Ijsvermaak Voor de tweede maal. No. 20165. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 December Derde Blad. Anno S925. geeft ruwe huid geneest, FEUILLETON. BUITEIïL. WEEKOVERZICHT. Het Loc&rcc-verdrao ia onder- ieekend Briand houdt zich staande Regeeringscrisis «n 'duitschland, i'sjecho-Slowakije Onzekerheid in Polen en Spanje Mussolini geldmaker. Wederom ia Londen getuige geweest van ©en historische gebeurtenis: do ondertec- iening van het Locarno-verdrag. Weder om, omdat to Londen immers ook het fraaio resultaat dei Dawes-rapporten destijds werd bereikt, niet waar l3e stad der mist schijnt de sfet r bij uitstek te scheppen, be- noodigd voor zulke „groote" gebeurlijkhe den. inderda :d groot mag men toch noe, men, hetgeen be eikt is in beide gevallen. Hebben de D ives-rapporten de financieele yraagstukken, die zoolang een voorwerp van de heftigste tweedracht waren, gere geld. Locarno doet dat met het veiligheids vraagstuk, zonder regeling waarvan Frank rijk beslist nimmer aan een Europeesch concert had willen deelnemen. Want dit is het uiteindelijk doel van het Locarno-ver drag Een Europeesch concert, waartoe noodzakelijk in een samenwerking en liar^ Qiomo in volslagen eendracht en eenheid van klank.' Laarvoor is te Londen het fun dament gelegd,- misschien zelfs pas de eer ste toebereidselen. Maar men is algemeen met de beste voornemens bezield om tc werken aan de vervolmaking van wat is tot stand gebracht. En dus mag men goeden moed hebben, dat het keerpunt 'sinds den vrede" van Versailles is bereikt iloe kort geleden do ratificatie van Lo- 'oarno pas achter ous ligt, toch zijn er ui enkele symptomen van ,,'t Kan vcrkceren" duidelijk waar toe nemen. .Noemen we als frappantste daarvan, dat in het Engelsche Lagerhuis een minister op gezag van den Duitschen rijkskanselier iets ontkent. In dit geval wel een kleinigheid, maar niette min typeert dit toch den toestand wel. En de kleinigheid" heeft zich tot voor kort weten te handhaven, d.L de bewering, dat tijdens den oorlog de Duitschers uit hun lijken vet brandden voor oorlogsdoelein den Als zichtbaar resultaat brengt Locarno direct de ontruiming der Keulsche zone, Waarmee reeds een aanvang is gemaakt en het schijnt, dat zelfs Briand niet heclcmaal ontoegankelijk is geweest voor den aan drang der Duitsche delegatie om ook het overige Rijnland nu in sneller tempo to ontruimen. Logisch geredeneerd is daar ook alle reden voor. nu de veiligheid van Frankrijk is gegarandeerd en de schadever goeding geregeld. Doch al te vlug zal het zoover toch denkelijk nog wel niet komen. Er zijn nog allerlei gevoeligheden te ont zien en allerlei kleine en grootere klippen te ontzeilen in de ouderlingo verhoudin gen. En daarnevens in de diverse landen zelf. Hoe weinig heeft het gescheeld, of het nieu we Fransche kabinet Briand was ook al weer gevallen 1 .De financieele voorstellen, waarvoor iedere regeering in Frankrijk had gestaan om het allereerst in orde te bren gen," zijn ternauwernood door de Kamer aanvaard en feitelijk alleen door het ge zag, dat Briand in diverse kringen nog altijd heeft. Zonder datIn tegenstelling met Briand's voorganger, die als minister van oorlog is teruggekeerd achter de re- gccnngstafel, schijnt Briand in den Senaat niet zulk een zwaar verzet te 'ondervinden en schijnt derhalve de financieele regeling van Loucheur vooreerst safe. Met opzet zeggen wc schijnt, want volslagen zeker- heidontbreckt daaromtrent nog ten ecnen- male en een onverwachte wending kan alles omver werpen van wat thans als waar schijnlijk is aan te nemen. En zoo'n onver wachte wending moet niet heclcmaal uit gesloten worden geacht, daar de veilig stelling van de .franc, dio toch eigenlijk doel is der