R. H.W. Cacao Bakpoeder DE JOCKEY No. 20182. LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 28 December Tweede Blad. Anno 1925. BINNFWI m WAFELEN Dr Oetker's FEUILLETON. 1 Doctoraat in de Veeartsenijkunde. In Stsbl. 456 is opgenomen het Kon. Be sluit van 30 Nov. jl., tot aanvulling van het Academisch Statuut. Te rekenen van 1 Sept. j.l. is de gelegen heid opengesteld tot verkrijging van hel doc - ïoraat in de veeartsenijkunde. In voornoemd besluit is opgenomen, welke vakken de ver- Schillende examens, ter verkrijging van ge lnoemden graad, omvatten. Het getuigschrift van met goed gevolg af gelegd doctoraat examen in de faculteit der Veeartsenijkunde geeft, op den voet vaja na dere wettelijke regelingen, de bevoegdheid èot het geven van onderwijs in de ontleed kunde der huisdieren, de physiologie der huisdieren, de gezondheidsleer der huisdie ren en de Veelecltwetenschappcn. Onderscheiding. Bij Kon. besluit is benoemd tot officier in '*e orde van Oranje-Nassau II. A. von De- wall laatstelijk inspecteur bij den pandhuis- flienst in Nederlandsch-Indiê. KERSTREDE VAN DEN HEER ALBARDA. v Ook onze socialistische bijeenkomsten" aldus ir. J. W. Albarda, die den Tweeden ^Kerstdag voor de Federatie Amsterdam van Ae S.D.A.P. in het' Concertgebouw het woord Voerde „kennen, hocvelen zich ook ver mogen gevoelen van de Kerk, de wijding van £et Kerstfeest, het feest van de komst van Set licht na de duisternis, het feest van den 'triomf van het idealisme. Ja, al zou, wat ik iiet geloof, het Christendom zijn macht over de volkeren verliezen, dan nog zal dat' feest Voortleven, ook in onzen kring, omdat wij den drang gevoelen om te juichen over het komende licht. En nu ik hier lot u spreek, en verbonden weet met een ongeleid aantal eqciaaldemocraten in geheel on9 land, die hedenmorgen zijn bijeengekomen om mijn per radio verspreide rede aan te hooren, nu gevoel ik mij door een vreemde ontroering aangegrepen. Aan al die luisteraarrs namens u allen een groet uit het socialistisch ge- ,moedl" Door het Kerstfeest is niet alleen hot feest van het licht, de Kerstgedachte is ook oen vredesgedackte. Negentien eeuwen lang heeft men vruchteloos getracht, dien vrede fe verwezenlijken. Steeds bleef de eene oor log volgen op den anderen en menigmaal was het Kerstlied een smartkreet. Wel is thans in •West-Europa dc oorlog voorbij, doch niet in Oliina. in Noord-Afrika, in Syrië, en straks wellicht in Angora. En velen zijn er die ook den toestand in West-Europa uiterst pessimistisch blijven beschouwen. Zij hou den Volkenbond voor een imperialistische statentrust. het Dawes-plan voor een uitbui ting van Duitschlands bevolking door Ame rika, het Locarno-verdrag voor een samen zwering tegen Sovjet-Rusland. S.D.A.P. en Volkenbondsgedachte. In die beschouwingen ligt zonder twijfel een kern van waarheid. Doch men mag niet uit het oog verliezen, dat èn de Votkcnbond Cn het Dawes-plan èn het Locarno-verdrag veel goede beloften voor de toekomst inhou den. Bij zijn geboorte is dc Volkenbond door de sociaal democratie met-vreugde begroet. Lei dende figurer als Bran ting, VanderVelde, MacDonald. hebben er hun beste krachten aan gegeven. Wie dien Volkenbond houdt voor een kapitalistische machtsinstelling en hem daarom verre blijft, gelijkt den anar chist, die den Staat meent te kunnen ophef fen door hem te negeeren. Neen, de sociifal- democratie doordringe den Volkenbond van (haar geest, want zij is het. die het meest ge ëigend is voor het daadwerkelijk bevorderen van den wereldvrede. RECLAME. wordt bereid met koude of w*rme melk f 1.35 - i 0.70 0.50 per fi. by Uwen Winkelier. R. H.W. Fabrieken, Leiden, Tei. 122. 