Brief aan Sint Nico'aas
Dwergen.
CORRESPONDENTIE.
bracht, terwijl de stemmen van haar en
Tom vroolijk door het vertrek klonten.
„Wij hebben honger, Grootmoeder", zei
Tom, terwijl hij een dikke boterham nam.
Molly at langzaam en scheen niet veel
trek te hebben.
„Grootmoeder", vroeg zij, toen de taEel
afgerujmd was, „wanneer ie Vader gestor
ven
Grootmoeder zette haar bril af en begon
dien aandachtig af te. vegen. Zij keek ont
steld en zag er uit, alsof zij niet wist, wat
te antwoorden en voor een lief ding
wensehte, dat de vraag nooit gedaan was
„En waaraan is hij gestorven?" vroeg
Tom nu, door Molly's durf aangestoken. In
het si echts spaarzaam verlichte vertrek
had Grootmoeders stem een vreemden
klank.
„Waarom willen jullie dat weten?"-,
vroeg zij.
„Omdat de meisjes op school er altijd
aaar vragen", antwoordde Molly, „en dan
is het .zoo gek, dat je heelemaal niets
kunt vertellen van jc eigen vader. Suze
Hopkins zei laatst nog, dat hij een slechte
man was. Hat had haar moeder haar ver
teld."
„En wat zei jij toen?"
„Dat- zij het jokte en dat mijn vader veel
beter was dan dc hare."
„Maar jo weet niets van hem, kind."
,,Dat is het juist, wat ik zelf later ook
bedacht, Grootmoeder, en daarom zou ik
zoo heel graag wat van hem willen hooren,
en Tom ook. Is 't niet, Tom
Zij zocht steun bij haar broertje, die haar
dan ook niet in den steek liet.
jjWij moesten het toch eigenlijk wel we
ten", waagde Tom het te zeggen.
Grootmoeder zag het noodzakelijke liier-
va-n in, doch er zijn dingen, die zich al heel
moeilijk vertellen laten en vooral dit onder
werp wilde zij maar het liefst onaangeroerd
laten. Zij zette haar bril weer op en zag
twee belangstellende, verhitte gezichten. Zij
zelve was bleek en de rimpels in haar ge
laat waien nog dieper dan gewoonlijk, toen
zij haar hand op Molly's schouder legde.
„T.uisjter eens Molly," zei zij. ,,je vader
was geen goede man, hoe naar ik het ook
vind, jullie dit te moeten zoggoh. Hij was
lui en zelfzuchtig en wal hij verdiénde, gaf
hij voor zichzelf uit. Eindelijk verwaarloos
de hij zijn vrouw en kinderen geheel. Hoe
wel hij een flinke zeeman had kunnen zijn,
wilde niemand hem in dienst nemen, om-
dut hij niet 'slevig in zijn schoenen stond."
.„Niet stevig in zijn schoenen?" herhaal-
•Je Molly en liet was haar aan te zien, dat
zij dié uitdrukking niet begreep.
„Neé." herhaalde Grootmoeder langzaam;
„hij stond niet stevig in zijn schoenen. Hij
hield te veel van de herberg en den drank!"
„Was hij dan wel- eens dronken?" vroeg
Toin verschrikt.
„Maar al te dikwijls, lielaasl"
Molly werd vuurrood, terwijl haar ge
zichtje een booze uitdrukking aannam; Toin
werd echter spierwit.
„Arme Vader!" zei hij.
„En arme Moeder," voegde Groolmoeder
er aan top.
„llc wil niets meer van hém hooren," zei
Mollv ongeduldig.
.„Lijk ik op Vader?" vroeg Tom.
„Nee jongen, Molly lijkt op hem en jij op
je Moeder."
„lk vind het naar genoeg," zei Molly
driftig.
Grootmoeder sprak verder, eigenlijk meer
in zichzelf don tegen de kinderen:
„Hij was êen flinke man, doch de drank
maakt iemand altijd ongelukkig. Denk
daaraan, Tom, als je ouder wordt."
liet lampje in het vertrek werd flauwer,
doch een laatste straal verlichtte Groot
moeders oud gezicht, waarop veel zorgen
stonden to lezen.
„Wij waren beiden nog heel jong, toen
Moedor slierf," zei Tom liefdevol, „en u
bobt al dien tijd voor ons gezorgd."
