EET MEER CHOCOLADE REEPEN
EET DAN voors/eefts
voadzaa m
ve.r>ster=kend
DE JOCKEY
No. 20179.
LEIDSCH
DAGBLAD, Dinsdag 22 December
Tweede Blad. Anno 1925.
Gemeenteraad van Leiden.
'S mopqens om 11 en
's middags om A uur,
(ZWITSER
FEUILLETON.
(Vervolg van gisteren).
Ho. Voorstel om Burgemeester en Wet
houders te machtigen ten aanzien van een
6-tal premiebouwplannen, over het tijdvak
van 1 Januari 1926 lot en met 30 Juni 1926
genoegen te. nemen met de ontvangst van
$en annuïteit, berekend naar een rente van
5 1/2 pcL tevens prae-advics op het door de
Federatie van te Leiden en OmstT. geves
tigde Woningbouwverenigingen ter zake in
gediend adTes. (292 cn 293)
De heer DUBBELDEMAN vindt dit
voorstel en praeadvies van B. en W. niet
zoo erg sympathiek gezind. Hij vindt het
meer een verlegenheidsvoorstel. Elders is
toch al heel wat gedaan dat. verder gaat
dan B. en W. nu voorstellen. Zelfs voor
raadsleden is hier wel tc beoordeolen, dat
B. en W. wat verder hadden kunnen gaaD.
•Hij verwijst naar het Ingezonden Stuk van
den heer Bomli in het ,,L. D." wiens ar
gumenten hij overneemt. Is het juist, wat
deze schreef, dan is dit voorstel zeer stum
perig, slaan B. en W. zelfs een slatje uit
de zaak en zonder weerlegging door den
wethouder, neemt hij de juistheid aan, gc-
fcien de waarde van den schrijver.
Verlenging van annuïteiten etc. baat
fciet, B. en W. zijn daarin overtuigend ge
feest, erkent hij, doch welke pogingen zijn
er dan gedaan om te komen tot verlaging
Van den rentevoet 1 Daarom draait het
j»ch- Zie ook naar Den Haag.
Of is juist, dat Den Haag heel wat meer
kredietwaardig is dan Leiden, ccn factor
yan beteekenis, dat zij erkend.
De heer ZUIDEMA heeft den heer D.
gedeeltelijk met genoegen gehoord, omdat
èr B. en W. een verwijt van gemaakt wordt
loiet eerder hiermee te zijn gokomen, ter
wijl ,,Het Volk" dit voorstel niets noemde!
Eet gaat weliswaar ook niet om groote be-
Öragen, maar gaarne zal hij aan deze klei
ne huurverlaging medewerken in de hoop,
$at daarop verdere verlaging zal kunnen
frolgen.
Door een belangrijke afschrijving alleen
«al z.L echter slecht* groote dingen be
reikt kunnen worden en dat zal alleen kun-
•,iien door rijk en gemeente samen, niet al
leen door de gemeente, los van het rijk.
De heor KNUTTEL meent, dat b. cn
JVV. zeer weinig motiveeren het percent
van 6% pCt. Waarom niet direct 5 pCt.,
[hetgeen z.L toch alleszins bereikbaar is.
De heer KOOISTRA i» van oordeel, aat
[bedoeling der federatie niet is geweest
too'n kleine verlaging te bereiken en daar
om wil hij het adres niet geheel ais afge
daan beschouwen, De rente van 5V& pCt.
acht hij nog te hoog. Bij 5 pCt. zou de ver
laging 40 ct. pei week kunnen zijn!
Hij vraagt verder B. en W. of zij pogin-
1 "gen hebben gedaan de 6 pCt. to verande
ren ook voor de complexen, gebouwd met
rijksstcun Was dat niet mogelijk geweest 1
Elders toch wel, blijkbaar!
Waarom vermeldt het praeadvies dat de
federatie slechts 2 leden heeft? Dat dient
jtoch niet terzake.
De heer WITMANS meent, dat gevolg
yan dit voorstel zal zijn 19 ct. per week
huurverlaging. Dat is de moeite niet en
idaarom wil hij ook de rente op 5 pCt.
(brengen, dan wordt die 19 ct. tenminste
yerdubbeld
Dit voorstel acht hij bijkans schandalig.
