Ijsvermaak
Voor de tweede maal.
No. 20165.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 5 December
Derde Blad. Anno S925.
geeft ruwe huid
geneest,
FEUILLETON.
BUITEIïL. WEEKOVERZICHT.
Het Loc&rcc-verdrao ia onder-
ieekend Briand houdt zich
staande Regeeringscrisis «n
'duitschland, i'sjecho-Slowakije
Onzekerheid in Polen en
Spanje Mussolini geldmaker.
Wederom ia Londen getuige geweest van
©en historische gebeurtenis: do ondertec-
iening van het Locarno-verdrag. Weder
om, omdat to Londen immers ook het fraaio
resultaat dei Dawes-rapporten destijds
werd bereikt, niet waar l3e stad der mist
schijnt de sfet r bij uitstek te scheppen, be-
noodigd voor zulke „groote" gebeurlijkhe
den. inderda :d groot mag men toch noe,
men, hetgeen be eikt is in beide gevallen.
Hebben de D ives-rapporten de financieele
yraagstukken, die zoolang een voorwerp
van de heftigste tweedracht waren, gere
geld. Locarno doet dat met het veiligheids
vraagstuk, zonder regeling waarvan Frank
rijk beslist nimmer aan een Europeesch
concert had willen deelnemen. Want dit is
het uiteindelijk doel van het Locarno-ver
drag Een Europeesch concert, waartoe
noodzakelijk in een samenwerking en liar^
Qiomo in volslagen eendracht en eenheid
van klank.' Laarvoor is te Londen het fun
dament gelegd,- misschien zelfs pas de eer
ste toebereidselen. Maar men is algemeen
met de beste voornemens bezield om tc
werken aan de vervolmaking van wat is tot
stand gebracht. En dus mag men goeden
moed hebben, dat het keerpunt 'sinds den
vrede" van Versailles is bereikt
iloe kort geleden do ratificatie van Lo-
'oarno pas achter ous ligt, toch zijn er ui
enkele symptomen van ,,'t Kan vcrkceren"
duidelijk waar toe nemen. .Noemen we als
frappantste daarvan, dat in het Engelsche
Lagerhuis een minister op gezag van den
Duitschen rijkskanselier iets ontkent. In
dit geval wel een kleinigheid, maar niette
min typeert dit toch den toestand wel. En
de kleinigheid" heeft zich tot voor kort
weten te handhaven, d.L de bewering, dat
tijdens den oorlog de Duitschers uit hun
lijken vet brandden voor oorlogsdoelein
den
Als zichtbaar resultaat brengt Locarno
direct de ontruiming der Keulsche zone,
Waarmee reeds een aanvang is gemaakt en
het schijnt, dat zelfs Briand niet heclcmaal
ontoegankelijk is geweest voor den aan
drang der Duitsche delegatie om ook het
overige Rijnland nu in sneller tempo to
ontruimen. Logisch geredeneerd is daar
ook alle reden voor. nu de veiligheid van
Frankrijk is gegarandeerd en de schadever
goeding geregeld. Doch al te vlug zal het
zoover toch denkelijk nog wel niet komen.
Er zijn nog allerlei gevoeligheden te ont
zien en allerlei kleine en grootere klippen
te ontzeilen in de ouderlingo verhoudin
gen.
En daarnevens in de diverse landen zelf.
Hoe weinig heeft het gescheeld, of het nieu
we Fransche kabinet Briand was ook al
weer gevallen 1 .De financieele voorstellen,
waarvoor iedere regeering in Frankrijk had
gestaan om het allereerst in orde te bren
gen," zijn ternauwernood door de Kamer
aanvaard en feitelijk alleen door het ge
zag, dat Briand in diverse kringen nog
altijd heeft. Zonder datIn tegenstelling
met Briand's voorganger, die als minister
van oorlog is teruggekeerd achter de re-
gccnngstafel, schijnt Briand in den Senaat
niet zulk een zwaar verzet te 'ondervinden
en schijnt derhalve de financieele regeling
van Loucheur vooreerst safe. Met opzet
zeggen wc schijnt, want volslagen zeker-
heidontbreckt daaromtrent nog ten ecnen-
male en een onverwachte wending kan alles
omver werpen van wat thans als waar
schijnlijk is aan te nemen. En zoo'n onver
wachte wending moet niet heclcmaal uit
gesloten worden geacht, daar de veilig
stelling van de .franc, dio toch eigenlijk
doel is der regeoringsactie, lang niet ver
zekerd is, trots het aangenomen wetsont
werp.
