No. 20154. LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 23 November Tweede Blad. Anno 1925, GEMEENTEZAKEN. UIT DE RIJNSTREEK. ALS U ROOKT ALS U HOEST RHEILA PARELS S. A. BROERSE, Haarlemmerstraat 68. F. W. DONKERS, Haarlemmerstraat 253. FEUILLETON. BE POSTWISSEL. RegEling van de jaaiwedden van het perso neel van het Gymnasium, de Hoogere barger- echolen en de Kweekschool voor Ondeiwiirers(essen). Overeenkomstig het voorstel van B. en ffl-, opgenomen onder de Ingekomen Stuk ken van dit jaar, werd dit College bij be sluit van den Raad van den 26sten Januari 1225 gemachtigd het onderwijzend perso neel van het gymnasium, de hoogere bur gerschool met vijljarigen cursus, de hoogere burgerschool voor meisjes en de kweek school voor onderwijzers en onderwijzeres sen met ingang van 1 Januari 1925 te be talen op den voe! van de met ingang van dien datum ingevoerde, resp. in te voeren, talarisregelingen voor het onderwijzend personeel der Rijks hoogere burgerscholen en der Rijks kweekscholen. Zulks hield verband met de van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen ontvangen en met ingang van 1 Januari j I. in werking getreden nieuwe salarisregeling voor de leeraren der Rijks hoogere burgerscholen, welke regeling voor de leeraren aan het gymnasium en de beide jhoogere burgerscholen diende te worden overgenomen, indien men op behoud van het Rijkssubsidie bleef prijs stellen en met de toen nog niet, doch enkele dagen later ontvangen, eveneens met ingang van 1 Jan. 1925 in werking getreden, nieuwp salaris- regeling voor de leeraren aan de Rijks kweekscholen. Op grond van de in hun voorstel aange voerde redenen en levens om stagnatie in de uitbetaling der salarissen te voorkomen, achtten B. en W. het wenschelijk voorloo- pig naar de nieuwe regelingen te betalen. Bij nadere kennisneming van de regelin gen en na ampele overweging zijn zij van oordeel, dat het gemeentebelang overneming van de nieuwe regelingen vordert. Bedenkt men, dat het niet volgen van de rRijksregeling een verlies aan subsidie van pl.m. f 65000 voor de gemeentekas zou beteekenen en dat een eigen regeling dat bedrag nog zou opvoeren, dan ligt het, niet tegenstaande het feit, dat de nieuwe rege ling in sommige gevallen vermindering van het salaris ten gevolge heeft, met het oog op den fmancieelen toestand van de ge meente, voor de hand, dat overneming ge boden is Dit neemt echter niet weg, dat B. en W. betreuren, dat de gemeente op dit terrein geen enkele andere keus wordt gelalen, dan die tusschen de .-.1 of niet overneming der Rijksregeling, het laatste gepaard gaande met verlies van het Rijkssubsidie. Een mid denweg is er niet. Het is derhalve duidelijk, dat aanneming van het bij de behandeling van bovengenoemd voorstel in de ver gadering van 26 Januari j.l. door den heer Verweij ingediende voorstel „om ten behoeve van de leeraren van het Gymna sium, Hoogere Burgerscholen en Kweek school voor onderwijzers, wier salaris ten gevolge van de invoering van de nieuwe salarisregeling met meer dan 18.5 pet is verlaagd, zoodanige herzieningen te treffen als noodig zijn ter voorkoming van nog verdere verlaging van de salarissen dezer leeraren" slechts dan mogelijk zoude zijn, indien de Raad het Rijkssubsidie prijs geeft. Vcreenigt deze zich met het voorstel van B. en W., dan moet derhalve worden aangenomen, dat daarmede tevens het voorstel van den heer Verweij is verworpen. Hoewel de eisch tot onveranderde over neming van de Rijksregeling voor de lee raren der Rijkskweekscholen niet is gesteld met betrekking tol de salarieering van het personeel der gemeentelijke