DE JOCKEY
No. 20178.
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 21 December
Tweede Blad. Anno 1928.
binnf*" m.
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
Een motie tegen het Belgiscli-Nederlandsch
Verdrag.
De Vlaamsch-Hollandsclic Verecniging
Hou ende Trou" heeft Zaterdagavond in 't
Clubgebouw voor Vrouwen in Den Haag een
algemeene vergadering gehouden, waarin
prof. dr. R. Speleers, oogarts le Eindhoven
en oud-rector-magnificus der voormalige
Ylaamsche Hoogeschool te Gent, gesproken
heeft over: Het wezen en den ontwikke
lingsgang der VJaamsche beweging. In ze
keren zin was het een oprichtingsvergade
ring, aangezien het reeds langer bestaande'
Ylaamsche „Hou ende Trou" haar deuren
yoor het eerst voor Nederlandsche leden
openzette.
De voorzitter, mr. Floor Heuvelmans,
bracht, daarna ter tafel een motie, waarin
het verbond van Vlaamsche Vereenigingen
ju Holland, overwegende dat het thans aan
de Parlementen van beide Staten voorge
legde Belgiscli-Nederlandsch Verdrag:
le. de door het tractaat van 1830 aan Bel
gië opgelegde neutraliteit opheft, wat scha
delijk i9 voor de belangen van Vlaanderen
en Nederland;
2e. door hel vervallen van de bepaling
van het Tractaat van 1839, waarbij Ant
werpen uitsluitend een handelshaven zal
zijn, de mogelijkheid schept, met goedvin
den van Nederland, van Antwerpen een
oorlogshaven te maken, wat met het oog
op 't tot dusverre geheim gehouden Fransch-
Belgisch militair-accoord, het streven naar
algemeene ontwapening en universeelen
vrede belet en in strijd is met den geest van
Locarno
3e. dat de economische bepalingen in
het huidige verdrag vastgelegd, in werkelijk
heid geen ander doel hebben dan politieke
en strategische Franco-Belgische oogmerken
te verdoezelen;
-4e. dat voor het tot-stand-komen van eco
nomische overeenkomsten tusschen Neder
land en België ter regeling van het Schel-
deregiem en het bevorderen van de ont
wikkeling van de haven van Antwerpen,
van Nederlandsche zijde, veel minder be
zwaren zullen bestaan, wanneer daaraan
geen politieke en militaire oogmerken ver
bonden zijn;
5e. inhoudt afstand van Nederlandsche
souvereiniteitsrechten op de Schelde, het
geen noch een Nederlandsche, noch een
Vlaamsch belang kan zijn en zoomede een
on-Dietsche strekking heeft.
Besluit, dat het aanhangig gemaakte Bel
giscli-Nederlandsch Verdrag dient te worden
afgewezen en verwacht, dat alle Vlaamsche
en Nederlandsche parlementsleden* het als
een vaderlatfdschen plicht zullen beschou
wen dit verdrag te verwerpen.
Deze motie wordt met algemeene stem
men aangenomen.
In het béstuur (9 leden, 5 Vlam. en 4
Holl.) der nieuwe Vereeniging werden ge
kozen: mr. Floor Heuvelmans, Jan Borins,
mr. Van Rooy, mevr. prof. Schönfeld, mr.
'v. d. Broëcke, A. A. Humme, mevr. Groene-
wegen, W. van den Berg en de heer
Steensma. De functies worden onderling
verdeeld.
De positie van het Rijkspersoneel.
In ,,Maison Boer" te Amsterdam is een
congre6 gehouden van de Centrale van Ver
eenigingen van Personeel in Rijksdienst.
De voorzitter, de heer F. Perdok Hzn.,
wees in zijn openingsrede er op, dat 1925
evenals 1924 in de geschiedenis der amb-
tenwSjsjÊLvakbeweging met zwarte kool zal
woroWT aangemerkt. Op elk gebied was er
tegenslag te boeken.
