DE JOCKEY No. 20178. LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 21 December Tweede Blad. Anno 1928. binnf*" m. GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. Een motie tegen het Belgiscli-Nederlandsch Verdrag. De Vlaamsch-Hollandsclic Verecniging Hou ende Trou" heeft Zaterdagavond in 't Clubgebouw voor Vrouwen in Den Haag een algemeene vergadering gehouden, waarin prof. dr. R. Speleers, oogarts le Eindhoven en oud-rector-magnificus der voormalige Ylaamsche Hoogeschool te Gent, gesproken heeft over: Het wezen en den ontwikke lingsgang der VJaamsche beweging. In ze keren zin was het een oprichtingsvergade ring, aangezien het reeds langer bestaande' Ylaamsche „Hou ende Trou" haar deuren yoor het eerst voor Nederlandsche leden openzette. De voorzitter, mr. Floor Heuvelmans, bracht, daarna ter tafel een motie, waarin het verbond van Vlaamsche Vereenigingen ju Holland, overwegende dat het thans aan de Parlementen van beide Staten voorge legde Belgiscli-Nederlandsch Verdrag: le. de door het tractaat van 1830 aan Bel gië opgelegde neutraliteit opheft, wat scha delijk i9 voor de belangen van Vlaanderen en Nederland; 2e. door hel vervallen van de bepaling van het Tractaat van 1839, waarbij Ant werpen uitsluitend een handelshaven zal zijn, de mogelijkheid schept, met goedvin den van Nederland, van Antwerpen een oorlogshaven te maken, wat met het oog op 't tot dusverre geheim gehouden Fransch- Belgisch militair-accoord, het streven naar algemeene ontwapening en universeelen vrede belet en in strijd is met den geest van Locarno 3e. dat de economische bepalingen in het huidige verdrag vastgelegd, in werkelijk heid geen ander doel hebben dan politieke en strategische Franco-Belgische oogmerken te verdoezelen; -4e. dat voor het tot-stand-komen van eco nomische overeenkomsten tusschen Neder land en België ter regeling van het Schel- deregiem en het bevorderen van de ont wikkeling van de haven van Antwerpen, van Nederlandsche zijde, veel minder be zwaren zullen bestaan, wanneer daaraan geen politieke en militaire oogmerken ver bonden zijn; 5e. inhoudt afstand van Nederlandsche souvereiniteitsrechten op de Schelde, het geen noch een Nederlandsche, noch een Vlaamsch belang kan zijn en zoomede een on-Dietsche strekking heeft. Besluit, dat het aanhangig gemaakte Bel giscli-Nederlandsch Verdrag dient te worden afgewezen en verwacht, dat alle Vlaamsche en Nederlandsche parlementsleden* het als een vaderlatfdschen plicht zullen beschou wen dit verdrag te verwerpen. Deze motie wordt met algemeene stem men aangenomen. In het béstuur (9 leden, 5 Vlam. en 4 Holl.) der nieuwe Vereeniging werden ge kozen: mr. Floor Heuvelmans, Jan Borins, mr. Van Rooy, mevr. prof. Schönfeld, mr. 'v. d. Broëcke, A. A. Humme, mevr. Groene- wegen, W. van den Berg en de heer Steensma. De functies worden onderling verdeeld. De positie van het Rijkspersoneel. In ,,Maison Boer" te Amsterdam is een congre6 gehouden van de Centrale van Ver eenigingen van Personeel in Rijksdienst. De voorzitter, de heer F. Perdok Hzn., wees in zijn openingsrede er op, dat 1925 evenals 1924 in de geschiedenis der amb- tenwSjsjÊLvakbeweging met zwarte kool zal woroWT aangemerkt. Op elk gebied was er tegenslag te boeken. De déb&clc in het Alg. Ned. Vakverbond, een gevolg van verkeerde leiding, heeft, zegt spr., vooral aan de neutraliteits-ge- ■dachte in de vakbeweging grootc nadee'len gebracht. Het eens zoo prachtig opkomende vak verbond ligt te" zieltogen. De predikers van de aansluiting bij het N.V.V. kunnen thans op de ruïnen van hun slooperswerk neer zien. Is een eenheid thans zoek in de neutrale vakbeweging, dan geeft dit, z^gt spr., geen reden om aan de neutraliteitsgedachte te wanhopen. Nu het inwendig verdeelde A. N.V. niet meer kan posecren