Het Foto-Mysterie No. 20160. LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 30 November Tweede Blad. Anno 1925. 3JL pxo-êeant^j^^^^^Caca^. FEUILLETON. Hst verslag van het verhandelde in de secties van den Gemeenteraad bij de behandeling der begrooting '26 v. (Slot.) Uitgaven. Bij den post „Speelterrein nabij de Wil- helminabrug" bepleiten eenige leden de op richting van speelplaatsen, geen speelter reinen. Een van hen zou die speelplaatsen willen oprichten in de nabijheid "Van drukke we gen, in verband met het gevaar voor kin deren; een ander lid acht die plaatsen juist ongewenscht. Ook wordt aangedrongen op speelterrei nen, liefst in het hart der stad, waarvoor b.v. het voorm. Invalidenhuis geschikt lijkt. De daaraan verbonden kosten behoeven niet hoog te zijn. Een der leden wijst in dit verband op den minder goeden naam, uit zedelijk oogpunt, van den Middelweg. Voorts wordt de aandacht gevestigd op de treurige ervaring met de speelbak in de kanaalstraat opgedaan Ten slotte merkt een lid op, dat hel ter rein aan den Zoeterwoudsche-Singel door den Bond voor Lichamelijke Opvoeding niet behoorlijk in orde wordt gehouden en vraagt voor het sportterrein nabij de Wilhelmina- brug beter toezicht Het maken van meerdere speelplaatsen, vooral in het centrum der stad zal. behalve op de hooge uitgaven, moeten afstuiten op dc moeilijkheid, om daarvoor geschikt ter rein te verkrijgen. Zoolang niet beslist is, wat er met het voormalige 'Invalidenhuis zal geschieden, dunkt het B. en W. onraad zaam dit gebouw af te breken en de vrij komende ruimte, waarvan de ligging in het midden der stad overigens niet ongunstig voor genoemd doel kan worden genoemd, als speelplaats te bestemmen. In de Kanaalstraat werd, voor zoover hun bekend, nimmer een speelbak geplaatst. Wel is er een spoelbak aan het einde der Burggravenlaan, die inderdaad door de Jeugd ergerlijk wordt vernield en herhaal delijk herstelling vordert. Door het aanhoudend gebruik heeft het sportterrein aan den Zoeterwoudsche-Singel veel geleden en zal dit daarom eerstdaags door de huurster afdoende onderhanden worden genomen, gedurende welken tijd de verschillende clubs tijdelijk zullen oefenen op het speelveld bij de Hoogere Burgerschool Wat de Volkshuisvesting betreft, mist een lid op deze begrooting den op vorige begroo» tingen voorkomenden memoriepost voor op richting van een Woningbeurs- Hij dringt alsnog op de oprichting daarvan aan, mede met het oog op de beantwoording van de vraag aan welk type van woningen en aan woningen van welken huurprijs het meest behoefte bestaat. Omtrent de wenschelijkhcid «van do op richting van een woningbeurs zullen B. en W. zich nader beraden na afloop van de woningtelling, waartoe de Raad op 26 Octo ber j.l. besloot. Het onderhoud van stralen en pleinen lieeft weder aanleiding gegeven tot heel veel vragen en opmerkingen, waaruit we slechts het voornaamste kunnen weergeven. In verband met het steeds drukker wor dende verkeer is het, naar de meening van een lid van groot belang, dat de verkeers wegen aan redelijk te stellen eischen vol doen. Het is daarom wenschelijk met het asphalteeren der hoofdverkeerswegen een aanvang tc maken én te beginnen met Steenstraat» en Stationsweg, hetgeen op laatstgenoemden weg gepaard zal moeten gaan met het opruimen van de voortuinen en het verleggen van de trottoirs ter ver krijging van een breeder rijvlak. Ook de Haarlemmerstraat werd voor een asphaltbc* straling aanbevolen. Verbetering van de bestrating in de ar beiderswijken in de binnenstad, met name in dc Ververstraat, Uiterstegracht, Zuidsin gel, Waardgracht enz., acht dit lid