Mo. 20136. LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 2 November Tweede Blad. Anno 1925. BINNENLAND. RECHTZAKEN. GEMENGD NIEUWS. nen Aspirin- FEUILLETON. De Reisgenoofe De Bloembollenbeurs. Hen schrijft ons: Do commissie voor een Beurs te Hillegom heeft een conferentie gehad met het hoofd bestuur van de Alg. Vereeniging voor Bloem bollencultuur, natuurlijk over het Hillegom- Bche plan. Br is officieel tegengesproken^ dat oèn commissie uit den Bond voor Bloembollenhandelaren zou conferecrea ui er is beweerd, dat alle voorstellen van de baan tijn. Dat laatste" is waar, maar het eerste ia ook waar. Leeiaiessen bij het huishondonderwijs. Te Utrecht is de 26ste algemeene ver gadering van den Bond van Leeraresseo bij het Huishoudonderw\js gehouden. De voorzitster, mej. A. M. van Anrooy, uit Den Haag, opende met een woord van welkom de vergadering. Bij het jaarverslag deelde de voorzitster mede, dat na het verschijnen van het jaar verslag er weer 15 nieuwe leden zgn bij gekomen. Verder sprak zij, onder luide in stemming der aanwezigen, een woord van hulde en dank voor hetgeen mej. A. Hingst, na het overlijden van mej. Wolff, voor het secretariaat en de redactie van Het Nij verheidsonderwijs voor meisjes in het belang van den Bond in het afgeloopen tijdperk heeft gedaan. yolgens het jaarverslag was. het aantal leden van den Bond bij den aanvang van het hondsjaar (1 Sept. 192431 Aug. 1925) 389, to weten 362 gewone en 27 belang stellende leden; 31 nieuwe gewone leden traden toe tegenover 18, die den Bond door overlijden of bedanken ontvielen, alzoo een toeneming van 13 gewone leden. Aao het einde van het bonds jaar telde de Bond in het geheel 402 leden (375 gewone en 27 bolangstellende leden). De toestand van de bibliotheek blijft onveranderd. De verschillende verslagen werden voor kennisgeving aangenomen. Na vaststelling van de begrooting 1925- 1926 werd het bestuur gemachtigd zich bg voorkomende gevallen door een rechtskun digen laadsman te doen voorlichten en bij staan. Vervolgens werden aan de orde gesteld de statuten van het Alyda Wolff-fonds, welk fonds gesticht is ter dankbare herinnering aan de nagedachtenis van de kort gelden overleden ijverige Bonds-secretaresse, mej. A. Wolff, uit Amsterdam, en waarin als eerste kapitaal gestort worden de gelden, bijeenverzameld ter herdenking van het 25- jarig bestaan van den Bond. Volgens de (Ontwerp-statuten is de bestemming van het fonds, een kapitaal te vormen tot onder steuning van de daan-oor in aanmerking komende gewone leden van de;i Bond van leraressen bij het huishoudonderwijs. Na nog eenige besprekingen werd de behandeling tot het tweede deel der ver gadering geschorst In de plaats van wijlen mej. A. Wolff en de dames C. A. v. d. Burg en A. F; Suev- mondt, die periodiek aftraden en niet ter stond herkiesbaar waren, werden als be stuursleden gekozen mej. H. G. W. Boom, leer ar es aan de Amsterdamsche Huishoud school; mej. D. Cohen Stuart, leerares aan de Vakschool voor meisjes te Almelo; en mevr. R. LotgeringHillebrand, leerares aan de Nieuwe Huishoudschool te Amsterdam. Dr. J. van Breemen, directeur van het pbysisch-therapeutisch instituut te Amster dam, sprak daarna over: De bestrijding van rheumatiek en de huishoudscholen. Vervolgens werden de ontwerp-statuten van het Alyda Wolff-fonds benoemd mej. F. J. Eldering, mej. A. F. O. Suermondt, moj. A. Kruizinga, mej. A. Hingst en mevr. EL VederWolff. Als plaats voor