kweekschool, meenen B. en W. toch daartoe te moeten adviseeren, aangezien deze nieuwe regeling thans aansluit aan die voor de RECLAME. "VA T FT" Veiligheids-: V/\lvlv 1 scheermes Heft eenige apparaat, dat zijn eigen mesjes I automatisch slijpt. Vraagt demonstratie bij aiv leverancier. Agent: FIRMA B.MEINP^RSMA Den Haag 6518 leeraren der Rijks hoogere burgerscholen en voor de betrokkenen, behoudens een enkele uitzondering, niet ongunstig is te noe men. Bovendien worden de leeraren der afd. A dezer school al sinds 1920 en die der afd. B. en der ander cursussen van 1 Sept. 1924 af volgens de Rijksregeling bezoldigd en is er, naar het hun voorkomt, ook overi gens geen aanleidiirg, om daarin thans ver andering te brengen. Teneinde vergelijking van de nieuwe regelingen met de vroegere regelingen* te vergemakkelijken, schijnt het B. en W. ge- wenscht een kort overzicht van de verschil lende regelingen onder 's Raads aandacht te brengen. Zij gaan daarbij uit van de Rijksregeling 1920 voor de leeraren der Rijks hoogere burgerscholen. Krachtens deze regeling werden de sala rissen van 1 Januari 1920 af als volgt: Directeur (rector): f 55Ö0f6500, ver hoogd met f 500, indien de school 10 of meer klassen telde. Leeraren a. met 19 tot en met 24 wekelijksche lesuren: f 3500f 5500 (doctoren f 6000); b. met 10 lot en met 18 wekelijksche lesuren f 850 en bovendien f 140t 220 per overig lesuur; c. met minder dan 10 wekelijksche les uren: f 110f 220 per lesuur. De maxima worden na U dienstjaren be reikt. Uren boven de 24 per weck opgedra gen worden bezoldigd met f 140 per lesuur. De leeraren konden worden verplicht, tot het geven van 26 lesuren per week. later in de gemeentelijke verordening verhoogd tot 28. Een verbetering in de regeling werd ge bracht door het invoeren van kindertoelage en vergoeding voor pensioenspremie. De vrijdom van pensioenspremie werd met ingang van 1 Januari 1923 weer opgeheven, waardoor sinds dien datum een pensioen storting van 5 1/2 pet op de wedde (tot een maximum van f 3000) wegens weduwen en wqezen pensioen werd toegepast, van 3 pet. voor eigen pensioen op de gëheele wedde. Bij Kon. Besluit van 25 Mei 1923 werd de in het Bezoldigingsbesluit 1920 opgeno men regeling van de salarissen meer ingrij pend gewijzigd met ingang van 1 September 1923. De indeeling in drie groepen naar het aantal wekelijksche lesuren vendel, het sa laris werd uitsluitend uursalaris, echter met een facultatieve verhooging voor kleine be trekkingen en een gegarandeerd urenaantal na 4 jaren dienst aan dezelde school. De wedden waren krachtens deze regeling als volgt: Directeur (rector) als volgens de regeling 1820 (zie boven). Leeraren: Uursalaris: f 125f 200. Het maximum werd na 20 dienstjaren be reikt. Aan 'n leeraar konden zonder zijn toestem ming niet meer dan 30 lesuren p. w. worden opgedragen (aan den leeraar in de lichame lijke oefening niet "meer dan 36). Voor labo ratorium-uren" werd geen vergoeding gege ven. Een overgangsbepaling handhaafde de oude regeling voor de op 31 Augustus 1923 in dienst zijnde leeraren. Bij Koninklijk Besluit van 23 April 1924 werd besloten tot een voorloopige salarisver mindering voor de onder het Bezoldigingsbe sluit 1920 vallende ambtenaren, t.w. met ingang van 1 Mei 1924 5 pet. voor gehuw den kostwinners en 10 pet. voor onge- huwden en met ingang van 1 October 1924 10 pet. voor allen. Deze vermindering is ook op de gemeen telijke leeraren toegepast. Het Bezoldigingsbesluit 1925 handhaaft het stelsel van uursalaris, dat bij de rege ling van 1923 is ingevoerd. De mogelijkheid is geopend voor een persoonlijke toelage bij een salaris