No. 20123.
LEiDSCH DAGBLAD, Zaterdag 17 October
Derde Blad. Anno 19215,
CHINEESCH BIJGELOOF.-
VERKEER (D).
Abdijsiroop
FEUILLETON.
De Reasgenoote
P BUlTi-NL. WEEKOVERZICHT.
Zal van Locaino de victorie
beginnen? Voor Frank
rijk herhaalde aanmanin
gen zijn schulden te vol
doen Groote kosten in
Marokko.
De goede bedoelingen, waarmede de
diverse gedelegeerden te Locarno zijn aan
gekomen, ten aanzien van de Italianen
en de Polen alleen was er sprake van het
tegendeel, misschien hebben succes optr
gelevcrcL'We hebben goeden moed, dat het
mag heeten: van Locarno begint de Vic
torie 1
Ruw geschetst is de gang van zaken de
volgende geweest: om hetz.g. Rijnlandpact,
het verdrag tusschen Frankrijk en Duitsch
land en tusschen Relgië en Duitschland in
elkaar te zetten is niet zeer veel hoofd
brekens noodig geweest. De veiligheid in
7fe Westen, in deze drie pacten belichaamd,
leverde immers na de nota-wisSeling etc.
weinig moeilijkheden meer op. Om die vei
ligheid in het Westen evenwel in werking
te doen treden was noodigDuitschland's
toetreden tot den Volkenbond en dus
moest men het eens worden over het lang-
camerhand beruchte art. 16. Dat heeft heel
wat voeten in de aarde gehad. Doch ten
slotte is men er in geslaagd om ook in dit
opzicht overeenstemming tc bereiken. Wel
iswaar heeft de Duitsche delegatie het niet
aangedurfd voor eigen risico haar fiat to
£,even en is eerst tc Berlijn de lioogc toe
stemming gehaald van rijkspresident en
achtergebleven kabinetsleden. Dit alle ont
kenningen ten spijt. De binnenlandsche po
litiek in Duitschland dwong Luther-Strese-
mann daar wel toe. Het resultaat 1 Duitsch-
Vand treedt toe tot den Volkenbond zonder
•oorwaarden. Doch de anderen beloven het
op een soort eerewoord in den Volkenbond
Duitschland's standpunt daar te verdedigen
en te steunen, zoodra het als lid dat zelf
aan de orde brengt. Ziedaar in grove lijn
de situatie; trouwens, finesses zijn nog niet
bekend.
Duitschland geeft hiermee in het Westen
het verloren Elzas-Lotharingen nu vrijwil
lig prijs doch beknot de Eransche macht
in Rijnland. Van sancties en dergelijke zal
voor Frankrijk geen sprake meer kunnen
zijn. Verder wilde Duitschland nog con-
v crete voordeden als le. directe ontruiming
van de Keulsche zone; 2c. vroegere ontrui
ming van het Rijnland en 3e. vervroegde
volksstemming in het Saargebied. In hoe
verre in dit opzicht beloften zijn gedaan,
valt moeilijk te beoordeelcn. In ieder ge
val wilden de geallieerden, om deze term
nog eens te gebruiken, niet verder gaan,
rich op het standpunt stellend, dat al die
dingen met het veiligheidspact niet in di
rect verband staan, wat op zich zelf als
juist is te beschouwen. Waar evenwel tegen
over staat, dat de consequentie van het
veiligheidspact in ieder -geval sub 1 en 2
meebrengt. Sub 3 zou een wijziging van
het verdrag van Versailles beteekenen
Deze Duitsche eischen waren weer gevolg
van prestige-kwestie voor het kabinet-Lu-
ther in de Heimat", doch kwamen in strijd
met de prestige-kwestie van Briand in
Frankrijk.
Als bijzonderheid zij vermeld, dat het te
genwerkend Italië tenslotte mede-garantie
op zich nam in den vorm als Engeland.
