EET MEER CHOCOLADE REEPEN EET DAN voors/eefts voadzaa m ve.r>ster=kend DE JOCKEY No. 20179. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 22 December Tweede Blad. Anno 1925. Gemeenteraad van Leiden. 'S mopqens om 11 en 's middags om A uur, (ZWITSER FEUILLETON. (Vervolg van gisteren). Ho. Voorstel om Burgemeester en Wet houders te machtigen ten aanzien van een 6-tal premiebouwplannen, over het tijdvak van 1 Januari 1926 lot en met 30 Juni 1926 genoegen te. nemen met de ontvangst van $en annuïteit, berekend naar een rente van 5 1/2 pcL tevens prae-advics op het door de Federatie van te Leiden en OmstT. geves tigde Woningbouwverenigingen ter zake in gediend adTes. (292 cn 293) De heer DUBBELDEMAN vindt dit voorstel en praeadvies van B. en W. niet zoo erg sympathiek gezind. Hij vindt het meer een verlegenheidsvoorstel. Elders is toch al heel wat gedaan dat. verder gaat dan B. en W. nu voorstellen. Zelfs voor raadsleden is hier wel tc beoordeolen, dat B. en W. wat verder hadden kunnen gaaD. •Hij verwijst naar het Ingezonden Stuk van den heer Bomli in het ,,L. D." wiens ar gumenten hij overneemt. Is het juist, wat deze schreef, dan is dit voorstel zeer stum perig, slaan B. en W. zelfs een slatje uit de zaak en zonder weerlegging door den wethouder, neemt hij de juistheid aan, gc- fcien de waarde van den schrijver. Verlenging van annuïteiten etc. baat fciet, B. en W. zijn daarin overtuigend ge feest, erkent hij, doch welke pogingen zijn er dan gedaan om te komen tot verlaging Van den rentevoet 1 Daarom draait het j»ch- Zie ook naar Den Haag. Of is juist, dat Den Haag heel wat meer kredietwaardig is dan Leiden, ccn factor yan beteekenis, dat zij erkend. De heer ZUIDEMA heeft den heer D. gedeeltelijk met genoegen gehoord, omdat èr B. en W. een verwijt van gemaakt wordt loiet eerder hiermee te zijn gokomen, ter wijl ,,Het Volk" dit voorstel niets noemde! Eet gaat weliswaar ook niet om groote be- Öragen, maar gaarne zal hij aan deze klei ne huurverlaging medewerken in de hoop, $at daarop verdere verlaging zal kunnen frolgen. Door een belangrijke afschrijving alleen «al z.L echter slecht* groote dingen be reikt kunnen worden en dat zal alleen kun- •,iien door rijk en gemeente samen, niet al leen door de gemeente, los van het rijk. De heor KNUTTEL meent, dat b. cn JVV. zeer weinig motiveeren het percent van 6% pCt. Waarom niet direct 5 pCt., [hetgeen z.L toch alleszins bereikbaar is. De heer KOOISTRA i» van oordeel, aat [bedoeling der federatie niet is geweest too'n kleine verlaging te bereiken en daar om wil hij het adres niet geheel ais afge daan beschouwen, De rente van 5V& pCt. acht hij nog te hoog. Bij 5 pCt. zou de ver laging 40 ct. pei week kunnen zijn! Hij vraagt verder B. en W. of zij pogin- 1 "gen hebben gedaan de 6 pCt. to verande ren ook voor de complexen, gebouwd met rijksstcun Was dat niet mogelijk geweest 1 Elders toch wel, blijkbaar! Waarom vermeldt het praeadvies dat de federatie slechts 2 leden heeft? Dat dient jtoch niet terzake. De heer WITMANS meent, dat gevolg yan dit voorstel zal zijn 19 ct. per week huurverlaging. Dat is de moeite niet en idaarom wil hij ook de rente op 5 pCt. (brengen, dan wordt die 19 ct. tenminste yerdubbeld Dit voorstel acht hij bijkans schandalig. Wethouder SANDERS is wat terugge komen van zijn bewondering voor den heer \raili na diens laatste stuk, waann tal van onjuistheden zijta. Zeker ,een gedeelte lijke fourneering is aangeboden voor 5 en 5V6 pCt., maar