No. 20167, LEIOSCH DAGBLAD. Dinsdag 8 December Tweede Blad. Anno 1925. Gemeenteraad van leiden. FEUILLETON. 3e Vallei der Verschrikking. (Vervolg van gisteren). De heer VAN ECK vervolgt: De laatste fout bi> de grensregeling gc- piaakt, wreekt zich. Alleen kleine particu liere belangen kunnen er zich tegen ver betten. Spr. begrijpt, dat üegstgeest op zijn jjchterste beenen zal gaan staan, doch dat jaag z.i. geeD beletsel zijn. Nog drie punten wil spr. aanvoeren: lo. fcet wandelbosch, fctij had willen voorstellen &000 te geven, maar hij heeft dit niet ge daan om eerst af te wachten, wat de stich ting zelf wil; 2o het houden van optochten op Zondag. De overheid geeft hier een zeld zaam staaltje van onverdraagzaamheid en daarin is verandering beslist noodzakelgk. iWottelijke bezwaren wijst hij af. (De VOORZITTER vindt dat wel heel gemak kelijk en verwijst naar arresten van den Hoogen Raad). Tusschen den heer v. Eek «ro den Voorzitter ontspint zich hierover gen discussie, ook over de vraag of een optocht met muziek al dan alet een wan delend concert is. Wanneer de Voorzitter er aog op wijst, hoe niet hij maar B. en W. beslissen, zegt de heer v. Eekjawel, doch U deelt de lakens nier uit. Elders mag het ook wel, vervolgt de heer v. ECK, die dan komt tot het laatste punt zingen op straat. Togen zingen ls zeker niemand en het is aangenaam, men hoort het graag. De heer WILBRINK Had u dan maar gezongen! (Luid gelach). De heer DUBBELDEMANZing jij •traks dan je rede. De heer v. ECK begrijpt verbod van on zedelijke liederen en zingen 's nachts doch niet hetgeen bedoeld wordt in zijn voorstel, dat hij nader verdedigt Het veroordeelénd vonnis over dc be grooting sluit met uit waardeering voor het werk van B en W. Tusschen hem en hen ligt een diepe klove, dat is het. Deze be grooting wil handhaving van het kapitalis me, waartegen ziin fractie haar strijd jui6t richt. De* heer SiJTHMA neeft een heel andero opvatting van behandeling der begrooting dan de heer Van Eek, die beter een pro paganda had kunnen beleggen. Spr. begint met zich aan te sluiten bij C3D algemeéne opmerking vaP B. en W. in het Sectieverslag, waariD ze zeggen, dat zij vragen, opmerkingen en voorstellen, waarover reeds vroeger de Raad een be slissing Dam, met stilzwijgen zijn voorbij gegaan. Hij zou wenscheD dat de Raad deze gedragslijn ook ging volgen en zulke vraag stukken uit het debat elimineerde. Ook on der do voorstellen de vorige week ingediend zijn er, die spr 's sympathie hebben, maar voor zoover het bij voorbaat vaststaat, dat zij met groote meerderheid zullen worden vorworpen, is elk debat daarover onvrucht- baar. Er zal tijd mee verloren gaan en kos ten en andere voorstellen komen er mis schien door in 't gedrang. Komende tot het algemeen beleid van 11. en W. kan hij zich tot op zekere hoogte aansluiten bij hen, die hen daarvoor hulde brachten, al zou op net beleid van enkele leden zekor wel gegronde critiek zijn uit to brengen. Veel had hij als overtuigd de mocraat ook dit jaar anders gewenscht Maar als het beeld niet te krenkend was voor het College, zou hij zeggen: „men leest geen vijgen van distelen." Juister gezegd, wij kunnen van een in doorsnee conservatief college, als regel geen democratische maatregelen, voorstel len en praeadviezen verwachten. Daarom zou het aanbeveling verdienen dat een de mocraat uit de meest sterke fractie in den Raad, die in de meeste gevallen andere de mocraten achter zich zou hebben, in dit college zitting nam. De houding der S.D. A.P. in andere gemeenten, alsmede ten op zichte van het landsbestuur, laatstelijk nog gebleken, moet ook de Leidscho fractie ei toe voeren een wethouderszetel te aanvaar den. Het zou trouwens de consequentie zijn van huD streven