No. 20165. LEIDSCH DAGBLAD. Zaterdag 5 December Tweede Blad. Anno 1925. BINWFW" A?*n. Sint-Nicolaas - Reclame. GEMENGD NIEUWS. DE KABINETSCRISIS. De opdracht aan dr. De Visser spoedig verwacht. Zeer spoedig wordt thans de opdracht tot kabinetsformatie aan dr. J. Th. de Visser verwacht. De vergadering der Ghr.-Hist Kamerfractie. De vergadering van de Cliristelijk-Histo rische Kamerfractie, welke werd gehouden in verband met den politieken toestand, heeft gistermiddag van halftwee tot tien minuten over halfvier geduurd. Wederom een rede van mr. Maichant. In de grootc Doclenzaal te Rotterdam had de afdeeling Rotterdam van-den Vrijz.-Dem. Bond gisteravond een vergadering georgani seerd, waarin mr. H. P. Marchant gespro ken heeft over de crisis. De zaal was nagenoeg geheel gevuld. De rede van mr. Marchant kwam vrijwel overeen met die, welke hij Woensdag te Amsterdam heeft gehouden. Spr. behandelde eerst het tijdperk, gele gen tusschen den uitslag der verkiezingen en de crisis-, den tijd, waarin de lieer Colijq naar spr. zeide, geregeerd heeft iegen den wil van het grootste gedeelte van de kiezers. Daarna wees spr. op het voorspel van de Kabinetscrisis. Voor de leiders der coalitie partijen heeft de V. D. Bond een waarschu wend woord laten hooren, nl. dit, dat de V. D. Bond zich niet laat gebruiken om de moeilijkheden van de coalitie van de baan ie schuiven. Dan behandelde mr. Marchant de Kabi netsformatie. zijn opdracht van de Koningin het in beraad houden van de opdracht, en de publicatie van de briefwisseling tus schen spr. en de heeftn Nolens en Albarda. Spr hoopte, dat de hoeren, die na hem een opdracht tot kabinetsformatie ontvan gen, eveneens hun briefwisseling zullen pu- bliceeren en niet achter de schermen blijven werken. Mr. Marchant besprak hierna de houding der R.-K. en C.-H. en eindigde zijn langdu rig toegejuichte rede met de toezegging, dat de strijdbijl weder zat worden opgeheven in de vaste overtuiging, dat dc democratische gedachte in Nederland zal overwinnen. Prof. ir. C. L. van Nes. Prof. ir. CV L. van Nes, benoemd tot ge woon hooglceraar aan de Technische Hoo- gcschool te Delft, om onderwijs te geven in de mijnkunde, het mijnmefcen en het karteeren, werd 15 September 1879 gebo ren te Boskoop. Hij volgde de lessen aan de Hoogere Burgerschool te Apeldoorn en verwierf in 1898 het einddiploma 5 j. c. H. B. S. Van 1898 tot 1903 studeerde liij aan' de toenmalige Polytechnische School en be haalde in laatstgenoemd jaar het diplom voor mijningenieur. Ir. Van Nes was eerst als ingenieur in Suriname werkzaam. Naar-Europa terugge keerd werd hij eenige maanden leider van een tin-exploitatie in Spanje. Vervolgens vertrok hij naar Chili om aan de Escuela Naval te Santiago les te geven in natuur- en scheikunde. Hij verliet deze ambtelijke betrekking om terug te keeren tot den mijn bouw en was eerst als ingenieur bij mijn- bouwkundige ondernemingen in Zuid-Ame- rika. Na terugkeer in Nederland werd hij benoemd tot ingenieur bij de Staatsmijnen in Limburg, waar hij opklom tot bedrijfsin- ganieur van de Staatsmijn „Emma". De leiding van deze mijn is een aantal jaren in zijn handen geweest. In 1923 werd hij als hoofdingenieur op het hoofdbureau der staatsmijnen geplaatst. Hij kreeg in 1924 verlof om gevolg te kunnen geven aan de nitnoodiging van de Directie der Neder landsche steenkolenmijn op Spitsbergen, om zich op dit eiland met de leiding te belasten. Van de hand van ir. Van Nes zagen en kele verhandelingen het licht, welke gepu bliceerd werden in de verhandelingen van het geologisch mijnbouwkundig genootschap voor Nederland en Koloniën. Met de benoeming van prof. Van Nes is in één van dc twee vacatures, welke reeds ger oirnen tijd in