van minder dan f 2500. Bij vaste aanstelling aan een school wordt een mi nimum aantal uren ,na 4 dienstjaren aan dezelfde school een zeker aantal uren en voor de op 31 Augustus 1923 in vasten dienst zijnde leerkrachten eveneens een be paald aantal uren aan de school, waaraan ze op genoemden datum werkzaam waren, gegarandeerd. De Rijksregeling kent de volgende wed den: Directeur (rector)f 5500f 6300 ver hoogd met f 200, indien de school 10 of meer klassen telt. Leeraren: bij minder dan 21 lesuren per week f 125 tot f250 per lesuur (doctoren tot f262.50); voor lesuren boven 20 per week f50 tot f 100, (doctoren tot f 105). In afwijking van de regelingen 1920 en 1923 is voor de teekenleeraren. zooals voor de leeraren in de lichamelijke oefening reeds was gedaan, een lager salaris vastge steld. Eerslgenoemden, die op 31 December 1924 in functie waren, blijven echter als volledig bezoldigde leeraren betaald. De beide laatste periodieke verhoogingen worden alleen aan mannelijke leeraren toe gekend, die gehuwd zijn of gehuwd zijn ge weest en aan leeraressen, die gehuwd zijn geweest, zoolang ze niet hertrouwd zijn, met dien verstande, dat bij hertrouw de reeds verkregen verhoogingen blijven toe gekend. Een bepaling, krachtens welke de oude regeling voor leeraren, die op zekeren da tum in dienst waren, gehandhaafd 'blijft, kent de regeling 1925 niet. Wel is voor dat jaar nog een gunstige overgangsbepaling aan de regeling toegevoegd. Voorts is nog, eveneens bij wijze van overgangsmaatregel bepaald, dat de wed den van hen, aan wier functie volgens de oude regeling „een hooger salaris of maxi mum salaris was verbonden dan f 6000", worden verminderd tot het bedrag, dat zij zouden hebben genoten volgens de oude re geling, indien die wedden volgens de nieuwe regeling hooger zouden zijn dan volgens de oude. Dit geldt alleen voor de hoofden der betrekkelijke onderwijsinrichtingen. De nieuwe salarisregeling voor de leera ren der Rijkskweekscholen is vrijwel gelijk aan die voor de leeraren der Rijks hoogere burgerscholen en is geregeld in het Ko ninklijk Besluit van 23 December 1924 No. 22. De oude salarissen, dat zijn die. welke tot 1 Januari 1925 golden, bedroegen, over eenkomstig de Rijksregeling 1920: Voor den directeur: f5000f6000. Voor de leeraren: a. met 19 lot en met 24 wekelijksche les uren: f3200—f5000; b. met 10 tot en met 18 wekelijksche les uren f 750 en bovendien f 130f 210 per lesuur; c. met minder dan 10 wekelijksche les uren f 130—f 210. De maxima werden na 16 dienstjaren be reikt. Uren boven de 24 per week opgedragen, werden bezoldigd met f 130 per lesuur. Overigens ook hier kindertoelage en pre- mievrij pensioen tot 1923, zooals hierbo ven reeds is medegedeeld. De bekende salariskorting van 5 en 10 pet. is eveneens op de bezoldiging dezer leeraren toegepast. Ook voor deze leeraren is voor het jaar 1925 een gunstige overgangsbepaling aan de regeling toegevoegd. Boskoop. Gemeenteraad. Tegenwoordig alle leden, met uit zondering van de heeren E. Guldemond en A. Nijhof. Eerstgenoemde verschijnt later in den avond ter vergadering Voorzitter de heer P. -A. Colijn, burgemees ter. De voorzitter opent de vergadering en deelt mede, dat tusschen de»Duilsche en Neder- landsche regoering overeenstemming is be reikt omtrent de invoerrechten op uit te voeren boomen en planten. Spreker doet me. dedeeling van de nieuwe tarieven, waaruit blijkt, dat voor verschillende artikelen een belangrijke verlaging van invoerrechten valt te constateeren. Naar aanleiding hiervan spreekt de voorzitter een woord van dank uit aan het adres van den Bond van Plan- tenhandetaren, die