Het Foto-Mysterie
No. 20160.
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 30 November
Tweede Blad.
Anno 1925.
3JL pxo-êeant^j^^^^^Caca^.
FEUILLETON.
Hst verslag van het verhandelde in
de secties van den Gemeenteraad
bij de behandeling der begrooting '26
v.
(Slot.)
Uitgaven.
Bij den post „Speelterrein nabij de Wil-
helminabrug" bepleiten eenige leden de op
richting van speelplaatsen, geen speelter
reinen.
Een van hen zou die speelplaatsen willen
oprichten in de nabijheid "Van drukke we
gen, in verband met het gevaar voor kin
deren; een ander lid acht die plaatsen juist
ongewenscht.
Ook wordt aangedrongen op speelterrei
nen, liefst in het hart der stad, waarvoor
b.v. het voorm. Invalidenhuis geschikt lijkt.
De daaraan verbonden kosten behoeven niet
hoog te zijn.
Een der leden wijst in dit verband op den
minder goeden naam, uit zedelijk oogpunt,
van den Middelweg.
Voorts wordt de aandacht gevestigd op
de treurige ervaring met de speelbak in de
kanaalstraat opgedaan
Ten slotte merkt een lid op, dat hel ter
rein aan den Zoeterwoudsche-Singel door
den Bond voor Lichamelijke Opvoeding niet
behoorlijk in orde wordt gehouden en vraagt
voor het sportterrein nabij de Wilhelmina-
brug beter toezicht
Het maken van meerdere speelplaatsen,
vooral in het centrum der stad zal. behalve
op de hooge uitgaven, moeten afstuiten op
dc moeilijkheid, om daarvoor geschikt ter
rein te verkrijgen. Zoolang niet beslist is,
wat er met het voormalige 'Invalidenhuis
zal geschieden, dunkt het B. en W. onraad
zaam dit gebouw af te breken en de vrij
komende ruimte, waarvan de ligging in het
midden der stad overigens niet ongunstig
voor genoemd doel kan worden genoemd,
als speelplaats te bestemmen.
In de Kanaalstraat werd, voor zoover
hun bekend, nimmer een speelbak geplaatst.
Wel is er een spoelbak aan het einde der
Burggravenlaan, die inderdaad door de
Jeugd ergerlijk wordt vernield en herhaal
delijk herstelling vordert.
Door het aanhoudend gebruik heeft het
sportterrein aan den Zoeterwoudsche-Singel
veel geleden en zal dit daarom eerstdaags
door de huurster afdoende onderhanden
worden genomen, gedurende welken tijd de
verschillende clubs tijdelijk zullen oefenen
op het speelveld bij de Hoogere Burgerschool
Wat de Volkshuisvesting betreft, mist een
lid op deze begrooting den op vorige begroo»
tingen voorkomenden memoriepost voor op
richting van een Woningbeurs- Hij dringt
alsnog op de oprichting daarvan aan, mede
met het oog op de beantwoording van de
vraag aan welk type van woningen en aan
woningen van welken huurprijs het meest
behoefte bestaat.
Omtrent de wenschelijkhcid «van do op
richting van een woningbeurs zullen B. en
W. zich nader beraden na afloop van de
woningtelling, waartoe de Raad op 26 Octo
ber j.l. besloot.
Het onderhoud van stralen en pleinen
lieeft weder aanleiding gegeven tot heel veel
vragen en opmerkingen, waaruit we slechts
het voornaamste kunnen weergeven.
In verband met het steeds drukker wor
dende verkeer is het, naar de meening van
een lid van groot belang, dat de verkeers
wegen aan redelijk te stellen eischen vol
doen. Het is daarom wenschelijk met het
asphalteeren der hoofdverkeerswegen een
aanvang tc maken én te beginnen met
Steenstraat» en Stationsweg, hetgeen op
laatstgenoemden weg gepaard zal moeten
gaan met het opruimen van de voortuinen
en het verleggen van de trottoirs ter ver
krijging van een breeder rijvlak. Ook de
Haarlemmerstraat werd voor een asphaltbc*
straling aanbevolen.
Verbetering van de bestrating in de ar
beiderswijken in de binnenstad, met name
in dc Ververstraat, Uiterstegracht, Zuidsin
gel, Waardgracht enz., acht dit lid zeer
noodzakelijk, evenals het leggen van trot
toirs op den Nieuwen Rijn tusschen Burg-
steeg en Heerengracht, in de Kraaier9traat
tusschen Hoogewoerd en Utrechtschc Veer
on op de Oude Heerengracht.