Wethouder SANDERS is wat terugge
komen van zijn bewondering voor den heer
\raili na diens laatste stuk, waann tal
van onjuistheden zijta. Zeker ,een gedeelte
lijke fourneering is aangeboden voor 5 en
5V6 pCt., maar bij volledige fourneering
zou de rente ongetwijfeld 6 pCt.. zijn ge-
woideni
Hij kan het standpunt niet deelen, dat
de rente moet worden berekend naar deD
rentevoet van 't oogenblik; wij hebben al
leen te rekenen met de rente, die de ge
meente betaalt. Dit is voor dit jaar bijkans
6 pCt. Nu de rentevoet daalt, zal dat
pCfc; kunnen worden. Hetgeen wordt voor
gesteld is slechts voorloopig, geldende voor
het eerste halfjaar van 1926. SlageD B. en
W- er in lager terecht te komen, dan is
bedoeling direct daarmee rekening te hou
den.
Dat de gemeente een slatje zou hebben
gemaakt uit deze huren, is totaal onjuist.
Al zou de rente een fractie tc hoog zijn
berekend, dan heeft de gemeente nog
grooter risico's gehad door niet betalen
van huur enz.
Den Haag heeft eenigc verlichting kun
nen brengen, maar door wachten was Den
Haag waarschijnlijk goedkoopcr uit ge
weest
Ook het juiste oogenblik geldt mee voor
een leening, naast de credietwaardigheid.
Tot op heden meenden B. en W. dit gun-
I stig oogenblik nog niet gekomen, doch bin-
I nen korten tijd hopen zij nu met een voor
stel te kunnen komen. Hij geeft dus in
overweging dit voorloopig voorstel te aan
vaarden in afwachting van het komende-
B. en W. zijn diligent.
De heer DUBBELDEMAN meent, dat
zelfs 12^ pCt. huurverlaging voor velen
nog zal helpen. Z.i. zal het rijk toch wel
rekening houden met door een gemeente
reeds gedane stappen.
Het betoog van den wethouder oordeelt
spr. niet erg sterk, daar de gemeente
noodgedwongen zich in de bouwbewegmg
heeft begeven,, wetende, dat straks zou
moeten worden afgeschreven. Dat wist
ieder; die het niet wist, zou een uilskui
ken zijn geweest. Hij wijst er dan op, dat
voor geld van de gemeentebedrijven de ge
meente maar 3 pCt. vergoedt, en deze gel
den kunnen toch best eens aangewend
worden voor de kleine huurders die te veel
betalen, d.w.z. voor de meest gedrukten.
Het initiatief van Den Haag is toch veel
waard geweest en voor verwijt is geheel
geen plaats. Zoo de wethouder wil, is met
behulp van den burgemeester z.i. voor Lei
den nog wel wat te bereiken. Zoo hoog
schat hij beiden wel.
Spr. meent, dat best pet. kan worden
gelezen, waai B. en W. 51/* schrijven en hij
doet een voorstel daartoe.
De heer KOOISTRA vraagt, of B. en W.
ook diligent zijn inzake de leenrngen, waar
bij het rijk betrokken Ï6.
De heer KNUTTEL vindt dat B. en Whij
5 pet. reeds aan den hoogen kami zouden
zijn, waar uit de kasgelden der bedrijven
toch voornamelijk zal worden geput, waar
voor maar 3 pet. wordt vergoed. De aan
vullingen door baslceTiiingen blijven immers
noodhulp.
De heer ZUIDEMA waardeert roods het
bereikte als eerste stap. Gezien waar de ge
meente ook in den druk zal komen door nie t
betalen van huur meent hij, dat B. cn W.
niet verder mogen gaan dan zij voorstellen,
te meer, waar B. en W. zelf immers verze
keren, dat zij zoo vlug mogelijk verdere
voorstellen zullen doen.
Is het gezegde over de rente voor geleend
geld der bedrijvon jui9t?
De heer SPENDEL acht den weg van B.
en W. de meest voorzichtige. Hadden B. en
W. 5 pet. voorgesteld, dam zou zeker de
andere zijde met -i1/» pet. zijn gekomen. En
te meer raadt hij aan B. en W. Ie volgen
w&air deze immers zoo geheel en al in dezen
diligent zijn.
