THANS GEEN 6 OF 7CT MEER
No. 20168.
LEIDSCH DAGBLAD. Woensdag 9 December
Tweede Blad. Anno 1925.
Gemeenteraad van Leiden.
VOOR EEN REEP CHOCOLADE.
NU GIJ VOOR
KOOPEN KUNT
FEUILLETON.
De Vallei der Verschrikking.
(Vervolg van gisteren).
Wethouder REIMERIXGER zal eveneens
kort zijn, waar het oude welbekende punten
betreft. Zoo de medezeggenschap, reeds in
den brcede besproken, en waarover toen al
citaten van socialisten zijn gegeven, om te
doen zien, dat ook daar geen eenstemmig
heid heerschL En evenals toen ontraadt spr.
het desbetreffende voorstel, dal practisch
ook weinig van medezeggenschap heelt.
Zelfs de hoofden van dienst worden immers
slechts gehoord voor advies, en nog niet
eens altijd is het noodig om dien te hooren,
dus is dat nu toch ook noodig.
De beschuldiging van niet-opschieten van
den heer Baart wijst spr. af. Aan een werk-
liedenrcglernent zit nog al het een en ander
vast. Overigens sluit hij zich hierin aan bij
den voorzitter.
De YOORZITTER zegt, dat B. en W. van
dupliek willen atzien. Gaarne zou hij ook
zien, dat de raadsleden dit deden.
Hiertegen is echter verzet en dus nemen
de replieken eea aanvang.
De heer WILMER zegt, dat dc rechter
zijde en de overige burgerlijke partijen heel
weinig gezegd hebben in verhouding tot de
S. D. A. P. en communist, cn ook nu zal hij
kort-zijn (Geroep: en de heer Zuidema dan)
Overleg in de bedrijven acht hij ge-
wenscht, maar gereglementeerd overleg acht
hij voor de bedrijven zeer nadeelig. Inzake
den aftrek voor noodzakelijk levensonder
houd sluit hij zich aan bij den weihouder
en inzake annexatie bij den Voorzitter.
Hierna gaat de raad in geheime zitting.
Nft een halfuur worden de deuren heropend.
De "heer VAN ECK had na de verklaring
van den beer Wilmer gedacht, dat van
rechts weinig gezegd zou zijn, doch lang
zamerhand is het aandeel aan het debat
van die zijde nog al aangedikt, zoodat hij
zich tot antwoorden genoodzaakt ziet.
Dat zijn rede in de Gehoorzaal past, ge
lijk de heer Sijtsma zei, is onjuist, want hij
critiseerdc tocli de begroeting daar, waar de
vcorstellers daarvan aanwezig zijn. Van een
democraat had hij anders very acht.
't Is nu z. i. niet de lijd om over een
wethouderszetel te praten, daar er geen
vacature is en bovendien daarover beslist
dc partij, aid. Leiden. Hoe het in de toe
komst gaan zal, weet hij niet. Persoonlijk
acht hij den tijd niet rijp, zulks uit ervaring.
Een persoon in een college kan dat college
niet richting geven en dan, de ervaring el
ders duidt ook de niet-wenschelijkheid aan.
Ook daar zijn de soc.-dem wethouders als
minderheid niet in staat het voornaamste
doel der partij te volbrengen. Eerst wanneer
dat doel is nader te brengen, is de tijd voor
innemen van wethouderszeteis gekomen.
De heer Zuidema diende zich aan als de
mocraat, doch daarover spreekt hij niet
meer, al is liet woord zeer oppervlakkig.
Spr. noemt alleen democraat, wie anti-kapi
talist is. De lieer Zuidema is de zuinigheids-
apostel hij uitnemendheid, nog verder gaan
de dan B. en V.' De vrees voor kapitaal-
vlucht bewijst alleen de dicialuur der be-
zillers en bovendien, vrees is altijd erger
dan het feit zelf. Door'kleine voorstellen,
pasklaar gemaakt voor dezen kleinen raad,
tracht hij iels te hereiken. (De VOORZIT
TER meent, dat de heêr A'an Eek bijna alle
raden dan wel zoo kan noemen). Hij brengt
een kleine wijziging aan in zijn voorstel in
zake aftrek van levensonderhoud, n.l.
schrapping van het woord te.