Het onderhoud van de bestraling tusschen
de tramrails acht hetzelfde lid onvoldoende
en wordt in die meening gesteund door een
ander lid. Zoo noodig zal dit gepaard moe
ien gaan met het lichten van de rails. Ook
wordt de aandacht gevestigd op het aan
brengen van cementlagen onder de rails.
Uit het uitvoerig antwoord van B. en W.
slippen wïj aan, dat het vraagstuk der as-
phalteering van de drukste en voornaamste
verkeerswegen in deze gemeente en de el
ders met verschillende stelsels opgedane er
varing, hun volle aandacht heeft. Afgezien
van de hooge kosten aan deze wijze van
wegbedekking verbonden (voor de cijfers
verwijzen zij naar het medegedeelde in de
Memorie van Antwoord betreffende de be-
grooting voor 1925) zijn echter verschillen
de bezwaren aan asphaltecring verbonden,
welke terdege onder de oogen moeten wor-
1 den gezien, alvorens daartoe te besluiten
Voor het asphalteeren van straten, waarin
tramsporen iijn gelegen en die slechts
smalle trottoirs hebben, zoodat daaronder
niet alle leidingen en kabels kunnen wor
den geborgen,-biedt grootc moeilijkheden en
j vordert dus zorgvuldige voorbereiding,
i Een plan voor de verbreeding van den
Stationsweg is in bewerking.
Al geven B. cn \V. gaarne toe, dat de
bestrating met veldkcien in cenige arbei
derswijken in de binnenstad geen ideaal
plaveisel is, toch komt het hun voor, dat
de bestrating in de bedoelde wijken in ver
gelijking met die in andere gemeenten nog
I niet zoo slecht kan worden genoemd Met
de beschikbare middelen en krachten wordt
B. en W. wezen er verleden jaar ook reeds
op, liet mogelijke gedaan om de bestrating
in orde te houden. In de nieuwe arbeiders
wijken treft men zelfs de meest moderne
wijze van bestrating aan en die wijken be
slaan een zeer grootc oppervlakte. Met het
cog op den financieelcn toestand der ge
meente gaat het niet aan ook overal in de
/binnenstad in snel tempo "het aanbrengen
I van modern bestratingsmateriaal te ver-
I langen. Dit aanbrengen kan slechts gelti-
j del ijk geschieden.
Hetzelfde geldt voor het aanleggen van
trottoirs. In dit jaar is een trottoir gemaakt
in het begin van de Brecstraat tot de Yrou-
wensteeg, op de begrooling voor het aan-
i staande jaar zijn gelden uitgetrokken voor
den aanleg van een trottoir aan weerszij
den op de Brecstraat tusschen Hoogewoerds-
brug en Koornbrugsleeg. Ten gevolge van
een misverstand is verzuimd een bedrag van
f 1400 uit te trekken voor den aanleg van
een tegeltrottoir op de Steenstraat van de
Narmslraat tot nabij de Morschstraat, waar-
toe B. cn W. op advies van de Commissie
van Fabricage besloten. Dit verzuim kan
worden hersteld door volgn. 283 alsnog met
f 1400 lo verhoogen. Het is hun voornemen
in dc ontwerp-begrooting voor 1927 gelden
uit te trekken voor den aanleg van een
trottoir op den Nieuwe Rijn tusschen Burg-
steeg en Hooigracht. Nader kan alsdan wor-
den overwogen, of terzelfder tijd nog andere
I verhoogde voetpaden zullen worden aange-
legd.
De bestrating langs de tramrails vereisebt
inderdaad voortdurend herstel, hetgeen, zoo
als ook reeds in de Memorie van Antwoord
voor de begrooting van 1925 uitvoerig werd
toegelicht, wordt veroorzaakt door de gesta
dige beweging der rails bij het passeeren der
zware tramwagens. Zoolang die beweging
niet tot stilstand is gebracht door het on
wrikbaar vastleggen van de rails op een be-
tonbed, zal dit euvel blijven bestaan.
Bij de post Onderhoud van wandelplaatsen
en plantsoenen blijkt een lid van meening,
en een ander lid sluit zich hierbij aan, dat
meer aandacht behoort te worden geschon
ken aan het onderhoud van plantsoenen,
parken en andere gemeentetuinen. hetgeen
z. i. zonder uitbreiding van personeel, doch
door betere werkverdceling kan plaats heb
ben.