zeer noodzakelijk, evenals het leggen van trot toirs op den Nieuwen Rijn tusschen Burg- steeg en Heerengracht, in de Kraaier9traat tusschen Hoogewoerd en Utrechtschc Veer on op de Oude Heerengracht. Het onderhoud van de bestraling tusschen de tramrails acht hetzelfde lid onvoldoende en wordt in die meening gesteund door een ander lid. Zoo noodig zal dit gepaard moe ien gaan met het lichten van de rails. Ook wordt de aandacht gevestigd op het aan brengen van cementlagen onder de rails. Uit het uitvoerig antwoord van B. en W. slippen wïj aan, dat het vraagstuk der as- phalteering van de drukste en voornaamste verkeerswegen in deze gemeente en de el ders met verschillende stelsels opgedane er varing, hun volle aandacht heeft. Afgezien van de hooge kosten aan deze wijze van wegbedekking verbonden (voor de cijfers verwijzen zij naar het medegedeelde in de Memorie van Antwoord betreffende de be- grooting voor 1925) zijn echter verschillen de bezwaren aan asphaltecring verbonden, welke terdege onder de oogen moeten wor- 1 den gezien, alvorens daartoe te besluiten Voor het asphalteeren van straten, waarin tramsporen iijn gelegen en die slechts smalle trottoirs hebben, zoodat daaronder niet alle leidingen en kabels kunnen wor den geborgen,-biedt grootc moeilijkheden en j vordert dus zorgvuldige voorbereiding, i Een plan voor de verbreeding van den Stationsweg is in bewerking. Al geven B. cn \V. gaarne toe, dat de bestrating met veldkcien in cenige arbei derswijken in de binnenstad geen ideaal plaveisel is, toch komt het hun voor, dat de bestrating in de bedoelde wijken in ver gelijking met die in andere gemeenten nog I niet zoo slecht kan worden genoemd Met de beschikbare middelen en krachten wordt B. en W. wezen er verleden jaar ook reeds op, liet mogelijke gedaan om de bestrating in orde te houden. In de nieuwe arbeiders wijken treft men zelfs de meest moderne wijze van bestrating aan en die wijken be slaan een zeer grootc oppervlakte. Met het cog op den financieelcn toestand der ge meente gaat het niet aan ook overal in de /binnenstad in snel tempo "het aanbrengen I van modern bestratingsmateriaal te ver- I langen. Dit aanbrengen kan slechts gelti- j del ijk geschieden. Hetzelfde geldt voor het aanleggen van trottoirs. In dit jaar is een trottoir gemaakt in het begin van de Brecstraat tot de Yrou- wensteeg, op de begrooling voor het aan- i staande jaar zijn gelden uitgetrokken voor den aanleg van een trottoir aan weerszij den op de Brecstraat tusschen Hoogewoerds- brug en Koornbrugsleeg. Ten gevolge van een misverstand is verzuimd een bedrag van f 1400 uit te trekken voor den aanleg van een tegeltrottoir op de Steenstraat van de Narmslraat tot nabij de Morschstraat, waar- toe B. cn W. op advies van de Commissie van Fabricage besloten. Dit verzuim kan worden hersteld door volgn. 283 alsnog met f 1400 lo verhoogen. Het is hun voornemen in dc ontwerp-begrooting voor 1927 gelden uit te trekken voor den aanleg van een trottoir op den Nieuwe Rijn tusschen Burg- steeg en Hooigracht. Nader kan alsdan wor- den overwogen, of terzelfder tijd nog andere I verhoogde voetpaden zullen worden aange- legd. De bestrating langs de tramrails vereisebt inderdaad voortdurend herstel, hetgeen, zoo als ook reeds in de Memorie van Antwoord voor de begrooting van 1925 uitvoerig werd toegelicht, wordt veroorzaakt door de gesta dige beweging der rails bij het passeeren der zware tramwagens. Zoolang die beweging niet tot stilstand is gebracht door het on wrikbaar vastleggen van de rails op een be- tonbed, zal dit euvel blijven bestaan. Bij de post Onderhoud van wandelplaatsen en