R.H.W. Limonades PIANOhANlEL van 1840 O. F. Het Foto-Mysterie DOES. No. 20156. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 25 November Tweede Blad. Anno 1925. UIT DE PERS Pi ANQ'S: ,'VUIÉHB. DilCAMQLA'S ONS ÓJARIG huursysteen y.fRGl^AKKEUJKTaanschaffing FEUILLETON. Bet woord aan mr. Marchant. Nu H. M. de Koningin aan mr. Marchant ppdracht heeft gegeven tot het formeeren ^an een kabinet, welke opdracht door hem 18 beraad is gehouden, trekt bijzonder de eandacht, wat de R.-K. bladen zeggen Onder het opschrift: „Het woord is aan mr. Marchant" schrijft „De Tijd" o.a. het volgende: „De Katholieke partij zal haar woord houden, om niet samen te werken met de genen, die vóór de motie-Kersten hebben gestemd. De vorming eener parlementaire meerderheid is dus onmogelijk. Tenzij de leiders der partijen, welke vóór de motie-KersteD en tegen onze somenwer king hebben gestemd, een meerderheid uit hun kringen beproeven. Of willen zij een minderheidskabinet vormen b.v op de programma's, die de heeren Marchant en Vliegen hebben ontworpen dan kunnen zij op een werkelijke „loyale oppositie" on zerzijds rekenen. Het slechte voorbeeld, dat de heer Mar chant op 11 November gaf, zullen de Ka tholieken niet volgen. Elk der wetsvoor stellen. welke een minderheidskahinet-Mar- chant gelieft in te dienen, zullen wij op zijn zakelijke waarde toetsen en naar zijn eigen verdiensten beoordeclen. Loyaler, nietwaar, kan het toch wel niet? Een minderheidskabinet, uit ervaren par lementariërs samengesteld, dat zou steunen op een vaste kern van een tweetal partijen in de Tweede Kamer, is van democratisch standpunt nog altijd beter dan een zaken kabinet. En als er een minderheidskabinet moet komen, heeft mr. Marchant. de man, die de meerderheid kapot maakte, het recht en den plicht om eerst aan de beurt te ko men." Waarom zou mr. Marchant niet aandur ven, wat Mac Donald in Engeland wél heeft gekund? besluit „De Tijd". Thans geeft ook „De Morgen" (R.-K., St.- Michaël) zijn oordeel over het program van mr. Marchant: Dat program ziet er lang niet kwaad uit, en met de mep$te punten er van zouden wij ons zeer we! kunnen vereenigen, al moet dadelijk het voorbehoud worden gemaakt, dat veel. zoo niet alle9, afhangt van de wijze van uitvoering der uiteraard algemeen ge houden punten, welke erop voorkomen. Toch eelooven we, dat de heeren te vlug zijn. De Katholieke kiezers zijn dit is nu eenmaal niet voor ontkenning vatbaar ln Juli 1.1. ter stembus gegaan in de overtui ging. dat zij gingen medewerken wel niet aan een Kabinet-Colijn maar dan toch aan een Kabinet uit de rechterzijde. Het gaat niet aan en zou ook niet met de eischen van een gezonden kiezersinvloed overeen fe brengen ztm als nu maar „pardoes" om met een vriendelijk collega te spreken, de Ka- .Iholieke S'aatspartij het roer omwierp en „oiir nirhfs dir nichts" aan ebn linksche combinatie deelnam. De coalitie-politiek heeft 40 jaren geduurd .en haar nu priis te geven, zonder raadple ging der kiezers, zou door vele Kathölieko kiezers slecht worden begrepen en in menig gemoed verwarring veroorzaken. Onze partij is daarop niet voorbereid. Als grootste partij ook van de nieuwe eventuecle combinatie, cn omdat zonder dat het wantrouwen van vele Kafholieke kiezers wel in het geheel niet te overwinnen ware. zou zij bovendien een eigen regeeringsprogram moeten ont werpen. waarop, weliswaar, heel wat zou kunnén voorkomen, waf thans ook op het program van mr. Marchant prijkt, doch dat er zoowel in negatieven als in positieven zin, toch nog wel een beetje anders uit zou zien. Men kan deze beide laatste bezwaren partij-b-ï* varen noemen; laten zij dat zijn; het zijn dan toch partij-bezwaren van zoo- R^CLAME. Overal verkrijgbaar. 