No. 20167,
LEIOSCH DAGBLAD. Dinsdag 8 December
Tweede Blad. Anno 1925.
Gemeenteraad van leiden.
FEUILLETON.
3e Vallei der Verschrikking.
(Vervolg van gisteren).
De heer VAN ECK vervolgt:
De laatste fout bi> de grensregeling gc-
piaakt, wreekt zich. Alleen kleine particu
liere belangen kunnen er zich tegen ver
betten.
Spr. begrijpt, dat üegstgeest op zijn
jjchterste beenen zal gaan staan, doch dat
jaag z.i. geeD beletsel zijn.
Nog drie punten wil spr. aanvoeren: lo.
fcet wandelbosch, fctij had willen voorstellen
&000 te geven, maar hij heeft dit niet ge
daan om eerst af te wachten, wat de stich
ting zelf wil; 2o het houden van optochten
op Zondag. De overheid geeft hier een zeld
zaam staaltje van onverdraagzaamheid en
daarin is verandering beslist noodzakelgk.
iWottelijke bezwaren wijst hij af. (De
VOORZITTER vindt dat wel heel gemak
kelijk en verwijst naar arresten van den
Hoogen Raad). Tusschen den heer v. Eek
«ro den Voorzitter ontspint zich hierover
gen discussie, ook over de vraag of een
optocht met muziek al dan alet een wan
delend concert is. Wanneer de Voorzitter er
aog op wijst, hoe niet hij maar B. en W.
beslissen, zegt de heer v. Eekjawel, doch
U deelt de lakens nier uit. Elders mag het
ook wel, vervolgt de heer v. ECK, die dan
komt tot het laatste punt zingen op straat.
Togen zingen ls zeker niemand en het is
aangenaam, men hoort het graag.
De heer WILBRINK Had u dan maar
gezongen! (Luid gelach).
De heer DUBBELDEMANZing jij
•traks dan je rede.
De heer v. ECK begrijpt verbod van on
zedelijke liederen en zingen 's nachts doch
niet hetgeen bedoeld wordt in zijn voorstel,
dat hij nader verdedigt
Het veroordeelénd vonnis over dc be
grooting sluit met uit waardeering voor het
werk van B en W. Tusschen hem en hen
ligt een diepe klove, dat is het. Deze be
grooting wil handhaving van het kapitalis
me, waartegen ziin fractie haar strijd jui6t
richt.
De* heer SiJTHMA neeft een heel andero
opvatting van behandeling der begrooting
dan de heer Van Eek, die beter een pro
paganda had kunnen beleggen.
Spr. begint met zich aan te sluiten bij
C3D algemeéne opmerking vaP B. en W. in
het Sectieverslag, waariD ze zeggen, dat
zij vragen, opmerkingen en voorstellen,
waarover reeds vroeger de Raad een be
slissing Dam, met stilzwijgen zijn voorbij
gegaan. Hij zou wenscheD dat de Raad deze
gedragslijn ook ging volgen en zulke vraag
stukken uit het debat elimineerde. Ook on
der do voorstellen de vorige week ingediend
zijn er, die spr 's sympathie hebben, maar
voor zoover het bij voorbaat vaststaat, dat
zij met groote meerderheid zullen worden
vorworpen, is elk debat daarover onvrucht-
baar. Er zal tijd mee verloren gaan en kos
ten en andere voorstellen komen er mis
schien door in 't gedrang.
Komende tot het algemeen beleid van
11. en W. kan hij zich tot op zekere hoogte
aansluiten bij hen, die hen daarvoor hulde
brachten, al zou op net beleid van enkele
leden zekor wel gegronde critiek zijn uit
to brengen. Veel had hij als overtuigd de
mocraat ook dit jaar anders gewenscht
Maar als het beeld niet te krenkend was
voor het College, zou hij zeggen: „men
leest geen vijgen van distelen."
