THANS GEEN 6 OF 7CT MEER No. 20168. LEIDSCH DAGBLAD. Woensdag 9 December Tweede Blad. Anno 1925. Gemeenteraad van Leiden. VOOR EEN REEP CHOCOLADE. NU GIJ VOOR KOOPEN KUNT FEUILLETON. De Vallei der Verschrikking. (Vervolg van gisteren). Wethouder REIMERIXGER zal eveneens kort zijn, waar het oude welbekende punten betreft. Zoo de medezeggenschap, reeds in den brcede besproken, en waarover toen al citaten van socialisten zijn gegeven, om te doen zien, dat ook daar geen eenstemmig heid heerschL En evenals toen ontraadt spr. het desbetreffende voorstel, dal practisch ook weinig van medezeggenschap heelt. Zelfs de hoofden van dienst worden immers slechts gehoord voor advies, en nog niet eens altijd is het noodig om dien te hooren, dus is dat nu toch ook noodig. De beschuldiging van niet-opschieten van den heer Baart wijst spr. af. Aan een werk- liedenrcglernent zit nog al het een en ander vast. Overigens sluit hij zich hierin aan bij den voorzitter. De YOORZITTER zegt, dat B. en W. van dupliek willen atzien. Gaarne zou hij ook zien, dat de raadsleden dit deden. Hiertegen is echter verzet en dus nemen de replieken eea aanvang. De heer WILMER zegt, dat dc rechter zijde en de overige burgerlijke partijen heel weinig gezegd hebben in verhouding tot de S. D. A. P. en communist, cn ook nu zal hij kort-zijn (Geroep: en de heer Zuidema dan) Overleg in de bedrijven acht hij ge- wenscht, maar gereglementeerd overleg acht hij voor de bedrijven zeer nadeelig. Inzake den aftrek voor noodzakelijk levensonder houd sluit hij zich aan bij den weihouder en inzake annexatie bij den Voorzitter. Hierna gaat de raad in geheime zitting. Nft een halfuur worden de deuren heropend. De "heer VAN ECK had na de verklaring van den beer Wilmer gedacht, dat van rechts weinig gezegd zou zijn, doch lang zamerhand is het aandeel aan het debat van die zijde nog al aangedikt, zoodat hij zich tot antwoorden genoodzaakt ziet. Dat zijn rede in de Gehoorzaal past, ge lijk de heer Sijtsma zei, is onjuist, want hij critiseerdc tocli de begroeting daar, waar de vcorstellers daarvan aanwezig zijn. Van een democraat had hij anders very acht. 't Is nu z. i. niet de lijd om over een wethouderszetel te praten, daar er geen vacature is en bovendien daarover beslist dc partij, aid. Leiden. Hoe het in de toe komst gaan zal, weet hij niet. Persoonlijk acht hij den tijd niet rijp, zulks uit ervaring. Een persoon in een college kan dat college niet richting geven en dan, de ervaring el ders duidt ook de niet-wenschelijkheid aan. Ook daar zijn de soc.-dem wethouders als minderheid niet in staat het voornaamste doel der partij te volbrengen. Eerst wanneer dat doel is nader te brengen, is de tijd voor innemen van wethouderszeteis gekomen. De heer Zuidema diende zich aan als de mocraat, doch daarover spreekt hij niet meer, al is liet woord zeer oppervlakkig. Spr. noemt alleen democraat, wie anti-kapi talist is. De lieer Zuidema is de zuinigheids- apostel hij uitnemendheid, nog verder gaan de dan B. en V.' De vrees voor kapitaal- vlucht bewijst alleen de dicialuur der be- zillers en bovendien, vrees is altijd erger dan het feit zelf. Door'kleine voorstellen, pasklaar gemaakt voor dezen kleinen raad, tracht hij iels te hereiken. (De VOORZIT TER meent, dat de heêr A'an Eek bijna alle raden dan wel zoo kan noemen). Hij brengt een kleine wijziging aan in zijn voorstel in zake aftrek van levensonderhoud, n.l. schrapping van het woord te. Dat medezeggenschap niet slaat op hel soc.