7065 iiET OP HANDELSMERK R.H.W. danigen aard, dat een eventueel samengaan, naar den wensch der heeren Marchant en Albarda, al zeer spoedig zou eindigen, in dien er geen rekening mede gehouden werd. Wal er dan za! moeten gebeuren? In ieder geval lijkt het ons, dat de nieuwe toestand eventueel niet kan intreden dan na verkiezing--n, waarbij de Katholieke Staats- partij zich op z'n minst de kwestie eener parlementaire samenwerking voorbehoudt j Dat een zakenkabinet in de gegeven oogenblikkelijke omstandigheden, en gezien de nu eenmaal afgelegde verklaring van mgr. Nolens, overigens buiten Kamerontbin ding de eenige mogelijkheid de gelegen heid opene en den overgang vorme tot de mogelijkheid van Kabinetsvorming op den grondslag eener krachtige parlementaire meerderheid met een zakelijk program, welks goede uitvoering jaren van samen werking zou noodig maken, is dan een on- ontkomrlijke consequentie van het hier ge zegde. Uit het „Centrum" (R.-K.): Juist de promptheid, waarmee hier de cheque op lafel werd geworpen,-doet tot bijzondere voorzichtigheid manen. En dan komt vóór alles de vraag: wil ik met dezen koopman in zaken-relatie treden 7 Wie rustig de chèque beziet, bemerkt al ras, dat het heelemaal goen chèque is. 't Is een formecle acte van vennootschap, al thans van een handeling voor gemecne re kening. En dan, zoowaar, nog met een iet wat onbetrouwbaar uitzienden compagnon cr bij. Zonder dezen kan de transactie niet tot stand komen. En de verstandige koopman krabt zich. eens achter de ooren, cn zegt: Kom mor gen nog maar eens terug Het „Handelsblad" (Lib.) schrijft: Wij hebben, toen wij in het door mr. Aalberse geleide „Centrum" betoogd zagen, dat naar constitutioneel gebruik aan den heer Marchant, den „verwekker der crisis", de opdracht moest worden gegeven, ge dacht aan een plagerij. Herklonk al te zon derling. Maar wij hebben ons daarin ver gist. D.v.z. een ondeugendheid van iemand, die de vrijz. democraten wil plagen, blijft een advies in dien geest aan H. M. waar schijnlijk ook nu. Van een parlementair ka binet immers kan alleen sprake zijn, als de roomsch-katholieken meedoen en dat deze na den spot, waarmee zij des heeren Mar- chant's draai ter zake van het gezantschap bij het Vaticaan hebben begroet, het zelf nu reeds zouden kunnen wagen hun draai te nemen, is eenvoudig ondenkbaar. Een parlementair kabinet veronderstelt U cü een meerderheid. Die hebben de vol gelingen van de heeren Marchant en Al barda samen niet, ze komen slechts tot 3] leden en als men mr. Arts er bij rekent tot 32 Dat een deel van de democratische ka tholieken zich te dezer zake zouden afschei- don van de fractie is iets, waarvan mis schien de heeren Albarda en Marchant droomen, maar met de werkelijkheid of de waarschijnlijkheid heeft dat zelfs geen verre verwantschap. Het kan dus niet anders, of de opdracht, thans aan den heer Marchant verleend, be- teekent van te voren oen mislukking. De heer Marchant zal het blauwtje, dat hij bjj de katholieken in ontvangst heeft te ne- I men, nu als formateur in spe formeel en I kelijkheid te maken, doch haar verder maai rustig aan de reaktie ten prooi lieten. Wij spreken van kans, niet van zeker heid. Wij onderstellen de mogelijkheid sommigen onder ons zien zelfs de waar schijnlijkheid dat de katholieke partij thans nog uiet rijp er toe is om mede een demokratisch bewind te vormen, m.a.w. dat de demokratische strooming in de katho lieke partij hiertoe nog niet sterk genoeg is. Maar, hoe