Blijkbaar om te laten zien dat'het „groote
mogendheid" is, die meetelt. En Mussolini
is zoowaar zelf nog gekomen om voor Italië
te teekenen; als soort overrompeling uit
vrees voor zijn leven Bijzonder welwillend
toont men zich niet tegenover el duce,
wiens dictatoriale macht in flagrante tegen
stelling is met de positie van alle andere
politici en met den tijdgeest.
Na het Westen kwam het Oosten aan de
beurt met de diverse moeilijkheden, die
daarbij opdoemden. Gelijk te voorzien was,
weigenie Duitschland pertinent ook in het
Oosten de grenzen van tegenwoordig vast
te leggen en behoudt het zich daar volle
dig het recht voor, om te streven naar
grenswijziging binnen het kader van het
verdrag van Versailles. Polen, dat zich
eerst nogal schikkelijk toonde, schijnt gis
teren plotseling zeker al9 gevolg van
de zwakke positie van het kabinet-Grabski
op zijn achterste beenen te zijn gaan
6taan cn daarom is,' terwijl wij dit schrij
ven, in het Oosten de kwestie nog niet ge
heel geregeld. Waar we evenwel voorais-
j nog weigeren aan te nemen, dat de confe
rentie van Locarno alleen om Polen niet
tot een eindovereenkomst zou komen (West
en Oost zijn tenslotte toch ook niet te
I scheiden), vertrouwen we, dat Polen ge-
I dwongen zal worden, bakzeil te halen.
Summa summarum lijkt het alsof Europa
een gulden tijdperk zal intreden en dat
Locarno een eereplaats zal gaan innemen
Ln de wereldhistorie. Te betreuren blijft
het, dat men zes jaar noodig heeft gehad
om te leeren inzien, dat het eens zoover
komen moest, maar beter laat dan nooit.
Van Locarno begint de Victorie, schreven
wc in den aanhef. Vooral op dit „begint"
leggen we den nadruk, want men zal be
grijpen, dat nu nog niet alles in eens om
draait als een blad op den boom. Men zal
clkaar's goede bedoelingen, waarvan we
aannemen, dat zij zich verder zullen de-
monstreeren Duitschland zal monarchis
tische brutaliteiten als van generaal Sixt
von Arnim b.v. voortaan moeten voorko
men etc. nader moeten leeren waardee-
ren Zóó zal kunnen worden voortge
bouwd op het ontegenzeggelijk fraaie re
sultaat in dat heerlijke Zwitsersche gast
vrouw-stadje. En, Chamberlain zeide dat
zoo terecht: van overwinnaars of overwon
nenen is geen sprake. Misschien dat Polen
zich zoo beschouwt, doch dat is wel te
overkomen.
Frankrijk krijgt nu de handen veel vrijer,
hetgeen het hard noodig heeft, gelet op
den financieelen druk, die uitgeoefend
wordt èn door Amerika èn door Engeland.
Uit diverse uitlatingen van Fransche zijde
kon worden opgemaakt, dat de Fransche
regeering weinig voelde voor het bod, waar
mede Caillaux na mislukking van zijn reis,
terugkeerde van de overzij van den haring
vijver. Het kabinet-Painlevé staat immers
niet sterk genoeg om iets te wagen, al
schijnt haar positie tengevolge van het ra
dicale partij-congres, dat juist te Nice wordt
gehouden, ietwat gestevigd. Vanuit Ame
rika is nu zeer duidelijk de waarschuwing
afgekomenaccepteert ge dat bod niet, dan
moet ge goed weten, dat leeningen oi an
dere financieele transacties voor u uitge
sloten zijn. Engeland heeft daarnevens al
evenmin twijfel overgelaten, dat het er op
staat, dat de Engelsche belastingbetaler nu
eindelijk eens wordt ontheven van den
plicht voor Frankrijk op te brengen.