8478 Ook het Dawes-plan aanvaard door de aan de Engelsche arbeidersregeering te dan ken conferentie van Londen in 1924 hetec kent een eersten stap op den weg naar vrede Die conferentie bereikte vreedzaam overleg op voet van gelijkheid tusschen de vroegere vijanden en haar arbeid is in Locarno met vrucht voortgezet. Zeker, Locarno is slechts eèn verkleind protocol van Genève, een bij zondere regeling, die echter kan en moet uitgroeien lot een algemeenel Et zullen er zijn zoo vervolgde ir. Albarda die vragen: Wat is de waarde van papieren regelingen als deze? Op die vraag past slechts één antwoord: verdragen als dat van Locarno zijn evenveel waard als de arbeidersbeweging, die op de bres moet slaan voor hun strikte handhaving (Luid applaus). Doch in de geheele vredesbeweging is geen middel zoo sterk als dat der ontwapening. Immers, zoo lang het oorlogsapparaat nog gereed staat, zoo lang dreigt gevaar. Actie voor ontwapening behoort tol de belangrijk ste deelen v. d. taak der sociaal-democratie, en dat zij die taak begrepen heeft getuigen de door haar ingediende ontwapeningsvoorstel len in Zweden, in Denemarken, dezer dagen in Zwitserland, en ook ten onzent Sedert Maart van dit jaar is de TwTcede Kamer in het bezit van een voorstel tot nationale ont wapening, ingediend door de socialistische Kamerfractie. Steeds meer terrein wint de ontwapeningsgedachte, en de Volkenbond zal zich moeten haasten, wil zij bij de inter nationale ontwapening de leiding behouden! De Kabiueiskwestie. Na de pauze, waarin J. Sternheim eenigc gedichten voor de radio-luisteraars decla meerde en de „Stem des Volks" ccnige lie deren ten gehoore bracht, ging Ir. Albarda over tot een bespreking der huidige Kabi netscrisis in ons land, waarvoor de belang stelling levend blijft, ondanks haar langen duur, ondanks de geheimzinnigheid, door dc rechtsche partijen gespreid over het verloop der onderhandelingen. Zoolang mr. Marchant pogingen deed tot het formeeren van een Kabinet, bleef geen brief geheim, werd het volk op de hoogte gesteld in elk stadium der besprekingen. Thans echter, nu dr. De Vis ser tracht de gebroken coalitie weer aaneen te krammen, thans blijft het volk onkundig van wat er geschiedt, wordt de volkszaak behandeld als een aangelegenheid, die slechte een kleine leidersgroep raakt. Doch het is te hegrijpen! Want de coalitie is zwaar gehavend, en daarom: men behandelt den patiënt maar liever achter de gordijnen, op dat het volk niet zie, hoeveel en hoe ern stig de wonden zijn! Of het herstel der coalitie gelukken zal? Zelfs ter rechterzijde wordt reeds menigeen pessimistisch gestemd. En al waren de moei lijkheden in zake het gezantschap bij 't Va- ticaan opgelost, op hoeveel andere punten zou niet gebrek aan overeenstemming tus schen de rechtsche partijen blijven voortbe staan! De weg der coalitie voert langs fne- nigen onbewaaklen overweg! Licht zal zij daar gegrepen worden door de locomotief der democratie! Doch waarom wil men dan lot eiken prijs het herstel der gebroken partij-grocpeering? Waarom zweept Mgr. Nolens de gemoederen te dien einde welhaast tot hartstocht op? Zoo wij nog leefden in oen periode als die van 18881913 toen de strijd liep tusschen de coalitie en de liberalen, zou het anders zijn. Dan toch zou een coalitie-échèc gemakkelij ker zijn te erkennen, omdat immers het oude overwicht na een liberale regeering weer te rugkeerde. Die tijd is voorgoed voorbij. De eens zoo kraohligc liberale partij is geslon ken tot een onbeteekende groep, terwijl, met name na de verkiezingen v. dit jaar, de so ciaal-democratie in beteekenis is toegenomen Zoo zien de rechtsche partijen met schrik het oogenblik