regeoringsactie, lang niet ver zekerd is, trots het aangenomen wetsont werp. Hals over kop is Briand er voor uit Lon den teruggekeerd, om zich als premier a.m liet parlement voor te stellen en óm door zijn persoonlijken nvloed zijn minister van financiën te steunen. Dc Duitsche gedelegeerden hadden niet zoo'n haast rl was ook hun tijd eenigszins beperkt. Luther en Stresemann kwamen im mers te Londen feitelijk als demissionairo ministers van morgen. Welk morgen ver moedelijk heden zal zijn. Voor Stresemann staan de kansen gunstig om aan te blijven, voor Luther zijn ze weliswaar gestegen, maar niet zoo mooi. Komt het toch tot dc groote coalitie in Duitschland, dan zal Lu ther plaats moeten maken voor een ander om wellicht gelijk Painlevó «3n een of ander departement terug te keeren Slaagt men er echter niet in, de combinatie van Duitsche Volkspartij tot en met so ciaal-democraten to herstellen, dan bestaat de mogelijkheid van aanblijven van Luthcr als rijkskanselier. Gezien deu vooruitgang der communisten bij enkele verkiezingen zijn de socialisten wel eenigszins huiverig voor regeeringsveraatwoordelijkheid, ge deeld met zoover aaar rechts staaflden als de Duitsche Volkspartij is. Voor Kerstmis zal Duitschland echter wel een nieuwe regeering tiebben, al zal het af wikkelen der moeilijkheden niet meevallen. Voor Duitschland ia zoo'n regcoringscrisis altijd gewichtig. Er zijn ochter landen, voor wie 't zelfde geldt. We behoeven zelfs niet eens ver te gaan I Verder kan men het zeggen van Tsje- cho-Slowakije, waar het kabinet-Svehla na do verkiezingen is afgetreden, zooals daar de wet voorschrijft en zelfs in zeker op zicht nog van Polen, al heeft dit een kabi- net-Skrzynski. Zeer twijfelachtig is toch, of dit ministerie zieb zal kunDen handha ven, waar do Poolsche zlota al verder en verder daalt En niet ieder land heeft oen Mussolini, die, wanneer het noodig is, zegt: ik wil een millioen hebben en er dan in minder dan geon tijd twee heeft. Zoo ging het den Italiaanschen dictator, die op deze wijze do schuldregeling met Amerixa financieel buiten bezwaar van 's lands schatkist in orde bracht. De Spaansche dictator is af en aan, al naar men wil. Het directorium is officieel afgetreden, maar er is teruggekeerd een z.g. gewone regeering met Primo de Rivera aan 't hoofd. Wat dat procics beduidt! Het is nog allesbehalve duidelijk en nadere bij zonderheden zijn wel gcwenscht. Zoo heeft ieder land bijkans zijn moei lijkheden, crisis of wat ook. Zelfs in de lan den, waar z.g. vasto regeeringen zijn als in Engeland, kraakt het soms, zie de eeuwige Iersche kwestie, al heet dio weer opge lost, enz. Het proces van gravin Bothmer De geheimzinnige glimlach. De „edelstcn der natie". Eea ongelukkige vrouw.' Javanen in Berlijn. Berlijn, einde November. Een merkwaardig proces heeft v.cken lang de Berlijners m spanning gehouden. Reeds do vorige maand maakte ik in een ,,Berlijnsche brief" melding van do geheim zinnige affairo van gravin Bothmer in Pots dam, die toen bekend geworden was, zon der dat toen reeds vast stond, of het ge recht zich met deze kwestie bezig zou hou den. Intusschen werd datgene, wat men in October nog nauwe.ijks voor mogelijk ge houden had in November tot een feit: Gra vin Bothmer stond, beschuldigd van dief stal in meerdere gevallen, voor de recht bank. Nog sterker: ze werd na beraadsla gingen, die eindeloos gerekt werden, cn dio door dc geheele bevolking met hartstochte lijke belangstelling gevolgd werden, tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld. Men kan echter niet zeggen ,dat de voias- meeuing het met dit oordeel geheel eens was. Dat? was do nieuwe verrassing,, die het procos opleverde In het algemeen was het publiek tegen de gravin