plantsoenen blijkt een lid van meening, en een ander lid sluit zich hierbij aan, dat meer aandacht behoort te worden geschon ken aan het onderhoud van plantsoenen, parken en andere gemeentetuinen. hetgeen z. i. zonder uitbreiding van personeel, doch door betere werkverdceling kan plaats heb ben. Bij dit volgn. komt duidelijk uit het gemis van een behoorlijke kweekerij, welke een stad als Leiden behoort te bezitten en waar door de jaarlijksche aankoop van planten en bloemen achterwege zou kunnen blijven. Het geheele tuinbedrijf, waaronder de kweekerij, moet naar zijn meening, als on derdeel van Openbare Werkefi onder C'én volgnummer worden gebracht. Waarom, zoo vraagt hij, wordt het on derhoud van dc tuinen der openbare scho len, van den Burcht en van het archief enz. niet op de begrooting vermeld? Een ander lid vraagt een gespecificeerden slaat van kosten van de kweekerij over te leggen, met vermelding van het bedrag, dat in 1924-25 besteed is voor het bewaren en in bloei trekken van planten bij de verschil lende bloemisten. Het lijkt hem van groot belang da.t de kweekerij dichter bij de stad is dan thans; bij opheffing van het Rijksop voedingsgesticht zou het vrijkomend terrein voor dit doel zeer geschikt zijn. B. en W. antwoorden dat met de beschik bare middelen wordt getracht de plantsoe nen cn parken in zoo goed mogelijkcn staat Ic brengen en te houdenhet algemecne oor deel zoowel van 'deskundigen als van het publiek, luidt daarover niet ongunstig. Of de tegenwoordige bloemen- en boomen- kweekerij te klein is, zal nader onder oogen worden gezien, vermits het College een an der standpunt denkt in te nemen ten op zichte van het aanleggen van bloemperken in de parken. Met uitzondering van het onderhoud van enkele kleine, niet voor algemeen gebruik bestemde tuinen (Burcht, Slafchthuis e.a.), -welk onderhoud om administratieve redenen ten laste moet worden gebracht van de in richtingen, waarbij deze tuinen behooren en dat dus onder do betreffende volgnummers dezer inrichtingen wordt verantwoord, komt het onderhoud van alle overige gemeente - lijke openbare plantsoenen, parken cn tui nen ten laste van volgn. 286 dezer begroo ting. Of liet wenschelijk is eenige posten, de boomkweekerij betreffende en thans voorko mende op volgn. 283, naar volgn. 286 over te brengen, zal worden overwogen. De kosten van de kweekerij en die van den aankoop en het bewaren van planten en bloemen over het jaar 1924 bedroegen: Arbeidsloonen hoofdtuinman f2007.20; id. tuinman 2e kl. f 1661.40; idem tuinknecht f 1591.20; aanvulling van de beplanting door aankoop van boomen, heesters enz. f 1203.60 riet- en stroomatten f202.70; diverse uitga ven (herstellingen, glasbreuk, koe- cn broei- mest enz. f 1976.70; in bewaring geven van planten cn bloemen f352.75; totaal f8995.55 In meer dan één sectie acht men de on derhoudskosten van het Kooipark enorm hoog. Een lid meent, dat dit beter in eigen beheer kan geschieden. Naar verhouding zijn volgens B. en W. de onderhoudskosten van het Kooipark niet hooger, dan die der andere parken. Overigens komt het ons voor, dat aan het onderhoud van dit jonge en fraai aangelegde plantsoen terecht eenige meerdere zorg mag worden besteed Dit onderhoud geschiedt, wat de dagclijk- sche werkzaamheden betreft, geheel in eigen beheer. Ook de meeste planten worden uit de eigen kweekerij betrokken; alleen het ontbrekende wordt bij Leidsche bloemisten aangekocht. Besproken werd de slechte toestand waar in het gebouw .Musis Sacrum met aanhoo- righeden verkeert. Men acht het een erger nis in verband met het ïfiooie plantsoen. Zou Musi9 niet bereid zijn om in