als de verte genwoordiger van de neutrale vakbewe ging, is er kans, dat de dcelen elkaar weer zullen vinden. Wij kunnen dit jaar niet besluiten, ver volgt spr., zonder een enkel woord van af scheid te brengen aan het Kabinet-Ruys dc Beerenbrouck en eenige woorden te wijden aan het nieuw opgetreden Kabinet. Na de verkiezing verdween het Kabiuel Ruys de Beerenbrouck. Ik zou dit Ministe rie aldus kimnen karakteriseerenHet Mi nisterie Ruys de Beerenbrouck deed in 1918 belangrijke toezeggingen aan de amb tenaren. De rechtspositie zou worden gere geld. De ambtenaren zouden invloed krij gen op het vaststellen der arbeidsvoorwaar den. Meer billijke en redelijke loonen zou den worden vastgesteld. Van dit alles is mets gekomen. De amb- tenaarswet, regelende de rechtspostie, is door de Kamer nimmer behandeld. De pensioenrechten eerst geregeld, wer den later zoodanig verslechterd, dat meer werd teruggenomen dan aanvankelijk werd gegeven. De loonen cn salarissen der lagere ambte naren waren relatief zoo laag gesteld, dat in vele gezinnen armoede werd geleden. Het gebeurde, dat ambtenaren zich aan boden als krantenbezorgers, als huisknech ten, avond-kantoorwerkers. Oogluikend werd toegelaten ,dat fooien werden geac cepteerd, niettegenstaande het uitdrukke lijke verbod. Tal van ambtenaren kwamen door hun financieele positie met den straf rechter in aanraking. Daarentegen werden de Ministertraktc- mentcn verhoogd van f 6000 tot f 15000; de leden der Volksvertegenwoordiging ver hoogden hun toelage als Kamerlid van f 2000 op f 5000 en verzekerden zich een pensioen benevens voor hun gezinnen ne- ter dan eenige ambtenaar ooit zou ge nieten. Het Kabinet is opgevolgd door het Kabi- net-Colijn, den 3den minister van financiën uit het Kabinet-Ruys. Deze Minister was het vooral, die het er op toelegde dc staatsbegrooting kloppend te maken cn dit deed teD koste van de ambtenaren. Dc salarislast door het Rijkspersoneel op de staatsbegrooting gelegd werd door de zen Minister geraamd op 210 millioen gul den buiten de Staatsbedrijven om. Hierop wilde hij 23 millioen bezuinigen.' Later bleek, dat die salarislast slechts 180 mil lioen had bedragen. Deze uitkomst bracht echter geen wijziging in de plannen van dezen Minister. Thans is dit Kabinet demissionair. Er is mij thans geen ambtenaar bekend, die hoopt, dat het zal aanblijven. De alge- meene gedachte is: „Slechter als het ons ambtenaren thans gaat, kan niet bestaan". Uitvoerig behandelde spr. vervolgens de salarisrcgcling cn do kUsse-indeeling: ,,Hct zijn vooral do maand- cn weeklo^ ners, betoogde spr., die door deze kcillooze klasse-indeeling worden getroffen. Zij ye- i.ieten gemiddeld 16 pCt. minder loon dan hun collega's op le klasse standplaatsen. De regeering voelt dit onrecht en heeft nu het garantieloon voor deze beambten ver hoogd van 85 op 88 pCt. Daarmede is wei iets hersteld. Zij, die onder het Bezoldl- gings-Besluit 1920 hun maximum-salaris hadden bereikt, zijn daarmede voor 1926 en verdere jaren geholpen. Zij, die dit maximum niet hadden bereikt, hebben aalt deze bepaling in 1923 niemendal. De atri]'.. op de derde klasse-standplaatsen moet nu maar een onverzoenlijke worden tot recht is gedaan." Ook op het georganiseerd overleg oefen de spr. critiek uit. Van een behoorlijk overleg is geen sprake Ernstige uitwisseling van gedachten, nauw keurig onderzoek bij ontstane geschillen blijft uit. Het resultaat is dan ook bijzon der poover. - Na de openingsrede kwamen verschillende zaken van huishoudelijken aard in behande ling. In de voortgezette bijeenkomst, waarvoor enkele autoriteiten waren uilgenoodigd, heeft mr. K. J. van Nieukerken, advocaat te Am sterdam, een rode gehouden over de rechts positie der ambtenaren. Hij besprak o.m. uitvoerig het wetsont werp, dat de