No. 20165.
LEIDSCH DAGBLAD. Zaterdag 5 December
Tweede Blad. Anno 1925.
BINWFW" A?*n.
Sint-Nicolaas - Reclame.
GEMENGD NIEUWS.
DE KABINETSCRISIS.
De opdracht aan dr. De Visser
spoedig verwacht.
Zeer spoedig wordt thans de opdracht tot
kabinetsformatie aan dr. J. Th. de Visser
verwacht.
De vergadering der Ghr.-Hist
Kamerfractie.
De vergadering van de Cliristelijk-Histo
rische Kamerfractie, welke werd gehouden
in verband met den politieken toestand, heeft
gistermiddag van halftwee tot tien minuten
over halfvier geduurd.
Wederom een rede van
mr. Maichant.
In de grootc Doclenzaal te Rotterdam had
de afdeeling Rotterdam van-den Vrijz.-Dem.
Bond gisteravond een vergadering georgani
seerd, waarin mr. H. P. Marchant gespro
ken heeft over de crisis.
De zaal was nagenoeg geheel gevuld.
De rede van mr. Marchant kwam vrijwel
overeen met die, welke hij Woensdag te
Amsterdam heeft gehouden.
Spr. behandelde eerst het tijdperk, gele
gen tusschen den uitslag der verkiezingen
en de crisis-, den tijd, waarin de lieer Colijq
naar spr. zeide, geregeerd heeft iegen den
wil van het grootste gedeelte van de kiezers.
Daarna wees spr. op het voorspel van de
Kabinetscrisis. Voor de leiders der coalitie
partijen heeft de V. D. Bond een waarschu
wend woord laten hooren, nl. dit, dat de
V. D. Bond zich niet laat gebruiken om de
moeilijkheden van de coalitie van de baan
ie schuiven.
Dan behandelde mr. Marchant de Kabi
netsformatie. zijn opdracht van de Koningin
het in beraad houden van de opdracht, en
de publicatie van de briefwisseling tus
schen spr. en de heeftn Nolens en Albarda.
Spr hoopte, dat de hoeren, die na hem
een opdracht tot kabinetsformatie ontvan
gen, eveneens hun briefwisseling zullen pu-
bliceeren en niet achter de schermen blijven
werken.
Mr. Marchant besprak hierna de houding
der R.-K. en C.-H. en eindigde zijn langdu
rig toegejuichte rede met de toezegging, dat
de strijdbijl weder zat worden opgeheven in
de vaste overtuiging, dat dc democratische
gedachte in Nederland zal overwinnen.
Prof. ir. C. L. van Nes.
Prof. ir. CV L. van Nes, benoemd tot ge
woon hooglceraar aan de Technische Hoo-
gcschool te Delft, om onderwijs te geven
in de mijnkunde, het mijnmefcen en het
karteeren, werd 15 September 1879 gebo
ren te Boskoop. Hij volgde de lessen aan
de Hoogere Burgerschool te Apeldoorn en
verwierf in 1898 het einddiploma 5 j. c.
H. B. S. Van 1898 tot 1903 studeerde liij aan'
de toenmalige Polytechnische School en be
haalde in laatstgenoemd jaar het diplom
voor mijningenieur.
Ir. Van Nes was eerst als ingenieur in
Suriname werkzaam. Naar-Europa terugge
keerd werd hij eenige maanden leider van
een tin-exploitatie in Spanje. Vervolgens
vertrok hij naar Chili om aan de Escuela
Naval te Santiago les te geven in natuur-
en scheikunde. Hij verliet deze ambtelijke
betrekking om terug te keeren tot den mijn
bouw en was eerst als ingenieur bij mijn-
bouwkundige ondernemingen in Zuid-Ame-
rika. Na terugkeer in Nederland werd hij
benoemd tot ingenieur bij de Staatsmijnen
in Limburg, waar hij opklom tot bedrijfsin-
ganieur van de Staatsmijn „Emma". De
leiding van deze mijn is een aantal jaren
in zijn handen geweest. In 1923 werd hij
als hoofdingenieur op het hoofdbureau der
staatsmijnen geplaatst. Hij kreeg in 1924
verlof om gevolg te kunnen geven aan de
nitnoodiging van de Directie der Neder
landsche steenkolenmijn op Spitsbergen,
om zich op dit eiland met de leiding te
belasten.