overleg met het Gemeentebestuur den grond, waarop de mu ziektent staat, tot plantsoen in te richten? Een ander lid ziet liever algeheele oprui ming en aanleg aldaar van een speelterrein. Een en ander doet een lid de vraag stellen hoe de rechtsverhouding is, ook in fiancieel opzicht, van de gemeente tegenover Musis Sacrum. Hij heeft daaromtrent in de begroo ling niets kunnen vinden. Ook naar de meening van B en W. dragen het gebouw en de tuin van: „Musis" aller minst bij tot verfraaiing van het Plantsoen. Op het treffen van maatregelen, om tot een meer bevredigenden toestand te geraken, blijft de aandacht gevestigd. Aan het ver dwijnen van „Musis" zijn echter ook be zwaren verbonden met het oog op de onder scheidene doeleinden, waarvoor gebouw en tuin plegen te worden gebruikt. Aan het bestuur van de vereeniging Musis Sacrum is het terrein in gebruik gegeven tegen eene jaarlijksche recognitie van ll/« cent per vierk. M.f ingevolge raadsbesluiten van 28 Juli 1870 en 24 Augustus 1871 en van 25 Februari 1878. In 2 sectiën werd de vraag gesteld hoe het staat met de onderhandelingen met de Tram weg Mij. omtrent de groote Havenbrug. De toestand is er hoogst gevaarlijk. Een lid be spreekt het maken van een noodvoorziening, RECLAME. 7340 cWjenrtDwuy Com/mou cW/ae.v ^Uioe^erLgeAwukte ikaliüd duurdere mm* &£ou/iu rrwk) ^ê^anMckvo<Jdnrcü. v&tpaXi^ VwnHirxKUo f0.55 peg pandL ^&&&^mB.vo&daanaam.ditvv2nkbzh&udBri} ^l(mmUzd{^doozckdiuj^de/terne^£niüet ia cvv) r 11 i£/OZ.\jynAvjm£mt. 0965 b.v. door het leggen van een loopbrug naast de bestaande, terwijl een ander lid aandringt op spoedige indiening van voorstellen lot vernieuwing van de brug. Dezcp onderhandelingen verkeeren, vol gens B. en W., nog niet in zoodanig stadium dat daaromtrent nadere mededeelingen kun nen worden gedaan. Voorstellen tot ver nieuwing der Groote Havenbrug behooren intusschen op den afloop van deze onder handelingen te wachten, omdat de inhoud van deze voorstellen wordt beheerscht door de mate van medewerking der Haagsche Tramweg Maatschappij. Er zijn plannen ontworpen voor het ma ken van eene verbreeding der Groote Ha venbrug, alleen voor voetgangers, doch deze verbreeding bleek onpraclisch in het gebruik en lot moeilijkheden in de bediening aan leiding te geven. Een lid ontving gaarne inlichting omtrent de overeenkomst betreffende de Zijlpoorts brug. Wacht de vernieuwing van deze brug op de doortrekking van de tram? Zooals B.en W. verleden jaar ten aanzien van een vraag betreffende dezen zelfden post reeds opmerkten, kan een beslissing omtrent een vernieuwing van de brug worden geno men, als de plannen lot eventueele doortrek king van de tramlijn in de richting Span- jaardsbrug meer vasten vorm hebben gekre gen. Is de Indische Poslschool nog niet opgehe ven vraagt een lid? De overeenkomst met hot Rijk inzake de ingebruikneming van de benedenverdieping van het gebouw aan de Pieterskerkgracht, ten behoeve van de school lot opleiding voor commies bij den Indischcn Post-, Telcgraaf- en Telefoondienst, is met ingang v. 1 Mei j.l. ontbonden. Ten onrechte is derhalve op dc begrooling een bedrag van f 300 uitgetrokken, wegens vergoo'ding aan het Rijk van de kosten van verlichting en van verwarming van bedoelde benedenverdieping zeggen B. en W. Zij stollen nu vour dit volgnummer te ver lagen met f 300. Bij de „uitgaven" zijn over 't onderwijs ook heel wat opmerkingen gemaakt, waaruit wij slechts enkele grepen kunnen doen. Een Lid heeft het getroffen, dal de kosten van het bijdonder onderwijs f 23000 hooger zijn dan die van het openbaar onderwijs en verzoekt een opgave te ontvangen van het aantal