rechtspositie der ambtenaren regelt, en betoogde, dat niet alleen de kracht van den Staat, maar ook het belang en het welzijn van de maatschappij gebaat zullen zijn door oen spoedige regeling van de rechtspositie der ambtenaren. De rechtstoe- slandwet, gebouwd op werkelijke rechtsover tuiging, noemde spreker zeer urgent en hij wenschle, dat de vergadering moge bijdra gen, niet alleen lot verlevendiging van het besef dat ook de ambtenaren naa«t plich ten ook rechten hebben, maar ook dat zij zal gelden als een opwekking aan den wet gever om die rechten en plichten le belicha men in een rechtstoestand; ook om het stel sel van dr. Van Hellinga Tromp, waarbij de aanwezigen hun instemming betuigden, maakten enkelen van de gelegenheid ge bruik lot het stellen van vragen, welke door mr. Van Niekerken werden beantwoord. In de middagvergadering kwam het pro gram van actie voor 1926 in behandeling. In dit programma wordt er bij Regeering op aangedrongen nog in dit zittingsjaar den rechtstoestand der ambtenaren te regelen; verder wordt o.a. een spoedige herziening v. het bezoldigingsbesluit 1925 en een legen- gaan van het aanstellen op arbeidscontract gevraagd. Ook verzoekt de centrale de regee ring een algemeen besluit in het leven te willen roepen, regelende de korting wegens schulden. „Aanpakken." In het gebouw der Ned.-Herv. Synode in Den Haag is de jaarlijksche vergadering ge houden van de Vereeniging „Aanpakken", onder leiding van den voorzitter ds. L. W. Bakhuizen van den Brink. Uit het financieele verslag bleek, dal het fonds van f 600.940 is aangegroeid tot f 605.000, f 30.000 aan rente is aan de Sy node voor het Fonds tót verbetering der schraalste predikanls-tractementen afgodra gen, welk bedrag onmiddellijk tot verhoo ging der ontoereikende traktementen wordt aangewend. In Februari zal liet tien jaar geleden zijn, dat dc actie voor „Aanpakken" is begonnen, üe aftredende bestuursleden; dr. C. Hille Ris Lambers, vice-president; L. W. Bakhuizen van den Brink, voorzitter-, A. G. H. Van IIoo- genhuyze, ds. Klinkert en prof. J. R. Slole- maker de Bruine zijn herbenoemd. Onmiddellijk na de gewone is de buiten gewone vergadering gehouden, ter behande ling van een bestuursvoorstel tot wijziging der statuten. Art. 6, dat alleen spreekt van leden, wordt aldus gewijzigd, dat daarin voorlaan gesproken wordt van begunstigers, die minstens f 1 jaarlijks contribueeren. die het recht hebben de algemeene vergadering bij" le wonen, en leden, die op voordracht van het bestuur uit de begunstigers tot leden kunnen worden benoemd en die het stem recht hebben Op doze wijziging zal de Ko ninklijke goedkeuring worden gevraagd. Besproken is verder de noodzakelijkheid om met liet werk voort te gaan en naar mid delen tot een nieuwe actie, om het kapitaal tot 1 millioen gulden op ie voeren, uit te zien. Spoorwegpersoneel. De Minister van Waterstaat, ir. M. C E. Bongaerts, heeft het Reglement Diensivoor- waarden 1926 goedgekeurd. Zooals bekend, was er kort geleden door de Nederlandsche Vereeniging van Spoor- cn Tramwegpersoneel, den R.-K. Bond „Sti- Raphaël" en den Prot. Christ. Bond over eenstemming verkregen met de directie der Nederlandsche Spoorwegen over de wijzi gingen, die er in bedoeld reglement dienden te worden aangebracht, behoudens in het bijzonder de herclassificatie van een aan tal standplaatsen. Omtrent deze herclassificatie hebben ge noemde organisaties den Minister verleden Maandag verzocht ook voor het spoorweg personeel de Rijksregeling te volgen In verband hiermede heeft de Minister van Waterstaat bij zijn goedkeuring van het R D. V. waarin de oude standplaat, indf-elingen opgenomen, ook tevens de hoop uilgesproken, dat de directie alsnog mot dc organisaties ook in deze kwestie tot over eenstemming zal kunnen