r</%z Niet Gestraft. De Kroning. Haar Voeten Vergeten. Van alles wat. CORRESPONDENTIE. door e T DE LILLE HOGERWAARD. - Foei, stoute Lot, wat doe je daar? Wat steek je in je mond? - Och, och, wat ziet 't buffet er uit, En kijk eens op den erondl - Je hemt een echte likkepoi En nog verschrik'lijk klein. - Als Poppelijs je zoo eens zag Of Beertje of Katrijn t - Wat moet ik doen? zegt kleine Lot, Ik heb toch o zoo'n spijt. - En Moeder zei heusch gist'ren nog: Lot is een groote meid. Ga daad'lijk maar naar Moeder toe, Luidt 't antwoord van Zus Mien, Ik heb Moes een minuut geleên Vog in den tuin gezien. Vertel haar alles eerlijk weg, Moes is dan vast niet boo6 En zeg, dat je 't nooit weer zult dien, Zoo doe ik ook altoos Klein Lotje trekt sandaaltjes aan, Doet 't o! zoo langzaam, zog! Haar lijkt 't een heel eind naar den tam Een lange, zware weg! Doch eind'tijk, met ontsteld gezicht Komt zij bij Moeder aan En Moes ziet daad'lijk aan haar kind: Zij heeft .iete stouts gedaan. Met staam'lend. bevend stemmetje Zegt Lot in Moesje s oor Wat zij voor stoute heelt uatgevoofd Z' is hang voor straf er voor. Mijn kleine Lot was wel heel stout Zegt Moeder, en terecht, Maar dezen keer ben ik niet boo6, Omdat zij 't eerlijk zegt. Onthoud dit, kind, je leven lang: -Heb je iets kwaads gedaan. Kom er dan altijd rond voor ui*. Kan ik daar vast op aan? Klein Lotje knikt en snikt het uit; Zij viodt zich zelf heel stout, En toch voedt zij maar ad te goed, Hoeveel zij van Moes houdt. „Vader! 0, Vader!" riejian allen tegelijk ait „Kom maai' gauw mee! Thuis praten wij er wei over!" zei Vader, terwijl hij Bertha op zijn sterken arm nam- Gelukkig wang) de kinderen niet bfej ver van huis en in het veilige weten, dat Vader bjj hen was en den weg wfist, liepen de drie anderen dapper mee. Dat wae «au thuiskomst! Moeder bad wanna slemp gekookt- Of <k* smaakte! Zjj werden er weer beelsoaai lekker warm van. En terwijl allen om de kachel zaten, ver telde Vader, hoe hij vanwege het slechte weer, met Hektor er op uit gegaan was, om ben tegemoet te loópan, boe Hektor plotseling van den eigenlijken weg afgeslagen en steeds snuffelend doorgeloopeo was. Vader begreep, dat de hond het spoor der kmderen ontdekt had, al was dit met gemakkelijk in de nog stqeds vallende sneeuw. „Zonder Hekkie sou ik jullie nooit ge vonden hebben," eindigde Vader zjjn ver haal, terwijl hrj den hond aanhaalde. „Bonder Hekkie waren wij vast inge sneeuwd," »i Koen- De verstandige bond liet zich door de (onderen liefkoesem, dankbaar, dat hij be* troepje weer veilig thuis had gebracht Dat Hektor diem avond een lekker maai kreeg, zal we! niemand verwonderen. En verdiend was het, vinden jullie ook niet? Roosje is de „koningin'', Rudolf is de „koning"; 'n gouden kroon heeft ieder op, wamt het is hum „krondrvg"! Bram gaat met de trom voorop cn sla&t ferm een roffel; achteraan met zijn trompet loopt zijn nóefje Stoffel.' Zusje Miek en nichtje Co dragen saAm de slippen van hel staatsie kro mugs kleed past op, Laait niets flippen! Strakjes in de „bronittsazaAl" zal ik je IraMeeren: ulevellen, net zoo vafll ais je zult begeeren! Maar eerst vlecht ik voor je elk een mood bfloeroenkrameje en dan doem we op het eind met elkaar een dansje! HER MANNA- Een predikant kwam een vrouwtje van zijn gemeente bezoeken. Zij was juist bezig met de wasch en daar zü niet wenschte gestoord te worden, verstopte zij zich, toen rij den predikant zag aankomen, achter een droogrek, waarop reeds allerlei goed hing. „Zeg, dat ik niet thuis ben,'' riep de vrouw haar zoontje toe. De predikant kwam binnen en vroeg: „Waar is je Moeder?" „Moeder is uitgegaan, dominee," zei de jongen. De predikant zag de dampende wazch- tobbe en vestigde daarna zijn blik op den grond, vlak