Bij dit volgn. komt duidelijk uit het gemis
van een behoorlijke kweekerij, welke een
stad als Leiden behoort te bezitten en waar
door de jaarlijksche aankoop van planten en
bloemen achterwege zou kunnen blijven.
Het geheele tuinbedrijf, waaronder de
kweekerij, moet naar zijn meening, als on
derdeel van Openbare Werkefi onder C'én
volgnummer worden gebracht.
Waarom, zoo vraagt hij, wordt het on
derhoud van dc tuinen der openbare scho
len, van den Burcht en van het archief enz.
niet op de begrooting vermeld?
Een ander lid vraagt een gespecificeerden
slaat van kosten van de kweekerij over te
leggen, met vermelding van het bedrag, dat
in 1924-25 besteed is voor het bewaren en
in bloei trekken van planten bij de verschil
lende bloemisten. Het lijkt hem van groot
belang da.t de kweekerij dichter bij de stad
is dan thans; bij opheffing van het Rijksop
voedingsgesticht zou het vrijkomend terrein
voor dit doel zeer geschikt zijn.
B. en W. antwoorden dat met de beschik
bare middelen wordt getracht de plantsoe
nen cn parken in zoo goed mogelijkcn staat
Ic brengen en te houdenhet algemecne oor
deel zoowel van 'deskundigen als van het
publiek, luidt daarover niet ongunstig.
Of de tegenwoordige bloemen- en boomen-
kweekerij te klein is, zal nader onder oogen
worden gezien, vermits het College een an
der standpunt denkt in te nemen ten op
zichte van het aanleggen van bloemperken
in de parken.
Met uitzondering van het onderhoud van
enkele kleine, niet voor algemeen gebruik
bestemde tuinen (Burcht, Slafchthuis e.a.),
-welk onderhoud om administratieve redenen
ten laste moet worden gebracht van de in
richtingen, waarbij deze tuinen behooren en
dat dus onder do betreffende volgnummers
dezer inrichtingen wordt verantwoord, komt
het onderhoud van alle overige gemeente -
lijke openbare plantsoenen, parken cn tui
nen ten laste van volgn. 286 dezer begroo
ting. Of liet wenschelijk is eenige posten, de
boomkweekerij betreffende en thans voorko
mende op volgn. 283, naar volgn. 286 over
te brengen, zal worden overwogen.
De kosten van de kweekerij en die van
den aankoop en het bewaren van planten
en bloemen over het jaar 1924 bedroegen:
Arbeidsloonen hoofdtuinman f2007.20; id.
tuinman 2e kl. f 1661.40; idem tuinknecht
f 1591.20; aanvulling van de beplanting door
aankoop van boomen, heesters enz. f 1203.60
riet- en stroomatten f202.70; diverse uitga
ven (herstellingen, glasbreuk, koe- cn broei-
mest enz. f 1976.70; in bewaring geven van
planten cn bloemen f352.75; totaal f8995.55
In meer dan één sectie acht men de on
derhoudskosten van het Kooipark enorm
hoog. Een lid meent, dat dit beter in eigen
beheer kan geschieden.
Naar verhouding zijn volgens B. en W.
de onderhoudskosten van het Kooipark
niet hooger, dan die der andere parken.
Overigens komt het ons voor, dat aan het
onderhoud van dit jonge en fraai aangelegde
plantsoen terecht eenige meerdere zorg mag
worden besteed
Dit onderhoud geschiedt, wat de dagclijk-
sche werkzaamheden betreft, geheel in eigen
beheer. Ook de meeste planten worden uit
de eigen kweekerij betrokken; alleen het
ontbrekende wordt bij Leidsche bloemisten
aangekocht.
Besproken werd de slechte toestand waar
in het gebouw .Musis Sacrum met aanhoo-
righeden verkeert. Men acht het een erger
nis in verband met het ïfiooie plantsoen. Zou
Musi9 niet bereid zijn om in overleg met het
Gemeentebestuur den grond, waarop de mu
ziektent staat, tot plantsoen in te richten?
Een ander lid ziet liever algeheele oprui
ming en aanleg aldaar van een speelterrein.
Een en ander doet een lid de vraag stellen
hoe de rechtsverhouding is, ook in fiancieel
opzicht, van de gemeente tegenover Musis
Sacrum. Hij heeft daaromtrent in de begroo
ling niets kunnen vinden.