vooringenomen. Men zeide tot zichzelfhet ie een eisch van gerechtigheid, dat ook een hooggeboren clame voor ecu vergrijp gestraft wordt, waarvoor jaar in jaar uit ontelbaro manneu en vrouwen uit do onderste lagen der maat schappij in de gevangenis komen, zonder dat mèn er eon woord over vuil maakt. Toen het proces begon, was de houding der gravin niet bepaald geschikt, sympathie voor haar op tc wekken. Ze gebruikte eeu verdedigingsmiddel, dat weliswaar origi neel was en dat succes had, omdat hot dc geheele gerechtszaal in een eigenaardige verwarring bracht, maar dat niet aange naam aandeedze glimlachte glimlachte onophoudelijk, aan één stuk door, ze glim lachte bij allo vragen van den president en bij alle getuigenverklaringen. Do toe schouwers van het ongewone drama braken zich het hoofd over de vraag, wat dit glim lachen te beduiden had. Was het een uit drukking van onschuld 1 Of vau geraffi neerde berekening? Of van lichtzinnigheid t Men weet het thans nog niet. Want nie mand kan Verklaren, dat, hoezeer dc bewij zen zich ook tegen de beklaagde opstapel den, do diefstalschuld van de gravin werke lijk bewezen is. Do twee voornaamste gevallen vormden de kern van de aanklacht. Eens zou gia- vin Bothmer uit-het huis van een kennis, een heer uit de voorname Potsdamsciie kringen, dc Geheime Oberjustizrnt Rieck, een reeks waardevolle voorwerpen ont vreemd hebben. Maar de heer Rieck zelf verzette zich voor de rechtbank tegen de veronderstelling, dat zijn lieve, elegante vriendin, die hij als een vader toegedaan is, met het „verdwijnen van zijn tapijten, zilveren voorwerpen cd porcclein iets uit staande kon hebben en hij spande zich in, om iedere argwaan, die op haar rustte, weg te nemen. Het bleek, dat hij, meneer Rieck, nooit iict verhes van zijn eigendom men zou aangegeven hebben, als hij gewe ten had, dat hij daaidoor de gravin in ver legenheid bracht. Het tweede geval had bo- trekking op zonderlinge gebeurtenissen ui do badplaats Polzin in Pomraeren, waar een kennis van de gravin eveneens cer.igc voor werpen on kleinere geldsommen vermist had. Nu gebeurde iets zeer wonderlijks. Er meldde zich een arbeider aan, die verklaar de, dat hij het geweest was, die in Polzin deze kleine diefstallen begaan had. Voor het gerecht echter wérd bewezen, dat de- arbeider de dief niet geweest kon zijn, om dat hij in den bewusten tijd zelf jn een gevangenis een straf onderging. De zonder linge heilige, Stange genaamd, gaf dit ook toe cn verklaarde, dat hij zich uit vrije wii ter beschikking van de gravin had gesteld, om haar uit haar dilemma to helpen cn dat hij van haar ook kleine geldsommen ontvan gen had, die hij als voorschot voor zijn reii naar Berlijn beschouwd had; in het geheel tachtig mark Deze gebeurtenis maakte op de rechters indruk. De president hield de gravin voor, dat ze klaarblijkelijk den tot een dienst* bereiden Stange geld gogeven had, omdat zo zich schuldig voelde. Maar wie ter wereld, vroeg men zich af, zou, al werd hij ook maar van een diefstal ver dacht, niet met beide handen het geschenk- van het noodlot aangrijpen, dat een ander ten tooncelc verschijnt cn zich als dief aan geeft! Men kan niet zeggen, dat voor iemand, die dc behandeling van het procefl objectief gevolgd heeft, door deze getuige nis dc schuld van do gravin in dit Polzincr geval bewezen is. Daarentegen ontrolde het proces ccn eenigszins onbehagelijk beold van de per soonlijkheid van de beklaagde. Men leerde een typische vertegenwoordigster van dc oude adellijke families kennen, die in de economische chaos van do laatste jaren de financiëele basis van hun vroegere leven verloren hebben, maar van de oude ge woonten van het leven ccner bevoorrechte kaste geen afstand doen kunnen. Gravin Bothmer had voor haar weliswaar niet ver kwistende, maar toch wel haar begrooting overschrijdende luxe uitgaven voor haar toiletten, reizen en genoeglijko afwisselin gen, moer geld noodig dan haar man, ccn regecrings-ambtenaar, ter beschikking kon stellen. Daarom werden allerlei bedragen tegen hooge, bijna tegen woekerrente go- RECLAME. 