Humor uit het Buitenland. Van Recht en Onrecht. TWEEDE KAMER. RECHTZAKEN. •blworpen, in opdracht "van den A.N.W.B.- Tceristenbond voor Nederland. In zeven VToolijke, Irissche kleuren uitgevoerd, geven zij aanschouwelijk weer hoe uit kleine oor zaken de noodiottigste gevolgen kunnen voortvloeien, terwijl zij tevens laten zien, dat men door een kleinen preventieven maatregel: uitkijken, het veege lij! steeds behoed kan hebben. Er kan niet genoeg op aangedrongen wor den. dat alle scholen, zoowel die voor lager als middelbaar onderwijs, deze platen, die tegen vergoeding van den geringen kost prijs, aan het Secretariaat van den Bond te 's-Gravenhage verkrijgbaar zijn, in de lo kalen of bij den uitgang en er zich van bedienen bij het onderwijzen van de leer lingen van do laagste klassen. Naast deze wandplaten geeft de A.N.W.B. nog het uit stekende vlugschriftje met ,,De Regels van den Weg" uit. Daarin worden al Tijmende de door alle weggebruikers te volgen regelen aangegeven. Het is den samensteller gelukt, te zeggen hetgeen hem-op 't hart lag in pret- tigen vorm en zonder zelfs maar een oogen- blik zijn doel uit het oog te verliezen. Ook dit vlugschriftje kan met niet voldoende klem in dc aandacht van onderwijlautori teiten worden aanbevolen. Niet voldoende is hel de jeugd alleen te wijzen op haar plichten; doch ook het aan- kweeken van haar opmerkingsgave is een noodzakelijkheid. Op die manier zal zij gaan inzien, hoeveel nut zij heeft van het genoten onderwijs, van de gegeven aan wijzingen feitelijk, en zij zal opgetogen zijn bij het ontdekken vpn verkeersfouton. Men kan er van overtuigd zijn, dat de onder wijzer, die zijn leerlingen op de gewenschte tactvolle wijze heeft lecren loopen, veel pleizier van zijn werk zal ondervinden en dat niet zelden zijn discipelen met verhalen zullen komen over fouten, door anderen be gaan en die zij hebben waargenomen. Laat men niet uit het oog verliezen, dat men door het geven van VerkecrsondeT- richt, de kinderen vertrouwd maakt met het moderne verkeer en dat zij daardoor de moderne vervoermiddelen niet zullen be schouwen als vijanden, doch integendeel zullen verlangen naar het moment, waarop pok zij achter het stuurra^ zullen mogen zitten, niet slechts omdat het in kinderoogen zoo zalig is chauffeurtje te spelen, maar omdat sij weten zich later te. kunnen ge dragen als goede gebruikers in elk opzicht Besluiten wij met het aanhalen van een Jesje, geput uil de recensie in het „Alg. Hdbld." over de Regels van den Weg: „Want alleen van binnen-uit bereikt men (wat door wetten afgedwongen, alleen „ge- Wapende" Yrede blijft): een waren vrede". Wordt vervolgd). RECLAME. 4967 De rechtbank le Amsterdam heelt onlangs een vonnis geveld, dat bijzondere opmerk zaamheid verdient. Zoo dikwijls verneemt men van slarre wetstoepassing, die, wat be doeld is als recht, lot onrecht maakl; van vastklemmen aan dén vorm, waardoor de inhoud wordl voorbijgezien, dat er op de houding van dit belangrijke college wel eens uitdrukkelijk mag worden gewezen. Dc zaak komt hierop neer: Iemand, die in bittere geldverlegenheid verkeert, wendt zich tot een geldschieter; deze is bereid I 300 to verschallen en laat hem daarvoor een stuk onderteekencn, waarvan hij den inhoud niet kent, maar dat behelst de verklaring, dat hij zijn meubelen verkoopt aan zijn „red ster in den nood", terwijl verder wordt over eengekomen, dat hij die meubelen weder in huurt voor den tijd van vijl maanden voor een huurprijs van I 400, in maandelijksche