Hals over kop is Briand er voor uit Lon
den teruggekeerd, om zich als premier a.m
liet parlement voor te stellen en óm door
zijn persoonlijken nvloed zijn minister van
financiën te steunen.
Dc Duitsche gedelegeerden hadden niet
zoo'n haast rl was ook hun tijd eenigszins
beperkt. Luther en Stresemann kwamen im
mers te Londen feitelijk als demissionairo
ministers van morgen. Welk morgen ver
moedelijk heden zal zijn. Voor Stresemann
staan de kansen gunstig om aan te blijven,
voor Luther zijn ze weliswaar gestegen,
maar niet zoo mooi. Komt het toch tot dc
groote coalitie in Duitschland, dan zal Lu
ther plaats moeten maken voor een ander
om wellicht gelijk Painlevó «3n een of
ander departement terug te keeren
Slaagt men er echter niet in, de combinatie
van Duitsche Volkspartij tot en met so
ciaal-democraten to herstellen, dan bestaat
de mogelijkheid van aanblijven van Luthcr
als rijkskanselier. Gezien deu vooruitgang
der communisten bij enkele verkiezingen
zijn de socialisten wel eenigszins huiverig
voor regeeringsveraatwoordelijkheid, ge
deeld met zoover aaar rechts staaflden als
de Duitsche Volkspartij is.
Voor Kerstmis zal Duitschland echter wel
een nieuwe regeering tiebben, al zal het af
wikkelen der moeilijkheden niet meevallen.
Voor Duitschland ia zoo'n regcoringscrisis
altijd gewichtig.
Er zijn ochter landen, voor wie 't zelfde
geldt. We behoeven zelfs niet eens ver te
gaan I Verder kan men het zeggen van Tsje-
cho-Slowakije, waar het kabinet-Svehla na
do verkiezingen is afgetreden, zooals daar
de wet voorschrijft en zelfs in zeker op
zicht nog van Polen, al heeft dit een kabi-
net-Skrzynski. Zeer twijfelachtig is toch,
of dit ministerie zieb zal kunDen handha
ven, waar do Poolsche zlota al verder en
verder daalt En niet ieder land heeft
oen Mussolini, die, wanneer het noodig is,
zegt: ik wil een millioen hebben en er dan
in minder dan geon tijd twee heeft. Zoo
ging het den Italiaanschen dictator, die op
deze wijze do schuldregeling met Amerixa
financieel buiten bezwaar van 's lands
schatkist in orde bracht.
De Spaansche dictator is af en aan, al
naar men wil. Het directorium is officieel
afgetreden, maar er is teruggekeerd een
z.g. gewone regeering met Primo de Rivera
aan 't hoofd. Wat dat procics beduidt! Het
is nog allesbehalve duidelijk en nadere bij
zonderheden zijn wel gcwenscht.
Zoo heeft ieder land bijkans zijn moei
lijkheden, crisis of wat ook. Zelfs in de lan
den, waar z.g. vasto regeeringen zijn als in
Engeland, kraakt het soms, zie de eeuwige
Iersche kwestie, al heet dio weer opge
lost, enz.
Het proces van gravin Bothmer
De geheimzinnige glimlach.
De „edelstcn der natie". Eea
ongelukkige vrouw.' Javanen in
Berlijn.
Berlijn, einde November.