bij volledige fourneering zou de rente ongetwijfeld 6 pCt.. zijn ge- woideni Hij kan het standpunt niet deelen, dat de rente moet worden berekend naar deD rentevoet van 't oogenblik; wij hebben al leen te rekenen met de rente, die de ge meente betaalt. Dit is voor dit jaar bijkans 6 pCt. Nu de rentevoet daalt, zal dat pCfc; kunnen worden. Hetgeen wordt voor gesteld is slechts voorloopig, geldende voor het eerste halfjaar van 1926. SlageD B. en W- er in lager terecht te komen, dan is bedoeling direct daarmee rekening te hou den. Dat de gemeente een slatje zou hebben gemaakt uit deze huren, is totaal onjuist. Al zou de rente een fractie tc hoog zijn berekend, dan heeft de gemeente nog grooter risico's gehad door niet betalen van huur enz. Den Haag heeft eenigc verlichting kun nen brengen, maar door wachten was Den Haag waarschijnlijk goedkoopcr uit ge weest Ook het juiste oogenblik geldt mee voor een leening, naast de credietwaardigheid. Tot op heden meenden B. en W. dit gun- I stig oogenblik nog niet gekomen, doch bin- I nen korten tijd hopen zij nu met een voor stel te kunnen komen. Hij geeft dus in overweging dit voorloopig voorstel te aan vaarden in afwachting van het komende- B. en W. zijn diligent. De heer DUBBELDEMAN meent, dat zelfs 12^ pCt. huurverlaging voor velen nog zal helpen. Z.i. zal het rijk toch wel rekening houden met door een gemeente reeds gedane stappen. Het betoog van den wethouder oordeelt spr. niet erg sterk, daar de gemeente noodgedwongen zich in de bouwbewegmg heeft begeven,, wetende, dat straks zou moeten worden afgeschreven. Dat wist ieder; die het niet wist, zou een uilskui ken zijn geweest. Hij wijst er dan op, dat voor geld van de gemeentebedrijven de ge meente maar 3 pCt. vergoedt, en deze gel den kunnen toch best eens aangewend worden voor de kleine huurders die te veel betalen, d.w.z. voor de meest gedrukten. Het initiatief van Den Haag is toch veel waard geweest en voor verwijt is geheel geen plaats. Zoo de wethouder wil, is met behulp van den burgemeester z.i. voor Lei den nog wel wat te bereiken. Zoo hoog schat hij beiden wel. Spr. meent, dat best pet. kan worden gelezen, waai B. en W. 51/* schrijven en hij doet een voorstel daartoe. De heer KOOISTRA vraagt, of B. en W. ook diligent zijn inzake de leenrngen, waar bij het rijk betrokken Ï6. De heer KNUTTEL vindt dat B. en Whij 5 pet. reeds aan den hoogen kami zouden zijn, waar uit de kasgelden der bedrijven toch voornamelijk zal worden geput, waar voor maar 3 pet. wordt vergoed. De aan vullingen door baslceTiiingen blijven immers noodhulp. De heer ZUIDEMA waardeert roods het bereikte als eerste stap. Gezien waar de ge meente ook in den druk zal komen door nie t betalen van huur meent hij, dat B. cn W. niet verder mogen gaan dan zij voorstellen, te meer, waar B. en W. zelf immers verze keren, dat zij zoo vlug mogelijk verdere voorstellen zullen doen. Is het gezegde over de rente voor geleend geld der bedrijvon jui9t? De heer SPENDEL acht den weg van B. en W. de meest voorzichtige. Hadden B. en W. 5 pet. voorgesteld, dam zou zeker de andere zijde met -i1/» pet. zijn gekomen. En te meer raadt hij aan B. en W. Ie volgen w&air deze immers zoo geheel en al in dezen diligent zijn. De heer ELKERBOUT zegt, dat vorig jaar een voorstel tot verlaging van 20 et. per week op de huren dooT verleggen der an nuïteiten niet van be'leoktemis werd geacht door B. en W., die nu zelf evenwel een voorstel doen van gemiddeld 26 ct. per