in deze een belangrijk aandeel heeft Wethouder Van Gelderen richt naar aan leiding van deze med_deeling een woord van dank aan het adres van de Nederlandsche Regcering, welke bij deze onderhandelingen de meest welwillende houding aan den dag heeft gelegd. Eveneens dankt spreker den Voorzitter voor diens aandeel in deze onder handelingen. De notulen der vorige vergadering worden onveranderd vastgesteld. Alle ingekomen stukken worden voor ken nisgeving aangenomen. Thans komt aan de orde een voorstel van B. en W., betreffende de bestrijding van ewentueele gevolgen van werkeloosheid. De heer Van der Wolf spreekt den wensch uit, dat bij het e.v. tot stand komen van deze regeling de werkgevers geen misbruik zul len maken om hun personeel ten laste van de gemeenschap te laten komen. Voorts stelt spreker voor om bij e.v. onder steuning bovendien een kindertoeslag toe te kennen v. f 0.50 p. kind boven 't getal van drie. Voorts maakt Spreker bezwaar om per sonen boven den leeftijd van 65 jaren abso luut uit te sluiten van do werkverschaffing. De heer Spruyt merkt op, dat in de plan nen voor werkverschaffing is begrepen de verbreeding van de Achterkade. Spreker zou dit werk liever aanbesteed willen zien. De heer Noest Jieett bezwaar tegen alle opgesomde werken. Deze moeten t.z.t. toch geschieden en nu zou de gemeente door deze werken te doen uitvoeren door werkloozen op een koopje klaar komen. Spreker voelt er meer voor om deze werken aan te besteden en dan e.v. hierbij werkloozen te laten ar beiden tegen het normale slandaardloon. Hij wil het maximum bedrag der ondersteuning door middel van werkverschaffing zien be paald op f 21. De heer Brand vindt het limiet van f 15 p. week te laag. Hij gevoelt meer voor een kin dertoeslag van f 1 per week per kind De Voorzitter beantwoordt de sprekers. Het geeft inderdaad den schijn, alsof de g»m."en- te zou protiteeren van de werkloosheid. Wie de praktijk kent, zal echter bedrogen uitko men. Meestal worden de werken dan duur der, vooral omdat men vaak personen aan het werk stelt/die niet voor het werk bere kend zijn, m.a w. die een ander beroep dan grondwerker uitoefenen. Hel aanbesteden van werken is bij de opgenoemde werken niet gewenscht, omdat B. en W. voornemens zijn de kosten uit de gewone middelen te be strijden en er bij aanbesteding gebrek aan kasgeld zou komen, waardoor naar buitenge wone middelen zou moeten worden uitgezien Wat den leeftijd van 65-jarigen aangaat, B. en W. hebben geen bezwaar, dat in den be trekkelijke regeiing wordt bepaald, dat „als regel" geen 65-jarigen bij de werk verschaffing te werk zullen worden gesteld. Het verlecnen van f 21 ondersteuning per week acht spreker in strijd met het begrip werkverschaffing. B. en W. voelen tenslotte het meest voor een kindertoeslag van f 0 50 per week. Na nog eenige discussie, waarbij nog een incident plaats heeft tusschen de heeren Noest en Loet deze laatste beweerde n.l. dat de meeste personen bij de werkverschaf fing niet uitmunten door vlijt w*rd het voorstel van B. en W. aangenomen, met deze wijziging, dat een kindertoeslag van 50 cent per week per kind zal worden toegekend. Thans komt aan de orde het voorstel van B en W. om te besluiten tot verlaging van 'het aantal opcenten cp de hoofdsom der Per- isoneele Belasting van „50 tol 100" op 30 voor het jaar 1926. De heer Van Kleef acht het beter, indien een gelijkmatige vermindering van opcenten op alle belastingen plaats vond. Hij zou daarom willen voorstellen, het aantal opcen ten op de Personeele Belasting te verlagen tot 40, die op de belasting op ongebouwde eigendommen van 20 op 