naderen, waarop aan de arbei dersklasse aandeel in de Regeering moet worden toegekend. En ziedaar, waarom zij trachten, de coalitie tot olken prijs te besten digen. De moeilijkheden voor rechts. Met dat al bevinden zich de prolestantsche partijen, die, met inbegrip van ds. Kersten, ds. Lingbeek. ds. Zandt en „boer Braat", het 9lechte tot 37 Kamerleden brengen kunnen, in groote moeilijkheden. Want zoo de Christe lijk-IIistorischen of de Anti-Revolutionairen eenige concessie aan Rome doen, drijven zij hun leden naar Kersten en Lingbeek. Ja het heeft zelfs den schijn, dat ook de Roomsch-Kalholieken met de Protestant- eche partijen zijn begaan! Althans, zij trach ten de „uiterste noodzakelijkheid" bij welker aanwezigheid zij met de sociaal-de- mocrateir een meerderheid zouden willen vormen zoo ver mogelijk te verschuiven, willen nog liever een kahinet-Colijn terug, of een extra-parlementair ministerie onder aanvoering van een of anderen „reactionnai- re krachlmensch", dan een democratisch be wind. „Het is ons wel" zoo vervolgde ir. Albar da. Wij zijn bereid aan de Regeering deel te nemen, echter niet omdat wij machlsbegee- rig zijn, doch omdat wij meenen, daardoor de belangen de^ volks te dienen. Zoo de Ka tholieken geen samenwerking wenscnen, dan is daarmee bewezen, dat hun democratische elementen te zwak zijn, dan dal wij ze zou den begeeren. „En het mag den Katholieken wel eens duidelijk gezegd worden, dat wij, vertegenwoordigers der groote arbeidersklasse niet op de stoep van Nolens slaan te bedelen, totdat het monseigneur behaagt, de deur te openen." (applaus). Dan keeren wij terug in de oppositie, totdat eens de R.-K. arbei ders lot heter inzicht zullen komen. Uit de diepten cmhocg. In dezen overgangstijd aldus besloot de leider der S.D.A.P. voltrekken zich snel veranderingen zoowel in de economische ver houdingen als in de menschcn.Wie zich ver plaatst in den toestand der arbeidersklasse van een halve eeuw geleden en vergelijkin gen trekt met haar huidige positie, die ziet, hoe het socialisme den arbeider uit de diep ten omhoog heeft geheven. De donkerste tijden zijn voorbij, het socialistisch beginsel, waarop zoo dikwijls wordt neergezien, is duizenden tot een zegen geworden. Laat ons zoo zich nieuwe moeilijkheden voordoen, te rug zien op dat verleden, ten einde daaraan kracht te ontleenen voor de verwezel ijking van onze idealen! Congres Nationaal Arbeids-Secretariaat. In het IJ-paviljoen werd Eersten Kerst dag het tweejaavlijksch congres van het Nationaal Arbeids-Secretaviaat geopend. De openingsrede werd uitgesproken door den heer Sneevliet, die verklaarde, dat er nog geen sprake van is, dat het kapitalisme zich matigt. Nadat de heer Sneevliet vervolgens eeiu- ge medcdeelingen had gedaan, en er o.m. op had gewezen, dat het congres bijge woond wordt door een vertegenwoordiging van de Engelsche minderheidsbeweging en van het Fransche communistische vakver bond (C.G.T.U.), droeg hij het presidium over aan den heer Bouman. De jaarverslagen over 1922, 1923 en 1924, het beleid van het bestuur van het N.A.S., en dat van de redactie van ,,De Arbeid" gaven vervolgens aanleiding tot uitvoerige discussies. Blijkens de jaarverslagen be droeg het ledental van het N.A.S. op 1 Jan. 1922 nog 31.644, een jaar later 21.758, in 1924 daalde het tot 13.527, terwijl op i Jan. 1Ö25 het N.A S. 14.050 leden telde. De verschillende sprekers werden door den secretaris van het N.A.S., den heer •Th. J. Dissel, beantwoord. Deze merkte o.m. op, dat het N.A.S.-bestuur nog steean van meening is, dat nauwe samenwerking tusschen het N.A.S. en de C.P.H. (Com munistische Partij Holland) noodzakelijk is. Indien het aan die .samenwerking heeft ontbroken, dan dient men daarvan niet het N.A.S.