R. H.W. Cacao
Bakpoeder
DE JOCKEY
No. 20182.
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 28 December
Tweede Blad. Anno 1925.
BINNFWI m
WAFELEN
Dr Oetker's
FEUILLETON.
1 Doctoraat in de Veeartsenijkunde.
In Stsbl. 456 is opgenomen het Kon. Be
sluit van 30 Nov. jl., tot aanvulling van het
Academisch Statuut.
Te rekenen van 1 Sept. j.l. is de gelegen
heid opengesteld tot verkrijging van hel doc -
ïoraat in de veeartsenijkunde. In voornoemd
besluit is opgenomen, welke vakken de ver-
Schillende examens, ter verkrijging van ge
lnoemden graad, omvatten.
Het getuigschrift van met goed gevolg af
gelegd doctoraat examen in de faculteit der
Veeartsenijkunde geeft, op den voet vaja na
dere wettelijke regelingen, de bevoegdheid
èot het geven van onderwijs in de ontleed
kunde der huisdieren, de physiologie der
huisdieren, de gezondheidsleer der huisdie
ren en de Veelecltwetenschappcn.
Onderscheiding.
Bij Kon. besluit is benoemd tot officier in
'*e orde van Oranje-Nassau II. A. von De-
wall laatstelijk inspecteur bij den pandhuis-
flienst in Nederlandsch-Indiê.
KERSTREDE VAN DEN HEER ALBARDA.
v Ook onze socialistische bijeenkomsten"
aldus ir. J. W. Albarda, die den Tweeden
^Kerstdag voor de Federatie Amsterdam van
Ae S.D.A.P. in het' Concertgebouw het woord
Voerde „kennen, hocvelen zich ook ver
mogen gevoelen van de Kerk, de wijding van
£et Kerstfeest, het feest van de komst van
Set licht na de duisternis, het feest van den
'triomf van het idealisme. Ja, al zou, wat ik
iiet geloof, het Christendom zijn macht over
de volkeren verliezen, dan nog zal dat' feest
Voortleven, ook in onzen kring, omdat wij
den drang gevoelen om te juichen over het
komende licht. En nu ik hier lot u spreek,
en verbonden weet met een ongeleid aantal
eqciaaldemocraten in geheel on9 land, die
hedenmorgen zijn bijeengekomen om mijn
per radio verspreide rede aan te hooren, nu
gevoel ik mij door een vreemde ontroering
aangegrepen. Aan al die luisteraarrs namens
u allen een groet uit het socialistisch ge-
,moedl"
Door het Kerstfeest is niet alleen hot
feest van het licht, de Kerstgedachte is ook
oen vredesgedackte. Negentien eeuwen lang
heeft men vruchteloos getracht, dien vrede
fe verwezenlijken. Steeds bleef de eene oor
log volgen op den anderen en menigmaal was
het Kerstlied een smartkreet. Wel is thans in
•West-Europa dc oorlog voorbij, doch niet
in Oliina. in Noord-Afrika, in Syrië, en
straks wellicht in Angora. En velen zijn er
die ook den toestand in West-Europa uiterst
pessimistisch blijven beschouwen. Zij hou
den Volkenbond voor een imperialistische
statentrust. het Dawes-plan voor een uitbui
ting van Duitschlands bevolking door Ame
rika, het Locarno-verdrag voor een samen
zwering tegen Sovjet-Rusland.
S.D.A.P. en Volkenbondsgedachte.
In die beschouwingen ligt zonder twijfel
een kern van waarheid. Doch men mag niet
uit het oog verliezen, dat èn de Votkcnbond
Cn het Dawes-plan èn het Locarno-verdrag
veel goede beloften voor de toekomst inhou
den.