leerlingen op de bijzondere en de openbare scholen. De becijfering, welke hoeft geleid tol dc conclusie, dat het bijzonder onderwijs f 2800o meer zoude korien, dan het openbaar onder wijs is niet juist zeggen B.enW. Zonder nade re specificatie is 't echter niet wel mogelijk na te gaan, hoc men lot die conclusie is geko men. In 1924 werden de bijzondere scholen ge middeld door 5383, de openbare scholen door 5366 leerlingen bezocht. Eenl id vraagt waarom de kosten van ver lichting, verwarming en schoonhouden van de schoolgebouwen een stijgende lijn vertco- nen, terwijl de prijzen van gas en electrici- teit niet zijn verhoogd. Zuinigheid is ook hier geboden. Voor verlichting, verwarming en schoon houden van de schoollokalen werd in de ja ren 1920 tot en met 1924 uitgegeven respec tievelijk f 45321.041/2, f 44774.41 J/2. f 41858.39, f 39325.41 1/2 en f 40120.98 1/2 De raming voor 1926 ad f 39500 is geba seerd op de uitgaven over 1924. I Hoewel het B. en W niet onwaarschijnlijk j voorkomt, dat deze post eenig overschot zal opleveren, achten zij het veiliger het uitga* I trokken bedrag te handhaven. Zij merken nog op, dat de raming voor 1926 pl.m. f 6000 lager is, dan de uitgaven in 1920 en dat de besparing op dezen p >st nog aanzienlijker zoude zijn geweest, indien het aantal scholen met centrale verwarming j of gasvenvarming in die jaren niet was toe« genomen. Een lid meikt op dat er een geweldig ver* loop is onder de leerlingen van „Matheaii Scientiarum Genitrix". De leermiddelen kos ten den leerlingen veel geld. Heeft de gemSente hier niet de taak om gratis leermiddelen tc verstrekken, in hel bijzonder aan dé werkloozen? Het aantal leerlingen van de school van het Genootschap M.S.G. bedroeg op: 1 Januari 1921 411; 1 Januari 1922 437; 1 Januari 1923 440; 1 Januari 1924 427; 1 Ja nuari 1925 399. Hoewel het totaal aantal leerlingen derhal ve thans iets lager is, dan in de vorige jaren, kan toch niet worden gesproken van „een geweldig verloop" onder de leerlingen. Al zal in cnkole gevallen het kostenhe-. zwaar wellicht ccnigen invloed hebben uitge oefend op don achter uitgang in het aantal leerlingen, i9 zulks toch volgens door B. en W. verkregen inlichtingen, in hoofdzaak een gevolg van do bepaling, dat do leerlingen der Ambachtsschool de pvondlessen v. „M.S.G" niet meer mogen bijwonen. Verder merken wij op, dal volgens art. 26 sub g der Nijverheidsonderwijs toelagen kunnen worden verleend aan leerlingen, dia anders niet in slaat zouden zijn de school lu bezoeken. Waar dim dit onderwerp wettelijk is geregeld, is er voor de gemeente z.i. geen aanleiding hierin te treden. Een lid stelt do vraag of het wel noodig i% dat een Directeur en een Adjunct-Directeur aan het Museum zijn verbonden. Kan niel volstaan worden met een Directeur? Een ander lid vraagt of de bezoldiging van den Di ree leur niet kan verlaagd worden, ge< let op de hooge kosten van het Museum en op het feit, dat deze betrekking slechts een ne* venbelrekking is. Naar de Commissie voor het Stedelijk Mu seum „de Lakenhal" mededeelt, zijn tenge volge van de uitbreiding der verzamelingen, dc vergroeiing van hel museum ten gevolge van de schenking Pape, de vermeerdering van het bewakingsj ersoneol cn de door dt uitbreiding van het museum geopende gele-» genlieid tol het houden van tentoonstellingen de werkzaamheden voor de directie zoozeer vermeerderd, dat op dit oogenblik naast don directeur een adjunct-directeur niet^an gft* mist worden. Met het bekleeden van het direcleurschft| als nevenbetrekking is reeds rekening gehou den bij dc vaststelling van de jaarwedde. Zof lang dc directeur tevens archivaris is, ont vangt deze ingevolge raadsbesluit van 11 April 1921 slochl9 een wedde van f 2500 's jaars. Ook werd gevraagd of het gemeentebe lang er wel mede gediend wordt dat de Dl* recteur buiten de gemeente woont. De machtiging aan den directeur, om bul ten do gemeente to wonen, werd, volgent B. en W., verleend op grond van een me- Uit hel leven van den beroemden Engelschcn detective Herbert Porhr. Vrij bewerkt naar het Engelsch door J. H. (Nadruk verboden). 