Een merkwaardig proces heeft v.cken
lang de Berlijners m spanning gehouden.
Reeds do vorige maand maakte ik in een
,,Berlijnsche brief" melding van do geheim
zinnige affairo van gravin Bothmer in Pots
dam, die toen bekend geworden was, zon
der dat toen reeds vast stond, of het ge
recht zich met deze kwestie bezig zou hou
den. Intusschen werd datgene, wat men in
October nog nauwe.ijks voor mogelijk ge
houden had in November tot een feit: Gra
vin Bothmer stond, beschuldigd van dief
stal in meerdere gevallen, voor de recht
bank. Nog sterker: ze werd na beraadsla
gingen, die eindeloos gerekt werden, cn dio
door dc geheele bevolking met hartstochte
lijke belangstelling gevolgd werden, tot een
jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Men kan echter niet zeggen ,dat de voias-
meeuing het met dit oordeel geheel eens
was. Dat? was do nieuwe verrassing,, die het
procos opleverde In het algemeen was het
publiek tegen de gravin vooringenomen.
Men zeide tot zichzelfhet ie een eisch van
gerechtigheid, dat ook een hooggeboren
clame voor ecu vergrijp gestraft wordt,
waarvoor jaar in jaar uit ontelbaro manneu
en vrouwen uit do onderste lagen der maat
schappij in de gevangenis komen, zonder
dat mèn er eon woord over vuil maakt.
Toen het proces begon, was de houding
der gravin niet bepaald geschikt, sympathie
voor haar op tc wekken. Ze gebruikte eeu
verdedigingsmiddel, dat weliswaar origi
neel was en dat succes had, omdat hot dc
geheele gerechtszaal in een eigenaardige
verwarring bracht, maar dat niet aange
naam aandeedze glimlachte glimlachte
onophoudelijk, aan één stuk door, ze glim
lachte bij allo vragen van den president
en bij alle getuigenverklaringen. Do toe
schouwers van het ongewone drama braken
zich het hoofd over de vraag, wat dit glim
lachen te beduiden had. Was het een uit
drukking van onschuld 1 Of vau geraffi
neerde berekening? Of van lichtzinnigheid t
Men weet het thans nog niet. Want nie
mand kan Verklaren, dat, hoezeer dc bewij
zen zich ook tegen de beklaagde opstapel
den, do diefstalschuld van de gravin werke
lijk bewezen is.
Do twee voornaamste gevallen vormden
de kern van de aanklacht. Eens zou gia-
vin Bothmer uit-het huis van een kennis,
een heer uit de voorname Potsdamsciie
kringen, dc Geheime Oberjustizrnt Rieck,
een reeks waardevolle voorwerpen ont
vreemd hebben. Maar de heer Rieck zelf
verzette zich voor de rechtbank tegen de
veronderstelling, dat zijn lieve, elegante
vriendin, die hij als een vader toegedaan
is, met het „verdwijnen van zijn tapijten,
zilveren voorwerpen cd porcclein iets uit
staande kon hebben en hij spande zich in,
om iedere argwaan, die op haar rustte,
weg te nemen. Het bleek, dat hij, meneer
Rieck, nooit iict verhes van zijn eigendom
men zou aangegeven hebben, als hij gewe
ten had, dat hij daaidoor de gravin in ver
legenheid bracht. Het tweede geval had bo-
trekking op zonderlinge gebeurtenissen ui
do badplaats Polzin in Pomraeren, waar een
kennis van de gravin eveneens cer.igc voor
werpen on kleinere geldsommen vermist
had. Nu gebeurde iets zeer wonderlijks. Er
meldde zich een arbeider aan, die verklaar
de, dat hij het geweest was, die in Polzin
deze kleine diefstallen begaan had. Voor
het gerecht echter wérd bewezen, dat de-
arbeider de dief niet geweest kon zijn, om
dat hij in den bewusten tijd zelf jn een
gevangenis een straf onderging. De zonder
linge heilige, Stange genaamd, gaf dit ook
toe cn verklaarde, dat hij zich uit vrije wii
ter beschikking van de gravin had gesteld,
om haar uit haar dilemma to helpen cn dat
hij van haar ook kleine geldsommen ontvan
gen had, die hij als voorschot voor zijn reii
naar Berlijn beschouwd had; in het geheel
tachtig mark Deze gebeurtenis maakte op
de rechters indruk. De president hield de
gravin voor, dat ze klaarblijkelijk den tot
een dienst* bereiden Stange geld gogeven
had, omdat zo zich schuldig voelde. Maar
wie ter wereld, vroeg men zich af, zou, al
werd hij ook maar van een diefstal ver
dacht, niet met beide handen het geschenk-
van het noodlot aangrijpen, dat een ander
ten tooncelc verschijnt cn zich als dief aan
geeft! Men kan niet zeggen, dat voor
iemand, die dc behandeling van het procefl
objectief gevolgd heeft, door deze getuige
nis dc schuld van do gravin in dit Polzincr
geval bewezen is.