dit zij, allen zijn wij het er over eens, dat de vraag of een demokra tisch meerderheidsbewind reeds mogelijk is,, allefn kan blijken bij de besprekingen over l een regeeringsprogram, die-aan de vorming van zulk een bewind zouden moeten voor afgaan. Mocht hij zulke besprekingen met de ka tholieke partij blijken, dat er geen moge lijkheid bestaat om tot overeenstemming te komen over een program, dat onze partij en onze kiezers voor het heden zou bevre digen, welnu, dan gaan wij niet op de regeeringssamenwerking in. Haast hebben wij als partij niet. Onze te genwoordige positie bevalt ons best. En voor een schijn-demokratisch bewind zijn wij niet te vinden. Dit is, gelooven wij, al voldoende om te doen blijken, dat men die praatjes over onze „belustheid" nu voortaan maar moest ophóuden. Niet belust zijn wij. Wel bereid. Op be hoorlijke voorwaarden. In het belang van de arbeidersklasse. RECLAME. 7097 LEVERT OYER HET CEHEELE LAND FRANCO HOFLEVERANCIER LEIDEN BREESTR'109 DEN H HOUT5TB9 UTRECHT CHOORSTR 52 PIMMCUI ANn. spoedig krijgen, meer in den vorm en met meer haast, dan hij het anders -zou hebben gekregen. Maar dan zijn wij ten minste iets verder. Dan ie voor iedereen duidelijk ge maakt, dat althans nu de tijd nog niet ge komen is voor de democratische regeering, ten aanzien waarvan men zich in democra- tischen kring zoo gaaifie aan illusies over* geeft. „Het Volk" (S.-D.): Wanneer wij thans ons telkens weer be reid toonen om te zamen met vrijzinnig- demokraten en katholieken een regeering te vormen, is do eenige reden van onse houding deze, dat wij hierin onder de te genwoordige omstandigheden de eenige kan6 zien op een demokratisch bewind en dat wij ons tegenover de arbeidersklasse mo3 verantwoord achten, wanneer wij er niet naar zouden streven die kant tot wcr- Het Wassenaarsche Uitbreidingsplan. Op de vragen van het Raadslid M. Joëls Jr., inzake het uitbreidingsplan van Wasse naar hebben B. en W van Den Haag ge antwoord: Tusschen-. 's-Qravenhage en Wassenaar heeft geen ander overleg, het uitbreidings plan van laatstgenoemde gemeonte betref fende, plaats gehad dan omtrent de aanslui ting van de hoofdverkeerswegen van dat plan aan die van het Haagsche uitbrei dingsplan. Dit overleg, dat mondeling is gevoerd tusschen den directeur van den dienst der Stadsontwikkeling on Volkshuis vesting en den architect-ontwerper van net uitbreidingsplan voor de gemeente Wasse naar, heeft tot eesn behoorlijke aansluiting dier wegen geleid. B. en W. zijn van oordeel, dat bij het uit breidingsplan, zooais dit door de gemeen te Wassenaar is vastgesteld en door Ged. Staten goedgekeurd, het natuurschoon in hooge mate zal worden vernietigd, en dat dit plan niet in overeenstemming is met art 11 van het Woningsbesluit. In verbana hieimede hebben B. en W. der Koningin vorzocht het besluit van Gedeputeerd^ Sta ten te vernietigen. Prof. Henri Evers 70 jaar. Bij de receptie, aangebeden door den Se naat der Technische Hoogeschool le DeLft, Ier gelegenheid van den 70sten verjaaidag van den hoogleeraar Henri Evers, heeft gisteren de rector-magnificus, prof. dr. G. van Iterson Jr.. oen rede gehouden. Vervolgens spraik prof. dr. ir. J. Kraus, die namens het college van curatoren prof. Evers van fyarte gelukwenschte en hoopte, dat deze nog vele jaren voor zijn familie en zijn vrienden gespaard moge blijven. Spr. sloot zich verder geheel aan bij de woorden, door den rector gesproken. Door het dwingend artikel van de H. Ö.