Dat medezeggenschap niet slaat op hel
soc.-dem. program, komt door samenwer-
king-mogclijkheid met andere partijen.
Voorstellen in soc.-dem. geest zijn niet
ingediend, zeide de heer Zuidema. Neen,
door voorstellen kan men hier liet socialisme
niet brengen. Hoogstens kan men gaan in
soc.-dem richting.
Dat zijn voorstel inzake optochten etc.
juist wel socialistisch zou zijn, is gewoon
ridicuul. Waar bestaat juist die vrijheid?
En de partijgenoot-burgemeester van der.
heer Zuidema in Amsterdam dan? (De
VOORZITTER: dat is weer mis Het is im
mers aan B. en W. U is een slecht jurist,
meneer Van Eek). Wij, als minderheid,
kunnen slechts pralen, niet doen, dat mag
de meerderheid niet verreten. Dat wij de
moraliteit aan -onze zijde hebben, kan niet
genoeg worden verklaard.
Spr. beantwoordt dan eenige opmerkingen
Tan den heer Knuttel, waarbij dc klassen-
itrijd opgeld doet etc.. daarop heigeen ut-
heer Wilbrink zeide (De VOORZITTER
dringt herhaaldelijk op beperking aan). Dat
doe ik al. zegt spr., die dan komt tot het
geen de Voorzitter zelf zei. In Amsterdam
is veel beter als steun aan kunst, levensmid
delen-dienst (Geroep: daar is het juist slech
ter door); het woningvraagstuk (De VOOR
ZITTER: in Amsterdam zijn de woningtoe
standen veel slechter dan hier 1) werkloozen-
zorg, die hier geer slecht is, en zoo nog
mc-er. Blijkens hetgeen wethouder Sanders
opmerkte, belet 'ons slechte belastingstelsel
iedere verdere verlichting voor de meest
èedruklen, waaraan de hoogere autoriteiten
meewerken (Geroep: werk voor de Kamer)
Wreedheden cn onmenschelijkheden moe
ten. verdwijnen. AA dit niels-doen moet lei
den tot geweld, hetgeen spr. juist betreurt.
Het voorstel betreffende annexatie trekt
spr. in
De heer EERDMANS vraagt den heer
Zuidema naar pag. Gó van het onderwijs-
rapport, onder zijn voorzitterschap tot stand
gebracht, waaruit blijkt, dat parlijgenooten
van den heer Zuidema ook zijn standpunt
innamen, evenals dr. De Visser deed in de
Kamer. Verder verwijst hij naar een citaat
van minister Colijn in denzeltden geest.
De heer KNUTTEL acht één uitlating van
den Voorzitter aan de grens van een per
soonlijk feit (De VOORZITTER: dan hebt
u er niéts van begrepen). Spr. zal liet er dan
hij laten. De cijfers van den wethouder over
de belastingbetaling zijn nietszeggend, om-
dal niet is bijgevoegd welk deel van hel
gemeenschappelijk inkomen wordt betaald.
Hij blijft er bij, dat hij zoo weinig hier kan
bereiken, dat dit voor hem niet meetelt voor
zijn zitten hier. Het verschil lusschen zijn
positie en die van B. en W. zet hij nader
uiteen.
Waarom part. initiatief bij sleunverlee-
ning beter is dan uit aller beurs, begrijpt
hij niet. Het meten met twee maten ten
aanzien van toelating van leerlingen, hand
haaft hij.
Den heer Van Eek heelt spr. in tweede
instantie heel wat liever gehoord. Enkele
uitlatingen beantwoordt hij nog, stellend te
genover de dictatuur der bezittende klasse
de dictatuur van het proletariaat, die hij
aanbeveelt als het eenige middel van deze
maatschappij verlost te worden.
De heer ZUIDEMA zegt den heer Eerd-
mans dat aandrang op zuinigheid bij het
bijz. onderwijs niets nieuws is, maar dat is
nog wat anders dan een blaam te werpen
op de schoolbesturen, alsof die alleen maar
niet zijn op „halen". Vergeet ook niet de
verdrukking van het bijz. onderwijs, jaren
lang. waardoor-wel eens laakbaar uit den
hand wordt gesprongen. Hier in Leiden een
wenk te geven tot zuinigheid aan de school
besturen is overbodig, vooral als het ge
schiedt uit antipathie.