-bestuur, doch de communistische partijleiding een verwijt te maken. Bij zijn verdediging van het beleid der redactie van ,,De Arbeid", merkte de heei Sneevliet op, dat de discussies het bewijs gaven van een groote homogeniteit in het N.A.S., ondanks de- uiteenloopende stioo- mingen. In die homogeniteit ziet spr. een belangrijk voordeel, omdat de kracht van de organisatie door gebrek aan eenheid wordt gebroken. Bij zijn verdere verdedi ging van het beleid van het N.A.S. in zake de Internationale Arbeiders Hulp en de Internationale Roode Hulp, wees spr. er op, dat het naast elkaar voortbestaan van twee steunorganisaties onduldbaar is. Daar om wil het N.A.S.-bestuur zich tot de LR H. bepalen, omdat het N.A.S. niet desor- ganiseerend, doch organisatorisch en op bouwend wil werken. Bij acclamatie vereenigdc zich de verga dering met de uitgebracht jaarverslagen, terw ijl voorts met op 1 na algemeene stem men het beleid van het bestuur en redactie werd goedgekeurd. Het congres werd daarop toegesproken door den afgevaardigde der Engelsche min derheidsbeweging. De eerste congresdag werd door een feostvergadering besloten. Op den tweeden dag werd behandeld het voorstel van het bestuur om uitvoering te geven aan het per referendum in 1923 ge nomen besluit tot aansluiting bij de Roode Vakvcreenigingsinternationale. Door den heer Kitz werd uitvoerig uiteengezet, dat het in het belang is van de revolutionnairc vakbeweging zich aan te sluiten bij de R. V. I. Door den heer Bouwman werd een uit voerige uiteenzetting gegeven over de taak van het N.A.S. aangesloten bij het R.V.l. Er zal geen nieuwe koers zijn, maar het is een-doortrekking van hetgeen het N.A.S. tot nu toe heeft voorgestaan. In Moskou is men van oordeel, dat het N.A.S. de eeni ge revolutionnaire vakcentrale is in Ne derland. Daarom heeft de Executieve te Moskou niet alleen vroegèr, maar ook nu aan de Communistische Partij Holland be volen, deze vakcentrale te steunen. Hierna verkreeg het woord een vertegen woordiger van do Roode Vak-Internatio nale, die in de Fransche taal de groeten overbracht van millioenen arbeiders van de R.V.l. Hij hield een pleidooi voor hel eenheidsfront en drong daarna aan, dat het N.A.S. zich heden zal aansluiten bij de R.V.L Na de pauze werden discussies gehouden omtrent de aansluiting bij de R.V.l. Een 20-tal sprekers gaf zich op. De meeste sprekers bleken voorstanders te zijn van aansluiting bij de R.V.L De vertegenwoordiger van de Gem. Arb. Re serve van Amsterdam steunde ook het voor stel tot aansluiting, maar wees af do aan sluiting bij de tegenwoordige communisti sche partij. Na repliek van de heeren Kitz en Bouw man werd overgegaan tot stemming over aansluiting bij de Roode Vakvcreenigings internationale. Ditr besluit werd genomen met 118 vóór cn 4 stemmen tegen en. één blanco. Daarna werd met 116 stemmen vóór, 6 tegen en één blanco aangenomen de reso lutie, betreffende de eenheidsfronttactiek en de taak van het N.A.S., waarin het Gon- 1 gres als zijn oordeel uitspreekt, dat de ho- i pelooze verdeeldheid der Nederlandsche J vakbeweging de macht der onderncmera versterkt en die der arbeiders verzwakt, waarom ernstig gestreefd moet worden na.tr eenheid van optreden, in het bijzonder van die vakbeweging, welke den klassenstrijd aanvaardt. In deze rbsolutie wordt vast gesteld, dat, hoewel deze eenheidsgedachte hoe langer hoe raecr onder de arbeiders gaat leven, de leiders der reformistische vakbeweging steeds de voorstellen van het N.A.S. en zijn aangesloten organisaties tot gezamenlijke actie afwijzen, omdat deze leiders den daadwerkclijken eensgezinden strijd niet willen. Het wordt derhalve noodzakelijk geacht, dat de N.A.S.