do afdeeling der mijnbouw kunde! bestonden, voorzien. Toepassing Lager-Ondeiwijswet 1920. Mejuffrouw Westerman heeft aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen de volgende vragen gesteld: 1. Acht de Minister het in het algemeen belang, dat steeds weer moeilijkheden rij zen tusschen gemeente- en schoolbesturen over de toepassing van verschillende arti kelen der Lager-Onderwijswet 1920, voor namelijk wat betreft de artt. 101, 102 en 103 (exploitatiekosten) en artt. 7283 (in- richting en onderhoud) 1 2. indien de Minister met ondergetecken- do van raeening is, dat de pacificatie op onderwijsgebied bevorderd zou worden, wanneer de interpretatie van die wetsar tikelen vaststond, zou dan niet een scher pcre omschrijving voor de toepassing dier artikelen kunnen worden gegeven aan de beslissende autoriteiten, zoodat iedereen weet, waaraan zich te houden bij de bere kening van de vergoeding, door de gemeen ten aan schoolbesturen toe te kennen 1 3. Is dc Minister bereid, zoo spoedig mo gelijk wat de exploitatiekosten betreft, in ieder geval vóór de berekeningen over 1925 bij de gemeentebesturen moeten wor den ingediend duidelijk kenbaar to mal leen, welke kosten naar zijn inzicht door de schoolbesturen in rekening mogen worden- gebracht1 Jaarwedden Onderwijzers. By Kou. besluit van 17 November 1925 (Stsbl. 446) is gewiegd het Kon. besluit van 27 December 1924 (Stsbl. 5S5) tot het opnieuw vaststellen van de regelen voor do bezoldiging van de hoofden en de onder wijzers aan de scholen voor gewoon, uit gebreid en meer uitgebreid laser onder- wye. Ten gevolgd hiervan worden, te rekenen van 1 Januari 1925, artikel 8, tweede lid en artikel 9 van voormeld besluit van 27 December 1924 (Stsbl. 585) gelezen als volgt: Artikel 8, tweede lid. Gelyke verhoogiug van de jaarwedde met f400 wordt tot en met 31 December 1927 genoten door den onderwijzer, die op 31 December 1924 in het genot was van do verhoogine zyner jaarwedde, bedoeld in artikel III, punt 11, van Ons besluit van 16 December 1920 (Stsbl. no. 899), en die de akte als hoofdonder wijzer bezit en tevens de bcvo?gdheid tot het geven van lager onderwijs in slechts één der bovengenoemde vakken (n.l. Franscli, Duitsch, Engelsch, wiskunde of handelsken nis) of wel, zonder de akte als hoofdonder wijzer te bezitten, ten minste eene hoogere bevoegdheid voor één der bovengenoemde vakken, hetzij de bevoegdheid tot het geven van lager onderwijs in ten minste twee dier vakkeu berit. (In het oude artikel werd de bevoegdheid voor het L. 0. in één diar vakken vereischt naast de hoogere bevoegdheid voor een ander dier vakken). Artikel 9. L>e jaarwedde van het hoofd en de onderwijzers eener school, welke als eenige leerschool verbonden is aan een van Rykswege gesubsidieerde gemeentelijke of bijzondere kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen, is gelijk aan die van het hoofd en de onderwijzers eeuer school voor gewoon lager onderwys, vermeerderd met f450 voor het hoofd en met f250 voor de onderwijzers. Onder „eenige leerschool" is te verstaan de leerschool, welke overeenkomstig artikei 21, eerste lid, van Ons besluit van 11 Sept. 1923 (StsbL no. 440) door het gemeente bestuur of het bestuur der bijzondere kweek school is aangewezen, mits deze aanwijzing door den hoofdinspsctenr is goedgekeurd, en zoolang hij deze goedkeuring niet heeft ing et rokken. (Deze tweede alinea ontbrak in het oude artikel). Departementsambtenaren. „De Rsb." zegt uit goede bron te verne men, dat. behoudens enkele kleine wijzi gingen, de salarisschalen voor de Departe mentsambtenaren cr als volgt zullen uit zien. machineschrijver min. 500 max. f 900 na 4 jaar (deze rang is uilgevonden door de Regeering); schrijver 