RECHTZAKEN. DE FONDSENMARKT. BAAGSCHE RECHTBANK. Ben huwelijkstreurspeh J. J. R., fabrieksarbeider te Leiden, had bij zijn schoonouders drie ruiten inge slagen. Beklaagde zegt in drift gehandeld te heb ben. Get. M. R., de schoonvader, beweert, dat 2jijn dochter langs zijn huis kwam. Zij liep gearmd met mijnheer v. B. Politierechter: Vondt u dat dan maar zoo goed, dat uw dochter, ofschoon zij met bekl.' getrouwd was, met een ander gearmd ^Getuige: Ik kan haar toch niet vasthou den? Poli-li er och Ier: Neon, maar u behoort zoo veel invloed op uw kinderen te hebben, dat lóó iels niet gebeurt. Een getuige iL décharge, zekere A. vertelt, dat hij met bekl. liep en dat zij toen beklaagde's vrouw met v. B. gearmd zagen loopen. Bekl. was er toen heen geloopen, doch v. B. was weggerend en bekl. hem achterna. Toen hij onverrichterzake terug kwam. 9tonden beklaagde's schoonmoeder en zijn vrouw hem uit te lachen. Hij was toen driftig geworden en had de ruiten in geslagen. De getuige vertelt ook, dat hel huwe.ijks- loven niet bepaald gelukkig was. De officier achtte het wettig en overtui gend bewijs wèl geleverd, doch er zijn zoo veel verzachtende omstandigheden, dal hij f 3 boete subs. 1 dag hechtenis eischt. De verdediger van beklaagde,.mr. H. van Ewijck, advocaat ie Leiden, zegt, dat hier sprake is van een huwelijkstragedie, die zacht moet worden aangevat. In grove trek ken schilderde hij het huwelijk van bekl. Toen deze in 1924 ruim een jaar getrouwd was, was zijn vrouw zeven maanden weg gegaan met zekeren v. H. Daarna kwam zij met haar moeder terug om meubels weg te halen, hetgeen bekl. haar had belet. Zij was eenigen tijd thuisgebleven om zich en haar jrind goed in de kleeren te steken. Maar vóór OcL 1925 ging ze weg met v. B. Hij vertelt dan, hoe beid. met v. B. op oon middag van den 19den Sept. een onder houd met hem gehad, maar v. B. zei: Ik vind het beroerd voor je, maar zij is ook zoo verleidelijk; doch ik zal haar laten staan. En 's avonds liep hij weer gearmd met haar. Welke man zou zóó iets gedoogen? Het is dus zeer begrijpelijk, dat hij op het twee tal afstapte met liet doel v. B. aan te spre ken. Deze ging er echter van door en toen bekl. terugkeerde stonden zijn vrouw en haar moeder hem tergend uit te lachen. Het gevolg is bekend Het feit is gebeurd, doch het is begrijpelijkl Beklaagde was al vroeg uit huis gegaan. Is pas drie en twintig jaar. Zijn vader be handelde vrouw en kinderen altijd beest achtig. Beklaagde heeft dus nooit anders dan ellende gekend. De verdediger vraagt derhalve schuldig verklaring zonder oplegging van straf. De gang naar Den Haag was voor bekl. al Jwaaar genoog. De politierechter veroordeelt beklaagde tot f 3 boete subs. 1 dag hechtenis, waarop beklaagde in hooger beroep gaat. De broer van vorigen beklaagde had zich le verantwoorden, omdat hij zijn vader W. een klap „tegen het achterhoofd had ge geven. Bekl. W. M., 19 jaar oud, zegt, da>t zijn vader gezegd had tegen een andere vrouw: „Ga je mee, vrouw M. had toen gevraagd: „Vader, waarom zegt u ,.lk zeg je, dat ik een andere vtouw heb", viel deze hem daarop in de rede. De vrcuw had M. en zijn moeder steeds getergd en op een gegeven oogenblik was M. zichzelf niet meer meester geweest en had hij zijn vader een klap legen het achterhoofd ge geven. De eerste getuige in deze zaak is de va der, die tegen den zoon getuigt. Hij begint te zeggen, dat hij de vader van beklaagde niet meer is. Een jaar geleden is hij uil het vaderschap ontzet. Volgens