om in de verschillende raadscommissies evenredig vertegenwoor digd te worden Daarom vraagt hij heden een bereidver klaring van deze fractie om thans deel uit te maken van het Dag. Bestuur. Men make er zich niet af met te zeggen dat er thans geen vacature is .Wanneer de bereidver klaring komt, zal hoogstwaarschijnlijk één uit het college van B. en W. zeggen: ,,ik heb mijn tijd gehad, ik maak daarom plaats voor u!" Zoo noodig zou daarvoor een eenigszins zachten drank kunnen worden uitgeoefend. Laat de heer Van Eek thans het ook voor zijn fractie verlossend woord spreken, waar voor zijn partijgcnooteD hem mede dank baar zullen zijn, meent spr. Er komen naast do begrooting zelf een aantal voorstellen aan do orde: verkeera- verbetering enz., die, hoe wol ingediend van de zijde der S. D.A.P., toch volmaakt in de neutrale zone liggen. De meC3ten heb ben ook de sympathie van spr.'s partijge- noote en van hem zelf, doch hij wil thans reeds verklaren dat zij deze voorstellen zul- leD toetsen in het licht van de voor Leiden bestaande financieele mogelijkheid. Getuigen heeft zin, waar het principes geldt, met zakelijke voorstellen moet men practisch zijn en blijven op den beganen grond. Bij dc artikelen is er wellicht gelegen heid dit nader to demonstreeren. De heer WITMANS had gedacht, dat do heor v. Eek niet weer het oude programma zou hebben afgehandeld. Öjj heïft den heer v. Eek echter met genoegen gehoord. Zjjn par tg had ook wel met een paar moties kunnen kernen, doch zg achtten dit onnoodig. Enkele der S.D A.P. zal zgn fractie steunen, andere niet; ook niet die voorstellen, die beoogen B. en W. diligent te maken, waar zij dat reeds zjju. Het standpoint van rechts, zooals de heer Wilmer dat uitte, acht spT. niet juist en hij betreurt dit, vooral van de R.-K. fractie. Van hulde of critiek op B. en W. zal hij zich onthouden. Do heer VERWEIJ acht het niet gemak kelijk op onderwijsgebied eenige opmerkin gen te maken, waar de wethouder zich steeds aoo deskundig toonde in ieler opzicht. Wan neer Llq dat toch doet, dan komt dat voort uit aüder gezichtspunt. Beswaren als alfcgd i heeft spr. tegen de standenscholen, waar de wet de eenheidsscholen heelt mogelijk gemaakt. De ontwikkelingsmogelijkheid van alle kinderen moet z. L gelijk worden ge steld, in 't belang van deze kinderen. Ook de programma's voor U.L.O. en 7-jarige klasse-scholen kunnen best gelijk zgn en vandaar zgn aandrang tot uitbreidiog der U.L.O.-scholen. Te weinig aandacht wordt geschonken aan school- en werktuinen; zie naar elders, waar men financieel er zich voor interesseert. Van bevordering van de nieuwe ideeën op oor derwijsgebied riet spr. al zeer weinig. En het contact tusschen de afdeehng Onüerwg§ en het personeel is gering, maar op invoering van een onderwijsraad zal hg nog niet aan dringen, daar hij voor mislukken in de hui dige omstandigheden vreest. Ten aanzien van het bewaarschool-onder wijs zou hij ook gaarne wat meer voort varendheid wenschen. De heer EERDMANS wil slechts een enkele opmerking maken ten aanzien van Leiden als woonstad. Om Leiden als woon stad aangenaam te maken is in de eerste plaats noodig lage belastingen en daarom raadt hg den Chr. Schoolbesturen aan niet al te zeer te grgpen uit de stadskas, waar tegen B. en W. rich niet kunnen verzetten. Hij doet een beroep op hun verantwoorde lijkheidsgevoel. De heer WILMER: Totaal overbodig. Mevr. v. ITALLIE wgst op een snik van oua-wethouder v. d. Pot in het „Gemeene- Dest", ook over het bijzonder onderv/gs, waar intooming niet overjbodig is. De fout ligt z. i. door scheiding tusschen bevoegd heid en verantwoordelijkheidsgevoel Met de S.D.A.P. is zij van meeniog, dat getracht moet worden de autonomie der gemeente geheel overeind