-dem. program, komt door samenwer- king-mogclijkheid met andere partijen. Voorstellen in soc.-dem. geest zijn niet ingediend, zeide de heer Zuidema. Neen, door voorstellen kan men hier liet socialisme niet brengen. Hoogstens kan men gaan in soc.-dem richting. Dat zijn voorstel inzake optochten etc. juist wel socialistisch zou zijn, is gewoon ridicuul. Waar bestaat juist die vrijheid? En de partijgenoot-burgemeester van der. heer Zuidema in Amsterdam dan? (De VOORZITTER: dat is weer mis Het is im mers aan B. en W. U is een slecht jurist, meneer Van Eek). Wij, als minderheid, kunnen slechts pralen, niet doen, dat mag de meerderheid niet verreten. Dat wij de moraliteit aan -onze zijde hebben, kan niet genoeg worden verklaard. Spr. beantwoordt dan eenige opmerkingen Tan den heer Knuttel, waarbij dc klassen- itrijd opgeld doet etc.. daarop heigeen ut- heer Wilbrink zeide (De VOORZITTER dringt herhaaldelijk op beperking aan). Dat doe ik al. zegt spr., die dan komt tot het geen de Voorzitter zelf zei. In Amsterdam is veel beter als steun aan kunst, levensmid delen-dienst (Geroep: daar is het juist slech ter door); het woningvraagstuk (De VOOR ZITTER: in Amsterdam zijn de woningtoe standen veel slechter dan hier 1) werkloozen- zorg, die hier geer slecht is, en zoo nog mc-er. Blijkens hetgeen wethouder Sanders opmerkte, belet 'ons slechte belastingstelsel iedere verdere verlichting voor de meest èedruklen, waaraan de hoogere autoriteiten meewerken (Geroep: werk voor de Kamer) Wreedheden cn onmenschelijkheden moe ten. verdwijnen. AA dit niels-doen moet lei den tot geweld, hetgeen spr. juist betreurt. Het voorstel betreffende annexatie trekt spr. in De heer EERDMANS vraagt den heer Zuidema naar pag. Gó van het onderwijs- rapport, onder zijn voorzitterschap tot stand gebracht, waaruit blijkt, dat parlijgenooten van den heer Zuidema ook zijn standpunt innamen, evenals dr. De Visser deed in de Kamer. Verder verwijst hij naar een citaat van minister Colijn in denzeltden geest. De heer KNUTTEL acht één uitlating van den Voorzitter aan de grens van een per soonlijk feit (De VOORZITTER: dan hebt u er niéts van begrepen). Spr. zal liet er dan hij laten. De cijfers van den wethouder over de belastingbetaling zijn nietszeggend, om- dal niet is bijgevoegd welk deel van hel gemeenschappelijk inkomen wordt betaald. Hij blijft er bij, dat hij zoo weinig hier kan bereiken, dat dit voor hem niet meetelt voor zijn zitten hier. Het verschil lusschen zijn positie en die van B. en W. zet hij nader uiteen. Waarom part. initiatief bij sleunverlee- ning beter is dan uit aller beurs, begrijpt hij niet. Het meten met twee maten ten aanzien van toelating van leerlingen, hand haaft hij. Den heer Van Eek heelt spr. in tweede instantie heel wat liever gehoord. Enkele uitlatingen beantwoordt hij nog, stellend te genover de dictatuur der bezittende klasse de dictatuur van het proletariaat, die hij aanbeveelt als het eenige middel van deze maatschappij verlost te worden. De heer ZUIDEMA zegt den heer Eerd- mans dat aandrang op zuinigheid bij het bijz. onderwijs niets nieuws is, maar dat is nog wat anders dan een blaam te werpen op de schoolbesturen, alsof die alleen maar niet zijn op „halen". Vergeet ook niet de verdrukking van het bijz. onderwijs, jaren lang. waardoor-wel eens laakbaar uit den hand wordt