6). „Maar alle duivels," barstle de assistent uit. „Wat is dat voor onzin? Waarom is die mijn-heer niet zelf naar het hotel gegaan? Hoe heeft hij je dat aannemelijk gemaakt?" Nou," antwoordde dc schoenmaker. „Hij had geen tijd, zei hij. Ik moesl maar voor hem gaan." „Geen lijd? Als hij toch- lijd had om hier 'e -wachten lot je terugkwamdan liad hij toch ook zelf kunnen gaan." ,Ja. daar hebt U gelijk in," knikte de portier verlegen. „Daar heb ik waaratje niet aan gedacht." Herbert Porter lachte. „Wel, cn iii hel Hotel? Daar hebbc-n ze de schoenen zeker met luid gejubel aangenomen?" „Neen," antwoordde de schoenmaker'met oen somberen blik op het pakket, dat hij nog onder den arm hield. „Integendeel. Kamer 41, waarvoor dc schoenen bestemd moesten zijn, staal al verscheidene dagen Keg. De ruenstrhen in het hole' hebben me uitgelachen. Ze hebben me uitgelegd, dat ïemuid me voor den mal heeft gehouden. „was die mijnheer met zijn mooien baard nog op zijn post, of liever op jouw post, toen je terugkwam?" „Neen, toen ik kwam ,was hij weg." Toen Herbert Porter ongeveer twee uren later zijn hotel weer binnenkwam, verhief zich uit een diepen fauteuil een dame, die hem met loome schreden tegemoet kwam. De detective zag haar in het gezicht. Met een smartelijke uitdrukking in haar uilge- woende oogen stond Else Hoffmann voor hem. „Iels bijzonders voorgevallen?" „Ja, mr. Porter. Iets onbegrijpelijks." „Uw patiënt is verdwenen?" Zij deed een slap achteruit en keek hem aan. „Ja, mr. Porter," antwoordde zij zacht. „Hoe was dat mogelijk; ik had U toch verzocht hem niet uit het oog te verliezen?" „U zult ongeveer een halfuur weg ge weest zijn, toen hij tot bewustzijn kwam. Hij keek verward om zich heen; toen her kende hij me en vroeg om een kop thee. Ik kon het* niet over mijn hart verkrijgen om het hem te weigeren." „Dat was ook niel van U (e eischen ge weest. Sloot U de dour achter U?" „Ja." „Daar hebben wc T" „Toén ik een paar minuien later met dc thee terugkwam, was hij gevlogen." Er was een oogenblik van diepe stille. „Nu zult U wel heel boos op me zijn," begon het jonge meisje bedeesd. „Ik neem Uw tijd en Uw vriendelijkheid in beslag. en bij de eerste gelegenheid de beste, dat i k aan de beurt ben, blijf ik in gebreke. Nu-is ieder spoor verloren. De aangevallene en de daders zijn er allebei van door en U moet alles opnieuw beginnen." Herbert Porter hief zijn gezicht op en tol haer stomme verbazing zag Else een licht begin van een glimlach, die in de diepte van zijn grijze oogen begon'te glinsteren. „Wat geeft het, of ik boos op U ben," begon hij, terwijl hij zijn schouders op haalde. „Ik heb met een dame, niet met een detective te doen. Maar het komt me toch voor, dal het werk, dat ik intusschen gedaan heb, niet heclcraaal overbodig is geweest." „Wat voor werk?" vroeg Else verbaasd. „Om U de waarheid te zeggen; ik had al zoo'n idee, Jat die sinjeur wel eens den wensch kon koesteren om er van door te gaan en dat het hem niet moeilijk zou val len dit verlangen te verwezenlijken. Daar om het ik hem voor alle eventualiteiten voor Uw huis opgewacht cn hem geëscor teerd. Tot zijn woning natuurlijk niet zoo