De Fransche communis opinio is echter
nog allesbehalve er op ingericht om zicb
zwaardere offers te getroosten en hapcl-
haaft nog altijd de idee, dat Frankrijk niet j
meer kan en mag betalen dan het van
Duitschland zelf erlangt,
i Die schuldenkwesties dreigen nu voor
j Europa een gevaar te worden
Voor Frankrijk is een strop in dit ver
band, dat de oorlog in Marokko niet tot j
een einde is kunnen worden gebracht, dat j
daar een groot leger intact moet worden
gehouden met alle 'kosten van dien
Chineesche Raadselen!
De Ghineezen zijn zélfs nog meer bijge-
loovig dan de Europeanenl Zij vinden den
Vrijdag géén ongeluksdag; het is hun hét-
zelfde of zij met hun elven of dertienen aan
tafel zitten; de éérste adder, die in het voor
jaar hun pad kruist zegt hun niets; het is
hun onverschillig of een zwarte kat hun weg
kruist; zij loopen doodbedaard onder een
ladder door; de scherven van een stuk aar
dewerk, dat op den grond valt, zijn voor
hen van geen beteekenis; en tóch zijn zij
licusch nog bijgelooviger dan de Westerlin
gen! Ik had voor mijn studie de eieren van
de Zwaluw (Hirundo) noodig. In China is
dal' een zeer beminde vogel. Bouwt deze in
Europa haar nesten boven in zolders, of
onder bruggen of wel tegen de dakgoten of
op eenzame plekken; in China voelt zij
zich het meest gelukkig als haar modder-
paleis net boven de lage deur aan een
drukke straat is gelegen of binnen in een
bewoond huis tegen den wand zit vastge
plakt vlak bij de rumoerige bewoners.
Ik heb in China nooit oen zwaluwennest
aangetroffen in een onbewoond huis, daar
dit vogeltje daar te lande altijd de drukste
omgeving zocht! Ieder jaar keert de zwaluw
weer terug naar hetzelfde huis en de Chi
neezen zullen het diertje nooit oenig leed
doen het diertje is heilig, zooals in het
Oude Egypte de katten en de Ibis.
Jarenlang heb ik in de provincie Foekien
in Zuid-China getracht de eieren van een
zwaluw te krijgen. Tevergeefs vroeg ik er
naar!
Een museum in Californië vroeg mij
dringend er om en ik besloot, ten einde
raad, nu in een Christengemeente dit onder
werp in te Iasschen in een uitvoerige rede in
de Kerk. Hel was evenwel moeilijk om dit
onderwerp met het Evangelie in verband te
brengen. Ik dacht daarom hel beste m'n
doel te bereiken door een rede te houden
tegen het Bijgeloof!
Ik vertelde o.m., dat ik al twintig jaren
lang geen eieren van hun vriendin, de zwa
luw, kon krijgen. Zelfs liet ik uitkomen, dat
de Christen-Chineezen bang schenen te zijn
voor een of anderen boozen geest of spook
en dat zij een eind aan hun Gelnk zouden
maken als zij een zwaluwnest durfden uit
halen.
Het resultaat was bijzonder vermakelijk!
Binnen een uur werden mij vele nesten
gebracht met eitjes en ook een massa aparte.
Er waren zelfs vele bijna uitgebroede eieren
bij en tevergeefs verzocht ik om die weer
in de nesten le deponeeren. Zij dach
ten allen, dat ik de eieren noodig had om
een vreemd geneesmiddel samen le stellen
en om den stand van het broedsel bekom
merden zij zich wcirtig. Ik moest Alle eieren
houden of ik zou hen beleedigen, en zoo
doende had ik ineens eieren genoeg om alle
mogelijke vraagstukken daaromtrent lot in
verre tijden op te lossen.
Al heel gauw toen ik in China was, ver
nam ik het Chineesche spreekwoord: „Als
de wilde duif drie eieren legt, komt' uit het
derde een valk te voorschijn".