De déb&clc in het Alg. Ned. Vakverbond,
een gevolg van verkeerde leiding, heeft,
zegt spr., vooral aan de neutraliteits-ge-
■dachte in de vakbeweging grootc nadee'len
gebracht.
Het eens zoo prachtig opkomende vak
verbond ligt te" zieltogen. De predikers van
de aansluiting bij het N.V.V. kunnen thans
op de ruïnen van hun slooperswerk neer
zien.
Is een eenheid thans zoek in de neutrale
vakbeweging, dan geeft dit, z^gt spr., geen
reden om aan de neutraliteitsgedachte te
wanhopen. Nu het inwendig verdeelde A.
N.V. niet meer kan posecren als de verte
genwoordiger van de neutrale vakbewe
ging, is er kans, dat de dcelen elkaar weer
zullen vinden.
Wij kunnen dit jaar niet besluiten, ver
volgt spr., zonder een enkel woord van af
scheid te brengen aan het Kabinet-Ruys dc
Beerenbrouck en eenige woorden te wijden
aan het nieuw opgetreden Kabinet.
Na de verkiezing verdween het Kabiuel
Ruys de Beerenbrouck. Ik zou dit Ministe
rie aldus kimnen karakteriseerenHet Mi
nisterie Ruys de Beerenbrouck deed in
1918 belangrijke toezeggingen aan de amb
tenaren. De rechtspositie zou worden gere
geld. De ambtenaren zouden invloed krij
gen op het vaststellen der arbeidsvoorwaar
den. Meer billijke en redelijke loonen zou
den worden vastgesteld.
Van dit alles is mets gekomen. De amb-
tenaarswet, regelende de rechtspostie, is
door de Kamer nimmer behandeld.
De pensioenrechten eerst geregeld, wer
den later zoodanig verslechterd, dat meer
werd teruggenomen dan aanvankelijk werd
gegeven.
De loonen cn salarissen der lagere ambte
naren waren relatief zoo laag gesteld, dat
in vele gezinnen armoede werd geleden.
Het gebeurde, dat ambtenaren zich aan
boden als krantenbezorgers, als huisknech
ten, avond-kantoorwerkers. Oogluikend
werd toegelaten ,dat fooien werden geac
cepteerd, niettegenstaande het uitdrukke
lijke verbod. Tal van ambtenaren kwamen
door hun financieele positie met den straf
rechter in aanraking.
Daarentegen werden de Ministertraktc-
mentcn verhoogd van f 6000 tot f 15000; de
leden der Volksvertegenwoordiging ver
hoogden hun toelage als Kamerlid van
f 2000 op f 5000 en verzekerden zich een
pensioen benevens voor hun gezinnen ne-
ter dan eenige ambtenaar ooit zou ge
nieten.
Het Kabinet is opgevolgd door het Kabi-
net-Colijn, den 3den minister van financiën
uit het Kabinet-Ruys. Deze Minister was
het vooral, die het er op toelegde dc
staatsbegrooting kloppend te maken cn dit
deed teD koste van de ambtenaren.
Dc salarislast door het Rijkspersoneel op
de staatsbegrooting gelegd werd door de
zen Minister geraamd op 210 millioen gul
den buiten de Staatsbedrijven om. Hierop
wilde hij 23 millioen bezuinigen.' Later
bleek, dat die salarislast slechts 180 mil
lioen had bedragen. Deze uitkomst bracht
echter geen wijziging in de plannen van
dezen Minister.
Thans is dit Kabinet demissionair. Er is
mij thans geen ambtenaar bekend, die
hoopt, dat het zal aanblijven. De alge-
meene gedachte is: „Slechter als het ons
ambtenaren thans gaat, kan niet bestaan".
Uitvoerig behandelde spr. vervolgens de
salarisrcgcling cn do kUsse-indeeling:
,,Hct zijn vooral do maand- cn weeklo^
ners, betoogde spr., die door deze kcillooze
klasse-indeeling worden getroffen. Zij ye-
i.ieten gemiddeld 16 pCt. minder loon dan
hun collega's op le klasse standplaatsen.