termijnen te voldoen; bij niet-betaling van een huurtermijn wordt in eens het geheelo resleercnèe bedrag verschuldigd, benevens een boete van 10 pel. daarvan; voorts is dan het huurcontract geëindigd en kan de geld- schielsler de meubelen, die haar eigendom zijn, tot zich nemen. Natuurlijk was de geldverlegenheid niet zoo spoedig ten einde; een huurtermijn word niet betaald en woekeraarster eischte de haar volgens het contract toekomende goe deren op. Toen de geldnemer, die immers niet wist waartoe hij zich eigenlijk verbon den had, weigerde, wendde zij zich lot de rechtbank in het volste vertrouwen, dat met haar, naar het scheen volkomen in orde zijn de akte, de zaak spoedig in haaT voordeel beslist zou zijn. Zij kwam echter bedrogen uit. De recht bank stelde vast, dat do aard van de over eenkomst in werkclijthid was een geldlet- ning met verpanding der meubelen. Dit brengt mede toepassing der wettelijke voor schriften omtrent pand, die onder meer in houden, dat het verpande voorwerp uil de macht van den pandgever moet worden ge bracht en dal toeeigening door den pandne- mer-schuldeischer verboden is. Bij niet-be taling van de schuld moet het pand in het openbaar verkocht worden; uit de opbrengst ontvangt de schuldeischer het hem toeko mende; de rest krijgt de schuldenaar. De eerstgenoemde bepaling omtrent het uit de macht van den pandgever-schuldenaar bren gen, bedoelt dc overige schuldeischers, die niet anders kunnen dan op den uiterlijken schijn algaan, te beschermen tegen knoeierij van den schuldenaar. Deze zou n.l. met een Iraaien inboedel een indruk van credietwaar- digheid kunnen wekken, terwijl, als het op executeer™ aankwam, blijken zou, dat hij zijn recht daarop reeds uit handen had, ge geven. In het onderwerpelijke geval deed zich bovendien nog de zonderlinge omstan digheid voor, dat de ware toestand ook zelfs voor den schuldenaar verborgen was. Door de listige inkleeding van het con tract wa9 getracht deze beide wetsvoor schriften te ontduiken en op dien grond wa ren er reeds termen om de overeenkomst te vernietigen. Maar nog in een ander opzicht was de zaak niet in den haak: I 320 was verstrekt; in vijf maanden moest 1 400 worden terug betaald-, de rechtbank rekende uit, dat dit neerkomt op een rente van 60 pet. per jaar. Voorts was de schuldenaar door zware boe tebepalingen met handen en voeten aan den geldschietster gebonden; bij de eerste de beste wanbetaling werd het geheele bedrag invorderbaar, moest hij 10 pet. extra beta len en was behalve zijn geld ook nog zijn meubelen kwijt. Nu laat onze wel de menschen vrij in hel bedingen van een zeker bedrag aan rente, anders dan vroegere wetgevingen, die een maximum vaststelden. Maar deze vrijheid in het bepalen van zijn eigen rechten is in i zooverre begrensd, dat men daarmede niet in botsing mag komen met wal de wetgever „de goede zeden" noemt, oen rekbare maat staf, die echter juist den rechter de gelegen heid geeft in elk geval met de bijzondere om standigheden rekening te houden. De rechtbank heeft nu verklaard, dal ten aanziep van de vermelde bedingen strijd met de goede zeden aanwezig was, daarmede do bedoelde wetsbepaling op gelukkige wijze hantcerende. De overeenkomst werd op dezen dubbelen grond nietig verklaard en de vordering der woekeraarsier algewezen. Het bijzondere en verheugende van dezu uitspraak is, dal, terwijl de zaak oppervlak kig bekeken juridisch geheel in orde en over eenkomstig de voorstelling van den geld schieter scheen, die zwart