2de kl. min. f 1000 max. f 1700 na 12 jaar; schrijver 1ste kl. min. f 1600 max. f 2100 na 10 jaar; klerk miti f 1100 max. f2000 na 1-1 jaar; adjunct commies min. f 1700 max. 1 2700 na 14 jaar commies min. f 2500 max 1 3100 na 12 jaar hoofdcommies min. f3500 max f4500 na 10 jaar-, referendaris min. f 4600 max. f 5600 na 5 jaar; administrateur min. f5500 max. f 6500 na 8 jaar. Personealraad bij de Spoorwegen. De directie der Nederlandsche Spoorwe gen heeft aan het hoofdbestuur van din Bond van Ambtenaren in dienst bij de Ne derlandsche Spoorwegen in verband met zijn verzoek om nader overleg in zake de instel ling van oen Tcrsoneelraad, hel navolgende geantwoord: „Tot ons leedwezen vernemen wij uit uw schrijven, dat uw hoofdbestuur zich mot do oprichting van een personeel raad, in den zin als door ons voorgesteld, niet vereénigen kan. Waar eenerzijds vast staal, gelijk u uit het verhandelde in de conferentie met de vertegenwoordigers der vakverccnigingen ge bleken is, dat de vorlegcnwoordigers van de groote meerderheid van het personeel aan zulk een personeel raad de voorkeur geeft bo ven den beslaandun vorm van overleg en anderzijds zooals u ook reeds bekend i3 bij ons overwegend bezwaar om in l? gaan op de denkbeelden, welke uw organi satie op dit stuk wenscht te verwezenlijken, kunnen wij ons niet bereid verklaren om over dit onderwerp nader met u van gedach ten te wisselen." Uit bovenstaand antwoord blijkt duidelijk, dat het thans vaststaat, dal de Personeelraad bij de Nederlandsche Spoorwegen zal wor den ingevoerd. Georganiseerd Overleg Personeel bij de Rijkskrankzinnigengestichten. De Bijzondere Commissie voor Georga niseerd Overleg ia zaken, rakende het Per soneel bij de Rijkskrankzlnnigengestichten, heeft in haar vergadering, Donderdag 3 December j.L te Eindhoven gehouden, naar aanleiding van een door den Minister van Binnenlandsche Zakon cn Landbouw ge stelde vra-ag, overwogen of er aanleiding was tot het doen van voorstellen tot wij ziging van salarisbedragen of van tijdvak ken voor periodioke verhoogingen gesteld, voor ambten voorkomende in het Bijzon dere salarisbesluit voor het personeel bij het dienstvak van het Krankzinnigenwezen, zulks als consequentie van de voorgestelde wijziging van het Bezoldigingsbesluit Bur gerlijke Rijksambtenaren 1925. Er werd be sloten aan don Minister voornoemd voor stellen te doen omtrent do volgende aange legenheden salaris van leerling-verplegen- den, die in de organieke sterkte werden op genomen; salaris-regcliDg administratief personeel: 'bezoldiging van de verpiegen- den; wijziging in de rangschikking van ambtenaren op maand- en weekloon in groe pen; en eventueel: verhooging van de jaar wedde van het hoofd van de huishouding en dat van de wasscherij. Voorts heeft de commissie zich nogmaals bozig gehouden met de regeling van de vergoeding door het gestichtspersoneel te Eindhoven te geven voor het breken of be schadigen van gestichtsvoorwerpen. De nieuwe weldadigheidszegels. Het hoofdbestuur der Posterysn eu Tele grafie a&ndt hei volgende communiqué: De wapens der provinciën, den ontwer per opgegeven als uitgangspunt, hebben hem geleid tot de volgende opvatting: door het historisch wapenschild te go- bruiken als e?nig motief der Z2gels, meent hg kwalijk te beantwoorden aan het jonge streven van het hoofdbestuur der Poste ryen, dat immers door de laatste jaren ver schillende kunstenaarsontwerpcfl te vra gen, het herboreu goede inricht van toe gepaste kunsten dient. Een wapenschild is eigenlijk noch iu kleur, noch in vorm aestetisch beter ta guven aan zooveel mooie voorbeelden, die de vorige eeuwen ons nalieten al is dit ook door moderne kunstenaars vaak beproefd. Beter dan wederom zulk