Ook naar de meening van B en W. dragen
het gebouw en de tuin van: „Musis" aller
minst bij tot verfraaiing van het Plantsoen.
Op het treffen van maatregelen, om tot een
meer bevredigenden toestand te geraken,
blijft de aandacht gevestigd. Aan het ver
dwijnen van „Musis" zijn echter ook be
zwaren verbonden met het oog op de onder
scheidene doeleinden, waarvoor gebouw en
tuin plegen te worden gebruikt.
Aan het bestuur van de vereeniging Musis
Sacrum is het terrein in gebruik gegeven
tegen eene jaarlijksche recognitie van ll/«
cent per vierk. M.f ingevolge raadsbesluiten
van 28 Juli 1870 en 24 Augustus 1871 en van
25 Februari 1878.
In 2 sectiën werd de vraag gesteld hoe het
staat met de onderhandelingen met de Tram
weg Mij. omtrent de groote Havenbrug. De
toestand is er hoogst gevaarlijk. Een lid be
spreekt het maken van een noodvoorziening,
RECLAME.
7340
cWjenrtDwuy Com/mou cW/ae.v
^Uioe^erLgeAwukte ikaliüd duurdere mm*
&£ou/iu rrwk) ^ê^anMckvo<Jdnrcü. v&tpaXi^
VwnHirxKUo f0.55 peg pandL
^&&&^mB.vo&daanaam.ditvv2nkbzh&udBri}
^l(mmUzd{^doozckdiuj^de/terne^£niüet ia
cvv) r
11 i£/OZ.\jynAvjm£mt.
0965
b.v. door het leggen van een loopbrug naast
de bestaande, terwijl een ander lid aandringt
op spoedige indiening van voorstellen lot
vernieuwing van de brug.
Dezcp onderhandelingen verkeeren, vol
gens B. en W., nog niet in zoodanig stadium
dat daaromtrent nadere mededeelingen kun
nen worden gedaan. Voorstellen tot ver
nieuwing der Groote Havenbrug behooren
intusschen op den afloop van deze onder
handelingen te wachten, omdat de inhoud
van deze voorstellen wordt beheerscht door
de mate van medewerking der Haagsche
Tramweg Maatschappij.
Er zijn plannen ontworpen voor het ma
ken van eene verbreeding der Groote Ha
venbrug, alleen voor voetgangers, doch deze
verbreeding bleek onpraclisch in het gebruik
en lot moeilijkheden in de bediening aan
leiding te geven.
Een lid ontving gaarne inlichting omtrent
de overeenkomst betreffende de Zijlpoorts
brug. Wacht de vernieuwing van deze brug
op de doortrekking van de tram?
Zooals B.en W. verleden jaar ten aanzien
van een vraag betreffende dezen zelfden post
reeds opmerkten, kan een beslissing omtrent
een vernieuwing van de brug worden geno
men, als de plannen lot eventueele doortrek
king van de tramlijn in de richting Span-
jaardsbrug meer vasten vorm hebben gekre
gen.
Is de Indische Poslschool nog niet opgehe
ven vraagt een lid?
De overeenkomst met hot Rijk inzake de
ingebruikneming van de benedenverdieping
van het gebouw aan de Pieterskerkgracht,
ten behoeve van de school lot opleiding voor
commies bij den Indischcn Post-, Telcgraaf-
en Telefoondienst, is met ingang v. 1 Mei j.l.
ontbonden.
Ten onrechte is derhalve op dc begrooling
een bedrag van f 300 uitgetrokken, wegens
vergoo'ding aan het Rijk van de kosten van
verlichting en van verwarming van bedoelde
benedenverdieping zeggen B. en W.
Zij stollen nu vour dit volgnummer te ver
lagen met f 300.
Bij de „uitgaven" zijn over 't onderwijs
ook heel wat opmerkingen gemaakt, waaruit
wij slechts enkele grepen kunnen doen.
Een Lid heeft het getroffen, dal de kosten
van het bijdonder onderwijs f 23000 hooger
zijn dan die van het openbaar onderwijs en
verzoekt een opgave te ontvangen van het
aantal leerlingen op de bijzondere en de
openbare scholen.
De becijfering, welke hoeft geleid tol dc
conclusie, dat het bijzonder onderwijs f 2800o
meer zoude korien, dan het openbaar onder
wijs is niet juist zeggen B.enW. Zonder nade
re specificatie is 't echter niet wel mogelijk
na te gaan, hoc men lot die conclusie is geko
men.