op wit des schul denaars verklaring van verkoop, enz. had, de rechtbank vermocht den waren aard van het woekercontract te onderkennen en dit te toetsen aan de hooge beginselen van het Recht. (Vervolg van gisteren). De Bioscoopwet. Voortgegaan wordt met het wetsontwerp Bestrijding van de zedelijke en maatschap pelijke gevaren van den bioscoop. Art. 4. Arl. 4 luidt: Bij verordening kan de Gemeenteraad on der Onze goedkeuring bepalen, dat vergun ningen als bedoeld in art. 1 slechts met inachtneming van de in de verordening gestelde voorschriften zullen worden ver leend. Deze voorschriften zullen niet mogen betreffen voorstellingen, die uilsluitend voor personen, die den leeftijd van 18 jaar heb ben bereikt, toegankelijk zijn." Hierop zijn ingediend drie amendemen ten, één van den heer BOON (V. B), dat van gemeentelijke bemoeiing wil uitsluiten nakeuring en bezoekverbod voor kinderen beneden 18 jaar, doch nakeuring voor kin deren beneden veertien jaar wil toelaten; één van den heer MARCHANT (V. D), luidende: .Deze voorschriften mogen niet betreffen punten waaromtrent bij deze wet of bij een krachtens deze wet vastgestelden algemee- nen maatregel van bestuur is voorzien"; en één van den beer Dr. DE VISSER (C.-H.) dat nakeuring ook voor volwasse nen en keuring der reclamebiljetten aan de gemeenten wil toestaan. Het amendcmenl-Roon wordt verworpen met 56 tegen 42 stemmen, rechts tegen links en dc heer Arts (R.-K.). Het amendement-Marchant wordt ver- wo-nen hij zitten en opstaan. Het amendement-de Visser wordt aange nomen met 56 tegen 42 stemmen, links te gen rechts behalve Arts. Art. 415 worden goedgekeurd. Art. 16 (de differentieering der leeftijden) De heer BOON (V. B.) verdedigt zijn amendement om te doen keuren op ge schiktheid voor kinderen tot 14 jaar en op toelaatbaarheid voor kinderen van 1418 jaar. De heer MARCIIANT (V. D.) licht zijn amendementen toe. Hij wil laten vervallen de keuring voor volwassenen en keuring op loelaathaarheid van iilms zoowel voor kindoren beneden 14 jaar als van die van 1418 jaar invoeren. De heer DECKERS (R.-K.) heeft natuur lijk principieclen tegenstand tegen het laten vallen van de keuring voor volwassenen en de overige amendementen kan hij niet aan vaarden. De heer dr. DE VISSER (C.-H.) is vóér differentieering omdat het niét aangaat de zelfde maatstaf te stellen voor kinderen van 13 en van 17 jaar. Ouder de 17-jarigeft zijn al vele studenten. Hel lijkt hem een on doenlijke taak voor een keuringscommissie om een positief kenmerk van geschiktheid uit te spreken. Hij gevoelt dus veel meer voor de indec- ling die de heer Boon heeft voorgesteld. De heer KLEEREKOOPER (S. D.) betoogt dat niet uitsluitend paedagogen in de com missie voor de keuring moeten zitting ne men. Hij verklaart zich voor het amende ment-Boon. De MINISTER hecht niet veel aan het onderscheid tusschen geschiktheid en toe laatbaarheid. D,e grenzen zijn niet te stel len. Het gaat om normen en toelaatbaar bc- teekent toch ook dat iets niot ongeschikt is. Het beste lijkt 't spr. één terminologie te volgen en of van geschiktheid of van toe laatbaarheid te spreken. De hepr DECKERS (R.