-organisaties er naar streven, in de reformistische en andere vakbonden een linkervleugel tot ontwikkeling te bren gen, die de onwillige leiders dezer bonden opstuwt in de richting van het eenheids front, hetgeen geschieden kan op de wijze, als omschreven in de „resolutie over de taak van het N.A.S.", die dit voorjaar te Moskou werd opgesteld. Deze resolutie is aanvaard als richtlijn voor het N.A.S. in de naaste toekomst, met betrekking tot de eenheidsfronttaktiek en de revolutionneering der reformistische beweging. In de avondvergadering van den tweeden dag hield de heer Sneevliet nog een inlei ding over ,,De ontwaking der Oostersche volken." Congres van het N. S. V. In het Gebouw voor Kunsten cn Welen- schappen te Utrecht, is een tweedaagsch congres gehouden van het Ned. Synd. Vak verbond, onder voorzitterschap van den heer August Rosseau, uit Amsterdam. RECLAME. naar Oetkcr s*Rcccpt, gebakken met Backin vervangt de Gist. 250 gr. boter f 0.70 oi marg. f 0.^0 2 eetlepels suiker (50 gram) 0.02,/t 6 eieren.0.36 500 gram tarwebloem0.16 1 pakje Dr. Oetker's Backin 0.07Vj 1 pakje Dr. Oetker's Vanille* suiker0.05 x/, liter melk„0.08 1 citroen0.05 een weinig rum0.15 f 1.25 Bereiding: Nadat de boter tot room geroerd is, worden onder aanhoudend roeren suiker, eieren, het met Backin vermengde meel en melk toegevoegd; vervolgens mengt men de feraspte citroenschil, Vanillesuiker en rum oor het deeg en beslaat het tot er zich blaasieS vormen. Bak nu in een heetgemaakt wafelijzer de wafelen op een matig vuur. Men lette erop het ijzer voor elk gebruik met een stukje spek in te smeren. Men lette vooral op Backin van Dr. Oetker. en dat op elk pakie als Eenige Importeurs E. Ostermann G< Co., A'dam, vermeld zijn. Waar niet verkrijgbaar wende men zich direc tot deze Importeurs, die op aanvrage ook een grati sreceptcnbockjc toezenden. 8C65 Vertegenwoordigd waren 8 federaties.. 8 P. A. S. en 8 bonden met 51 vertegenwoor digende afdeclingen. Naar aanleiding van een door den heef G. Kitsz, bestuurslid van het N. A S. en het P. A. S. Ie Amsterdam, verspreide cir culaire over het financieel beheer van den penningmeester van het Syndicalistisch Vakverbond, werd met algomccnc stemmen hot volle vertrouwen in den penningmeester uitgesproken. liet bestuur stelde voor om uit art 9 dei statuten le schrappen de bepaling „perso nen, die deel uitmaken van een parlemen tair-politieke partij, kunnen geen lid zijn van het bestuur." Door verscheidene afgevaardigden werd hel voorstel bestreden en aangedrongen om het artikel zelfs een verdere strekking te geven, n.l. om ook geen personen als lid van het S N. V. toe te laten, die lid van een parlementair-politieke partij zijn. Het voorstel werd ten slotte aangenomen met 26 stemmen vóór, 23 tegen cn 1 blanco. Inzake het zenden van delegaties naar Rusland, verklaarde de heer Lansink, dat het noodig is, dat men in Rusland de vrij heid van critick en vrije briefwisseling toe' laat, opdat men ons kan inlichten over de toestanden in Rusland. De revolutionnaire arbeiders worden thans in de gevangenis ge zet en verbannen naar onherbergzame oor den. De zeelieden uit Rotterdam verklaren, dat vele leden hunner organisaties gepoogd hebben in Rusland wat meer van de toe standen te welen te komen, doch zonder resultaat. De voorzitter meende eveneens, dat de ar beiders in Rusland niets te zien krijgen dan mooie dingen. Holland is veel vrijer in woord en geschrift; dun het z.g.n. communis tische Rusland. De aangesloten organisaties hebben zich echter aan onze besluiten te houden. Uit het Engelsch door ARTHUR A PPL IN. Vertaling van Mevr. M. J. LANDRé—TOLLENAAR (Nadruk verboden). 