De heer ELKERBOUT zegt, dat vorig jaar
een voorstel tot verlaging van 20 et. per
week op de huren dooT verleggen der an
nuïteiten niet van be'leoktemis werd geacht
door B. en W., die nu zelf evenwel een
voorstel doen van gemiddeld 26 ct. per
week. Was beide niet mogelijk geweest?
Toch zeker een stap in de goede richting.
Voor het voorstel Duh'baldeman voelt hij
zeer veel. De risico daarvan durft hij wel
dragen.
Wethouder SANDERS geeft den heer
Kooistra de verzekering dat B. en W. dili
gent zijn ook wat betreft leeningen, waarbij
het rijk is betrokken.
Het voorstel D acht hij onuitvoerbaar.
Men moet toch ook rekenen met de koers
van uitgifte der leenimg, waardoor een ko
men boven de 5 pet, niet is uitgesloten.
Zou dit geschieden, dan zou moeten wor
den voorgesteld een kleine huurverhooging
waartoe B. en W. in geen geval willen
komen.
De heer DUBBELDEMAN meent, dal
men ook te voorzichtig zijn kan. Wat zou
een bijpassen van zelfs f15.000 waarmee
hij all een heel groolen mond neemt betee-
kenen voor de gemeente?
De WETHOUDER blijft aannemen ont
raden om volkomen veilig te gaan.
Het voorstel Dubbelde man
wordt aangenomen met 17li-
stemmen.
Voor de S. D. A. P., de democraten, vrijz.-
democraten en do heeren v. d. Reyden, v.
Rosmalen, Knuttel, Eikerbout cn Deumer.
Het geheele voorstel wordt aangenomen
met 227 stemmen.
Togen de heeren Eerdmans, Huurman,
Oostdam, Mulder, Meynen, Sanders en Rei-
meringer.
Spoedeischend voorstel.
B. en W. stellen alsnog voor de verhu
ring van don Gem. Vischwinkel (het bene
dengedeelte van het perceel Vischmarkt 18)
aan de firma Kramer te IJmuidcn voor een
hum- van f 600 voor één jaar.
De heer WILMER vraagt of wel alge
meen bekend was, dat het perceel te huren
was? Misschien zijn er wel heel wat lief
hebbers meer en waarom nu maar zoo te
gunnen aan een niet-Leidenaar?
De heer GROENEVELD sluit zich aan bij
den lieer Wilmer. Bovendien, 't is toch ook
gebruikelijk bij hel overnemen van een
zaak .daarvoor te betalen. Wat krijgt de ge
meente voor de klanten enz.?
De heer ELKERBOUT heeft gehoord, dat
cr een bod van f 20 per week is gedaan.
Wel is dit teruggenomen, doch tusschen
f600 en f 1000 is nog wc-1 verschil!
De heer DEUMER had ook algemeene be
kendheid willen zien'gegeven aan de moge
lijkheid van huren*
De heer W1TMANS acht dc opbrengst van
dit huis in de city van Leiden veel te laag
cn het voorstel veel te voorbarigT
Wethouder REIMERINGER is vcTbaasd
over dit verzet, 't Was toch bekend, dat de
Vischwinkel zou verdwijnen. B. en W. wil
den zelfs de menschen, die den loop hadden
naar den winkel, tegemoet komen en van
daar, dat zij het aanbod der firma willen
acceplceren. f 600 is niet zoo laag. En de ge
in eente-chef wil den nieuwen huurder ook
overnemen.
De heer BERGERS is het eens met de te
genstanders.
De heer GROENEVELD gelooft, dat de hui
dige chef ook wel een bod wil doen cn hem
komt het toch het allereerste toe.
B. en W. nemen dan het voorstel voor
eerst terag.
MOTIE VAN STRALEN.
In behandeling komt dan dc molie-VAN
STRALEN:
De Raad, van oordeel dat het gewenscht
is om aan de gezinnen der werkloozen ter
gelegenheid van de Kerstdagen iels meer
dan de gewone ondersleuning te verstrekken,
noodigt B. en W. uit, om evenals zulks te
Amsterdam geschied, in dc Kerstweek de
ondersteuning bij wijze van extra locslag
met 25 procent te verhoogen.
