uldiging van Prof-dr. H-A.LORENTZ Morgen 9 uur begint onze jo. 20170. LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 11 December Tweede Blad. Anno 1925. Wegens uitbreiding en vergrooting onzer Magazijnen, hebben wij besloten onze geweldige voorraden te RUIMEN tegen prijzen, die ieder zeker bij bij ons zal doen koopen Groote partij Wollen Dekens Wit Goederen Tricot Ondergoederen Dames Ondergoederen Atdeeiing Lingerie Stijgende omzet Dalende prijzen j Oorzaak verbouwing H. A. LORENTZ, Het is heden voor de wetenschap in het llgemeen en voor de Lcidsche Universiteit Ei het bijzonder een gewichtige dag. Heden toch wordt een harer beste zonen, die voor jijftig jaar het doctoraat in de wis- en na tuurkunde verwierf, gehuldigd op een wijze, gjoals een geleerde zelden te beurt is ge- rallen. En niet gehuldigd als iemand, die, lan het einde van zijn loopbaan gekomen, lü ruste gaat en straks vergeten zal zijn. O neen, prof. Lorentz staat nog in het midden van het volle leven. Niet de weten schap, in het bijzonder door hem in zijn lang en werkzaam leven beoefend, heeft zijn belangstelling alleen-, hij leeft het leven in tl zijn rijke veelzijdigheid mee. Bij de be oefening van hetgeen in het bijzonder het tchoone vak der natuurkunde en haar rijke toepassing betreft, vindt hij tijd zich te wij den aan tal van maatschappelijke vraag stukken. In den Volkerenbond, voor het pro bleem van den wereldvrede, toont ook deze groote man zijn zeer gewaardeerde belang stelling. Het geheim van deze veelzijdigheid ligt hierin, dat prof. Lorentz aan de groote gaven ►p het terrein der wetenschap en van de rennis, ook paart een hoog en nobel barak- er on een voor alle nooden warm kloppend lart Wij, die hem jarenlang als stadgenoot tenden, kunnen daarvan getuigen. Het past ons niet hier van de verdiensten Van den hoogleeraar en den man der weten schap te spreken, waar zoovelen, daartoe jneer bevoegd dan wij, zich tot hem zullen richten. maar wij wilden toch met een en kel woord er van getuigen, dat ook wij deze groofsche huldiging kunnen begrijpen. De verleening van het eere doctoraat in de geneeskunde. Het was een goede gedachte van den Se- baat der Leidsche Universiteit, om voor de algemeene huldiging een bijzonder blijk van waardeering aan den grooten man, waarop onze Academie trotsch mag zijn, te schen ken. Dat de Senaat hem het eere-doctoraat in de geneeskunde aanbiedt, heeft zijn goede redenen. Vee] hoeft prof. Lorentz in zijn lang professoraat kunnen doen voor de op leiding der jonge medici. Zijn studiën en ontdekkingen zijn ook de medische weten schap ten goede gekomen. De plechtigheid had hedenmiddag tus- Schen kwart voor tweeën en halfdrie In de Senaatskamer van het Academiegebouw plaats. Behalve prof. Lorentz zelf waren daarbij tegenwoordig mevrouw Lorenlz, de dochler en de zoon, benevens eenige oude vrienden van den professor. Do recior-magnificus, prof. dr. W. de Sit ter, hield een korte toespraak, waarin hij het besluit van den Senaat, om aan collega Lorentz het eere-docloraat te verleenen mededeelde en de motieven noemde, welke daartoe hebben geleid, waarna hij het woord gaf aan den promotor. Deze, prof. dr. J. van der Hoeve, sprak daarop als volgt: Volgaarne aanvaard ik de taak, mij door den recior-magnificus opgelegd. Uit kracht daarvan de bevoegdheid om door de wet verleend, verklaar ik volgens het besluit van den Senaat van 3 Dec. 