komen. Aldus ver neemt „Do Crt." Gisteren was echter bij de vakbonden van het spoorwegpersoneel nog geen enkele me- dedeeling ontvangen omtrent de goedkeuring. Geen Kerstnitkeering aan de mijnwerkers. In verband met het door den Neutralen Bond ingediend verzoek om met Kerstmis een uilkeering ineens aan de arbeiders te verstrekken, is namens de directies der ge zamenlijke Limburgsche mijnen, d.d. 18 De cember jl. o.m. geantwoord, dat van een uitkeering ineens aan 't personeel in ver band met de vrachtovcreenkomst met de Nederlandsche Spoorwegen, hierom geen sprake kan zijn, omdat, zooals uit de notu len der contact-commissie blijkt, de direc ties bij de in September-October j.l. gevoer de onderhandelingen haar voorstel, om de loonen met 5 pCt. te verlagen, hebben laten vallen, juist op grond van dc haar toege zegde verlaging der spoor vrachten. Het over die verlaging gevoerde overleg is nog niet beëindigd, doch vast staat reeds, dal het resultaat aanmerkelijk beneden de verwachting blijft en bij lange niet opweegt togen 5 pCt. loonsverlaging. Te Haarlem zijn bij de Ned.-Herv. Gem. (vac.-ds. Barbas) ds. J. J. van Leeu- wen, le Hilversum; (vac. Berkelbach van den Sprenkel) ds. W. A. Hoek, te Amster dam, beroepen. In de vacjflure-mr. V. II. Rutgers is als lid der commissie van beroep van den Schoolraad (werkgeversgroep) gekozen prof. jhr. mr. D. G. Rengers Hora Siccama, te Utrecht. De lieeren G. J. Bennink, le Rhcnen en T. de Groot, te Tricht, zijn gekozen als- leden van het hoofdbestuur van het Ned. Ond.-Genootschap voor de in Januari ko mende" vacatures J. K. Post (district Utrecht) en M. Mieras Jr. (district Gelderland). Te Terschelling is door de plaatselijke commissie, in opdracht van het bestuur van de Noord- cn Zuid-Hollandsche Redding-Mij. aan den oud-schipper J. O/udo een Tadio- ontvangtoestel aangeboden. Schipper J. Cupido is de gewezen schip per van de „Brandaris", die zich gedurende een tiental jaren door groolen moed en veel zeemanschap heeft onderscheiden. Vooral geduiyndc dc jaren van den oorlog, toen de schepen langs onze kusten den weg moesten zoeken tusschen mijnenvelden, was het aantal zeerampen zeer groot. Dan ge beurde het, dat Cupido na een gevaarlijken tcclit van zestien uren in den winterstorm terugkomende, een uur later weder werd geroepen om hulp le verlecncn. Cupido wei felde nooit. Achteruitgang van het gezichts vermogen noodzaakte hem ten slotte ontslag te nemen als schipper, cn thans is hij zoo goed als blind. Het is daarom een sympa thieke gedachte, dat hem een ontvangtoe stel werd aangeboden. Daarmede opent zich weder iels van die wereld, die door zijn blindheid zoo droevig gesloten is geworden. De schipper was zeer ingenomen met dit geschenk. Valsche munters. Ver leden week Maandag werd de Haagsche politie gewaarschuwd door den heer S., eigenaar van een wisselkantoor in de Pas sage, dat er vermoedelijk bij hem een valsch bankbiljet van 1000 Fran9che francs ter wisseling was aangeboden. Daar de heer S. reeds vroeger de dupe was geworden van ter wisseling aanbieden van valsch geld, was hij op zijn hoede, en waarschuwde telefonisch de politie van het bureau Groenmarkt. Gedurende dien tijd hield hij den man in zijn winkel aan den praat. Toen een agent van politie ter plaatse kwam, werd de man gearresteerd en naar het hoofdbureau van politie overgebracht. Door personeel van afdeeling D. weid hij gevisiteerd, en daarbij bleek, dat in een van zijn sokken nog een valsch bankbiljet van 1000 francs was geborgen. Ook bleek hij in het bezit te zijn van twee bankbiljetten van 1000 francs, die echt waren. Op den man werden papieren gevonden, waaruit de politie concludeerde, dat de aangehoudene de 49-jarige Hongaar A. J. was, die in den laalsten tijd te Amsterdam verblijf had ge houden. Den volgenden dag vertrok een in specteur van de Haagsche politie naar Am- RECLAME. 