10 en die op de be lasting op gebouwde eigendommen van 80 op 40, en die op de vermogensbelasting van 100 op 50. Spreker rekent voor, dat de tinancieele uitkomsten gelijk zullen zijn, aan die, wan neer de opcenten op de Personeele Belasting tot 30 zullen worden verlaagd. De heer Noest heeft eerst aan verlaging van het schoolgeld gedacht. Thans kan hij echter medegaan met het voorstel van B. en W. De heer Mesman juicht de voorgestelde verlaging toe, doch hoopt, dat bij de vast stelling van het vermenigvuldigingscijfer in April 1926 het vermenigvuldigingscijter ge bracht zat kunnen worden van 0.9 tot 0.8 en in verband daarmede, dat dan eveneens ge dacht zal kunnen worden aan schoolgeldver. laging. De Voorzitter bestrijdt de meening van den heer Van Kleef, dat de tinancieele uit komsten bij het door hem voorgestelde en bet RECLAME. spreekt, zingt. neemt v. Apoth. DIEDENHOFEN, Uerdingen a. Rh. Per doos 30 cent. 6568 In Leiden verkrijgbaar: door B. en W. voorgestelde gelijk zouden zijn. Na nog eenige discussie wordt overeenkom stig het voorstel van B. en W. besloten. Thans komt aan de orde het advies van B. en W. op een adre9 van de aldeeling Bos, koop van de Vereeniging „Volksonderwijs", houdende verzoek om te besluiten tot instel-, ling van „Ontwikkelingscursus". Dit advief is afwijzend. De heer Noest dringt op instelling van be doelden cursus aan. De Voorzitter bestrijdt den heer Noest. Reeds is al eens leergeld betaald met het vervolgonderwijs. Tenslotte is dit onderwijs bij gebrek aan belangstelling verdwenen. Overeenkomstig hel advies van B. en W. wordt voorts besloten. B. en W. stellen voor om bijdrage uit de gemeentekas te verlcenen over het' jaar 1926 ten bedrage van f 50 aan de Boskoopschs Reddingsbrigade, zulks voor den aankoop van reddingstoestellen. De heer Spruyt verdedigt de aanvrage om subsidie. De vereeniging heeft meer aan geld Juist met het oog op het laten volgen door eenige personen vao een cursus in den Haag betr. het redden van drenkelingen. De Voorzitter antwoordt, dal hoewel B. en W, sympathiek slaan tegenover het doel de zer Vereeniging, zij toch bezwaar moeten maken tegen het verleenen van een subsidie, Spreker verzet zich nog steed9 tegen het uit-, breiden van subsidies. Na nog eenige discussie wordt het voorstel van B. en W. aangenomen Na ampele bespreking wordt besloten tot aankoop van een perceel bouwgrond van het gemeentelijk bouwterrein aan de Zuidkad. aan den heer H. J. Heijmans. B. en W. deelen inede, dat voorhands niet gedacht kan worden om verandering te bren gen in het bestaande gootje langs de Zijde, in verband met de plannen lot demping van de sloot aan de Zijde, zulks naar aanleiding van een vraag van den heer Brand, gesteld in een vorige vergadering. De lieer Brand constateert, dat B. en W. de verantwoording voor het gevaar daar ter plaatse than3 zelf op zioh nemen. Ten slotte wordt ten behoeve van de R.K. U.L.O,-School aan het R.-K. Parochiaal Kerk bestuur een voorschot over 1925 op de ge-, meenlelijke vergoeding, ingevolge art. 101 der L.O. wet toegekend. Bij de rondvraag geeft de heer Boekraad als zijn meening te kennen, dat het schuur tje van den heer Van den Brink aan de Ach terkade beter tegen een hoogen prijs, kan worden aangekocht, dan dat de Gemeente den weg van procedeeren volgt. Bij deze be sprekingen blijkt, dat B. en W. voor den aan koop van dit schuurtje aan den eigenaar, be houdens goedkeuring van den Raad, oen be drag van f 2000 hebben aangeboden, terwijl de lieer Van den Brink f 3500 vraagt. De heer Boekraad' dringt tevens aan op het aankoopen van een roeiboot teneinde de ze te gebruiken