Van de hand van ir. Van Nes zagen en
kele verhandelingen het licht, welke gepu
bliceerd werden in de verhandelingen van
het geologisch mijnbouwkundig genootschap
voor Nederland en Koloniën.
Met de benoeming van prof. Van Nes is
in één van dc twee vacatures, welke reeds
ger oirnen tijd in do afdeeling der mijnbouw
kunde! bestonden, voorzien.
Toepassing Lager-Ondeiwijswet 1920.
Mejuffrouw Westerman heeft aan den
Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen de volgende vragen gesteld:
1. Acht de Minister het in het algemeen
belang, dat steeds weer moeilijkheden rij
zen tusschen gemeente- en schoolbesturen
over de toepassing van verschillende arti
kelen der Lager-Onderwijswet 1920, voor
namelijk wat betreft de artt. 101, 102 en
103 (exploitatiekosten) en artt. 7283 (in-
richting en onderhoud) 1
2. indien de Minister met ondergetecken-
do van raeening is, dat de pacificatie op
onderwijsgebied bevorderd zou worden,
wanneer de interpretatie van die wetsar
tikelen vaststond, zou dan niet een scher
pcre omschrijving voor de toepassing dier
artikelen kunnen worden gegeven aan de
beslissende autoriteiten, zoodat iedereen
weet, waaraan zich te houden bij de bere
kening van de vergoeding, door de gemeen
ten aan schoolbesturen toe te kennen 1
3. Is dc Minister bereid, zoo spoedig mo
gelijk wat de exploitatiekosten betreft,
in ieder geval vóór de berekeningen over
1925 bij de gemeentebesturen moeten wor
den ingediend duidelijk kenbaar to mal
leen, welke kosten naar zijn inzicht door de
schoolbesturen in rekening mogen worden-
gebracht1
Jaarwedden Onderwijzers.
By Kou. besluit van 17 November 1925
(Stsbl. 446) is gewiegd het Kon. besluit
van 27 December 1924 (Stsbl. 5S5) tot het
opnieuw vaststellen van de regelen voor
do bezoldiging van de hoofden en de onder
wijzers aan de scholen voor gewoon, uit
gebreid en meer uitgebreid laser onder-
wye.
Ten gevolgd hiervan worden, te rekenen
van 1 Januari 1925, artikel 8, tweede lid
en artikel 9 van voormeld besluit van 27
December 1924 (Stsbl. 585) gelezen als
volgt:
Artikel 8, tweede lid. Gelyke verhoogiug
van de jaarwedde met f400 wordt tot en
met 31 December 1927 genoten door den
onderwijzer, die op 31 December 1924 in
het genot was van do verhoogine zyner
jaarwedde, bedoeld in artikel III, punt 11,
van Ons besluit van 16 December 1920 (Stsbl.
no. 899), en die de akte als hoofdonder
wijzer bezit en tevens de bcvo?gdheid tot
het geven van lager onderwijs in slechts
één der bovengenoemde vakken (n.l. Franscli,
Duitsch, Engelsch, wiskunde of handelsken
nis) of wel, zonder de akte als hoofdonder
wijzer te bezitten, ten minste eene hoogere
bevoegdheid voor één der bovengenoemde
vakken, hetzij de bevoegdheid tot het geven
van lager onderwijs in ten minste twee dier
vakkeu berit.
(In het oude artikel werd de bevoegdheid
voor het L. 0. in één diar vakken vereischt
naast de hoogere bevoegdheid voor een
ander dier vakken).