Spr. gaat dan in op de wethouderskwes
tie der S .D. A. P. Een gelat wordt gewei
gerd, omdat dan dc theorie practijk roil
moeten worden en dan zou verloren gaan
het contact hij de massa, dan kan men nicl
meer groot worden door critick, zender
meer.
In 't kort gaal spr. dan nog in op ka-pi-
taalvlucht, die hij inderdaad vreest. De om
schrijving van democraat als anti-kapitalist
erkent hij nicl cn inderdaad, dat is hij niet,
waarop hij nader ingaat. Hij dient het alge
meen belang en wie dit hel beste doet, is
z. i. de beste democraat.
"De dictatuur van het kapitaal ontkent
spr., maar ook de dictatuur van het proleta
riaat wil hij niet.
Hierna schorsing.
Avondzitting.
De heer v. STRALEN zal kort zijn en
zich bepalen lot hetgeen de wethouder zeide.
Dat hij onaangenaam hel college aanviel,
ligt zeker cendeets aan zijn temperament,
anderdeels aan het onderwerp in casu,
waarvoor hij niets bereiken kan. Omge
keerd kan hij ook zeggen, dat dc wethouder
onaangenaam was door beschuldiging van
misleiding en ophitsing, waartegen hij op
komt. Zijn besehuldiging legen het B. A.
meent hij te moeten handhaven, nogmaals
een geval als voorbeeld stellend dat ten
slotte een goede wending heeft genomen.
I (De WETHOUDER: dank zij het B. A.).
Wat betreft de heer Oostveen, zonder
i dezen iets te kort te willen doen, moet hij
zeggen, dat deze liet "verkeerde standpunt
van het B. A. had overgenomen en dus voor
zijn parlij niet Ie handhaven was.
j Dal men werkschuw is, gelijk bleek bij de
sneeuwopruiming, zooals wethouder Mulder
j zeide, ontkent hij ten sterkste. Hij kan zich
I levendig voorstellen, dot de werkloozen
niet dan gedwongen aan dit werk -gaan,
voor zoover hel althans niet eenigszins hun
vak is en daarbij dan nog 2/3 aftrek der
verdiensten van de ondersteuning I
Zeker, er zijn hooger cijfers.genoemd van
do werkverschaffing, doch wat is daarvoor
dan precies gedaan? Dit om fe schillen,
wat werkelijk werkverschaffing mag heeten
en wal-nief, een hulp, waarvoor het college
niet warm loopt, naar hij meent te mogen
vaststellen.
Tenslotte dringt hij aan op eenige spoed
bij het praeadvies van B. en W. op enkele
zijner voorstellen.
De heer BAART kan zich vereenigen met
de bedoeling van B. en W. ten aanzien van
zijn voorstel over een pcrsoneelreserve, zoo
spoed kan worden toegezegd.
De heer VERWEY heeft in le instantie
verzuimd aan le roeren zijn voorstel inzake
een school te bouwen aan den Haagweg.
Daar is een zich uitbreidende arbeiderswijk,
terwijl de dichtst bij zijnde scholen alle
maal Chr. scholen zijn. Terwille van de ge
lijkstelling zijn voorstel, dal niet bedoelt di
rect tot bouw over te gaan, alleen maar de
wcnschelijkheid uitspreekt rekening hou
dend met de uitbreiding van die stadswijk.
In 't kort antwoordt spr. dan nog den
wethouder inzake het door hem in eerste in
stantie opgemerkte.
De lieer SIJTSMA meent, den spijker op
den kop te hebben geslagen inzake de wet-
houderskwestic. gezien hoe de heer v. Eek
alleen daarbij in vuur kwam. Hij zegt dit in
het belang der democratie, waarin hij iets
anders ziet dan de heer v. Eek. De demo
cratie van spr. is gevormd door de harde
leerschool van het leven, die van den heer
v. Eek door de theorie.
- De heer WILBRINK repliceert over de
personeelrescrve en de werkverschaffing,
waarvoor evenmin de heer v. Stralen prac
tisch iels heeit gedaan cd voorgesteld om
zich len slotte r.og even te wenden tot den
heer v. Eek, onder wiens parlij er zijn, die
precies hetzelfde doen als de kapitalisten.