1925, u Hendrik Anton Lorentz te bevorderen tot Doctor in de Geneeskunde. Na aldus de mij opgelegde laak te heb ben volbracht, mag ik de eerste zijn, mijn heer den Doctor in de Geneeskunde, die u met den nieuw verkregen titel aanspreekt en met de pas verworven waardigheid ge luk wenscht. De reden, welke de medische faculteit er toebracht aan den Senaat te verzoeken aan u de hoogste onderscheiding te ver. leenen, waarover de Senaat beschikt, is tweeledig, deels van algemeen, deels van meer localen aard. Het eerste berust op het algemeen be kende feit, hetwelk ik hier niet nader be hoef te ontwikkelen of te omschrijven, dat uw levenswerk een grooten invloed heeft op de medische wetenschap, een invloed zoo groot, dat hierdoor alleen het aan u ver leenen van een eere-doctoraat in de medi cijnen door eenige Universiteit ter Wereld volkomen gerechtvaardigd wordt. Waarom nu juist Uw eigen universiteit hier toe het initiatief neemt, wordt verklaard door den tweeden meer localen reden, die gelegen is in de groote verdienste, welke gij U hebt verworven voor het propaedeutisch modisch onderwijs in Nederland, cok meer in het bijzonder aan de Leidsche Universi teit. Deze verdienste verwierf gij niel alleen door Uw voortreflijk leerboek, waaruit zoo vele geslachten van medische studenten hunne kennis der natuurkunde verrijkten, maar meer nog door de voorbeeldige wijze, waarop gij gedurende een groot aanal jaren het propaedeulisoh medisch onderwijs in de natuurkunde hebt gegeven en geleid. Voorwaar het was een schoone tijd nu on geveer dertig jaar geleden toen de omstan digheden nog dusdanig waren, dat een Lo rentz een Franchlmont, 'n van B e m m e 1 e n, een Suringar en een Hofman tijd en gelegenheid konden vin den om persoonlijk 't propaedeulisch onderw. te geven, zoodat den medischen student het groote voorrecht beschoren was om reeds bij den aanvang zijnen studiën in persoon lijk contact te komen met de corypheeën der voor hem propaedeuti9che wetenschappen Gc. mijnheer Lorenta, hebt, terwijl Uw geest vervuld was van de hoogste prable- men der physica, aan welker oplossing gij werktet gedurende meer dan twintig jaar propaedeutisch onderwijs gegeven. Én hoe goed znlks ook te begrhpen en te verklaren geweest zou zijn, nooit liebt gij dit beschouwd als een onaangenaam, min derwaardig deel van Uw taak, dat verrioUt moest worden, omdat het nu eenmaal be hoorde tot Uw leeropdracht, waaraan men goed zou doen zoo min mogelijk tijd te verhezen. Integendeel, steeds kregen wij, Uwe leerlingen, door Uwen glashelderen voordracht, de zoo goed voorbereide col leges en practica, den indruk, alsof dit gedeelte van Uw werkkring Uw bijzou de: a belangstelling genoot, alsof gij het ge ven van dit onderwijs als Uw hoogsten pdicht fceschouwdet. Steeds woekerdet gij met de U zoo ruim schoots geschonken doceerende gaven nm het propaedeutisch onderwijs zoo goed mogelijk tot zijn recht .te doen komen, wij konden den grooten geleerde in 'U misschien ver moeden, maar zagen voor ons alleen deu eeivoudigen, uitmuntenden docent. Is het wonder, dat de faculteit van ge neeskunde zich gelukkig acht, heden in dankbare herinnering een dit alles, u buide te brengen, zij doet dit door een eere-docto raat, waardoor zij u in zekeren zin tot een der haren maakt. De faculteit is overtuigd dat zij hierdoor zichzelf nog meer eer geeft dan u, maar hoopt toch, hoeveel eerbewijzen gij