te houden, ook door aandrang der gemeente zelf. Zg steunt haar partijgenoot wat de houding tegenover de motie der S.D.A.P. betreft. Do heer HEEMSKERK zal alleen over de nieuwe voorstellen praten en wil zich scharen aan de zijde van den heer Sytsma, die zeide ten aanzien van de practische voorstellen deze te zullen toetsen aan de financieele mogelijkheid. Veel van die voor stellen beteekenen practisch echter zoo wei nig, naar hij nader uiteenzet, vaag als ze zijc en dikwijls bg B. en W. aandringend op urgentie, waar B. en W* z. i. mgent zijn. Wat het voorstel Baart betreft, B. en W. alleen kunnen een voorstel naar de com missie van G. O. zenden, niet de raad. Wat voor nut hoeft dus het voorstel? De heer v. STRALEN wil nogj eens wijzen op de groote ellende der werkloosheid, die z. i. niet voldoende de aandacht van B. en W. gem et. Uit alles bljjkt, dat de werk- kosenzorg B. en W. niet na aan het hart ligt. Zg gaan gesn stap verder dan de rijks regeling, wat ook niet kan,* maar moeite daarvoor wil deze raad ook niet zich geven. Er bestaan echter nog wel andere mo gelijkheden om de werkloosheid ce bestrij den, zie naar enkele andere plaatsen, waar bijzondere hulp wordt verleend aan uitge putte gezinnen, door toelagen als anderszins, cok cto&r nhdaeten, die wethouder Sanders weigerde, als gevoerd langs sluipwegen, wat rechtens niet mag. Hier is men geheel aan dei schrielen Jtani en wil m^n niet anders. Alles wordt ambtelijk en oflcieel bekeken zonder hart en dat is zijn griof. Hoe hard hulp noodig is, daarvan geeft spr. eenige voorbeelden. Even schriel en zeer te slechter faam bekend is het B. A. De WETHOUDER: door uw misleiding. De heer v. STRALEN zegt uooit zich aan misleiding te nebben schuldig gemaakt, alleen ronduit naar waarheid te hebben ge zegd wat hij dacht. Wanneer het B. A zijn taak goed volbracht, dan was er heei wat anders. Hij Z3l het oogenblik zegenen, dat het B. A. verdwijnt en deze tak van zorg elders wordt ondergebracht, brjv. bg den dienst voor sociale zaken. Tijdig is gekeerd het uitschakelen van bepaalde groepen uit de werkloozenzorg een uilschakelen, waarnaar de wethouder hun kerde! En dan de cokes-ondersteuning. Zijn voorstel werd geweigerd. Bij de sneeu\y-opruiming moest zelfs voor één dag werk de 2/3 aftrek worden gehand haafd. 't Is onwil, niets dan onwil van B. en W. Hetzelfde geldt voor werkverschaffing door B. en W. Zoo af en toe is er een kiein -"werkje, maar verder komt men niet. Waar om b.v. geen aandrang op het rijk uitge oefend tot verbetering van den Haagweg? Hij doet nu dit voorstel Dan is er de slechte Haarlemmerweg, die toch te verbeteren is met behulp der werkloozen. Er gebeurt niets. De VOORZITTER: Rijnsburgerweg, Zwem bad etc. zijn nielsl De heer v. STRALEN: was dat werkver schaffing? En bovendien, al is het iets, het is onvoldoende, terwijl er nog wel- wat is le doen. Er zijn nog wel grachten te dempen etc. 't Gaat hier met den slakkengang. (Herhaaldelijk wordt geroepen: wordt dan zelf wethouder). Vandaar zijn motie om B. en W. lot meer ijver aan le zetten. De heer ZUIDEMA brengt B. en W. hulde. Er is niet alleen geadministreerd, ook gere geerd. Gezien naar andere gemeenten, die zuchten onder crisis-tekorten etc., is er alle reden tot tevredenheid en dankbaarheid zonder noodzakelijke dingen na te laten zijn B. en W. rondgekomen en aan de vele critiek mag dit wel eens gezegd. Er is reden lot tevredenheid, doch nog niet lot voldaanheid, want er is eenige re den tot bezorgdheid door interen. Welis waar zullen eenige inkomstposten meeval len, maar of dat voldoende zal zijn? Spr. wijst dan nogmaals op de hooge belastingen, die verlaagd moeten worden, wil het Leiden goed gaan. Van zwaarder treffen van de hooge inkomens