De VOORZITTER wil nog slechts één
punt even bespreken, n.l. dat van optoch
ten met muziek enz. op Zondag, hetgeen
juridisch onmogelijk is toe te laten. Het ligt
niet in de bevoegdheid van den raad boven
dien. Overigens bleef men in vage theo
rieën.
Den heer Baart zegt hij praeadvies toe.
Wethouder SANDERS meent, dat door het
niet aantasten van zijn cijfers inzake hoo
gere aflrek voor levensonderhoud 'hij deze
kwestie als afgedaan kan beschouwen.
Het geval van don heer v. Stralen bij het
B. A. legt spr. nog nader uit om te doen
zien, da! liet B. A*. hierbij juist handelde.
Wethouder MEA'NEN ontraadt nogmaals
de motie Yerwoy. Verdere uitbreiding aan
den Haagweg zal vooreerst wel niet gebeu
ren en komt cr behoeften, dan zijn B. en ,W.
natuurlijk diligent.
Stemmingen.
Het voorstel v. Eek inzake optoch
ten met muziek en banieren op Zondag
wordt met IS13 verworpen.
Voor de S. D. A. P. en de heeren Knuttel,
Sijtsma. Wilmans, mevr. v. Iiallie en mevr.
Dietrich.
Het voorstel-Van Eek:
De Raad besluit:
lo. art. 50 van de verordening op de
Straatpolilie aldns te wijzigen:
In sub c wordt „of liedjes te zingen"
vervangen door „of liedjes te zingen, wan
neer hiervoor geldinzameling „geschiedt".
Na sub c wordt iDgevoegd een sub d
aldus luidende: „in het algemeen op den
openharen weg te zingen, wanneer de politie
zulks verbiedt in het belang der openbare
orde."
2o. in art. 6G, 50, litt. a, b en o, te
veranderen in 50 litt. a, b, c en d,
wordt verworpen met 229 stem.
men.
Voor de S.D.A.P. en de lieer Knuttel.
De motie-Van Eek:
De Raad van oordeel, dat het bedrag)
RECLAME.
77S0
hetwelk in Leiden wordt afgetrokken voor
noodzakelijk levensonderhoud bij den aan
slag in de plaatselijke directe belasting naar
het inkomen, laag is, verzoekt Burgemeester
en Wethouders, ten einde de Raad in staat
te stellen een beslissing to nemen omtrent
de wenschelgkheid, dat het bedrag af te
trekken voor noodzakelijk levensonderhoud
wordt verhoogd met twee honderd gulden» te
willen onderzoeken, welke gevolgen een der-
I gelijke verhooging zouden hebben voor de
gedragen, waarvoor de verschillende klas-
i sen der ingezetenen in de plaatselijke be-
laating naar het inkomen zijn aangeslagen,
I wordt verworpen met 1813 stem
men.
Voor de S.D.A.P. en de heeren Knuttel,
Sytsrna, Witmans, mevr. v. Itallie cn mevr.
Dietrich.
Het voorstel-Van Eek:
De Raad besluit het aantal opcenten, dat
van de vermogensbelasting wordt geheven,
to brengen van 15 op 50.
wordt verworpen met dezelfde stem
verhouding.
De heer KNUTTEL: we spelen abbattoir.
De heer HIJURM AN: dat kon je toch
verwachten.
De motie Van-Stralen:
De Raad,
gezien de nog altyd voortdurende werk
loosheid in onderscheidene bedrijven;
van meening, dat ten deze de Overheids
zorg vooral gericht moet zjjn op het ver
schaffen ran productief werk aan werk
loozen;
erkennende de beperkte mogelijkheid in
dit opzicht in oen gemeente als Leiden;
van oordeel echter, dat ook op het ge
bied van grachtdemping cn overwulving,
alsook op dat van den aanleg van speel
terreinen in onze gemeente nog verschillen
de werkverschaftingeobjecten zijn te vinden;
noodigt Burgemeester en Wethouders uit
de noodige maatregelen te nemen om op
de snelst mogelpke wjjze tot de uitvoering
van een of meerdere werkverscliaffings-
plannen te komen,
wordt verworpen met dezelfde slem-
verhouding, behalve dat de heer Knuttel
ook tegenstemt.