in de loop der jaren ook in ontvangst hebt mogen nemen, deze onderscheiding u niet onwelgevallig zal wezen, omdat, zij niet al leen, zooals alle anderen een erkenning is van uw groote wetenschappelijke verdien sten, maar tevens een bewijs van dank baarheid voor de wijze, waarop gij gedu rende een lange reeks van jaren een taak vervuld hebt, die gewoonlijk als een on dankbare beschouwd wordt. Wanneer ik hieraan nog eenige woorden van meer persoonlijken aard mag toevoegen, zoo zou ik nog dit wenschen te zeggen: Toen de faculteit besloot aan U het eere- doctoraat in de geneeskunde te verleenen, wees ze als promotor collega Einthoven aan. die deze opdracht volgaarne aanvaardde om dat hij volmaakt instemde met het besluit om U van medische zijde te huldigen voor wat de medische wetenschap aan U te dan ken heelt en ook om U dank te zeggen voor de groote welwillendheid waarmede U hem hebt bijgestaan bij de oplossing van moei lijke vraagstukken welke zijn werk hem stelden. Collega Einthoyen is echter afwezig en zoo ziet ge thans voor U een anderen promo tor, minder deskundig, maar niet minder toegewijd, want nooit zal ik vergeten, wat ik als oud-leerling aan U te danken heb en wat gij mij in mijn studententijd hebt mee gegeven, mede voor mijn geheele leven. Spr. besloot met zijn zeer vereerden leer meester met deze onderscheiding van harte geluk te wenschen. De rector-magnilicus sloot de plechtigheid met een kort woord. Hierna had in het groot-auditorium op grootschc wijze de huldiging plaats. Hel eerst ging de Senaat, voorafge gaan door de heide pedellen, naar het groot auditorium, dat reeds geheel bezet is met ge- noodigden. Rector en secretaris blijven met den heer Lorentz en zijne familie in de Se naatskamer achter. Daarna kwamen ook, voorafgegaan door twee pedellen, de curatoren met Z. K. H. den Prins der Nederlanden en hun Excellenties de ministers Colijn en Rutgers in het groot auditorium. De Prins en de twee ministers namen plaats op de voorste rij in het mid denvak, de curatoren en de Senaatsleden zaten op hun gewone plaats. De voorste professorenbank aan de West zijde der Aula was gereserveerd voor de bui- tenlandsche geleerden, van wie wij noemen: mevr. prof. Curie, Parijs; de professoren Eddington, Cambridge (Eng.), Bohr, Kopen hagen, Einstein, Berlijn, Langevin, Parijs, Perrin, Parijs. Verschaffelt, Gent, Wollke, Warschau, Lélébure, van het Inst. Phvsiol. Solvav, Brussel, Henriot, Brusel, De Din- der, Brussel, Lazareff, Moskou en BriUorun, Parijs, en voor het bestuur van Teijlers Stichting. Ten slotte kwamen, ook weder voorafge gaan door twee pedellen, de rector en de secretaris van den Senaat met den jubilaris en zijn echtgenoot en familie. De zeer tal rijke aanwezige dames en lieercn rezen daar bij van hun zitplaatsen op. Er was in de aula geen plaatsje onbezet en wanneer de ruimte grooter ware geweest, zou de belang stelling ook nog grooter geweest zijn. Er kon lang niet aan alle aanvragen worden vol daan. De plechtigheid werd opgeluisterd door een orkesl, samengesteld door studenten van de faculteit der wis- en natuurkunde. Bij het binnenkomen van den stoet werd gespoeld de Friestermarsch uit ..Alhalia" van Men delssohn. Ilct eerst voerde bet woord dc rector- magnilicus prof. De Siltcr. Rede DE SITTER. Waarde Collega Lorenlz, Koninklijke Hoogheid, Dames en Hoeren, U allen beet ik welkom in deze Aula onzer Universiteit. In