eeu poging te wagen, leek het den ontwerper de opdracht van het provinciaal historisch motief, meer naar den geest dan naar den letter te vat ten om dan te komen tot een nieuw gezichtspunt. Het historische wapenschild van ver schillende landen wordt aoo vaak vooraf gegaan of aangevuld door eenig motief aan bloemoc- of plantenwereld oütleeud, dat een bepaald land of geslacht niet min der eigen werd dan het erkeadd wapen. De roos der Tudors, de lelies van Frankrijk, de di3te! der Plantagenet*, de groaue kla ver van forland, de oranjeboom van Hol land, de kore-nbloem der Hohenzollern, zijn even bekend als de lotus der Egypteuar.L, de chrysant der Japanners of de dihlia der Perzen. Al zijn onze provinciale motieven zooveel minder bekend, toch kunnen wy als niet minder typisch aanhalen de „groene inge" van Groningen, de mispelbloem der Gelderschen of de ysbloem der Stichtenaren. Waar thans alleen de drie ejrste z gels de.' serie verschijnen omschrijven wij dezj aldus: Zuid-Holland (10 cent) voert de roode roos: in rood en geel dat is oranje; daar oigenlyk het Hollandsch bloeinent^ken is „de oranjebloesem" (voor Noord-Holland) namen wy als aanvulling daarvan de ko ningin der bloemen: de roos, een midden- puut van den koninklijken bloementuin. Gelderland (71/* cent) voert de mispel- bloean: paars eu blauw, afgeleid van het aloude zegel van Otto I van Gelre. Noord-Brabant (2 cent) voert de lelie: afgeleid van de historische herinnering aan de blanke Genoveva ran Brabant, Wit, grom en geel. Aldus komen wy tot een bloemenserie; zouden ook niet in abstracto b'.oemenzegals passen bij de liefdadigheid Voor het kind? Bij Kon. besluit is benoemd lot burge meester van Aspercn en Ileukelum G. R. Vonk; is lo. aan luitenant-generaal P. P. C. Gollette, op diens verzoek, op de meest eer volle wijze ontslag verleend uit zijn functie van hoofd- levens leger-commissaris van „Het Nederlandsche Roodo Kruis", onder dankbetuiging; 2o. luitenant-generaal Col- lelle, voornoemd, do medaille van „Het Roode Kruis" verleend. De Tweede Kamer- is in openbaré vergadering bijeengeroepen tegen Donder dag 10 December, des namiddags te één uur, ter behandeling, gelijk gemeld van spoedeischende ontwerpen. In Stsbl. No. 450 is opgenomen een Kon. besluit van 21 November 1925, hou dende aanvulling van liet Vrijdoramcobesluit 1925 (Stsbl. No. 103) met bepalingen tot regeling van den vrydom van invoerrecht voor tot de posten Nos. 11 en 133, 120 en 130 der Tariefwet behooremde goederen. Wyleu mevrouw E. F. CL Mouton, weduwe van den heer W. G. van der Boor, gewoond hebbende te Velp en aldaar over leden 27 Juni 1924, heeft gelegateerd aan de Diaconie der Ned.-iHerv. Gem. te Velft vry van rechten en kosten, de som van f 10.000. RECLAME. WINTERPANTOFFELS 4 f 1.69, mei hak. ACTETASSCHEN 4 13.50. FORTEMONNAIES 4 I 0.95, enz. VAN ESCH, Donk psteeg 5 Naast de Stad Parijs. 7109 De Haagse lis slagersgezel. len, die een actie voeren voor boten.' arbeids voorwaarden, zeilen die actie gisteren in door de hoofdstraten van Den Haag te inaai- festecren, waarbij een lange rij gezellen in slagersbuis rondliep, elk dor manifestanten achter een.kinderwagenI De naar Londen vertrokkeu „Batavier II" is bij mist ter hoogte van Poor- tershavcn in den Waterweg aan den grond gevaren. 