De voorsteller zegt, dat, waar vrij regel
matig zoo'n voorstel verworpen werd, zijn
fractie eerst niet met zoo'n voorstel wilde
komen, doch èr zijn omstandigheden, die
hen noopten toch cr weer mee te komen. Op
plaatsen, waarnaar nog wel -eens gekeken
wordt, werd vorig jaar niets gedaan, van
daar ook weinig lust aanvankelijk, maar nu
plaatsen als A'dani, den Haag, Rotterdam,
besloten mét de Kerstdagen iets extra's te
geven, wil hij weer dc kans wagen om ook
hier iets extra's te geven aan degenen, die
het zoo noodig hebben.
Tal van kerkelijke vereenigingen etc. doen
iets, zou de gemeente dan niets willen doen
voor haar verpleegden? Hij kan dat nog niet
aannemen. Hij betreurt, dat B. en W. afwij
zend reeds beschikten op een dusdanig ver
zoek, kort geleden door den Leidschen Be-
stuurdersbond gedaan, doch hij hoopt dat de
raad thans anders zal oordeelen, waarop hij i
nu een beroep doet. Dat het niet goedge
keurd zou worden, betwijfelt hij, waar het
elders toch ook wel mogelijk bleek.
De heer KNUTTEL meent, dat zoo'n be-
scheiden voorstel feitelijk geen verdediging I
noodig heeft, gezien de ellende, allerwege in
deze gelederen. Zie ook de belangstelling 1
dezen middag. (Geroep: jawel, allemaal op- j
gecommandeerd!)
De bezwaren, die tegen verhoogcn der uit- I
keering gelden, gelden nu niet en de strenge
winter werkt er ook toe mer^, om een exTra
toe te staan
De heer HEEMSKERK erkent, dat voor de
werkloozen wel iels gedaan zou mogen wor
den, doch destijds is zoo'n voorstel gewei
RECLAME.
8356
wanneer de maag beg mi te vragen
neemt de arbe/dskracfit af;
fmJT3 N.V.hollanW
CHOCOLADE- F.
gerd, daar B. en W. verklaarden dat zoo'n
besluit zou worden vernietigd door Ged. Sta
ten of de Kroon. Is dat nog zoo?
Verder wijst spr. op het particulier initia
tief, dat in dezen helpend moet optreden,
maar deze plulantropische instellingen gaan
in inkomsten achteruit en kunnen dus niet
zooveel meer doen. Hij spreekt daarom den
wensch uit, dat B. en W. alsnog eenige toe
zegging zouden kunnen geven.
Spr. vraagt of de heer v. Stralen bedoelt
alle werkloozen of alleen gehuwden cn kost
winners, gelijk z. i. in de lijn zou liggen,
en of ook bedoeld zijn de werkloozen bij het
B. A., waarover de raad geen zeggingschap
direct heeft.
De lieer ELKERBOUT meent, dat het
zaak is van algemeeno strekking, niet voor
een bepaalde categorie en daarom had hjj
gaarne gezien, dat de L.B.B. ook de anderro
bonden had gekend. H(j ml zich echter er
niet tegen verklaren, nu dit i3 verzuimd, ep
aan gehuwden en kostgangers zou hij' gaarne
zoo'n bijzondere gave zien toegekend.
De heer v. ROSMALEN heeft door op
gedane ervaringen gezien, dat een extra-gave
wenschelyk is. Zal echter zoo'n besluit ge
nomen kunnen worden?
De heer ZUIDEMA is weinig sympathiek
getroffen door deze motie, die hem' herinnert
aan do politiek van het open oog en de
vaste hand in den sak van anderen.
(De raad wordt onrustig en begint te inter-
rumpeeren).
Wethouder Dreos (soc.-dem.) van Den
Haag, noemde het systeemloos, maar mis-.'
schien zou systeem nog te vinden zijn in
do richting van den hoer Heemskerk, maar
dezen weg mag de gemeente z ch niet verder
op laten dringen, waardoor de democratie
eenvoudig wordt vermomd. (Het regent op
merkingen). Wil men het puticulier mitiaiief
steunen of dit om hals brengen? Spr. meent,
dat het laatste van zoo'n handelwijze dit
uit ervaring het gevolg zijn zal. In spr.'s
kringen wordt veel gedaan uit ed met lielde,
maar wanneer de gemeente dat gaat doen,
trokken de particulieren zich terug.
Eén moeilijkheid is er, dat erkent hij,
velen staan niet in verband met een kerk
genootschap, doch laat de overzij voor die
dan eans wat doen, en geen mooie roode
vlaggen koopen, etc.