Artikel 9. L>e jaarwedde van het hoofd
en de onderwijzers eener school, welke als
eenige leerschool verbonden is aan een van
Rykswege gesubsidieerde gemeentelijke of
bijzondere kweekschool voor onderwijzers en
onderwijzeressen, is gelijk aan die van het
hoofd en de onderwijzers eeuer school voor
gewoon lager onderwys, vermeerderd met
f450 voor het hoofd en met f250 voor
de onderwijzers.
Onder „eenige leerschool" is te verstaan
de leerschool, welke overeenkomstig artikei
21, eerste lid, van Ons besluit van 11 Sept.
1923 (StsbL no. 440) door het gemeente
bestuur of het bestuur der bijzondere kweek
school is aangewezen, mits deze aanwijzing
door den hoofdinspsctenr is goedgekeurd,
en zoolang hij deze goedkeuring niet heeft
ing et rokken.
(Deze tweede alinea ontbrak in het oude
artikel).
Departementsambtenaren.
„De Rsb." zegt uit goede bron te verne
men, dat. behoudens enkele kleine wijzi
gingen, de salarisschalen voor de Departe
mentsambtenaren cr als volgt zullen uit
zien. machineschrijver min. 500 max.
f 900 na 4 jaar (deze rang is uilgevonden
door de Regeering); schrijver 2de kl. min.
f 1000 max. f 1700 na 12 jaar; schrijver 1ste
kl. min. f 1600 max. f 2100 na 10 jaar; klerk
miti f 1100 max. f2000 na 1-1 jaar; adjunct
commies min. f 1700 max. 1 2700 na 14 jaar
commies min. f 2500 max 1 3100 na 12 jaar
hoofdcommies min. f3500 max f4500 na
10 jaar-, referendaris min. f 4600 max. f 5600
na 5 jaar; administrateur min. f5500 max.
f 6500 na 8 jaar.
Personealraad bij de Spoorwegen.
De directie der Nederlandsche Spoorwe
gen heeft aan het hoofdbestuur van din
Bond van Ambtenaren in dienst bij de Ne
derlandsche Spoorwegen in verband met zijn
verzoek om nader overleg in zake de instel
ling van oen Tcrsoneelraad, hel navolgende
geantwoord:
„Tot ons leedwezen vernemen wij uit uw
schrijven, dat uw hoofdbestuur zich mot do
oprichting van een personeel raad, in den zin
als door ons voorgesteld, niet vereénigen
kan. Waar eenerzijds vast staal, gelijk u uit
het verhandelde in de conferentie met de
vertegenwoordigers der vakverccnigingen ge
bleken is, dat de vorlegcnwoordigers van de
groote meerderheid van het personeel aan
zulk een personeel raad de voorkeur geeft bo
ven den beslaandun vorm van overleg en
anderzijds zooals u ook reeds bekend i3
bij ons overwegend bezwaar om in l?
gaan op de denkbeelden, welke uw organi
satie op dit stuk wenscht te verwezenlijken,
kunnen wij ons niet bereid verklaren om
over dit onderwerp nader met u van gedach
ten te wisselen."
Uit bovenstaand antwoord blijkt duidelijk,
dat het thans vaststaat, dal de Personeelraad
bij de Nederlandsche Spoorwegen zal wor
den ingevoerd.
Georganiseerd Overleg Personeel bij de
Rijkskrankzinnigengestichten.
De Bijzondere Commissie voor Georga
niseerd Overleg ia zaken, rakende het Per
soneel bij de Rijkskrankzlnnigengestichten,
heeft in haar vergadering, Donderdag 3
December j.L te Eindhoven gehouden, naar
aanleiding van een door den Minister van
Binnenlandsche Zakon cn Landbouw ge
stelde vra-ag, overwogen of er aanleiding
was tot het doen van voorstellen tot wij
ziging van salarisbedragen of van tijdvak
ken voor periodioke verhoogingen gesteld,
voor ambten voorkomende in het Bijzon
dere salarisbesluit voor het personeel bij
het dienstvak van het Krankzinnigenwezen,
zulks als consequentie van de voorgestelde
wijziging van het Bezoldigingsbesluit Bur
gerlijke Rijksambtenaren 1925. Er werd be
sloten aan don Minister voornoemd voor
stellen te doen omtrent do volgende aange
legenheden salaris van leerling-verplegen-
den, die in de organieke sterkte werden op
genomen; salaris-regcliDg administratief
personeel: 'bezoldiging van de verpiegen-
den; wijziging in de rangschikking van
ambtenaren op maand- en weekloon in groe
pen; en eventueel: verhooging van de jaar
wedde van het hoofd van de huishouding
en dat van de wasscherij.