Bij zijn geboorte is dc Volkenbond door de
sociaal democratie met-vreugde begroet. Lei
dende figurer als Bran ting, VanderVelde,
MacDonald. hebben er hun beste krachten
aan gegeven. Wie dien Volkenbond houdt
voor een kapitalistische machtsinstelling en
hem daarom verre blijft, gelijkt den anar
chist, die den Staat meent te kunnen ophef
fen door hem te negeeren. Neen, de sociifal-
democratie doordringe den Volkenbond van
(haar geest, want zij is het. die het meest ge
ëigend is voor het daadwerkelijk bevorderen
van den wereldvrede.
RECLAME.
wordt bereid met koude of w*rme melk
f 1.35 - i 0.70 0.50
per fi. by Uwen Winkelier.
R. H.W. Fabrieken, Leiden, Tei. 122.
8478
Ook het Dawes-plan aanvaard door de
aan de Engelsche arbeidersregeering te dan
ken conferentie van Londen in 1924 hetec
kent een eersten stap op den weg naar vrede
Die conferentie bereikte vreedzaam overleg
op voet van gelijkheid tusschen de vroegere
vijanden en haar arbeid is in Locarno met
vrucht voortgezet. Zeker, Locarno is slechts
eèn verkleind protocol van Genève, een bij
zondere regeling, die echter kan en moet
uitgroeien lot een algemeenel
Et zullen er zijn zoo vervolgde ir.
Albarda die vragen: Wat is de waarde
van papieren regelingen als deze? Op die
vraag past slechts één antwoord: verdragen
als dat van Locarno zijn evenveel waard
als de arbeidersbeweging, die op de bres
moet slaan voor hun strikte handhaving
(Luid applaus).
Doch in de geheele vredesbeweging is geen
middel zoo sterk als dat der ontwapening.
Immers, zoo lang het oorlogsapparaat nog
gereed staat, zoo lang dreigt gevaar. Actie
voor ontwapening behoort tol de belangrijk
ste deelen v. d. taak der sociaal-democratie,
en dat zij die taak begrepen heeft getuigen de
door haar ingediende ontwapeningsvoorstel
len in Zweden, in Denemarken, dezer dagen
in Zwitserland, en ook ten onzent Sedert
Maart van dit jaar is de TwTcede Kamer in
het bezit van een voorstel tot nationale ont
wapening, ingediend door de socialistische
Kamerfractie. Steeds meer terrein wint de
ontwapeningsgedachte, en de Volkenbond
zal zich moeten haasten, wil zij bij de inter
nationale ontwapening de leiding behouden!
De Kabiueiskwestie.
Na de pauze, waarin J. Sternheim eenigc
gedichten voor de radio-luisteraars decla
meerde en de „Stem des Volks" ccnige lie
deren ten gehoore bracht, ging Ir. Albarda
over tot een bespreking der huidige Kabi
netscrisis in ons land, waarvoor de belang
stelling levend blijft, ondanks haar langen
duur, ondanks de geheimzinnigheid, door dc
rechtsche partijen gespreid over het verloop
der onderhandelingen. Zoolang mr. Marchant
pogingen deed tot het formeeren van een
Kabinet, bleef geen brief geheim, werd het
volk op de hoogte gesteld in elk stadium der
besprekingen. Thans echter, nu dr. De Vis
ser tracht de gebroken coalitie weer aaneen
te krammen, thans blijft het volk onkundig
van wat er geschiedt, wordt de volkszaak
behandeld als een aangelegenheid, die
slechte een kleine leidersgroep raakt. Doch
het is te hegrijpen! Want de coalitie is zwaar
gehavend, en daarom: men behandelt den
patiënt maar liever achter de gordijnen, op
dat het volk niet zie, hoeveel en hoe ern
stig de wonden zijn!
Of het herstel der coalitie gelukken zal?
Zelfs ter rechterzijde wordt reeds menigeen
pessimistisch gestemd. En al waren de moei
lijkheden in zake het gezantschap bij 't Va-
ticaan opgelost, op hoeveel andere punten
zou niet gebrek aan overeenstemming tus
schen de rechtsche partijen blijven voortbe
staan! De weg der coalitie voert langs fne-
nigen onbewaaklen overweg! Licht zal zij
daar gegrepen worden door de locomotief der
democratie!