grooten getale zijt gij gekomen, maar ik weet, dat nog veel meerderen zouden ge komen zijn, indien de plaatsruimte het had toegelaten. Mijnheer Lorenlzl op dezen dag, vijftig jaren nadat gij uw eerste doctorstitel, die in de wis- en natuurkunde, aan deze Uni versiteit verwierft, heeft de Senaat u, uit erkentelijkheid voor alles wat gij gedurcnac die vijftig jaren voor de Universiteit ge- daayi hebt, voor den luister, die van u op haar heeft afgestraald, en nog steeds afstraalt, het hoogste eerbewijs geschonken dat het in zijn macht staat te verleenen, het doctoraat honoris causa, en wel in de geneeskunde, in bijzondere waardeering voor wat gij voor de vorming der medici hebt gedaan. Ik heb daar juist in de Senaatskamer de eer genoten de plechtigheid van uw promo tic te mogen leiden, thans rust op mij de welkome taak voor wijder kring de dank baarheid die de Universiteit jegens u voelt, uit te spreken. Ik zal niet uitweiden over uw wetenschappelijke beleekenis: hoe uw, heden voor vijftig jaren verdedigde, disser tatie de richting heelt aangegeven, waarin sindsdien de wetenschap zich heeft ontwik keld, en wat gijzelt in die vijftig jaren hebt gedaan, dat zal ik niet wagen hier te schet sen. Evenmin wil ik spreken over wat gij voor het onderwijs deedt. Voor zoover het speciaal de studenten in do geneeskunde be treft, heeft uw promotor het daareven reeds gezegd; ook over uw onderwijs aan de stu denten in de natuurkunde, even als over wat gij zoo nu en dan voor de opvoeding der professoren deedt, zal ik zwijgen. Zeker, gij zijt een uitnemend docent, ook zijt gij de grootste physicus van uw tijd, en om die beide dingen eeren wij u en huldigen wij u, op die beide zaken zijn wij trotsch, om dat de glorie van onze Universiteit daardoor zoozeer verhoogd wordt, terwijl onze be wondering en onze trots gepaard gaan met en gedragen worden door een innig en warm gevoel van dankbaarheid, dat is, omdat gij zoo'n goed menscli en voor ons allen zoo'n goed vriend zijtl Ik wil U een geheim verklappen. Toen deze huldiging voorbereid werd, waren er die zeiden, zou het Lorentz wel aange naam zijn, hij is zoo bescheiden". Zij had den ongelijk. Er zijn verschillende soorten van bescheidenheid, valsche en ware, en do Uwe is de ware. Gij weet even goed als wij allen, beter zelfs, omdat in alles Uw in zicht scherper en zekerder is dan het onze, gij weet dus zelf zeer goed, dat gij een groot man zijt. Nu zou er een soort bescheiden heid zijn, die U er (oe dreef U voor le doen alsof gij dat niet wist. Deze bescheidenheid is niet de Uwe. Maar Uw bescheidenheid ii dat gij, wetend dat gij een groot man zijt, U daarover niet schaamt, maar overtuigd zijt dat dit niet U w verdienste is, dat U voor het feit, dat gij nu eenmaal zeer bijzondere gaven hebt, volstrekt geen buitengewone lof toekomt, en dat het niet meer dan doodge woon is, dat gij door harden arbeid en on vermoeide toewijding die gaven voor Uw medemenschch vrucht hebt doen dragen. Of dat nu werkelijk zoo doodgewoon cn van zelfsprekend is, daarover wil ik niel met U twisten, ik wil er alleen op wijzen, dat bet ook niet meer dan doodgewoon is, dat wij daarvoor dankbaar zijn. En daarom zal ik jnij door Uw bescheidenheid niet laten inti- midecrcn, maar vrijuit zeggen, wal ik op hel hart lieb. „Nederland is op het gebied der welen- schap een der groolslc mogendheden." „In Nederland is het aantal