hem had zijn vrouw tegen hem gezegd: „Waar je ingaat, sla ik de ruiten rn." Hij had in een sleogje geslaan en hqpide plotseling zeggen: „Nou moet het maar gebeuren."' En hij had een harden slag legen het hoofd gekregen. De moeder van bekl. zegt. dat zij vretse- lijk geplaagd en „gejudast" wordt door de vrouw met wie haar man omgaat. Zelfs in de wachtkamer heeft zij haar nog gtsard. De officier neemt ook hier de vele treu rige omstandigheden in aanmerking. Het feit is evenwei gepleegd. Hij eischt f 3 boete subs. 1 dag hechtenis. De verdediger, mr. H. van Ewijck, ver telt hoe treurig de toestand in het huwelijk van W. is. De man had zelf scheiding van lafe! en bed aangevraagd om niet voor zijn vrouw en de kinderen behoeven te werken, doch dit pogeD was natuurlijk mislukt. Nu evenwel had de vtouw scheiding aange vraagd cn dit beloofde beter af le loopen. Toeft ch man zijn vrouw en kinderen murw had geslagen, was hij weggegaan en woonde samen met een vrouw, die hij den weiischen naam van kostvrouw gaf. Den 3den October van dit jaar ging de vrouw met haar kinderen naar de feesten kijken, toen zij haar man mei zijn ..kost- vrouw" tegenkwam. Deze sarde haar door te zeggen: Ik ben vanavond met mijn man uit en jij mag er naar kijken, en door nu •-.ijs vóór dan weer achter haar te looptfi. Mer kan zich voorstellen, dat dit een groole kwelling voor de vrouw was. De man was altijd een dronkaard geweest. De jongen moet voor zijn moeder, zusje cn broertjes werken. Hij verdient een klein loon Pleiter wijst er op, dat indien bekl. roordeeid zou worden, de tergingen zeker niet van dp lucht zouden zijn. „Ilel is geen wonder, dat deze jongen tot het feit kwam, na al de ellende, die hij thuis gezien en ondervonden had op zijn jongen leeftijd. Het is zeer begrijpelijk, dat hij tot het uiterste getergd en gesard, ten slotte naar deD man toeslapte en zei: „Wat moet je van mijn moeder?" terwijl hij hem een klap gaf. Als de jongen veroordeeld wordt, zullen ze vanavond wéér voor de woning van de ongelukkige vtouw slaan te dansen. Het fert h» «Rhmird. maar ik ver zoek u geen straf 1" De officier wijst er op, dal het zeer be zwarend voor bekl. is, dal hij niet naar het politiebureau gegaan is, toen zulk9 hem ge vraagd werd. Pleiter zegt, dat dit de schuld van de moeder is, die haar jongen had aangeraden, niet le gaan. Natuurlijk waren ze dadelijk naar huis gegaan en hadden den 3den Oct. van de feesten niets meer gezien. De vader had er op geslaan, dat zijn zoon vervolgd werd. De politierechter spreekt dan het vonnis uil: 1 dag voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van één jaar. Hij voegt cr aan toe: „Zorg dat u in dien tijd niet meer met het gerecht in aanraking komt. Ik leg u deze lichte straf op, omdat mijn sym pathie len volle naar u uitgaat en niet naar uw vader." AH5TEP.DA5ISCHE RECHTBANK. De xncoid op den Overtoom in 1915 (Vervolg van gisteren.). De verdediger, mr. A. Levy, vervolgt zijn pleidooi aldus: Voor het ontnemen van het geld aan het lijk kunnen twee verschillende of liever volkomen aan elkander tegengestelde uit legging bestaan. Zijn haat tegen Busch, de verleiding, waarin hij verkeerde, kunnen hem er toe geleid hebben, en zijn mede lijden mot de nabestaanden kan hean er toe gebracht hebben. Waarom moet men bij de keuze tus9chen deze twee psychologische veronderstellingen juist die kiezen, welke in beklaagdes nadeel is? En mag de rech ter hier een keus doen? Veel waarde heeft de officier gehecht aan het