Doch waarom wil men dan lot eiken prijs
het herstel der gebroken partij-grocpeering?
Waarom zweept Mgr. Nolens de gemoederen
te dien einde welhaast tot hartstocht op? Zoo
wij nog leefden in oen periode als die van
18881913 toen de strijd liep tusschen de
coalitie en de liberalen, zou het anders zijn.
Dan toch zou een coalitie-échèc gemakkelij
ker zijn te erkennen, omdat immers het oude
overwicht na een liberale regeering weer te
rugkeerde. Die tijd is voorgoed voorbij. De
eens zoo kraohligc liberale partij is geslon
ken tot een onbeteekende groep, terwijl, met
name na de verkiezingen v. dit jaar, de so
ciaal-democratie in beteekenis is toegenomen
Zoo zien de rechtsche partijen met schrik
het oogenblik naderen, waarop aan de arbei
dersklasse aandeel in de Regeering moet
worden toegekend. En ziedaar, waarom zij
trachten, de coalitie tot olken prijs te besten
digen.
De moeilijkheden voor rechts.
Met dat al bevinden zich de prolestantsche
partijen, die, met inbegrip van ds. Kersten,
ds. Lingbeek. ds. Zandt en „boer Braat", het
9lechte tot 37 Kamerleden brengen kunnen,
in groote moeilijkheden. Want zoo de Christe
lijk-IIistorischen of de Anti-Revolutionairen
eenige concessie aan Rome doen, drijven zij
hun leden naar Kersten en Lingbeek. Ja het
heeft zelfs den schijn, dat ook de
Roomsch-Kalholieken met de Protestant-
eche partijen zijn begaan! Althans, zij trach
ten de „uiterste noodzakelijkheid" bij
welker aanwezigheid zij met de sociaal-de-
mocrateir een meerderheid zouden willen
vormen zoo ver mogelijk te verschuiven,
willen nog liever een kahinet-Colijn terug,
of een extra-parlementair ministerie onder
aanvoering van een of anderen „reactionnai-
re krachlmensch", dan een democratisch be
wind.
„Het is ons wel" zoo vervolgde ir. Albar
da. Wij zijn bereid aan de Regeering deel te
nemen, echter niet omdat wij machlsbegee-
rig zijn, doch omdat wij meenen, daardoor
de belangen de^ volks te dienen. Zoo de Ka
tholieken geen samenwerking wenscnen, dan
is daarmee bewezen, dat hun democratische
elementen te zwak zijn, dan dal wij ze zou
den begeeren. „En het mag den Katholieken
wel eens duidelijk gezegd worden, dat wij,
vertegenwoordigers der groote arbeidersklasse
niet op de stoep van Nolens slaan te bedelen,
totdat het monseigneur behaagt, de deur te
openen." (applaus). Dan keeren wij terug
in de oppositie, totdat eens de R.-K. arbei
ders lot heter inzicht zullen komen.
Uit de diepten cmhocg.
In dezen overgangstijd aldus besloot de
leider der S.D.A.P. voltrekken zich snel
veranderingen zoowel in de economische ver
houdingen als in de menschcn.Wie zich ver
plaatst in den toestand der arbeidersklasse
van een halve eeuw geleden en vergelijkin
gen trekt met haar huidige positie, die ziet,
hoe het socialisme den arbeider uit de diep
ten omhoog heeft geheven. De donkerste
tijden zijn voorbij, het socialistisch beginsel,
waarop zoo dikwijls wordt neergezien, is
duizenden tot een zegen geworden. Laat ons
zoo zich nieuwe moeilijkheden voordoen, te
rug zien op dat verleden, ten einde daaraan
kracht te ontleenen voor de verwezel ijking
van onze idealen!
Congres Nationaal Arbeids-Secretariaat.