gesprongen. Hier in Leiden een wenk te geven tot zuinigheid aan de school besturen is overbodig, vooral als het ge schiedt uit antipathie. Spr. gaat dan in op de wethouderskwes tie der S .D. A. P. Een gelat wordt gewei gerd, omdat dan dc theorie practijk roil moeten worden en dan zou verloren gaan het contact hij de massa, dan kan men nicl meer groot worden door critick, zender meer. In 't kort gaal spr. dan nog in op ka-pi- taalvlucht, die hij inderdaad vreest. De om schrijving van democraat als anti-kapitalist erkent hij nicl cn inderdaad, dat is hij niet, waarop hij nader ingaat. Hij dient het alge meen belang en wie dit hel beste doet, is z. i. de beste democraat. "De dictatuur van het kapitaal ontkent spr., maar ook de dictatuur van het proleta riaat wil hij niet. Hierna schorsing. Avondzitting. De heer v. STRALEN zal kort zijn en zich bepalen lot hetgeen de wethouder zeide. Dat hij onaangenaam hel college aanviel, ligt zeker cendeets aan zijn temperament, anderdeels aan het onderwerp in casu, waarvoor hij niets bereiken kan. Omge keerd kan hij ook zeggen, dat dc wethouder onaangenaam was door beschuldiging van misleiding en ophitsing, waartegen hij op komt. Zijn besehuldiging legen het B. A. meent hij te moeten handhaven, nogmaals een geval als voorbeeld stellend dat ten slotte een goede wending heeft genomen. I (De WETHOUDER: dank zij het B. A.). Wat betreft de heer Oostveen, zonder i dezen iets te kort te willen doen, moet hij zeggen, dat deze liet "verkeerde standpunt van het B. A. had overgenomen en dus voor zijn parlij niet Ie handhaven was. j Dal men werkschuw is, gelijk bleek bij de sneeuwopruiming, zooals wethouder Mulder j zeide, ontkent hij ten sterkste. Hij kan zich I levendig voorstellen, dot de werkloozen niet dan gedwongen aan dit werk -gaan, voor zoover hel althans niet eenigszins hun vak is en daarbij dan nog 2/3 aftrek der verdiensten van de ondersteuning I Zeker, er zijn hooger cijfers.genoemd van do werkverschaffing, doch wat is daarvoor dan precies gedaan? Dit om fe schillen, wat werkelijk werkverschaffing mag heeten en wal-nief, een hulp, waarvoor het college niet warm loopt, naar hij meent te mogen vaststellen. Tenslotte dringt hij aan op eenige spoed bij het praeadvies van B. en W. op enkele zijner voorstellen. De heer BAART kan zich vereenigen met de bedoeling van B. en W. ten aanzien van zijn voorstel over een pcrsoneelreserve, zoo spoed kan worden toegezegd. De heer VERWEY heeft in le instantie verzuimd aan le roeren zijn voorstel inzake een school te bouwen aan den Haagweg. Daar is een zich uitbreidende arbeiderswijk, terwijl de dichtst bij zijnde scholen alle maal Chr. scholen zijn. Terwille van de ge lijkstelling zijn voorstel, dal niet bedoelt di rect tot bouw over te gaan, alleen maar de wcnschelijkheid uitspreekt rekening hou dend met de uitbreiding van die stadswijk. In 't kort antwoordt spr. dan nog den wethouder inzake het door hem in eerste in stantie opgemerkte. De lieer SIJTSMA meent, den spijker op den kop te hebben geslagen inzake de wet- houderskwestic. gezien hoe de heer v. Eek alleen daarbij in vuur kwam. Hij zegt dit in het belang der democratie, waarin hij iets anders ziet dan de heer v. Eek. De demo cratie van spr. is gevormd door de harde leerschool van het leven, die van den heer v. Eek door de theorie. - De heer WILBRINK repliceert over de personeelrescrve en de werkverschaffing, waarvoor evenmin