Voorts heeft de commissie zich nogmaals
bozig gehouden met de regeling van de
vergoeding door het gestichtspersoneel te
Eindhoven te geven voor het breken of be
schadigen van gestichtsvoorwerpen.
De nieuwe weldadigheidszegels.
Het hoofdbestuur der Posterysn eu Tele
grafie a&ndt hei volgende communiqué:
De wapens der provinciën, den ontwer
per opgegeven als uitgangspunt, hebben
hem geleid tot de volgende opvatting:
door het historisch wapenschild te go-
bruiken als e?nig motief der Z2gels, meent
hg kwalijk te beantwoorden aan het jonge
streven van het hoofdbestuur der Poste
ryen, dat immers door de laatste jaren ver
schillende kunstenaarsontwerpcfl te vra
gen, het herboreu goede inricht van toe
gepaste kunsten dient.
Een wapenschild is eigenlijk noch iu kleur,
noch in vorm aestetisch beter ta guven aan
zooveel mooie voorbeelden, die de vorige
eeuwen ons nalieten al is dit ook door
moderne kunstenaars vaak beproefd.
Beter dan wederom zulk eeu poging te
wagen, leek het den ontwerper de opdracht
van het provinciaal historisch motief, meer
naar den geest dan naar den letter te vat
ten om dan te komen tot een nieuw
gezichtspunt.
Het historische wapenschild van ver
schillende landen wordt aoo vaak vooraf
gegaan of aangevuld door eenig motief
aan bloemoc- of plantenwereld oütleeud,
dat een bepaald land of geslacht niet min
der eigen werd dan het erkeadd wapen. De
roos der Tudors, de lelies van Frankrijk,
de di3te! der Plantagenet*, de groaue kla
ver van forland, de oranjeboom van Hol
land, de kore-nbloem der Hohenzollern, zijn
even bekend als de lotus der Egypteuar.L,
de chrysant der Japanners of de dihlia der
Perzen. Al zijn onze provinciale motieven
zooveel minder bekend, toch kunnen wy
als niet minder typisch aanhalen de „groene
inge" van Groningen, de mispelbloem der
Gelderschen of de ysbloem der Stichtenaren.
Waar thans alleen de drie ejrste z gels
de.' serie verschijnen omschrijven wij dezj
aldus:
Zuid-Holland (10 cent) voert de roode
roos: in rood en geel dat is oranje; daar
oigenlyk het Hollandsch bloeinent^ken is
„de oranjebloesem" (voor Noord-Holland)
namen wy als aanvulling daarvan de ko
ningin der bloemen: de roos, een midden-
puut van den koninklijken bloementuin.
Gelderland (71/* cent) voert de mispel-
bloean: paars eu blauw, afgeleid van het
aloude zegel van Otto I van Gelre.
Noord-Brabant (2 cent) voert de lelie:
afgeleid van de historische herinnering aan
de blanke Genoveva ran Brabant, Wit, grom
en geel.
Aldus komen wy tot een bloemenserie;
zouden ook niet in abstracto b'.oemenzegals
passen bij de liefdadigheid Voor het kind?
Bij Kon. besluit is benoemd lot burge
meester van Aspercn en Ileukelum G. R.
Vonk; is lo. aan luitenant-generaal P. P. C.
Gollette, op diens verzoek, op de meest eer
volle wijze ontslag verleend uit zijn functie
van hoofd- levens leger-commissaris van
„Het Nederlandsche Roodo Kruis", onder
dankbetuiging; 2o. luitenant-generaal Col-
lelle, voornoemd, do medaille van „Het
Roode Kruis" verleend.