0 p den weg tusschen Haarlem en Halfweg, is bij tie. Liedebrug eeu ernstig ongeluk gebeurd. Uit Haarlem kwam de auto van de wasscherij van de firma Van Hooit in aanrijding met een auto uit Am sterdam. Da eerste auto geraakts delect. De auto ran de wasscherij van de firma Vasen, uit Haarlem stopte, om hulp ts Terleeaen. Des? laatste wagen is waarschijnlijk door de gladheid dicht naar de tramrails ge- gleden. Toen even later uit Hairlem i cn tram kwam, werd de auto van Vasen ge grepen en voor het grootste godeelle ver* nield. De mist was zóó dicht, dat een paar andere auto's de ruïno op straat niet zagen, en er bovenop reden. Ook d.z? .ra- geus werden ernstig beschadig i. E: hadden geen persoonlijke ongelukken plaalc. De schade is aauzienlijk. E e n n m a n s w age n v an de K Yli.T. reed gisteren op de Kleve'rlaan, lo Bloemendaal, toen de bestuurder bemerkte, dat er iets met deu beugel niet in orde was. Onder bel rijden, terwijl hij buiten het bal kon van den wagen ann het touw van den beugel trok, kwam Lij in botsing met 'Cil van de palen van de clectrische geleiding Ba klap was zóó lievig, dat de man vaü den wagen sloeg, lnlusschen reed dc train zonder bestuurder door. Een jongen, die de eenige passagier was, volgdliet in den wagen aan. gegeven voorschrift op en draaid'- de i tri vast, waardoor de wagen, zonder ongelukken te hebben veroorzaakt, tot stilstand kwant. Toen daarna de bestuurder werd opgezocht, vond men hem raet een ernstige wonde urn zijn achterhoofd. Hi] werd naar het zieken-: huis vervoerd. In dc Raadszitting van gister- i:liddag heeft de wethouder van Publieke Werken, de heer J. ter Haat, modsdeehng gedaan omtrent de plannen van B. en W. van Amsterdam tot parkaanlog op groote schaal. Aan het Nicuwediep komt weldra een mooi park. Met Mei a.s. wordt aan den aanlog begonnen. Het wordt een park van 51 H.A. (terngl liet Vondelpark slechts 4-1 H.A. tolt). En 60 H.A. water grenst er aan. Een bijzondere verbindingsweg zal tot stand worden gebracht. In het plan Groot-Amsterdam is een groot bosch gepro- 'jeeleerd ten Noorden van do Kalfjesiaan van niet minder dan 500 H.A. Dan zal Amsterdam een zeer aantrekkelijk? woonstad werden en eeu bosch bezitten, dat verge leken kan worden met het Parjjscha Boia- de-Boulogne, dat 850 H.A. groot is. Gisteravond is te Amsterdam bij een twist tusschen eenige loden van de bemanning van het stoomschip „Gorontalc" van den Hottcrdamschen Lloyd de 46-jarige Chinees W S door een der vochtcnden in den buik geschoten In zeer ernstigen toe stand is hij naar het ziekenhuis vervoerd. De dader is in arrest gesteld. Uit Alkmaar wordt gemold: De ProeftuiD Kennemerland heeft, nadar de beer Hazcloop, tuinbouwcoosulent, op de wen8chelijkheid van de uitbreiding an de glascultuur in Noord-Holland te hebben gewezen, besloten, een warenhuis van 1000 ruiten te bouwen. In den nac li l van 21 op 22 November werd bij den horlogemaker F. li., te Gussinklo, te Aallen ingebroken cn voor f 1500 aan horloges goud- en zilverwerken gestolen. Vingerafdrukken werden direct door de politie genomen. Than3 lie-eft men in de grensplaats llocholt den vermoedelij- BIJ het Gouden Feest van de Afd. Leiden der Maatschsppij tot bevordering der Toonkunst. Het Bestuur van dc Afdeeling Leiden der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst heeft mij gevraagd of ik, die bestuurslid was tijdens het zilveren feest der Afdeeling, thans een woord aan haar gouden jubileum zou willen wijden. Gaarne voldoe ik aan dat verzoek, in de hoop dat het „Leidsch Dagblad" zijn muziekversiaggever van on geveer vijf en twintig jaren geleden'daar voor gastvrijheid zal willen verleenen (Het geen wij bij dezen gaarne doen Red. D.") Het moet natuurlijk allereerst zijn een woord van hulde en gelukwensch tot de Af deeling, welke dank zij haar voorman nen, haar koor en vooral haar opeenVoI- Volgenden directeuren na het afleggen van een langen, schoonen, doch allerminst met goud geplaveiden weg zoo krachtig to bloeiend is gebleven. Daarnaast zij het ton woord van herinnering aan de jaren "Jan opkomst en groeiende beteekenis der Afdeeling. Maar bovenal worde het juist «oor een