de heer v. Stralen prac tisch iels heeit gedaan cd voorgesteld om zich len slotte r.og even te wenden tot den heer v. Eek, onder wiens parlij er zijn, die precies hetzelfde doen als de kapitalisten. De VOORZITTER wil nog slechts één punt even bespreken, n.l. dat van optoch ten met muziek enz. op Zondag, hetgeen juridisch onmogelijk is toe te laten. Het ligt niet in de bevoegdheid van den raad boven dien. Overigens bleef men in vage theo rieën. Den heer Baart zegt hij praeadvies toe. Wethouder SANDERS meent, dat door het niet aantasten van zijn cijfers inzake hoo gere aflrek voor levensonderhoud 'hij deze kwestie als afgedaan kan beschouwen. Het geval van don heer v. Stralen bij het B. A. legt spr. nog nader uit om te doen zien, da! liet B. A*. hierbij juist handelde. Wethouder MEA'NEN ontraadt nogmaals de motie Yerwoy. Verdere uitbreiding aan den Haagweg zal vooreerst wel niet gebeu ren en komt cr behoeften, dan zijn B. en ,W. natuurlijk diligent. Stemmingen. Het voorstel v. Eek inzake optoch ten met muziek en banieren op Zondag wordt met IS13 verworpen. Voor de S. D. A. P. en de heeren Knuttel, Sijtsma. Wilmans, mevr. v. Iiallie en mevr. Dietrich. Het voorstel-Van Eek: De Raad besluit: lo. art. 50 van de verordening op de Straatpolilie aldns te wijzigen: In sub c wordt „of liedjes te zingen" vervangen door „of liedjes te zingen, wan neer hiervoor geldinzameling „geschiedt". Na sub c wordt iDgevoegd een sub d aldus luidende: „in het algemeen op den openharen weg te zingen, wanneer de politie zulks verbiedt in het belang der openbare orde." 2o. in art. 6G, 50, litt. a, b en o, te veranderen in 50 litt. a, b, c en d, wordt verworpen met 229 stem. men. Voor de S.D.A.P. en de lieer Knuttel. De motie-Van Eek: De Raad van oordeel, dat het bedrag) RECLAME. 77S0 hetwelk in Leiden wordt afgetrokken voor noodzakelijk levensonderhoud bij den aan slag in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, laag is, verzoekt Burgemeester en Wethouders, ten einde de Raad in staat te stellen een beslissing to nemen omtrent de wenschelgkheid, dat het bedrag af te trekken voor noodzakelijk levensonderhoud wordt verhoogd met twee honderd gulden» te willen onderzoeken, welke gevolgen een der- I gelijke verhooging zouden hebben voor de gedragen, waarvoor de verschillende klas- i sen der ingezetenen in de plaatselijke be- laating naar het inkomen zijn aangeslagen, I wordt verworpen met 1813 stem men. Voor de S.D.A.P. en de heeren Knuttel, Sytsrna, Witmans, mevr. v. Itallie cn mevr. Dietrich. Het voorstel-Van Eek: De Raad besluit het aantal opcenten, dat van de vermogensbelasting wordt geheven, to brengen van 15 op 50. wordt verworpen met dezelfde stem verhouding. De heer KNUTTEL: we spelen abbattoir. De heer HIJURM AN: dat kon je toch verwachten. De motie Van-Stralen: De Raad, gezien de nog altyd voortdurende werk loosheid in onderscheidene bedrijven; van meening, dat ten deze de Overheids zorg vooral gericht moet zjjn op het ver schaffen ran productief werk aan werk loozen; erkennende de beperkte mogelijkheid in dit opzicht in oen gemeente als Leiden; van oordeel echter, dat ook op het ge bied van grachtdemping cn overwulving, alsook op dat van den aanleg van speel terreinen in onze gemeente nog verschillen de werkverschaftingeobjecten zijn te vinden; noodigt Burgemeester en Wethouders uit de noodige maatregelen te nemen om op de snelst mogelpke wjjze tot