Do heer DUBBELDEMAN: dat is tyj het
schunnige af; weet u of ik niet meer doo
dan vfie ook? Alleen wij doen het niet ge
organiseerd.
De heer SCHüLLER: bereidt u zich op
zoo schunnige wijze voor op het Kerstfeest?
(Geroep elders: dat is tergen en hitsen).
De heer ZUIDEMA zegt, niet te pralen
over personen, maar over organisaties. De
motie kan niet aanvaard, doch kunnen B. A.
en steuncomité geen rekening houden met
zulke gelegenheden?
De heer OOSTDAM staat, als altijd, nog
op 't standpunt, dat gesteund moet wordeo
naar behoefte, hetgeen het voorstel v. Stralen
niet bereikt, dat generaliseert. Gaarne zou
htf echter vernemen, dat de inrichtingen die
voor steun zyn aangewezen, iets hebben ge
daan of zullen doen.
De heer WILMER is het met de bedoeling
van den heer Zuidoma eens. Individueel wordt
zeker bij de overzij aan liefdadigheid gedaan,
maar daar is geen goorganiseerdie liefda
digheid. Dat is een groot verschil vap
beginsel. In onze kringen wordt met Kerst
mis veel gedaan, particulier en georgani
seerd. Vrees, dat dit initiatief op zulke
dagen door een extra-gift van gernecntc-wege
zal worden geschaad, acht hg bij nader in
zien overdreven, en daarom gaat hg mee
mot den heer Heemskerk.
Het indienen der motie Van Stralen neemt
lig niet euvel, mits erkend wordt, dat slechts
zoo esn heel klein beetje kan .worden' ge
holpen buiten het part. initiatief om.
De heer SP EIND EL wal getuigen, dat het
hem niet te doen is te putten uit de open
bare Vis, als de heer Zuidema aangaf.
Gaarne had spr. de kwestie meer zakelgk
zien behandeld, met uitschakeling van al
lerlei gevoeligheden etc. (Toestemmend ge
mompel.)
De particuliere liefdadigheid doet veel,
maar kan niet alles, en de lange duur der
werkloosheid vraagt, eischt tegemoetkoming
en bij deze golegenhoid wil hij daaraan gaarne
meewerken, ook uit Ohristelyk oogpunt (Zwak
applaus op de publieke tribune). Daarom1 had
hy ook door dit in meerderheid Christelijk
ooi lego van B. en W. gaarne een andere
houding zien aangenomen en spontaan een
daad verwacht, die niemand kwalijk zal nemen
der burgery.
(De heer Van Stralen: eon scherpe af
straffing!)
Tenslotte doet hij een beroep op het men-
schelijk gewoel van alle ingezetenen.
Wethouder SANDERS zegt, dat B. en W.
inderdaad afwijzend hebben beschikt op een
dusdanig verzoek van den L. B. B., als nu
de lieer v. Stralen in een motie neerlegt,
onwettig en niet in het openbaar belang.
Bijna steeds is zoo'n besluit vernietigd van
hoogerhand. Daarom heeft de heer v. Stra
len, meent hij, ook een motie ingediend en
geen voorstel, dat Ged. Staten zouden moe
ten goedkeuren (d. w. z. vernietigen), ter
wijl hij nu B. en W. wil drijven in de ver
boden lijn. B. en W. zullen bij 't aannemen
van de motie die dan ook niet volgen, geen
onwettige besluiten willende uitvoeren. Ver
der is het niet in 't openbaar belang en on
billijk tegenover velen, want niet iedere werk-
looze heeft het even hard noodig. Een feest
gave te putten uit de publieke kas, waartoe
velen bijdragen met zoo groote moeite, gaa1
toch ook niet aan.
Uit het Engelsch
door
ARTHUR APPLIN.
Vertaling van
Mevr. M. J. LANDRé—TOLLENAAR.
(Nadruk verboden).
8)
„Ik had je zakken moeten doorzoeken. Je
bent voor geen haar te vertrouwen. Je bent
■beter aan den anderen kant van de heg."
Hij pakte hem op als een moeder met haar
kind had kunnen doen en wierp hem toen
ever de struiken heen op het veld langs den
.weg. II ijkeek snel den weg af. Eén van zijn
slachtoffers kroop op handen en voeten
voort, ais een gewond konijn
„Ik zou niet probeeren te bewegen, als ik
jou was," zei Puk kalm.