De regeering voelt dit onrecht en heeft nu
het garantieloon voor deze beambten ver
hoogd van 85 op 88 pCt. Daarmede is wei
iets hersteld. Zij, die onder het Bezoldl-
gings-Besluit 1920 hun maximum-salaris
hadden bereikt, zijn daarmede voor 1926
en verdere jaren geholpen. Zij, die dit
maximum niet hadden bereikt, hebben aalt
deze bepaling in 1923 niemendal. De atri]'..
op de derde klasse-standplaatsen moet nu
maar een onverzoenlijke worden tot recht
is gedaan."
Ook op het georganiseerd overleg oefen
de spr. critiek uit.
Van een behoorlijk overleg is geen sprake
Ernstige uitwisseling van gedachten, nauw
keurig onderzoek bij ontstane geschillen
blijft uit. Het resultaat is dan ook bijzon
der poover.
- Na de openingsrede kwamen verschillende
zaken van huishoudelijken aard in behande
ling.
In de voortgezette bijeenkomst, waarvoor
enkele autoriteiten waren uilgenoodigd, heeft
mr. K. J. van Nieukerken, advocaat te Am
sterdam, een rode gehouden over de rechts
positie der ambtenaren.
Hij besprak o.m. uitvoerig het wetsont
werp, dat de rechtspositie der ambtenaren
regelt, en betoogde, dat niet alleen de kracht
van den Staat, maar ook het belang en het
welzijn van de maatschappij gebaat zullen
zijn door oen spoedige regeling van de
rechtspositie der ambtenaren. De rechtstoe-
slandwet, gebouwd op werkelijke rechtsover
tuiging, noemde spreker zeer urgent en hij
wenschle, dat de vergadering moge bijdra
gen, niet alleen lot verlevendiging van het
besef dat ook de ambtenaren naa«t plich
ten ook rechten hebben, maar ook dat zij
zal gelden als een opwekking aan den wet
gever om die rechten en plichten le belicha
men in een rechtstoestand; ook om het stel
sel van dr. Van Hellinga Tromp, waarbij de
aanwezigen hun instemming betuigden,
maakten enkelen van de gelegenheid ge
bruik lot het stellen van vragen, welke door
mr. Van Niekerken werden beantwoord.
In de middagvergadering kwam het pro
gram van actie voor 1926 in behandeling.
In dit programma wordt er bij Regeering
op aangedrongen nog in dit zittingsjaar den
rechtstoestand der ambtenaren te regelen;
verder wordt o.a. een spoedige herziening v.
het bezoldigingsbesluit 1925 en een legen-
gaan van het aanstellen op arbeidscontract
gevraagd. Ook verzoekt de centrale de regee
ring een algemeen besluit in het leven te
willen roepen, regelende de korting wegens
schulden.
„Aanpakken."
In het gebouw der Ned.-Herv. Synode in
Den Haag is de jaarlijksche vergadering ge
houden van de Vereeniging „Aanpakken",
onder leiding van den voorzitter ds. L. W.
Bakhuizen van den Brink.
Uit het financieele verslag bleek, dal het
fonds van f 600.940 is aangegroeid tot
f 605.000, f 30.000 aan rente is aan de Sy
node voor het Fonds tót verbetering der
schraalste predikanls-tractementen afgodra
gen, welk bedrag onmiddellijk tot verhoo
ging der ontoereikende traktementen wordt
aangewend.
In Februari zal liet tien jaar geleden zijn,
dat dc actie voor „Aanpakken" is begonnen,
üe aftredende bestuursleden; dr. C. Hille Ris
Lambers, vice-president; L. W. Bakhuizen
van den Brink, voorzitter-, A. G. H. Van IIoo-
genhuyze, ds. Klinkert en prof. J. R. Slole-
maker de Bruine zijn herbenoemd.