Juister gezegd, wij kunnen van een in
doorsnee conservatief college, als regel
geen democratische maatregelen, voorstel
len en praeadviezen verwachten. Daarom
zou het aanbeveling verdienen dat een de
mocraat uit de meest sterke fractie in den
Raad, die in de meeste gevallen andere de
mocraten achter zich zou hebben, in dit
college zitting nam. De houding der S.D.
A.P. in andere gemeenten, alsmede ten op
zichte van het landsbestuur, laatstelijk nog
gebleken, moet ook de Leidscho fractie ei
toe voeren een wethouderszetel te aanvaar
den. Het zou trouwens de consequentie zijn
van huD streven om in de verschillende
raadscommissies evenredig vertegenwoor
digd te worden
Daarom vraagt hij heden een bereidver
klaring van deze fractie om thans deel uit
te maken van het Dag. Bestuur. Men make
er zich niet af met te zeggen dat er thans
geen vacature is .Wanneer de bereidver
klaring komt, zal hoogstwaarschijnlijk één
uit het college van B. en W. zeggen: ,,ik
heb mijn tijd gehad, ik maak daarom plaats
voor u!" Zoo noodig zou daarvoor een
eenigszins zachten drank kunnen worden
uitgeoefend.
Laat de heer Van Eek thans het ook voor
zijn fractie verlossend woord spreken, waar
voor zijn partijgcnooteD hem mede dank
baar zullen zijn, meent spr.
Er komen naast do begrooting zelf een
aantal voorstellen aan do orde: verkeera-
verbetering enz., die, hoe wol ingediend
van de zijde der S. D.A.P., toch volmaakt in
de neutrale zone liggen. De meC3ten heb
ben ook de sympathie van spr.'s partijge-
noote en van hem zelf, doch hij wil thans
reeds verklaren dat zij deze voorstellen zul-
leD toetsen in het licht van de voor Leiden
bestaande financieele mogelijkheid.
Getuigen heeft zin, waar het principes
geldt, met zakelijke voorstellen moet men
practisch zijn en blijven op den beganen
grond.
Bij dc artikelen is er wellicht gelegen
heid dit nader to demonstreeren.
De heer WITMANS had gedacht, dat do
heor v. Eek niet weer het oude programma
zou hebben afgehandeld. Öjj heïft den heer
v. Eek echter met genoegen gehoord. Zjjn
par tg had ook wel met een paar moties kunnen
kernen, doch zg achtten dit onnoodig. Enkele
der S.D A.P. zal zgn fractie steunen, andere
niet; ook niet die voorstellen, die beoogen
B. en W. diligent te maken, waar zij dat
reeds zjju.
Het standpoint van rechts, zooals de heer
Wilmer dat uitte, acht spT. niet juist en
hij betreurt dit, vooral van de R.-K. fractie.
Van hulde of critiek op B. en W. zal hij
zich onthouden.
Do heer VERWEIJ acht het niet gemak
kelijk op onderwijsgebied eenige opmerkin
gen te maken, waar de wethouder zich steeds
aoo deskundig toonde in ieler opzicht. Wan
neer Llq dat toch doet, dan komt dat voort
uit aüder gezichtspunt. Beswaren als alfcgd
i heeft spr. tegen de standenscholen, waar
de wet de eenheidsscholen heelt mogelijk
gemaakt. De ontwikkelingsmogelijkheid van
alle kinderen moet z. L gelijk worden ge
steld, in 't belang van deze kinderen. Ook
de programma's voor U.L.O. en 7-jarige
klasse-scholen kunnen best gelijk zgn en
vandaar zgn aandrang tot uitbreidiog der
U.L.O.-scholen.
Te weinig aandacht wordt geschonken aan
school- en werktuinen; zie naar elders, waar
men financieel er zich voor interesseert. Van
bevordering van de nieuwe ideeën op oor
derwijsgebied riet spr. al zeer weinig. En
het contact tusschen de afdeehng Onüerwg§
en het personeel is gering, maar op invoering
van een onderwijsraad zal hg nog niet aan
dringen, daar hij voor mislukken in de hui
dige omstandigheden vreest.