11) Marton sloeg met de vuist op tafel. „Doe niet zulke domme vragen. Wat kon ik be ginnen? Ik was half bewusteloos. Toen hij er eenmaal van door was, zou je net zoo goed een naald in een hooiberg kunnen zijn gaan zoeken. Hij kan overal heen loo- pen in het donker om zich te verstoppen.' „Maar de anderen liet u die gaan?" ..Het is mijn schuld, juffrouw Fay;' zei Puck verontschuldigend. „Ik heb al hun zakken nagekeken, maar ze hadden geen dollar op zak. U ziet. ik ben nog niet ge wend aan dit land Ik had ze toch niet alle maal naar het polilie-bureau kunnen bren gen of uw vader alleen achterlaten, terwijl ik den dief zocht." Fay stelde voor. dadelijk de politie op le bellen, maar Marlon schudde het hoofd. „Ze vinden hem loch niet. Ik kan niet zeg gen, hoe hij er uitziet en stel, dat ze hem pakken, dan zou hij hel geld toch al lang in veiligheid gebracht hebben." „Maar ze zouden de anderen misschien nog kunnen vinden,*' hield Fay aan, „en dan zou u de voldoening hebben, hem ge straft te zien." Marton glimlachte flauw en keek Puk van ter zijde aan. „Ze hebben voorloopig straf genoeg gehad. Neen, het is te laat om nog iets te doen. Als ik dacht, dat de moge lijkheid bestond, dat ik het geld terug zou krijgen, geloof me, dan zou ik niels onbe proefd laten. Maar het is te laat. Puk was met een goeden honger aan ta fel gekomen, maar zijn eetlust was weldra gestild. Hij was boos op zichzelf en dit was een heel eigenaardige gewaarwording voor Puk. Hij voelde, dat hij alles in het honderd gestuurd had. Hij had net zoo goed kunnen blijven, waar hij was en den trainer aan zijn lot over kunnen laten. Hij wou, dat er een manier was. waarop hij hem van dienst kon zijn. Toen ze voor het vuur za len begon hij er over. Fay en hef Jog wis selden een blik van verstandhouding. „U moet nu heusch naar bed gaan, va der," zei deze laatste, „en lekker uitsla pen. U ziei er nog allesbehalve fleurig uit" Marlon anlwoordde, dat hij niets meer mankeerde Als hij naar bed ging, zou hij niet eens kunnen slapen. Puk wierp een blik op de klok en stond op. Ik ben bang. dat het tijd is om te ver trekken." Tony vroeg, waar hij heen ging. „Ik was eigenlijk op weg naar Londen, i maar hel zal beter zijn, als ik nu maar in Epsom overnacht. Dat is hier in de buurt, j niet waar?" „Blijf liever hier; we hebben een logeer- I kamer," zei Marton. Puk zuchtle en streek met de vingers door I het haar. Hij keek naar het gezellige hout vuur. hij keek naar Fay en eindelijk naar Tonv. „Ik zou wel graag willen blijven. Het is hier zoo gezellig. Maar ik ben nog niet ge wend aan de beschaafde wereld en...." „Je blijft," zei Het Jog rustig. Hij sprong op. „Kom, Fay, ik zal je helpen de logeer kamer in orde te brengen." Ze holden 9amen de trap op. Puk keek hen na, totdat ze verdwenen waren. „Mijn heer Marton, u bent een benijdenswaardig man, om zoo een stelletje je eigen te kun nen noemen." Geen antwoord vanuit den diepen leu ningstoel. Een windvlaag deed de ruiten rammelen en de takken der denneboomen kraakten. „Ik zail even mijn valiesje uit de auto j halen als het heusch niet lastig is I dat ik blijf. Ik ben 'er aan gewoon op aJle I mogelijke plaatsen te 9lapen hooibergen of hotels dat is alles hetzelfde voor mij." De trainer stond lamgzaam op uit zijn stoel, nam de pijp van de schoorsteenman tel, opende ^ijn tabakspot en begon de pijp te stoppen. „Tony zal uw koffer wel halen. Neem een stoel en schenk u zelf nog eens in." Marton wreef met den kop van rijn pijp langs zijn gerimpelde wang en keek Puk aan met halfdichte oogen. „Ik