4413 sterdam, en stelde zich daar in verbinding met het Centraal-Bureau voor falsificatie, en met de Centrale Recherche. In nauwe sa menwerking met ambtenaren van deze beide bureaux gelukte het den inspecteur te Amsterdam in een hotel aan het Damrak twee Hongaren te arresteeren, beiden ver dacht van uitgifte van valsche Fransche bankbiljetten van 1000 francs. Aanvankelijk gaven de twee arrestanten een valschcn naam op. doch de papieren wezen uit, dat zij beide genaamd waren G. M. Op de hotelkamer werd een bak ge vonden. waarin bleek le zitten een groot aantal valsche Fransche bankbiljetten van 1000 francs, tot een bedrag van 5.000.000 francs. Een ander gegeven deed do politie beslui ten, een onderzoek in te stellen in een ka mer van een ander hotel, eveneens op het Damrak, waar de Hongaren ook eenigen lijd verblijf hadden gehouden? In die kamer werd eveneens een groote bak met Fransche bankbiljetten van 1000 francs gevonden. Ook in dit pak bevond zich voor een bedrag van 5.000.000 francs aan Fransche bank- biljetten. De arrestanten weigerden le vertellen, waar zij deze Fransche bankbiljetten ge maakt hadden. De politie vermoedt, dat dit te Budapest gebeurd is. Uit het onderzoek bleek, dat het voornemen bestond, de eerste vijf millioen francs hier te lande uit te ge ven, vervolgens narfr Scandinavië te gaan, en daar het tweede pak aan den man trach ten te brengen. De bankbiljetten zijn zeer nauwkeurig nagemaakt, en bijna niet van echte le on-* derscheiden. Ook de handteekeningen dui den niet op valschheid. Alleen het water merk is niet zoo duidelijk, als dit bij echte 1000 francs biljetten het geval is. De politie acht do zaak hiermede niet af- geloopen cn heeft zich in verbinding gesteld met de autoriteiten te Budapest. In het be gin van deze week zullen de drie gearres teerde Hongaren ter beschikking van den Officier van Justitie te 's-Gravenhage wor den gesteld. Een bewoonster van de II o b- bemastraat, in Den Haag, had zich eenige weken geleden een kunstgebit laten ver vaardigen bij een tandtechniker. Sinds eenige dagen vertoonden zich bij haar ver schijnselen, welke bij nader onderzoek aan kopervergiftiging deden denken. Inderdaad bleek een deel van het materiaal, waaruit het kunstgebit was vervaardigd, uit ver guld-koper, en niet uit een goudlegcering te bestaan, zoodat zich vermoedelijk door het gebruik van azijn of citroenzuur het ver giftige koper acetaat gevormd had. Te Amsterdam hebben de justitie en de politie huiszoeking gedaan bij een commissionair in assurantiën daar ter stede, die zijn kantoren in de binnenstad gevestigd heeft. Deze firma richtte brieven tol verschillende andere firma's en tot per sonen, die elders een verzekering hadden afgesloten of zulks wilden doen met prijs opgaven, welke vrij sterk beneden de gedane waren. Het gevolg was, dat de personen, die de brieven van de laatste firma hadden ont vangen, zich tot de eerste wendden cn op dn lage prijsopgaven wezen. Dit wekte echter achterdocht bij de eerst bedoelde Firma en zij deed daarvan mede-, dccling aan de justitie. Er werd een onder zoek ingesteld, en hieruit bleek, dat een bediende, die in Augustus was heengegaan, in dienst was getreden bij een anderen com missionair. Bij zijn vertrek zou hij een aantal bescheiden van zijn patroon, be slaande uil prijsopgaven, correspondentie e. .a. hebben meegenomen. Hiervan profiteer den zijn nieuwe patroons en zij deden aan Uit het Engelsch door ARTHUR APPLIN Vertaling van Mevr. M. J. LANDRéTOLLEN AAJL (Nadruk verboden). 