De Tweede Kamer- is in openbaré
vergadering bijeengeroepen tegen Donder
dag 10 December, des namiddags te één
uur, ter behandeling, gelijk gemeld van
spoedeischende ontwerpen.
In Stsbl. No. 450 is opgenomen een
Kon. besluit van 21 November 1925, hou
dende aanvulling van liet Vrijdoramcobesluit
1925 (Stsbl. No. 103) met bepalingen tot
regeling van den vrydom van invoerrecht
voor tot de posten Nos. 11 en 133, 120
en 130 der Tariefwet behooremde goederen.
Wyleu mevrouw E. F. CL Mouton,
weduwe van den heer W. G. van der Boor,
gewoond hebbende te Velp en aldaar over
leden 27 Juni 1924, heeft gelegateerd aan
de Diaconie der Ned.-iHerv. Gem. te Velft
vry van rechten en kosten, de som van
f 10.000.
RECLAME.
WINTERPANTOFFELS 4 f 1.69, mei hak.
ACTETASSCHEN 4 13.50.
FORTEMONNAIES 4 I 0.95, enz.
VAN ESCH, Donk psteeg 5
Naast de Stad Parijs. 7109
De Haagse lis slagersgezel.
len, die een actie voeren voor boten.' arbeids
voorwaarden, zeilen die actie gisteren in
door de hoofdstraten van Den Haag te inaai-
festecren, waarbij een lange rij gezellen in
slagersbuis rondliep, elk dor manifestanten
achter een.kinderwagenI
De naar Londen vertrokkeu
„Batavier II" is bij mist ter hoogte van Poor-
tershavcn in den Waterweg aan den grond
gevaren.
0 p den weg tusschen Haarlem
en Halfweg, is bij tie. Liedebrug eeu ernstig
ongeluk gebeurd. Uit Haarlem kwam de
auto van de wasscherij van de firma Van
Hooit in aanrijding met een auto uit Am
sterdam. Da eerste auto geraakts delect. De
auto ran de wasscherij van de firma Vasen,
uit Haarlem stopte, om hulp ts Terleeaen.
Des? laatste wagen is waarschijnlijk door
de gladheid dicht naar de tramrails ge-
gleden. Toen even later uit Hairlem i cn
tram kwam, werd de auto van Vasen ge
grepen en voor het grootste godeelle ver*
nield. De mist was zóó dicht, dat een
paar andere auto's de ruïno op straat niet
zagen, en er bovenop reden. Ook d.z? .ra-
geus werden ernstig beschadig i. E: hadden
geen persoonlijke ongelukken plaalc.
De schade is aauzienlijk.
E e n n m a n s w age n v an de
K Yli.T. reed gisteren op de Kleve'rlaan, lo
Bloemendaal, toen de bestuurder bemerkte,
dat er iets met deu beugel niet in orde was.
Onder bel rijden, terwijl hij buiten het bal
kon van den wagen ann het touw van den
beugel trok, kwam Lij in botsing met 'Cil
van de palen van de clectrische geleiding
Ba klap was zóó lievig, dat de man vaü den
wagen sloeg, lnlusschen reed dc train zonder
bestuurder door. Een jongen, die de eenige
passagier was, volgdliet in den wagen aan.
gegeven voorschrift op en draaid'- de i tri
vast, waardoor de wagen, zonder ongelukken
te hebben veroorzaakt, tot stilstand kwant.
Toen daarna de bestuurder werd opgezocht,
vond men hem raet een ernstige wonde urn
zijn achterhoofd. Hi] werd naar het zieken-:
huis vervoerd.