feit, dat beklaagde gefaald heeft in de aanwijzing van den jongen, die hem gehol pen heeft de kist uit den kelder in de ga rage te dragen. Dit zegt toch heel weinig in verband met het tien jaar geleden zijn van het feit. Bij het opgraven en verder behandelen van de kist mef inhoud ie niet die omzich tigheid betracht, welke aoodig is om te voorkomen, dat eenig spoor van de doods oorzaak, dat de kast en de overblijfselen nog had kunnen bevatten, zoek is geraakt. De verklaringen, afgelegd door den po- Htie-deskundige Van Ledden Hulsebos, la ten op meer punten megelijfcheid van twijfel. Volgens hem moest het lijk met geweld in de kist zijn geperst. Onmiddellijk na hem kwamen eenige medici verklaren, dat het lijk heel gemakkelijk in de kist kan zijn aangebracht, omdat hjkverstijvvng pas na eenige uren intreedit. Pleiter komt dan tot het békende tele foongesprek, (Lat Muylwijk gehad heeft toen Busch pas dood was. Hij werd toen op gebeld door iemand, die volgens het politie rapport van Muylwijk's eerste verh-oor in 1915 gezegd zou hebben: Is Claaissen daar? Later verklaart Muylwijk, dat hem ge vraagd is: Is Busch daar? en houdt ook vol, d'at altijd gezegd te hebben. Het is toch zeer wel mogelijk, dat degeen, die van dat eerste verhoor proces-verbaal heeft opge maakt, de namen verward heeft. Daar ko men meer voorbeelden van voor. Ook in officieele stukken. Pleiter kan zelfs in het proces-verbaal van den griffier, wien hij overigens voor zijn voortreffelijk werk hulde brengt, een voorbeeld van een dergelijke vergissing aanwijzen. Daarom zal men dezen man moeten be- oordeelen langs de groole lijn en niet op allerlei kleinigheden, die tien jaar geleden al dan niet zijn voorgevallen. Al9 wij hem beoordeel en langs de groot e lijn moeten we ons afvragen of deze beklaagde inderdaad is, zooals de officier hem voorstelt, een peuterige stumperd in het ontkennen. In zijn bekentenis blijft hij ©leeds consequent ook wat betreft het zichzelf bewaren. Pleiter ontkent, dal hij 'het geweest is, die in deze zaak geheimzinnigheid heeft ge bracht. Met nadruk zegt hij dit teil aanzien van de verhouding tusechen getuige San gers en Busch. Saagers immers verklaarde, dat Busch, opschepperig als hij steeds was, hem een portefeuille toonde. Blijkbaar ge loofde hij niet aan de belofte van betaling. Hij is ook niet gekomen aan de bank. In de papieren van Saagers was ook, naar pleiter meent, een door dezen aan Busch gerichten maandbrief aanwezig; ajl weder omstandig heden, waaruit valt af te leiden, dat Busch instede van te bulken van het geld, slecht bij kas was. De president valt den verdediger in de rede met de vraag hoelang deze meent, dat zijn pleidooi nog kan duren. De verdediger kan hierop geen antwoord geven. Wel meent hij, dat bij de verhooren v5el dingen zóó sterk ten gunste van bekl. zijn komen vast te staan, dat het niet meer noodig zal zijn om ze bij pleidooi le rele- veeren. Uit de verklaring van getuige Kramer, dat hij zich niet kan herinneren, <?f hij in 1915 Muylwijk geholpen heeft met het Sjouwen van een kist udt den kelder in de garage, mag men niot afleiden, dat hij het niet gedaan heeft. Deze getuige herinnerde zich wel dergelijke kisten en de lorrie; dit wijst veeleer op de mogelijkheid, dat hij bij dit karwijlje wel geholpen heeft. Daarna wordt gepauzeerd. Na de pauze heeft mr. Alfr. Levy zijn pleidooi vervolgt, en iets gezegd over De Kort en daarbij denkt hij le. aan den be- ruchjen kuil en het graven daarvan: 2e. aan het geheime