Het voorstel-Knuttel:
Op een nieuw artikel uit te trekken
110.000 als eerste storting in een fonds
voor een wandelpark, waarvoor de grondslag
is gelegd door de gift van den heer De
Koster,
wordt verworpen met 23—S slem-
men.
Voor de heeren Verwey, Knuttel, Dubbel-
deman, Kooistra, Baart, Groeneveld, v. Eek,
Schüller.
De mo li e-V e r w e ij
De raad spreekt de wenschelijkhcid uit,
dat in de omgeving van den Haagweg een'
Openbare School wordt gebouwd, wordt
'verworpen met 20—11 stemmen.
Voor de S.D.A.P., de heeren Knuttel,
Witmans en mevr. Dietrich.
Het. voorstel-Van Eek:
De Raad besluit, dat tot dc vergaderin
gen der Raadscommissies, die thans gere
geld worden bijgewoond door dc directeu
ren der bedrijven of diensten, ook toegang
zal worden verleend aan vertegenwoordi
gers, gekozen door het in de betreffende
bedrijven of diensten werkzame personeel,
en verzoekt Burgemeester en Wethouders
de daarvoor noodigo bepalingen te willen
ontwerpen, wordt verworpen met 18
legen 13 stemmen.
Voor de S.D.A.P., de heeren Knuttel,
Sijtsma. Witmans, mevr. v. Itallie cn mevr.
Dietrich.
Dan komt men tot de eigenlijke begroo
ting.
Uitgaven.
Bij art. 101 (uitgifte verslag handelingen
cn stukken) .vraagt de heer GROENEVELD
of dc notulen niet kunnen worden vervan
gen door een steno-analytisch verslag, daar
van dc notulen, zooals ze thans zijn, nie
mand notitie neemt. Deze handelwijze lijkt
hem zeer onproductief.
De VOORZITTER zegt, dat dit onmoge
lijk is, daar alleen dc besluiten officieel
worden door de notuJen. Wel zou men, ge
zien de kranten-verslagen, de handelingen
kunnen afschaffen. Bij de Kamers gaat het
precies zoo.
De heer GROENEVELD, hoewel niet
overtuigd, zal cr zich bij neerleggen.
Bij art. 223 (politic) zegt mevr. v. ITAL
LIE dat overwogen wordt uitbreiding der
kinder- en zeden-poli tie. Zij vraagt ook
overweging daar een vrouw bij te benoe
men.
De heer v. ECK heeft ook uitbreiding
der kinderpolitie bepleit. Is daartoe al in
beginsel besloten of niet
De heer WITMANS ziet gaarne vaste ver
keerspolitie en hij dringt aan dit onder de
oogen te blijven zien
De heei HUURMAN steunt den heet
Witmans en verder vraagt hij of ook gceu
vaste post gcwenscht ie bij den overweg
aan den Rijnsburger weg, zoolang deze niofr
verbreed is.
De heer GROENEVELD vraagt een ver
keersagent op den hoek Haarlemmerstraat
Pelikaanstraat. Verder zag hij gaarne
verplaatsing der tramhalte bij de Utrecht-
schc brug verder op naar den Hooge-Rijn
dijk.
Dc'hecr KNUTTEL is tegen deze post,
gelijk vorig jaar om de bezittende klasse
lit 't leven van den beroemden Engetschcn
detective HERBERT TORTER.
Vrij bewerkt naar het Engelsrh door J. H.
(Nadruk verboden).