Ten aanzien van het bewaarschool-onder
wijs zou hij ook gaarne wat meer voort
varendheid wenschen.
De heer EERDMANS wil slechts een
enkele opmerking maken ten aanzien van
Leiden als woonstad. Om Leiden als woon
stad aangenaam te maken is in de eerste
plaats noodig lage belastingen en daarom
raadt hg den Chr. Schoolbesturen aan niet
al te zeer te grgpen uit de stadskas, waar
tegen B. en W. rich niet kunnen verzetten.
Hij doet een beroep op hun verantwoorde
lijkheidsgevoel.
De heer WILMER: Totaal overbodig.
Mevr. v. ITALLIE wgst op een snik van
oua-wethouder v. d. Pot in het „Gemeene-
Dest", ook over het bijzonder onderv/gs,
waar intooming niet overjbodig is. De fout
ligt z. i. door scheiding tusschen bevoegd
heid en verantwoordelijkheidsgevoel
Met de S.D.A.P. is zij van meeniog, dat
getracht moet worden de autonomie der
gemeente geheel overeind te houden, ook
door aandrang der gemeente zelf.
Zg steunt haar partijgenoot wat de houding
tegenover de motie der S.D.A.P. betreft.
Do heer HEEMSKERK zal alleen over
de nieuwe voorstellen praten en wil zich
scharen aan de zijde van den heer Sytsma,
die zeide ten aanzien van de practische
voorstellen deze te zullen toetsen aan de
financieele mogelijkheid. Veel van die voor
stellen beteekenen practisch echter zoo wei
nig, naar hij nader uiteenzet, vaag als ze
zijc en dikwijls bg B. en W. aandringend
op urgentie, waar B. en W* z. i. mgent zijn.
Wat het voorstel Baart betreft, B. en
W. alleen kunnen een voorstel naar de com
missie van G. O. zenden, niet de raad.
Wat voor nut hoeft dus het voorstel?
De heer v. STRALEN wil nogj eens wijzen
op de groote ellende der werkloosheid, die
z. i. niet voldoende de aandacht van B.
en W. gem et. Uit alles bljjkt, dat de werk-
kosenzorg B. en W. niet na aan het hart
ligt. Zg gaan gesn stap verder dan de rijks
regeling, wat ook niet kan,* maar moeite
daarvoor wil deze raad ook niet zich geven.
Er bestaan echter nog wel andere mo
gelijkheden om de werkloosheid ce bestrij
den, zie naar enkele andere plaatsen, waar
bijzondere hulp wordt verleend aan uitge
putte gezinnen, door toelagen als anderszins,
cok cto&r nhdaeten, die wethouder Sanders
weigerde, als gevoerd langs sluipwegen, wat
rechtens niet mag. Hier is men geheel aan
dei schrielen Jtani en wil m^n niet anders.
Alles wordt ambtelijk en oflcieel bekeken
zonder hart en dat is zijn griof. Hoe hard
hulp noodig is, daarvan geeft spr. eenige
voorbeelden. Even schriel en zeer te slechter
faam bekend is het B. A.
De WETHOUDER: door uw misleiding.
De heer v. STRALEN zegt uooit zich
aan misleiding te nebben schuldig gemaakt,
alleen ronduit naar waarheid te hebben ge
zegd wat hij dacht. Wanneer het B. A
zijn taak goed volbracht, dan was er heei
wat anders. Hij Z3l het oogenblik zegenen,
dat het B. A. verdwijnt en deze tak van
zorg elders wordt ondergebracht, brjv. bg
den dienst voor sociale zaken.
Tijdig is gekeerd het uitschakelen van
bepaalde groepen uit de werkloozenzorg een
uilschakelen, waarnaar de wethouder hun
kerde! En dan de cokes-ondersteuning. Zijn
voorstel werd geweigerd.
Bij de sneeu\y-opruiming moest zelfs voor
één dag werk de 2/3 aftrek worden gehand
haafd.
't Is onwil, niets dan onwil van B. en W.