de volgende jaarvergade ring, welke in verband met de gewijzigde statuten eerst in het begin van 1927 zal plaats vinden, werd weder Utrecht aange- Het Corr. Bureau meldt, dat de be richten omtrent het ambt van Directeur- Generaal van den Landbouw allen grond missen. Te Haarlem is in den ouderdom van 65 jaar overleden mr. F. Willekes Mac Do- pald, een bekend advocaat, die in verschil lende vereenigingen als bestuurslid zitting had. Een week geleden is zijn vrouw, het Raadslid Willekes Mac Donald-Reynvaan overleden. In de te Amsterdam gehouden jaar- lgkschc vergadering van den Bond van Rijwielhandelaren in Nederland is besloten, een belangenovereenkomst aan te gaan met de R.A.I. Op voorstel van het hoofdbestuur werd besloten om het incassobureau van den Bond op te heffen en als zelfstandige naamlooze vennootschap te laten voortbe staan. De begrooting werd vastgesteld met een eindegfer van f28.000. Tot hoofdbe stuursleden werden gekken de heeren Baak man, Assen; Wels, Amsterdam; Everaart, Akkrum, en Hoffmann, Rotterdam. De Ned. Zendingsvereeniging heeft van A. Z. een gift vam duizend gulden ontvangen. De zendingsvereeniging het Javacomitó heeft van wijlen mevrouw V., te Amster dam, een legaat van f 1000 ontvangen. Bij Kon. besluit is de Staatscommis sie, ingesteld bij Kon. besluit van 9 Decem ber 1918, met opdracht, te onderzoeken, welke bezoldiging worde genoten door de burgemeesters en de ambtenaren en werk lieden in dienst der gemeenten, ontbonden onder dankbetuiging aan den voorzitter, den secretaris, de overige leden en den adjunct- secretaris voor de belangrijke diensten, door hen bewezen. In de vacature-ds. Langman in de Ned.-Hcrv. Gem. te Groningen is het vol gende viertal opgemaakt: ds. G. Tichelaar, Leiderdorp; ds. J. Voorsteegh, Katwijk-aan- Zee; ds. J. De Jong, Spijk, en ds. J. J. C. Ivarres, Ooslhem. Gisteren herdacht mej. de wed. A99el- man, te Hengstdijk (Zeeland) haar 103den verjaardag. De oude vrouw, die verleden jaar op 6 Augustus te Middelburg nog aan H.M. de Koningin is voorgesteld, is nog zeer kras. De gewone audiënties van de Minis ters van Arbeid, Handel en Nijverheid en van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zullen a.s. Donderdag niet plaats hebben Bij den gisteren te Gouda voor de 3de klasse N.V.B. gespeelden wed strijd GoudaD.C.L., had de^ D.C.L.-kee- per, B. Belle, buiten schuld van wien ook, het ongeluk een trap in zijn nek te krij gen. Hij werd naar het Van-lterson-Zieken- huis vervoerd, waar hij voorloopig zal blij ven. Hij bevindt zich in half-bewustcloo- zen toestand. De arbeiders der mandenfar briek van A. Strijkers, te Tiel, hebben besloten heden het werk te hervatten. Verholpen. Mevrouw: „M ij n dochter klaagt, dat de piamo niet zuiver is." Piano-stemmer: „Dat is ook zoo, me vrouw; zij staat een hal ven toon te laag." Mevrouw: „Zoo, dan zullen we er wat ondsr moeten leggen." RECLAME. VEILIGHEIDS- SCHEERMES het EENIGE apparaat, dat zijn eigen mesjes automatisch slijpt.Vraagt demonstratie bij uw leverancier. Agent Fa.B.MEINDERSMA, Haag 6518 Stranding. Het Engelsche stoomschip' „Eleveen" is gisteren drie mijl Zuid-Westelijk van Scheveningen gestrand op zijn reis van New-Castle naar' Rotter dam.Uit Hoek-van-Holland zijn onmiddel lijk ter assistentie vertrokken de slecpboo- ten „Achilles", Pernis" en „Rozenburg" van L. Smit Co., alsmede de „Stentor" en „Brabant" van de firma Weismuller. Eveneens is bet bergingsvaartuig „Meer