laadje in de brandkast van Muylwijk, die later aan Schopman in eigen dom is overgegaan. Omtrent het graven van den kuil en den datum, waarop dit i9 ge schied, dient in aanmerking genomen te worden, dat er drie kuilen zijn gegraven. Het eerst een kuil vóór den kritieken dag, tweede de kritieke kuil op 22 Oct. 1915. eu in de derde plaats een kuil, die in No vember 1915 is gegraven, toen de garage aan een zeepfabriek was verhuurd en een afwatering aangelegd moest worden. Het is die laatste kuil waaraan door De Kort nachtwerk is verricht en waarbij Muylwijk toen met een verbonden hand de eerste laag steenen heeft gelegd. Als deze lezing van bekl. aangenomen wordt blijft er niets geheimzinnigs meer over. In noodtoestand. Uit de verklaringen, door verschillende getuigen afgelegd, blijkt overigens, dat ten tijde van de verdwijning van Busch het graf op Zaterdag nog open lag en op Maandag d.a.v gesloten was. Vooral uit die verklaringen valt op te maken, dat men hier te doen heeft met een man, die verlegen zat niet een lijk in zijn huis. Het werk, door Muylwijk met het be- begraven van het lijk verricht, is in nood toestand gedaan. Pleiter haalt dan uit de praclijk van hét leven van Muylwijk verschillende feiten aan, waaruit allerminst de moordlust van beklaagde blijkt. Zeer breedvoerig weidt pleiter uit over 't rapport van de psychiaters, waarvan 99 pCt. niet is waar te maken, en hij noodigt prof. Bouman, een der psychiaters, uit, waar te maken, dat bekl. eenige handeling heeft gepleegd, welke niet behoorlijk is. Beklaagde was geen oorlogshandelaar; stond niet aan den zelfkant van het leven en deed geen dingen van een laag moreel pijl. Het eenige, wat hij in zijn leven ge daan heeft, is de brandstichting te Rotter dam, waaromtrent pleiter een verklaring geeft, en de wurging van Busch, zooals be klaagde dit zelf uitdrukt. Daarom vraagt pleiter den rechters beklaagde niet aan te wrijven, wat deze niet gedaan heeft. De Officier van Justitie heeft gezegd, dat het dagboek van Muylwijk comcdie was. Het komt pleiter echter voor, dat de ge- heele psychologische wereld er bijgehaald moet worden, om uit te maken, of dit in derdaad zoo is. Een ander punt is behandeld, waarover ook pleiter nog iets zeggen wil. Er is n 1. tegen bekl. gezegd, dat het onverantwoor delijk van hem was, om op het oogenblik, waarop Busch, toen hij hem bij de keel had vastgegrepen, vaal-geel was geworden en het slachtoffer nog geroepen had: „laat me lo9, Muylwijk", toch bleef doorschudden. Dit is de wet van de traagheid. Voor het feit, dat Muylwijk het slachtoffer heeft ge schud, mag men hem niet strafwaardig ver klaren. Pleiter laat nogmaals in den breede uit komen, dat het verhaal van Muylwijk, dat hij 10 jaren lang door De Kort is afgeperst, volkomen waar is. Blijkens het door pleiter ingesteld onderzoek heeft De Kort van het werk aan de Deutsche Bank slechts f6000 ontvangen, waarvan nog salarissen uitbe taald moesten worden, terwijl deze getuige hier verklaard heelt, dat hij van dit werk in drie jaar circa f22.000 heeft overgehou den. En van dit geld zou De Kort, naar zijn beweren, een huisje hebben gekocht. Uit de gedragingen van De Kort blijkt duidelijk, dat deze niet medeplichtig is, en dat Muylwijk een vreeselijken tijd sedert October 1915 heeft doorgemaakt. Hoc is Busch gedood? Pleiter komt nu tol een interessante vraag, n.l. „hoe en waardoor is Busch gedood?" In dit verband bespreekt pleiter het ar rest van den Hoogen Raad van 1919, dat de Officier