week. Was beide niet mogelijk geweest? Toch zeker een stap in de goede richting. Voor het voorstel Duh'baldeman voelt hij zeer veel. De risico daarvan durft hij wel dragen. Wethouder SANDERS geeft den heer Kooistra de verzekering dat B. en W. dili gent zijn ook wat betreft leeningen, waarbij het rijk is betrokken. Het voorstel D acht hij onuitvoerbaar. Men moet toch ook rekenen met de koers van uitgifte der leenimg, waardoor een ko men boven de 5 pet, niet is uitgesloten. Zou dit geschieden, dan zou moeten wor den voorgesteld een kleine huurverhooging waartoe B. en W. in geen geval willen komen. De heer DUBBELDEMAN meent, dal men ook te voorzichtig zijn kan. Wat zou een bijpassen van zelfs f15.000 waarmee hij all een heel groolen mond neemt betee- kenen voor de gemeente? De WETHOUDER blijft aannemen ont raden om volkomen veilig te gaan. Het voorstel Dubbelde man wordt aangenomen met 17li- stemmen. Voor de S. D. A. P., de democraten, vrijz.- democraten en do heeren v. d. Reyden, v. Rosmalen, Knuttel, Eikerbout cn Deumer. Het geheele voorstel wordt aangenomen met 227 stemmen. Togen de heeren Eerdmans, Huurman, Oostdam, Mulder, Meynen, Sanders en Rei- meringer. Spoedeischend voorstel. B. en W. stellen alsnog voor de verhu ring van don Gem. Vischwinkel (het bene dengedeelte van het perceel Vischmarkt 18) aan de firma Kramer te IJmuidcn voor een hum- van f 600 voor één jaar. De heer WILMER vraagt of wel alge meen bekend was, dat het perceel te huren was? Misschien zijn er wel heel wat lief hebbers meer en waarom nu maar zoo te gunnen aan een niet-Leidenaar? De heer GROENEVELD sluit zich aan bij den lieer Wilmer. Bovendien, 't is toch ook gebruikelijk bij hel overnemen van een zaak .daarvoor te betalen. Wat krijgt de ge meente voor de klanten enz.? De heer ELKERBOUT heeft gehoord, dat cr een bod van f 20 per week is gedaan. Wel is dit teruggenomen, doch tusschen f600 en f 1000 is nog wc-1 verschil! De heer DEUMER had ook algemeene be kendheid willen zien'gegeven aan de moge lijkheid van huren* De heer W1TMANS acht dc opbrengst van dit huis in de city van Leiden veel te laag cn het voorstel veel te voorbarigT Wethouder REIMERINGER is vcTbaasd over dit verzet, 't Was toch bekend, dat de Vischwinkel zou verdwijnen. B. en W. wil den zelfs de menschen, die den loop hadden naar den winkel, tegemoet komen en van daar, dat zij het aanbod der firma willen acceplceren. f 600 is niet zoo laag. En de ge in eente-chef wil den nieuwen huurder ook overnemen. De heer BERGERS is het eens met de te genstanders. De heer GROENEVELD gelooft, dat de hui dige chef ook wel een bod wil doen cn hem komt het toch het allereerste toe. B. en W. nemen dan het voorstel voor eerst terag. MOTIE VAN STRALEN. In behandeling komt dan dc molie-VAN STRALEN: De Raad, van oordeel dat het gewenscht is om aan de gezinnen der werkloozen ter gelegenheid van de Kerstdagen iels meer dan de gewone ondersleuning te verstrekken, noodigt B. en W. uit, om evenals zulks te Amsterdam geschied, in dc Kerstweek de ondersteuning bij wijze van extra locslag met 25 procent te verhoogen. De voorsteller zegt, dat, waar vrij regel matig zoo'n voorstel verworpen werd, zijn fractie eerst niet met zoo'n voorstel wilde komen, doch èr zijn omstandigheden, die hen noopten toch cr weer mee te komen. Op plaatsen, waarnaar nog wel -eens gekeken wordt, werd vorig jaar niets gedaan, van daar ook weinig lust aanvankelijk, maar nu plaatsen als A'dani, den Haag, Rotterdam, besloten