„Het doet mij leed U in deze zaak le moe
ten betrekken, mevrouw," begon de presi
dent met vriendelijke, zachte slem. ,,lk be
grijp, dat het zeer pijnlijk voor U moet zijn
om hier in het openbaar getuigenis te ko
men atleggen. Maar liet is hier een kwestie
van leven of dood voor een medemensch
en daarom neem ik de vrijheid U te verzoe
ken, om, ondanks Uw groot verdriet, zoo
koel en zoo zakelijk mogelijk, de noodige
inlichtingen te willen geven. Kunt U er zich
een voorstelling van maken, mevrouw,
welke reden den beklaagde tot deze daad ge
dreven kan hebben? Als echlgenoote van
den overledene.-die zijn leven kende en zijn
zorgen deelde, ben U wellicht in de eerste
plaats daartoe in slaat. Dus, kunt U ons na
dere bijzonderheden vertellen
De barones haalde- diep adem, drukte de
hand tegen hei hart en zei op zachten loon:
„Ja, ik gelooi, dal ik daarover eenige na-
aere inlichtingen kan geven. „Het is nu
een jaar geleden," vervolgde zij met trillen
de stem, die echter geleidelijk vaster en dui
delijker werd, „dal ik met mijn man te In
terlaken logeerde, in Hoiel de France. Tot
mijn intiemere omgeving behoorde ook een
fekere Miss Violel Hubbard, of zooals zij nu
weet Mevrouw Violet Kennedy,"
Er ontstond groole beweging op de pu
blieke tribune.
De president vermaande tol stilte.
,,Ik mag wel zeggen, Violet Hubbard was
meer dan een goede kennis, zij werd een
vriendin van ons. De9 te pijnlijker werden
wij" getroffen door een voorval, dal aan onze
goede betrekkingen met één slag een einde
maakte. Mijn man had mij op mijn verjaar
dag een kostbaren voorhoofdband cadeau
gegeven; een buitengewoon zeldzaam kunst
werk uit Voor-Indië: plalina, met briljanten
bezet. Deze voorhoofdband was plotseling
verdwenen uil mijn toiletkamer. De
eenige, die buiten mij in deze kamer ge
weest kon zijn, was Violet Hubbard. Ik ver
telde baar van het verdwijnen van het
koslbare sieraad, nog steeds in de hoop,
dat de hecle zaak zou blijken een misver
stond lo zijn. Tot mijn verbazing zag ik, dat
Miss Hubbard doodsbleek werd. Direct .daar
op verwijderde zij zich onder een of ander
voorwendsel en tot mijn ontsteltenis reisde
zij na een uur af. Zooals ik later hoorde
had zij in allerijl haar goed gepaki, zó6
hals-over-kop, dat het zelfs het hotelperso
neel was opgevallen en hun niet alleen,
maar ook haar gezelschapsjuffrouw Miss
Betly Locke. De ploiselinge afreis maakte op
Miss Locke zelfs zoo een onaangenamen in
druk, dat zij weigerde om Miss Hubbard op
haai- vlucht, zoo noemde zij het over
haast vertrek, mee te gaan.
Wij, mijn man en ik, waren ondanks
alles geneigd om een onschuldige verkla
ring van dit raadselachtige geval aan le ne
men. We verontschuldigden Miss Hubbard
door een onverklaarbare zenuwachtigheid
ie veronderstellen, zooals die bij jonge
dames {en slotte nog wel eens kan voorko
men; mijn man geloofde zelfs te ver ge
gaan te zijn en in het hals-over-kop afrei
zen van Miss nubbard een prolesl te zien-
tegen een onuitgesproken verdenking van
onzen kant, die haar buitengewoon pijnlijk
getroffen moest hebben. We hadden haar in
onze gedachten al geheel en al van iedere
verdenking gezuiverd, toen mijn man een
verschrikkelijke ontdekking deed. Toen we
hier in Londen kwamen, zag hij bij een
juwelier een voorhoofdband ia de étalage
m ij n voorhoofdband precies dezelfde,
dien hij mij cadeau gegeven had. En loen
hij in zijn ontsteltenis naar de herkomst
van het sieraad informeerde, kreeg hij de
verpletterende mededeeling: de voorhoofd-
band was aan den juwelier verkocht door
Miss Violet Hubbard.
Er beerschte een dof stilzwijgen in de
rechtzaal; men hoorde velen zwaar adem
halen.
„Wat deed Uw echtgenoot daarop?"
„Hij informeerde waar Miss Hubbard was
en hoorde, dat zij op het punt stond te trou
wen met den bekenden schilder John Ken
nedy. Hij stelde zich onmiddellijk mei Miss
Hubbard in verbinding en eenige dagen
daarna kwam Mr. Kennedy, haar verloofde;
hij beloofde den verkoop van den voor
hoofdband ongedaan te zullen maken en
mijn man het gestolen sieraad te zullen be
zorgen. Mijn man stelde hem eea ultima
tum; tot 16 Augustus twee uur wilde hij
wachten. Na afloop van dien termijn zou
hij aangifte doen."