de uitvoering van een of meerdere werkverscliaffings- plannen te komen, wordt verworpen met dezelfde slem- verhouding, behalve dat de heer Knuttel ook tegenstemt. Het voorstel-Knuttel: Op een nieuw artikel uit te trekken 110.000 als eerste storting in een fonds voor een wandelpark, waarvoor de grondslag is gelegd door de gift van den heer De Koster, wordt verworpen met 23—S slem- men. Voor de heeren Verwey, Knuttel, Dubbel- deman, Kooistra, Baart, Groeneveld, v. Eek, Schüller. De mo li e-V e r w e ij De raad spreekt de wenschelijkhcid uit, dat in de omgeving van den Haagweg een' Openbare School wordt gebouwd, wordt 'verworpen met 20—11 stemmen. Voor de S.D.A.P., de heeren Knuttel, Witmans en mevr. Dietrich. Het. voorstel-Van Eek: De Raad besluit, dat tot dc vergaderin gen der Raadscommissies, die thans gere geld worden bijgewoond door dc directeu ren der bedrijven of diensten, ook toegang zal worden verleend aan vertegenwoordi gers, gekozen door het in de betreffende bedrijven of diensten werkzame personeel, en verzoekt Burgemeester en Wethouders de daarvoor noodigo bepalingen te willen ontwerpen, wordt verworpen met 18 legen 13 stemmen. Voor de S.D.A.P., de heeren Knuttel, Sijtsma. Witmans, mevr. v. Itallie cn mevr. Dietrich. Dan komt men tot de eigenlijke begroo ting. Uitgaven. Bij art. 101 (uitgifte verslag handelingen cn stukken) .vraagt de heer GROENEVELD of dc notulen niet kunnen worden vervan gen door een steno-analytisch verslag, daar van dc notulen, zooals ze thans zijn, nie mand notitie neemt. Deze handelwijze lijkt hem zeer onproductief. De VOORZITTER zegt, dat dit onmoge lijk is, daar alleen dc besluiten officieel worden door de notuJen. Wel zou men, ge zien de kranten-verslagen, de handelingen kunnen afschaffen. Bij de Kamers gaat het precies zoo. De heer GROENEVELD, hoewel niet overtuigd, zal cr zich bij neerleggen. Bij art. 223 (politic) zegt mevr. v. ITAL LIE dat overwogen wordt uitbreiding der kinder- en zeden-poli tie. Zij vraagt ook overweging daar een vrouw bij te benoe men. De heer v. ECK heeft ook uitbreiding der kinderpolitie bepleit. Is daartoe al in beginsel besloten of niet De heer WITMANS ziet gaarne vaste ver keerspolitie en hij dringt aan dit onder de oogen te blijven zien De heei HUURMAN steunt den heet Witmans en verder vraagt hij of ook gceu vaste post gcwenscht ie bij den overweg aan den Rijnsburger weg, zoolang deze niofr verbreed is. De heer GROENEVELD vraagt een ver keersagent op den hoek Haarlemmerstraat Pelikaanstraat. Verder zag hij gaarne verplaatsing der tramhalte bij de Utrecht- schc brug verder op naar den Hooge-Rijn dijk. Dc'hecr KNUTTEL is tegen deze post, gelijk vorig jaar om de bezittende klasse lit 't leven van den beroemden Engetschcn detective HERBERT TORTER. Vrij bewerkt naar het Engelsrh door J. H. (Nadruk verboden). „Het doet mij leed U in deze zaak le moe ten betrekken, mevrouw," begon de presi dent met vriendelijke, zachte slem. ,,lk be grijp, dat het zeer pijnlijk voor U moet zijn om hier in het openbaar getuigenis te ko men atleggen. Maar liet is hier een kwestie van leven of dood voor een medemensch en daarom neem ik de vrijheid U te verzoe ken, om, ondanks Uw groot verdriet, zoo koel en zoo zakelijk mogelijk, de noodige inlichtingen te willen geven. Kunt U er zich een voorstelling van maken, mevrouw, welke reden den beklaagde tot deze daad ge dreven kan hebben? Als echlgenoote van den overledene.