In 1924 werden de bijzondere scholen ge
middeld door 5383, de openbare scholen door
5366 leerlingen bezocht.
Eenl id vraagt waarom de kosten van ver
lichting, verwarming en schoonhouden van
de schoolgebouwen een stijgende lijn vertco-
nen, terwijl de prijzen van gas en electrici-
teit niet zijn verhoogd. Zuinigheid is ook hier
geboden.
Voor verlichting, verwarming en schoon
houden van de schoollokalen werd in de ja
ren 1920 tot en met 1924 uitgegeven respec
tievelijk f 45321.041/2, f 44774.41 J/2.
f 41858.39, f 39325.41 1/2 en f 40120.98 1/2
De raming voor 1926 ad f 39500 is geba
seerd op de uitgaven over 1924.
I Hoewel het B. en W niet onwaarschijnlijk
j voorkomt, dat deze post eenig overschot zal
opleveren, achten zij het veiliger het uitga*
I trokken bedrag te handhaven.
Zij merken nog op, dat de raming voor
1926 pl.m. f 6000 lager is, dan de uitgaven
in 1920 en dat de besparing op dezen p >st
nog aanzienlijker zoude zijn geweest, indien
het aantal scholen met centrale verwarming
j of gasvenvarming in die jaren niet was toe«
genomen.
Een lid meikt op dat er een geweldig ver*
loop is onder de leerlingen van „Matheaii
Scientiarum Genitrix". De leermiddelen kos
ten den leerlingen veel geld.
Heeft de gemSente hier niet de taak om
gratis leermiddelen tc verstrekken, in hel
bijzonder aan dé werkloozen?
Het aantal leerlingen van de school van
het Genootschap M.S.G. bedroeg op:
1 Januari 1921 411; 1 Januari 1922 437; 1
Januari 1923 440; 1 Januari 1924 427; 1 Ja
nuari 1925 399.
Hoewel het totaal aantal leerlingen derhal
ve thans iets lager is, dan in de vorige jaren,
kan toch niet worden gesproken van „een
geweldig verloop" onder de leerlingen.
Al zal in cnkole gevallen het kostenhe-.
zwaar wellicht ccnigen invloed hebben uitge
oefend op don achter uitgang in het aantal
leerlingen, i9 zulks toch volgens door B. en
W. verkregen inlichtingen, in hoofdzaak een
gevolg van do bepaling, dat do leerlingen der
Ambachtsschool de pvondlessen v. „M.S.G"
niet meer mogen bijwonen.
Verder merken wij op, dal volgens art. 26
sub g der Nijverheidsonderwijs toelagen
kunnen worden verleend aan leerlingen, dia
anders niet in slaat zouden zijn de school lu
bezoeken. Waar dim dit onderwerp wettelijk
is geregeld, is er voor de gemeente z.i. geen
aanleiding hierin te treden.
Een lid stelt do vraag of het wel noodig i%
dat een Directeur en een Adjunct-Directeur
aan het Museum zijn verbonden. Kan niel
volstaan worden met een Directeur?
Een ander lid vraagt of de bezoldiging van
den Di ree leur niet kan verlaagd worden, ge<
let op de hooge kosten van het Museum en op
het feit, dat deze betrekking slechts een ne*
venbelrekking is.
Naar de Commissie voor het Stedelijk Mu
seum „de Lakenhal" mededeelt, zijn tenge
volge van de uitbreiding der verzamelingen,
dc vergroeiing van hel museum ten gevolge
van de schenking Pape, de vermeerdering
van het bewakingsj ersoneol cn de door dt
uitbreiding van het museum geopende gele-»
genlieid tol het houden van tentoonstellingen
de werkzaamheden voor de directie zoozeer
vermeerderd, dat op dit oogenblik naast don
directeur een adjunct-directeur niet^an gft*
mist worden.
Met het bekleeden van het direcleurschft|
als nevenbetrekking is reeds rekening gehou
den bij dc vaststelling van de jaarwedde. Zof
lang dc directeur tevens archivaris is, ont
vangt deze ingevolge raadsbesluit van 11
April 1921 slochl9 een wedde van f 2500
's jaars.
Ook werd gevraagd of het gemeentebe
lang er wel mede gediend wordt dat de Dl*
recteur buiten de gemeente woont.