mét de Kerstdagen iets extra's te geven, wil hij weer dc kans wagen om ook hier iets extra's te geven aan degenen, die het zoo noodig hebben. Tal van kerkelijke vereenigingen etc. doen iets, zou de gemeente dan niets willen doen voor haar verpleegden? Hij kan dat nog niet aannemen. Hij betreurt, dat B. en W. afwij zend reeds beschikten op een dusdanig ver zoek, kort geleden door den Leidschen Be- stuurdersbond gedaan, doch hij hoopt dat de raad thans anders zal oordeelen, waarop hij i nu een beroep doet. Dat het niet goedge keurd zou worden, betwijfelt hij, waar het elders toch ook wel mogelijk bleek. De heer KNUTTEL meent, dat zoo'n be- scheiden voorstel feitelijk geen verdediging I noodig heeft, gezien de ellende, allerwege in deze gelederen. Zie ook de belangstelling 1 dezen middag. (Geroep: jawel, allemaal op- j gecommandeerd!) De bezwaren, die tegen verhoogcn der uit- I keering gelden, gelden nu niet en de strenge winter werkt er ook toe mer^, om een exTra toe te staan De heer HEEMSKERK erkent, dat voor de werkloozen wel iels gedaan zou mogen wor den, doch destijds is zoo'n voorstel gewei RECLAME. 8356 wanneer de maag beg mi te vragen neemt de arbe/dskracfit af; fmJT3 N.V.hollanW CHOCOLADE- F. gerd, daar B. en W. verklaarden dat zoo'n besluit zou worden vernietigd door Ged. Sta ten of de Kroon. Is dat nog zoo? Verder wijst spr. op het particulier initia tief, dat in dezen helpend moet optreden, maar deze plulantropische instellingen gaan in inkomsten achteruit en kunnen dus niet zooveel meer doen. Hij spreekt daarom den wensch uit, dat B. en W. alsnog eenige toe zegging zouden kunnen geven. Spr. vraagt of de heer v. Stralen bedoelt alle werkloozen of alleen gehuwden cn kost winners, gelijk z. i. in de lijn zou liggen, en of ook bedoeld zijn de werkloozen bij het B. A., waarover de raad geen zeggingschap direct heeft. De lieer ELKERBOUT meent, dat het zaak is van algemeeno strekking, niet voor een bepaalde categorie en daarom had hjj gaarne gezien, dat de L.B.B. ook de anderro bonden had gekend. H(j ml zich echter er niet tegen verklaren, nu dit i3 verzuimd, ep aan gehuwden en kostgangers zou hij' gaarne zoo'n bijzondere gave zien toegekend. De heer v. ROSMALEN heeft door op gedane ervaringen gezien, dat een extra-gave wenschelyk is. Zal echter zoo'n besluit ge nomen kunnen worden? De heer ZUIDEMA is weinig sympathiek getroffen door deze motie, die hem' herinnert aan do politiek van het open oog en de vaste hand in den sak van anderen. (De raad wordt onrustig en begint te inter- rumpeeren). Wethouder Dreos (soc.-dem.) van Den Haag, noemde het systeemloos, maar mis-.' schien zou systeem nog te vinden zijn in do richting van den hoer Heemskerk, maar dezen weg mag de gemeente z ch niet verder op laten dringen, waardoor de democratie eenvoudig wordt vermomd. (Het regent op merkingen). Wil men het puticulier mitiaiief steunen of dit om hals brengen? Spr. meent, dat het laatste van zoo'n handelwijze dit uit ervaring het gevolg zijn zal. In spr.'s kringen wordt veel gedaan uit ed met lielde, maar wanneer de gemeente dat gaat doen, trokken de particulieren zich terug. Eén moeilijkheid is er, dat erkent hij, velen staan niet in verband met een kerk genootschap, doch laat de overzij voor die dan eans wat doen, en geen mooie roode vlaggen koopen, etc. Do heer DUBBELDEMAN: dat is tyj het schunnige af; weet u of ik niet meer doo dan vfie ook? Alleen wij doen het niet ge organiseerd. De heer