mag geen sprake zijn. Reeds nu is de kapitaalvluchl aanzien lijk. De goede communicalie-middelen be vorderen deze vlucht. Door annexatie te achterhalen is twijfelachtig en een langen weg. Met die vlucht moet ernstig rekening worden gehouden. Des heeren Van Eck's halen bij de gegoeden acht spr. dan ook zeer gevaarlijk. Voor den middenstand zou het ook een slag zijn. Wie werkelijk de arbeidersbelangen wil dienen, moet belastingverlaging bevorderen en daarom is hij liet eens met B. en W. dat alleen die werken worden uitgevoerd, die noodzakelijk zijn, niet, die wel wenschelijk zijn zouden. Een middel tot belastingverlaging ziet spr. nog altijd in winst op de lichtfabrieken. Zie ook naar het beleid van Wibaut in A'dain, waarop hij uitvoerig ingaat. Gaarne zal hij iedere poging tot belas tingbetaling steunen. Bij de diverse-voorstellen heeft niemand zich aan kostenberekening gewaagd! Alleen de heer Eerdmans sprak over de finantiën ten aanzien van het bijz. onderwijs, doch toen het de salarissen van het leerarenper- soneel, zoo'n kleine groep, gold (van het Openb. Onderwijs), was de heer Eerdmans, trots de overtuigende rede van den wethou der, voor de uitgifte van een ton! Gezien de antecedenten van den heer E. verbaast het trouwens niet. Wat de S. D. A. P. betreft, het is van die zijde een politieke winkel-etalage-lentoon- slelling voor de reclame, die komen zal in een brochure na afloop van de behandeling der begrooting. Daarom had men dit alles noodig. Hij vraagt, hoe de heeren aan het geld voor hun voorstellen willen komen? Verhooging van aftrek voor noodzakelij'k levensonderhoud zou de inkomsten daar vlak boven zwaarder treffen I En waarom moet iemand met een klein kapitaaltje zwaarder worden getroffen dan iemand, die een pensioen gemakkelijk verwierf? Dat er hier niets gebeurt voor sociale za ken, zie de woningbouw etc.. zoodat er geen reden is voor zoo'n critiek als van de over zij, ook wat werkverschaffing betreft. Bij den Haagweg b.v. zouden waarschijnlijk geen Leidsche werklieden worden gebruikt en kunnen werkloozen benut bij overwul- ving van grachten? Allemaal gepraat dus. En wat medezeggenschap betreft, op het program der S. D. A. P., voor een gemeen schappelijke regecring met andere partijen, kwam het niet voort Spr. hoopt, dat B. en W. niet ingaan op den weg van uitbreiding der openbare be waarscholen. Bij al de voorstellen der S. D. A. P. is geen een, die niet door een andere partij had kunnen zijn gedaan. (Geroep: steun ze dan en had ze dan gedaanl. Zij houden geen verband mol de socialistische beginselen, die hier dus wel zeer arm blijken te zijn. Met één voorstel wil ^pr. een uitzonde ring maken, dat van optochten op Zondag, dat regelrecht indruischt legen "het Christen dom, terwijl bij de S. D. A. P. voor ieder plaats heel. Hierna schorsing: Avondzitting. De heer KNUTTEL meent, dat het belang rijkste punt bij deze beschouwingen is het gebrek aan belangstelling. Vanmiddag een, later drie. nu twee menschen op de tribune! Nu kan men zeggen, dat de arbeiders wei nig verwachten van den raad, maar ook. dat zij zich bij de zaken neerleggen. En toch, eerst wanneer zij we! belangstellen, kan men hen bereiken. Van de financiën i9 dit jaar weinig le zeggen. De begrooting is weer gedeftateerd als altijd,waarschijnlijk voor de laatste maal. Er is geen overschot, terwijl ieder weet, dat dit er komen zal. De verontwaardiging over kapitaalvluchl is wel wat bar, want deze maatschappij voedt daartoe immers juist op. Onze grens regeling leidt er toe mee, dat dit gebeurt. Hoe dwaas ook, van kapitalistisch standpunt bezien, is het logisch. Men wil dat juist, om de uiterste mate van zuinigheid te kun nen bereiken. Spr stelt dc cischen nooit afhankelijk van do