opdringerig, dat hij er iets van heeft gemerkt." Else Hofman stond op. Zij reikte den Engelschman de hand en terwijl een lichte glans in haar oogen kwam, zei ze zacht: „Ik dank U, mr. Porter. Dus d&t weet U: wie de gewonde is cn waar hij woont?" „Ja." Herbert Porter opende zijn notitieboekje. „Het is een zekere Ernst Krauss, een ge wezen werkmeester bij een groote brand- kastenfabriek, zooals ik juist in allerijl op het politiebureau ben gewaar geworden. Hij woont in een villa op den Thalheimerweg No. 78, schuin tegenover het buurtstalion ThaLheim. En nu behoeft U zich voorloopig niet al té ongerust te maken, juffrouw Hoff mann. want ik geloof wel, dat ik U zeggen mag: Ik heb een spoor. Maar nu een andere vraag: Heeft U Uw avondmaal ai gehad?" Zij schudde lachend het hoofd: „Neen. mr. Porter. Daaraan heb ik bij al deze ver warring werkelijk nog niet gedacht." „Dan mag ik wel zoo vrij zijn U te invi- tccren op een klein souper mot een fleschje Saulerne?" Terwijl zij in de eelzaal van het ilolcl genoten van de heerlijke kreeften en de kellner juist de tweede flesch wille Bor deaux in den koeler zclte, verdween lang zamerhand uit Else's gezicht de uitdrukking van spanning en een rustig cn tevreden lachje kwam er voor in de plaats. „U zei zooeven, dat U op een spoor was, mr. Porter. Mag ik daarvan wat weten?" De detective vulde juist de beide glazen opnieuw en klonk met haar. Daarop zei hij kuikkend, terwijl hijzich van een stukje geroosterd brood bediende: „Ja, een en ander ben ik gewaar geworden. Wie Uw klant is en waar hij woont heb ik U al gezegd. Ver der heb ik de drie plaatsen kunnen vast stellen, waar de opnamen gemaakt zijn. Hel zijn de volgende huizen: ten eerste Augusta- Boulevard 177, het kantoorgebouw van de machinefabriek „Stahlwerk A. G." „Dat is mijn opname," zei Else. „Zeer juist. Ten tweede: in de Lcipriger- slraal bij den Dierentuin; daar is dc fabriek van Rilke Bruch gefotografeerd." „De bekende maatschappij voor radio- tclegrafie?" „Ja." „Dat was dc opname van mijnheer Becker." „De derde is van een huis op den Wcster- Loulevard No. 14. Hel gebouw beslaat uit drie verdiepingen, die elk -ann een aparte firma verhuurd zijn. Parterre is een sssu- rantieraaatschappij gevestigd, de „Vesta"; op dc eerste étage is de casmolorenfabriek van Petersen Co.; op de tweede verdie ping is de meubelfabriek van Karl Rossner en op de bovenste zijn de ateliers van een filmfabriek." „Ja, dat weet ik. Dc filmfabriek „Vhoe* nix." „Juisl." „Maar hoehet jonge meisje schud* de in komische vertwijfeling het hoofd," maar hoe wilt U het in vredesnaam aan vangen om uit deze woestenij van adressen juist dal te vinden, waar U wat aan hebt?" „Wel," antwoordde Herbert Porter lachend, daar zal wel wat op tc vinden zijn. Misschien zal aan een van die adres sen de een of andere zich iemand van de mannen herinneren, waarmee we te doen hebbenóf een van de mannen op de foto, ik bedoel van die appelenventersscène, óf de onbekende, die wij straks in Uw lift gevonden hebben." „Maar, mr. Porler," en een schaduw vloog over het gezicht van Else, „hoe zal men al leen op Uw beschrijving deze menschen herkennen? Ja, als we de foto's nog had den. Wéér kwam dal eigenaardig lichten i£ de oogen van den Engelschcn detective. daar men echter het negatief gesto len heeft en de afdruk ben ik zoo vrij geweest voor nieuwe te zorgen." Hij haald# zijn portefeuille uit zijn zak: „Kijk U maai eens hier; hier is een afdruk vai^ de op name, die U gemaakt hebt; de scène op der. Augusta-Boulevard. „Maar hoe is dat toch mogelijk?" (Vordl vervolgd).'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5