SCHüLLER: bereidt u zich op zoo schunnige wijze voor op het Kerstfeest? (Geroep elders: dat is tergen en hitsen). De heer ZUIDEMA zegt, niet te pralen over personen, maar over organisaties. De motie kan niet aanvaard, doch kunnen B. A. en steuncomité geen rekening houden met zulke gelegenheden? De heer OOSTDAM staat, als altijd, nog op 't standpunt, dat gesteund moet wordeo naar behoefte, hetgeen het voorstel v. Stralen niet bereikt, dat generaliseert. Gaarne zou htf echter vernemen, dat de inrichtingen die voor steun zyn aangewezen, iets hebben ge daan of zullen doen. De heer WILMER is het met de bedoeling van den heer Zuidoma eens. Individueel wordt zeker bij de overzij aan liefdadigheid gedaan, maar daar is geen goorganiseerdie liefda digheid. Dat is een groot verschil vap beginsel. In onze kringen wordt met Kerst mis veel gedaan, particulier en georgani seerd. Vrees, dat dit initiatief op zulke dagen door een extra-gift van gernecntc-wege zal worden geschaad, acht hg bij nader in zien overdreven, en daarom gaat hg mee mot den heer Heemskerk. Het indienen der motie Van Stralen neemt lig niet euvel, mits erkend wordt, dat slechts zoo esn heel klein beetje kan .worden' ge holpen buiten het part. initiatief om. De heer SP EIND EL wal getuigen, dat het hem niet te doen is te putten uit de open bare Vis, als de heer Zuidema aangaf. Gaarne had spr. de kwestie meer zakelgk zien behandeld, met uitschakeling van al lerlei gevoeligheden etc. (Toestemmend ge mompel.) De particuliere liefdadigheid doet veel, maar kan niet alles, en de lange duur der werkloosheid vraagt, eischt tegemoetkoming en bij deze golegenhoid wil hij daaraan gaarne meewerken, ook uit Ohristelyk oogpunt (Zwak applaus op de publieke tribune). Daarom1 had hy ook door dit in meerderheid Christelijk ooi lego van B. en W. gaarne een andere houding zien aangenomen en spontaan een daad verwacht, die niemand kwalijk zal nemen der burgery. (De heer Van Stralen: eon scherpe af straffing!) Tenslotte doet hij een beroep op het men- schelijk gewoel van alle ingezetenen. Wethouder SANDERS zegt, dat B. en W. inderdaad afwijzend hebben beschikt op een dusdanig verzoek van den L. B. B., als nu de lieer v. Stralen in een motie neerlegt, onwettig en niet in het openbaar belang. Bijna steeds is zoo'n besluit vernietigd van hoogerhand. Daarom heeft de heer v. Stra len, meent hij, ook een motie ingediend en geen voorstel, dat Ged. Staten zouden moe ten goedkeuren (d. w. z. vernietigen), ter wijl hij nu B. en W. wil drijven in de ver boden lijn. B. en W. zullen bij 't aannemen van de motie die dan ook niet volgen, geen onwettige besluiten willende uitvoeren. Ver der is het niet in 't openbaar belang en on billijk tegenover velen, want niet iedere werk- looze heeft het even hard noodig. Een feest gave te putten uit de publieke kas, waartoe velen bijdragen met zoo groote moeite, gaa1 toch ook niet aan. Uit het Engelsch door ARTHUR APPLIN. Vertaling van Mevr. M. J. LANDRé—TOLLENAAR. (Nadruk verboden). 