financiën. Wanneer de arbeiders iets moeten hebben, geeft hij hun dat, al worden de belastingen hooger, voorop gesteld, dat de noodzakelijke levensaftrek f3000 wordt enz. Die kapitaalsvlucht zit niet alleen aan de belasting vast, doch ook aan de aantrek kelijkheid der stad, waarvoor de zuinig- heidsmenschen ook niets over hebben. Een ander groot punt is de werkloosheid. Zeker, er is vermindering, doch waarborgen tegen een terugslag zijn er niet. Zeif9 is in de bouwbedrijven al weer stijging merk baar. En ook in andere landen gaat het in dalende conjunctuur. Eén ding staat vast, het induslrieelc re- servcleger is aanmerkelijk gestegen en daar mede wordt heeleraaal niet gerekend, ook doordat de arbeiders zich niet doen gelden. Wat de werkverschaffing betreft, kan hij zich moeilijk geheel met den heer Van Stralen vereenigen. Beperking daarbij er- RECLAME. ivirUehAandett-Witiiehitoelett 7741 kent spr. toch niet. Tot grondwerk zal men zich niet mogen beperken, er ü:cet komen een industrieele bedrijvigheid. De woningbouw is niet aangeroerd, wel licht door de woningtelling en het voorbij zijn der grootste moeilijkheden, doch twee andere vraagstukken zijn er voor in de plaats gekomen, n.I. hoe krijgen wc goed- koope woningen en hoe raken we de krot ten kwijt. Daar zou de gemeente nog heel wat hebben le doen. En zoo gecompliceerd is hét niet, 'tkost alleen maar geld Nader gaat hij hierop in. Dan het onderwijs De lieer Verwcy vond r.og wel eenige verbeteringen, doch schijnt vergelen le zijn de jongste verslechterin gen, zoowel voor L. O. als M. O. Het ergste is, dat wij hier nog hebben de z.g stan denscholen. De bezwaren tegen de een- hcidsschool begrijpt hij niet. gezien Frank rijk cn Italië. Ten opzichte van de toelating wordt z. i. ook met twee maten gemeten. Er is één lichtpunt, dc bijzonder gunstige positie van het bijz. onderwijs, maar^ocli is het aantal leerlingen gedaald. Dat is iet- wal bemoedigend. Spr. komt nu tot zijn voorstellen, le. om f 10.000 te storten in het fonds voor het •wandelpark. Hij acht dit bedrag zeer ge ring, zelfs voor een begin van uitvoering, rnaar eenigszins in overeenstemming met de gift van den stichter van het fonds, die niet anders dan gunstig kan werken om meer giften te verkrijgen. 2e. een nieuw uitbreidingsplan voor de gemeente. Dc VOORZITTER wijst er op, dat dit in de secties niet is behandeld en dus zullen li. en W. daarop nu niet ingaan. Do heer KNUTTEL heeft tegen dit laatste geen bezwaar. Over de diverse voorstellen zal hij wei nig zeggen. Alleen steunt hij de levensmid delenvoorziening van gemeentewege op welk lerrein de gemeente z. i. nog veel heeft te doen. Wat medezeggenschap betreft, hij is er sterk voor, doch alleen als een verovering door de arbeiders, niet als een concessie. Dus kan hij met den heer Van Eek in dezen niet meegaan Tegen de meeste voorstellen heeft hij geen bezwaar. Wel legen dfc. waarin aan B en W. onderzoek wordt gevraagd. Dat onder zoek is toch negatief. Uit den stroom van voorstellen der S. D. A. P., ziet hij neiging tot mede-bcsluren en hij vreest tevens, dat liet hoofddoel, het voeren van den k!asst-n- slrijd. in gevaar komt. Van dien klassen strijd merkt spr dan ook al niet veel meer in de rede van mr. Van Eek, die hij nauw» critiseert. Hij wekt de Leidsche arbeiders op een9 te zien naar elders, waar veel grootere el lende is aangericht door het kapitalisme. De waarheid van Rusland begint meer en meer door te dringen, zie ook wat geschiedt in de koloniën over heel de wereld Daar aan moeien ook hier de arbeiders zich spie gelen. De heer BAART verdedigt zijn voorstel inzake een personeel-reserve', iet9, al datee rend van 1921, nader, 't Is zijn stellige overtuiging, dat er vooreerst niets