Hetzelfde geldt voor werkverschaffing door
B. en W. Zoo af en toe is er een kiein
-"werkje, maar verder komt men niet. Waar
om b.v. geen aandrang op het rijk uitge
oefend tot verbetering van den Haagweg?
Hij doet nu dit voorstel Dan is er de slechte
Haarlemmerweg, die toch te verbeteren is
met behulp der werkloozen. Er gebeurt
niets.
De VOORZITTER: Rijnsburgerweg, Zwem
bad etc. zijn nielsl
De heer v. STRALEN: was dat werkver
schaffing? En bovendien, al is het iets, het
is onvoldoende, terwijl er nog wel- wat is le
doen. Er zijn nog wel grachten te dempen
etc. 't Gaat hier met den slakkengang.
(Herhaaldelijk wordt geroepen: wordt dan
zelf wethouder). Vandaar zijn motie om B.
en W. lot meer ijver aan le zetten.
De heer ZUIDEMA brengt B. en W. hulde.
Er is niet alleen geadministreerd, ook gere
geerd. Gezien naar andere gemeenten, die
zuchten onder crisis-tekorten etc., is er alle
reden tot tevredenheid en dankbaarheid
zonder noodzakelijke dingen na te laten
zijn B. en W. rondgekomen en aan de vele
critiek mag dit wel eens gezegd.
Er is reden lot tevredenheid, doch nog
niet lot voldaanheid, want er is eenige re
den tot bezorgdheid door interen. Welis
waar zullen eenige inkomstposten meeval
len, maar of dat voldoende zal zijn? Spr.
wijst dan nogmaals op de hooge belastingen,
die verlaagd moeten worden, wil het Leiden
goed gaan. Van zwaarder treffen van de
hooge inkomens mag geen sprake zijn.
Reeds nu is de kapitaalvluchl aanzien
lijk. De goede communicalie-middelen be
vorderen deze vlucht. Door annexatie te
achterhalen is twijfelachtig en een langen
weg. Met die vlucht moet ernstig rekening
worden gehouden. Des heeren Van Eck's
halen bij de gegoeden acht spr. dan ook
zeer gevaarlijk. Voor den middenstand zou
het ook een slag zijn.
Wie werkelijk de arbeidersbelangen wil
dienen, moet belastingverlaging bevorderen
en daarom is hij liet eens met B. en W. dat
alleen die werken worden uitgevoerd, die
noodzakelijk zijn, niet, die wel wenschelijk
zijn zouden.
Een middel tot belastingverlaging ziet
spr. nog altijd in winst op de lichtfabrieken.
Zie ook naar het beleid van Wibaut in
A'dain, waarop hij uitvoerig ingaat.
Gaarne zal hij iedere poging tot belas
tingbetaling steunen.
Bij de diverse-voorstellen heeft niemand
zich aan kostenberekening gewaagd! Alleen
de heer Eerdmans sprak over de finantiën
ten aanzien van het bijz. onderwijs, doch
toen het de salarissen van het leerarenper-
soneel, zoo'n kleine groep, gold (van het
Openb. Onderwijs), was de heer Eerdmans,
trots de overtuigende rede van den wethou
der, voor de uitgifte van een ton! Gezien
de antecedenten van den heer E. verbaast
het trouwens niet.
Wat de S. D. A. P. betreft, het is van die
zijde een politieke winkel-etalage-lentoon-
slelling voor de reclame, die komen zal in
een brochure na afloop van de behandeling
der begrooting. Daarom had men dit alles
noodig. Hij vraagt, hoe de heeren aan het
geld voor hun voorstellen willen komen?
Verhooging van aftrek voor noodzakelij'k
levensonderhoud zou de inkomsten daar
vlak boven zwaarder treffen I En waarom
moet iemand met een klein kapitaaltje
zwaarder worden getroffen dan iemand, die
een pensioen gemakkelijk verwierf?