Onmiddellijk na de gewone is de buiten
gewone vergadering gehouden, ter behande
ling van een bestuursvoorstel tot wijziging
der statuten. Art. 6, dat alleen spreekt van
leden, wordt aldus gewijzigd, dat daarin
voorlaan gesproken wordt van begunstigers,
die minstens f 1 jaarlijks contribueeren. die
het recht hebben de algemeene vergadering
bij" le wonen, en leden, die op voordracht van
het bestuur uit de begunstigers tot leden
kunnen worden benoemd en die het stem
recht hebben Op doze wijziging zal de Ko
ninklijke goedkeuring worden gevraagd.
Besproken is verder de noodzakelijkheid
om met liet werk voort te gaan en naar mid
delen tot een nieuwe actie, om het kapitaal
tot 1 millioen gulden op ie voeren, uit te
zien.
Spoorwegpersoneel.
De Minister van Waterstaat, ir. M. C E.
Bongaerts, heeft het Reglement Diensivoor-
waarden 1926 goedgekeurd.
Zooals bekend, was er kort geleden door
de Nederlandsche Vereeniging van Spoor-
cn Tramwegpersoneel, den R.-K. Bond „Sti-
Raphaël" en den Prot. Christ. Bond over
eenstemming verkregen met de directie der
Nederlandsche Spoorwegen over de wijzi
gingen, die er in bedoeld reglement dienden
te worden aangebracht, behoudens in het
bijzonder de herclassificatie van een aan
tal standplaatsen.
Omtrent deze herclassificatie hebben ge
noemde organisaties den Minister verleden
Maandag verzocht ook voor het spoorweg
personeel de Rijksregeling te volgen
In verband hiermede heeft de Minister
van Waterstaat bij zijn goedkeuring van
het R D. V. waarin de oude standplaat,
indf-elingen opgenomen, ook tevens de hoop
uilgesproken, dat de directie alsnog mot dc
organisaties ook in deze kwestie tot over
eenstemming zal kunnen komen. Aldus ver
neemt „Do Crt."
Gisteren was echter bij de vakbonden van
het spoorwegpersoneel nog geen enkele me-
dedeeling ontvangen omtrent de goedkeuring.
Geen Kerstnitkeering aan de mijnwerkers.
In verband met het door den Neutralen
Bond ingediend verzoek om met Kerstmis
een uilkeering ineens aan de arbeiders te
verstrekken, is namens de directies der ge
zamenlijke Limburgsche mijnen, d.d. 18 De
cember jl. o.m. geantwoord, dat van een
uitkeering ineens aan 't personeel in ver
band met de vrachtovcreenkomst met de
Nederlandsche Spoorwegen, hierom geen
sprake kan zijn, omdat, zooals uit de notu
len der contact-commissie blijkt, de direc
ties bij de in September-October j.l. gevoer
de onderhandelingen haar voorstel, om de
loonen met 5 pCt. te verlagen, hebben laten
vallen, juist op grond van dc haar toege
zegde verlaging der spoor vrachten.
Het over die verlaging gevoerde overleg
is nog niet beëindigd, doch vast staat reeds,
dal het resultaat aanmerkelijk beneden de
verwachting blijft en bij lange niet opweegt
togen 5 pCt. loonsverlaging.
Te Haarlem zijn bij de Ned.-Herv.
Gem. (vac.-ds. Barbas) ds. J. J. van Leeu-
wen, le Hilversum; (vac. Berkelbach van
den Sprenkel) ds. W. A. Hoek, te Amster
dam, beroepen.
In de vacjflure-mr. V. II. Rutgers is
als lid der commissie van beroep van den
Schoolraad (werkgeversgroep) gekozen prof.
jhr. mr. D. G. Rengers Hora Siccama, te
Utrecht.
De lieeren G. J. Bennink, le Rhcnen
en T. de Groot, te Tricht, zijn gekozen als-
leden van het hoofdbestuur van het Ned.
Ond.-Genootschap voor de in Januari ko
mende" vacatures J. K. Post (district Utrecht)
en M. Mieras Jr. (district Gelderland).