In het IJ-paviljoen werd Eersten Kerst
dag het tweejaavlijksch congres van het
Nationaal Arbeids-Secretaviaat geopend.
De openingsrede werd uitgesproken door
den heer Sneevliet, die verklaarde, dat er
nog geen sprake van is, dat het kapitalisme
zich matigt.
Nadat de heer Sneevliet vervolgens eeiu-
ge medcdeelingen had gedaan, en er o.m.
op had gewezen, dat het congres bijge
woond wordt door een vertegenwoordiging
van de Engelsche minderheidsbeweging en
van het Fransche communistische vakver
bond (C.G.T.U.), droeg hij het presidium
over aan den heer Bouman.
De jaarverslagen over 1922, 1923 en 1924,
het beleid van het bestuur van het N.A.S.,
en dat van de redactie van ,,De Arbeid"
gaven vervolgens aanleiding tot uitvoerige
discussies. Blijkens de jaarverslagen be
droeg het ledental van het N.A.S. op 1
Jan. 1922 nog 31.644, een jaar later 21.758,
in 1924 daalde het tot 13.527, terwijl op i
Jan. 1Ö25 het N.A S. 14.050 leden telde.
De verschillende sprekers werden door
den secretaris van het N.A.S., den heer
•Th. J. Dissel, beantwoord. Deze merkte
o.m. op, dat het N.A.S.-bestuur nog steean
van meening is, dat nauwe samenwerking
tusschen het N.A.S. en de C.P.H. (Com
munistische Partij Holland) noodzakelijk
is. Indien het aan die .samenwerking heeft
ontbroken, dan dient men daarvan niet het
N.A.S.-bestuur, doch de communistische
partijleiding een verwijt te maken.
Bij zijn verdediging van het beleid der
redactie van ,,De Arbeid", merkte de heei
Sneevliet op, dat de discussies het bewijs
gaven van een groote homogeniteit in het
N.A.S., ondanks de- uiteenloopende stioo-
mingen. In die homogeniteit ziet spr. een
belangrijk voordeel, omdat de kracht van
de organisatie door gebrek aan eenheid
wordt gebroken. Bij zijn verdere verdedi
ging van het beleid van het N.A.S. in zake
de Internationale Arbeiders Hulp en de
Internationale Roode Hulp, wees spr. er
op, dat het naast elkaar voortbestaan van
twee steunorganisaties onduldbaar is. Daar
om wil het N.A.S.-bestuur zich tot de LR
H. bepalen, omdat het N.A.S. niet desor-
ganiseerend, doch organisatorisch en op
bouwend wil werken.
Bij acclamatie vereenigdc zich de verga
dering met de uitgebracht jaarverslagen,
terw ijl voorts met op 1 na algemeene stem
men het beleid van het bestuur en redactie
werd goedgekeurd.
Het congres werd daarop toegesproken
door den afgevaardigde der Engelsche min
derheidsbeweging.
De eerste congresdag werd door een
feostvergadering besloten.
Op den tweeden dag werd behandeld het
voorstel van het bestuur om uitvoering te
geven aan het per referendum in 1923 ge
nomen besluit tot aansluiting bij de Roode
Vakvcreenigingsinternationale. Door den
heer Kitz werd uitvoerig uiteengezet, dat
het in het belang is van de revolutionnairc
vakbeweging zich aan te sluiten bij de
R. V. I.
Door den heer Bouwman werd een uit
voerige uiteenzetting gegeven over de taak
van het N.A.S. aangesloten bij het R.V.l.
Er zal geen nieuwe koers zijn, maar het
is een-doortrekking van hetgeen het N.A.S.
tot nu toe heeft voorgestaan. In Moskou
is men van oordeel, dat het N.A.S. de eeni
ge revolutionnaire vakcentrale is in Ne
derland. Daarom heeft de Executieve te
Moskou niet alleen vroegèr, maar ook nu
aan de Communistische Partij Holland be
volen, deze vakcentrale te steunen.