Dat er hier niets gebeurt voor sociale za
ken, zie de woningbouw etc.. zoodat er geen
reden is voor zoo'n critiek als van de over
zij, ook wat werkverschaffing betreft. Bij
den Haagweg b.v. zouden waarschijnlijk
geen Leidsche werklieden worden gebruikt
en kunnen werkloozen benut bij overwul-
ving van grachten? Allemaal gepraat dus.
En wat medezeggenschap betreft, op het
program der S. D. A. P., voor een gemeen
schappelijke regecring met andere partijen,
kwam het niet voort
Spr. hoopt, dat B. en W. niet ingaan op
den weg van uitbreiding der openbare be
waarscholen.
Bij al de voorstellen der S. D. A. P. is
geen een, die niet door een andere partij
had kunnen zijn gedaan. (Geroep: steun ze
dan en had ze dan gedaanl. Zij houden geen
verband mol de socialistische beginselen,
die hier dus wel zeer arm blijken te zijn.
Met één voorstel wil ^pr. een uitzonde
ring maken, dat van optochten op Zondag,
dat regelrecht indruischt legen "het Christen
dom, terwijl bij de S. D. A. P. voor ieder
plaats heel.
Hierna schorsing:
Avondzitting.
De heer KNUTTEL meent, dat het belang
rijkste punt bij deze beschouwingen is het
gebrek aan belangstelling. Vanmiddag een,
later drie. nu twee menschen op de tribune!
Nu kan men zeggen, dat de arbeiders wei
nig verwachten van den raad, maar ook.
dat zij zich bij de zaken neerleggen. En
toch, eerst wanneer zij we! belangstellen,
kan men hen bereiken.
Van de financiën i9 dit jaar weinig le
zeggen. De begrooting is weer gedeftateerd
als altijd,waarschijnlijk voor de laatste
maal. Er is geen overschot, terwijl ieder
weet, dat dit er komen zal.
De verontwaardiging over kapitaalvluchl
is wel wat bar, want deze maatschappij
voedt daartoe immers juist op. Onze grens
regeling leidt er toe mee, dat dit gebeurt.
Hoe dwaas ook, van kapitalistisch standpunt
bezien, is het logisch. Men wil dat juist,
om de uiterste mate van zuinigheid te kun
nen bereiken.
Spr stelt dc cischen nooit afhankelijk van
do financiën. Wanneer de arbeiders iets
moeten hebben, geeft hij hun dat, al worden
de belastingen hooger, voorop gesteld, dat
de noodzakelijke levensaftrek f3000 wordt
enz.
Die kapitaalsvlucht zit niet alleen aan
de belasting vast, doch ook aan de aantrek
kelijkheid der stad, waarvoor de zuinig-
heidsmenschen ook niets over hebben.
Een ander groot punt is de werkloosheid.
Zeker, er is vermindering, doch waarborgen
tegen een terugslag zijn er niet. Zeif9 is in
de bouwbedrijven al weer stijging merk
baar. En ook in andere landen gaat het in
dalende conjunctuur.
Eén ding staat vast, het induslrieelc re-
servcleger is aanmerkelijk gestegen en daar
mede wordt heeleraaal niet gerekend, ook
doordat de arbeiders zich niet doen gelden.
Wat de werkverschaffing betreft, kan hij
zich moeilijk geheel met den heer Van
Stralen vereenigen. Beperking daarbij er-
RECLAME.
ivirUehAandett-Witiiehitoelett
7741
kent spr. toch niet. Tot grondwerk zal men
zich niet mogen beperken, er ü:cet komen
een industrieele bedrijvigheid.
De woningbouw is niet aangeroerd, wel
licht door de woningtelling en het voorbij
zijn der grootste moeilijkheden, doch twee
andere vraagstukken zijn er voor in de
plaats gekomen, n.I. hoe krijgen wc goed-
koope woningen en hoe raken we de krot
ten kwijt. Daar zou de gemeente nog heel
wat hebben le doen. En zoo gecompliceerd
is hét niet, 'tkost alleen maar geld Nader
gaat hij hierop in.