8) „Ik had je zakken moeten doorzoeken. Je bent voor geen haar te vertrouwen. Je bent ■beter aan den anderen kant van de heg." Hij pakte hem op als een moeder met haar kind had kunnen doen en wierp hem toen ever de struiken heen op het veld langs den .weg. II ijkeek snel den weg af. Eén van zijn slachtoffers kroop op handen en voeten voort, ais een gewond konijn „Ik zou niet probeeren te bewegen, als ik jou was," zei Puk kalm. Puk knielde neer naast dc-n trainer. „Ik geloof, dal u de oorzaak bent van deze herrie.Hij haalde zijn dakdoek te voor schijn en veegde het bloed van Ma .don's gezicht „Zwaar beschadigd?" Marton zuchtte diep, keek Puk onder zoekend aan en tuurde toep den weg af, waar vijf gedaanten in verschillende hou dingen op den grond lagen. De spieren van zijn gerimpeld gezicht trilden, de getrokken mond glimlachte flauwtjes. „Nogal, geloof ik. Waar kom je vandaan?'' „Van verschillende plaatsen. Kunt u loo- pen? Mijn auto slaat hier vlak bij den. weg." Hij hielp Marton opstaan. Leunende op Puk's arm strompelde- de trainer naar het midden van den weg. „Hel is al weer over. Een beetje beursch hier en daar. Toen ik me verweerde, hebben ze me murw geslagen. Zou u even met de hand in mijn broekzak willen voelen? Er zat zeven honderd pond in Als ze er mee van door zijn is het met me gedaan." Puk zocht den zak door. Zijn bewegingen waren snel en handig. „Ik ben bang, dat ze u bestolen hebben. Daar was het hun dus om te doen. Ga in mijn auto zitten. Ik zal deze knapen fouitleeren er is er maar één ontsnapt." Toen ze den viersprong, bereikten, zag Puk een lange, lage auto legen de heg staan. De lichten waren gedoofd. „Dat is zeker hun wagentje. Meer ruimte in dan in het mijne. Ga daar liever in. U zult daar makkelijker zitten." Hij tilde den trainer op on legde hem languit neer óp de bank. Daarna verdween hij voor een minuut of vijf. „Ik ben bang, dat die knaap, die er van dcor is gegaan, het geld had," zei hij ver ontschuldigend. „Als ik het geweten had.." Marton antwoordde niet. „Het dient zeker nergens voor naar hem te zoeken?" Puk draaide de lichten van de auto op, haalde potlood en papier uil den zak, boog zich over de kap van den motor en krabbelde een paar woorden neer, hij speldde het papierlje vast op de zitting van zijn eigen two-seater, het stuk oud-roost. „Mijne heoren, Ik heb lijdelijk uw auto in bruikleen genomen, omdat zij een belere ambulance is dan de mijne. Als u haar terug wilt hebben, wendt u dan tot de politie.' PUK. Hij sprong dc groote auto in en zette den motor aan.#,.Als u den weg wijst, zal ik u thuis brengen." Marton wees naar links. „Dien weg of, ongeveer drie kilometer. Dan komt u op ccn hei. Mijn huis ligt aan uw rechterhand. Ik ik reed naar huis van de races. Hebt u geen paard gezien?" Puk schudde ontkennend het hoofd. „Dat is zeker al lang thuis." Hij zette den motor op de eerste versnelling en sloeg de richting in, die Marton hem gewezen had. Toen hij de oprijlaan bereikt had, boog de trainer zich voorover en tikte Puk op den schouder. „Ik ben weer heelemaal in orde. Maak de kinderen niet ongerust als je blieft. Ze zouden schrikken. Zeg maar. dat ik van mijn paard gevallen ben.'' Puk knikte. „Best. U hebt dus kinderen?" „Ja. Ik ben weduwnaar. Een dochter, Fay. En Tony hij is nog maar een jog." Marton lachte. „We noemen hem Jog." De auto stond nauwelijks stil voor de deur, toen deze al geopend werd en Fay op den drempel verscheen. Haar lange, slanke gestalte kwam scherp uit tegen het licht van de hall, dat levens een gouden glans wierp op haar haar. Achter haar zat het Jog in den leunstoel, de beenen over een armleuning geslagen. Een houtvuur knap perde in den haard. Puk zag glaswerk en zilver glinsteren op de eikenhouten tafel, die blijkbaar gedekt was voor het avondmaal. Eén oogenblik bleef hij doodstil staan kij ken ,met den rug naar de auio gekeerd. Hij zag iets van de wereld, zooals hij zich deze voorgesteld had. Hij