In dc Raadszitting van gister-
i:liddag heeft de wethouder van Publieke
Werken, de heer J. ter Haat, modsdeehng
gedaan omtrent de plannen van B. en W.
van Amsterdam tot parkaanlog op groote
schaal. Aan het Nicuwediep komt weldra
een mooi park. Met Mei a.s. wordt aan
den aanlog begonnen. Het wordt een park
van 51 H.A. (terngl liet Vondelpark slechts
4-1 H.A. tolt). En 60 H.A. water grenst
er aan. Een bijzondere verbindingsweg zal
tot stand worden gebracht. In het plan
Groot-Amsterdam is een groot bosch gepro-
'jeeleerd ten Noorden van do Kalfjesiaan
van niet minder dan 500 H.A. Dan zal
Amsterdam een zeer aantrekkelijk? woonstad
werden en eeu bosch bezitten, dat verge
leken kan worden met het Parjjscha Boia-
de-Boulogne, dat 850 H.A. groot is.
Gisteravond is te Amsterdam
bij een twist tusschen eenige loden van de
bemanning van het stoomschip „Gorontalc"
van den Hottcrdamschen Lloyd de 46-jarige
Chinees W S door een der vochtcnden in
den buik geschoten In zeer ernstigen toe
stand is hij naar het ziekenhuis vervoerd. De
dader is in arrest gesteld.
Uit Alkmaar wordt gemold:
De ProeftuiD Kennemerland heeft, nadar
de beer Hazcloop, tuinbouwcoosulent, op
de wen8chelijkheid van de uitbreiding an
de glascultuur in Noord-Holland te hebben
gewezen, besloten, een warenhuis van 1000
ruiten te bouwen.
In den nac li l van 21 op 22
November werd bij den horlogemaker F. li.,
te Gussinklo, te Aallen ingebroken cn voor
f 1500 aan horloges goud- en zilverwerken
gestolen. Vingerafdrukken werden direct
door de politie genomen. Than3 lie-eft men
in de grensplaats llocholt den vermoedelij-
BIJ het Gouden Feest van de Afd.
Leiden der Maatschsppij tot
bevordering der Toonkunst.
Het Bestuur van dc Afdeeling Leiden der
Maatschappij tot bevordering der Toonkunst
heeft mij gevraagd of ik, die bestuurslid was
tijdens het zilveren feest der Afdeeling,
thans een woord aan haar gouden jubileum
zou willen wijden. Gaarne voldoe ik aan
dat verzoek, in de hoop dat het „Leidsch
Dagblad" zijn muziekversiaggever van on
geveer vijf en twintig jaren geleden'daar
voor gastvrijheid zal willen verleenen (Het
geen wij bij dezen gaarne doen Red.
D.")
Het moet natuurlijk allereerst zijn een
woord van hulde en gelukwensch tot de Af
deeling, welke dank zij haar voorman
nen, haar koor en vooral haar opeenVoI-
Volgenden directeuren na het afleggen
van een langen, schoonen, doch allerminst
met goud geplaveiden weg zoo krachtig
to bloeiend is gebleven. Daarnaast zij het
ton woord van herinnering aan de jaren
"Jan opkomst en groeiende beteekenis der
Afdeeling. Maar bovenal worde het juist
«oor een herinnering aan de geschiedenis
ton opwekking, gericht lot alle muzieklief
hebbers in en rondom Leiden om de Leid-
tohe Afdeeling trouw te blijven of ie wor-
ton, omdat men daarmede niet alleen de
Maatschappij tot bevordering der Toonkunst
j-Gve steunt, die zooveel goeds (en bate van
j* toonkunst en hare beoefenaren hier te
ande verricht, maar daarnevens het hooge
toel der Afdeclingen in Leiden met zoo-
tol toewijding en zulk een uitnemenden
jaslag nagestreefd om koorwerken uit
J*oeger en later tijd ten. gehoore te bren-
bevordert, tot eigen genot en geestelijk
Wio het Nederlandsche muzikale leven
van thans vergelijkt met dat van een halve
eeuw geleden, ziet groote verschillen, dui
del ijker gezegd, neemt in bijna elk opzicht
een verblijdenden vooruitgang waar Het
is niet te boud gesproken als men beweert,
dal ook de Toonkunst-afdeelingen, waar-
oj der de Leidsche met eere mag worden
genoemd, niet weinig tot dien vooruitgang
hebben bijgedragen. Rechtstreeks hebben zij
het peil van den koorzang in ons land hoog
opgevoerd, doch middellijk hebben zij
bovendien geslachten van ver buiten onze
grenzen vermaard geworden oratorium zan
gers cn -zangeressen helpen vormen, schep
pende toonkunstenaars die immers toe
gewijde en voor hun taak berekende uit
voerenden gereed zagen staan geïnspi
reerd en de stichting van goede orkesten
(thans een trols van Nederland!") krachtig
in de hand gewerkt.