Daarentegen ontrolde het proces ccn
eenigszins onbehagelijk beold van de per
soonlijkheid van de beklaagde. Men leerde
een typische vertegenwoordigster van dc
oude adellijke families kennen, die in de
economische chaos van do laatste jaren de
financiëele basis van hun vroegere leven
verloren hebben, maar van de oude ge
woonten van het leven ccner bevoorrechte
kaste geen afstand doen kunnen. Gravin
Bothmer had voor haar weliswaar niet ver
kwistende, maar toch wel haar begrooting
overschrijdende luxe uitgaven voor haar
toiletten, reizen en genoeglijko afwisselin
gen, moer geld noodig dan haar man, ccn
regecrings-ambtenaar, ter beschikking kon
stellen. Daarom werden allerlei bedragen
tegen hooge, bijna tegen woekerrente go-
RECLAME.
7660
loend. En het lijdt geen twijfel, dat hefc
haar moeite kostte, deze rente te betalen
en dan het geld zelf af te lossen. Het is
mogelijk, dat ze in vertwijfeling over dea
pijnlijken toestand, waarin zo geraakt was,
hier en daar tot kleino oneerlijkheden haar
toevlucht nam. Mogelijk maar niet be*
slist bewezen. En niemand, dio de vrouw
gezien heeft, toon zo het vernietigende oor
deel vernam, niemand die hoordp, hoe zc
in naam van haar kinderen die men op
een weinig teergevoelige wijze als getuigen
tegen de moeder had opgeroepen cn wat
nog dicpereu indruk maakte, in naam van
'n nog ongeboren kind, dat ze binoen enkele
maanden het leven schenken zou, haar on
schuld staande hield niemand van de toe
schouwers, dio dit moe beleefden zou de
verantwoordelijkheid voor het vonnis op
zich genomen willen hebben.
Het staat vast, dat do rechters naar hun
beste weten en handelende naar den in
druk, dien zc van den gang van het proces
gekregen hadden ,hun oordeel velden. Maar
wie dc geheele zaak onbevangen onder
zoekt, kan het idee niet van zich afzetten,
dat hier een rechterscollcgo uit vrees, een
..gravin" schoon to wasschen van de tegen
haar gerezen verdenking, geneigd was,
strenger to oordcolen, dan het aanwezige
materiaal het cischto. Men vertelt, dat juist
do aristocratische kringen van Potsdam,
die zich in hun aanzien door deze affaire
bedreigd achten, op zeer duidelijke en zeer"
wreede wijze toonden niets meer met gravin
Bothmer te doen te w-'len hobben; er zijn
uit dezo kringen stemmen opgegaan, dio
van een mildo beoordecling niets weten
wilden. Ook de officier van justitie zeide in
zijn pleidooi, dat het feit, dat do beklaag
de tot do edelstcn der natie" behoorde,
verzwarend werkto dat was nog oen aan
knooping aan oon langen tijd geleden door
koizer Wilhelm II gesproken woord, dat
reeds toentertijd bij het volk ernstige te
genspraak wekte. Men kan dan ook het ge
voel niet van zich afzetten, dat bij' dit pro-
Een Sint-Nicolaas-vertelling.
door
TINE BRINKGREVEWICHERINK.