7660 loend. En het lijdt geen twijfel, dat hefc haar moeite kostte, deze rente te betalen en dan het geld zelf af te lossen. Het is mogelijk, dat ze in vertwijfeling over dea pijnlijken toestand, waarin zo geraakt was, hier en daar tot kleino oneerlijkheden haar toevlucht nam. Mogelijk maar niet be* slist bewezen. En niemand, dio de vrouw gezien heeft, toon zo het vernietigende oor deel vernam, niemand die hoordp, hoe zc in naam van haar kinderen die men op een weinig teergevoelige wijze als getuigen tegen de moeder had opgeroepen cn wat nog dicpereu indruk maakte, in naam van 'n nog ongeboren kind, dat ze binoen enkele maanden het leven schenken zou, haar on schuld staande hield niemand van de toe schouwers, dio dit moe beleefden zou de verantwoordelijkheid voor het vonnis op zich genomen willen hebben. Het staat vast, dat do rechters naar hun beste weten en handelende naar den in druk, dien zc van den gang van het proces gekregen hadden ,hun oordeel velden. Maar wie dc geheele zaak onbevangen onder zoekt, kan het idee niet van zich afzetten, dat hier een rechterscollcgo uit vrees, een ..gravin" schoon to wasschen van de tegen haar gerezen verdenking, geneigd was, strenger to oordcolen, dan het aanwezige materiaal het cischto. Men vertelt, dat juist do aristocratische kringen van Potsdam, die zich in hun aanzien door deze affaire bedreigd achten, op zeer duidelijke en zeer" wreede wijze toonden niets meer met gravin Bothmer te doen te w-'len hobben; er zijn uit dezo kringen stemmen opgegaan, dio van een mildo beoordecling niets weten wilden. Ook de officier van justitie zeide in zijn pleidooi, dat het feit, dat do beklaag de tot do edelstcn der natie" behoorde, verzwarend werkto dat was nog oen aan knooping aan oon langen tijd geleden door koizer Wilhelm II gesproken woord, dat reeds toentertijd bij het volk ernstige te genspraak wekte. Men kan dan ook het ge voel niet van zich afzetten, dat bij' dit pro- Een Sint-Nicolaas-vertelling. door TINE BRINKGREVEWICHERINK. Sinterklaasavond Het was al laat, in de meeste gezinnen Lad óe vreugde het hoogtepunt al bereikt, zat men om de tafel, met gloeiende wangen cn tintelende oogen, werd geen luid gebel aan de voordeur meer verwacht, dat een of an dere verrassing zou kunnen brengen. De drukte op straat van zich voortspoedende ■nenschen, met geheimzinnige pakjes onder den arm, was ook afgeloopen. Dirk Wietze ging huiswaarts; zijn dag taak was geëindigd. Hij wa9 loopknecht in oen ijzerwinkel, had vanavond nog heel wat- aïgesjouwd, waar practische huisvaders en moeders bij zijn patroon toch ook nog cadeautjes hadden gekocht, die meer nuttig lan sierlijk waren- een rolschuier, een nik- telen warmwaterkruik, een glanzcld gelakte broodtrommel en meer dergelijks. Nu had hij het laatste pakje onder den arm, omdat de familie, waar het bezorgd moest worden, zijn kant uitwoonde, en het nogal ver uit de huurt was, kon hij het meteen aanreiken en dan naar huis gaan. Dirk Wielzes gedachten waren niet van de aangenaamste: hij was moe, doodmoe, het linkerbeen trok een beetje. Nog had hij een betrekking, al was het ook een schraal loon, dat hij verdiende; met Nieuwjaar was het afgeloopen Slapte in dc zaken; och, hij begreep het wel, de patroon had het ook niet .gemakkelijk, ook zijn zorgen. Telkens, als hem iemand passeerde, die een pakje droeg, of hij kwam langs een wo