min" naar het gestrande schip uitgevaren. De „Eleveen" meet 1650 ton. Zondagmiddag. om kwart over zes ongeveer, wilde iemand in den komen ijs winkel van R. F. Eppenburg, Groo- te Kattenburgerstraat 122, te Amsterdam, een benzinelamp, die in de étalage stond, en die men gewoonlijk gebruikt op markt kramen, bij pompen. Plotseling vloog de lamp in brand en bijna gelijktijdig vatte de étalage vlam. De brandweer rukte van ver schillende kanten aan. Een oogenblik leek het alsof het vuur zou overslaan naar de voorzijde van de eerste verdieping, waar het raam openstond. Een der bewoners was echter zoo bij de pinken om naar boven te gaan en het dicht te schuiven. Hierdoor werd op dat oogenblik uitbreiding voorko men. Inmiddels waren twee motorspuitcn en een ladderwagen ter plaatse en met één straal werd erger voorkomen. De étalage en een groot gedeelte van den winkel brand de uit. De winkel is voor f 1500 tegen brand schade verzekerd. (,,De Crt.") Het tweejarig dochtertje van de familie H.B. werd gistermorgen voor de ouderlijke woning aan den Schiedam- schen dijk, te Rotterdam, bij het plotse ling oversteken van den rijweg door een motorwagen van lijn 7 overreden en onmid dellijk gedood. Den bestuurder treft voor dit droevige ongeval geen schuld. AMSTERDAMSCHE RECHTBANK. De moord aan den Overtoom. Bg de Zaterdag door de rechtbank te Amsterdam voortgezette behandeling van de strafzaak tegen den 42-jarigen bouwonder nemer M. Muylwijk, wegens den moord op den makelaar Busch, is eerst nog als ge tuige gehoord de heer Scheller, die namens de Twentsche Bank in 1922 aan getuige De Kort heeft uitbesteed het metselen van een kluis. Hij verklaart, dat De K. hierbg had verwerkt 2 maat 100.000 steenen en het werk met zijn zoons had uitgevoerd. Er is hem f6000 voor uitbetaald. Daarna is Do Kort bg hem in loondienst geweest en had ongeveer f 55 k f 60 per week. Ge tuige weet niet hoeveel hg' er van kan hebben overgehouden, en of dit genoeg was om er een huisje voor te koopen. Do verdediger vraagt of het mogelgk is, dat hg in dien tijd f22.000 kan hebben overgehouden. Getuige kan hierop niet antwoorden. De verdediger Mr. Levy waagt der recht bank ook nog te willen hoor en de patroons van de kinderen van De Kort, teneinde te weten te komen, of zg inderdaad zoo ont zettend veel geld hebben verdiend, als be weerd wordt. DeKort kan immers niet verklaren, hoe hij de levenswijze heeft kun nen voeren, welke hg /olgens getuige zou hebben gevoerd. Voortzetting van het plaidooi Mr. Alfred Levy zet thans zijn pleidooi voort. Hij wgst er o& dat de Officier van Justitie geconcludeerd heeft, dat het ver haal van beklaagde onwaar is. Vrgdag heeft pleiter reeds latön uitkomen, dat geen voorbedachten raad aanwezig kon zjjn geweest. Muylwijk heeft z. L onverwachts gezeten met een lgk in zijn huis. En nu zouden er volgens den officier medeplichtigen zgn geweest. Wie waren dan die medeplichtigen? vraagt pleiter. Van de groep Claassen-Lichtle kan het niemand geweest zijn. Want anders zouden die menschen niet telkens er bg de politie op aangedrongen hebben, om te pogen licht in de zaak der verdwijning van Busch te verkrijgen. Welke personen komen dan in aanmerking? Het eerst komt natuurlijk in de gedachte de metselaar De Kort, van wien pleiter overtuigd is, dat deze niet medeplichtig is. Het is uitgesloten, dat De Kort te zamen met Muylwijk den kooptman Busch gedood heeft. Do Kort mocht niet eens de eerste laag steenen