-K. stelt een sub amendement voor om in het amendement- Boon het woord toelaatbaar te vervangen door geschikt. De heer MARCHANT (V. D.) acht het woord geschiktheid, ongeschikt omdat het een positief begrip is en het zal onmogelijk voor een neutrale commissie zijn om iels positief geschikt te verklaren. Hij trekt zijn amendement ten aanzien van de keuring voor volwassenen in. Het amendement-Deckers op het amende ment-Boon (in beide gevallen keuren op ge schiktheid) wordt verworpen met 56 tegen 41 stemmen. Het amendement-Boon werdt verworpen met 59 tegen 38 stemmen. Het amendement-Marchant wordt aange nomen met 68 tegen 29 stemmen. Do heer KLEEREKOOPER (S. D.) zou wel gaarne zien dat aan de bioscoophou ders een adviscerende slem werd gegeven in de Keuringscommissie. De MINISTER zegt overweging toe. Eindstemming- De heer KERSTEN (St. Ger. Partij) legt de verklaring at dat hij voor de wet zal stemmen, omdat die toch wel eenige verbe tering zal brengen. (Groot gelach). Het wetsontwerp wordt aangenomen met 57 togen 41 stemmen, rechts tegen link9 en de heer Arts. Afgraving St. Pietersberg. Aan dc orde is dc interpellatie-Vliegen over de afgraving van den SI. Pietersberg in de gemeente Maastricht. De heer VLIEGEN (S. D.) zet uiteen wal men bezig is te doen met den Sint Pieters berg. Juist waar het uitzicht heel fraai is, wordt het terrein-omringd door de fabrie ken, die veel vuit daar laten liggen. B. en W. van Maastricht hebben ten aanzien van de bevoegdheid, die de Hinderwet geeft, een andere opvatting dan spr. heeft en daardoor is er niet veel tegen gedaan. De Regeering kan hier wel iets doen des noods met een afzonderlijke wet voor dit geval. Met de gewone Onteigeningswet kan men er niet komen als de eigenaars van de éementtabriek niet willen. Hier wordt een blijvende schade aangericht en dus mag de Staat er wel iets voor over hebben. Spr. vraagt den Minister ol hij zich al bezig ge houden heeft met deze aangelegenheid en ot hij voornemens is spoedig maatregelen te nemen legen de afgraving van den Pieters berg, althans op hel punt waar ze nu ge schiedt. De Minister van Financiën, dc heer CO- LIJN, herinnert aan het onderzoek, dat de Minister van Onderwijs heelt ingesteld. Eer gisteren is het rapport daarvan ingekomen. Spr.'s indruk is, dat er aanleiding is om te beproeven iets te doen voor het behoud van dit monument Gemakkelijk is het niet: de fabriek mag niet gedwongen worden te verdwijnen, maar anderzijds wil de com missie het monument Êehouden. Er staan twee belangen tegenover elkaar en het zal dus op schadeloosstellingen kunnen uilloo. pen, waaraan Rijk, Provincie en Gemeente zullen moeien bijdragen. De zaak is dus in onderzoek en overleg zal onverwijld plaats hebben met den ML nisier van Onderwijs. De heer VLIEGEN (S. D.) betreurt het, dat nu pas het rapport der commissie is in- gekomen. Hij hoopt, dat men het groote be lang van deze zaak zal inzien en zal trach ten onmiddellijk de afgraving stop te zetten. De heer DROOGLEEVER FORTUYN (V. B.) acht eigenlijk het stadium, waarin dc zaak verkeert, al heel laat. Hij vraagt voor den vervolge een vroeger ingrijpen van de regeering, wanneer het natuurschoon gevaar loopt. Dat zou veel conflicten voor komen. De heer v. R1JCKEVORSSEL (R.-K.) wijst op de geologische belangen die hier gemoeid zijn met de afgraving van dezen berg. Hij hoopt, dat de Minister alle zijden van het vraagstuk zal overwegen. Het rapport was verleden jaar reeds ge reed, maar het is achtergehouden, omdat men wist, dat de Minister van Financiën geen geld wilde beschikbaar stellen. Thans achtte men het tijdstip gunstiger. De MINISTER zegt nogmaals onverwijld overleg toe en hij wil trachten hangende de besprekingen de afgravingen te doen stop zetten. Aan den heer Droogleever Fortuyn ant woordt spr. bevestigend. Dat onderwerp is al eerder behandeld, maar het is