ning, van waaruit het gelach en gejubel tot hem doordrong, groefde zich een bittere trek om zijn mond. Hij behoefde niet bang te zijn dat er thuis iets voof hem zou komen, een verrassing hem zou wachten. Sedert tien jaar geleden Marie, zijn vrouw, gestorven was. was er weinig vreugde meer in zijn leven geweest. Twee kinderen hadden zij, eea zoon en ccn dochter. Hij wist het wel, teen Janna die zich in haar dienst Jeanne 'iet noemen naar Amsterdam ging in be trekking. dat bet verkeerd moest gaan. Maar bij stond cr machteloos tegenover: zij was drie en twintig, kon haar zin volgen. In die vier jaren was zij een enkelen keer overgeweest: zij droeg zijden kousen, hoog gehakte glimmende schoentjes en een blouse zoo dun. dat je er net zoo goed geen had aan kunnen trekken. Toen hij er iets van zei, lachten zij hem uit. Nu had hij al in maan- Gen niets gehoord. Hij wist en begreep, dat verloren was voor hém vooral. En zijn zoon, met zijn hebzuchtige kattige vrouw, waar hij niet tegen op kon! Sedert er niets meer te haien was in zijn kleine, ar moedige woning, sedert zij alles, wat nog eenigszins op luxe geleek een mahonie houten kastje, een hangklok, wat vazen, een paar kleedjes van hem afgetroggeld had den, hadden zij vader niet meer noodig. Met Lena, Piëta vrouw, had hij toen eens woor den gehad, door haarzelve uitgelokt. Nu zag hij ze niet meer, was zij meteen van zijn Zondagsche bezoeken af, waar het een ge woonte geworden was na Marie's dood, dat hij er dan ging eten. Was het wonder, dat Dirk Wietzes stem- nr.ing somber was? Zijn weg voerde hem nu door een villa park, en ineens werd zijn oog getrokken door een pakje, dat op een stoep stond. Het was een groote, dubbele villa; alles was er donker, geen licht brandde achter gordijnen of in de gang. Zeker was hot pak daar neer gezet, hard aan de bel gerukt, cn de bren ger had zich haastig verwijderd, niet afge- I wacht, of de deur ook geopend werd. Het stond daar nu, ieder, die er langs kwam, kon h»>t meenemen. Langzaam liep hij voorbij liet lick, dat het voortuintje afsloot, schuw keek hij op zij, toen nog -eens achterom. Het pak stond daar, tartend, ais in afwachting, dat een hand hel zou opnemen, j Een minuut of tien verder gaf hij zijn boodschap af, moest gedeeltelijk denzelfden weg weer terug, nog juist langs het huis. Al van verre keek hij, mei spanning, naar j dc sloep bij de deur. het stond er nóg. Toen welde er iets opstandigs in hem om hoog: waarom zou hij het niet meenemen? Die rijke meneer uit dat groote, deftige huis zou genoeg gekregen hebben, zat misschien bij oesters en champagne in vroolijk gezel schap, het feest te vieren. Hij was alleen, niemand wachtte hem, en hij kreeg niets. Geen mensch was in den omtrek tc zien. Hij was hel "hek al binnen, bukte zich, om het pakje op te nemen; door het schuiven van zijn arm langs den deurpost gaf de bel een rinkelend geluid. Hij schrok plotseling, zoodat zijn hart heftig begon te kloppen. Trillend over al zijn leden bleef hij even staan: als er iemand kwam, wel, dan kon hij net doen, alsof h ij het hier moest be zorgen. Maar in huis was geen beweging te be speuren. Het, pak onder den arm liep hij nu zoo gejaagd hij &>n: hot linkerbeen sleepte hij zoo'n beetje mee. Juist sloeg dc torenklok tien uur. Eindelijk ontsloot hij de deur van liet lage armoedige huisje, dal slechts een Kamer en een keukentje en c-en vliering bevatte. Met bevende vingers ontstak hij licht in de oude petroleumlamp -met den gebarsten ballon, die boven de kale tafel bengelde. Toen be keek hij het, in grijs papier gewikkelde, pak, dat den vorm van -een sigarenkist verried, nauwkeurig. Een adres stond er op goschra* ven. Bij liet schaar&chc, flakkerende licht kon hij het