op de kist leggen. Dat heeft Muylwgk zelf gedaan. Wanneer De Kort medeplichtig was ge weest, kwam hij er toch voor in aanmer king, om het muurtje te metselen. Maar Muylwgk, die in het geheel niet gerouti neerd was in het metselen, heeft dit ge daan. Maar er is meer. Als De Kort de mede plichtige was geweest, dan hadden die twee moordenaars samen „doorgepeesd", om in den stgl van De Kort te blijven om het graf af te krggen en alle sppren nog den- zelfden avond te doen verdwgnen. M. zou gezegd hebben, dat hij dien avond niet thuis was. Instede daarvan doet Muylwijk den volgenden morgen, terwijl hg wist, dat allerlei menschen in de gtrage zouden ko men, de domste dingen, terwijl iedereen het zien kon, terwijl werklieden od zooveel ande ren door de garage af en aan liepen, laat hij den kuil graven, en eerst Zaterdagmiddag gaat hg het lijk begraven. Nauwelijks was Muylwijk hiermede ge reed of de politie was in het huis om naar Busch te zoeken. Had zij toen gezocht in de richting, door beklaagde Lorette en Ligle aangegeven, dan was heel Muylwijks werk vergeefs geweest. Hieruit blijkt wel dat ongunstiger tijdstip dan Muylwijk voor het graven van de kui'l gekozen heeft niet denk baar ware geweest. Tot dergelijke domme gedragingen ware hij niet gekomen als zijn daad het uitvloeisel ware geweest van kalm beraad en overleg. Hij heeft allerlei dingen gedaan, die het werk buitengewoon moeilijk maakten, om dat hij den doode zooveel mogelijk nog de eer wilde bewijzen, die men op een offi cieel kerkhof aan dooden bewijst. Hij heeft de kist met een zacht omhulsel van binnen bekleed, al was het dan ook van stroo, om- dal dit het eenige was wal voor de hand lag. Hij heeft de kist dichtgetimmerd en heeft zelf toen het vreeselijk werk afgeloo pen was, gemeend nog de woorden te moe ten spreken: „Arme kerel; het moest ge beuren; rust zacht I" De vraag is nu welk motief beklaagde heeft bewogen lot den nevendaad bestaan de in het zich toeëigenen van wat Busch bij zich had. Van belang is het in de eerste plaats of hij diefstal dan wel verduistering heeft gepleegd, maar vooral welke zijn be doelingen zijn geweest op het oogenblik dat hij de goederen wegnam, omdat hiervan af hangt of hij inderdaad met voorbedachten rade gedood heeft. Gegeven de omstandig heden zou ieder ander het geld van hel lijk hebben genomen omdat het zonde was om het in den natten grond te laten vergaan. Daarbij behoeft op dat oogenblik aller minst de bedoeling van toeëigening te heb ben voorgezeten. De wijze, waarop j>ekl. in zijn zelfbeschuldiging zoover gaat als geen ander gaan zou, wekt toch niet den indruk van iemand die tracht zich te excuseeren dus van iemand, die zich zoo zwaar be schuldigt als maar mogelijk is; dus de waarheid spreekt. En nu het feit van bekl.'s financieelen toe stand. Dit kan men uitleggen zoowel pro als contra beklaagde. Men kan den geldnood, waarin hij verkeerde, gebruiken als een ver zachtende omstandigheid voor de misdadige toeëigening; men kan zijn geldnood gebrui ken al9 een aanwijzing dat hij roofmoord heeft gepleegd, maar men kan er zooveel an dere gevolgtrekkingen uilmaken bijv. ook dat hij arm en dus fatsoenlijk was. Pleiter komt daarna tot de vraag of Busch den avond dat hij, teruggekomen uit Rotter dam, na eerst in de Roode Leeuw te zijn ge weest, bij bekl. kwam en er zijn dood vond, veel geld bij zich had. Wij weten, dat hij op de Leidsohegracht nog even bij zijn kennis Sagers aan