Vooral dit laatste element heeft in de
geschiedenis der Leidsche Afdeeling een be
langrijke rol gespeeld
Aren begon eenvoudig, rnet kleine werken
voor koor, a cappella of met piano; een
enkele maal, als men zich aan grootere
werken waagde, zooals Handels „Josua"
(1879) of „Die Jahreszeiten" van Haydn
(1881), riep men de hulp in van een orkest,
gevormd door Leidsche „kunstenaars en
dilettanten". In 1882 en volgende jaren
werkte de Amsterdamsche orkestvereeniging
herhaaldelijk mede, o.a. in werken van
Berlioz, die Daniël de Lange reeds spoedig
inlroduceerde (.üoméo et Juliette" in 1884,
Harold en Italië" in 1887), doch men bleef
in het algemeen beperkt in zijn keuze, wat
in tusschen dit goede gevolg had, dat men
in de eèrste jaren veel schoons heeft opge
dolven uit den rijken schat van werken
voor a cappella-koor van oude meesters
als Palaestrina, Sweelinck, Schuyt, Obrecht,
L&ssus, Areodelt, die evenals ook Bach
in De Lange een voorlreffelijken ver
tolker vonden.
Toen in 1888 het Concertgebouw-orkest
werd opgericht, kon men zijn vleugels wijder
uilslaan; den 25sten Januari 1889 verleende
hel voor de eerste maal zijn medewerking,
in het werk. dat aan dit gouden feest een
edelen glans verleent, Bach's Johannes-
Passion, een uitvoering, merkwaardig
ook, doordat daarbij voor de eerste maal in
de Afdeeling optrad Johannes Messchaert,
in de volgende jaren een trouwe, gevierde
medewerker aan hare uitvoeringen, zoo van
Oratoria als van werken voor kamermuziek.
Reeds aanstonds, twee jaren later, zette hij
luister bij aan het concert Ier inwijding van
de nieuwe Stads-Gehoorzaal, in T „Triumph-
Iitd" van Brahyis en de „9de Symphonie",
van Beethoven.
Dan volgt een reeks fameuze uitvoeringen
van grootsche koorwerken: „Der Messias"
van Hflnde! (1892), de „Missa Solemni9"
van Beethoven (1893), „Lc Damnation de
Fau3t" van Berlioz, en, wederom, de „Jo
hannes-Passion" van Bach (1894), dit laat
ste werk ditmaal met medewerking van het
tot bloei gekomen Utrechtsche Stedelijk Or
kest, dat gedurende vele jaren herhaal dïi ijk
Jiet Amsterdamsche Orkest afloste, cn b.v.
ook in 1895 de „Josua" van H&ndel en „Ein
Deutschcs Requiem" van Brahms bege
leidde
In 1896 bracht de Leidsche Afdeeling vtK>r
de eerste maal de „Matlhaeus-Passion" vai*
Bach ten gehoore. Het toen vermaarde vier
tal Mevrouw NoordewierReddi ïgius, me
juffrouw Manifargus en de heeren Rograans
en Messchaert zou de hoofdpartijen zingen;
de beide heeren werden echter op 't laatste
oogenblik ongesteld. Voor Messchaert kon
terstond een goede vervanger in Zalsman
worden verkregen, doch een Evangelist was
oj dat oogenblik niet gemakkelijk te vinden.