„Ja," antwoordde Grootmoeder, terwijl zij
raar lianr banden keek, die door den arbeid
vereelt waren.
Tom "nam er Gén van en Molly streek
mot li aar zachte, warme vingertjes over de
andere.
„Maar nu gaan Wij yoor u perken," zei
zij o&rewekt. - r -
„Ja, wij beiden gaan nu voor u werken,"
riep Tom; „en ik zal ermee beginnen, om
dat ik een man ben en ruim een jaar ouder
dan Molly."
Grootmoeders oogen straalden en zij wa
ren nog vochtig, toen zij de kinderen goeden
nacht wensehte.
„Het spijt mij, dat ik het gevraagd heb;
ik zou het liever niet gedaan hebben," zei
Molly, toen zij alleen waren.
„En we weten nog maar de helft," fluis
terde Tom.
„Grootmoeder heeft ons niet gezegd, wan
neer hij gestorven is, misschien
„Wat misschien?"
„Nee, niks," antwoordde Tom kortaf.
Slhap lekker!"
(Wordt vervolgd).
door
C. E. DE LILLE HOGER WAARD.
Zacht, heel zachtjes in den nacht
Heeft de Sint ons veel gebracht:
Suikergoed en marsepein,
Choeolade-letters, fijnl
Speelgoed ook: een autobus
Voor mij. En voor kleine Zus
'n Popje in het rood gekleed
En dat dus Roodkapje heet.
Jammer, dat 'k den Sint niet zag
En ik juist te slapen lag.
Móeder zei: Ik weet wat, kind!
Schrijf oen briefje aan den Sint.
Zus kan nog ni^t schrijven, maar
Daarom doe ie 't ook voor haar.
'k Kreeg van Moeder mooi papier.
Wat ik schreef? Je leest het hier:
Lieve, beste Sinterklaas.
Wees bedankt door Koos Vermaas
En zijn zusje Margareet
'Voor al wat U bij ons reedt.
Dóe de groeten ook aan Piet.
Echt doen/ hoor! Vergeet U 't niet?
'k Denk wel, dat Uw lieve paard
Smult van 't brood, dat 't had bewaard.
Moeder zei: Hij houdt van wit,
Dat is 't best voor zijn gebit.
Ik at dus het bruine brood
Dapppr, want ik ben al groot!
Maar'k at toch een stukje af
Van den wortel, dien Moes gaf
Voor uw paard j.Sint. wees niet boos,
'k Doe het heusch nooit weer!!.
Uw KOOS!
Dwergen vormen geen afzonderlijke soort,
van menschengeslacht,geen zoogenaamd
ras. Zij zijn afwijkingen of spelingen der
natuur on komen niet alleen onder de men-
schen, rnaar ook onder de dieren voor.
Dwergen zijn inenschen, welke bijzonder
klein zijn, doch zij behoeven volstrekt niet
gebrekkig te wezen.
Met de dieren en planten is hel evenzoo
gesteld. Er zijn b.v. paarden in de Scholsehe
Hooglanden, die bijzonder klein zijn, terwijl
er zeer lage gewassen bestaan, die
op gebergten groeien. Van deze laatste
worden in den tuinbouw onder de
dwergen gerangschikt die boomen, waarvan
de stammen niet in de hoogte schieten, maar
zich even boven den wortel in takken ver
doelen. Zij kunnen echter zeer goede vruch
ten dragen.
In het algemeen leveren eenige deelen van
den aardbodem menschen, dieren en plan
ten op, die hoewel niet tot de eigenlijke
dwergsoorten behoorende, zich. toch door
hun kleine gestalte en omvang van anderen
onderscheiden, zooals b.v. de bewoners van
Groenland, Lapland enz. De koude lucht
streken schijnen één der hoofdoorzaken van
zulke ingekrompen gestalten te zijn. Zoo
viel mij o.a. bij het beklimmen van den
Broeken (hoogste punt in den Harz) op, dat
de dennen, hoe hooger wij kwamen, steeds
kleiner werden en eindelijk heelemaal ver
dwenen waren.
De natuur behandelt de dwergen oüder de
mensehen lang niet altijd stiefmoederlijken
er worden onder hen dikwijls personen aan
getroffen, wier vernuft bijzonder sterk ont
wikkeld is. Aan do Noordsche hoven ontbrak
het nog in de eerste helft der I8dc eeuw
nimmer aan kamerdwergen, die dikwijls te
vens de rol van hofnar vervulden.