had een gevoel, alsof hij thuis kwam. Hij stond daar, als ver wachtte hij, dat Fay de armen naar hem uil zou strekken, om hem te verwelkomen. „Wat een fijn gezicht," zei hij eindelijk kalm. „Vader 1" De stem van het meisje schudde hem wakker uit zijn gemijmer Hij opende het portier en hielp Marton op. „Ik ben best," zei de trainer, toen hij de hall binnenslrom- pelde. „Die verd.oude knol is geschrok ken van hel een of ander bij den vier sprong en heeft me uit hel zadel geslingerd, een beetje beursch en ik heb zeker een mooi zwart oog. Maak maar geen drukte." Het Jog schoof een leunstoel aan en Mar ton liet er zich in neervallen. Fay haalde een kom water en een spons en begon zijn voorhoofd af te wasschen. Het Jog schonk hem een glas whisky in. „Kan me niet voorstellen, dat Dundos zou struikelen. Hij moet een aardigen smak gemaakt hebben om u zoo toe le takelen. Is hij buiten? Dan zal ik hem naar den stal brengen." „Hij is er vandoor gegaan en heeft mij la ten liggen. Hij zad al wel thuis zijn," ant woordde Marton. ..Als deze jonge man me niet gevonden had Niemand had meer aan Puk gedacht. Hij stond bij de deur te kijken naar liet groepje voor het vuur. Ongetwijfeld was hij nu thuis. Alles deed hem zco weldadig aan; hier had hij van gedroomd als hij sliep op zijn slaapzak in de prairie. Zóó had de Sovaja-woeslijn hel hem tientallen malen voorgespiegeld. „Kom als het u blieft binnen en ga zit ten," zei Fay, „en neem ons niet kwalijk, dat we zoo ongastvrij zijn, maar we schrok ken heusch, toen we vader zoo zagen. U blijft toch zeker bij ons eten?" Puk kwam hel vertrek binnen. Hij glim lachte. Als hij glimlachte was hij onweer staanbaar, want in zijn glimlach lag al het kinderlijk vertrouwen en de liefde en de levenslust, die men lezen kan in kinder- oogen, die voor het eerst de wereld in kij kt n en zien, hoe mooi die is. „Graag, zei hij. HOOFDSTUK V. Andrew Marton bedacht zich, dat hij nog niet eens den naam wist van den man, die hein gered had. Hij zag hem nu eigenlijk pas goed. want buiten in het donker had hij slechts een vagen indruk van hem gekre gen. Hij had een gevoel alsof hij hem al eens eerder ontmoet had. Maar toch waren zijn ?tem, zijn uiterlijk en zijn kleeren niet echt Engelsch. Er was iels vreemds aam hem iets ongewoons. Hij scheen zich ge heel op zijn gemak le gevoelen. Toch loonde hij een aantrekkelijke verlegenheid en be scheidenheid. Het ééne oogenblik leek hij op een jongen god, het andere oogenblik deed hij denken aan een wild, schuw dier, dal zoo juist uit het woud gekomen was. „Schenk je zelf een- glas whisky in en neem een stoel. Tony, er liggen nog een paar sigaren in mijn bureau. Neem me niet kwalijk, dat ik blijf zitten, maar ik ben nog een beetje stijf en tuitelig." Tony gaf Puk een sigaar en schonk hem een glas whisky in. Zijn bewegingen waren onhandig, hij deed alles met tegenzin, alsof hij de aanwezigheid van den vreemdeling onaangenaam vond. Hij ging zoo ver moge lijk van hem af zitten. „U hebt ons nog niet eens verteld of SneWer gewonnen heeft," barstte hij ineens los. „O ja, ze heeft prachtig gewonnen, met het grootste gemak Marton keek zijn zoon niet aan. „Dat wist ik well" De slem van hel Jog klonk zegevierend. Puk, die bezig was zijn sigaar aan te steken, keerde langzaam het hoofd om en keek naar het eigenaardige, tengere persoontje in de schaduw. „Hebt u goed gewonnen, vader?" vroeg Tony. (Wordt vervol zd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5