slechts met moeite ontcijferen. Nu werden zijn oogen groot, onnatuurlijk groot, een kreet ontsnapte aan zijn lippen. Een oogenblik stond hij roerloos, zakte toen neer op een stoel bij tafel, cn logde het hoofd op de armen, terwijl hij, ineens, luidop snikte. Hot adres luidde: Den HoogEdelGestr. Heet Professor I. A. Bellens, Villapark 21, Alhier. En alsof er een gordijn werd weggescho ven alsof vele, vele jaren wegvielen, zag hij zichzelf plotseling terug al9 zestienjarige jongen, met zijn moeder, die weduwe v/as en sukkelend, in het dorp in den Gelder- schen Achterhoek. Hij was knechtje bij den kruidenier, een man, die dronk, die nergens naar omkeek, en hem, den jongen, voor al les liet opdraaien, over alles liet gaan. Het loon was karig, de baas ruw en onverschillig en thuis was armoe; moeder steeds sukke lend. Eén keer was de verleiding hem *e machtig geworden, hij had zich twee rijks daalders toegeëigend uit de la. Er. het werd ontdekt. Dicnzelfden avond k^ara de baas, niet geheel nuchter, bij hem thuis; moedor zat in oen leunstoel, een kussen in den rug, zwakjes bij tafel. Zóó, dat hij den baas zag. wist hij het: zijn voeten waren als lood, zijn tong was verlamd Ontkennen kon hij niet, ook al had hij gewild Schel dend. dreigend stond de man in het armos- dig vertrek: hij zou het aangeven, hij liet het er niet bij zitten: wie weet, voor hoe veel de jongen hem al bestolen had zonder dat hij het gemerkt had! Toen ging in eens de deur open. De dokter, die juist in de buurt moest zijn, liep nog eens langs, kwam meteen even naar moeder kijken. In enkele minuten was hij op de hoogte, keek van den een naar den ander: naar den woedenden baas met het hoogrocde gezicht, den doods- bleekcn jongen en de bijna machtelooze vrouw in den leunstoel. Hij was nog een jonge man, het dorp was zijn eerste stand plaats. maar de menschen droegen hem op de handen. „Die zal het ver brengen in de wereld", zeiden ze. Zwaar legde hij eensklaps zijn liand op den schouder van den jongen. „Laat de zaak rusten. Bakkers!" zei hij. „Die paar rijksdaalders krijg je Yan mij terug, 't Is de eerste keer, dat het gebeurd is, dat voel ik. en 't zal nooit weer ge beuren. Voor den jongen sta ik in!" Dio dokter heette I. A. Bellens; „Dokter I. A." noemde men hem gekscherend. Na enkele jaren was hij weggegaan naar de groote stad. hoorde hij niet meer van hem. Maar eeuwige dankbaarheid bleef in Dirks harte voor hem achter. Ja, 't was dc eerste kefr geweest, en on danks armoe en tegenslag was hij eerlijk gebleven Hedenavond had hij zich voor de tweede maal vergrepen, zich willen vergrijpen. Nu stond hem maar één dinf te doen: morgenochtend naar den professor (c gaan en hem alles te zeggen! Dat zou zijn boete zijn jegens den man, die hem eens, veertig jaar geleden, geholpen had, die zijn voor spraak was geweest, die voor hem had in gestaan 1 Na een slapeloozen nacht 't was ge lukkig juist Zondag begaf hij zich tegen elf uur op weg met het pak, dat nog precies zoo was, als toen hij 't gisteravond meenam. Op zijn bellen aan de villa werd de deur door het dienstmeisje geopend, dat hem, op zijn vraag of de professor te spreken was, in de vestibule liet. „Wie kan ik zeggen dat er is?" Hij vond het beter* zijn naam nog niet* te noemen. „Do - loopknecht van Van Dam, uit do Vcerenstraat" Aan het einde van de gang opende zij een deur en even daarna hoorde hij een stem zijn stem, zooals hij die zich thans nog herinnerde, zeggen: „Laat den man maar even hiel- binnen komen!" Enkele lellen later stond hij in een groot, hoog vertrek, een kinderkamer. Voor een schrijfbureau, met papieren overdekt, zat een man mot spierwit haar, die den stoel omwendde, en hem aanzag. Ja. die grijze, klare, doordringende