Sinterklaasavond
Het was al laat, in de meeste gezinnen
Lad óe vreugde het hoogtepunt al bereikt, zat
men om de tafel, met gloeiende wangen cn
tintelende oogen, werd geen luid gebel aan
de voordeur meer verwacht, dat een of an
dere verrassing zou kunnen brengen. De
drukte op straat van zich voortspoedende
■nenschen, met geheimzinnige pakjes onder
den arm, was ook afgeloopen.
Dirk Wietze ging huiswaarts; zijn dag
taak was geëindigd. Hij wa9 loopknecht in
oen ijzerwinkel, had vanavond nog heel
wat- aïgesjouwd, waar practische huisvaders
en moeders bij zijn patroon toch ook nog
cadeautjes hadden gekocht, die meer nuttig
lan sierlijk waren- een rolschuier, een nik-
telen warmwaterkruik, een glanzcld gelakte
broodtrommel en meer dergelijks. Nu had hij
het laatste pakje onder den arm, omdat de
familie, waar het bezorgd moest worden, zijn
kant uitwoonde, en het nogal ver uit de
huurt was, kon hij het meteen aanreiken en
dan naar huis gaan.
Dirk Wielzes gedachten waren niet van
de aangenaamste: hij was moe, doodmoe,
het linkerbeen trok een beetje. Nog had hij
een betrekking, al was het ook een schraal
loon, dat hij verdiende; met Nieuwjaar was
het afgeloopen Slapte in dc zaken; och, hij
begreep het wel, de patroon had het ook
niet .gemakkelijk, ook zijn zorgen.
Telkens, als hem iemand passeerde, die
een pakje droeg, of hij kwam langs een wo
ning, van waaruit het gelach en gejubel tot
hem doordrong, groefde zich een bittere trek
om zijn mond. Hij behoefde niet bang te zijn
dat er thuis iets voof hem zou komen, een
verrassing hem zou wachten. Sedert tien
jaar geleden Marie, zijn vrouw, gestorven
was. was er weinig vreugde meer in zijn
leven geweest. Twee kinderen hadden zij,
eea zoon en ccn dochter. Hij wist het wel,
teen Janna die zich in haar dienst Jeanne
'iet noemen naar Amsterdam ging in be
trekking. dat bet verkeerd moest gaan. Maar
bij stond cr machteloos tegenover: zij was
drie en twintig, kon haar zin volgen.
In die vier jaren was zij een enkelen keer
overgeweest: zij droeg zijden kousen, hoog
gehakte glimmende schoentjes en een blouse
zoo dun. dat je er net zoo goed geen had aan
kunnen trekken. Toen hij er iets van zei,
lachten zij hem uit. Nu had hij al in maan-
Gen niets gehoord. Hij wist en begreep, dat
verloren was voor hém vooral.
En zijn zoon, met zijn hebzuchtige kattige
vrouw, waar hij niet tegen op kon! Sedert er
niets meer te haien was in zijn kleine, ar
moedige woning, sedert zij alles, wat nog
eenigszins op luxe geleek een mahonie
houten kastje, een hangklok, wat vazen, een
paar kleedjes van hem afgetroggeld had
den, hadden zij vader niet meer noodig. Met
Lena, Piëta vrouw, had hij toen eens woor
den gehad, door haarzelve uitgelokt. Nu zag
hij ze niet meer, was zij meteen van zijn
Zondagsche bezoeken af, waar het een ge
woonte geworden was na Marie's dood, dat
hij er dan ging eten.
Was het wonder, dat Dirk Wietzes stem-
nr.ing somber was?