De geleerde Chinees, die mij onderricht
gaf in zijn taal, of liever talen, gaf precies
denzelfden uitleg er van als m'n huisjongen
en mij bleek, dat zij dit „letterlijk" opvat-
ten. Ik ging er op in, ik kón het natuurlijk
niet gelooven en jaren zou het duren, m'n
haren zouden beginnen te grijzen, vóór ik
de oplossing van het raadsel zou vinden.
Jarenlang zocht ik de nesten af van de ge-
gewone Chineesche tortelduif, in struiken, in
boomen, in muren van oude graven, maar
nooit vond ik een nest met drie eieren.
Heel Zuid-China zocht ik af, alle moge
lijke soorten van duiven vond ik, honderden
nesten bekeek ik, maar een nest met drie
eieren of zelfs drie jongs duiven vond ik
nooit!
Ik was nog even ver van de oplossing
van het probleem als jaren geleden. En
iederen Chinees vroeg ik er naar. Allemaal
beweerden zij, dat het zóó was, zelfs da
literati (geleerden), die zoo deftig rondstap
pen in hun lange gewaden! Nu, dacht ik, ik
wil toch die duif weieens zien, die een valk
wil uitbroeden.
Vele jaren later stond ik op een prachli-
gen zomermorgen buiten tusschen een acht
paar groote boomen. Den vorigen dag had ik
een duivennest gevonden op een lagen tak
van één van die boomen, maar ik stelde er
geen belang in, daar ik al meer dan tien
jaren lang zulke nesten had gevonden en
nooit meer dan twee eieren daarin aantrofl
Ik was bezig met het bestudeeren van de
gewoonten van een inheemsche Chineesche
vogel, de Copsychus salauris. Die mooie
vogel fluit wit hij kan als hij een vrouwtje
wil aftroggelen van een. medeminnaar.
Een zoo'n vogel zat op de punt van den
staart van een houten draak, welke het dak
van een tempel versierde, en was bezig héét
druk en héél mooi óók te fluiten toen een
gewone koekoek uit een boschje kwajm
fladderen en naar de boomen vloog. De twee
fluitende medeminnaars de andere zat
in denzelfden boom als z'n concurrent
waren zóó druk bezig, dat zij niets hoorden,
maar een kleine merel uitte een alarmkreet
cn de vogels lieten zich ais een steen op den
grond vallen, waar zij onder den tempel
wegkropen. Onder al de vogels in het boschje
ontstond een geweldige drukte en ik dacht
eraan hoe dom zij waren door te meenen,
dat de koekoek een steenvalk of een indere
valk was. Ineens was het doodstil en viei
mij tevens de oplossing van het raadsel te
binnen, naar welke ik zoo vele jaren zocht
Even later onderzocht ik het duivennest.
Er lagen twéé kleine eieren in en. één groo-
ter een koekoeksei dit had dus aan
leiding gegeven lot het' Chineesche spreek
woord.
Waar in Europa zóó wordt gehecht aan
Chineesche spreuken, ziet men hoe noodig
het is om daar maar niet al te licht geloof
aan te hechten.
„Ang Pung" is de kindeiendiefl Een wesp
die volgens de geleerden in China andere
insecten naar z'n hol sleept om met z'n
eigen jongen op te voeden en groot te
brengen Ik heb „Ang Pung" aan het werk
gezien! Een massa wespen waren bezig
kleine stukjes modder aan te sleepen voor
hun nest en zongen, bromden, onderwijl hun
eentonigen zang.
Een uur lang lag ik er doodstil naai- te
kijken en zag toen een bontgekleurde wesp
een verlamden krekel voorttrekken, gevolgd
dóór anderen, «die spinnen, larven, enz.
voortsleepten, natuurlijk ails voedsel voor
hun jongen!