De machtiging aan den directeur, om bul
ten do gemeente to wonen, werd, volgent
B. en W., verleend op grond van een me-
Uit hel leven van den beroemden Engelschcn
detective Herbert Porhr.
Vrij bewerkt naar het Engelsch door J. H.
(Nadruk verboden).
6).
„Maar alle duivels," barstle de assistent
uit. „Wat is dat voor onzin? Waarom is die
mijn-heer niet zelf naar het hotel gegaan?
Hoe heeft hij je dat aannemelijk gemaakt?"
Nou," antwoordde dc schoenmaker. „Hij
had geen tijd, zei hij. Ik moesl maar voor
hem gaan."
„Geen lijd? Als hij toch- lijd had om hier
'e -wachten lot je terugkwamdan liad
hij toch ook zelf kunnen gaan."
,Ja. daar hebt U gelijk in," knikte
de portier verlegen. „Daar heb ik waaratje
niet aan gedacht."
Herbert Porter lachte. „Wel, cn iii hel
Hotel? Daar hebbc-n ze de schoenen zeker
met luid gejubel aangenomen?"
„Neen," antwoordde de schoenmaker'met
oen somberen blik op het pakket, dat hij
nog onder den arm hield. „Integendeel.
Kamer 41, waarvoor dc schoenen bestemd
moesten zijn, staal al verscheidene dagen
Keg. De ruenstrhen in het hole' hebben me
uitgelachen. Ze hebben me uitgelegd, dat
ïemuid me voor den mal heeft gehouden.
„was die mijnheer met zijn mooien baard
nog op zijn post, of liever op jouw post, toen
je terugkwam?"
„Neen, toen ik kwam ,was hij weg."
Toen Herbert Porter ongeveer twee uren
later zijn hotel weer binnenkwam, verhief
zich uit een diepen fauteuil een dame, die
hem met loome schreden tegemoet kwam.
De detective zag haar in het gezicht. Met
een smartelijke uitdrukking in haar uilge-
woende oogen stond Else Hoffmann voor
hem.
„Iels bijzonders voorgevallen?"
„Ja, mr. Porter. Iets onbegrijpelijks."
„Uw patiënt is verdwenen?"
Zij deed een slap achteruit en keek hem
aan.
„Ja, mr. Porter," antwoordde zij zacht.
„Hoe was dat mogelijk; ik had U toch
verzocht hem niet uit het oog te verliezen?"
„U zult ongeveer een halfuur weg ge
weest zijn, toen hij tot bewustzijn kwam.
Hij keek verward om zich heen; toen her
kende hij me en vroeg om een kop thee. Ik
kon het* niet over mijn hart verkrijgen om
het hem te weigeren."
„Dat was ook niel van U (e eischen ge
weest. Sloot U de dour achter U?"
„Ja."
„Daar hebben wc T"
„Toén ik een paar minuien later met dc
thee terugkwam, was hij gevlogen."
Er was een oogenblik van diepe stille.
„Nu zult U wel heel boos op me zijn,"
begon het jonge meisje bedeesd. „Ik neem
Uw tijd en Uw vriendelijkheid in beslag.
en bij de eerste gelegenheid de beste, dat i k
aan de beurt ben, blijf ik in gebreke. Nu-is
ieder spoor verloren. De aangevallene en de
daders zijn er allebei van door en U moet
alles opnieuw beginnen."
Herbert Porter hief zijn gezicht op en tol
haer stomme verbazing zag Else een licht
begin van een glimlach, die in de diepte
van zijn grijze oogen begon'te glinsteren.
„Wat geeft het, of ik boos op U ben,"
begon hij, terwijl hij zijn schouders op
haalde. „Ik heb met een dame, niet met
een detective te doen. Maar het komt me
toch voor, dal het werk, dat ik intusschen
gedaan heb, niet heclcraaal overbodig is
geweest."
„Wat voor werk?" vroeg Else verbaasd.
„Om U de waarheid te zeggen; ik had al
zoo'n idee, Jat die sinjeur wel eens den
wensch kon koesteren om er van door te
gaan en dat het hem niet moeilijk zou val
len dit verlangen te verwezenlijken. Daar
om het ik hem voor alle eventualiteiten
voor Uw huis opgewacht cn hem geëscor
teerd. Tot zijn woning natuurlijk niet
zoo opdringerig, dat hij er iets van heeft
gemerkt."