Zijn weg voerde hem nu door een villa
park, en ineens werd zijn oog getrokken
door een pakje, dat op een stoep stond. Het
was een groote, dubbele villa; alles was er
donker, geen licht brandde achter gordijnen
of in de gang. Zeker was hot pak daar neer
gezet, hard aan de bel gerukt, cn de bren
ger had zich haastig verwijderd, niet afge-
I wacht, of de deur ook geopend werd. Het
stond daar nu, ieder, die er langs kwam, kon
h»>t meenemen.
Langzaam liep hij voorbij liet lick, dat het
voortuintje afsloot, schuw keek hij op zij,
toen nog -eens achterom. Het pak stond
daar, tartend, ais in afwachting, dat een
hand hel zou opnemen,
j Een minuut of tien verder gaf hij zijn
boodschap af, moest gedeeltelijk denzelfden
weg weer terug, nog juist langs het huis.
Al van verre keek hij, mei spanning, naar
j dc sloep bij de deur. het stond er nóg.
Toen welde er iets opstandigs in hem om
hoog: waarom zou hij het niet meenemen?
Die rijke meneer uit dat groote, deftige huis
zou genoeg gekregen hebben, zat misschien
bij oesters en champagne in vroolijk gezel
schap, het feest te vieren.
Hij was alleen, niemand wachtte hem, en
hij kreeg niets.
Geen mensch was in den omtrek tc zien.
Hij was hel "hek al binnen, bukte zich, om
het pakje op te nemen; door het schuiven
van zijn arm langs den deurpost gaf de bel
een rinkelend geluid. Hij schrok plotseling,
zoodat zijn hart heftig begon te kloppen.
Trillend over al zijn leden bleef hij even
staan: als er iemand kwam, wel, dan kon
hij net doen, alsof h ij het hier moest be
zorgen.
Maar in huis was geen beweging te be
speuren.
Het, pak onder den arm liep hij nu zoo
gejaagd hij &>n: hot linkerbeen sleepte hij
zoo'n beetje mee. Juist sloeg dc torenklok
tien uur.
Eindelijk ontsloot hij de deur van liet lage
armoedige huisje, dal slechts een Kamer en
een keukentje en c-en vliering bevatte. Met
bevende vingers ontstak hij licht in de oude
petroleumlamp -met den gebarsten ballon,
die boven de kale tafel bengelde. Toen be
keek hij het, in grijs papier gewikkelde, pak,
dat den vorm van -een sigarenkist verried,
nauwkeurig. Een adres stond er op goschra*
ven. Bij liet schaar&chc, flakkerende licht
kon hij het slechts met moeite ontcijferen.
Nu werden zijn oogen groot, onnatuurlijk
groot, een kreet ontsnapte aan zijn lippen.
Een oogenblik stond hij roerloos, zakte toen
neer op een stoel bij tafel, cn logde het hoofd
op de armen, terwijl hij, ineens, luidop
snikte.
Hot adres luidde:
Den HoogEdelGestr. Heet
Professor I. A. Bellens,
Villapark 21, Alhier.