bij e.v. ongelukken in d» Gouwe. Thans is er geen enkele boot voor handen. Na nog eenige besprekingen wordt de ver gadering gesloten. RECLAME. (Nadwik verboden). Pefcerheim wachtte mij op in de bodega bij de markt. Zijn lange, magere gestalte rekte zich om het laurierboompje naar buiten; zijn groote, blauwe oogen drukten- levendige belangstelling uifc. i,Niets"f zei ik. „Natuurlijk, wc zijn hier immers ook in Denemarken." Ik was bij mij in het hotel aan geweest om te hooien of er mogelijk ook een post wissel gekomen was. Ik wist, dat hij vóór een week uit Stockholm afgezonden was. Had de afzender hem nu maar als een ge wonen postwissel afgezonden, dan was alles wel terecht gekomen, dan had ik hem ver moedelijk wel gisteren in Kopenhagen ge- bad, vijf dagen later dan voor andere post zaken noodzakelijk. Maar hij was me tele grafisch opgestuurd en dat werd het on geluk! Egn telegrafische postwissel, die door de Deensche post moet worden afge geven, kan een onberekenbaren tijd in be slag nemen een weck, een maand of een jaar. Dit alles legde ik Pcterheim uit, terwijl ik terzelfder tijd al het gif van mijn ver ontwaardiging over de Deensche post uit spoog. Pe^rheini had zakelijke belangstelling ln mijn postwissel. Ik had beloofd, als het geld er was, hem voor het diner uit te noo- igen. Bijgevolg had hij mij nu vijf dagen lang zijn gezelschap geboden. Pcterheim is de allerbeste mensch van de heele we reld. Hij probeerde mij te troosten. Volkomen waar", zei hij, ,,de post in Denemarken is onmogelijk, maar als je niet in Italië gewoond hebt, kun je niet over de post spreken. Goeie, lieve hemel 1 De Italiaansche post heeft alléén maar an- alphabeten in haar dienst. Zij adverteeren om analphabeten, zij hebben vaste annon ces in hun couranten maar aangezien de analphabeten geen couranten lezen, kun nen ze op deze manier geen voldoende an alphabeten krijgen Hoe ze er toch vol doende krijgen is een raadsel, dat niemand oplost, maar zij krijgen ze, dat wijzen de feiten uit. Dit jaar o.a. Ik onderbrak Peterheim. Een blik op de klok toonde mij ,dat het reeds vier uur was. Om zes uur werd de post gesloten en onze laatste hoop was voorbij. Ik verzoent Peterheim mij te excusceeren en rende nog eens naar het postkantoor in de Vester- Vold-straat, om persoonlijk te informeeren of de postwissel misschien aldaar kon zijn en niet in het hote1 was gestuurd. Toen ik na een halfuur terugkwam, toon de mijn gezicht reeds voldoende aan, hoe wel ik geslaagd wosl Peterheim nam den draad van zijn ver haal onmiddellijk weer op om mij te troos ten „Dit jaar o.a. woonde ik 's winters in Taormina, op Sicilië. Ik weet niet of je Taormina kent. Het is een verrukkelijke plek. Heerlijke natuur, aardige menschen, geên musea, geen madonna's. De wijn is cr overheerlijk, de Etna-wijn als de Mar sala. Alles is er ideaal, waTe er maar geen post! Toen ik een week te Taormina geweest was, viel het mij op, dat ik al dien tijd geen regeltje schrift of druks had ontvan gen. Ik begon eiker dag te vragen of er geen brief voor mij was gekomen. „Niente" (niets). Maar er moest toch correspondentie voor mij zijn! „Niente" er was niets Na veertien dagen vroeg ik „Is hier eigenlijk heelemaal geen postbe zorging V' „Ma chèl" Zeker, is er postbezorging. Ik gelastte, dat, als de brievenbestel ler kwam, hij bij mij boven moest worden gezonden. Ik wilde hem zien, hem begroe ten, hem betasten, om mij te overtuigen, dat hij bestond. Den volgenden dag komt een oude man bij mij binnen. Ik zeg tot hem„Hoor eens, vriend, ik ben nu twee weken hier; ik heb nog geen enkelen brief ontvangen. Ik ben overtuigd, dat