Hierna verkreeg het woord een vertegen
woordiger van do Roode Vak-Internatio
nale, die in de Fransche taal de groeten
overbracht van millioenen arbeiders van
de R.V.l. Hij hield een pleidooi voor hel
eenheidsfront en drong daarna aan, dat
het N.A.S. zich heden zal aansluiten bij
de R.V.L
Na de pauze werden discussies gehouden
omtrent de aansluiting bij de R.V.l. Een
20-tal sprekers gaf zich op.
De meeste sprekers bleken voorstanders
te zijn van aansluiting bij de R.V.L De
vertegenwoordiger van de Gem. Arb. Re
serve van Amsterdam steunde ook het voor
stel tot aansluiting, maar wees af do aan
sluiting bij de tegenwoordige communisti
sche partij.
Na repliek van de heeren Kitz en Bouw
man werd overgegaan tot stemming over
aansluiting bij de Roode Vakvcreenigings
internationale.
Ditr besluit werd genomen met 118 vóór
cn 4 stemmen tegen en. één blanco.
Daarna werd met 116 stemmen vóór, 6
tegen en één blanco aangenomen de reso
lutie, betreffende de eenheidsfronttactiek
en de taak van het N.A.S., waarin het Gon-
1 gres als zijn oordeel uitspreekt, dat de ho-
i pelooze verdeeldheid der Nederlandsche
J vakbeweging de macht der onderncmera
versterkt en die der arbeiders verzwakt,
waarom ernstig gestreefd moet worden na.tr
eenheid van optreden, in het bijzonder van
die vakbeweging, welke den klassenstrijd
aanvaardt. In deze rbsolutie wordt vast
gesteld, dat, hoewel deze eenheidsgedachte
hoe langer hoe raecr onder de arbeiders
gaat leven, de leiders der reformistische
vakbeweging steeds de voorstellen van het
N.A.S. en zijn aangesloten organisaties tot
gezamenlijke actie afwijzen, omdat deze
leiders den daadwerkclijken eensgezinden
strijd niet willen.
Het wordt derhalve noodzakelijk geacht,
dat de N.A.S.-organisaties er naar streven,
in de reformistische en andere vakbonden
een linkervleugel tot ontwikkeling te bren
gen, die de onwillige leiders dezer bonden
opstuwt in de richting van het eenheids
front, hetgeen geschieden kan op de wijze,
als omschreven in de „resolutie over de
taak van het N.A.S.", die dit voorjaar te
Moskou werd opgesteld.
Deze resolutie is aanvaard als richtlijn
voor het N.A.S. in de naaste toekomst,
met betrekking tot de eenheidsfronttaktiek
en de revolutionneering der reformistische
beweging.
In de avondvergadering van den tweeden
dag hield de heer Sneevliet nog een inlei
ding over ,,De ontwaking der Oostersche
volken."
Congres van het N. S. V.
In het Gebouw voor Kunsten cn Welen-
schappen te Utrecht, is een tweedaagsch
congres gehouden van het Ned. Synd. Vak
verbond, onder voorzitterschap van den
heer August Rosseau, uit Amsterdam.
RECLAME.
naar Oetkcr s*Rcccpt, gebakken met
Backin vervangt de Gist.
250 gr. boter f 0.70 oi marg. f 0.^0
2 eetlepels suiker (50 gram) 0.02,/t
6 eieren.0.36
500 gram tarwebloem0.16
1 pakje Dr. Oetker's Backin 0.07Vj
1 pakje Dr. Oetker's Vanille*
suiker0.05
x/, liter melk„0.08
1 citroen0.05
een weinig rum0.15
f 1.25
Bereiding: Nadat de boter tot room geroerd
is, worden onder aanhoudend roeren suiker,
eieren, het met Backin vermengde meel en
melk toegevoegd; vervolgens mengt men de
feraspte citroenschil, Vanillesuiker en rum
oor het deeg en beslaat het tot er zich
blaasieS vormen. Bak nu in een heetgemaakt
wafelijzer de wafelen op een matig vuur. Men
lette erop het ijzer voor elk gebruik met een
stukje spek in te smeren.