heeft aangehaald, de zaak kor poraal Vos te Ede. In dit arrest heeft de Hooge Raad de conclusie getrokken, dat, waar bekl. bekend heeft het lijk van het geld te hebben be roofd, er lusschen de berooving en het dooden van het slachtoffer verband moest en dat er nog steeds enkele, zij het ook beslaan, zonder dat echter in rechte vast minder courante soorten aan te wijzen zijn, was komen te staan, op welke manier het welke bij de publieke waardeering ten ach- 8lachtoffer was gedood. Nu heeft de Offi- ter bleven en thans wat omhoog worden heeft gedaan om de vrouw en de kinderen van Busch na diens dood aan geld le hel pen. En de vraag van den Officier, waarom bek!, niet dadtiijk een dokter er bij fchaakl heeft, is dezelfde vraag als deze: „Waarom hebt ge de. zaak niet bij de politie aange geven?" Indien bekl. geld aan de weduwe van Busch had gegeven, de assistentie van een dokter had ingeroepen, of de zaak bij de politie aangegeven had, dan zou het feit wereldkundig zijn gemaakt. En dat wilde bekl. niet. Pleiter zet nog uileen, dat zijn overtui ging omtrent de waarachtigheid van de be kentenis van bekl. slaat tegenover de over tuiging van den Officier, die aan deze bekentenis geen vertrouwen schenkt. Heden zal mr. Levy zijn pleidooi ver volgen. In het begin van zijn pleidooi heeft mr. Levy tot den Officier gezegd: tusschen ons mogen de systemen botsen, maar er zullen geen conflicten komen. Hij voegde hierajin, zich tot den president, mr. Eekhout, wen dend, toe: Ook tusschen ons botsen de systemen, maar reeds in hel begin van de openbare behandeling heb ik de rechtbank erop gewezen, dat, als de verhooren op deze wijze mochten worden voortgezet, conflic ten niet zouden kunnen uitblijven, en heb ik verzocht om medewerking teneinde deze le voorkomen. Toen do president daarop tegen mr. Levy zeide, niet te kunnen toe laten, dat critiek op zijn leiding werd ge- oofend, heeft mr. Levy geantwoord: „Ik zal uw leiding op dit oogenblik buiten bespre king houden, maar bij de zakelijke punten toch de wijze moeten bespreken, waarop het verhoor heeft plaats gehad." Van gioota betcekenis zoowel voor de geschiedenis van de monetaire markt als voor (le politieke ontwikkeling i8 ongetwij- feld de maand October geweest. Op monó- tair gebied was het de Fransche franc die vrij wel de situatie beheerschte door zijn rapide daling, welke in de afgeloopen da gen verderen voortgang heeft gemaakt. Op fondsengebied waren het enkele fondsen die sterk domineerden waaronder rubber- waarden wel een zeer vooraanstaande plaats innamen. Meer aandacht trokken ook diverse shares van de Amerikaanacne nfdeeling welke laatste zich in een toene mende belangstelling verheugt, nu do Ame- rikaanscho conjunctuur constant gunstig blijft. Een opmerkelijk karakter van de fondsenmarkt is de algemeene stijging die behoudens een enkele uitzondering, vrijwel voor alle afdeelingen waar te nemen is. De vooruitgang in koers in de maand October vergeleken bij het gemiddelde van de maand {September is zelfs zeer aanzienlijk. Blij kens een berekening voorkomende in een der jongste statistische overzichten be draagt de gemiddelde koersstijging voor rubber rond 42 pCt. tegen 38 pCt. in ao maand September Hieruit blijkt, dat cr nog voldoende beweging in deze afdeeliDg zit cier het bedoelde arrest op dit punt althans, textueel in zijn dagvaarding overgenomen. Maar er is een fundamenteel verschil tus schen het arrest Yan den Hoogen Raad en deze zaak. In de zaak van korporaal Vos is