De Chineesche geleerden hadden vrooger
de z.g.n. „potlenbakkerswesp" gadegeslagen
en waren lot de conclusie gekomen dat al
die meegesleepte inseclen moesten dienen
als aangenomen kinderen. Zelfs ieder kind
in China gelooft echter dat „Ang Pung" oen
kinderdief is' en hoe lang zullen zij het nog
wel blijven gelooven? De volwassenen over
tuigen hen niet van het tegendeelde literati
(geleerden) zeggen het' toch óók! En wat die
heeren zeggen is wéér probeer maar niet
tegen le spreken.
Maar kunnen wij, beschaafde Europe
anen, met ons Christelijk Geloof en ons
Onchristelijk Bijgeloof het den Chineezen
weljeuvel duiden al hun bijgeloof?
Wij Westerlingen mettons „Sdharven sind
Glück; met ons loopen onder den „mistletoe"
met onze „hoefijzer"; „gelukspoppeljes" enz.
enz.!!!
Neen, nietwaar, zoolang „zwarte katten"
vspinnen" en dergelijke nog in onze ge
dachten met ons Geluk in verband staan,
zoolang dienen wij geen Chinees te be
spotten om zijn Bijgeloof.
Hoe weinig wten wij in Holland af van
China, van dat land omsloten door don
Grooten Muur! Ook in figuurlijken zin door
dien Muur omgeven!
Een Amerikaan was het dien in het land
van den Draak een half menschenleven door
bracht; Harry Caldwell beschreef in een uit
muntend werk de zeden en gewoonten van
die „rare Chineezen" die héélemaal niet"
„raar" zijn, maar heel ongelukkig door de
droeve toestanden welke er heerschen!
Binnenkort verschijnt bij Albert de Lange
te Amsterdam „Het Onbekende China".
In dit bock zullen zij die zich voor China
interesseeren dan iets meer le weten kunnen
komen, over dit onmetelijke Rijk.
C. C. BENDER.
Amsterdam l-f-10-'25.
in-
Door HEVANOS.
Een groot Fransch dagblad vermeldt van
tijd tot tijd in zijn kolommen de narnen
van steden, waar de maximum-snelheid
minder dan 20 K.M. per uur bedraagt. Bo
vendien geeft het blad af en toe lijstjes
met namen van plaatsen, die men, wegens
de daar geldende klemmende bepalingen,
zooveel mogelijk mijden moet!
Het lijkt ons niet zeer aangenaam voor
de vroedschappen van zulke gemeenten om
in die lijstjes te worden vermeld, maar
blijkbaar zijn er nog wien het om 't even is.
Als wij in Nederland lijstjes gingen
maken, zouden wij niet in de eerste plaats
vragen naar de in de steden en dorpen
geldende maximumsnelheid, noch naar de
andere hinderlijke voorschriften, maar
vooral daarin moeten opnemen de namen
van gemeenten, die' niet3 doen ter be
scherming van de jeugd legen de gevaren
van het moderne vérkeer.
RECLAME.
Zorg er altijd voor een
flesch Abdijsiroop in
huis te hebben zoodat
ge die *8 avonds bij
de hand hebt al9 ge
een verkoudheid voeJt
opkomen, Want als
het eenmaal zoover is
zijt ge wellicht te luste
loos om nog uit te gaan
en een flesch te halen.
Ge behoeft niet ver
kouden te worden als
ge niet wilt. Akker't
is een beroemd kruidenmiddel bij bronchitis
influenza, kinkhoest en verouderden hoest.
Per fl. van 230 gr. (in koleer) f 1.50; 550 gr. 12.75
5108
Ook hier geldt: voorkomen is beter dan
genezen.