Te Terschelling is door de plaatselijke
commissie, in opdracht van het bestuur van
de Noord- cn Zuid-Hollandsche Redding-Mij.
aan den oud-schipper J. O/udo een Tadio-
ontvangtoestel aangeboden.
Schipper J. Cupido is de gewezen schip
per van de „Brandaris", die zich gedurende
een tiental jaren door groolen moed en veel
zeemanschap heeft onderscheiden. Vooral
geduiyndc dc jaren van den oorlog, toen
de schepen langs onze kusten den weg
moesten zoeken tusschen mijnenvelden, was
het aantal zeerampen zeer groot. Dan ge
beurde het, dat Cupido na een gevaarlijken
tcclit van zestien uren in den winterstorm
terugkomende, een uur later weder werd
geroepen om hulp le verlecncn. Cupido wei
felde nooit. Achteruitgang van het gezichts
vermogen noodzaakte hem ten slotte ontslag
te nemen als schipper, cn thans is hij zoo
goed als blind. Het is daarom een sympa
thieke gedachte, dat hem een ontvangtoe
stel werd aangeboden. Daarmede opent zich
weder iels van die wereld, die door zijn
blindheid zoo droevig gesloten is geworden.
De schipper was zeer ingenomen met dit
geschenk.
Valsche munters. Ver
leden week Maandag werd de Haagsche
politie gewaarschuwd door den heer S.,
eigenaar van een wisselkantoor in de Pas
sage, dat er vermoedelijk bij hem een valsch
bankbiljet van 1000 Fran9che francs ter
wisseling was aangeboden.
Daar de heer S. reeds vroeger de dupe
was geworden van ter wisseling aanbieden
van valsch geld, was hij op zijn hoede, en
waarschuwde telefonisch de politie van het
bureau Groenmarkt. Gedurende dien tijd
hield hij den man in zijn winkel aan den
praat. Toen een agent van politie ter plaatse
kwam, werd de man gearresteerd en naar
het hoofdbureau van politie overgebracht.
Door personeel van afdeeling D. weid hij
gevisiteerd, en daarbij bleek, dat in een van
zijn sokken nog een valsch bankbiljet van
1000 francs was geborgen. Ook bleek hij
in het bezit te zijn van twee bankbiljetten
van 1000 francs, die echt waren. Op den
man werden papieren gevonden, waaruit de
politie concludeerde, dat de aangehoudene
de 49-jarige Hongaar A. J. was, die in den
laalsten tijd te Amsterdam verblijf had ge
houden. Den volgenden dag vertrok een in
specteur van de Haagsche politie naar Am-
RECLAME.
4413
sterdam, en stelde zich daar in verbinding
met het Centraal-Bureau voor falsificatie,
en met de Centrale Recherche. In nauwe sa
menwerking met ambtenaren van deze
beide bureaux gelukte het den inspecteur
te Amsterdam in een hotel aan het Damrak
twee Hongaren te arresteeren, beiden ver
dacht van uitgifte van valsche Fransche
bankbiljetten van 1000 francs.
Aanvankelijk gaven de twee arrestanten
een valschcn naam op. doch de papieren
wezen uit, dat zij beide genaamd waren
G. M. Op de hotelkamer werd een bak ge
vonden. waarin bleek le zitten een groot
aantal valsche Fransche bankbiljetten van
1000 francs, tot een bedrag van 5.000.000
francs.
Een ander gegeven deed do politie beslui
ten, een onderzoek in te stellen in een ka
mer van een ander hotel, eveneens op het
Damrak, waar de Hongaren ook eenigen
lijd verblijf hadden gehouden? In die kamer
werd eveneens een groote bak met Fransche
bankbiljetten van 1000 francs gevonden.
Ook in dit pak bevond zich voor een bedrag
van 5.000.000 francs aan Fransche bank-
biljetten.