niet verklaarbaar gemaakt, hoe bekl. het slachtoffer behandeld of mishandeld heeft, terwijl Muylwijk in deze zaak duidelijk heeft gemaakt, hoe het slachtoffer Busch i9 ge storven. In ditval mag men dus de lezing van bekl ndet op zij zetten. Trouwens óe Officier heeft dit ook niet gedaan, want hij heeft uit de verklaringen van Muyiwijk zelf zijn conclusies getrok ken. Pleiter verwacht dan ook, da tde recht bank beredeneerd aal aan toon en, waarom de lezing van bekl. niet waar kan zijn. Zoolang men dat met doet, mag men Muyl wijk niet veroordeel en. Pleiter behandelt dan de onderscheidene medische verklaringen, waarbij hij er op wijst, dat blijkens de mededeelingen van dr. Focke Meursingh, Busch geen gezonde man was. In aanmerking genomen het sexueel leven van Busch en de verschillende ver klaringen, door de deskundigen afgelegd, kan wel aangenomen worden, dat Busch in 1915 een hartkwaal had. Geen huichelaar. Dan bespreekt pleiter beklaagdes per soonlijkheid, waarbij hij herinnert aan de godsdienstigheid van Muylwijk, waaruit de menschen hebben opgemaakt, dat hij hui chelde. Maar van huichelarij is bij dezen geloovigen beklaagde, die altijd het evan gelie predikte, geen sprake. Bruisen Pleiter deelt mede, dat hem'iemand ver teld hoeft, dat het woord „bruisen", waar over bij het verhoer nog al het een en ander te doen was, gebezigd wordt in Zuid-Hol land, waar beklaagde geboren is. Daar ontleent men aan het woord bruisen de beteekenis van het iets waarnemen aan het gezicht. President: Wilt u even uw pleidooi on derbreken, opdat ik daaromtrent een vraag aan bekl. kan stel'len? Verdediger: Zeer gaarne, mijnheer de president. President tot beklaagde: U is toch ook uit Zuid-Holland afkomstig? Beklaagde: Ja, ik ben in Kralingen, een plaatsje tusschen Rotterdam en Gouda ge boren. President: Kan aan het woord bruisen de beteekenis ontleend worden, dat iets aan het gezicht waarneembaar is en niet, dat er geluid wordt gegeven? Beklaagde: Ik bedoel met bruisen het zelfde, als men spreekt van bruisend bier of van bruisende limonade. President: Wilt u daarmee te kennen ge ven, dat er iets zichtbaars was, of dat er iels op de lippen kwam? Beklaagde: Ik bedoelde, dat ik een zwak geluid gehoord heb. Mr. Alfred Levy vet zijn pleidooi voort. Hij vindt het verklaarbaar, dat bekl, niets gehaald. Elke dag, of elke week bracht eo brengt zoo zijn eigen favorieten. Een ander opmerkelijk verschijnsel, dat overigens zeer natuurlijk is, is de verwaarloozing van an ders zeer gefavoriseerde fondsen, waaron der b.v. Koninklijke Olie tot nu toe nogal te lijden hadden. Noch do vaste stemming ten opzichte van het product, nog de gun stige situatie en vooruitzichten konden hier een belangrijke koopbeweging bewerkstel ligen. Opmerkelijk ia ook de betere algemeene stemming voor tabakken welke October te zien gaf en die nog aanhoudt, zulks in ver band met de gunstige resultaten op de jong ste najaars-insclirijvingen behaald. De to tale opbrengst der Sumatra-tabak vormt zelfs een recordcijfer. Voor suikerwaarden gaf October een ver deelde belangstelling te zien. Voor een en kele favoriet zooals H.V.A., Java-cultuur en Vorstenlanden, wisten zich nogal te hand haven. De andere soorten echter waren doorloopend gedrukt in verband met het dalende prijsniveau van de suikermarkt. Intusschen zijn de vooruitzichten van de suikermarkt wederom iets gunstiger gewor den betgeen ook blijkt uit een gedeeltelijk herstel van het koersniveau. De Visp ver kocht in de