Puk knielde neer naast dc-n trainer. „Ik
geloof, dal u de oorzaak bent van deze
herrie.Hij haalde zijn dakdoek te voor
schijn en veegde het bloed van Ma .don's
gezicht „Zwaar beschadigd?"
Marton zuchtte diep, keek Puk onder
zoekend aan en tuurde toep den weg af,
waar vijf gedaanten in verschillende hou
dingen op den grond lagen. De spieren van
zijn gerimpeld gezicht trilden, de getrokken
mond glimlachte flauwtjes.
„Nogal, geloof ik. Waar kom je vandaan?''
„Van verschillende plaatsen. Kunt u loo-
pen? Mijn auto slaat hier vlak bij den.
weg." Hij hielp Marton opstaan.
Leunende op Puk's arm strompelde- de
trainer naar het midden van den weg. „Hel
is al weer over. Een beetje beursch hier en
daar. Toen ik me verweerde, hebben ze me
murw geslagen. Zou u even met de hand in
mijn broekzak willen voelen? Er zat zeven
honderd pond in Als ze er mee van door
zijn is het met me gedaan."
Puk zocht den zak door. Zijn bewegingen
waren snel en handig. „Ik ben bang, dat ze
u bestolen hebben. Daar was het hun dus
om te doen. Ga in mijn auto zitten. Ik zal
deze knapen fouitleeren er is er maar
één ontsnapt."
Toen ze den viersprong, bereikten, zag
Puk een lange, lage auto legen de heg
staan. De lichten waren gedoofd. „Dat is
zeker hun wagentje. Meer ruimte in dan in
het mijne. Ga daar liever in. U zult daar
makkelijker zitten." Hij tilde den trainer op
on legde hem languit neer óp de bank.
Daarna verdween hij voor een minuut of
vijf. „Ik ben bang, dat die knaap, die er van
dcor is gegaan, het geld had," zei hij ver
ontschuldigend. „Als ik het geweten had.."
Marton antwoordde niet.
„Het dient zeker nergens voor naar hem
te zoeken?" Puk draaide de lichten van de
auto op, haalde potlood en papier uil den
zak, boog zich over de kap van den motor
en krabbelde een paar woorden neer, hij
speldde het papierlje vast op de zitting van
zijn eigen two-seater, het stuk oud-roost.
„Mijne heoren, Ik heb lijdelijk uw
auto in bruikleen genomen, omdat zij een
belere ambulance is dan de mijne. Als u
haar terug wilt hebben, wendt u dan tot de
politie.' PUK.
Hij sprong dc groote auto in en zette den
motor aan.#,.Als u den weg wijst, zal ik u
thuis brengen."
Marton wees naar links. „Dien weg of,
ongeveer drie kilometer. Dan komt u op
ccn hei. Mijn huis ligt aan uw rechterhand.
Ik ik reed naar huis van de races. Hebt
u geen paard gezien?"
Puk schudde ontkennend het hoofd. „Dat
is zeker al lang thuis." Hij zette den motor
op de eerste versnelling en sloeg de richting
in, die Marton hem gewezen had.
Toen hij de oprijlaan bereikt had, boog de
trainer zich voorover en tikte Puk op den
schouder. „Ik ben weer heelemaal in orde.
Maak de kinderen niet ongerust als je
blieft. Ze zouden schrikken. Zeg maar. dat
ik van mijn paard gevallen ben.''
Puk knikte. „Best. U hebt dus kinderen?"
„Ja. Ik ben weduwnaar. Een dochter,
Fay. En Tony hij is nog maar een
jog." Marton lachte. „We noemen hem
Jog."
De auto stond nauwelijks stil voor de
deur, toen deze al geopend werd en Fay op
den drempel verscheen. Haar lange, slanke
gestalte kwam scherp uit tegen het licht
van de hall, dat levens een gouden glans
wierp op haar haar. Achter haar zat het
Jog in den leunstoel, de beenen over een
armleuning geslagen. Een houtvuur knap
perde in den haard. Puk zag glaswerk en
zilver glinsteren op de eikenhouten tafel, die
blijkbaar gedekt was voor het avondmaal.