onder het droogrek. „Nu, zeg dan maar uit mijn naam aan je moeder, dat als zij weer uitgaat, zij vooral niet vergeten moet haar voeten mee te nemen, zooals nu." En mét deze woorden verliet de bezoeker bet huis. Heldenmoed bij dieren. De haas heeft van oudsher den naam ge had een lafaard- te zijn. Het is dan ook on getwijfeld waar, dat hij. zoodra er eenig gevaar is, het „hazenpad" kioet. Toch zijn er van de haas verscheiden staaltjes van moed bekend: vooral als hij de één of an dere lekkernij veroveren wil, kan hij zich dapper lioonen en voor een paar blaadjes pe terselie of een stukje wortel zal hij alle ge varen taoteeeren. Ook het konijn kan dikwijle zeed moedig zijn. Iemand aag eens, hoe een konijn door een marter werdaangevallen. Het dier sprong over zijn aanvaller heen en gaf het met de achterpooten zoo'n slag, dat hij een heel eind weggeslingerd word. Nog twee maal herhaalde de marter zijn pogingen met hetzelfde resultaat. Daarna pas ruimde hij het veld. Het eekhorentje is bekend om zijn schuw heid. Toch wordt datzelfde schuwe dier, dat iedereen ontvlucht, een held, wanneer iemand bij zijn nest komt. waarin zijn jon gen zitten. Onverschillig wie het is, werpt het wijfje zich op den indringer en vecht zelfs tegen mensehen met een ware doods verachting. Trouwens, bij het verdedigen van hun jongen, worden nagenoeg alle dieren hel den en er is bijna geen dier, dat in zoo'n geval niet alle gevaar trotseert en in plaats van zich door de vlucht te redden, niet den meest ongelijken strijd aanvaardt. Allen verzoek ik vriendelijk om hel be gin der correspondentie te lezen, want het is mogelijk, dat ik deze week niet zooals an ders aan zeer velen een apart woordje kan antwoorden.. Ik heb zware hoofdpijn door een verkoudheid, zoodat het'mij ai veel moeite heeft gekost, alle raadseloplossingen na te zien en alle brieven'te lezen. Maar ik vond het zóó vervelend om het nieuwe jaar te beginnen met geen nieuwe raadsels, geen vermelding van goede oplossingen enz., dat ik mijn uiterste best maar gedaan heb. En ik heb ook voor zóóvele heilwensc hen te bedanken, en wou dat niet graag laten tol ét volgende week. Ik zal even alle namen vermelden vat» degenen, die mij apart over de poet brief, briefkaart, kaartje of zoo hebben gezonden, dan weten die allen, dat ik het heb ontvan gen en aan die allen mijn hartelijken dank voor de goede wenschen en de mooie en aar dige ansichten en kaarten. Hier volgen de namen- Nellie Mulder, Bertha Mulder, Lu cas Mulder, Niesje de Gelder. Mientje Henny Nelie Oostveen, Sjaan Döll (Nieuwjaarskaart en Kerstkaart). Clazina van Venetië (Nieuw jaarskaart en Kerstkaart), Niesje de Gelder (Kerstkaart), Corrie de Groot, Neeltje van Leeuwen. Annie van Leeuwen, Frederika Bourgeois, Rika Bliek, Bep Spierenburg, Jo hanna van der Ham, Jozef Hanno, Mientje Hanno. Bram Linschoten, Annie Kwaadgras Marietje Kwaadgras, Catharina v. Egmond. Ali van Rijn, Siebe de Roos, Annie Bavelaar. Corrie Geenjaar, Liesbeth Barnouw, Jaap Barnouw. Dank aan Maartje en Ariena Col jee voor het aardige portretje, ik zal het een plaats* geven in mijn album Aan allen, die in deze brieven met dc goede oplossingen mij Nieuwjaar wenschlen mijn dank voor al het geluk mij toege wenscht. Allen, die deze week jarig zijn, feliciteer ik hartelijk, en wenseh hun een vroolijker verjaardag. De nieuwelingen, die voor het eerst mee deden en vroegen of zij voortaan ook tot de raadseljeugd mogen behooren, antwoord ik hier. dat zij allen welkom zijn en als zij mij weer schrijven, dan zal ik hun ook apart antwoorden. Corrie de Groot, daar dit je afscheidsbrief was, krijg jij in de eerste plaats een apart woordje. Kan ik er niet toe komen, nog m-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 19