De arrestanten weigerden le vertellen,
waar zij deze Fransche bankbiljetten ge
maakt hadden. De politie vermoedt, dat dit
te Budapest gebeurd is. Uit het onderzoek
bleek, dat het voornemen bestond, de eerste
vijf millioen francs hier te lande uit te ge
ven, vervolgens narfr Scandinavië te gaan,
en daar het tweede pak aan den man trach
ten te brengen.
De bankbiljetten zijn zeer nauwkeurig
nagemaakt, en bijna niet van echte le on-*
derscheiden. Ook de handteekeningen dui
den niet op valschheid. Alleen het water
merk is niet zoo duidelijk, als dit bij echte
1000 francs biljetten het geval is.
De politie acht do zaak hiermede niet af-
geloopen cn heeft zich in verbinding gesteld
met de autoriteiten te Budapest. In het be
gin van deze week zullen de drie gearres
teerde Hongaren ter beschikking van den
Officier van Justitie te 's-Gravenhage wor
den gesteld.
Een bewoonster van de II o b-
bemastraat, in Den Haag, had zich eenige
weken geleden een kunstgebit laten ver
vaardigen bij een tandtechniker. Sinds
eenige dagen vertoonden zich bij haar ver
schijnselen, welke bij nader onderzoek aan
kopervergiftiging deden denken. Inderdaad
bleek een deel van het materiaal, waaruit
het kunstgebit was vervaardigd, uit ver
guld-koper, en niet uit een goudlegcering te
bestaan, zoodat zich vermoedelijk door het
gebruik van azijn of citroenzuur het ver
giftige koper acetaat gevormd had.
Te Amsterdam hebben de
justitie en de politie huiszoeking gedaan bij
een commissionair in assurantiën daar ter
stede, die zijn kantoren in de binnenstad
gevestigd heeft. Deze firma richtte brieven
tol verschillende andere firma's en tot per
sonen, die elders een verzekering hadden
afgesloten of zulks wilden doen met prijs
opgaven, welke vrij sterk beneden de gedane
waren. Het gevolg was, dat de personen, die
de brieven van de laatste firma hadden ont
vangen, zich tot de eerste wendden cn op
dn lage prijsopgaven wezen.
Dit wekte echter achterdocht bij de eerst
bedoelde Firma en zij deed daarvan mede-,
dccling aan de justitie. Er werd een onder
zoek ingesteld, en hieruit bleek, dat een
bediende, die in Augustus was heengegaan,
in dienst was getreden bij een anderen com
missionair. Bij zijn vertrek zou hij een
aantal bescheiden van zijn patroon, be
slaande uil prijsopgaven, correspondentie e.
.a. hebben meegenomen. Hiervan profiteer
den zijn nieuwe patroons en zij deden aan
Uit het Engelsch
door
ARTHUR APPLIN
Vertaling van
Mevr. M. J. LANDRéTOLLEN AAJL
(Nadruk verboden).
7)
Marton verweerde zich nog stec-ds; het
was nutteloos, maar hij streed voor zijn-le
ven, want als ze het geld staleg, stalen ze
zijn leven, zijn vrijheid. Hij had een gevoel
of zijn armen uit he'. lid gelrokken werden.
Eindelijk slaagde hij er in de prop uit te
spuwen en hij riep luidkeels om hulp. Zijn
aanvallers wierpen hem op den grond met
het gezicht in het zand. Twee knield-n op
hem neer. Hij voelde, dat ze zijn broekzak
open scheurden en h'j hoorde de bankbiljet
ten ritselen, loen een mannen ze triom
fantelijk te voorschijn haalde.
,,In orde. ik heb ze. Ik zou hem maar wat
geven om hem le kalmecren."
Peter D.. meer algemeen bekend als Tuk,
liet zijn rammelend stuk oud rcest, dat de
handelaar, die het hem verkocht had den
naam van two-seater waardig had gekeurd,
stoppen, haalde een kaart uit den zak. die
tiij bij de dichtstbijzijnde lantaarn hield en
trachtte ie ontdekken; waar hij zich bevond.