Else Hofman stond op. Zij reikte den
Engelschman de hand en terwijl een lichte
glans in haar oogen kwam, zei ze zacht:
„Ik dank U, mr. Porter. Dus d&t weet U:
wie de gewonde is cn waar hij woont?"
„Ja."
Herbert Porter opende zijn notitieboekje.
„Het is een zekere Ernst Krauss, een ge
wezen werkmeester bij een groote brand-
kastenfabriek, zooals ik juist in allerijl op
het politiebureau ben gewaar geworden. Hij
woont in een villa op den Thalheimerweg
No. 78, schuin tegenover het buurtstalion
ThaLheim. En nu behoeft U zich voorloopig
niet al té ongerust te maken, juffrouw Hoff
mann. want ik geloof wel, dat ik U zeggen
mag: Ik heb een spoor. Maar nu een andere
vraag: Heeft U Uw avondmaal ai gehad?"
Zij schudde lachend het hoofd: „Neen.
mr. Porter. Daaraan heb ik bij al deze ver
warring werkelijk nog niet gedacht."
„Dan mag ik wel zoo vrij zijn U te invi-
tccren op een klein souper mot een fleschje
Saulerne?"
Terwijl zij in de eelzaal van het ilolcl
genoten van de heerlijke kreeften en de
kellner juist de tweede flesch wille Bor
deaux in den koeler zclte, verdween lang
zamerhand uit Else's gezicht de uitdrukking
van spanning en een rustig cn tevreden
lachje kwam er voor in de plaats.
„U zei zooeven, dat U op een spoor was,
mr. Porter. Mag ik daarvan wat weten?"
De detective vulde juist de beide glazen
opnieuw en klonk met haar. Daarop zei hij
kuikkend, terwijl hijzich van een stukje
geroosterd brood bediende: „Ja, een en ander
ben ik gewaar geworden. Wie Uw klant is
en waar hij woont heb ik U al gezegd. Ver
der heb ik de drie plaatsen kunnen vast
stellen, waar de opnamen gemaakt zijn. Hel
zijn de volgende huizen: ten eerste Augusta-
Boulevard 177, het kantoorgebouw van de
machinefabriek „Stahlwerk A. G."
„Dat is mijn opname," zei Else.
„Zeer juist. Ten tweede: in de Lcipriger-
slraal bij den Dierentuin; daar is dc fabriek
van Rilke Bruch gefotografeerd."
„De bekende maatschappij voor radio-
tclegrafie?"
„Ja."
„Dat was dc opname van mijnheer
Becker."
„De derde is van een huis op den Wcster-
Loulevard No. 14. Hel gebouw beslaat uit
drie verdiepingen, die elk -ann een aparte
firma verhuurd zijn. Parterre is een sssu-
rantieraaatschappij gevestigd, de „Vesta";
op dc eerste étage is de casmolorenfabriek
van Petersen Co.; op de tweede verdie
ping is de meubelfabriek van Karl Rossner
en op de bovenste zijn de ateliers van een
filmfabriek."
„Ja, dat weet ik. Dc filmfabriek „Vhoe*
nix."
„Juisl."
„Maar hoehet jonge meisje schud*
de in komische vertwijfeling het hoofd,"
maar hoe wilt U het in vredesnaam aan
vangen om uit deze woestenij van adressen
juist dal te vinden, waar U wat aan hebt?"
„Wel," antwoordde Herbert Porter
lachend, daar zal wel wat op tc vinden
zijn. Misschien zal aan een van die adres
sen de een of andere zich iemand van
de mannen herinneren, waarmee we te
doen hebbenóf een van de mannen op de
foto, ik bedoel van die appelenventersscène,
óf de onbekende, die wij straks in Uw lift
gevonden hebben."
„Maar, mr. Porler," en een schaduw vloog
over het gezicht van Else, „hoe zal men al
leen op Uw beschrijving deze menschen
herkennen? Ja, als we de foto's nog had
den.
Wéér kwam dal eigenaardig lichten i£
de oogen van den Engelschcn detective.
daar men echter het negatief gesto
len heeft en de afdruk ben ik zoo vrij
geweest voor nieuwe te zorgen." Hij haald#
zijn portefeuille uit zijn zak: „Kijk U maai
eens hier; hier is een afdruk vai^ de op
name, die U gemaakt hebt; de scène op der.
Augusta-Boulevard.
„Maar hoe is dat toch mogelijk?"
(Vordl vervolgd).'.