herinnering aan de geschiedenis ton opwekking, gericht lot alle muzieklief hebbers in en rondom Leiden om de Leid- tohe Afdeeling trouw te blijven of ie wor- ton, omdat men daarmede niet alleen de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst j-Gve steunt, die zooveel goeds (en bate van j* toonkunst en hare beoefenaren hier te ande verricht, maar daarnevens het hooge toel der Afdeclingen in Leiden met zoo- tol toewijding en zulk een uitnemenden jaslag nagestreefd om koorwerken uit J*oeger en later tijd ten. gehoore te bren- bevordert, tot eigen genot en geestelijk Wio het Nederlandsche muzikale leven van thans vergelijkt met dat van een halve eeuw geleden, ziet groote verschillen, dui del ijker gezegd, neemt in bijna elk opzicht een verblijdenden vooruitgang waar Het is niet te boud gesproken als men beweert, dal ook de Toonkunst-afdeelingen, waar- oj der de Leidsche met eere mag worden genoemd, niet weinig tot dien vooruitgang hebben bijgedragen. Rechtstreeks hebben zij het peil van den koorzang in ons land hoog opgevoerd, doch middellijk hebben zij bovendien geslachten van ver buiten onze grenzen vermaard geworden oratorium zan gers cn -zangeressen helpen vormen, schep pende toonkunstenaars die immers toe gewijde en voor hun taak berekende uit voerenden gereed zagen staan geïnspi reerd en de stichting van goede orkesten (thans een trols van Nederland!") krachtig in de hand gewerkt. Vooral dit laatste element heeft in de geschiedenis der Leidsche Afdeeling een be langrijke rol gespeeld Aren begon eenvoudig, rnet kleine werken voor koor, a cappella of met piano; een enkele maal, als men zich aan grootere werken waagde, zooals Handels „Josua" (1879) of „Die Jahreszeiten" van Haydn (1881), riep men de hulp in van een orkest, gevormd door Leidsche „kunstenaars en dilettanten". In 1882 en volgende jaren werkte de Amsterdamsche orkestvereeniging herhaaldelijk mede, o.a. in werken van Berlioz, die Daniël de Lange reeds spoedig inlroduceerde (.üoméo et Juliette" in 1884, Harold en Italië" in 1887), doch men bleef in het algemeen beperkt in zijn keuze, wat in tusschen dit goede gevolg had, dat men in de eèrste jaren veel schoons heeft opge dolven uit den rijken schat van werken voor a cappella-koor van oude meesters als Palaestrina, Sweelinck, Schuyt, Obrecht, L&ssus, Areodelt, die evenals ook Bach in De Lange een voorlreffelijken ver tolker vonden. Toen in 1888 het Concertgebouw-orkest werd opgericht, kon men zijn vleugels wijder uilslaan; den 25sten Januari 1889 verleende hel voor de eerste maal zijn medewerking, in het werk. dat aan dit gouden feest een edelen glans verleent, Bach's Johannes- Passion, een uitvoering, merkwaardig ook, doordat daarbij voor de eerste maal in de Afdeeling optrad Johannes Messchaert, in de volgende jaren een trouwe, gevierde medewerker aan hare uitvoeringen, zoo van Oratoria als van werken voor kamermuziek. Reeds aanstonds, twee jaren later, zette hij luister bij aan het concert Ier inwijding van de nieuwe Stads-Gehoorzaal, in T „Triumph- Iitd" van Brahyis en de „9de Symphonie", van Beethoven. Dan volgt een reeks fameuze uitvoeringen van grootsche koorwerken: „Der Messias" van Hflnde! (1892), de „Missa Solemni9" van Beethoven (1893), „Lc Damnation de Fau3t" van Berlioz, en, wederom, de „Jo hannes-Passion" van Bach (1894), dit laat ste werk ditmaal met medewerking van het tot bloei gekomen Utrechtsche Stedelijk Or kest, dat gedurende vele jaren herhaal dïi ijk Jiet Amsterdamsche Orkest afloste, cn b.v. ook in 1895 de „Josua" van H&ndel en „Ein Deutschcs Requiem" van Brahms bege leidde In 1896 bracht de Leidsche Afdeeling vtK>r de eerste maal de „Matlhaeus-Passion" vai* Bach ten gehoore. Het toen vermaarde