Dan het onderwijs De lieer Verwcy vond
r.og wel eenige verbeteringen, doch schijnt
vergelen le zijn de jongste verslechterin
gen, zoowel voor L. O. als M. O. Het ergste
is, dat wij hier nog hebben de z.g stan
denscholen. De bezwaren tegen de een-
hcidsschool begrijpt hij niet. gezien Frank
rijk cn Italië. Ten opzichte van de toelating
wordt z. i. ook met twee maten gemeten.
Er is één lichtpunt, dc bijzonder gunstige
positie van het bijz. onderwijs, maar^ocli
is het aantal leerlingen gedaald. Dat is iet-
wal bemoedigend.
Spr. komt nu tot zijn voorstellen, le. om
f 10.000 te storten in het fonds voor het
•wandelpark. Hij acht dit bedrag zeer ge
ring, zelfs voor een begin van uitvoering,
rnaar eenigszins in overeenstemming met
de gift van den stichter van het fonds, die
niet anders dan gunstig kan werken om
meer giften te verkrijgen.
2e. een nieuw uitbreidingsplan voor de
gemeente.
Dc VOORZITTER wijst er op, dat dit in
de secties niet is behandeld en dus zullen
li. en W. daarop nu niet ingaan.
Do heer KNUTTEL heeft tegen dit laatste
geen bezwaar.
Over de diverse voorstellen zal hij wei
nig zeggen. Alleen steunt hij de levensmid
delenvoorziening van gemeentewege op
welk lerrein de gemeente z. i. nog veel
heeft te doen.
Wat medezeggenschap betreft, hij is er
sterk voor, doch alleen als een verovering
door de arbeiders, niet als een concessie.
Dus kan hij met den heer Van Eek in dezen
niet meegaan
Tegen de meeste voorstellen heeft hij geen
bezwaar. Wel legen dfc. waarin aan B en
W. onderzoek wordt gevraagd. Dat onder
zoek is toch negatief. Uit den stroom van
voorstellen der S. D. A. P., ziet hij neiging
tot mede-bcsluren en hij vreest tevens, dat
liet hoofddoel, het voeren van den k!asst-n-
slrijd. in gevaar komt. Van dien klassen
strijd merkt spr dan ook al niet veel meer
in de rede van mr. Van Eek, die hij nauw»
critiseert.
Hij wekt de Leidsche arbeiders op een9
te zien naar elders, waar veel grootere el
lende is aangericht door het kapitalisme.
De waarheid van Rusland begint meer en
meer door te dringen, zie ook wat geschiedt
in de koloniën over heel de wereld Daar
aan moeien ook hier de arbeiders zich spie
gelen.
De heer BAART verdedigt zijn voorstel
inzake een personeel-reserve', iet9, al datee
rend van 1921, nader, 't Is zijn stellige
overtuiging, dat er vooreerst niets van komt,
wanneer dc raad zijn voorstel niet aan
vaardt.
Van de jopgsle wachtgeldregeling is wei
nig terecht gekomen en dat heeft hem nog
meer bewogen tot dit voorstel. Men laat de
wachtgelders eenvoudig staan en laat
vriendjes voorgaan Nu deze zaak aan het
Werkliedenreglement is vastgekoppeld,
vreest hij meer dan ooit uitstel, zoo geen
afstel. Dat het voorstel niet op zijn plaati
is, gelijk dc heer Heemskerk zeide, be
strijdt hij.
Dc heer WILBRINK brengt B. en W. hul-
Uit '1 leven van den beroemden Engelschen
deloclive -HERBERT PORTER.
Vrij bewerkt naar het Engelsen door J. H.
(Nadruk verboden).
O'
„Ja," antwoordde de jongen en .bekeek
met zijn heldere oogen den schilder van het
hoold tot de voeten. ..Mijnheer Goldoni riep
mij, direct nadat hij getelefoneerd had.
„Haat een auto." zei hij.
„En heb je ook gehoord wat Baron Gol-
dor.i door de telefoon zei?"
„Ik hoorde alleen de laatste woorden,
want ik kwam uit dc keuken en wilde naar
dc lift gaan."
„En wal zei de baron?"