zeer moei lijk een oplossing te vinden. De interpellatie wordt gesloten. De vergadering wordt verdaagd tot Dins dag 11 uur. AMSTERDAMSCHE RECHTBANK. De moord aan den Overtoom1 in 1919-, (Zesde daig). De rechtbank to Amsterdam heeft giste-' reu voortgezet de behandeling van de zaaje tegen Marcelis Muylwijk, in verband m!et den in October 1915 in een peiceel aam den Overtoom geplee-gden moord op den koop-» man Busch. Getuigenverhoor liet eerst is als getuige gehoord de zes tigjarige weduwe G. A. BuschIJzerman, de vrouw van het slachtoffer die mede deelt. in 1895 met Busch te zijn gehuwd. Uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren, waarvan een, toen h^t elf maanden oud was, is gestorven. De beide andere kinderoD een jongen thans 18 jaar en een doch/ber thans 21 jaar oud, zijn nog in leven. Sands 1910 heeft getuige gescheiden van haar man geleerd. De kinderen, voor wie Busdh zeer good was, kwamen vaak bij hun va der. De dochter was na de verdwijning van haar vader zóó zenuwachtig, dat zij in het Wilhelminagasthuis moest worden opgeno men. Ook thans is haar toestand nog vall dien aard, dat getuige geen krant in huis durft te nemen. Vóór 'l gebeurde was haar dochter normaal. Getuige heeft niet uit den mond van Busch, maar van andere zijde vernomen, dat haar man nog f2000 van Muylwijk moest hebben. Op haar verzoeïc is haar zwager toen naar Muylwijk gegaan, die meedeelde, dat Busch naar Amerika was vertrokken. M. weigerde de vordering le betalen, onder het .motief, dat Busch bij zijn terugkomst uit Amerika het geld op nieuw zou kunnen vorderen. Zij hetfft nim mer ccnigen steun van beklaagde ontvan-. gen. De president wi)9t er beklaagde op, dat hij, volgens zijn opgaaf, in Augustus 1916 na de homologatie van zijn accoord, op 18 Augustus 1915 f1225 aan Busch heeft be taald en vraagt hem Jioe hij aan het ®eld is gekomen. Boer; Bljyit u hier nog lang schilderen, meneer? Schilder: Non, ik denk niet dat ik voor over een weeÉ^ klaar ben. Boer: Prachtig, meneer. Dan kan ik dat ding op een ander veld zetten. (London Opinion* Ik begrijp niet hoe Jjj, met je kleine inkomen, maar lederen avond in de herberg kunt zitten, en dan heb je nog Wel een vrouw en zeven kinderen. O. maar die laat lk thuis. (Passing Show) De troostende ziel (tot automobilist met een ge&piongen band): D'er is altyd een voordeel meneer, In deïcn ttjd van bet Jaar hebt u tenminste geen last van vliegen. (London Opinion) Meteorologisch scepticisme in de middeleeuwen. Koning (een oorlog voorbereidend, tot boodschapper): Wel? Boodschapper: Sire, gelijk gjj me bevolen hebt ben 'k tot de waarzeggers, de sterrenwichelaars en de toovcnaars gegaan, maar zij waren allen op reis. Zoo ging ik tot den Voorzegger vüd het Weder en hij zelde mij, dat uwe majesteit voorzeker de nederlaag zoudt Ijjden. indien gij thans ten oorlog trok. Koning: Pat geeft den doorslag. Dat men den legeraanvoerder onmiddel lijk de troepen late uitrusten. Wq willen onverwijld slag leveren Gaat" (Punch) Het meisje. Vreemd, dat engelen altijd als vrouwen voorgesteld worden, vindt je niet? Schilder: Ja, het bewijst dat kunstenaars niet veel ver stand van vrouwen hebben. Hfet meisje: Wel mogelijk, maar het bewijst in ieder geval, dat ze een massa van mannen weten. (Passing Show] HIJ: Wei, zie Je, nu ik van dat zomer kamp terug ben, geloof ik dat ft juist een man voor jou zou zijn. Zij: Eo waarom dat? H(j: Nóu, ik heb daar leeren koken, (Judge)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 10