alle andere menschen wel brieven ontvangen. Dat is niet rechtvaar dig. Ik verlang even zoo goed naar brieven als die anderen. U begrijpt, u moet daar voor zorgen, dat ik brieven ontvaüg. Hier hebt ge een glas marsala, prosit! Hier hebt ge er nog een, prosit! En npg een prosit! Maar nu wil ik ook brieven heb ben!" De postbode wankelde op de trap naar beneden en beloofde met dikke tong, dat ik de brieven zou hebben. Ik onderbrak Peterheim voor de tweede maal. Een blik op de klok toonde mij, dat het aanstonds vijf uur was. Om zes uur werd het postkantoor gesloten en onze laat ste hoop was voorbij. Ik vroeg Peterheim om excuus en holde naar het hoofdpost kantoor in de Köbmagerstraat om te infor meeren of misschien aldaar de postwissel kon liggen, en niet opgestuurd was gewor den naar de Vester-Vold-straat. Toen ik terugkwam, toonde mijn gezicht opnieuw voldoende aan, hoe veel succes ik had gehad! Peterheim, in hartgrondige goedheid, ging direct door met zijn begonnen verhaal om mij to troosten „Den volgende» dag ontving ik brieven, niet één brief, maar twee; den dag daarop vier, daarop zes brieven. Na een week was er geen mensch te Taormina meer, die zoo'n post had als ik. Ik kreeg brieven uit Noor wegen, uit Zweden, Denemarken, Duitsch- land, Holland, Rusland, Spanje en de Vcr- eenigde Staten. Ik ontving niet alleen brieven, ik kreeg couranten en kruisband- zendingen. Telkens, als de brievenbestel ler kwam, kreeg hij Ik greep Peterheim bij den arm en sleep te hem mede. Een gedachte had zich plot seling van mij meester gemaakt: er was nog een postkantoortje, het postkantoor in de Tietgenstraat. Het was eenvoudig onmogelijk, dat mijn telegrafische postwissel daar zou liggen, het was uitgesloten, maar een voorgevoel was in mij aan het gisten! Het was bijna zes uur, en wij moesten rennen om er nog tijdig te komen. Terwijl wij voortjoegen, vertelde Peterheim verder: „Steeds als de brievenbesteller kwam, kreeg hij drie glazen marsala. Neen, maar, wat voor een post ik nu kreeg! Er waren brieven onder aan Anderson, Petterson, Lundström, Dural, Smith, Robinson, etc. Alles, wat de analphabetische bode meen de, dat ik wel zou kunnen gebruiken, gaf hij mij. Maar de tijd ging voorbij en ik ik kreeg geen geld. Ik beklaagde mij daar over bij den bode en zei „Alles goed en wèl, brieven krijg ik na? voldoende, ook couranten genoeg, daarover heb ik niet te klagen, maar denkt u, dat ik van brieven en couranten leven kan 1 Ik moet geld hebben, begrijp dat! Geld!" Den volgenden morgen kwam de anal- phabeet met een grooten brief van waar de bij mij boven cn verzocht mij te tee kenen. „Weet je, waar die vandaan was 1 Uit Turkije en aan een Turk geadresseerd, aan Ibrahim Bey", zei i!: tot den analphab&et. Weet c, wat het gevolg was De anal- phabeet werd woedend; hij was zichtbaar v.ertoornd; hij zette een hooge borst op en zag mij met fonkelende oogen aan „Signore" zei hij, „dit is de grootste en mooiste brief, een brief met vijf lakken.- vier postzegels en een rood couvert. Ik heb hem voor u uitgezocht en nu wilt ge dien niet hebben?! Wat deukt u eigenlijk weï, Signore V' Voor 2en dergelijke uitbarsting van ge rechtigde verontwaardiging moest ik mij buigen, en... neen maar, wat zie ik! Je zoudt heusch denken in Italië te zijn! Peterheims uitroer was gerechtvaardigd. Wij waren op het postbureau in de Tient-i genstraat aangekomen, en in dit onmoge lijk, totaal uitgeschakeld postkantoortje lag inijn telegrafische postwissel. Vier da gen had hij daar zelfs gelegen Peterheims diner en het mijne warea gered 1 0

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5