7) Marton verweerde zich nog stec-ds; het was nutteloos, maar hij streed voor zijn-le ven, want als ze het geld staleg, stalen ze zijn leven, zijn vrijheid. Hij had een gevoel of zijn armen uit he'. lid gelrokken werden. Eindelijk slaagde hij er in de prop uit te spuwen en hij riep luidkeels om hulp. Zijn aanvallers wierpen hem op den grond met het gezicht in het zand. Twee knield-n op hem neer. Hij voelde, dat ze zijn broekzak open scheurden en h'j hoorde de bankbiljet ten ritselen, loen een mannen ze triom fantelijk te voorschijn haalde. ,,In orde. ik heb ze. Ik zou hem maar wat geven om hem le kalmecren." Peter D.. meer algemeen bekend als Tuk, liet zijn rammelend stuk oud rcest, dat de handelaar, die het hem verkocht had den naam van two-seater waardig had gekeurd, stoppen, haalde een kaart uit den zak. die tiij bij de dichtstbijzijnde lantaarn hield en trachtte ie ontdekken; waar hij zich bevond. Hij was pas twee dagen geleden in Southampton geland met een klein valiesje röraar één verschooning in zat, een pakje do cumenten. een paar duizend dollar, die hij gewisseld h£d tegen Engelsch geld en een hart vrij van zorgen, maar*vol zin voor avonturen. Hij was voor goed teruggekomen, maar voor zoover hij wist was er niemand in zijn vaderland, die zich zijn bestaan her innerde of naar hem verlangde. Omdat hij geen haast had ergens te komen had hij den ouden twee-c'ylinder gekocht, was er in ge sprongen met zijn koffertje en was, belust op avonturen, den weg naar Londen* inge slagen. De kaart maakte hem niets wijzer, want deze had het ongeluk nog een jaar of lien ouder le zijn dan de auto. Toen hij den weg aftuurde, z>ag hij in de verte een weg wijzer. Hij stapte weer in de auto, zette haar op de eerste versnelling en reed naar den wegwijzer, zonder er veel van te verwach ten. Hij was al tot de ontdekking gekomen, dat de meeste wegwijzers in Engeland al leen maar als versiering dienden, behalve op de groole wegen. Puk was twee en twintig jaar oud en zes voet lang, at maakte hij er niet den indruk van, misschien omdat de natuur hem een absoluut goed geproportioneerd lichaam had gegeven. Hij had geen ons overtollig vet. Zijn bewegingen waren langzaam en be dachtzaam. zijn donkerblond haar was recht naar achteren gekamd. Uiterlijk maak te hij den indruk van een modernen Apollo van Belvedère, met uitzondering van zijn neus. die er uitzag alsof hij in zijn jeugd een opstopper had gekregen, die hem uit zijn koers had geslagen. Deze neus gaf een eigenaardige bekoring aan zijn gezicht. Er zat gevoel voor humor in en gaf er ook een zekeren eenvoud aan Het was een won- derlijk mengsel, want de mond er onder was zeldzaam fijn, gevoelig, vastberaden en kop- pig. De kin was strijdlustig. Toen bij zijn auto bij het kruispunt der wegen liet stilstaan, hoorde hij, dal er rechte van hem iels gaande was op den weg. Zon der op den wegwijzer te letten liep hij lang zaam in de richting, van waar het geluid kwam .Vechtpartijen trokken hem altijd aan. omdat hij zich er gewoonlijk in meng de. Zijn leven was van zijn tiende jaar af een reeks opeenvolgende moeilijkheden ge weest. Hij had geleerd op zijn verstand, zijn sterke vuisten en zijn gevoel voor humor. Hij had een goed leventje geleid. Hij had geleefd als een prins. Maar het uur was ge komen, dat hij genoeg kreeg van kudden hoeden, vechten en paarden dresseeren, dal hij ontdekte, dat noch de woestijn, noch de prairie onbegrensd was. Er bestond nog een andere wereld, geheel verschillend van die, waarin hij opgegroeid was. Een wereld van mannen en vrouwen, van goud en zoele geuren, stralen en paleizen. Toen hij de plaats naderde van waar hot geluid kwam, onderscheidde hij duidelijk gedempte stemmen. Toen klonk plotseling één stem boven alle andere uil. Onmisken baar een kreet om hulp. Als Puk een held was geweest zou hij er op afgerend zijn. Hij vertraagde zijn stap niet, maar liep ook niets sneller. Toen sprong van uit de duis ternis