geweest is en legen dezen gezegd heeft: lk ben je f 1000 schuldig, ik kan je wel betalen, maar ik heb nu geen tijd. Maar we hebben genoeg gehoord om te weten dat Busch graag blufte. Als hij f 60.000 bij zich had, zou hij vast en zeker betaald hebben. Uit dat blufferige kletspraatje tot Sagers, dat deze zelf niet ge loofde, blijkt duidelijk dat Busch geen geld of zeker slechts weinig geld bij zich had- Maar zelfs als verschillende menschen den oorlogshandelaar dien dag te Rotterdam met veel geld bij zich hebben gezien, mag men dan daaruit afleiden, dat hij het den avond nog had? De personen, die nu spraken van onge veer f 60.000, spraken mij bij hun eerste ver- hooren in 1915 van ongeveer f 12.000, het zal wel zoo geweest zijn, dat ze 't in 1915 in hun onderlinge gesprekken over f 12.000 eens zijn geworden. Dat zullen ze zich 10 RECLAME. ben ik niet meer! Ja, vroeger had ik vaak genoeg te lijden van die lichte kwalen als hoofdpijn, kiespijn, zenuw pijn, rheumatiek en derge lijke. Tegenwoordig echter is dat geheel uit; ik heb daar voor een talisman, die ik steeds zal blijven waardeeren; tabletten Let op de oranje band. 58G8 jaar later niet herinnerd hebben en met de heele zaak zullen die bedragen ook wel tot f 60.000 en f 80.000 zijn opgezwollen. Staat het instituut van verjaring van misdrijven niet in de wet omdat op den langen duur ge-, tuigen onbetrouwbaar worden? Minder lo gisch is het alleen, dal de verjaringstermijn voor de eene categorie van misdrijven langer j is dan de andere, en hieraan danken wij het, dat deze zaak nog inbe ginsel vervolgbaar was. Van getuige Sagers hebben wij gehoord, dat hij, toen Busch dien avond in een taxie voor zijn deur kwam, niet in diens porte feuille heeft gekeken, maar slechts de porte feuille van buiten gezien heeft. Is het zoo onmogelijk dat Busch, alvorens naar Muylwijk te gaan, even naar de vrouw met wie hij leefde, gegaan is om daar zijn portefeuille te brengen? Hc*t lag toch voor de hand dat hij voor Muylwijk niet wilde weten dat hij geld had, omdat hij dan nog meer moeite zou hebben om los te krijgen wat' Muylwijk hem schuldig was. Wij weten toch dat Jetje 28.000 gulden heeft gehad, en dat zij dit slechts schoorvoetend bij de poli tie erkegd heeft En we welen ook, dat zij onmiddellijk na de verdwijning van Busch op tooneelachligen manier tegenover Lichtlo en Lorette gedaan heeft of zij geen roode cent in huis had. Busch heeft aan Jetje de boodschap getefoneerd, dat zij maar naar Carré moest gaanhij moest nog ergens voor zaken zijn en zou dan terugkomen om op het kind te passen. Hieruit volgt echter geenszins, dat Busch alvorens bij Muylwijk te komen, niet nog bij Jetje geweest. Het kistje waarin volgens haar die f 28.000 zou zijn opgespaard, is niet gevonden. Het is dus niet onmogelijk, dat het geld dat Jetje had toen Busch verdwenen was, haar nog dien avond door Busch gege ven is. Wij weten er dus eenvoudig niets van of Busch nog geld bij zich had toen hij bij M. kwam. Veel minder mag men aannnemen, dat Muylwijk wist dat Busch veel geld bij zich had. Hij kan het hoogstens uit de bluf- ferijen van Busch vermoed hebben. Pleiter heeft ook beklaagdes vrouw gevraagd of Busch haar het leven wel eens lastig heeft gemaakt om geld. Zij heeft het toen ontkend, maar haar va der, heoft haar en zijn schoonzoon tegen Busch herhaaldelijk gewaarschuwd. Men moet over het algemeen wat voorzichtig zijn met de verklaringen van dames. Het gaat dan