kijken. Puk ver brak de spanning door aan Tonia le vertel len, dal ze honderd vijf en twintig pond ver diend had. „Heusch," zei hij lachend, toen hij haar zag fronsen. „Vraag maar aan je vader. Ik heb voor ieder van ons een pond opgezet en tien shilling voor Tim liet was bedoeld als voorbehoedmiddel om den Kameel niet le laten winnen." Marton leunde achterover in zijn stoel en schudde het hoofd. Den heelen avond^had hij stil, raadselachtig geglimlacht. „Vertel ons, wat er gebeurd is. Jog." Tony haalde diep adem. „Ik geloof niet, dat ik het u kan vertellen. Ik weel het zelf nietHij startte keurig. Ik hield hem kalm; hij was zoo tam als iels. We lieten de anderen voorgaan en hobbelden achter ze aan. Al gauw voelde ik een soort van rilling door hem heen gaanik wist, dat hij opge wonden werd. Het was zijn eerste race, maar hij begreep dadelijk, wat het was. Ik zei hein aldoor, dat hij langzaam moest loo- pen, maar hij wou de anderen bijhouden. En dan het getrappel van de hoeven op het grasveld. Het was een muziek. Het was als.... Ik voelde hem trillen. Ik hield den teugel strak. Maar ik probeerde niet langer tegen hem te praten. Misschien had hij mij niet eens gehoord. De modder en vuiligheid vlogen ons om de ooren. Al gauw liepen we gelijk op met de anderen. En, vader ik vergal het De eene helft van me vergal hel en de andere dacht eT aan. Ik wist, dat we konden winnenik wist, dat we bezig waren te winnen. Ik wist, dal hij moest winnen, want hij wou, maar ik wist eigenlijk niet goed of we gewonnen hadden of niet, voor dat het afgeloopen was." Ze liet de stern zakken. ..Maar, o vader, als ik hem gezegd •had hard ie moeten gaan. als ik hem vrij ge lalen haf, als we eerlijk gestart waren. dan zou hij niet mei een halve lengte, maar met een halve minuut of meer gewonnen hebben." Marton knikte. Hij streek met de hand langs de oogen. „Hel hindert niet zoo erg, hoeveel we met de Derby winnen. Als we maar winnen. En dal kan niet anders, Der- rington." Puk sprak niet. Hij keek naar Tonia. Op dat oogenblik was er maar één ding in de wereld, dat hij voor zich wilde winnen, maar één ding in de wereld, dat hem kon schelen. Ze zouden met een vroegen trein naar Epsom terug reizen. Om tien uur stond Mar ton op en zei legen Tonia, dat zij hem met een moest volgen. Hij gaf haar geen nacht zoen. Hij gaf haar alleen een hand. „Morgen ben je beroemd, kindlief. Hel zal moeilijk worden, heel moeilijk. Maar ik ben trolsch op je. Je weel niet, hoe trotsch. En ik zweer je, dat, als we het geld niet zoo noodig hadden, ik jou de Derby zou laten rijden op gevaar van, dat ze je geheim zouden ont dekken. Neen, ik zou ze vertellen, dat het mijn dochter was, die reed. Dat zou ik doen." ..Best, vadertje,*' zei hel Jog yrooüjk. „Ik lieb den Kameel gereden bij zijn eersten race; hel was een groot succes en hij heelt hem gewonnen. U weet, dat ik gehoorzaam ben geweest; ik wa3 niet van plan hem te winnen. Toch ben ik er blij om." ,„Tk ook," zei Marton. Siel verliet hij het vertrek. Tonia volgde hem, maar Puk pakte haar bij den arm en sloot de deur. ..Blijf nog een oogenblikje zitten. Ik wou je iets zeggen." (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5