Men lette vooral op Backin van Dr. Oetker.
en dat op elk pakie als Eenige Importeurs
E. Ostermann G< Co., A'dam, vermeld zijn.
Waar niet verkrijgbaar wende men zich
direc tot deze Importeurs, die op aanvrage
ook een grati sreceptcnbockjc toezenden.
8C65
Vertegenwoordigd waren 8 federaties.. 8
P. A. S. en 8 bonden met 51 vertegenwoor
digende afdeclingen.
Naar aanleiding van een door den heef
G. Kitsz, bestuurslid van het N. A S. en
het P. A. S. Ie Amsterdam, verspreide cir
culaire over het financieel beheer van den
penningmeester van het Syndicalistisch
Vakverbond, werd met algomccnc stemmen
hot volle vertrouwen in den penningmeester
uitgesproken.
liet bestuur stelde voor om uit art 9 dei
statuten le schrappen de bepaling „perso
nen, die deel uitmaken van een parlemen
tair-politieke partij, kunnen geen lid zijn
van het bestuur."
Door verscheidene afgevaardigden werd
hel voorstel bestreden en aangedrongen om
het artikel zelfs een verdere strekking te
geven, n.l. om ook geen personen als lid
van het S N. V. toe te laten, die lid van
een parlementair-politieke partij zijn.
Het voorstel werd ten slotte aangenomen
met 26 stemmen vóór, 23 tegen cn 1 blanco.
Inzake het zenden van delegaties naar
Rusland, verklaarde de heer Lansink, dat
het noodig is, dat men in Rusland de vrij
heid van critick en vrije briefwisseling toe'
laat, opdat men ons kan inlichten over de
toestanden in Rusland. De revolutionnaire
arbeiders worden thans in de gevangenis ge
zet en verbannen naar onherbergzame oor
den.
De zeelieden uit Rotterdam verklaren, dat
vele leden hunner organisaties gepoogd
hebben in Rusland wat meer van de toe
standen te welen te komen, doch zonder
resultaat.
De voorzitter meende eveneens, dat de ar
beiders in Rusland niets te zien krijgen dan
mooie dingen. Holland is veel vrijer in
woord en geschrift; dun het z.g.n. communis
tische Rusland.
De aangesloten organisaties hebben zich
echter aan onze besluiten te houden.
Uit het Engelsch
door
ARTHUR A PPL IN.
Vertaling van
Mevr. M. J. LANDRé—TOLLENAAR
(Nadruk verboden).
11)
Marton sloeg met de vuist op tafel. „Doe
niet zulke domme vragen. Wat kon ik be
ginnen? Ik was half bewusteloos. Toen hij
er eenmaal van door was, zou je net zoo
goed een naald in een hooiberg kunnen
zijn gaan zoeken. Hij kan overal heen loo-
pen in het donker om zich te verstoppen.'
„Maar de anderen liet u die gaan?"
..Het is mijn schuld, juffrouw Fay;' zei
Puck verontschuldigend. „Ik heb al hun
zakken nagekeken, maar ze hadden geen
dollar op zak. U ziet. ik ben nog niet ge
wend aan dit land Ik had ze toch niet alle
maal naar het polilie-bureau kunnen bren
gen of uw vader alleen achterlaten, terwijl
ik den dief zocht."
Fay stelde voor. dadelijk de politie op le
bellen, maar Marlon schudde het hoofd.
„Ze vinden hem loch niet. Ik kan niet zeg
gen, hoe hij er uitziet en stel, dat ze hem
pakken, dan zou hij hel geld toch al lang in
veiligheid gebracht hebben."
„Maar ze zouden de anderen misschien
nog kunnen vinden,*' hield Fay aan, „en
dan zou u de voldoening hebben, hem ge
straft te zien."