-wet zal de Hoogeschool niet langer van zijn krach ten en talenten kunnen profiteeren. Prof. Van der Sleur, sprekende namens de afd. Bouwkunde, zeide zich te verheugen dat de jubilaris voor hem staat „als een krachtigen eik in een bosch". Hij hoopte van ganscher harte, dat prof. Evers nog een lang en gelukkig leven tegemoet moge gaan. Hierna sprak namens de studenten de heer A. S. Brevet ,die er op wees, dat de arbeid van prof. Evers door de leerlingen len zeerste wordt gewaardeerd. Volgende spr. was mr. dr. J. Wyteraa, burgemeester van Rotterdam. Dr. ir. D. Slothouwer, uit Amsterdam, sprak daarna namens oud-studenten. Prof. 'Evers dankte zeer onder den in druk allen, die hem dezen dag tot een onvorgctclijken hebben gemaakt en zegt in het bijzonder burgemeester Wyteina dank voor de hulde van Rotterdam. Do receptie werd door nagenoeg alle hoogleeraren bezocht, verder door het cu ratorium. Onder de aanwezigen werden verder opgemerkt dr. ir. F. G. Waller, dr. H. P. Berlage, prof. J. A. van der Kloes en mr. N. Smeding. Onderscheidingen. Bfj Kon. besluit is C. G. Paap, eere-voor- zitler van de Utrechische Christelijke Jonge- mannenvereeniging, le Utrecht, benoemd lol ridder in de orde van Oranje-JVassau. H. M. de Koningin heeftbenoemd in de orde van Oranje-Nassau; lot commandeur met de zwaarden, luilenant-kcrionel C. II. Rije, van hel Deensche leger; lot officier met de zwaarden majoor J. H. Hansen van het Noorsche leger, en kapitein J. Törsleff van het Deensche leger; lot officier den heer N. L.. Hansen, scheikundige bij het Deensche leger. De salarissen van de brievenbestellers. De leden van de commissie van overleg voor Posterijen en Telegrafie, aangewezen door den Centralen Bond van Nederlandsch Tost-, Telegraa<r- en Telefoonpersoneel en den Centralen Ned. Amblenaarsbond heb ben een brief gericht aan den Minister van Waterstaat, waaraan het volgende is ont leend: De postale commissie van overleg heeft, tot groote voldoening van ondergeleekenden, geadviseerd de bestellers te brengen onder de ambtenaren op jaarloon en wel met een salaris van f 1300f 1800, gelijk aan dat van den gevangen-bewaarder, welk voorstel ook in de centrale commissie van overleg, vrijwel algomeenc instemming mocht vin den. Tol hun teleurstelling vernamen zij in de gehouden zitting der commissie, dat het brengen van het salaris der bestellers op f 1800 niet zou vallen binnen de grenzen, welke door de regeering ten aanzien van deze salarisherziening zijn gesteld. In verband hiermede zij het ondergelee kenden veroorloofd, er met nadruk op te wijzen, dat de besteller, krachtens den aard van zijn functie, niet is te vergelijken met de groepen van werklieden, die worden be zoldigd naar de voor de Rijkswerkliedcn geldende regeling. De ongeregelde, vroege, late, nacht- cn Zondagsdiensten', de intensiveering van hun arbeid, de vermindering van de promotie kansen, de overneming van het werk. dat vroeger door beter betaalde categorieën (kantoorknechts* assistenten en conducteurs) werd verricht, rechtvaardigen volkomen een loon als door de commissie van overleg werd geadviseerd. Dat het voorgestelde maximum-loon van f 1800 niet te hoog kan worden genoemd, moge U.E. o,a. blijken uit het feit, dat een gehuwde besteller zonder kinderen ten hoogste een zuiver inkomen van f 31.10 per week kan bereiken. In vergelijking mei b.v. een geld-ophaler in dienst der gemeente Den Haag (die toch zeer veel overeenkomst heeft met den quilanlie-besteller) op een jaarloon van f 2150, is een maximum salaris van f 1800 voor den besteller een zeer bescheiden verlangen. Ondergeleekenden verzoeken op grond van een en ander U. E. met aandrang, al het mogelijke in het werk le stellen, dat het be9tellcrssalaris op het