-die zijn leven kende en zijn zorgen deelde, ben U wellicht in de eerste plaats daartoe in slaat. Dus, kunt U ons na dere bijzonderheden vertellen De barones haalde- diep adem, drukte de hand tegen hei hart en zei op zachten loon: „Ja, ik gelooi, dal ik daarover eenige na- aere inlichtingen kan geven. „Het is nu een jaar geleden," vervolgde zij met trillen de stem, die echter geleidelijk vaster en dui delijker werd, „dal ik met mijn man te In terlaken logeerde, in Hoiel de France. Tot mijn intiemere omgeving behoorde ook een fekere Miss Violel Hubbard, of zooals zij nu weet Mevrouw Violet Kennedy," Er ontstond groole beweging op de pu blieke tribune. De president vermaande tol stilte. ,,Ik mag wel zeggen, Violet Hubbard was meer dan een goede kennis, zij werd een vriendin van ons. De9 te pijnlijker werden wij" getroffen door een voorval, dal aan onze goede betrekkingen met één slag een einde maakte. Mijn man had mij op mijn verjaar dag een kostbaren voorhoofdband cadeau gegeven; een buitengewoon zeldzaam kunst werk uit Voor-Indië: plalina, met briljanten bezet. Deze voorhoofdband was plotseling verdwenen uil mijn toiletkamer. De eenige, die buiten mij in deze kamer ge weest kon zijn, was Violet Hubbard. Ik ver telde baar van het verdwijnen van het koslbare sieraad, nog steeds in de hoop, dat de hecle zaak zou blijken een misver stond lo zijn. Tot mijn verbazing zag ik, dat Miss Hubbard doodsbleek werd. Direct .daar op verwijderde zij zich onder een of ander voorwendsel en tot mijn ontsteltenis reisde zij na een uur af. Zooals ik later hoorde had zij in allerijl haar goed gepaki, zó6 hals-over-kop, dat het zelfs het hotelperso neel was opgevallen en hun niet alleen, maar ook haar gezelschapsjuffrouw Miss Betly Locke. De ploiselinge afreis maakte op Miss Locke zelfs zoo een onaangenamen in druk, dat zij weigerde om Miss Hubbard op haai- vlucht, zoo noemde zij het over haast vertrek, mee te gaan. Wij, mijn man en ik, waren ondanks alles geneigd om een onschuldige verkla ring van dit raadselachtige geval aan le ne men. We verontschuldigden Miss Hubbard door een onverklaarbare zenuwachtigheid ie veronderstellen, zooals die bij jonge dames {en slotte nog wel eens kan voorko men; mijn man geloofde zelfs te ver ge gaan te zijn en in het hals-over-kop afrei zen van Miss nubbard een prolesl te zien- tegen een onuitgesproken verdenking van onzen kant, die haar buitengewoon pijnlijk getroffen moest hebben. We hadden haar in onze gedachten al geheel en al van iedere verdenking gezuiverd, toen mijn man een verschrikkelijke ontdekking deed. Toen we hier in Londen kwamen, zag hij bij een juwelier een voorhoofdband ia de étalage m ij n voorhoofdband precies dezelfde, dien hij mij cadeau gegeven had. En loen hij in zijn ontsteltenis naar de herkomst van het sieraad informeerde, kreeg hij de verpletterende mededeeling: de voorhoofd- band was aan den juwelier verkocht door Miss Violet Hubbard. Er beerschte een dof stilzwijgen in de rechtzaal; men hoorde velen zwaar adem halen. „Wat deed Uw echtgenoot daarop?" „Hij informeerde waar Miss Hubbard was en hoorde, dat zij op het punt stond te trou wen met den bekenden schilder John Ken nedy. Hij stelde zich onmiddellijk mei Miss Hubbard in verbinding en eenige dagen daarna kwam Mr. Kennedy, haar verloofde; hij beloofde den verkoop van den voor hoofdband ongedaan te zullen maken en mijn man het gestolen