Marton glimlachte flauw en keek Puk
van ter zijde aan. „Ze hebben voorloopig
straf genoeg gehad. Neen, het is te laat om
nog iets te doen. Als ik dacht, dat de moge
lijkheid bestond, dat ik het geld terug zou
krijgen, geloof me, dan zou ik niels onbe
proefd laten. Maar het is te laat.
Puk was met een goeden honger aan ta
fel gekomen, maar zijn eetlust was weldra
gestild. Hij was boos op zichzelf en dit was
een heel eigenaardige gewaarwording voor
Puk. Hij voelde, dat hij alles in het honderd
gestuurd had. Hij had net zoo goed kunnen
blijven, waar hij was en den trainer aan
zijn lot over kunnen laten. Hij wou, dat er
een manier was. waarop hij hem van
dienst kon zijn. Toen ze voor het vuur za
len begon hij er over. Fay en hef Jog wis
selden een blik van verstandhouding.
„U moet nu heusch naar bed gaan, va
der," zei deze laatste, „en lekker uitsla
pen. U ziei er nog allesbehalve fleurig uit"
Marlon anlwoordde, dat hij niets meer
mankeerde Als hij naar bed ging, zou hij
niet eens kunnen slapen.
Puk wierp een blik op de klok en stond
op. Ik ben bang. dat het tijd is om te ver
trekken."
Tony vroeg, waar hij heen ging.
„Ik was eigenlijk op weg naar Londen,
i maar hel zal beter zijn, als ik nu maar in
Epsom overnacht. Dat is hier in de buurt,
j niet waar?"
„Blijf liever hier; we hebben een logeer-
I kamer," zei Marton.
Puk zuchtle en streek met de vingers door
I het haar. Hij keek naar het gezellige hout
vuur. hij keek naar Fay en eindelijk naar
Tonv. „Ik zou wel graag willen blijven. Het
is hier zoo gezellig. Maar ik ben nog niet ge
wend aan de beschaafde wereld en...."
„Je blijft," zei Het Jog rustig. Hij sprong
op. „Kom, Fay, ik zal je helpen de logeer
kamer in orde te brengen."
Ze holden 9amen de trap op. Puk keek
hen na, totdat ze verdwenen waren. „Mijn
heer Marton, u bent een benijdenswaardig
man, om zoo een stelletje je eigen te kun
nen noemen."
Geen antwoord vanuit den diepen leu
ningstoel. Een windvlaag deed de ruiten
rammelen en de takken der denneboomen
kraakten.
„Ik zail even mijn valiesje uit de auto
j halen als het heusch niet lastig is
I dat ik blijf. Ik ben 'er aan gewoon op aJle
I mogelijke plaatsen te 9lapen hooibergen
of hotels dat is alles hetzelfde voor mij."
De trainer stond lamgzaam op uit zijn
stoel, nam de pijp van de schoorsteenman
tel, opende ^ijn tabakspot en begon de pijp
te stoppen. „Tony zal uw koffer wel halen.
Neem een stoel en schenk u zelf nog eens
in." Marton wreef met den kop van rijn
pijp langs zijn gerimpelde wang en keek
Puk aan met halfdichte oogen.
„Ik zie, dat je mijn naam weet; if er
eenige reden, hebt u er eenig bezwaar te
gen, ons den uwe te zeggen? Uw achter
naam, bedoel ik."
Puk lachte en wierp het hoofd in den
nek, een beweging, dde karakteristiek voor
hem was. „Ik ben zoo lang Puk of Peter D.
geweest, dat het me dwaas voorkomt mezelf
Derrington te noemen. Dat is mijn eigen
lijke naam: Peter James Derrington. Ik ben
hier geboren. Vader Schotech, moeder
Iersch en ik ben een Amerikaan. Ik had het
u_ natuurlijk dadelijk moeten zeggen. Ik ben
zoo vervloekt traag, dat namen me eigenlijk
nooit iets kunnen schelen. Alleen gezichten
komen eT voor mij op aan. De beste vriend,
dien ik heb, heel Deeg Snoet; hij heeft geen
anderen naam en zal dien ook wel nooit
krijgen. Hij ziet er net uit als een taart, die
ze te kort in den oven hebben gelaten. Ze
noemden mij Puk, omdat ik de jongste was
op de farm, toen ik er kwam."