Daarom is het gcwcnscht, dat wij de
kinderen reeds van hun prille jeugd, ver
trouwd maken met hel snelverkeer en zijn
eigenaardige moeilijkheden. Die moeilijk
heden zijn zoo heel groot niet, en men
kan er van overtuigd zijn, dat de onge
lukken-statistiek grooten vooruitgang zal
uitwijzen indien, overal in den lande vol
gens een bepaald systeem, de jeugd loopen
wordt geleerd. Dat „leeren loopen", waar
voor wij vroeger binnenskamers in een box
ons beste beentje moesten voorzetten moge
misschien even vreemd klinken, maar wer
kelijk, het is tegenwoordig noodzakelijk dat
kinderen, legen dat zij den leeftijd bereiken
waarop zij alleen op straat mogen toeven,
herhalingsonderwijs bekomen.
Daarom zou het een zegen zijn indien de
Regeering zich hiermode ging bemoeien en
op het rooster van lesuren der lagere scholen
ecnigc uren voor bedoeld onderricht vast
stelde. Want het land zou niet beter gebaat
kunnen zijn dan met een Rijksvoorschrift.
Daarbij zou men ook zooveel mogelijk do
te gebruiken leermiddelen kunnen voor
schrijven of althans aanbevelen. Dit leer
materiaal is reeds grootendeels aanwezig en
zou kunnen worden samengesteld uit in de
laatste jaren verschenen werkjes. Van die
uitgaven noem ik in de eerste plaats het
bij J. B. Wolters le Groningen uitgegeven,
door Frits van Raalle saamgeslelde, aardig
geïllustreerde boekske „Veiligheid voor
Alles".
Daarin zetten erkende deskundigen niet
slechts do gevaren van den weg uileen,
doch er wordt hier ook gewezen op brand
gevaar, gevaren ontstaan door gebruik van
electriciteit en gas.
Een belangrijk hoofdstuk van de hand
van den samensteller is getiteld „Tegen
woordigheid van Geest".
Dat is het, wat men in de eerste plaats
den kinderen moet leeren. Men moge hierv
tegen inbrengen, dat het ondoenlijk is zoo
iets te leeren, doch men zal het daaren
tegen met mij eens zijn, dat tegenwoordig
heid van geest bij verreweg de meeste men-
schen aanwezig is en dat het daarom ten
zeerste gewenscht is deze eigenschap aan
te kweeken.
Men moet hiermede niet wachten tot de
kinderen den leeftijd hebben bereikt waarop
zij de lagere school verlaten.
Natuurlijk moet dit onderwijs met zeer
veel lact en met aanzien van elk individu
afzonderlijk geschieden. En ook dit kan;
en het is, m. i. voor den ambitieusen pae-
dagoog zelfs een zeer dankbaar werk, zijn
pupillen te behoeden voor onheilen, ont
slaan uit hel verliezen van den tegenwoor
digheid van geest.
Nog talrijke andere hulpmiddelen staan
den onderwijzenden ten dienste. Noemen
wij bijvoorbeeld de zeer doelmatige wand
platen door den teekenaar B. van Vlijmen
(Uit 't Fransch van GUY CHAiNTEPLEURE).
Geautoriseerde vertaling van W. H. C.
68)
Maar weer haalde hij zijn schouders op.
't Doet mé vee! genoegen, ja voor-
ai als het eindresultaat zal opleveren, wajt
ik er ven verwacht. Het zuiver in-el kaar-
zolten van een nieuw motortype is. een werk
van geduld en vindingrijkheid, die niet mag
verslappen.
Vanavond, lijdons hel uurtje vain de
blauwe tabakswolkjes, heeft William zaoh
zichtbaar ingespannen om spraakzamer,
vroolijkcr en vriemdelijker te zijn. Ik goloof,
dat dat de eerste maal was, dat ik, sedert ik
erfgename ben geworden varn juTfrouw Af
gum, plannen heb gemaakt.
In de eerste plaats dacht ik aan „la
Peupliére." O, mijn lieve „Peuplière" weer
torug le zien, er weer als door een moeder,
om wie inen heeft getreurd., le worden ver
welkomd; er weer, als voorheen, de vredige
dagen van eenvoud, die me zoo lief waren,
te doorlevenDie gedachte vind ik zoo
heerlijk, dat mijn vreugde op mijn gansohe
gelaat le voorschijn kwam.Het overige
had ik, zonder 'spijt of bitterheid te gevoe
len, kunnen missenmaar mijn oudé
huis, mijn „plekje grond, waar ik als aan
genomen kind was geboren" zooals ik
gewend, was 't le noemen.