door de commissie" van overleg voorgestelde maximum van f 1300 wordl gebracht. W aterstaatsper soneel. Het hoofdbestuur van de Vereeniging van Waterstaatspersoneel „Eendracht maakt Macht" heoft in zijn vergadering van 23 dezer le Utrecht besloten den volgende* brief aan den directeur van het Centraal Bureau van Voorbereiding van ambtenaren zaken te zenden: „ln onze vergadering werd de toestand besproken, waarin de beambten door de laatste salarisrcgeling zijn geplaatst. De vergadering was van oordeel, dat de beambten bij den Rijkswaterstaat functies bekleedcn, waaraan meer gezag en verant woording is verbonden, dan aan vele amb« tcnaren die thans op jaarloon worden gesa larieerd. Mitsdien werd aan hel bestuur opgedra gen, u te verzoeken, het daarheen te leiden, dat de ambtenaren bij den Rijkswaterstaat weer in het Bezoldigingsbesluit. 1925 ondet de- ambtenaren op jaarloon worden opgeno men. Door de loonregeling voor de maand en weeklooners zijn vooral de beambten op derde klasse standplaatsen gedupeerd. De vergadering drong cr daarom met kracht op aan. dat in de allereerste plaats de beamb ten .op maandloon en derde klasse stand plaatsen een herziening ondergaan. Deze beambten behooren volgens de vergadering tot de' „ergste plooibewoners". Hadden deze beambten indertijd 8 pCt. salaris minder dan hun collega's op eerste klasse standplaatsen, thans bedraagt hel verschil 1G pCt. Als derde punt werd naar voren gebracht het garantieloon, bedoeld in art. 24. Men sprak er de bevreemding over uit, dat op lsle klasse standplaatsen 90 pCt. is gega randeerd, terwijl op 3de klasse standplaat sen slechts 85 pCt. van 92 pCt. is 78 pCt van het loon op een 1ste klasse standplaats is verzekerd. De vergadering drong er daarom op aan, u le verzoeken, dat aan maand- en week* looners op 3de klasse standplaatsen even-» als aan beambten op lsle* en 2de klasse standplaatsen 90 pCt. van het loon. genoten onder de „salarisregeling 1920", zal worden gegarandeerd." Arbeidsvoorwaarden in de Mijnindustrie. Uit Heerlen wordt d.d. 24 dezer aan „Dö Tel." gemeld: Heden vergaderde alhier de Contact-corn* missie voor de Mijnindustrie. De afgevaardigden van den Nederland- schen Bond, de Neutrale, en Prot.-Christe- lijko Bonden drongen aan op de invoering van een minimumloonrcgeting, terwijl de Christelijke Mijnwcrkersorganisalie nog verhooging van garantieloon voorstelde. Beide verzoeken werden afgewezen, og grond dat zulk een wijziging een beduiden de verhooging der productiekosten teweeg zou brengen, hetgeen de tegenwoordige ei* tuati'e volgens de directies niet toelaat De Nederlandsche Bond bepleitte Voorla een verhooging van loonen voor stoker^ steenhouwers, en een afzonderlijke regeling voor het spoorwegpersoneel De mijndirecties deelden naar aanleiding van dit verzoek mede, dat voorshands hier-» op niet kan worden ingegaan. Op een verzoek van de Chr. Mijnwer* kers-organisatie om den zesurigen werkdag te laten bestaan voor bijzondere feestdagen, antwoorden de directies, dat daaraan niel kon worden voldaan. Zij zijn evenwel bereid den nachtdienst voor bijzondere feestdagen te laten verval len, en daarvoor in de plaats een nacht* dienst in te voeren, na beëindiging van be doelde -feestdagen om 12 uur 's nachts. Besloten werd de vergadering tc verda gen tot 1 December a.s. De Volkenbond. Uit Genève wordt gemeld: De Nederlandsche regeerin heeft den se-* cretarte-generaal van den Volkenbond ver* scheiden internationale verdragen, waaron-# Uit het leven van den beroemden Engelschen detective Herbert Por'^r. Vrij bewerkt naar het Engelsch door J. II. (Nadruk