Marton stak een lucifer aan en hiekl dien
bij zijn pijp. „Dat was een jaar of elf gele
den, niet waar?" De wind slak op, floot om
hel huis en gierde door de boomen. Regen
kletterde tegen de ruilen
„Ik heb de jaren nooit heel precies ge
teld," sprak Puk, nu heel langzaam, „maar
het zaJ wel zoo wat elf jaar geleden zijn.
Toen zag ik voor hel eerst de woestijn en de
prairie, de ongerepte natuur Ik kan niet
verder dan elf jaar terug denken. Ik heb het
nooit geprobeerd. Toen ik dit land verliet
viel een soort scherm, zooals in de comedie
aan het eind van een bedrijf. Eens, toen ik
trachtte dat scherm op te lichten, kreeg ik
een pak slaag. Ik ben niet nieuwsgierig van
aard en keek dus in het vervolg voor me
uit. Daarginds in de nieuwe wereld, in het
vrije veld schijnt het verleden zoo weinig
belangrijk. Je hebt hel te druk met de toe
komst."
Andrew Marton hield de pijp tusschen de
tanden geklemd. Hij lachte kort en cynisch.
„De toekomst Al wat vandaag gebeurd
is. bijvoorbeeld."
Puk liet zich op een stoel neervallen. Hij
keek naar de gloeiende asch van het vuur
en luisterde naar den regen en wind builen.
Marton sloeg hem gade en zag de uitdruk
king op zijn gezicht veranderen. De vroo-
iijkheid. Je onbezorgdheid en het jongens
achtige, waaraan hij zijn bijnaam te dan
ken had, verdwenen. Zijn oogen kregen een
harde uitdrukking en Marton zag in hem
den strijder; het viel nu dubbel op. dal zijn
neus scheef stond en zijn fijnbesnedem
mond weid even strijdlustig als zijn kdn.
„Ik weel nog niet, wat me vandaag over
komen is." zei hij, meer tot zichzelf dan tot
Marton. „Er i9 iels ik weet nog niet, wat
het is. Het is geweldig en wonderlijk."
„Het verleden, misschien."
Puk 9chudde het hoofd. „0 neen, dat is
dood cn begraven. Het is niets voor mij, tel
kens versche bloemen op oen graf te plan
ten
„Waarom ben je dan terug gekomen?"
„Het schijnt, dat er hier nog wat geld van
me zit. En ik wou eens zien. wat er nog
meer was. behalve de woestijn."
„En je vondt mij Marton nam de pijp uit
den mond en wreef weer met den kop langs
zijn wang. Puk keek op.
„Het spijt me alleen, dat ik niet nog wat
eerder gekomen ben."
„Ben je hier niet gekomen om mij le zoe
ken, Derrington?"
HOOFDSTUK VII.
Van uit de kamer boven klonk gelach
een vroolijke lachende meisjesslem. Puk
luisterde en al het jeugdig vuur keerde weer
terug in zijn oogen. ,,U vindt zeker, dat Puk
kinderachtig klinkt. Kunt u me dan niet ge
woon Peler D. noemen? Ik hen niet ge
wend aan Derringlon. Het klinkt zoo koud
en vreemd, net ol u me de deur uit zet. En
of ik gekome% ben, om u te zoeken
Weer luisterde hij naar de stemmen van
boven. „Juffrouw Fay en Het Jog schijnen
pleizier te hebben met mijn bed. Kan ik ze
niet gaan helpen?"
(Wordt vervolgd).