En alsof er een gordijn werd weggescho
ven alsof vele, vele jaren wegvielen, zag hij
zichzelf plotseling terug al9 zestienjarige
jongen, met zijn moeder, die weduwe v/as
en sukkelend, in het dorp in den Gelder-
schen Achterhoek. Hij was knechtje bij den
kruidenier, een man, die dronk, die nergens
naar omkeek, en hem, den jongen, voor al
les liet opdraaien, over alles liet gaan. Het
loon was karig, de baas ruw en onverschillig
en thuis was armoe; moeder steeds sukke
lend. Eén keer was de verleiding hem *e
machtig geworden, hij had zich twee rijks
daalders toegeëigend uit de la. Er. het
werd ontdekt. Dicnzelfden avond k^ara de
baas, niet geheel nuchter, bij hem thuis;
moedor zat in oen leunstoel, een kussen in
den rug, zwakjes bij tafel. Zóó, dat hij den
baas zag. wist hij het: zijn voeten waren
als lood, zijn tong was verlamd Ontkennen
kon hij niet, ook al had hij gewild Schel
dend. dreigend stond de man in het armos-
dig vertrek: hij zou het aangeven, hij liet
het er niet bij zitten: wie weet, voor hoe
veel de jongen hem al bestolen had zonder
dat hij het gemerkt had! Toen ging in
eens de deur open. De dokter, die juist in de
buurt moest zijn, liep nog eens langs, kwam
meteen even naar moeder kijken. In enkele
minuten was hij op de hoogte, keek van den
een naar den ander: naar den woedenden
baas met het hoogrocde gezicht, den doods-
bleekcn jongen en de bijna machtelooze
vrouw in den leunstoel. Hij was nog een
jonge man, het dorp was zijn eerste stand
plaats. maar de menschen droegen hem op
de handen. „Die zal het ver brengen in de
wereld", zeiden ze.
Zwaar legde hij eensklaps zijn liand op
den schouder van den jongen.
„Laat de zaak rusten. Bakkers!" zei hij.
„Die paar rijksdaalders krijg je Yan mij
terug, 't Is de eerste keer, dat het gebeurd
is, dat voel ik. en 't zal nooit weer ge
beuren. Voor den jongen sta ik in!"
Dio dokter heette I. A. Bellens; „Dokter
I. A." noemde men hem gekscherend.
Na enkele jaren was hij weggegaan naar
de groote stad. hoorde hij niet meer van
hem. Maar eeuwige dankbaarheid bleef in
Dirks harte voor hem achter.
Ja, 't was dc eerste kefr geweest, en on
danks armoe en tegenslag was hij eerlijk
gebleven
Hedenavond had hij zich voor de tweede
maal vergrepen, zich willen vergrijpen.
Nu stond hem maar één dinf te doen:
morgenochtend naar den professor (c gaan
en hem alles te zeggen! Dat zou zijn boete
zijn jegens den man, die hem eens, veertig
jaar geleden, geholpen had, die zijn voor
spraak was geweest, die voor hem had in
gestaan 1
Na een slapeloozen nacht 't was ge
lukkig juist Zondag begaf hij zich tegen
elf uur op weg met het pak, dat nog precies
zoo was, als toen hij 't gisteravond meenam.
Op zijn bellen aan de villa werd de deur
door het dienstmeisje geopend, dat hem, op
zijn vraag of de professor te spreken was,
in de vestibule liet.
„Wie kan ik zeggen dat er is?"
Hij vond het beter* zijn naam nog niet*
te noemen.
„Do - loopknecht van Van Dam, uit do
Vcerenstraat"
Aan het einde van de gang opende zij
een deur en even daarna hoorde hij een
stem zijn stem, zooals hij die zich thans
nog herinnerde, zeggen:
„Laat den man maar even hiel- binnen
komen!"
Enkele lellen later stond hij in een groot,
hoog vertrek, een kinderkamer. Voor een
schrijfbureau, met papieren overdekt, zat
een man mot spierwit haar, die den stoel
omwendde, en hem aanzag. Ja. die grijze,
klare, doordringende oogen. hij zou ze uit
duizenden oogen herkennen.
„Wat was' er van je verlangen, vriend?"
Dirk Wietze begon te spreken; hortend
kwamen de woorden hem over de lippen.
.Professor, toen ik gisteravond laat hier
om een uur of tien langs liep., stond dit
pak bij U op de stoep. Een kwartier te
voren was ik ook voorbij gekomen: toen had
ik het ook al zien slaanIk heb het toen
opgepakt en meegenomen naar huis
„Ja, we waren uit. En nu kwam je me
het brengen? Ik zie, het i9 een kistje si
garen, dat ik besteld had. Dat is braaf
van je!"
De stem klonk verrast, de oogen hadden
de armoodigo kleeding gemonsterd.