ook allerminst aan, om de leugenachtig-, beid van beklaagde af tc leiden uit het feit, dat hij heeft voorgegeven dat Busch zijn vrouw al zooveel verdriet had aangedaan. Mr. Levy breekt hier zijn pleidooi af. De zitting is verdaagd lot Vrijdag 6 No vember a.s. (Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE). Geautoriseerde vertaling van W. H. G. 75) Maar toch was hij eenigszins pijnlijk ge troffen, dat Phyllis een ongeval, hetwelk toch ongunstig voor hem had- kunnen af- loopen en hem het leven kosten, zoo philo- sophisch opnam. Toen zij op dezelfde fleg matieke wijze naar de oorzaak er van vroeg en de omstandigheden, waaronder het had plaats gehad, antwoordde hij nauwelijks en vrij onvriendelijk. Toen zweeg zij. Zij lie pen nog een eindje door; toen bracht Wil lem twee stoelen op de plaats, die zij bij het grasperk hadden uitgekozen, en zij gin gen zitten, 't Was op dit uur stil in de laan; er was bijna niemand. Op eenigen afstand van hen zat een jonge vrouw met haar naaiwerk, terwijl zij op een kind paste, dat een rood wagentje met zand vulde. Op een bank zat een oude man een courant le lezen.... Bijna niemand kwam voorbij. Phyllis bleef zwijgen en haar oogen ble ven gevestigd op de inooie perspectieven in het park, waar .als op een van zonnestralen geweven gordijn, alle schakeeringen van groen donkergroen van hel klimop, hard groen van het gras. schitterend groen der sycomoren. grijsgroen der wilgen zich dooreen men gdende oude, steenen bogen omlijstten en de omtrekken der standbeel den verdoezelden. Kerjean zag iets gegeneerds, iets gedwon gens in haar uiterlijk. Het leek op een te rughoudendheid. waarvan hij het raadsêl niet kon oplossenZóó had hij zich hun ontmoeting niet gedacht. Wat is er, Phyllis?.... Wat heb je? vroeg hij. Zij kleurde, juist als zooeven. Er i9 niets.Waarom zou er iets zijn? Je bent niet als gewoonlijk. Toch wel. Neen. Willem keek haar aan en zocht haar oogen. Glimlachend wendde zij die af. Je briefje was een soort sommatie, Phylleke; waarom wilde je me ontmoeten? vroeg hij. Weleenvoudig, omdat ik je wenschte te zien.Hadt jij dan niet het minste verlangen mij weer eens te zien? Wel natuurlijk I Ik verlangde er gewel dig naar.en mijn verlangen was veel grooter, veel ongeduldiger dan je wel denkt. Grooter en ongeduldiger dan ik wel denk? O ja, dat zal well Wees nu niet ondeugend.... 't Is toch duidelijk, dat het in de gegeven om standigheden veel correcter is, dat wij elkaar niet ontmoetenin elk geval niet te dik wijls. Zij lachte eenigszins bitter. Wa9 je bang, dat ik een „verzoe ning" tusschen ons kwam bewerkstelligen? Ja, je vriend Grandier heeft me dat allemaal verteldArtikel 224De verzoening der echlgenoolen doet den eisch tot echtscheiding te niet.... Of het een werkelijke of een schijnbare verzoening is, doet niets ter zake, als zij maar aannemelijk en geconstateerd is!Dat is dus een 6e-- kend kunstje, dat dikwijls door een der echtgenooten, die de scheiding niet aange vraagd heeft, wordt le baat genomen Maar wat praat ik tochIk vergeet, dat ik de echtscheiding juist wel heb aange vraagd! Hij scheen niet te luisteren en zei: Zooeven had ik het niet opgemerkt Maar je bent magerder geworden.... Ben je ziek geweest? Volstrekt niet.... Trouwens, ik ben niet magerder geworden. Wel waar.je kleine gezicht is zoo smal gewordendat vind ik onaange naam. Ben ik dan leelijk? Neen, volstrekt niet.Maar als het je gezondheid betreft, kan het we weinig