eminente mannen der wetenschap per vierk. kilometer grooter dan ergens^anders ter wereld." Deze en der gelijke uitingen hoor! men herhaaldelijk in het buitenland, en ziet men gedrukt in bui- tenlandsche geschriften. En zeer dikwijls bemerkt men dan, dal de buitenlander met Nederland, wel niet alléén, maar dan (och in de eersic plaats, Leiden bedoelt. Ik las het dezer dagen nog in een brief van een Engclsch geleerde: „Welk een merk waardig groot deel der nieuwe weienschap komt er toch uit Leiden," stond daar. Onze positie tusschen de naties, ook op materieel en ook op politiek gebied, wordt door deze waardeering van onze wetenschappelijke prestatie ongetwijfeld zeer krachtig gesteund. Het geestelijk bezit van een volk maakt ten slotte zijn grootste, en zijn eenige blijvende, kracht uit. Wij hebben dus een plicht van groote dankbaarheid jegens onze groote man nen, en heden trachten wij ons van een ge deelte van dien plicht te kwijten. Uw be treurde leerling, onze collega Kucnen heeft het gezegd: als iemand het Nederland der laatste vijftig jaren zou beschrijven, hij zou het noemen niet het land van Rembrandt, maar het land van Lorentz. Maar ik sta hier niet om te spreken voor Nederland, ik sta hier voor de Leidsche, voor onze en Uwe Universiteit. Dat gij Uw geheele leven lang de Leidsche Uidvcrsiteit zijt trouw gebleven, dat Uwe glorie onze glorie is, en niet maar toevallig, doch door Uw eigen wensch en voorkeur, dat is het waarvoor onze dank tot U uitgaat. Reeds dadelijk hij het begin van Uw professorale loopbaan hadt gij de keus en hebt gij Leiden verkozen. Later riepen U Utrecht, Weenen, Miinchen, maar gij bleelt hier; door de ge heele wereld gaat Uw roem. Uw naam ls internationaal, doch gij blijft U voelen als tot de Leidsche Universiteit behoorend, en zelfs thans, nu de wet U verjaagd hoeft, zijt gij nochtans toch nog hier. Wat gij in al die jaren voor de Universiteit geweest zijt is niet zoo eenvoudig tc zeggen. Natuur lijk hebt gij op de gestelde tijden do gewone functies bekleed, secretaris en decaan van de faculteit, secretaris van den Senaat, etc. Rector-Magnificus waart gij in den cursus 18991900. En natuurlijk hebl gij al die functies op voortreffelijke wijze vervuld. Die verzekering is gemakkelijk te geven, cn RECLAME. ér l tegen Spotprijzen. 8.90 - 5.90 - 4.65 - 3.65 GESTIKTE DEKENS 8.65, 7.90, 5.80, 4.90 MOLTON DEKENS 176, 146, 118, 88. WOLLEN WIEGENDEKENS 219, 176, 159, 139. MOLTON WIEGENDEKENS 79, 46, 33. GRASLINNEN 10/4 breed, 69, 59, 54, 46'/.. GEEL KATOEN, 10/4 breed, 64, 54, 46, 39. WIT KATOEN 80 c.M. breed, 33, 29, 21, 16'/.. Onze prima RECLAME KATOEN in 90 c.M. breed 38 ets. WIT KATOEN VOOR SLOOPEN 124 c.M. breed, 54, 46, 39. HEERENPANTALONS 219, 156,129, 98. HEEREN BORSTROKKEN 245, 189, 146, 109. ZWAAR GETOERDE HEERENPANT. 276, 236, 189, 156. ZWAAR GETOERDE HEERENBORSTR. 290, 256, 219, 176. GROOTE KOOPJES IN JONGENSBROEKEN en BORSTROKKEN WOLLEN ONDERJURKEN 5.90, 4.90, 2.98. JAEGER TRICOT DAMESONDERJURKEN 245, 198, 176. WOLLEN DAMESLIJFJES 219, 176, 136, 98. DAMESPANTALONS 246, 198, 156. GROOTE PARTIJ WOLLEN DAMES KOUSEN tegen extra lage prijzen. DAMESHEMDEN 156, 119, 89, 66. DAHESPANTALONS 156, 139, 96, 66. GEEL KATOEN DAMESHEMDEN 179, 156, 129, 109. KEPER DAMESPANTALONS 156, 139, 116, 98. MANSHEMDEN 176, 146, 123, 98. KEPER MANSBROEKEN 176, 149, 126, 93.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5