vier tal Mevrouw NoordewierReddi ïgius, me juffrouw Manifargus en de heeren Rograans en Messchaert zou de hoofdpartijen zingen; de beide heeren werden echter op 't laatste oogenblik ongesteld. Voor Messchaert kon terstond een goede vervanger in Zalsman worden verkregen, doch een Evangelist was oj dat oogenblik niet gemakkelijk te vinden. Daniël de. Lange beloofde in elk geval iemand uit Amsterdam te zullen medebren gen, cn kwam met Jos. Tijssen, die de partij nog nooit gezongen had on eigenlijk nauwelijks kende. Maar het experiment ge lukte uitnemend; ieder was vol lof over de vaardigheid, de muzikaliteit en het .groote talent van Tijssen, wiens naam ook al9 oratorium-zanger daarmede gevestigd werd en die sindsdien vele jaren een gaarne ge hoord medewerker bij de uitvoeringen der Afdeeling was. Den 3den April 1897 stierf Bra hm s; den 18den voerde de Afdeeling te zijner nage dachtenis behalve den „Begrabnissgesang" Op. 13 „Ein Deutsches Requiem" uit. In 1898 genoot men wederom van de „Matthaeus-Passion", en bovendien van „Die Jahreszeiten", in 1899 o.a. van „L'en- far.ee du Christ" van Berlioz, en in 1900, het jaar van het zilveren feest zette het Bestuur op het programma twee werk-m, diu voor Leiden nieuw waren. L w.: „Le chant de la Cloche" van Vincent Indy cn „Die Hohe Misse in H Moll" van Bach. Dit laatste werk werd, gelijk dit in 1895 met Biahms' „Requiem" was geschied,in de Lutherscho Koepelkerk te Amsterdam her haald; een zware sneeuwval, zooals wij die juist dezer dagen weder beleefd heihen, stuurde dien dag den treinenloop in de war, zoodat de nachttrein uit Parijs, die de kocr- hden zoo tijdig in Amsterdam zou brengen, dat men daar in de vreemde omgeving nog eenige gedeelten van de Mis zou kunnen repeteeren, een uur vertraging en van de repetitie dientengevolge niet veel meer kon Komen, wat gelukkig aan de uilvoering geen merkbaren afbreuk deed. Ook het begin van de tweede vijf en twintig jaren was rijk aan interessante uit voeringen. In December 1900 de „Graner Messe" van Liszl en twee Reijzangen uit de „Gysbreght van Aemstel" van Alphons Diepenbrock, met als Eolisten een viertal -jonge kunstenaars, afkomstig van liet Con servatorium te Amsterdam; onder hen be vond zich Julia Culp, wier schoone 9tem- middelen en voortreffelijke aanleg en zang kunst terstond opvielen, al was zij zelve over dien avond maar balf tevreden In 1902 van Diepenbrock het ..Carmen Sa;cu- lare", verder o.a. de „Passionsinusik" van Schtttz, „Wandrer's Slurmlied" van Rich. Slrauss en als curiosum de „Hym nen an das Leben" van Fr Nietzsche in 1904 Elgar's „Der Traum des Gerontius". Aldus begon de tweede kwart-eeuw vo*r de Afdeeling, die zooveel schoone kooruit voeringen tot stand bracht en daarnevens velen een groot genot heeft verschaft door een lange reeks van belangrijke uitvoerin gen van kerk- cn kamermuziek: men donkc b.v. aan de avonden van Messchaert en Röntgen, het gedenkwaardige concert in 1888. waarvan Joachim medewerkte de orgelwerken, ten gehoore gebracht door Dan. de Lange, Joh. Wagenaar. Ant II. Tierie en C. de Wolf. En de bloei, waartoe de Afdeeling dank zij den man, die haar eerste schreden leidde en haar meer dan 25 jaren bezielde Danië! de Lange, is gekomen, heeft onder Wage naar en Tierie stand gehouden De Afdeeling is nog altijd een kostelijk en onmisbare element in de toonkunstbeoefening in Lei den, en ik wensch haar top. dat zij ook in dp toekomst zal groeien in ledental er- bloeien door de energie van haar bestuur, de toewijding en hel talent van haar koor en andere uitvoerenden, en jle bezielende leiding vnn haar directeur! J. T. FOCKEMA ANDRE.E. Utrecht, 4 December 1925.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5