Behalve deze wezenlijk leven'de dwergen
bestaan er denkbeeldige in de oude fabelleer,
waar zij pygmeeën genoemd werden en stof
tot vele verdichte beschrijvingen van hun
lotgevallen - en daden geleverd hebben.
'Reeds Homerus maakte ze tot het voorwerp
zijner zangen, en latere Grieksche en Ro-
meinsche schrijvers gaven de zonderlingste
beschrijving vart een volksstam uit dwergen
samengesteld, wier woonplaatsen uit eier
schalen bestonden, terwijl volgens dezelfde
fabelachtige verhalen een leger dier pyg-
meën den ingeslapen Hercules aanviel en zij
daarvoor maatregelen namen, alsof zij een
stad belegeren moesten. Maar de sterke
Hercules ontwaakte, glimlachte bij het zien
dier kleine mannetjes,, wikkelde hen in zijn
leeuwenhuid en droeg ze aldus weg.
In den geest van deze verdichting zijn in
dc achttiende eeuw de reizen van Gulliver
dcor den vernufligen Engelschen schrijver
Swift vervaardigd, waarin de hoofdpersoon
de grappigste tafereelen ophangt van zijn
ontmoetingen en aanrakingen met een
dwergachtig volkje, aan hetwelk hij den
naam van Lilliputters gaf. -Sinds dien tijd
wordt deze naam gebruikt voor alles wat
bijzonder klein is.
Eerst even als antwoord op de vragen
in bijna alle brieven of ik toch niet ziek1
ben, en geen hoofdpijn meer heb. Gelukkig
ben ik weer beter, hoor, ik ben niet be-
paald ziek geworden, ik was alleen neel
erg verkonden en liad daardoor een paar
dagen veel hoofdpijn. Ik vind het vreeselijk
hartelijk, zooals jullie allemaal er naar
vragen, en mij beterschap wenschen; wel
bedankt voor alle vriendelijke belangstelling.
Ik weet wel, dat iedereen het o zooveel
prettiger vindt om een apart woordje to
krijgen als men behalve de raadseloplos
singen ook nog een briefje heeft geschreven,
daarom doe ik dat dan ook iedere week,
maar verleden week was mij dat onmogelijk
het neemt zooveel meer tijd, daarom scbreet
jk toen maar een flinken brief aan allen
te zamen, het was toch even goed bedoeld.
Mini Metselaar, wel bedankt voor je aller
aardigst souvenir aan mijn eerste lustrum
als raadseltante; ik waardeer het. dat je
zelE iets voor mij werkte; je hebt het keurig
gedaan.
Nièsje de Gelder, aardig, dat je mij toch
een briefje schreef, al bad ,je geen tijd
om de raadsels op te lossen. Help jij dan
ook in de huishouding, 3ls je moeder uit
is? tet is flink, hoor, en prettig voor later,
als je dat al jong leert.
Lien de Graaf, het is hier al dagen
mooi zonnig weer, wel een scherpe, koude
wind, en dat voel je dubbel als de zon
weg is. Als het zoo doorgaat, zal men
spoedig de schaatsen weer te voorschijn
kunnen halen.
Aaltje Glasbergen, ja hoor, het gaat nu
deze week veel prettiger en vlugger om
alle brieven te kunnen lezen en alles te
beantwoorden. Het is niet erg als Ali eens
een keertje overslaat.
Dé Wiersma, al komen jo nieuwjaarswen-
schen laat, ik neem ze nog graag aan. In
Zeeland doet men dat nog de beele maand
Januari.
Johanna van der Ham, heb je net zoo
gedaan als ik, en het nieuwe jaar met een
erge verkoudheid begonnen? Vervelend, hè?
Ik ben ook blij met dat heldere zonnige weer:
on de blauwe lucht.
Catrientje en Gretlia Smit, ik hoop voor
jullie, dat je moeder al weer beterende is,
want als moeier ziek is, is alles zoo anders
in huis.
Kilde Künig, neen, ik heet geen Annie,
die A. beteekent Aleida, maar ze noemen
mij bij de laatste lettergreep, wel jammer,
want ik vind Aleida voluit een veel mooier
naam.
Fiederika Bourgeois, 'dat begrijp ik best,
dat, als je moeder ziek te bed ligt, je graag