sieraad te zullen be zorgen. Mijn man stelde hem eea ultima tum; tot 16 Augustus twee uur wilde hij wachten. Na afloop van dien termijn zou hij aangifte doen." „U hebt gehoord, wat de getuige verklaard heeft, wendde de president zich tot den beklaagde; „hebt U er iets tegen in te bren gen?" De schilder hief langzaam het hoofd op en zei met zachte stem: „Neen.... het is de waarheid „Voor hoeveel heeft Uw verloofde den band aan den juwelier verkocht?" „Voot £2000." „En hebt U moeite gedaan om hem- terug te krijgen?" „Ja. Ik bood den juwelier het dubbele." „En het gelukte U niet het sieraad weer in handen ie krijgen?" „Neen. De juwelier had hel intusschen weer aan een buitenlander, een Hollander, verkocht en heeft vergeefs moeite gedaan om dien vreemdeling terug te vinden." De president knikte. „Nadat U dus lot de conclusie was gekomen, dat al Uw pogingen geen resultaat hadden, wist U meteen, dat op 15 Augustus, 's middags om twee uur de aangifte zo» volgen. U zag toen met onaf wendbare zekerfrefd het schandaal nade ren, en besloot loen Baron Goldoni neer te schieten?" De beklaagde knikte. „Zoo is het," zei hij. „U bekent dus Uw daad onomwonden?" „Ja." „Thans moet Mevrouw Kennedy nog ge hoord worden;" zei de president. Onder algemeene spanning Irad de vrouw van den schilder naar voren, een jonge, fijngebouwde blonde vrouw met bleek ge zicht en verweende oogen, die onmiddellijk aller harten won. „De weduwe van den verslagene heeft ons de geschiedenis van het treurige mis drijf verleid," zei de president. „De gestolen voorhoofdband werd bij een juwelier gevon den en het blijkt, dat U de verkoopsier bent geweest. Hebt U hierover nog iets op te mer ken?" „Ja," zei de jonge vrouw. „Tk heb hem niet gestolen." „U hebt hem niet gestolen?" herhaalde de president in stomme verbazing." Dat moei U ons eens nader uitleggen. Uw ploi selinge verdwijning uil Interlaken en hel feil, dat U den band voor 2000 verkucht hebt, zijn Iwco omstandigheden, die niei be paald voor Uw onschuld pleiten." Violet Kennedy knikte. „Ik weet het," zei ze. „En toch is het, zooals ik U zeg en ik bid U mij le geloovcn zoo onwaarschijnlijk als mijn verhaal ook klinken mag. Ik had precies dezelfde voorTioofdband als de barones van haar man gekregen had. En in die dagen had ik hem in mijn handtasi-hje bij mij, omdat ik van plan was hem le ver- koopen. Ik vond hem 1c kostbaar om Ic dra gen. De plotselinge diefstal van den band van de barones deed mij opec-ns het gevaar zien, waarin ik verkeerde: men zou mij ongetwij feld van den diefstal beschuldigen, want de verklaring, die ik kon geven, moet daar van was ik overtuigd als een sprookje klinken Ik verloor hel hoofd heelemaal; mijn allesoverhecrschende gedachte was: zoo gauw mogelijk wegreizen, liet was ver keerd, dat weel ik nu; maar ik wisl op dal oogenblik niet wat ik anders beginnen moesi." De president zag dc jonge vrouw aar. en haalde de schouders op. „Het klinkt inder daad sprookjesachtig, wol U ons hier ver telt. Als de zaak zich zoo heeft toegedragen, als U meedeelt, waarom is U# man dan niet naar den baron gegaan cn heeft hem frank en vrij verklaard: Uw verdenking le gen mijn verloofde i3 ongerechtvaardigd, de voorhoofdband, dien zij bij den juwelier verkocht heeft, was inderdaad haar eigen dom; de diefstal van het sieraad van Uw vrouw moet een ander gepleegd hebben." (Wordl vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5