Hij was pas twee dagen geleden in
Southampton geland met een klein valiesje
röraar één verschooning in zat, een pakje do
cumenten. een paar duizend dollar, die hij
gewisseld h£d tegen Engelsch geld en een
hart vrij van zorgen, maar*vol zin voor
avonturen. Hij was voor goed teruggekomen,
maar voor zoover hij wist was er niemand
in zijn vaderland, die zich zijn bestaan her
innerde of naar hem verlangde. Omdat hij
geen haast had ergens te komen had hij den
ouden twee-c'ylinder gekocht, was er in ge
sprongen met zijn koffertje en was, belust
op avonturen, den weg naar Londen* inge
slagen. De kaart maakte hem niets wijzer,
want deze had het ongeluk nog een jaar of
lien ouder le zijn dan de auto. Toen hij den
weg aftuurde, z>ag hij in de verte een weg
wijzer. Hij stapte weer in de auto, zette haar
op de eerste versnelling en reed naar den
wegwijzer, zonder er veel van te verwach
ten. Hij was al tot de ontdekking gekomen,
dat de meeste wegwijzers in Engeland al
leen maar als versiering dienden, behalve
op de groole wegen.
Puk was twee en twintig jaar oud en zes
voet lang, at maakte hij er niet den indruk
van, misschien omdat de natuur hem een
absoluut goed geproportioneerd lichaam had
gegeven. Hij had geen ons overtollig vet.
Zijn bewegingen waren langzaam en be
dachtzaam. zijn donkerblond haar was
recht naar achteren gekamd. Uiterlijk maak
te hij den indruk van een modernen Apollo
van Belvedère, met uitzondering van zijn
neus. die er uitzag alsof hij in zijn jeugd
een opstopper had gekregen, die hem uit
zijn koers had geslagen. Deze neus gaf een
eigenaardige bekoring aan zijn gezicht. Er
zat gevoel voor humor in en gaf er ook een
zekeren eenvoud aan Het was een won-
derlijk mengsel, want de mond er onder was
zeldzaam fijn, gevoelig, vastberaden en kop-
pig. De kin was strijdlustig.
Toen bij zijn auto bij het kruispunt der
wegen liet stilstaan, hoorde hij, dal er rechte
van hem iels gaande was op den weg. Zon
der op den wegwijzer te letten liep hij lang
zaam in de richting, van waar het geluid
kwam .Vechtpartijen trokken hem altijd
aan. omdat hij zich er gewoonlijk in meng
de. Zijn leven was van zijn tiende jaar af
een reeks opeenvolgende moeilijkheden ge
weest. Hij had geleerd op zijn verstand, zijn
sterke vuisten en zijn gevoel voor humor.
Hij had een goed leventje geleid. Hij had
geleefd als een prins. Maar het uur was ge
komen, dat hij genoeg kreeg van kudden
hoeden, vechten en paarden dresseeren, dal
hij ontdekte, dat noch de woestijn, noch de
prairie onbegrensd was. Er bestond nog een
andere wereld, geheel verschillend van die,
waarin hij opgegroeid was. Een wereld van
mannen en vrouwen, van goud en zoele
geuren, stralen en paleizen.
Toen hij de plaats naderde van waar hot
geluid kwam, onderscheidde hij duidelijk
gedempte stemmen. Toen klonk plotseling
één stem boven alle andere uil. Onmisken
baar een kreet om hulp. Als Puk een held
was geweest zou hij er op afgerend zijn. Hij
vertraagde zijn stap niet, maar liep ook
niets sneller. Toen sprong van uit de duis
ternis een man op hem toe.
„Maak dat je weg komt."
„Waarom?" vroeg Puk welgemoed en
trachtte te zien, wat er gebeurde aan den
anderen kant van ddn man. „Als er moei
lijkheden zijn. moet ik er het mijne van
hebben."
Als antwoord op deze vraag gaf de man
een slomp recht tegen Puk's kin, zoo hard
hij kon Puk deed een slap op zij, bukte zich
cn gaf den man een kopstoot. Hij maakte
een geluid als een veiligheidsklep van een
stoommachine, toen hij van den grond op
gelicht werd, door de lucht geslingerd werd
en met een slag op den weg neersmakle.