„U hebt gehoord, wat de getuige verklaard
heeft, wendde de president zich tot den
beklaagde; „hebt U er iets tegen in te bren
gen?"
De schilder hief langzaam het hoofd op
en zei met zachte stem: „Neen.... het is
de waarheid
„Voor hoeveel heeft Uw verloofde den
band aan den juwelier verkocht?"
„Voot £2000."
„En hebt U moeite gedaan om hem- terug
te krijgen?"
„Ja. Ik bood den juwelier het dubbele."
„En het gelukte U niet het sieraad weer
in handen ie krijgen?"
„Neen. De juwelier had hel intusschen
weer aan een buitenlander, een Hollander,
verkocht en heeft vergeefs moeite gedaan
om dien vreemdeling terug te vinden."
De president knikte. „Nadat U dus lot de
conclusie was gekomen, dat al Uw pogingen
geen resultaat hadden, wist U meteen, dat
op 15 Augustus, 's middags om twee uur de
aangifte zo» volgen. U zag toen met onaf
wendbare zekerfrefd het schandaal nade
ren, en besloot loen Baron Goldoni neer te
schieten?"
De beklaagde knikte. „Zoo is het," zei hij.
„U bekent dus Uw daad onomwonden?"
„Ja."
„Thans moet Mevrouw Kennedy nog ge
hoord worden;" zei de president.
Onder algemeene spanning Irad de vrouw
van den schilder naar voren, een jonge,
fijngebouwde blonde vrouw met bleek ge
zicht en verweende oogen, die onmiddellijk
aller harten won.
„De weduwe van den verslagene heeft
ons de geschiedenis van het treurige mis
drijf verleid," zei de president. „De gestolen
voorhoofdband werd bij een juwelier gevon
den en het blijkt, dat U de verkoopsier bent
geweest. Hebt U hierover nog iets op te mer
ken?"
„Ja," zei de jonge vrouw. „Tk heb hem
niet gestolen."
„U hebt hem niet gestolen?" herhaalde
de president in stomme verbazing." Dat
moei U ons eens nader uitleggen. Uw ploi
selinge verdwijning uil Interlaken en hel
feil, dat U den band voor 2000 verkucht
hebt, zijn Iwco omstandigheden, die niei be
paald voor Uw onschuld pleiten."
Violet Kennedy knikte. „Ik weet het," zei
ze. „En toch is het, zooals ik U zeg en ik bid
U mij le geloovcn zoo onwaarschijnlijk
als mijn verhaal ook klinken mag. Ik had
precies dezelfde voorTioofdband als de
barones van haar man gekregen had. En in
die dagen had ik hem in mijn handtasi-hje
bij mij, omdat ik van plan was hem le ver-
koopen. Ik vond hem 1c kostbaar om Ic dra
gen.
De plotselinge diefstal van den band van
de barones deed mij opec-ns het gevaar zien,
waarin ik verkeerde: men zou mij ongetwij
feld van den diefstal beschuldigen, want de
verklaring, die ik kon geven, moet daar
van was ik overtuigd als een sprookje
klinken Ik verloor hel hoofd heelemaal;
mijn allesoverhecrschende gedachte was:
zoo gauw mogelijk wegreizen, liet was ver
keerd, dat weel ik nu; maar ik wisl op dal
oogenblik niet wat ik anders beginnen
moesi."
De president zag dc jonge vrouw aar. en
haalde de schouders op. „Het klinkt inder
daad sprookjesachtig, wol U ons hier ver
telt. Als de zaak zich zoo heeft toegedragen,
als U meedeelt, waarom is U# man dan
niet naar den baron gegaan cn heeft hem
frank en vrij verklaard: Uw verdenking le
gen mijn verloofde i3 ongerechtvaardigd, de
voorhoofdband, dien zij bij den juwelier
verkocht heeft, was inderdaad haar eigen
dom; de diefstal van het sieraad van Uw
vrouw moet een ander gepleegd hebben."
(Wordl vervolgd).