schelen of jg leelijk of mooi bent Je bent wel vriendelijk! Hij antwoordde niet en opnieuw zweeg zij. Het kleine kind met het roode wagentje verbrak de stille door een kreet van pret Heel langzaam kwam een paartje voorbij en deed het zand knarsen. Phyllis keek naar den heen-en-weer wiegelenden gang van een houtduif, die in het gras voedsel kwam zoeken. Achter in het zich in de zon ba dende groen, heel ver weg, zag zij de gloei ende tint van een purperkleurigen heester en terwijl haar blik daarop gevestigd bleef, zei ze fluisterend. Ik had je zooveel tg zeggen, Willem. Hij nam haar hand. Maar waarom zeg je dan niets? Omdat het te lang heeft geduurd, dat ik je niet zag.En nu herinner ik het me niet meer Hij keek haar steeds aandachtig en wat treurig aanHij bleef haar gegeneerd en stijf vinden; anders dan hij haar kende. Met een zenuwachtig lachje riep zij uit: Kijk me toch niet voor voortdurend aan, WillemWaarom zeg je toch niets? Misschien omdat ik me heigeen ik je te zeggen had niet meer herinner. Maar zonder haar hand los te laten, blééf hij haar aankijken. Phyllis, drong hij aan, je bent vandaag niet jezelfWaarom niet? Zachtjes trachtte zij haar hand terug te trekken. Ik weet het niet, WillemIk kan het je niet uitleggen.... Plaag me nu niet.... Ik zeg je, dat we elkaar in te langen tijd niet hebben ontmoetEn nu is het me, of ik je niet meer zoo goed kenof ik onder je blik niet meer zoo goed kan spreken en adem halenDat maakt me verlegenIk vind, dat je even min dezelfde bent als vroeger.Ik herken je niet zoo goed meer. Hij liet haar hand los. Willem, zei ze, terwijl zij plotseling weer haar frissche manier van spreken her nam, als onze echtscheiding is uitgesproken, dan zullen wij elkaar weer dagelijks ont moeten! Stil en niet heel vroolijk glimlachende, 9chudde hij zijn hoofd. Ben je bij mijnheer Grandier geweest, Willem? Jagisteren. Wat zei hij? Dat je allerliefst was.dat je hem over je „zaak" op sobere wijze en met tact hebt gesproken.Maar. Maar? Maar dat in weerwil van alles, wat je hem hebt verteld van je vriendschap en je achting voor je echtgenoot, hij dacht, dat je in je binnenste toch erg „nijdig" 't was het woord, dat hij gebruikte op me was. Zij kreeg een kleur. Dat is gewoon onzin.... Niets meer en niets minder!Bovendien heb ik hit expres gedaan.... Maar, natuurlijk, als ik net deed of ik erg tevreden was met mijn loten over joudan Zeker, natuurlijk. Ik moet toch een toon aanslaan van een vrouw, die een echtscheiding wenscht, Willeml Beiden dachten aan den stap, die morgen ?ou worden gedaan, aan het ter-hand stellen van dat verzoekschrift, dat de eerste han deling in de procedure was. Willem had een ziekelijk verlangen er over te spreken, maar de moed ontbrak hem. Zij wachtte slechts dat hij er over zou beginnen en dan zou zij zeggen: „Je weet, Willem, a! is zoo'n papier ook door een procureur onderteekend, 't is gauw genoeg verscheurd." Maar hij zweeg en ze zei heel zachtjes: Ik ben het niet geweest, die d-ze comedie heeft gewild. Neen jij niet. 4 Ilij nam weer haar Land en zooals hij vroeger wat was dat vroeger, toen zij nog samen door het leven gingen nog dichtbijI zoo dikwijls deed, legde hij er zijn voorhoofd op. Maar dadelijk trok zij haar hand terug Willem, de menschen zien ons. Hij hief treurig zijn gezicht op en zijn blik was vaag. Ja, zei hij, men zou denken, dat wc een verliefd paartje zijn. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5