„Japrofessor." De woorden waren
bijna niet te verstaan. „Maar toen ik het
opnamwas ik niet van plan het U
terug te gevenIk had het willen be
houden."
Het was stil* in de kamer, doodstil.
,.En waarom ben je dan van idee ver
anderd? Ik'zie, je hebt het niet geopend,
je weet niet, wat het bevat!"
„Omdatik thuis pas het adres kon
lozen I"
- „Zóó" De professor was opgestaan, de
hooge gestalte was wel een hoofd grootcr
dan Dirk Wietze. „En waarom wou je
dus jegens mij niet oneerlijk zijn?"
„Omdat" Eensklaps schoot hem een
uitdrukking in de gedachte, waarom zij een
maal met hun drieén, Dokter, Moeder en
hij, zoo hartelijk hadden gelachen. Dokter
had het hun verteld, het was bij een buur
vrouw geweest, die het erg hoog in 't hoofd
had, en indruk op den dokter had trachten
(e maken, door te vertellen, dat zij uit „een
dicht" huis kwam.
Zonder den begonnen zin af tc maken,
zei hij:
„Büvrouws olders hadden een toehuui
met 'n bellet"
„DM is uit mijn achlerhoekschen tijd".
Professor keek hem, zoo mogelijk, nóg
scherper aan. „Maar wie ben jij? Wacht
eonsJe voornaam?",
„Dirk, professor."
Even een andenken. Dan: 7
„Dirk Wietze!"
„Ja, profe99orl Weet u nog, eenmaal Bel
u: ik sta voor den jongen in!"
„En nu?"
„Dokter., professor., ik zweer u, 't ii
nooit meer gebeurd, nooit. Ik heb het arm
gehad, straatarm. Vroeger niet, ik werkte
toen in de bouwvakken, totdat ik een on
geluk kreeg, ccn been brak. Ik moest ander
werk zoeken, ik kon niet meer steigers op
en af 9jouwen, zware vrachten dragen.
Kort daarna stierf mijn vrouw Nu ben ik
sedert een paar jaar loopknecht, maar ik
heb tegen Januari gedaan gekregen, rk voel-,
de me zoo moe en ellendig gisteravond, zoo
onverschillig en oproerig.Toen nam ik 't
pak mee
„Ik begrijp hel."
„t Klonk merkwaardig zacht; weer hing
een zwijgen in de hooge kamer.
„Wietze. ik geloof alles wat je zegt, on
voorwaardelijk. Ik ben blij, dat je gekomen
bent. Ik had juist dezer dagen een adver
tentie willen plaatsen voor een huisknecht,
dien ik nu heb gaat terug naar zijn woon
plaats. bij zijn getrouwde kinderen inwonen.
%Zwaar is't werk niet; den tuin opknappen,
schoenen poetsen, de kachels verzorgen zil
ver poetsen, naar de bel loopen cn meer
zulke karweifjes.
Maar ik moet een betrouwbaar
iemand hebben, die over de zilverkast kan
gaan. Wat dunkt je, zou het iets voor je
zijn?"
„Dokter, professor.."
Meer kon Dirk Wietze niet uitbrengen.
Dc ander glimlachte.
„Er is ook zelfzucht bij me in het spel,
Wietze Ik denk nog zoo graag aan den
ouden tijd terug; nu kan ik cr nog eon9
met iemand over praten ook. Kun je Dins
dagavond om zeven uur komen? Dan kan
mijn vrouw ook kennis met je maken, be
spreken wc alles nader. Dus tot ziens".'
Dirk Wietze voelde zich krachtig de hand
gedrukt Even later stond hij op straai.
Waakte of droomde hij? 't Was maai
goed, dat hij weinig menschen tegenkwam/
want de tranen liepen hem over de wangen
En toen hij in zijn kamertje terug gekeerd
was, deed hij, wat hij in jaren niet gedaan
had- hij vouwde de handen, sloot de oogen
cn zijn lippen prevelden een dankgebed.
-
B