„Hij zei: de termijn is algeloopen. Ik rijd
hu U weet wel waarheen. Daarop smeet
hij den hoorn op het toestel; ik geloof, dat
hij ontzettend woedend was, want hij keek
verschrikkelijk nijdig. Daarop ging ik naar
?uiten om een auto te. halen."
„Hadt je er direct een?"
„Neen. Toevallig was er geen enkele laxl
if zien. Het duurde bijna een kwartier vóór
ik er een had."
„Dus toen kwam je met den auto aanrij
den Liep je de trappen cp?"
Neen. Ik ging met de lift."
„Prachtig. Je ging dus met dc- litt. Daarop
tiopte je aan No. 217 en kreeg geen ant
woord, Nadat je driemaal geklopt hadt,
'Pende ie de deur en..
.En daar lag de baron doodgeschoten
op den grond."
De detective knikte. „En bekijk nu dien
mijnheer hier eens goed. Dien heb je zeker
nog nooit in je leven gezien, nietwaar?"
Wéér richtte de jongen zijn verstandige
oogen op den schilder. Hij nam hem nog
eens van top lot teen op en zei toen met
vaste slem: „Jawel, dio mijnheer was gis
teren hier."
De detective wendde zich naar Kennedy
en keek hem vragend aan. Daarop zei hij
tot den jongen: „Weet je zeker, dat je je niet
vergist?"
De jongen schudde energiek van neen.
„Absoluut niet, mijnheer. Die mijnheer daar
gaf mij zijn kaartje en liet zich bij Baron
Goldoni aandienen."
„Heb je gelezen, wat op hel kaartje
stond?"
De jongen knikte. „Natuurlijk heb ik hel
gelezen. Dat doe ik altijd."
„En wat stond er op?"
„Alleen een naam: John Kennedy."
De detective fronste de wenkbrauwen en
keek den schilder, die zweeg en zijn oogen
neergeslagen hield, een oogenblik scherp
aan.
„Wat hebt U hierop te zeggen, mijnheer
Kennedy?"
„Die jongen moet zich vergissen," ant
woordde de schilder.
„Ik vergis mij niet." protesteerde de jon
gen met nadruk. „Ik heb ook nog wat ge
hoord; later namelijk, toen die twee samen
weggingen, hoorde ik den baron zeggen:
„Neen, mijnheer Kennedy, ik wacht tol
morgenmiddag twee uur. Als dan niet..,"
Verder hoorde ik niets."
Herbert Porter knikte. „Als U er niets te
gen hebt, Mr. Kennedy, kunnen we nu wel
naar Uw huis terugrijden."
Tijdens den terugrit zaten de beide man
nen zwijgend tegenover elkaar. Plotseling
haalde de detective een blad papier uit den
zak en vouwde het open. „De brief heb ik
den zak van den overledene gevonden," zei
rij. Ik zal hem U voorlezen:
Ik verzoek U, om Uw bedreiging niet uit
le voeren. Weest U zoo vriendelijk om in
elk geval tot Donderdag den lóden Augus
tus le wachten. Vóór 's middags twee uur
ben ik beslist bij U om hot verlangde terug
te brengen. Ik smeek U nogmaals om geen
maatregelen le nemen.
Deze brief is niet onderteekend; hij is met
do schrijfmachine geschreven. Weet U or
iets meer van?"
De schilder schudde ontkennend het hoofd.
„De brief is niet van mij."
De detective drukte de lippen op elkaar.
Daarop zei hij zacht: „Mr. Kennedy ik
betrap U nu voor de tweede maal op een
onwaarheid Ik heb namelijk, vóór ik naar
Uw huis kwam, op Uw jonggezellenkamers
oen klein onderzoek ingesteld. Daarbij is
mij een blad papier in handen gevallen,
waarvan de inhoud woordelijk met die van
dezen brief overeenkomt Dat wit dus zeg
gen: het is een doorslag van den brief, dien
ik U daarnet heb voorgelezen. Daaruit con
cludeer ik, dat U de schrijver van den brief
bent. Enfin, ik zie, dat we er zijn."