Eén oogenblik bleef hij doodstil staan kij
ken ,met den rug naar de auio gekeerd. Hij
zag iets van de wereld, zooals hij zich deze
voorgesteld had. Hij had een gevoel, alsof
hij thuis kwam. Hij stond daar, als ver
wachtte hij, dat Fay de armen naar hem uil
zou strekken, om hem te verwelkomen.
„Wat een fijn gezicht," zei hij eindelijk
kalm.
„Vader 1"
De stem van het meisje schudde hem
wakker uit zijn gemijmer Hij opende het
portier en hielp Marton op. „Ik ben best,"
zei de trainer, toen hij de hall binnenslrom-
pelde. „Die verd.oude knol is geschrok
ken van hel een of ander bij den vier
sprong en heeft me uit hel zadel geslingerd,
een beetje beursch en ik heb zeker een
mooi zwart oog. Maak maar geen drukte."
Het Jog schoof een leunstoel aan en Mar
ton liet er zich in neervallen. Fay haalde
een kom water en een spons en begon zijn
voorhoofd af te wasschen. Het Jog schonk
hem een glas whisky in. „Kan me niet
voorstellen, dat Dundos zou struikelen. Hij
moet een aardigen smak gemaakt hebben
om u zoo toe le takelen. Is hij buiten? Dan
zal ik hem naar den stal brengen."
„Hij is er vandoor gegaan en heeft mij la
ten liggen. Hij zad al wel thuis zijn," ant
woordde Marton. ..Als deze jonge man me
niet gevonden had
Niemand had meer aan Puk gedacht. Hij
stond bij de deur te kijken naar liet groepje
voor het vuur. Ongetwijfeld was hij nu
thuis. Alles deed hem zco weldadig aan;
hier had hij van gedroomd als hij sliep op
zijn slaapzak in de prairie. Zóó had de
Sovaja-woeslijn hel hem tientallen malen
voorgespiegeld.
„Kom als het u blieft binnen en ga zit
ten," zei Fay, „en neem ons niet kwalijk,
dat we zoo ongastvrij zijn, maar we schrok
ken heusch, toen we vader zoo zagen. U
blijft toch zeker bij ons eten?"
Puk kwam hel vertrek binnen. Hij glim
lachte. Als hij glimlachte was hij onweer
staanbaar, want in zijn glimlach lag al het
kinderlijk vertrouwen en de liefde en de
levenslust, die men lezen kan in kinder-
oogen, die voor het eerst de wereld in kij
kt n en zien, hoe mooi die is.
„Graag, zei hij.
HOOFDSTUK V.
Andrew Marton bedacht zich, dat hij nog
niet eens den naam wist van den man, die
hein gered had. Hij zag hem nu eigenlijk
pas goed. want buiten in het donker had hij
slechts een vagen indruk van hem gekre
gen. Hij had een gevoel alsof hij hem al
eens eerder ontmoet had. Maar toch waren
zijn ?tem, zijn uiterlijk en zijn kleeren niet
echt Engelsch. Er was iels vreemds aam
hem iets ongewoons. Hij scheen zich ge
heel op zijn gemak le gevoelen. Toch loonde
hij een aantrekkelijke verlegenheid en be
scheidenheid. Het ééne oogenblik leek hij op
een jongen god, het andere oogenblik deed
hij denken aan een wild, schuw dier, dal zoo
juist uit het woud gekomen was.
„Schenk je zelf een- glas whisky in en
neem een stoel. Tony, er liggen nog een
paar sigaren in mijn bureau. Neem me niet
kwalijk, dat ik blijf zitten, maar ik ben nog
een beetje stijf en tuitelig."
Tony gaf Puk een sigaar en schonk hem
een glas whisky in. Zijn bewegingen waren
onhandig, hij deed alles met tegenzin, alsof
hij de aanwezigheid van den vreemdeling
onaangenaam vond. Hij ging zoo ver moge
lijk van hem af zitten. „U hebt ons nog niet
eens verteld of SneWer gewonnen heeft,"
barstte hij ineens los.
„O ja, ze heeft prachtig gewonnen, met
het grootste gemak Marton keek zijn
zoon niet aan.
„Dat wist ik well" De slem van hel Jog
klonk zegevierend. Puk, die bezig was zijn
sigaar aan te steken, keerde langzaam het
hoofd om en keek naar het eigenaardige,
tengere persoontje in de schaduw. „Hebt u
goed gewonnen, vader?" vroeg Tony.
(Wordt vervol zd)