van komt, wanneer dc raad zijn voorstel niet aan vaardt. Van de jopgsle wachtgeldregeling is wei nig terecht gekomen en dat heeft hem nog meer bewogen tot dit voorstel. Men laat de wachtgelders eenvoudig staan en laat vriendjes voorgaan Nu deze zaak aan het Werkliedenreglement is vastgekoppeld, vreest hij meer dan ooit uitstel, zoo geen afstel. Dat het voorstel niet op zijn plaati is, gelijk dc heer Heemskerk zeide, be strijdt hij. Dc heer WILBRINK brengt B. en W. hul- Uit '1 leven van den beroemden Engelschen deloclive -HERBERT PORTER. Vrij bewerkt naar het Engelsen door J. H. (Nadruk verboden). O' „Ja," antwoordde de jongen en .bekeek met zijn heldere oogen den schilder van het hoold tot de voeten. ..Mijnheer Goldoni riep mij, direct nadat hij getelefoneerd had. „Haat een auto." zei hij. „En heb je ook gehoord wat Baron Gol- dor.i door de telefoon zei?" „Ik hoorde alleen de laatste woorden, want ik kwam uit dc keuken en wilde naar dc lift gaan." „En wal zei de baron?" „Hij zei: de termijn is algeloopen. Ik rijd hu U weet wel waarheen. Daarop smeet hij den hoorn op het toestel; ik geloof, dat hij ontzettend woedend was, want hij keek verschrikkelijk nijdig. Daarop ging ik naar ?uiten om een auto te. halen." „Hadt je er direct een?" „Neen. Toevallig was er geen enkele laxl if zien. Het duurde bijna een kwartier vóór ik er een had." „Dus toen kwam je met den auto aanrij den Liep je de trappen cp?" Neen. Ik ging met de lift." „Prachtig. Je ging dus met dc- litt. Daarop tiopte je aan No. 217 en kreeg geen ant woord, Nadat je driemaal geklopt hadt, 'Pende ie de deur en.. .En daar lag de baron doodgeschoten op den grond." De detective knikte. „En bekijk nu dien mijnheer hier eens goed. Dien heb je zeker nog nooit in je leven gezien, nietwaar?" Wéér richtte de jongen zijn verstandige oogen op den schilder. Hij nam hem nog eens van top lot teen op en zei toen met vaste slem: „Jawel, dio mijnheer was gis teren hier." De detective wendde zich naar Kennedy en keek hem vragend aan. Daarop zei hij tot den jongen: „Weet je zeker, dat je je niet vergist?" De jongen schudde energiek van neen. „Absoluut niet, mijnheer. Die mijnheer daar gaf mij zijn kaartje en liet zich bij Baron Goldoni aandienen." „Heb je gelezen, wat op hel kaartje stond?" De jongen knikte. „Natuurlijk heb ik hel gelezen. Dat doe ik altijd." „En wat stond er op?" „Alleen een naam: John Kennedy." De detective fronste de wenkbrauwen en keek den schilder, die zweeg en zijn oogen neergeslagen hield, een oogenblik scherp aan. „Wat hebt U hierop te zeggen, mijnheer Kennedy?" „Die jongen moet zich vergissen," ant woordde de schilder. „Ik vergis mij niet." protesteerde de jon gen met nadruk. „Ik heb ook nog wat ge hoord; later namelijk, toen die twee samen weggingen, hoorde ik den baron zeggen: „Neen, mijnheer Kennedy, ik wacht tol morgenmiddag twee uur. Als dan niet..," Verder hoorde ik niets." Herbert Porter knikte. „Als U er niets te gen hebt, Mr. Kennedy, kunnen we nu wel naar Uw huis terugrijden." Tijdens den terugrit zaten de beide man nen zwijgend tegenover elkaar. Plotseling haalde de detective een blad papier uit den zak en vouwde het open. „De brief heb ik den zak van den overledene gevonden," zei rij. Ik zal hem U voorlezen: Ik verzoek U, om Uw bedreiging niet uit le voeren. Weest U zoo vriendelijk om in elk geval tot Donderdag den lóden Augus tus le wachten. Vóór 's middags twee uur ben ik beslist bij U om hot verlangde terug te brengen. Ik smeek U nogmaals om geen maatregelen le nemen. Deze brief is niet onderteekend; hij is met do schrijfmachine geschreven. Weet U or iets meer van?" De schilder schudde ontkennend het hoofd. „De brief is niet van mij." De detective drukte de lippen op elkaar. Daarop