Weer slapte Puk verder. Hij begon er be-
tang in te stellen. Onder de boomen was het
donker, maar zijn oogen wenden langzamer
hand aan het duister. Hij zag een kluitje
van een stuk of zes menschen, waarvan één
voorover op den gTond lag en twee boven op
hem, terwijl drie anderen plotseling Puk's
aanwezigheid schenen op te merken en hem
aanstaarden.
„Wat is er aan de hand?" Zijn slem
klonk nog steeds even rustig en welgemoed,
alsof hij den weg naar Epsom vroeg.
Eén oogenblik heerschte algeheele stilte;
slechts de man op den grond bleef zich ver
weren. Toen wierpen de irie dichtstbijzijn
de mannen zich op Puk. Hij sprong behen
dig opzij, zooals hij tientallen malen gedaan
had om een woedenden stier te ontwijken.
Daarna sprong hij op de twee naastbijzijnde
mannen af. Met zijn rechtervuist sloeg hij
den één midden tusschen de oogen: met
zijn linkerhand greep hij den ander bij de
keel. Hij zag, hoe deze het hoofd achterover
wierp, hij hoorde de tanden knarsen. De
derde had zich omgekeerd om Puk opnieuw
aan te vallen, maar toen hij zijn beide mak
kers op den grond zag liggen, aarzelde hij
even. Voordat hij voor- of achteruit kon
gaan, of voordat het tot hem doordrong, wal
er eigenlijk gebeurde, beet ook hij in het j
stof. Puk draaide zich net op lijd om. om j
een zwaren Engelschen sleutel te ontwij
ken, dien één der mannen, die op Andrew
Marton geknield lagen, hem naar het hoofd
wierp. Hij vloog rakelings langs zijn voor-
hoofd. Puk begon cr plezier in le krijgen.
Er gaat al tij 1 een bekering uit van het on
verwachte. Toen 11ij dia man, d:e den En-
grlschen slcu'.rl r - ar hc:n 0.1 had, met
zijn kameraad den weg af zag hollen om te
ontkomen, voelde hij iets als teleurstc'iing.
Hij had nog nooit een man zien vluchten.
Hij ging hem na en pakte hem.
„Ik heb al twee keer gevraagd wal er aan
de hand is."
De man slak de handen op. „Er zou niets
aan den hand zijn, als jij niet je neus cr in
had gestoken. Wie ben je?"
„Niemand," antwoordde Puk. „Het zou
beier zijn, als je terugkeerde om je vrienden
een handje le helpen." Hij maakte met het
hoofd een beweging in de richting van de
plaats, waar beide mannen voorover op den
weg lagen. „Loop vooruit en houd je han
den op."
Puk berekende, dat als één der mannen
een geweer had, het al lang afgegaan zou
zijn, want hij kwam regelrecht uit een land,
waar bij het minste of geringste geschoten
werd. Hij merkte zijn vergissing niet voor
dat hij naast Marton stond. De trainer leun-
de met den rug legen de haag het bloed
stroomde uit een diepe snede boven zijn
linkeroog
„Blijf daar slaan, midden op den weg,"
gelastte Puk zijn gevangene.
Toen de man stil stond liet hij plotseling
de rechterhand zakken. Met een snelheid,
die Puk's bewondering opwekte bracht hij
een revolver le voorschijn. Puk had nooit
gestudeerd voor balletdanser, maar hij
maakte een luchtsprong, die Nijinski hem
benijd zou hebben. De man vuurde; de ko
gel vloog ongehinderd door de toppen de<r
boomen. Het volgende oogenblik viiel de re
volver op den grond, terwijl de man met een
kreet van pijn op de knieën viel. Zijn polt
was gebrokenzijn band hing slap naar be
neden. Puk bukte zich en raapte defl
man od (Wordt vervcdaAV