oogen. hij zou ze uit duizenden oogen herkennen. „Wat was' er van je verlangen, vriend?" Dirk Wietze begon te spreken; hortend kwamen de woorden hem over de lippen. .Professor, toen ik gisteravond laat hier om een uur of tien langs liep., stond dit pak bij U op de stoep. Een kwartier te voren was ik ook voorbij gekomen: toen had ik het ook al zien slaanIk heb het toen opgepakt en meegenomen naar huis „Ja, we waren uit. En nu kwam je me het brengen? Ik zie, het i9 een kistje si garen, dat ik besteld had. Dat is braaf van je!" De stem klonk verrast, de oogen hadden de armoodigo kleeding gemonsterd. „Japrofessor." De woorden waren bijna niet te verstaan. „Maar toen ik het opnamwas ik niet van plan het U terug te gevenIk had het willen be houden." Het was stil* in de kamer, doodstil. ,.En waarom ben je dan van idee ver anderd? Ik'zie, je hebt het niet geopend, je weet niet, wat het bevat!" „Omdatik thuis pas het adres kon lozen I" - „Zóó" De professor was opgestaan, de hooge gestalte was wel een hoofd grootcr dan Dirk Wietze. „En waarom wou je dus jegens mij niet oneerlijk zijn?" „Omdat" Eensklaps schoot hem een uitdrukking in de gedachte, waarom zij een maal met hun drieén, Dokter, Moeder en hij, zoo hartelijk hadden gelachen. Dokter had het hun verteld, het was bij een buur vrouw geweest, die het erg hoog in 't hoofd had, en indruk op den dokter had trachten (e maken, door te vertellen, dat zij uit „een dicht" huis kwam. Zonder den begonnen zin af tc maken, zei hij: „Büvrouws olders hadden een toehuui met 'n bellet" „DM is uit mijn achlerhoekschen tijd". Professor keek hem, zoo mogelijk, nóg scherper aan. „Maar wie ben jij? Wacht eonsJe voornaam?", „Dirk, professor." Even een andenken. Dan: 7 „Dirk Wietze!" „Ja, profe99orl Weet u nog, eenmaal Bel u: ik sta voor den jongen in!" „En nu?" „Dokter., professor., ik zweer u, 't ii nooit meer gebeurd, nooit. Ik heb het arm gehad, straatarm. Vroeger niet, ik werkte toen in de bouwvakken, totdat ik een on geluk kreeg, ccn been brak. Ik moest ander werk zoeken, ik kon niet meer steigers op en af 9jouwen, zware vrachten dragen. Kort daarna stierf mijn vrouw Nu ben ik sedert een paar jaar loopknecht, maar ik heb tegen Januari gedaan gekregen, rk voel-, de me zoo moe en ellendig gisteravond, zoo onverschillig en oproerig.Toen nam ik 't pak mee „Ik begrijp hel." „t Klonk merkwaardig zacht; weer hing een zwijgen in de hooge kamer. „Wietze. ik geloof alles wat je zegt, on voorwaardelijk. Ik ben blij, dat je gekomen bent. Ik had juist dezer dagen een adver tentie willen plaatsen voor een huisknecht, dien ik nu heb gaat terug naar zijn woon plaats. bij zijn getrouwde kinderen inwonen. %Zwaar is't werk niet; den tuin opknappen, schoenen poetsen, de kachels verzorgen zil ver poetsen, naar de bel loopen cn meer zulke karweifjes. Maar ik moet een betrouwbaar iemand hebben, die over de zilverkast kan gaan. Wat dunkt je, zou het iets voor je zijn?" „Dokter, professor.." Meer kon Dirk Wietze niet uitbrengen. Dc ander glimlachte. „Er is ook zelfzucht bij me in het spel, Wietze Ik denk nog zoo graag aan den ouden tijd terug; nu kan ik cr nog eon9 met iemand over praten ook. Kun je Dins dagavond om zeven uur komen? Dan kan mijn vrouw ook kennis met je maken, be spreken wc alles nader. Dus tot ziens".' Dirk Wietze voelde zich krachtig de hand gedrukt Even later stond hij op straai. Waakte of droomde hij? 't Was maai goed, dat hij weinig menschen tegenkwam/ want de tranen liepen hem over de wangen En toen hij in zijn kamertje terug gekeerd was, deed hij, wat hij in jaren niet gedaan had- hij vouwde de handen, sloot de oogen cn zijn lippen prevelden een dankgebed. - B

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 9