verboden). - 2). Wij beiden, mijn metgezel cn ik, hadden natuurlijk met begrijpelijke belangstelling Daar dit toonecltje gekeken. Plotseling raakte mijn buurman mijn arm aan en zei half luid met een stem. waarvan ik duideliik merkte, dat zij beefde: „Stelt u nu uw toestel in en houdt u klaar." - Half geschrokken, half verwonderd, deed ik wat mij gevraagd werd; ik schatte de sterkte van hel licht om goed te kunnen instellen; daarop zag ik mijn klant vragend aao...want voccHuopig wist ik nog niet waarop ik mijn toestel moest richten „Richt uw toestel op dal huis daar," fluis terde hij, ..zoodat die beide vensters ook op de foto komen.'' Ik knikte, want nu begreep ik duidelijk de bedoeling van onze expeditie; de foto moest een komisch beeld uit het volksleven vastleggen. Zoo zat ik zwijgend, steeds met den gummibal in de hand. toen plotseling ot mijn verbazing de beide venters, zonder a. ik zou kunnen zeggen waarom, elkaar weer in de haren zaten. Dezen keer ^breeuwden zij niet, maar in plaats daar- n sloegen zij er deé te flinker op los. •ES??. probeerde hen te scheiden, toen kehng uit het huis, waarop ik mijn toe stel gericht had, een lieer kwam, die op de beide mannen loestapte, blijkbaar van plan voor scheidsrechter te spelen. „Los," commandeerde mijn klant op dit oogenblik; „die drie moeten op de foto Ik drukte op den bal.de opname was gemaakt. Dijna op hetzelfde.oogenblik gaf mijn lastgever den chauffeur een teeken door te spreekbuis en op slag suisden wij weg Ik boog een weinig uit het venster en kon constaleeren. dat de vreemde zijn scheids- rechterstaak met bewonderenswaardige snel heid verricht had: de beide straatventers hadden elkaar den rug toegedraaid en maak ten aanstalten om heen te, gaan. De heer zelf was verdwenen misschien was hij in den auto gestapt, die daar gewacht had en nu in razende vaart naar de stad reed in dezelfde richting als wij, nauwelijks tweehonderd passen achter ons. Weer waarschuwde mijn geleider den chauffeur; deze verhoogde onze snelheid thans tot het maximum en we suisden met zulk een vaart over den Klausenburgerweg. dat de wagen heen en weer slingerde en ik éen paar maal bang was, dat we zouden omslaan. Mijn metgezel had gedurende den geheelen ril de handen in de zakken gehad. Nu trok hij de linkerhand uit den zak van zijn overjas cn nam voorzichtig het chassis met de plaat uit hel fototoestel, terwijl hij het mij overreikte. Daarbij wierp ik «?én ver wonderden blik op zijn rechterarm en nu pas ontdekte ik, dat hij de rechterhand miste. Een looze handschoen, die vastge naaid scheen te zijn, bungelde aan zijn mouw. Hij zag. dat ik er naar keek. en hij glimlachte. „Nu ^ult U begrijpen, waarom ik de opname niet zelf gemaakt heb", zei hij. „Ik mis de rechterhand" Herbert Porter haalde een klein gouden étui uit zijn vastzak en knipte het open. „Rookt U?" „Alstublieft". De jongedame nam voor zichtig een van de fijne, dunne sigaretten uit den koker. „Ik moet U nog zeggen, dat mijn metgezel verscheidene malen uit het achterraampje keek." „Misschien speurde hij naar den anderen auto." „Dat scheen mij ook zoo toe. Ik meende op een gegeven moment een zucht van ver lichting te hooren. Ik keek snel door het achterraampje en bemerkte, dat er van den anderen auto niets meer te zien was. Met een opgewekte stem vroeg hij: „Zal ik U naar huis brengen, in de Lindenallee?" Ik 9chudde van neen. „Het is etenstijd. Ik eet altijd in een klein restaurant in de Schiller straat." We naderden den Koninklijken Schouw burg. „Aan den overkant links", verzocht ik hem. „Het is voldoende, als U zoo eoed wilt zijn mij