afgeloopen week belangrijke hoeveelheden suiker van oogst 1926 tegen een prijs van f 9 per picol Superieur. De Visp-overeenkomst werd op de jongste ver gadering wederom met een jaar verlengd. Ook de 8uikernoteering te New-York werk te juist in de afgeloopen dagen er toe mede een betere stemming voor de betref fende waarden in het leven te roepen. Na tuurlijk was het te verwachten dat de nieu we afdoeningen uit oogst 1926 een l&geren prijs te zien zouden geven dan den gemid delden prijs van 1925. Wij gelooven echter dat de behaalde noteering toch niet on gunstig mag worden genoemd. Immers, al lereerst is de prijs van f 9 hooger dan do prijs van de laatste afdoeningen uit oogst 1925 hetgeen dus op een aantrekken van den prijs duidt. Voorts is het bekend dat tot nu d'e biedingen op oogst 1926 tusschen de f 8.25 en de f 8.50 lagen, zoodat dus ook in dit opzicht van een bevredigend verloop mag worden gesproken. Het feit, dat de Visp deze biedingen niet beeft ge accepteerd en er volstrekt geen haast meo maakte om af te geven bewijst, dat men in den kring der producenten een vaste stemming is toegedaan. Men mag natuurlijk den huidigen prijs niet vergelijken met vroegere fancyprijzen. Wel echter mag en moet hier gewezen wor den op een overeenkomstige daling der kost prijzen, zoodat in elk geval bij het thans behaalde niveau met een behoorlijke winst marge kan worden gerekend. De goed geou tilleerde fabrieken staan er natuurlijk het gunstigst voor en het is deze overweging, welke een bijzondere waardeering voor en kele courante fondsen in het leven roept. De stemming van de fondsenmarkt in d® .ifgeloopcn weck was overigens niet ODgua- stig. in verband met een lichte reactie van den rubberprijs bestond er eenige neiging tot het afwikkelen van posities als gevolg waarvan een flauwere tendens voor divers® rubberwaarden op te merken viel. Inmid dels wordt een verdere verhooging van het uitvocrpercentage verwacht en men ver klaart zelfs dat bij een opvoering der pro ductie tot 95 pCt. het Stevenson-plan prao- tisch zal hebben opgehouden to functio- nceren. Het is intusschen twijfelachtig of veel maatschappijen wel m staat zullen zijn om hun productie tot een dergelijk percen tage op te voeren, zulks in verband met ar- beidsmoeilijkheden, waarop wij trouwen* reeds vroeger eens hebben gewezen. Op_ welke hoeveelheid de jongste verhooging van 10 pCt. zal neerkomen is moeilijk to berekenen. Geschat wordt zij op 40 000 ton per jo&r. Wij willen voorts nog do aandacht vestigen op twee betrouwbaie uitlatingen welke bewijzen, dat ten aanzien van de op voering der productie men geen al te groo- te verwachtingen moet hebben. Op dc eer ste plaats is de uitvoer van rubber uit do Brltsch Maleische Staten afgenomen. Ver der wordt in een circulaire van de bekend® rubberfirma Hammond Co. er op gewezen' dat binnen eoo of twee jaar de capaciteit van de produceerende maatschappijen niet boven do 700.000 ton zal kunnen stijgen,» terwijl volgens matige berekeningen de we reldbehoefte dit cijfer aanzienlijk zal overs- treffen. Middelerwijl zijn de rubberproducentcq' bezig zich van nieuwe gronden te voorzien.