Daniël de. Lange beloofde in elk geval
iemand uit Amsterdam te zullen medebren
gen, cn kwam met Jos. Tijssen, die de
partij nog nooit gezongen had on eigenlijk
nauwelijks kende. Maar het experiment ge
lukte uitnemend; ieder was vol lof over de
vaardigheid, de muzikaliteit en het .groote
talent van Tijssen, wiens naam ook al9
oratorium-zanger daarmede gevestigd werd
en die sindsdien vele jaren een gaarne ge
hoord medewerker bij de uitvoeringen der
Afdeeling was.
Den 3den April 1897 stierf Bra hm s; den
18den voerde de Afdeeling te zijner nage
dachtenis behalve den „Begrabnissgesang"
Op. 13 „Ein Deutsches Requiem" uit.
In 1898 genoot men wederom van de
„Matthaeus-Passion", en bovendien van
„Die Jahreszeiten", in 1899 o.a. van „L'en-
far.ee du Christ" van Berlioz, en in 1900,
het jaar van het zilveren feest zette het
Bestuur op het programma twee werk-m,
diu voor Leiden nieuw waren. L w.: „Le
chant de la Cloche" van Vincent Indy cn
„Die Hohe Misse in H Moll" van Bach. Dit
laatste werk werd, gelijk dit in 1895 met
Biahms' „Requiem" was geschied,in de
Lutherscho Koepelkerk te Amsterdam her
haald; een zware sneeuwval, zooals wij
die juist dezer dagen weder beleefd heihen,
stuurde dien dag den treinenloop in de war,
zoodat de nachttrein uit Parijs, die de kocr-
hden zoo tijdig in Amsterdam zou brengen,
dat men daar in de vreemde omgeving nog
eenige gedeelten van de Mis zou kunnen
repeteeren, een uur vertraging en van de
repetitie dientengevolge niet veel meer kon
Komen, wat gelukkig aan de uilvoering geen
merkbaren afbreuk deed.
Ook het begin van de tweede vijf en
twintig jaren was rijk aan interessante uit
voeringen. In December 1900 de „Graner
Messe" van Liszl en twee Reijzangen uit
de „Gysbreght van Aemstel" van Alphons
Diepenbrock, met als Eolisten een viertal
-jonge kunstenaars, afkomstig van liet Con
servatorium te Amsterdam; onder hen be
vond zich Julia Culp, wier schoone 9tem-
middelen en voortreffelijke aanleg en zang
kunst terstond opvielen, al was zij zelve
over dien avond maar balf tevreden In
1902 van Diepenbrock het ..Carmen Sa;cu-
lare", verder o.a. de „Passionsinusik" van
Schtttz, „Wandrer's Slurmlied" van Rich.
Slrauss en als curiosum de „Hym
nen an das Leben" van Fr Nietzsche in
1904 Elgar's „Der Traum des Gerontius".
Aldus begon de tweede kwart-eeuw vo*r
de Afdeeling, die zooveel schoone kooruit
voeringen tot stand bracht en daarnevens
velen een groot genot heeft verschaft door
een lange reeks van belangrijke uitvoerin
gen van kerk- cn kamermuziek: men donkc
b.v. aan de avonden van Messchaert en
Röntgen, het gedenkwaardige concert in
1888. waarvan Joachim medewerkte de
orgelwerken, ten gehoore gebracht door
Dan. de Lange, Joh. Wagenaar. Ant II.
Tierie en C. de Wolf.
En de bloei, waartoe de Afdeeling dank
zij den man, die haar eerste schreden leidde
en haar meer dan 25 jaren bezielde Danië!
de Lange, is gekomen, heeft onder Wage
naar en Tierie stand gehouden De Afdeeling
is nog altijd een kostelijk en onmisbare
element in de toonkunstbeoefening in Lei
den, en ik wensch haar top. dat zij ook in
dp toekomst zal groeien in ledental er-
bloeien door de energie van haar bestuur,
de toewijding en hel talent van haar koor
en andere uitvoerenden, en jle bezielende
leiding vnn haar directeur!
J. T. FOCKEMA ANDRE.E.
Utrecht, 4 December 1925.