Willem, houdt jijwk van „la Peup
lière?"
Heel veel
Zou je het niet heel prettig vinden, nu,
op dit oogenblik op „la Peuplière" te zijn.,
heel rustig.. ailleen met mij?
Zeker.
Willem, we zullen er ons niet toe be
palen, slechts gelukkige slotvoogd en burg-
vrouwe le zijn. we zullen ook zeer ge
heide bewoners er van zijn.We zullen
er veel nut stichten en weldoen en we zul
len „la Peuplière" verfraaien, maar zonder
het eigenlijk le veranderen.
Ek praatte steeds maar door en nu niet
meer uitsluitend over „la Peuplière". Ik
dacht aan duizend dingen, als aan even
zoo veel wonderbare luohtkastee'lea, -die
mijn fantasie bouwde.
Dit zullen we doen.... d&t zullen we
koopen
Mijn eigen woorden wonden me op.ik
was opgewekt en gloeide van enthousias
me en «het leven scheen me verrukkelijk
en blij als een feestdag.... Willem luis
terde glimlachend naar me. Op lieve, toe
geeflijke wijze, die me trof, zei hij:
Prinsesje, wat ben jij toch geschapen
voor genietingen, die het bezit van fortuin
kunnen verschaffen! O, zeker, wel de fijn-
sle en de meest eleganteen ook de
beste!Je goede pleegmoeder, die dit be
greep, had wel gelijken zie je, ik ook,
want ik heb het liaar zelf gezegd....
Ik geloof, dab het beter zou zijn te
zeggen, dat ik geschapen ben om tevreden
te zijn met mijn lot, Willem, want toen ik
nog niet rijk was, achtte ik me reeds heel
gelukkig
Zonder verder in te gaan op hetgeen ik
zei, begon Willem te praten over de limou
sine, die wij hadden uitgekozen (ik zeg wij,
om me een air van gewichtigheid te geven,
want ik had zijn kqpze die aan mijn
schoonsten droom op dit gebied beant
woordde slechts goed te keuren).
Raad eens, wie je chauffeur zal zijn!
Zeg het maar, want dat kan ik toch
nooit raden.
Laurant.
Laurant?
De gewezen knecht van je pleegmoe
der. Tegenwoordig is hij een zeer handig
chauffeur en hij kwam me vragen, of ik
niet een betrekking voor hem wistIk
zal eens een onderzoek naar zijn kundig
heden als vakman instellen niet wat zijn
handigheid betreft, want daaromtrent heb
ik getuigschrillen, maar wel wat zijn voor
zichtigheid aangaat en dan is de zaak
beklonken.
.0, Willem, wat ben ik daar blij om!
Ik wou, dat het mogelijk was om al die
brave dienaren van mijn pleegmoeder terug
te vindenZou je daarvoor niet eens
moeite willen doen? Ik zou het huis zoo
graag weer willen zien, heeleraaal zooals
het vroeger wastoen ik er woonde en
jij er kwam.
Zeker, Phylleke.
Ik zweeg en vroeg toen. ietwat verlegen,
want tot nu had ik, zonder eigenlijk zelf
goed te weten, .waarom, vermeden dit on
derwerp aan te roeren:
Denk je, dat we in de rue Offémont
zullen kunnen gaan wonen?
0, ik zeer zeker niet.
Toen voegde hij er gauwer aan toe:
We zullen hierover een dezer dagen
wel eens spreken, Phyllisdat moet
welmaar nu alsjeblieft niet! Ik voel
me afgrijselijk slapdie laatste inspan
ning is verschrikkelijk geweest.Van
nacht had ik oogenblikken, dat het was of
er iéts in mijn hersens geweldig gespannen
was, dat dreigde te breken.... en dat ik
krankzinnig zou worden.... Mijn heele
hoofd doet pijn.