- In dit verband verwijzen wij naar het pro spectus dex Allied Sumatra Plantations, waarin zeer gunstige beschouwingen voor komen. Zoo b.v. heeft ook de Sumatra Para Rubber Plantation zich de beschikking over nieuwe terreinen verzekerd. Het dividend door deze cultuuronderneming gedeclareerd bedraagt 25 tegen6V4 pC't. vorig jaar. Eenige vraag bestond in de afgeloopen week' voor koffie-waarden. Ook voor Ko-. ninklijkè Olies zulks in verband met de da ling van den Franschen franc. Het gewone verschijnsel van vraag voor buitenlandsche rekening bij daling der valuta deedt zich weer gelden. Het zal belangwekkend zijn, af te wachten welken omvang de Franscno kapitaalexport thans zal aannemen. In elk geval komt een en ander aan de positio van Koninklijke Olies weer ten goede. Do vooruitzichten voor de olieproductie wordt intusschen nog altijd verschillend beoor deeld. Om een einde te maken aan do pessi mistische beschouwingen met betrekking tot de vooruitzichten van de petroleumproduc- tie in de Ver. Staten heeft thans de presi dent van de Koninklijke Sir Deterding verklaart dat hij er niet aan geloofd dat de petroleum over 25 j'aar zou zijn uitgeput. Volgens hem is de productie afhankelijk van de prijzen. Bij lage prijzen verminderen de'onderzoekingen en derhalve ook de kans op nieuwe boringen. Ook Roemeen8cbe waarden waren in do afgeloopen week vast, zulks echter op grond van berichten aangaande de schade regeling. Van Mijnwaarden waren Singkep gunstig gedisponeerd l Op een enkelen dag wel 10 pCt. Van industrieelen waren Gero-fabriek gevraagd zulks op geruchten van een bevre digend dividend, en een op handen zijnde emissie. Kunstzijde-aandeelen tot slot iet® luier, evenals Jurgens. Op do Staatsfondsenmarkt noteerden Tschechen ca. ööVj Enkele nieuwe emissies en aankondigingen zagen in de afgeloopen week wederom het licht. Amerikaanache waarden vast voor Int. Rubber en Wabash, Do beleggingsmarkt behield zijn vaste ten- denz. Geld op prolongatie noteerde o.a. 3% a 4 pCt. 30 Oct 6 Nov. Londen 12.04^ 12.04^ Berlijn 69.16 69.17 Parijs 10.443/& 9.85 Brussel H.271/^ 11.27 New-York cable 2.48^ 2 48V£ Zooals reeds hierboven even opgemerkt domineerden deze week francs. De handel concentreerde zich vrijwel om dit deviei hetgeen ook wel blijkt uit het koersverloop der overige deviesen. Men zal moeten ai- wachten in hoeverre het Fransche betaal middel zich vreet te handhaven. Veel hangt natuurlijk al van de naaste politiek. Eigen aardig is het intusschen, dat er toch be trekkelijk weinig baisseposities loopen en voor zoover ze liepen zijn zij voor een be* langrijk deel gedekt. Dit oefent in zekeren yin een gunstigen invloed, want men gaat al vrij spoedig tot dekking over en voorts is men het lang niet eens, of de franc wel een belangrijk lager punt zal bereiken. Het is der Fransche regecring natuurlijk alles aan gelegen om het betaalmiddel op peil te houden en voor dit doeleinde wordt een sterke steun verleend. In de overige deviesen hadden geen ver anderingen van beteekenis plaats. 6 pCt Nederland 1922 6 pCt Nederland 1919. 47» pCt. Nederland 1910 6 pCL Nederl.-Indië 1919 Amsterdamsche Bank Koloniale Bank Ned. Handel-Mij. Jurgens gew aand. Philips Gloeilampen Redjang Lebong Compania Merc. ArgenHnis Geconsolideerde Petroleum Koninkl Petroleum Amsterdam Rubber Holland-Amerika-Lijn Nederl Scheepvaart-Unie Mij. „Nederland" Handelsver. Amsterdam Javasche Cultuur-Mij. Cultuur-Mij. Vorstenlanden Arendsburg Tabak Mij. Deli-Mij. Senembah Tabaks-Mij. Atchison Topeka 4 pCi Union Pacific aand ex ch'v 39 Oc». 6 Vov* 105* 106% 100* 100*, 98* 98% 101* 101% 159 159* 173* 178* 140* 143* 127* 123* 408 402* 320 316* 7* 8* 164 175 388* 403* '373 370 63 62* 156* 155* 169* 169 569* 584* 316* 328 151* 167 513 515 418 406 475* 472* 89* 89* 348* 143*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 11