een man op hem toe. „Maak dat je weg komt." „Waarom?" vroeg Puk welgemoed en trachtte te zien, wat er gebeurde aan den anderen kant van ddn man. „Als er moei lijkheden zijn. moet ik er het mijne van hebben." Als antwoord op deze vraag gaf de man een slomp recht tegen Puk's kin, zoo hard hij kon Puk deed een slap op zij, bukte zich cn gaf den man een kopstoot. Hij maakte een geluid als een veiligheidsklep van een stoommachine, toen hij van den grond op gelicht werd, door de lucht geslingerd werd en met een slag op den weg neersmakle. Weer slapte Puk verder. Hij begon er be- tang in te stellen. Onder de boomen was het donker, maar zijn oogen wenden langzamer hand aan het duister. Hij zag een kluitje van een stuk of zes menschen, waarvan één voorover op den gTond lag en twee boven op hem, terwijl drie anderen plotseling Puk's aanwezigheid schenen op te merken en hem aanstaarden. „Wat is er aan de hand?" Zijn slem klonk nog steeds even rustig en welgemoed, alsof hij den weg naar Epsom vroeg. Eén oogenblik heerschte algeheele stilte; slechts de man op den grond bleef zich ver weren. Toen wierpen de irie dichtstbijzijn de mannen zich op Puk. Hij sprong behen dig opzij, zooals hij tientallen malen gedaan had om een woedenden stier te ontwijken. Daarna sprong hij op de twee naastbijzijnde mannen af. Met zijn rechtervuist sloeg hij den één midden tusschen de oogen: met zijn linkerhand greep hij den ander bij de keel. Hij zag, hoe deze het hoofd achterover wierp, hij hoorde de tanden knarsen. De derde had zich omgekeerd om Puk opnieuw aan te vallen, maar toen hij zijn beide mak kers op den grond zag liggen, aarzelde hij even. Voordat hij voor- of achteruit kon gaan, of voordat het tot hem doordrong, wal er eigenlijk gebeurde, beet ook hij in het j stof. Puk draaide zich net op lijd om. om j een zwaren Engelschen sleutel te ontwij ken, dien één der mannen, die op Andrew Marton geknield lagen, hem naar het hoofd wierp. Hij vloog rakelings langs zijn voor- hoofd. Puk begon cr plezier in le krijgen. Er gaat al tij 1 een bekering uit van het on verwachte. Toen 11ij dia man, d:e den En- grlschen slcu'.rl r - ar hc:n 0.1 had, met zijn kameraad den weg af zag hollen om te ontkomen, voelde hij iets als teleurstc'iing. Hij had nog nooit een man zien vluchten. Hij ging hem na en pakte hem. „Ik heb al twee keer gevraagd wal er aan de hand is." De man slak de handen op. „Er zou niets aan den hand zijn, als jij niet je neus cr in had gestoken. Wie ben je?" „Niemand," antwoordde Puk. „Het zou beier zijn, als je terugkeerde om je vrienden een handje le helpen." Hij maakte met het hoofd een beweging in de richting van de plaats, waar beide mannen voorover op den weg lagen. „Loop vooruit en houd je han den op." Puk berekende, dat als één der mannen een geweer had, het al lang afgegaan zou zijn, want hij kwam regelrecht uit een land, waar bij het minste of geringste geschoten werd. Hij merkte zijn vergissing niet voor dat hij naast Marton stond. De trainer leun- de met den rug legen de haag het bloed stroomde uit een diepe snede boven zijn linkeroog „Blijf daar slaan, midden op den weg," gelastte Puk zijn gevangene. Toen de man stil stond liet hij plotseling de rechterhand zakken. Met een snelheid, die Puk's bewondering opwekte bracht hij een revolver le voorschijn. Puk had nooit gestudeerd voor balletdanser, maar hij maakte een luchtsprong, die Nijinski hem benijd zou hebben. De man vuurde; de ko gel vloog ongehinderd door de toppen de<r boomen. Het volgende oogenblik viiel de re volver op den grond, terwijl de man met een kreet van pijn op de knieën viel. Zijn polt was gebrokenzijn band hing slap naar be neden. Puk bukte zich en raapte defl man od (Wordt vervcdaAV

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5