Kennedy opende hel portier van den auto.
Met een verstrooid gebaar nam hij den hoed
af en met langzame schreden ging hij op
'het huis toe.
„Nog één ding Kennedy keerde zich
doodeiijk verschrikt om. De detective stond
achter hem. „Wanneer U tets mocht inval
len, dat U meent mij ts moeten meedeelen.
dan ben ik tol morgen twaali uur tol Uw
beschikking in het Savoy-Hotel. Ik bedoel
particulier ter beschikking. Morgenmiddag
om twaalf uur treden de bevoegde autori
teiten in mijn plaats."
Het was den volgenden dag, even na elf
uur, toen John Kennedy bij Herbert Porter
binnentrad. De detective ging hem tegemoet
en nam hem goed op. Hij was bleek en zag
er uit alsof hij niet naar bed was geweest.
Zijn oogen schitterden als dio van een
koortslijder.
„U hebt mij iels belangrijks le vertellen,
zei ik," begon de detective.
„Ja, mijnheer Porter," antwoordde de
schilder. Hij liet zich vermoeid in een fau
teuil vallen en terwijl hij de oogen sloot,
zei hij met zachte stem:
„Ik wil U de waarheid vertellen. Ik heb
hem doodgeschoten."
De detective knikte. „En do reden?" infor
meerde hij.
„Die wenseh ik niet te npemen."
In de zittingzaal van de jury was hel
slikvol van belangstellenden en nieuwsgie
rigen bij de behandeiing van de zaak legen
den bekenden en geforluneerden schilder
John Kennedy, beschuldigd van moord op
den Ilaliaanschen edelman Baron Goldoni.
De lucht in de kleine rechtzaal was zwaar
en bedompt; de atmosfeer was vol spanning
en emotie; de tragische figuur van den la-
lentvollen jongen man, wien het leven
scheen toe te lachen om die op zijn huwe
lijksdag deze onbegrijpelijke misdaad zou
hebben gepleegd, wekte algemeen mede
lijden.
Het getuigenverhoor was in vollen gang-
Er was juist een naam afgeroepen - „Luigi
Rossi."
„U was de secretaris van den over
ledene?"
„Ja."
„Volgens het getuigenis van iemand van
het hotelpersoneel ontving Baron Goldoni
op 11 Augustus bezoek van den beklaagde.
Hebt U dien gezien?"
„Ja. Ik was in de kamer van den baron,"
antwoordde de getuige in uitstekend En-
gelscb, toen Mr. Kennedy werd aangediend.
Direct 'daarop kwam hij binnen cn ik zag
hem vluchtig, terwijl ik de kamer verliet."
„Herkent U den beklaagde als dc be
wuste bezoeker?".
De secretaris vestigde rustig zijn oogen
op den schilder, die apathisch- in de beklaag
denbank zat, en knikle bevestigend. „Ja,
dat is de heer, die op 14 Augustus Baron
Goldoni bezocht."
„Uit het getuigenis van den hoteljongen
zou men kunnen alleiden, dat er tusschen
den overledene en Mr. Kennedy een kwestie
heeft bestaan, die van groot gewicht moet
zijn geweest, en die, naar we wel mpgen
aannemen, in laatsto instantie de oorzaak
van den dood van den baron moet zijn ge
worden. Do beklaagde schijnt zich verbon
den te hebben om vóór of op 15 Augustus
den baron hel een of ander te verschaffen,
wat hem blijkbaar niet gelukt is.
Hebt U er eenig idee van, mijnheer
Rossi, wat die zaak kan zijn geweest?"
De Italiaan schudde ontkennend het hoofd.
„Dan dank ik U. De volgende getuige:
Barones Goldoni."
Onder algetneene spanning trad de we
duwe van den verstagene de rechtzaal bin
nen ,een statige vrouw van ruim veertig
jaar, in zwaren rouw gekleed. Haar gezicht
was zeer bleek..
(Wordt vervolgd).