Arm hooM, je eisoht er te veel van!
Ik was bij hem gaan staan en legde mijn
hand op zijn voorhoofd, dat erg warm en
gezwollen was, maar toen ik me voorover
boog, om er een kus op te drukken, weerde
hij me zachtjes af.
Laat me zoo maar zitten, Phyl, fluis
terde hij; ik heb het weflcelijk erg te
kwaad... Waarom heeft hij toch gezegd,
dart hij niet in het huis in de rue Offémont
wilde gaan wonen?
X.
30 Maart.
Ik -heb veel verdrietmaar ik wil niet,
dat Willem dat weet. Ik wil flink en kalm
zijn, zoowel tegenover hem,, als tegenover
mezelf, ails ik alleen ben. Ik wil niet door
mijn gelaatstrekken of roode of bewogen
etem het innerlijke verdriet ioonen, waar
over ik heb weten te zwijgen,.... waar
over ik tot het einde zal blijven zwijgen.
Ik had zoo weinig verwadht, wat ik te
hooren zou krijgen! Geen oogenblik zeifs in
die laatste dagen van narigheid, van onbe
stemde ongerustheid, had ik daaraan ge
dachtEn was dit ten slotte de ont
knooping, die men als het logisch einde van
zulk een avontuur bad kunnen voorzien?
Maar. men denkt niet namen
leeft, praat, lacht als gewoonlijk.en
daar verschijnt een moment, dat men te vo
ren zag als alle andere, doch waarop een
onverwacht woord werd gesprokenen
plotseling schijnt alles in de wereld te zijn
veranderdHet vuur brandde hélder en
het zag er gezellig uit in de kamer, waar die
Viooltjes héerifjk geurdenMen zou ons
voor een kalm en gelukkig echtpaar hebben
kunnen houdenen toen begon Willem:
Phylleke, we moeten eens over ernstige
zaken spreken
Hoe wTeed bleken die ernstige zaken te
zijn!
Kindlief, je zult, hoop ik, als ik, be
grijpen dat het niet anders kan, of het be
zit van een kapitaal van ongeveer rijt
mitlioen, een huis in Parijs en oen zomer
verblijf in Normandië moet een zeer ingrij
pende wijziging in gansch je tegenwoordige
leven brengen. Je heden en je toelf-ymst
moet je in een ander Liaht gaan zienJe
moet een besluit nemenHet oogenblik
is gekomen, waarop je bezadigd en verstan
dig dien toestand moet onder de oogen zien,
een toestand, die voor jou. en voor mij
nieuw is. Ik heb er voel over nagedacht.
Ik herinnerde me, dat Willem maar ma-
tig verlangend soheen, het huis in de rue
Offémont te gaan bewonen. Sinds den dood
van juffrouw Arguln had ik steeds gevoeld»
dat rets zijn geest voortdurend bezig hieüd,
dat iets hem hinderde en hem niet mei
rust liet. Was hij bang, dat ik mijn oude ge
woonten weer zou opvatten? Vreesde hij,
dat de tyranmiéke fantasie van een lucht
hartige vrouw en de dolzinnige behoefte
aan weelde, die men mij altijd heeft toege
dicht zij het dam ook zeer ten onrechte 1
onvereenigbaar zouden zijn met zijn
werkzaam leven?
Mijn heer en meester, zei ik, als er be
sluiten moeten worden genomen, wil jij dat
dan voor me doen?.... Bij voorbaat on-<
derwerp ik me er aa/nEn die overgave
aam"jou vind ik heerlijk. Wat je doet, is
welgedaan.... Ek stol volledig vertrouwen
in je en ik weet, daJl je veel Verstandiger
bent dan
(Wordt vervolgd).