zei hij zacht: „Mr. Kennedy ik betrap U nu voor de tweede maal op een onwaarheid Ik heb namelijk, vóór ik naar Uw huis kwam, op Uw jonggezellenkamers oen klein onderzoek ingesteld. Daarbij is mij een blad papier in handen gevallen, waarvan de inhoud woordelijk met die van dezen brief overeenkomt Dat wit dus zeg gen: het is een doorslag van den brief, dien ik U daarnet heb voorgelezen. Daaruit con cludeer ik, dat U de schrijver van den brief bent. Enfin, ik zie, dat we er zijn." Kennedy opende hel portier van den auto. Met een verstrooid gebaar nam hij den hoed af en met langzame schreden ging hij op 'het huis toe. „Nog één ding Kennedy keerde zich doodeiijk verschrikt om. De detective stond achter hem. „Wanneer U tets mocht inval len, dat U meent mij ts moeten meedeelen. dan ben ik tol morgen twaali uur tol Uw beschikking in het Savoy-Hotel. Ik bedoel particulier ter beschikking. Morgenmiddag om twaalf uur treden de bevoegde autori teiten in mijn plaats." Het was den volgenden dag, even na elf uur, toen John Kennedy bij Herbert Porter binnentrad. De detective ging hem tegemoet en nam hem goed op. Hij was bleek en zag er uit alsof hij niet naar bed was geweest. Zijn oogen schitterden als dio van een koortslijder. „U hebt mij iels belangrijks le vertellen, zei ik," begon de detective. „Ja, mijnheer Porter," antwoordde de schilder. Hij liet zich vermoeid in een fau teuil vallen en terwijl hij de oogen sloot, zei hij met zachte stem: „Ik wil U de waarheid vertellen. Ik heb hem doodgeschoten." De detective knikte. „En do reden?" infor meerde hij. „Die wenseh ik niet te npemen." In de zittingzaal van de jury was hel slikvol van belangstellenden en nieuwsgie rigen bij de behandeiing van de zaak legen den bekenden en geforluneerden schilder John Kennedy, beschuldigd van moord op den Ilaliaanschen edelman Baron Goldoni. De lucht in de kleine rechtzaal was zwaar en bedompt; de atmosfeer was vol spanning en emotie; de tragische figuur van den la- lentvollen jongen man, wien het leven scheen toe te lachen om die op zijn huwe lijksdag deze onbegrijpelijke misdaad zou hebben gepleegd, wekte algemeen mede lijden. Het getuigenverhoor was in vollen gang- Er was juist een naam afgeroepen - „Luigi Rossi." „U was de secretaris van den over ledene?" „Ja." „Volgens het getuigenis van iemand van het hotelpersoneel ontving Baron Goldoni op 11 Augustus bezoek van den beklaagde. Hebt U dien gezien?" „Ja. Ik was in de kamer van den baron," antwoordde de getuige in uitstekend En- gelscb, toen Mr. Kennedy werd aangediend. Direct 'daarop kwam hij binnen cn ik zag hem vluchtig, terwijl ik de kamer verliet." „Herkent U den beklaagde als dc be wuste bezoeker?". De secretaris vestigde rustig zijn oogen op den schilder, die apathisch- in de beklaag denbank zat, en knikle bevestigend. „Ja, dat is de heer, die op 14 Augustus Baron Goldoni bezocht." „Uit het getuigenis van den hoteljongen zou men kunnen alleiden, dat er tusschen den overledene en Mr. Kennedy een kwestie heeft bestaan, die van groot gewicht moet zijn geweest, en die, naar we wel mpgen aannemen, in laatsto instantie de oorzaak van den dood van den baron moet zijn ge worden. Do beklaagde schijnt zich verbon den te hebben om vóór of op 15 Augustus den baron hel een of ander te verschaffen, wat hem blijkbaar niet gelukt is. Hebt U er eenig idee van, mijnheer Rossi, wat die zaak kan zijn geweest?" De Italiaan schudde ontkennend het hoofd. „Dan dank ik U. De volgende getuige: Barones Goldoni." Onder algetneene spanning trad de we duwe van den verstagene de rechtzaal bin nen ,een statige vrouw van ruim veertig jaar, in zwaren rouw gekleed. Haar gezicht was zeer bleek.. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5