op-den hoek van de Schillerstraat af te zetten." De auto stopte op het gegeven signaal. Mijn klant opende het portier, stapte uit en hielp mij uit den wagen. Daarna keek hij in de smalle straat „Dus afgesproken. U maakt een afdruk één enkelen, niet meer. Ik moet U op het hart drukken, dat U niet voor U zelf, om zoo te zegeen voor Uw genoegen een tweeden afdruk maakt. Daar is mii om verschillende redenen, die ik U niet zoo gauw kan uiteenzetten, zeer veel aan gelegen." Ik voelde mij een klein beetje beleedigd. „Ik zou absoluut niet weten wat mij aan deze opname bijzonder zou kunnen interes seeren," zei ik uit de hoogte. „Nou, nou," zei hij glimlachend. „Het zou toch geen misdaad zijn. Wanneer kan ik den afdruk komen halen?" „Over drie uur kan hij klaar zijn". Hij keek op zijn horloge. „Goed. laten we dan afspreken, dat ik vanavond om negen uur bij U kom." „Goéd." „In orde." Daarop stapte hij weer in den auto en reed in snelle vaart weg. Het kleine restaurant in de Schillerstraat, waar ik gewoon ben te eten. behoort bij het clubgebouw van onze fotografenvereeni- ging. Ik eet daar goed en goedkoop, boven dien vind ik er steeds gezelschap, want er komen daar uitsluitend collega's; menschen, <lie ik ken en waarmee ik gemeenschappe lijke belangen heb." De Engelsche detective knikte: „En nu gebeurde er iets. waardoor die onschuldige geschiedenis U plotseling in een ander licht verscheen, nietwaar?" Het jonge meisje sloeg de oogen neer. „In derdaad. Mr# Porter." „Zoudt U niet eindelijk Uw sigaret aan steken?" zei de detective glimlachend „Als men rookt, praat men gemakkelijker en vooral rustiger." „Dank U." Het jonge meisje deed een paar haastige trekjes, maar in het volgend oogenblik had zij de sigaret alweer tusschen haar vingers. Het restaurant was. zooals meestal op dit uur, meer dan vol. Ik liep langs de rijen tafeltjes om een plaats te zoeken, groette hier en daar een bekende, en vond eindelijk een plaats aan een tafeltje, waaraan een paar collega's zaten. De eene van hen was aan het dessert, de andere was al klaar cn las een van de ochtendbladen. De rene collega kende ik oppervlakkig, den anderen heelemaal niet. De kellner kwam; ik zooh4 een paar fijne schotels uit en bestelde bo- vondien, om mijn extra-verdienste eens t* vieren, een flesch wijn. De eene collega, die mij kende en di* wist hoe eenvoudig ik gewoon was te eten, zag mij van ter zijde aan. Eindelijk zei hij plagend: „Wel, juffrouw Hoffman, Uw zaak schijnt vooruit te gaan. Ik lachte. „Ja, het gaal wel aar$Z Ik heb vandaag met één opdracht honderd vijftig gulden verdiend." De heer* die de courant zat te lezen, keek op en. zag mij onderzoekend aan. Spoedig hervatte hij zijn lectuur. „Honder vijftig gulden," herhaalde mijn kennis. „Dat is geen kleinigheid. Het zal wel een bijzondere moeilijke opname ge weest zijn?" „Heelemaal niet," gaf ik lachend le» antwoord; „een heel eenvoudig gevalletje: ik heb op den Augusta-boulevard een huis gefotografeerd, waarvóór twee appelen- kooplui aan het bakkeleien waren." „En daarvoor," vroeg mijn collega ver baasd, „krijgt U honderd vijftig gulden?" Plotseling liet de lezende beer zijn cou-» rant vallen en staarde mij met onverholen ontzetting aan. „Honderd vijftig gulden herhaalde hij met bevende stem, „twee appelenkooplui. die aan het vechten wa ren maar dat is „Wel... „Dat is precies dezelfde opdracht, die ik drie dagen geleden kreeg. En ook hetzelfde honorarium. Alleen moest de opname niet op den Augusta-Boulevard worden gemaakt maar bij den Dierentuin." f.W«rdt vervolg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5