zie, dat je mijn naam weet; if er eenige reden, hebt u er eenig bezwaar te gen, ons den uwe te zeggen? Uw achter naam, bedoel ik." Puk lachte en wierp het hoofd in den nek, een beweging, dde karakteristiek voor hem was. „Ik ben zoo lang Puk of Peter D. geweest, dat het me dwaas voorkomt mezelf Derrington te noemen. Dat is mijn eigen lijke naam: Peter James Derrington. Ik ben hier geboren. Vader Schotech, moeder Iersch en ik ben een Amerikaan. Ik had het u_ natuurlijk dadelijk moeten zeggen. Ik ben zoo vervloekt traag, dat namen me eigenlijk nooit iets kunnen schelen. Alleen gezichten komen eT voor mij op aan. De beste vriend, dien ik heb, heel Deeg Snoet; hij heeft geen anderen naam en zal dien ook wel nooit krijgen. Hij ziet er net uit als een taart, die ze te kort in den oven hebben gelaten. Ze noemden mij Puk, omdat ik de jongste was op de farm, toen ik er kwam." Marton stak een lucifer aan en hiekl dien bij zijn pijp. „Dat was een jaar of elf gele den, niet waar?" De wind slak op, floot om hel huis en gierde door de boomen. Regen kletterde tegen de ruilen „Ik heb de jaren nooit heel precies ge teld," sprak Puk, nu heel langzaam, „maar het zaJ wel zoo wat elf jaar geleden zijn. Toen zag ik voor hel eerst de woestijn en de prairie, de ongerepte natuur Ik kan niet verder dan elf jaar terug denken. Ik heb het nooit geprobeerd. Toen ik dit land verliet viel een soort scherm, zooals in de comedie aan het eind van een bedrijf. Eens, toen ik trachtte dat scherm op te lichten, kreeg ik een pak slaag. Ik ben niet nieuwsgierig van aard en keek dus in het vervolg voor me uit. Daarginds in de nieuwe wereld, in het vrije veld schijnt het verleden zoo weinig belangrijk. Je hebt hel te druk met de toe komst." Andrew Marton hield de pijp tusschen de tanden geklemd. Hij lachte kort en cynisch. „De toekomst Al wat vandaag gebeurd is. bijvoorbeeld." Puk liet zich op een stoel neervallen. Hij keek naar de gloeiende asch van het vuur en luisterde naar den regen en wind builen. Marton sloeg hem gade en zag de uitdruk king op zijn gezicht veranderen. De vroo- iijkheid. Je onbezorgdheid en het jongens achtige, waaraan hij zijn bijnaam te dan ken had, verdwenen. Zijn oogen kregen een harde uitdrukking en Marton zag in hem den strijder; het viel nu dubbel op. dal zijn neus scheef stond en zijn fijnbesnedem mond weid even strijdlustig als zijn kdn. „Ik weel nog niet, wat me vandaag over komen is." zei hij, meer tot zichzelf dan tot Marton. „Er i9 iels ik weet nog niet, wat het is. Het is geweldig en wonderlijk." „Het verleden, misschien." Puk 9chudde het hoofd. „0 neen, dat is dood cn begraven. Het is niets voor mij, tel kens versche bloemen op oen graf te plan ten „Waarom ben je dan terug gekomen?" „Het schijnt, dat er hier nog wat geld van me zit. En ik wou eens zien. wat er nog meer was. behalve de woestijn." „En je vondt mij Marton nam de pijp uit den mond en wreef weer met den kop langs zijn wang. Puk keek op. „Het spijt me alleen, dat ik niet nog wat eerder gekomen ben." „Ben je hier niet gekomen om mij le zoe ken, Derrington?" HOOFDSTUK VII. Van uit de kamer boven klonk gelach een vroolijke lachende meisjesslem. Puk luisterde en al het jeugdig vuur keerde weer terug in zijn oogen. ,,U vindt zeker, dat Puk kinderachtig klinkt. Kunt u me dan niet ge woon Peler D. noemen? Ik hen niet ge wend aan Derringlon. Het klinkt zoo koud en vreemd, net ol u me de deur uit zet. En of ik gekome% ben, om u te zoeken Weer luisterde hij naar de stemmen van boven. „Juffrouw Fay en Het Jog schijnen pleizier te hebben met mijn bed. Kan ik ze niet gaan helpen?" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5